V'. 7.
Donderdag 7 Juli 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
3de Jaargang.
RSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS: I
Per 3 maanden tooï Amersfoortf L.25.
Idem franco per post- 1.75.
1 Wonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededoelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF ft Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEBTENTIÉN
Tan M regels
Elke regèl meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan voordeelig
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement!
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De nieuwe Gouverneur-Generaal van
Finland.
De nieuwe gouverneur-generaal van Fin
land, prins Obolensky, heeft van zijn© be
noeming kennis gekregen in een eigenhan-
digen brief van den Czaar, die aangeeft in
welken geest hij het bewind moet voeren.
D© ibrief is slechts onvolledig vermeld on
der de telegrammenwij nemen daarom
een uitvoeriger inhoudsopgave op. De Kei
zer drukt daarin zijne overtuiging uit, dat
het plaatselijke bestuur en de wetgeving,
waarin Finland zich sints zijne vereeniging
met Rusland verheugt, tot welzijn van Fin
land kunnen worden gehandhaafd. De ver
moording van Bobrikow is slechts de daad
van een onzinnige en van weinige gelijk ge
zinden liet Finsclie volk is bij deze roeke-
looze daad niet betrokken. Aan de zorg voor
de nauwste aansluiting van Finland aan
het rijk moet het staatsgezag zich onbuig
zaam gelegen laten zijn. Het geleidelijk be
reiken van dit doel heeft de Keizer inder
tijd aan Bobrikow in de eerste plaats tot
plicht gesteld, en van den nieuwen gouver
neur-generaal verwacht 1 ij eveneens, dat bij
de hem gegeven instruction ten ijverigste zal
nakomen. Bovenal moet hiji in het Finsche
volk de overtuiging vestigen, dat zijn 'histo
risch lot onverbrekelijk met het lot van
Rusland verbonden is en dat het verder ge
dijen van Finland onder Russischen scepter,
alsmede de toekomst van de aan Finland
verleende instellingen afhangt van het vast
inwortelen van een vreedzamen loop van za
ken in het land.
Uit dezen brief kan niet met volledige ze
kerheid worden afgeleid, hoe nu verder de
zaken in Finland zullen worden gestuurd.
Verblijdend is de verklaring, dat het Fin-
sefc© volk niet betrokken is bij den op Bo
brikow gepleegden moord. Ab de overtui
ging bestaat, dat dit de daad is van een on
zinnige en van weinige gelijkgezinden, dan
kan men het geheele volk daarvoor niet la
ten boeten. De verzekering in den aanhef,
dat het lokale bestuur en de eigen wetge
ving van Finland kunnen worden gehand
haafd, zou geruststellender klinken, wan
neer er niet op volgde, dat de nauwste aan
sluiting van Finland aan het rijk de eerste
plicht behoort te zijn van den nieuwen gou
verneur-generaal, zooals ook met Bobrikow
liet geval is geweest. De verklaring, dat de
toekomst van de aan Finland toegestane in
stellingen hiervan afhangt of de .vreedzame
loop van de zaken in het land zich vast zal
inwortelen, klinkt haast als eene bedreiging.
Alles bij elkaar beschouwd, kan men uit
dezen keizerlijken brief even goed opmaken,
dat er een iets zachter régime voor Finland
zal aanbreken, als dat met ijzeren vuist zal
worden voortgegaan in de door Bobrikow
ingeslagen richting. Hier hangt, alles af van
den persoon van den nieuwen bewindvoer
der. De Neue Freio Presse deelt over hem
het volgende mede
„Vorst Iwan Michailowibsch Obolensky
behoort tot de onmeedogendste bestuursamb
tenaren. Geboren in 1845, studeerde hij in
do Petersburgsche marineschool, om zich t?
wijden aan den dienst van de vloot. Hij dien
de geruimen tijd in de tweede vlootdivisie en
onderscheidde zich zeer in den Russisch-Turk-
schen oorlog van 1877. Hij bouwde voor oe
vesting Silistria een brug, om het Russische
belegeringsgeschut over de Donau te brengen.
