Maandag 4 Juli 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. tfu. 4. 3de Jaarguag. AMERSFOORTSCH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Par 3 maanden roor Amersfoortf L25. Idém franco per post1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advértentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmer 66. PRIJS DER ADVEBTENTIÊN Taa M regels El ka tM meer Öroote letters naar plaatsruimta. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advérteèren in dit Blka bfj kbonnè&tót Bén® circulaire,! bevattende da voorwaarden, wordt op M&trag toegezonden. 'i.. Politiek Overzicht Regeering en parlement in Engeland, Een vijftal weken moeten nog slechts ver- \x>pen tot het tijdstip, waarop naar oud ge- jruik de opening van do jacht op berkhoen ders het sein gieeft tot de sluiting van de parlementszitting. Wanneer de zaken op wet gevend gebied gaan zooals zij behooren to gaan, dan begint men omstreeks dezen tijd schoon schip te makende zaken, die geen haast hebben of waarmee men niet kan klaar komen, worden van de agenda afgevoerd, om gelegenheid te krijgen datgene waarop men prijs stelt af te doen. Maar ditmaal is de agenda meer dan anders overvoerd. Sedert jaren is men met de zaken niet zoo hope loos ten achter geweest als in deze zitting. Zelfs zaken, die onvoorwaardelijk afgedaan moeten worden, zijn in den laatsten tijd haast niet verder gekomen. De toestand in het Britsche parlement wordt in eene correspondentie uit Londen aldus geschetst„De regeeringsgezinde pers doet ijverig haar best, de aanhangers van de regeering er van te overtuigen, dat zij van houding moeten veranderen, wanneer zij willen verhoeden, dat do regeering op een goeden dag aan de onverschilligheid van hare aanhangers in het parlement te gronde zal gaan. De Daily Mail is van meening, dat de regeering in de laatste negen jaren «r nooit gevaarlijker voorgestaan heeft dan nu. De wetgevende arbeid is in dezen tijd van het jaar nog nooit zoo achterlijk geweest als ditmaal. De oppositie is er in geslaagd, de afdoening van onderscheidene wetsont werpen onmogelijk te maken. Men gelooft, dat het eenige wat in deze zitting zal wor den aangenomen, behalve de begrooting, zal zijn de onderwijswet voor Schotland. Het wetsontwerp tegen de immigratie van vreem delingen wordt thans zelfs door zijne voor standers beschouwd als aan den ondergang prijsgegeven. Toen het gevorderd was tot de behandeling in comité, waren er negen bladzijden amendementen op ingediend. Na dat de behandeling weken achtereen heeft geduurd, zijn nu de onafgedane amendemen ten tot elf bladzijden aangegroeid. Het mee6t opmerkelijke feit is, dat de unionisten, die voorstanders zijn van 'den vrijhandel, thans dapper er aan meedoen om de regeering mocielijikheden te bereiden. D"e groote meerderheid van de unionisten in het parlement blijft wel is waar de regeering nog trouw, maar van eensgezindheid in de partij is geen sprake meer. De unionistische partij is tengevolge van Chamberlain's poli tiek in drie deelen gescheiden. De sterkste partij onder de unionisten is die van de tarief hervormers, die den heer Chamberlain door dik en dun volgen. De tweede in sterkte is de partij van de „retaliators", d. w. z. de unionisten, die in beginsel voor vrijhandel zijn, maar maatregelen van vergelding tegen vijandelijke tarieven van invoerrechten goed keuren. Zij staan onder leiding, althans on der den invloed, van Sir Michael Hicks Beach. De derde af deeling van de unionis ten, de vrijhandelaars, hebben eene besliste wen king gemaakt naar de liberalen. Als vierde partij zou men eindelijk den beken den afgevaardigde Gibson Bowles kunnen aanduiden, die, ofschoon unionist, steeds eene krachtige oppositie heeft gevoerd. De partieele verkiezingen, die in verschil lende districten hebben plaats