Maandag 4 Juli 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
tfu. 4.
3de Jaarguag.
AMERSFOORTSCH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Par 3 maanden roor Amersfoortf L25.
Idém franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advértentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmer 66.
PRIJS DER ADVEBTENTIÊN
Taa M regels
El ka tM meer
Öroote letters naar plaatsruimta.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advérteèren in dit Blka bfj kbonnè&tót Bén®
circulaire,! bevattende da voorwaarden, wordt op M&trag
toegezonden.
'i..
Politiek Overzicht
Regeering en parlement in Engeland,
Een vijftal weken moeten nog slechts ver-
\x>pen tot het tijdstip, waarop naar oud ge-
jruik de opening van do jacht op berkhoen
ders het sein gieeft tot de sluiting van de
parlementszitting. Wanneer de zaken op wet
gevend gebied gaan zooals zij behooren to
gaan, dan begint men omstreeks dezen tijd
schoon schip te makende zaken, die geen
haast hebben of waarmee men niet kan klaar
komen, worden van de agenda afgevoerd, om
gelegenheid te krijgen datgene waarop men
prijs stelt af te doen. Maar ditmaal is de
agenda meer dan anders overvoerd. Sedert
jaren is men met de zaken niet zoo hope
loos ten achter geweest als in deze zitting.
Zelfs zaken, die onvoorwaardelijk afgedaan
moeten worden, zijn in den laatsten tijd
haast niet verder gekomen.
De toestand in het Britsche parlement
wordt in eene correspondentie uit Londen
aldus geschetst„De regeeringsgezinde pers
doet ijverig haar best, de aanhangers van de
regeering er van te overtuigen, dat zij van
houding moeten veranderen, wanneer zij
willen verhoeden, dat do regeering op een
goeden dag aan de onverschilligheid van
hare aanhangers in het parlement te gronde
zal gaan. De Daily Mail is van meening,
dat de regeering in de laatste negen jaren
«r nooit gevaarlijker voorgestaan heeft dan
nu. De wetgevende arbeid is in dezen tijd
van het jaar nog nooit zoo achterlijk geweest
als ditmaal. De oppositie is er in geslaagd,
de afdoening van onderscheidene wetsont
werpen onmogelijk te maken. Men gelooft,
dat het eenige wat in deze zitting zal wor
den aangenomen, behalve de begrooting, zal
zijn de onderwijswet voor Schotland. Het
wetsontwerp tegen de immigratie van vreem
delingen wordt thans zelfs door zijne voor
standers beschouwd als aan den ondergang
prijsgegeven. Toen het gevorderd was tot
de behandeling in comité, waren er negen
bladzijden amendementen op ingediend. Na
dat de behandeling weken achtereen heeft
geduurd, zijn nu de onafgedane amendemen
ten tot elf bladzijden aangegroeid.
Het mee6t opmerkelijke feit is, dat de
unionisten, die voorstanders zijn van 'den
vrijhandel, thans dapper er aan meedoen
om de regeering mocielijikheden te bereiden.
D"e groote meerderheid van de unionisten in
het parlement blijft wel is waar de regeering
nog trouw, maar van eensgezindheid in de
partij is geen sprake meer. De unionistische
partij is tengevolge van Chamberlain's poli
tiek in drie deelen gescheiden. De sterkste
partij onder de unionisten is die van de
tarief hervormers, die den heer Chamberlain
door dik en dun volgen. De tweede in sterkte
is de partij van de „retaliators", d. w. z. de
unionisten, die in beginsel voor vrijhandel
zijn, maar maatregelen van vergelding tegen
vijandelijke tarieven van invoerrechten goed
keuren. Zij staan onder leiding, althans on
der den invloed, van Sir Michael Hicks
Beach. De derde af deeling van de unionis
ten, de vrijhandelaars, hebben eene besliste
wen king gemaakt naar de liberalen. Als
vierde partij zou men eindelijk den beken
den afgevaardigde Gibson Bowles kunnen
aanduiden, die, ofschoon unionist, steeds
eene krachtige oppositie heeft gevoerd.