Hij volbracht deze taak met groote dapper-
•Tieid, waarvoor hij de Anna-orde met het in
schrift: „Voor dapperheid" kreeg. Na het
vermoorden van Alexander II werd Obolensky
tot scheepsluitenant bevori. >rd, waarna hij
ontslag nam uit den zeedienst om het ambt
van districts-adelmaarschalk van Simbirsk op
zich te nemen. Zeven jaren bekleedde hij dit
ambt en werd in 1889 tot gou ver nemen ts-
adelmaarschalk van Simbirsk benoemd. In
deze betrekkingen oudei-scheidde Obolensky
zich door aarts-reactionaire gezindheid en door
een onverschoonend optreden. Tot kamerheer
en in 1896 tot stalmeester aan het hof van
den Czaar benoemd, werd Obolensky eenige
jaren later gouverneur van Charkow. Hier
legde Obolensky al die eigenschappen aan
den dag, die hem de reputatie deden verwer
ven van te regeeren met ijzeren vuist en den
bijnaam „Tamerlan." Bijzonder wreed ge
droeg hij zich tijdeus de onderdrukking van
de agrarische boeren-onluston in Zuid-Rus
land. Hij liet de bewoners van tal van dorpen
aan den lijve straffen door kozakken, daar
onder geheel onschuldigen, en legde de boe-
reègemeenten nog bovendien geldboeten op
van 800.000 roebels, zoodat hij de toch reeds
•verarmde boeren tot bedelaars maakte. Zijne
gewelddadigheid verwekte inzonderheid onder
de revolutionaire elementen van Rusland
groote verbittering. Een lid van de terroristi
sche partij schoot op Obolensky in het zomer-
theater Tivoli te Charkow, maar bracht' den
gouverneur slechts eene lichte verwonding
toe; de commissaris van politie Bassonow
werd zwaar gewond. Sedert dezen aanslag
werd Obolensky persona grata aan het hof
van den Czaar. Nicolaas II verleende hem
eene hooge orde, maar onthief hem van het
ambt van gouverneur, omdat de samenleving
in Charkow den omgang met hem staakte.
Daarna woonde hij een tijdlang in Peters
burg. Vorst Obolensky brengt naar Finland
het programma van de ultra-nationale Rus
sische partij, het' p.-ogramma dat de Fe'ers-
burgsclie metropoliet Antonius in zijne graf
rede op Bobrikow aanduidde als de „heilige
Russische vlag," die moedig naar Finland
moet worden gebracht."
Wanneer dat de geest is, die den nieuwen
bewindsman van Finland bezielt, d?n is het
te vreezen, dat do Finnen met dezen opvolger
van Bobrikow uit den regen in den drop ge
komen zijn.
Duitschland.
Heden morgen is de Duitsc.hen Kei
zer, aan bolord vair dc Hohe nzoller.il, die
en den kleinen kruiser Hamburg, uit Swine-
munde de reis naar de Noorweegsche kust
begonnen.
Frankrijk.
De commissie van enquête in de omkoo-
pingszaak der Kartlniizers heeft eindelijk
iemand gevonden, die den naam noemde van
den grooten onbekende, die aan de Kart-
huizers moet hebben aangeboden de erken
ning ingevolge de Vereenigingswet voor hen
to verwerven tegen betaling van twee millioen
francs. De gewezen portier van het Karthui-
zer kloostor te Fourvoirie (departement
Isère) beweert iemand to herkennen als den
man, die op een dag in Maart 1908 zich aan
het klooster heeft aangemeld om den prior
van de Karthuizers to spreken. Dat zou
niemand anders zijn dan Mascuraud, de pre
sident van het republikeïnsche comité voor
handel en nijverheid
Mascuraud zegt nooit in het departement
Isère geweest te zijn, maar zijne bloot© ver
zekering wil men niet aannemen; hij moet
zijn alibi bewijzen speciaal voor de dagen van
14, 15 en 16 Maart. Gelukt het dat niet. dan
zal hij niet kunnen ontgaan, dat de com
missie hem aanwijst als den man, die haar
genoemd is als de groote onbekende. Dat
zal voor baar het voordeel hebben, dat zij
het feit, dat zij niets ernstigs tegen de re
geering en tegen Combee Jr. heeft ontdekt,
met stilzwijgen zal kunnen voorbijgaan.
Volgens eeu nader bericht heer Mascuraud
uit zijn dakboek kunnen bewijzen, dat hii
van 1 Februari 1903 tot nu loe steeds in Pa
rijs geweest is, op twee dagen na, toen hij een
bezoek gebracht heeft aan Reims en Rijssel.
De groote onbekende is dus nog even onbe
kend al9 te voren.