gehad, leve ren het bewijs, dat er ook in de stemming van het land eene omkeering gekomen is. De oandidaten van de regeeringspartij ver- koeren in een zeer moeielijk parket. Wan neer zij biji de kiezers opkomen voor tariefsherziening, dan hebben zij te re kenen niet alloen met de liberale tegenstan ders, maar ook met de bestrijding van de vrijibandelaars onder de unionisten, en wan neer zij zich verklaren voor den vrijhandel, dan hebben zij de bestrijding van de Cham berlain isten te verwachten. In de Standard noodigde een conservatief den heer Cham berlain uit openlijk te verklaren, dat hij met zijn denkbeeld van de tariefsherziening niet den bijval gevonden heeft, dien hij ver wachtte, en dat hij daarom zijn voorstel tot tariefsherziening intrekt. De Schr. is van meeniug, dat slechts op deze wijze kan wor den verhinderd, dat de regeeringspartij steeds meer plaatsen verliest. Hij heeft mis schien niet geheel ongelijk, maar het is ta melijk zeker, dat de heer Chamberlain niet gezind zal zijn aan deze uitnoodiging gevolg te geven. De nu aan 't bewind zijnde regee ring gaat ongetwijfeld een. zeer moeaelijken tijd tegemoet." Als leider van het Lagerhuis heeft de eerste minister verleden Vrijdag voorgesteld te besluiten, dat de behandeling in comité van het wetsontwerp tot regeling van de vergunningen voor den drankhandel over ees dagen moet worden gesloten. Namens de opposjtie werd daartegenover voorgesteld niet op het voorstel van den eersten minis ter in te gaan, omdat daardoor aan bet huis de mogelijkheid ontnomen wordt tot be hoorlijke behandeling van een wetsontwerp, dat wijzigingen beoogt, waarover groot ver schil van meening bestaat en waarbij, de volkswelvaart zeer betrokken is. De beslissing over dit voorstel dat als een toessteen voor het prestige van bet kabinet in het Lagerhuis kan worden beschouwd, zal in de vergadering van heden vallen. Duitschland. Het proces 'egen de beide directeuren van ■de Pommernbaink, dat, zooals weid bericht, geëindigd is met de veroordceiiiig van de beschuldigden, commercieraad Scbultz en Romeick, respectievelijk tot 3^ en 3 jaai gevangenisstraf en aanzienlijke moeten, is van zeer langen duur geweest. Van den lan gen tij'd, dien de beide beschuldigden in voor arrest gezeten hebben, is hun twee jaren ge kort op de straf, die zij hebben te onder gaan. Het proofts is in twee tempos gc voerd. Verleden zomer had het gen htshof or reeds 50 zittingen aan besteed, toen het tot het besluit kwam, dat liet beschikbare bewijsmateriaal uoch tot veroordeelirg, noch tot vrijspraak voldoende was; de beklaag den werden daarom uit de voorioopige hech tenis ontslagen en de stukkeu am het O. M. teruggezonden tot het voeren van eene nadere instructie. Thans ziin andermaal twee maanden aan de openbare behandeling van het prooes besteedsints 2 Mei wexden de debatten gevoerd in dit proces, dat geëindigd is met schuldigverklaring van de beklaag den aan verduistering cn vervAsching van balansen. Sensatie wekkend in dit tweede stadium der behandeling van het proces was de om hulling van de betrekkingen tusschen don chef der hofhouding van o Keizerin, baron von Mirbach, met de Pommernbank on hare directeuren. Over deze betrekkingen zijn slechts zeer weinig ophelderingen verkregen wel is baron Mirbach op zijn verzoek als ge- tuige gehoord, maar liet gerechtshof is op dit punt niet ingegaan, en zoo is cr volstrekt geen volledig licht verkregen over de schen kingen, die Schultz en Romeick aan baron Mirbach hebben gedaan voor liefdadige doel einden. Men weet alleen, dat de daarvoor geschonken gelden de schenkingen loopen gezamenlijk over een bedrag van nagenoeg drie kwart millioen mark grootendeels zijn beteteed voor het bouwen van kerken, een werk dat met grooten ijver door baron Mir bach wordt beoefend, en dat als contra