De partieele verkiezingen, die in verschil
lende districten hebben plaats gehad, leve
ren het bewijs, dat er ook in de stemming
van het land eene omkeering gekomen is.
De oandidaten van de regeeringspartij ver-
koeren in een zeer moeielijk parket. Wan
neer zij biji de kiezers opkomen voor
tariefsherziening, dan hebben zij te re
kenen niet alloen met de liberale tegenstan
ders, maar ook met de bestrijding van de
vrijibandelaars onder de unionisten, en wan
neer zij zich verklaren voor den vrijhandel,
dan hebben zij de bestrijding van de Cham
berlain isten te verwachten. In de Standard
noodigde een conservatief den heer Cham
berlain uit openlijk te verklaren, dat hij met
zijn denkbeeld van de tariefsherziening niet
den bijval gevonden heeft, dien hij ver
wachtte, en dat hij daarom zijn voorstel tot
tariefsherziening intrekt. De Schr. is van
meeniug, dat slechts op deze wijze kan wor
den verhinderd, dat de regeeringspartij
steeds meer plaatsen verliest. Hij heeft mis
schien niet geheel ongelijk, maar het is ta
melijk zeker, dat de heer Chamberlain niet
gezind zal zijn aan deze uitnoodiging gevolg
te geven. De nu aan 't bewind zijnde regee
ring gaat ongetwijfeld een. zeer moeaelijken
tijd tegemoet."
Als leider van het Lagerhuis heeft de
eerste minister verleden Vrijdag voorgesteld
te besluiten, dat de behandeling in comité
van het wetsontwerp tot regeling van de
vergunningen voor den drankhandel over
ees dagen moet worden gesloten. Namens de
opposjtie werd daartegenover voorgesteld
niet op het voorstel van den eersten minis
ter in te gaan, omdat daardoor aan bet
huis de mogelijkheid ontnomen wordt tot be
hoorlijke behandeling van een wetsontwerp,
dat wijzigingen beoogt, waarover groot ver
schil van meening bestaat en waarbij, de
volkswelvaart zeer betrokken is. De beslissing
over dit voorstel dat als een toessteen
voor het prestige van bet kabinet in het
Lagerhuis kan worden beschouwd, zal in de
vergadering van heden vallen.
Duitschland.
Het proces 'egen de beide directeuren van
■de Pommernbaink, dat, zooals weid bericht,
geëindigd is met de veroordceiiiig van de
beschuldigden, commercieraad Scbultz en
Romeick, respectievelijk tot 3^ en 3 jaai
gevangenisstraf en aanzienlijke moeten, is
van zeer langen duur geweest. Van den lan
gen tij'd, dien de beide beschuldigden in voor
arrest gezeten hebben, is hun twee jaren ge
kort op de straf, die zij hebben te onder
gaan. Het proofts is in twee tempos gc
voerd. Verleden zomer had het gen htshof
or reeds 50 zittingen aan besteed, toen het
tot het besluit kwam, dat liet beschikbare
bewijsmateriaal uoch tot veroordeelirg, noch
tot vrijspraak voldoende was; de beklaag
den werden daarom uit de voorioopige hech
tenis ontslagen en de stukkeu am het O. M.
teruggezonden tot het voeren van eene
nadere instructie. Thans ziin andermaal twee
maanden aan de openbare behandeling van
het prooes besteedsints 2 Mei wexden de
debatten gevoerd in dit proces, dat geëindigd
is met schuldigverklaring van de beklaag
den aan verduistering cn vervAsching van
balansen.