De enquête-commissie heeft tot haren rap
porteur gekozen den heer Colin, een aanhan
ger van de ministerieele meerderheid. In de
Kamer werd deze benoeming dan ook met
eenige bevreemding ontvangen, omdat, zoo
als bekend is, de meerderheid der commissie
anti-ministerieel ia
De ambtenaar van bet Openbaar Minis
terie aan de Parijsche rechtbank, de heer
Paul Cottikmes, heeft naar aanleiding van
het Karthuizer-ineident zijn ontslag gevraagd
aan den minister van justitie.
Italië.
De kardinaal-vicaris Respighi heeft offi
cieel het militaire hospitaal te Rome be
zocht, waar hij door de autoriteiten ontvan
gen werd. Hiermede komt aan den dag het
streven van het Vaticaan, om met do Ifca-
liaansche overheden zoo goed mogelijk be
trekkingen te onderhouden.
Turkije.
Aan het Rumenische oorlogsschip Miroeu,
dat jaarlijks van de. Zwarte zee uit een
ocfeningstocht doet in de Middellandsche
zee, is ditmaal de vergunning om door de
zeeëngten te gaan, door den Sultan niet ver
leend. Het schijnt, dat de Sultan onder de
tegenwoordige politieke omstandigheden alles
wil vermijden, wat eenigszins aanleiding zou
bunnen geven om de Dardanellen-kwestie
ter sprake te brengen.
•Een officieole kennisgeving bericht de de
gradatie van Kemal Eddin Pacha, den zoon
van Gliazi Osman Pacha en schoonzoon van
den Sultan, die wegens overspelige handelin
gen met eene andere prinses van het keizer
lijke huis veroordeeld is. Ondanks de voet
val. waarmede zijne vroegere echtgenoot©,
prinses Naime, do voltrekking van dit onder
deel van het vonnis had trachten tte voorko
men, is de degradatie toch geschied. De cor
respondent van de Frankf. Ztg. te Konstan-
tinopel vernam van bevoegde zijde, dat de
degradatie een onvermijdelijk gevolg is van
den finnan, waarbij de echtscheiding is uit
gesproken
Sarafow vertoeft in den omtrek van Elo-
rina. Van daar tot aan Jenidsche zijn tal
rijke Bulgaarsche benden verschenen, d
reeds eenige Turksche plaatsen hebben ver
woest.
In het dorp Goemedzji bij Saloniki beeft
gisteren een gevecht plaats gehad tusschen
soldaten en oproerlingen of bandieten, die
zich in een paar huizen verschanst hadden.
Door het schieten ontploften eenige bom
men, de huizen vlogen in brand en een der
tigtal menschen kwamen om in de vlammen.
Thibet
Uit- Gyanglse wordt gemc'd, dat na af
loop van den wapenstilstand de vijandelijk
heden hervat zijn. De Engelschen beschoten
de verschansing der Tibetaneu.
De oorlog in Oost'Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berich
tear:
Tientsin, Juli. De torpedoboot „Luit©-
nant Burnkow" is Zondag, komende van
Nioetsjwang, te Port Arthur aangekomen.
Zendag avond om 9 uur beproefden vier
Japansche torpedo-booten in Port A1*^^lur
binnen te komen. Zij werden opgemerkt door
de kustbatterijen. Een werd ui den grond
geboord aan den voet van den Gouden heu
vel, een andere onderbatterij no. 22. Van do
derde werd de schoorsteen weggeschotende
vierde trok zich terug.
Zaterdag werden 50 Japansche spionnen
gevangen genomen op een niet genoemde
plaats. De treinen rijden tot op 16 mijlen
afstand van Port Arthur. Een aantal kozak
ken zijn bij het passeeren van de Langtsioe-
kloof verdronken ten gevolge vam de over
stroomingen.
Petersburg, G Juli. Het telegraaf-agent-
schap bericht uit Liaojang van 5 Juli:
Hier loopt het gerucht, dat het Wladi-
wostok-eskader heden ten noorden van Gen-
san de Japansche schepen heeft ontmoet.
Er volgde een hevig gevecht, dat voor de
Russen gunstig eindigde.
Het leger vau Okoe trekt zich terug, blijk
baar om zich bij Port Arthur te concen-
treeren. Op de stelling bij Kintsjou zijn be-
legerings-kanonnen gebracht. Uit Nagasaki
wordt het vertrek van twee divisiën naar
bet oorlogstooneel bericht. Okoe en Koeroki
zijn door strategische afleidende maatrege
len van de Russische troepen in verwarring
gebracht.