prestatie Schultz den titelt van commercie raad en de Pommernbank den hoftitel heb ben gekregen. Nog op andere wijze lieert baron Mirbach zijn ijwtr voor den bouw van kerken aan den dag gelegd. Hij heeft de regeeringspresiden- ten uitgenoodigd, .het aan hou onderge schikte ambtenaarspereoneel op te wekken tot het houden van inzamelingen, waarvan de opbrengst zal worden ter hand gesteld aan het Keizerpaar bij gelegenheid van hun zilveren huwelijksfeest, om ie worden be steed voor het bouwen van evangelische ker ken en inzonderheid voor de versiering v; .1 de ter herinnering aan Keizer Wilhelm I gestichte kerk. Men heeft getracht in den Landdag door eene interpellatie van de legeering daarover inlichtingen te bekomen. De minister verklaarde zich ook gaarne be reid die inlichtingen te geven, maar het was hem niet mogelijk den dag te bepalen, waar op hij dat volledig zou kunnen doen. Bcozc tongen beweren, dat die bereidwilligheid om volledige inlichtingen te geven niet geheel oprecht is geweest., en dat daar de wensch achter stak om door een grondig onderzeek de beantwoording van de interpellatie in de nu ten einde loooende zitting te ontgaan, in de hoop dat in het najaar, wanneer de landdag weer bijeenkomt, dit geval zal zijn doodgebloed. Frankrijk. De Fransche Kamer heeft opnieuw eene interpellatie, betrekking hebbende op een onderdeel van het onderzoek ïg de Karthui- zer omkoopingszaak, op verzoek van de re geering uitgesteld totdat de commissie van enquête hare conclusië'n aai de Kamer zal hebben medegedeeld. H»t oniv verp van deze interpellatie was een rapport, dat een amb tenaar van het O. M. heeft ingediend over eene door hem ingestelde huiszoeking in welk rapport eene zinsnede voorkwam, be- leedigend voor den oud-minister Millerand. De minister-president erkende, dat Mille rand recht had zich te beklagen over wat hem was wedervaren, maar meende dat men ten oprechte de regeering verantwoordelijk wil de stellen voor eene fout, door dezen ambte naar begaan. „De heer Millerand beklaagt zich over de bitterheid van eenige uren. Ik echter ben maandenlang door lasteraars vaa beroep aangevallen. Waarom heeft men nu zoo'n haast om de eer van Millerand te wre ken, terwijl men in 't geheel geen haast heeft om aan mij voldoening te verschaffen?" Spanje. De Kamer heeft een wet aangenomen, waarbij het aankondigen van vreemde lote rijen en het verkoopen van vreemde loten verboden wordt. Turkije. Va/ti regeeringswege wordt bericht, dat -de regeering een besluit nam 'bot het verieenen van «algemeen amnestie aan de 'Armeniërs van iSassoen. Uitgezonderd zijn dJegcnen, die met «do wapenen in de hand gevangen ge nomen zijn. 547 verbraude huizen zullen weder opge bouwd worden. Aan de uitgewekenen zullen levensmiddelen verschaft worden. Thibet De correspondent van de Daily Mail geeft eene beschrijving van liet laatste gevecht met de Tibetancu. De dorpen ten noordwes ten van Gyangtse werden allen van vijanden ontbloot gevoi.den, met uitzondering van Comba. Dit dorp en het groote klooster Tse chen werd da op door de Engelschen bescho ten. De Tibetanen antwoordden met hunne kanonnen, maar hun vuur had geen uitwer king. Toen de kanonnen van de Tibetanen tot zwijgen gebracht waren, kregen de Ghoer- ka s last voorwaarts te gaan en de hoogten te bestormen. Het du-rde niet lang ol <"e infanterie nam een toreu, die van bijzonder gewicht was voor de geheel© stelling. De Ti betanen werden tot in de huizen vervolgd, en velen werden daar nog afgemaakt, Eeu groot deel van het hoofdgebouw van het klooster werd door de pioniers met schietkan toen vernield. Bij de bestorming van de hooger gelegen deelen lieten de Tibetanen eene menigte steenen op de aanvallers ncer- rollen; niettemin werden zij uit hunne stel lingen verdreven en vluchtten ten slotte io eene woeste