Sensatie wekkend in dit tweede stadium
der behandeling van het proces was de om
hulling van de betrekkingen tusschen don
chef der hofhouding van o Keizerin, baron
von Mirbach, met de Pommernbank on hare
directeuren. Over deze betrekkingen zijn
slechts zeer weinig ophelderingen verkregen
wel is baron Mirbach op zijn verzoek als ge-
tuige gehoord, maar liet gerechtshof is op
dit punt niet ingegaan, en zoo is cr volstrekt
geen volledig licht verkregen over de schen
kingen, die Schultz en Romeick aan baron
Mirbach hebben gedaan voor liefdadige doel
einden. Men weet alleen, dat de daarvoor
geschonken gelden de schenkingen loopen
gezamenlijk over een bedrag van nagenoeg
drie kwart millioen mark grootendeels zijn
beteteed voor het bouwen van kerken, een
werk dat met grooten ijver door baron Mir
bach wordt beoefend, en dat als contra
prestatie Schultz den titelt van commercie
raad en de Pommernbank den hoftitel heb
ben gekregen.
Nog op andere wijze lieert baron Mirbach
zijn ijwtr voor den bouw van kerken aan den
dag gelegd. Hij heeft de regeeringspresiden-
ten uitgenoodigd, .het aan hou onderge
schikte ambtenaarspereoneel op te wekken
tot het houden van inzamelingen, waarvan
de opbrengst zal worden ter hand gesteld
aan het Keizerpaar bij gelegenheid van hun
zilveren huwelijksfeest, om ie worden be
steed voor het bouwen van evangelische ker
ken en inzonderheid voor de versiering v; .1
de ter herinnering aan Keizer Wilhelm I
gestichte kerk. Men heeft getracht in den
Landdag door eene interpellatie van de
legeering daarover inlichtingen te bekomen.
De minister verklaarde zich ook gaarne be
reid die inlichtingen te geven, maar het was
hem niet mogelijk den dag te bepalen, waar
op hij dat volledig zou kunnen doen. Bcozc
tongen beweren, dat die bereidwilligheid om
volledige inlichtingen te geven niet geheel
oprecht is geweest., en dat daar de wensch
achter stak om door een grondig onderzeek
de beantwoording van de interpellatie in de
nu ten einde loooende zitting te ontgaan, in
de hoop dat in het najaar, wanneer de
landdag weer bijeenkomt, dit geval zal zijn
doodgebloed.
Frankrijk.
De Fransche Kamer heeft opnieuw eene
interpellatie, betrekking hebbende op een
onderdeel van het onderzoek ïg de Karthui-
zer omkoopingszaak, op verzoek van de re
geering uitgesteld totdat de commissie van
enquête hare conclusië'n aai de Kamer zal
hebben medegedeeld. H»t oniv verp van deze
interpellatie was een rapport, dat een amb
tenaar van het O. M. heeft ingediend over
eene door hem ingestelde huiszoeking in
welk rapport eene zinsnede voorkwam, be-
leedigend voor den oud-minister Millerand.
De minister-president erkende, dat Mille
rand recht had zich te beklagen over wat hem
was wedervaren, maar meende dat men ten
oprechte de regeering verantwoordelijk wil
de stellen voor eene fout, door dezen ambte
naar begaan. „De heer Millerand beklaagt
zich over de bitterheid van eenige uren. Ik
echter ben maandenlang door lasteraars vaa
beroep aangevallen. Waarom heeft men nu
zoo'n haast om de eer van Millerand te wre
ken, terwijl men in 't geheel geen haast heeft
om aan mij voldoening te verschaffen?"
Spanje.
De Kamer heeft een wet aangenomen,
waarbij het aankondigen van vreemde lote
rijen en het verkoopen van vreemde loten
verboden wordt.
Turkije.
Va/ti regeeringswege wordt bericht, dat -de
regeering een besluit nam 'bot het verieenen
van «algemeen amnestie aan de 'Armeniërs
van iSassoen. Uitgezonderd zijn dJegcnen, die
met «do wapenen in de hand gevangen ge
nomen zijn.