Petersburg, G Juli. Hot Telegraaf-bureau
meldt uit Liao-jang van hedenDe Japan
ners, die waren begonnen om de beide flan
ken van onze troepen heen te trekken, moes
ten dit plan opgeven, omdat Koeropatkin
door verschillende goed overdachte bewegin
gen eene voordeelige strategische en tactische
positie heeft, ingenomen, welke hem in staat
stelde de verschillende vijandelijke leger-af-
deeüngen ieder afzonderlijk langs de binnen
ste operatie-linie aan te grijpen. Om hieraan
te ontkomen, waren de Japanners genood
zaakt aan den oostelijken en den westelijken
vleugel terug te gaan.
Liaojang, 7 Juli, 1 uur voormiddags.
(Daily Telegraph). Er is een gevecht aan den
gang op 25 mijlen afstand van Liaojang.
Een aantal gewonden, tusschen muildieren
gedragen of op matrassen in karren liggende,
worden uit de bergen hier binnen gebracht.
Het gevecht, dat reeds twee dagen duurt,
schijnt. zeer hevig te zijn.
Tokio, 7 Juli. (Daily Telegraph). Generaal
Koeroki bericht het volgende over een voor
postengevecht bij Motienling: Den 4en om
vier uur 's morgens omsingelden twee com
pagnieën Russen de op twee KM. ten westen
van Motienling gestationeerde piketten. Er
volgde een verwoed gevecht met de bajonet
ten. De vijand trok, door onze hoofdposten
vervolgd, terug naar Tsjentsjiapaotse en Ta-
wan.
Ongeveer op donzelfden tijd viel de vij
and onze voorposten ten westen van Shiakao-
lin aan, maar werd teruggedreven. Wij had
den 13 doodon; 2 officieren en 36 man wer
den gewond. De vijand liet 53 doodon en
40 gewonden achter en had nog grootere ver
liezen, terwijl hij door de Japanners werd
vervolgd.
Tokio, G Juli. Maarschalk Oyaana, de
opperbevelhebber van de Japansahe troepen,
is heden naar hot leger vertrokken met de
generaals Kodama en Fukushima. Zijn tal
rijke generale staf zal zich te Shimonoeoki
inschepen.
De toestand op het Mandsjoerijgche oor
logstooneel blijft geheel onduidelijk ten ge
volge van de elkaar telkens weersprekende
berichten. Het schijnt, dat de opmarsch van
de bedde Japansche legers onder Koeroki en
Nodzoe tot staan is gekomen. Kaitsjou (Kai-
ping) bevindt zich nog in handen van de
Russenmaar de gewichtige Dalinpas, op den
weg van Sioejen naar Haitsjeng, die heette
door do Japanners weer te zijn ontruimd,
schijnt toch in liet bezat van dezen
gebleven te zijn. Misschien is het terug
gaan van de Japanneu niet gedwon
gen, maar staat het met de.strategische plan.
nen van den 'pperbevelbebber Koeroki in
'verband. Misschien zijn ook operatiën op
eenigszins groote schaal wegens den sterken
regenval onmogelijk geworden. Dit alleen is
zeker, dat do beslissende slagen, die bij her
haling wei-den aangekondigd, steeds op zich
laten wachten. „De geheele wereld was in
spanning, want men verwacht groote, beslis
sende slagen, schrijft de Vossische Ztg.
meermalen werd zelfs reeds aangekondigd,
dat die na eene worsteling van verscheidene
dagen reeds geslagen waren. Van dat alles
heeft zich niets bevestigd. Integendeel, de
Japanners trokken zich geregeld weer terug.
De wereld was teleurgesteld, en de dagblad
lezer zal zich niet kunnen onttrekken aan
een gevoel van vermoeidheid tegenover dit
zich zoo geregeld herhalende spel. Nog meei
vermoeid zal Koeropatkin zijn. Met de ge
heele verantwoordelijkheid op de schouders
wordt hij steeds in de uiterste spanning ge
houden* om dan den tegenstander weer te
zien verdwijnen zonder een resultaat ver
kregen te hebben. De tegenstander houdt
hem daarentegen vast en belet hem aan
Port Arthur hulp te brengen. Hot was bij
het laatste optreden van de Japanners dus
enkel te doen om een* demonstratie, alleen
met dit doel. Het zich steeds herhalende
spel van Koeroki kan echter op een goaden
dag verkeerd uitloopea. De Japanners kun
nen zich laten verleiden tot een ernstigen
strijd op de eene of andere plaats, en mis
schien eeno nederlaag lijden. Eveneens kan
Koeropatkin op een goeden dag het geduld
verliezen en kan hij zioh tot een offensief
handelen laten meesleepen. De strijd is wel
is waar ook dan niet zeker, vooral niet tegen
over een zoo koel berekenenden tegenstander.