paniek. Alle werken, die tot de verdediging hadden gediend, werden ver nield. Men koestert thans de hoop, dat het ter elfder uro nog gelukken zal tot vreedzaam overleg met do regoering van Tibet te ko men. Er is een wapenstilstand gesloten, en in het Engelsche kamp zijn gezanten van dan Dalai Lama aangekomen, alsmede de vorst» van Toengso met een brief van hoó hoofd der regeering te Lhassa, waarin deze zijne goede diensten inroept om tot eene ïegelmg in der minne te komen. De oorlog in Oost-Azië. Over den ooricg zijn de volgende berich ten Tsifoe, 2 Juli. De zaken in Port Arthur komen tot eene crisis. De Russen zijn gereed die met alle krachten, waarover zij beschik ken, onder oogen te zien. De weinige nog achtergebleven vreemdelingen hebben bevel ontvangen Port Arthur te verlaten, behalve zij die onder verdenking staan. De Noor- weegsche stoomboot Sentis is te Port Arthur en ligt klaar om vrouwen en kinderen weg te brengen. Alle Russische onderdanen in Port Arthur hebben bevel ontvangen hunne plaats in te neme:, in de gelederen en zich naar het front tegenover de aanvallers te be geven. v:er linieschepen, oen aantal kanonneer boten en torpedobooten worden in de haven gehouden, terwijl twee linieschepen, vijf krui- icrs en eene afdeeling torpedobooten in zee Een aantal jonken met versche 'e- vensmiddelen geladen is er in geslaagd door de blokkeerenaen vloot heen te komen. Tokio, 3 Juli. Admiraal Togo bericht, dat Maandagnacht een Russisch wachtschip, op een linieschip gelijkende, bij het binnenva ren van de haven van Port Arthur door een torpedo in den grond geboord werd. Ook werd een Russische torpedojager vernield. Tweede bericht. Het rapport van admiraal Togo vermeldt, dat de Japanners Maandagnacht een stoutmoedigen en goed geslaagden torpedo-aanval in de haven van Port Arthur deden. Een Russisch wachtschip met twee masten en drie schoorsteen en, een linieschip of een le klas kruiser, werd door een torpedo getroffen en vernield. Verder werd een Russische torpedojager getroffen, die in de lucht vloog. De Japanners verloren 31 dooden on 3 gewonden. Van schade, aan de Japansche vloot toegebracht, wordt geen melding ge maakt. De 12e flottielje viel de Russen a«ande zoeklichten brachten de aanvallers aan het licht, waarop de forten een hevig vuur openden. De Japanners omsingelden het aan gevallen wiachtschip, dat z«onk nabij den \oet van den Gouden Heuvel na een hevige ontploffing. De Russische torpedojagers de den onmiddellijk een aanval, waarop de Jar paaners antwoorden. Men zag, dat op een Russisch en torpedojager eene ontploffing plaats had en dat daarna het vaartuig kan telde en zonk. Tokio, 3 Juli. De Russische schepen heb ben Vrijdagavond de vervolging van Kami- moera verschalkt. (Tweede bericht). De ontsnapping va)n het Wladiwostok-eskader wordt toege schreven aam do nachtelijke duisternis, den regen en die mist. Kamimoera vervolgde de schepen van Wladiwostok met zijn geheele eskader en haalde hen bij het vallen van den nacht in tusschen IkiskLma en Tsoeshima. De torpedo- booten Van Kamimoera tastten de Russen aan, wier kanonnen antwoordden. Ten slotte doofden de Russische schepen de lichten uit en verdwenen. Petersburg, 2 Juli. Uit het Russische hoofdkwartier in Liaojamg wordt van heden bericht: De Japansche strategie schijnt voor 't oogenblik althans den opmarsch gestaakt te hebben, ofschoon de Japanners alle berg passen bezet houde.n, behalve den Daling pas, die, izooals reeds bericht werd door Koeropatkiu weder bezet is. De Japansche gande-davude gaat in ooste lijke richting terug. Generaal Hillen kreeg vereterkingen en volgt den vijand. Petersburg, 2 Juli. De Regeeringsbode be richt uit Liaojang van 1 Juli, inhoudende dat de Russen den 26en Juni den Dalin-pas bezetten met 5 bataljons en 16 stukken. Zij ontruimden