547 verbraude huizen zullen weder opge
bouwd worden. Aan de uitgewekenen zullen
levensmiddelen verschaft worden.
Thibet
De correspondent van de Daily Mail geeft
eene beschrijving van liet laatste gevecht
met de Tibetancu. De dorpen ten noordwes
ten van Gyangtse werden allen van vijanden
ontbloot gevoi.den, met uitzondering van
Comba. Dit dorp en het groote klooster Tse
chen werd da op door de Engelschen bescho
ten. De Tibetanen antwoordden met hunne
kanonnen, maar hun vuur had geen uitwer
king. Toen de kanonnen van de Tibetanen
tot zwijgen gebracht waren, kregen de Ghoer-
ka s last voorwaarts te gaan en de hoogten
te bestormen. Het du-rde niet lang ol <"e
infanterie nam een toreu, die van bijzonder
gewicht was voor de geheel© stelling. De Ti
betanen werden tot in de huizen vervolgd,
en velen werden daar nog afgemaakt, Eeu
groot deel van het hoofdgebouw van het
klooster werd door de pioniers met schietkan
toen vernield. Bij de bestorming van de
hooger gelegen deelen lieten de Tibetanen
eene menigte steenen op de aanvallers ncer-
rollen; niettemin werden zij uit hunne stel
lingen verdreven en vluchtten ten slotte io
eene woeste paniek. Alle werken, die tot de
verdediging hadden gediend, werden ver
nield.
Men koestert thans de hoop, dat het ter
elfder uro nog gelukken zal tot vreedzaam
overleg met do regoering van Tibet te ko
men. Er is een wapenstilstand gesloten, en in
het Engelsche kamp zijn gezanten van dan
Dalai Lama aangekomen, alsmede de vorst»
van Toengso met een brief van hoó hoofd
der regeering te Lhassa, waarin deze zijne
goede diensten inroept om tot eene ïegelmg
in der minne te komen.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den ooricg zijn de volgende berich
ten
Tsifoe, 2 Juli. De zaken in Port Arthur
komen tot eene crisis. De Russen zijn gereed
die met alle krachten, waarover zij beschik
ken, onder oogen te zien. De weinige nog
achtergebleven vreemdelingen hebben bevel
ontvangen Port Arthur te verlaten, behalve
zij die onder verdenking staan. De Noor-
weegsche stoomboot Sentis is te Port Arthur
en ligt klaar om vrouwen en kinderen weg
te brengen. Alle Russische onderdanen in
Port Arthur hebben bevel ontvangen hunne
plaats in te neme:, in de gelederen en zich
naar het front tegenover de aanvallers te be
geven.
v:er linieschepen, oen aantal kanonneer
boten en torpedobooten worden in de haven
gehouden, terwijl twee linieschepen, vijf krui-
icrs en eene afdeeling torpedobooten in zee
Een aantal jonken met versche 'e-
vensmiddelen geladen is er in geslaagd door
de blokkeerenaen vloot heen te komen.
Tokio, 3 Juli. Admiraal Togo bericht, dat
Maandagnacht een Russisch wachtschip, op
een linieschip gelijkende, bij het binnenva
ren van de haven van Port Arthur door een
torpedo in den grond geboord werd. Ook werd
een Russische torpedojager vernield.
Tweede bericht. Het rapport van
admiraal Togo vermeldt, dat de Japanners
Maandagnacht een stoutmoedigen en goed
geslaagden torpedo-aanval in de haven van
Port Arthur deden. Een Russisch wachtschip
met twee masten en drie schoorsteen en, een
linieschip of een le klas kruiser, werd door
een torpedo getroffen en vernield. Verder
werd een Russische torpedojager getroffen,
die in de lucht vloog.
De Japanners verloren 31 dooden on 3
gewonden. Van schade, aan de Japansche
vloot toegebracht, wordt geen melding ge
maakt.