Het komt er tegenwoordig dus op aan, cf
tot aam den val van Port Arthur beide par
tijen hun programma zullen uitvoeren, dan
wel of een van hen zich zal laten verleiden
tot het begaan van eene „domheid." Een
Russische opmarsch in de richting van Port
Arthur schijnt bezwaarlijk meer mogelijk,
omdat ten zuiden van Kaiping van zee uit
tot 35 werst landwaarts in een levende muur
van Japansche troepen den weg naar bet
zuiden verspert.
ROMAN
13 VAN
MORITZ VON REICHENBACH
DOOR
HERMAN LÏND.
Fred lachte, dooh hij was niet zoo luchtig
gestemd en zoo welgemoed als zijn vader
Wel had hij Wandai bijlzonder lieftallig ge
vonden, maar dat bad hem toch niet belet,
het groote contrast te zien, dat er betond
tusschen zijn vader en Wanda's ouders en
zioh daardoor pijnlijk getroffen te gevoelen
De minzame spraakzaamheid zijins vaders had
iederen wanklank voorkomen, doch dit nam
niet weg, dat Fred zich voorstelde, hoe daar
andere heeren om dio zelfde theetafel geze
ten wareu en daarbij hoorde hij in zijn ver
beelding, hoe de commercieraad een zijner
mede-officieren te kennen gaf, dat vooroor-
deelen van stand niets dan apenkooi" was,
terwijl intusschen mevrouw Draller met den
noodigen ophef verkondigde, hoe kaar doch
ter met louter gravinnen en prinsessen was
opgevoed. Fred zag het fatale lachje om hem
welbekende snorrebaarden spelen en do ge
dachten daaraan joeg hem het bloed naar
't hoofd. Doch ook slechts voor een oogen-
blik, want in 't volgend voelde hij weer de
kracht om dat alles te trotseeren.
„Ik heb het gewaagd, ik neem de gevolgen
voor mijn rekening, maar ik heb geen gestel,
dat mij die gevolgen licht laat tellen," dacht
hij terwijl hij voorstapte naast den geluk
kigen ouden heer, die nu de heele wereld in
't zonnigste licht scheen te beschouwen.
HOOFDSTUK VU.
Vader en zoon hadden afgesproken, dat de
oude heer zijin zoon van het station zou ko
men afhalen om dan gezamenlijk naar de
Drallers te gaan, anaar toen Fred uit zijn
garnizoensplaats op den bepaalden tijd was
teruggekeerd, zag hij aan het station eenige
minuten lang te vergeefs naar zijn vaider om.
„Hoe onaangenaam" mompelde hij, „juist
nu, onder zulke omstandigheden
Eindelijk bleef hij onder, een van de gas
lantaarns staan,-schreef een paar woorden als
verontschuldiging voor zijn later verschijnen,
adresseerde het briefje aan Wanda Draller,
liet het onmiddellijk door een kruier bezor
gen en begaf zich daarop regelrecht naar het
hotel, waa.r zijn vader logeerde.
De graaf, heette het daar, was reeds in
den voormiddag uitgegaan en sinds dien tijd
niet teruggekeerd.
Terwijl hij besluiteloos tegenover den cor
pulente» portier stond, die -zich geheel ter
beschikking van „mijnheer de graaf" stelde,
bemerkte geen van beiden, hoe een kleine
groom, imet een buisje vol knoopjes, al zijn
best deed om de aandacht des portiers op
zijn persoontje te doen vestigen.
Eindelijk was 't den groom t<xh gelukt
den mede gebrachte n brief aan den porti er
af te geven en nauwelijks had deze een blik
op het adres geslagen, of hij riep: ,0, dit
schrijVen is voor u, mijnheer de graaf!"
't Was een brief van Freds vadj- en deze
meldde, dat hij hem dien dag tol zijn spi^t
(denkelijk niet zou kunnen zien daar zijn
beste, arme Egdoff dien eiger middag was
overleden en hij zich verplicht achtte bij de
familie te blijven, waar zijn hulp meer dan
ergens elders vereisoht werd.
Fred wendde zich tot den kleinen groom.
„Ga mee!" luidde zijn kort bevel, waarop
hij een huurrijtuig nam en naar de Egdoffs
reed.