hem den 27en na een kort, maar heet gevecht en trokken voor de ovennacht van den vijand terug tot in de buurt vaa Senoetsjen. Later bezetten zij echter weder den Dalin-pas, omdat de vijand zijn aanval staakte. Den 27en heeft ook de afdeeling van Kei ler, die den Modulin-pas ontruimde on zich naar Tithe terugtrok, daar de aanvallen van den vijand afgeslagen. Den 27en stond de afdeeling van Mist- sjenoki een gevecht door bij Sahotan, waar bij de Japanners ten derden male beproef den de Russen uit hunne stelling te verdrin gen, die den Japanners den uitweg op den weg naar Kutiandri versperde. De Russi sche artillerie bood heldhaftigen tegenstand. De Japanners hervatten daarop den aanval niet. De Russen hadden 6 dooden en 58 ge wonden. Renmeukampf had een heeten strijd bij Senjutekan; bijzonderheden ontbreken. De geheele sterkte van de Japanners in Mandsjoerije wordt op ongeveer negen divi- siëu geschat. Petersburg, 2 Juli. Koeropatkin bericht te den 30en Juni aan den Keizer, dat de troepen van het leger van Koeroki niet al- ROMAN VAN MORITZ VON REICHENBACH DOOR HERMAN LIND. HOOFDSTUK V. Fred had wegens „familie-aangelegenhe den" een verlof van veertien dagen gekre gen en daarvan gebruik gemaakt om het avontuur van Berlijn verder voort te zetten en tot een goed einde te «brengen; hij .vas nu naai- rijn ouders gekomen om persoonlijk hun toestemming te vragen tot. het voorge nomen engagement en wilde de laatste lagen van zijn verlof nog te Berlijn doorbrengen. De oude graaf verklaarde op eens, dat hij met zijn zoon wilde meegaan om zijn toekomstige schoondochter te leeren kennen. „Maar Edmund, daanvoer is 't immers nu nog te vroeg?" meende de gravin. „Het en gagement wordt niet pulbliek, voordat Fred zooals nu eenmaal gebruikelijk is de toestemming van rijn regimentskommaadant heeft gevraagd, en daar hij dat liever in persoon dan per brief wil doen, vérloopcn daarmede minstens nog acht dagen. V5ór dien tijd vind ik uiw komst voor de Drallors wel een ibeetje gegeneerd, en het kost zooveel geld!" „Daai* hebben .we 't! Wilt ge mij dan geheel en al tot een rekenmachine maken, Marie? Een reisje naar Berlijn zoo'n ba gatel 1" „Ja, maar Edmund, daar komt nog 'het hotel «bijl en de rijtuigen en de cadeautjes, en zooals ge zelf weet, moeten wij van 't voorjaar noodzakelijk nog al dure reparaties aan het huis laten doen." „Van 't voorjaar, van 't voorjaar! Wie weet, of we in het voorjaar nog levenWat ge doen wilt, doe dat hastiglijk, staat er in den Bijbel. Alzoo, mijn jongen wees niet boos, Marietje", wendde liij zich eens klaps met een zachte, biddende stem tot rijn vrouw, wier hand hij aan rijn lippen bracht, „wees niet boos, maar het is werke lijk in dit geval 'bepaald noodig, dat ik naar Bier lijp ga, om mensöhen en toestanden uit eigen oogen te leeren beoordeelen." Zij zuchtte en hij knikte Fred toe, met een uitdrukking in de oogen, die duidelijk zeide „We gaau toch, hoor!" En zij gingen inderdaad. Een kwartiertje voor het vertrek nam de gravin «haar zoon ter zijde en gaf hem een sommetje van hon derd mark. „Ik heb dab geld uitgezuiuigd voor de reparaties van het voorjaar," fluisterde zij hem toe, „maai* nu papa todh absoluut naar Berlijn wil, vrees ik, dat hij met hetgeen hij bij ziel» heeft, niet zal rondkomen, maar ik acht het beter, Fred, dat hij niet zoo dadelijk weet, dat er nog eön reserve-kapi taaltje is. Daarom geef ik u: dat geld mee, misschien zal 't voor de hotel-rekening vol doende zijn „Lief, goed moedertje!" zeide Fred, do oude vrouw hartelijk omhelzend. „Ik 'heb er zoo'u idee van, dat het met die voorjaars reparaties todh wel terecht komt Tien jaar jonger zag de oude graaf er uit, toen hij tegenover rijn zoon in de spoor zat ca .met zichtbaar welgevallen een „behoor lijke" sigaar opstak. „Hè, wat doet het iemand goed, als