De 12e flottielje viel de Russen a«ande
zoeklichten brachten de aanvallers aan het
licht, waarop de forten een hevig vuur
openden. De Japanners omsingelden het aan
gevallen wiachtschip, dat z«onk nabij den
\oet van den Gouden Heuvel na een hevige
ontploffing. De Russische torpedojagers de
den onmiddellijk een aanval, waarop de Jar
paaners antwoorden. Men zag, dat op een
Russisch en torpedojager eene ontploffing
plaats had en dat daarna het vaartuig kan
telde en zonk.
Tokio, 3 Juli. De Russische schepen heb
ben Vrijdagavond de vervolging van Kami-
moera verschalkt.
(Tweede bericht). De ontsnapping
va)n het Wladiwostok-eskader wordt toege
schreven aam do nachtelijke duisternis, den
regen en die mist.
Kamimoera vervolgde de schepen van
Wladiwostok met zijn geheele eskader en
haalde hen bij het vallen van den nacht in
tusschen IkiskLma en Tsoeshima. De torpedo-
booten Van Kamimoera tastten de Russen
aan, wier kanonnen antwoordden. Ten slotte
doofden de Russische schepen de lichten uit
en verdwenen.
Petersburg, 2 Juli. Uit het Russische
hoofdkwartier in Liaojamg wordt van heden
bericht: De Japansche strategie schijnt voor
't oogenblik althans den opmarsch gestaakt
te hebben, ofschoon de Japanners alle berg
passen bezet houde.n, behalve den Daling
pas, die, izooals reeds bericht werd door
Koeropatkiu weder bezet is.
De Japansche gande-davude gaat in ooste
lijke richting terug.
Generaal Hillen kreeg vereterkingen en
volgt den vijand.
Petersburg, 2 Juli. De Regeeringsbode be
richt uit Liaojang van 1 Juli, inhoudende
dat de Russen den 26en Juni den Dalin-pas
bezetten met 5 bataljons en 16 stukken. Zij
ontruimden hem den 27en na een kort, maar
heet gevecht en trokken voor de ovennacht
van den vijand terug tot in de buurt vaa
Senoetsjen. Later bezetten zij echter weder
den Dalin-pas, omdat de vijand zijn aanval
staakte.
Den 27en heeft ook de afdeeling van Kei
ler, die den Modulin-pas ontruimde on zich
naar Tithe terugtrok, daar de aanvallen van
den vijand afgeslagen.
Den 27en stond de afdeeling van Mist-
sjenoki een gevecht door bij Sahotan, waar
bij de Japanners ten derden male beproef
den de Russen uit hunne stelling te verdrin
gen, die den Japanners den uitweg op den
weg naar Kutiandri versperde. De Russi
sche artillerie bood heldhaftigen tegenstand.
De Japanners hervatten daarop den aanval
niet. De Russen hadden 6 dooden en 58 ge
wonden.
Renmeukampf had een heeten strijd bij
Senjutekan; bijzonderheden ontbreken.
De geheele sterkte van de Japanners in
Mandsjoerije wordt op ongeveer negen divi-
siëu geschat.
Petersburg, 2 Juli. Koeropatkin bericht
te den 30en Juni aan den Keizer, dat de
troepen van het leger van Koeroki niet al-
ROMAN
VAN
MORITZ VON REICHENBACH
DOOR
HERMAN LIND.
HOOFDSTUK V.
Fred had wegens „familie-aangelegenhe
den" een verlof van veertien dagen gekre
gen en daarvan gebruik gemaakt om het
avontuur van Berlijn verder voort te zetten
en tot een goed einde te «brengen; hij .vas
nu naai- rijn ouders gekomen om persoonlijk
hun toestemming te vragen tot. het voorge
nomen engagement en wilde de laatste lagen
van zijn verlof nog te Berlijn doorbrengen.