„Ik zal in do voorkamer wachten," zeide
hij, daar aangekomen, tot den groom, „zeg
aan mijin vader, dat ik hem oen oogenblikje
afzonderlijk moet spreken."
Na verloop van enkele minuten verscheen
de oude graaf in de voorkamer.
„Gij hier, Fred? Ik heb op mijn woord
geen tijd De arme vrouwen zijn hier totaal
het hoofd kwijt en izoo een edelman als Eg
doff komt te sterven, kan men hem toch niet
als een snijdersknecht laten begraven. Ik heb
al oen paar dozijn telegrammen verzonden
en even zooveel brieven geschreven en wie
zoU hier, als ik het niet deed, voor alles moe
ten zorgen Een zoon heeft 't is doodjam
mer de arme stumperd niet nagelaten
en Walter Egdoff, de tegenwoordige majo
raatsheer, staat het zit hem in de vrou
wen, ziet ge met de familie niet op een al
te besten voet. Men heeft hier niemand an
ders dan cmij. en de arme Egdoff en ik heb
ben samen nog bij hetzelfde regiment ge
diend!"
Heldere tranen blonken in zijn oogen.
„Wilt ge mijn ouden vriend nog even zien,
Fred vroeg hij zijn zoon, doch deze schudde
het hoofd.
„Morgen, papa, ik moet u vandaag over
mijn eigen zaken spreken, en die zijn helaas
ook niet van aangenamen aard. Verbeeld u,
mijn regimentskommandant schijnt vroeger
geschil met den commercieraad Draller ge
had te hebben en wijt het nul aan hem, dat
zijn broei indertijd zij,n goederen heeft moe-
te u verkoopen. Hij zou er «nooit toe te be
wegen zijn. zeide hij, een familie te bezoe
ken, waar een dochter van dien heer Dral
ler als vrouw des huizes hare gasten moest,
ontvangen. Welwillend en kameraadschap
pelijk maakte hij er mij indachtig op, dat
dn vrouw, die ik op het oog had, niet paste
bijj de andere dames van het regiment en
da< die wanverhouding tot een tal van on
aangenaamheden zou aanleiding géven. Goed
beschouwd, is dat allemaal onzin, want per
soonlijk kan Wanda de vergelijking met de
andere dames «best, doorstaan, maar het
neemt niet weg, dat ik voor de keuze ben
gesteld of mijn vrouw öf de kameraadschap
mijner mede-officieren te verliezen."
„Alle duivels, oude jongen, dat's een. lastig
gevalWat denkt ge te doen
,,Ik wil onder alle omstandigheden brt
eenmaal gegeven woord getrouw 1 lijven
„Zeer, zeker een von Wellsamo beeft
nog nooit zijn woord gebroken! Het blij"'',
niettemin een bedroevend iets! De kctanel
gaf toch zelf toe, niet waar, dat iren d*f.
ouden Draller niets oneerlijks kon ten lasto
leggen?"
„Ja, dat wel, maar hij voegde er toch bij,
dab de commercieraad de kunst zoo goed
verstond om iemand in al'e eer en deugd
het vele over de ooren te halen.
„Hm en «jij hebt nu eenmaal dat meisje
lief, ik kan 't mij zoo levendig voorstellen
Maar wat nu?"
„Ja, er schiet weinig anders over, papa,
dan mijn overplaatsing of mijn ontslag aan
te vragen het laatste nog liever dan het
eerste, want ik 'begrijp maar al te goed, dat
mijn regiments-commandant wel niet met
zijn opinie alleen zal staan en dat hij die
opinie, als ik zijn zoogenaamd kameraad-
sohappelijken raad in den wind durf slaan,
ook wel niet onder stoelen of banken zal
steken. Ik moet vandaag met den commer
cieraad nog een enrstig gesprek onder vier
oogen hebben."
„Ja, dan moest ik eigenlijk met u mee
gaan om de kleine zoo'n beetje bezig te hou
den en te troosten."
Hier trad de oude bediende van den over
leden graaf binnen.
„Mijnbeer, de door u bestelde menschen
staan te wachten!"
„Ja, dat is Voor de kist, de decoratie van
de zaal, de begrafenis op Sagcwitz en al
die droevige dingen meer ik kan waarlijk
niet met u meegaan, Fred, ik heb hier nog
zooveel te beredderen en te regelenAlles
komt op mij neer, die arme vrouwen den
ken aan niets en 't moet toch alles een beet
je in den stijl (zijn voor een der eerste edel
lieden uit heel Silezië."
Wordt vervolgd.