hij zoo eens uit 'liet oude nest kan vliegen!" riep hij uit. „Wil jewel gelooven Fred, dat ik, met Ihet vooruitzicht van "Berlijn, «liet gevoel 'heb van een school jongen, dio vacantie krijgt? Weet je, hoe wij 't. moeten aanleggen, Fred Jij neemt te Ber- liju. een retourtje, haalt de toestemming van uw regimentscommandant, het engagement wordt publiek gemaakt, en dan 'hebben wij nog drie volle dagen om 'bij elkander te blij ven. Hoe vind je dat plan?" „Niet. kwaad, papa! Ik zou dan met den nachttrein verder 'kunnen reizen, dan ben ik (morgenmiddag weer te Berlijn en kun nen wij te zamen naar dd familie Dra 1 lier gaan." „Zoo? Morgenmiddag eerst? Ik dacht van avond. Dat zou ook, goed beschouwd, de be leefdheid wel eenigszins meebrengen. Ik wilde dan meteen de kleine met een bouquet of iets van dien aard verwelkomen en tmij dade lijk als een welwillend' en oplettend schoon vader doen leeren kennen." „Hoe goed doet het mij. papa, u op d t oogenblik zóó te hooren spreken!' „Ja, mijn beste nongen, ik wil je wel zeg gen, dat op 'b -eerste gozicht die zaak mij minden* aanstond, maar ik heb later tot mij zelf gezegd „Alle duivels, oude kerel, sta' toch met je vooroandoelen ihet geluk van je jongen niet in den weg!" Iets verstandigs «liöb ik dan ook niet tegen uw keuze in uc brengen, Fred, want al is en blijft, die oude 'Dralier ,een -handelsman, dat is toch oök geen schande. En volgens het. portret moet de kleine er verduiveld goed uitzien neen, ik denk toch, dat wij vanavond maar samen uaar de Drallers moesten gaan, dan zou je morgen die zaak met uw regimentscomman dant kunnen afdoen." ..Goed. maar dan zal ik toch aan 't eerste Station het den commercieraad telegrafee- ren." Kort daarop hield de trein stil en Fred boog zich uit het raampje om 't portion* zijner ooupé te openen. „Daar is Bertram," riep hij, en op het zelfde oogenblik trad een jonge man, wiens slanke figuur dooi* oen jachtkl-seding eng omsloten was, op vader en zoon toe „Dag. oom, dag Fliod! Zit jelui in de tweede klasse Hei, Hallmidh, haal even mijn boeltje uit die aand-cre. coupé weg en breng het hier!" „Maar Fred en ik kunnen andere wel even de kaartjes laten inwisselen tegen die van de eerste klasse, dat is een kleine moeite' „'t Komt allemaal op hetzelfde neer, oompje Een jager in livrei had iucn xldels het be vel van graaf Bertram uitgevoerd, een ge- weerkisbje en een plaid in do coupé bezorgd ou Zichzelf in een militaire houding bij het portier opgesteld, terwijl zijn meester in steeg. „'•t Is goed', Hallmioh!" Bertram had tegenover rijn. oom plaats ge nomen. De 'blauwe oogen van het gedistin geerde, eenigsrins smalle gericht keken on verschillig* langs het perron. „Waar is Frea i' „Die bezorgt hier even eeu telegram." „Zoo! Ik karn vain de Alefelder ja<ht zeshonderd hazen en vierhonderd fazan ten 'tegen het 'maaiVe'ld «oen kolossaal resultaat! Kaading natuurlijk weer jacht- 'koning waar gaat da reis -heen, oom?" „Ik breng Fred, die een paar dagen thuis is geweest, maar Berlijn terug." De jonge man, die het telegram had af gegeven. naderde nu weder zijn coupé. „Aardig, dat wij hier elkaar zoo toevallig moesten aantreffen," meende -Bertram', maar zelfs geen lachjo verhelderde daarbij het bleeke gelaat ,met de verdrietige oogen. „Hebt ge nog lang verlof, Fred „Nog maar een paar dagen helaafi!" „Ga unet mij moe naar WeLlcampsdorf, u natuurlijk ook, oompje. Overmorgen is er bij mij jacht." „Vriendelijk dank mijn tijd is al te be perkt!" „Dat spijt me! Valt er bij Xburg veel te jagen „Niet zooveel als in ons lief Silozië en ook op verre «na niet «met. zulke resultaten." „Hoor ecn6, Fred," bracht nu de oude graaf in het midden, „we moesten, dunkt me, tegenover .Bertram 'van ons hart geen moordkuil maken Woru'l vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1