De oude graaf verklaarde op eens, dat
hij met zijn zoon wilde meegaan om zijn
toekomstige schoondochter te leeren kennen.
„Maar Edmund, daanvoer is 't immers nu
nog te vroeg?" meende de gravin. „Het en
gagement wordt niet pulbliek, voordat Fred
zooals nu eenmaal gebruikelijk is de
toestemming van rijn regimentskommaadant
heeft gevraagd, en daar hij dat liever in
persoon dan per brief wil doen, vérloopcn
daarmede minstens nog acht dagen. V5ór
dien tijd vind ik uiw komst voor de Drallors
wel een ibeetje gegeneerd, en het kost
zooveel geld!"
„Daai* hebben .we 't! Wilt ge mij dan
geheel en al tot een rekenmachine maken,
Marie? Een reisje naar Berlijn zoo'n ba
gatel 1"
„Ja, maar Edmund, daar komt nog 'het
hotel «bijl en de rijtuigen en de cadeautjes,
en zooals ge zelf weet, moeten wij van 't
voorjaar noodzakelijk nog al dure reparaties
aan het huis laten doen."
„Van 't voorjaar, van 't voorjaar! Wie
weet, of we in het voorjaar nog levenWat
ge doen wilt, doe dat hastiglijk, staat er
in den Bijbel. Alzoo, mijn jongen wees
niet boos, Marietje", wendde liij zich eens
klaps met een zachte, biddende stem tot
rijn vrouw, wier hand hij aan rijn lippen
bracht, „wees niet boos, maar het is werke
lijk in dit geval 'bepaald noodig, dat ik naar
Bier lijp ga, om mensöhen en toestanden uit
eigen oogen te leeren beoordeelen."
Zij zuchtte en hij knikte Fred toe, met
een uitdrukking in de oogen, die duidelijk
zeide
„We gaau toch, hoor!"
En zij gingen inderdaad. Een kwartiertje
voor het vertrek nam de gravin «haar zoon
ter zijde en gaf hem een sommetje van hon
derd mark.
„Ik heb dab geld uitgezuiuigd voor de
reparaties van het voorjaar," fluisterde zij
hem toe, „maai* nu papa todh absoluut naar
Berlijn wil, vrees ik, dat hij met hetgeen
hij bij ziel» heeft, niet zal rondkomen, maar
ik acht het beter, Fred, dat hij niet zoo
dadelijk weet, dat er nog eön reserve-kapi
taaltje is. Daarom geef ik u: dat geld mee,
misschien zal 't voor de hotel-rekening vol
doende zijn
„Lief, goed moedertje!" zeide Fred, do
oude vrouw hartelijk omhelzend. „Ik 'heb
er zoo'u idee van, dat het met die voorjaars
reparaties todh wel terecht komt
Tien jaar jonger zag de oude graaf er uit,
toen hij tegenover rijn zoon in de spoor zat
ca .met zichtbaar welgevallen een „behoor
lijke" sigaar opstak. „Hè, wat doet het
iemand goed, als hij zoo eens uit 'liet oude
nest kan vliegen!" riep hij uit. „Wil jewel
gelooven Fred, dat ik, met Ihet vooruitzicht
van "Berlijn, «liet gevoel 'heb van een school
jongen, dio vacantie krijgt? Weet je, hoe wij
't. moeten aanleggen, Fred Jij neemt te Ber-
liju. een retourtje, haalt de toestemming van
uw regimentscommandant, het engagement
wordt publiek gemaakt, en dan 'hebben wij
nog drie volle dagen om 'bij elkander te blij
ven. Hoe vind je dat plan?"
„Niet. kwaad, papa! Ik zou dan met den
nachttrein verder 'kunnen reizen, dan ben
ik (morgenmiddag weer te Berlijn en kun
nen wij te zamen naar dd familie Dra 1 lier
gaan."
„Zoo? Morgenmiddag eerst? Ik dacht van
avond. Dat zou ook, goed beschouwd, de be
leefdheid wel eenigszins meebrengen. Ik wilde
dan meteen de kleine met een bouquet of
iets van dien aard verwelkomen en tmij dade
lijk als een welwillend' en oplettend schoon
vader doen leeren kennen."
„Hoe goed doet het mij. papa, u op d t
oogenblik zóó te hooren spreken!'
„Ja, mijn beste nongen, ik wil je wel zeg
gen, dat op 'b -eerste gozicht die zaak mij
minden* aanstond, maar ik heb later tot mij
zelf gezegd „Alle duivels, oude kerel, sta'
toch met je vooroandoelen ihet geluk van je
jongen niet in den weg!" Iets verstandigs
«liöb ik dan ook niet tegen uw keuze in uc
brengen, Fred, want al is en blijft, die oude
'Dralier ,een -handelsman, dat is toch oök
geen schande. En volgens het. portret moet
de kleine er verduiveld goed uitzien neen,
ik denk toch, dat wij vanavond maar samen
uaar de Drallers moesten gaan, dan zou je
morgen die zaak met uw regimentscomman
dant kunnen afdoen."
..Goed. maar dan zal ik toch aan 't eerste
Station het den commercieraad telegrafee-
ren."
Kort daarop hield de trein stil en Fred
boog zich uit het raampje om 't portion* zijner
ooupé te openen.
„Daar is Bertram," riep hij, en op het
zelfde oogenblik trad een jonge man, wiens
slanke figuur dooi* oen jachtkl-seding eng
omsloten was, op vader en zoon toe
„Dag. oom, dag Fliod! Zit jelui in de
tweede klasse Hei, Hallmidh, haal even mijn
boeltje uit die aand-cre. coupé weg en breng
het hier!"
„Maar Fred en ik kunnen andere wel even
de kaartjes laten inwisselen tegen die van de
eerste klasse, dat is een kleine moeite'
„'t Komt allemaal op hetzelfde neer,
oompje
Een jager in livrei had iucn xldels het be
vel van graaf Bertram uitgevoerd, een ge-
weerkisbje en een plaid in do coupé bezorgd
ou Zichzelf in een militaire houding bij het
portier opgesteld, terwijl zijn meester in
steeg.
„'•t Is goed', Hallmioh!"
Bertram had tegenover rijn. oom plaats ge
nomen. De 'blauwe oogen van het gedistin
geerde, eenigsrins smalle gericht keken on
verschillig* langs het perron.
„Waar is Frea i'
„Die bezorgt hier even eeu telegram."
„Zoo! Ik karn vain de Alefelder ja<ht
zeshonderd hazen en vierhonderd fazan
ten 'tegen het 'maaiVe'ld «oen kolossaal
resultaat! Kaading natuurlijk weer jacht-
'koning waar gaat da reis -heen, oom?"
„Ik breng Fred, die een paar dagen thuis
is geweest, maar Berlijn terug."
De jonge man, die het telegram had af
gegeven. naderde nu weder zijn coupé.
„Aardig, dat wij hier elkaar zoo toevallig
moesten aantreffen," meende -Bertram', maar
zelfs geen lachjo verhelderde daarbij het
bleeke gelaat ,met de verdrietige oogen.
„Hebt ge nog lang verlof, Fred
„Nog maar een paar dagen helaafi!"
„Ga unet mij moe naar WeLlcampsdorf, u
natuurlijk ook, oompje. Overmorgen is er bij
mij jacht."
„Vriendelijk dank mijn tijd is al te be
perkt!"
„Dat spijt me! Valt er bij Xburg veel te
jagen
„Niet zooveel als in ons lief Silozië en ook
op verre «na niet «met. zulke resultaten."
„Hoor ecn6, Fred," bracht nu de oude
graaf in het midden, „we moesten, dunkt
me, tegenover .Bertram 'van ons hart geen
moordkuil maken
Woru'l vervolgd.