V'. 7. Donderdag 7 Juli 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. 3de Jaargang. RSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: I Per 3 maanden tooï Amersfoortf L.25. Idem franco per post- 1.75. 1 Wonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededoelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF ft Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEBTENTIÉN Tan M regels Elke regèl meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan voordeelig het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement! circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De nieuwe Gouverneur-Generaal van Finland. De nieuwe gouverneur-generaal van Fin land, prins Obolensky, heeft van zijn© be noeming kennis gekregen in een eigenhan- digen brief van den Czaar, die aangeeft in welken geest hij het bewind moet voeren. D© ibrief is slechts onvolledig vermeld on der de telegrammenwij nemen daarom een uitvoeriger inhoudsopgave op. De Kei zer drukt daarin zijne overtuiging uit, dat het plaatselijke bestuur en de wetgeving, waarin Finland zich sints zijne vereeniging met Rusland verheugt, tot welzijn van Fin land kunnen worden gehandhaafd. De ver moording van Bobrikow is slechts de daad van een onzinnige en van weinige gelijk ge zinden liet Finsclie volk is bij deze roeke- looze daad niet betrokken. Aan de zorg voor de nauwste aansluiting van Finland aan het rijk moet het staatsgezag zich onbuig zaam gelegen laten zijn. Het geleidelijk be reiken van dit doel heeft de Keizer inder tijd aan Bobrikow in de eerste plaats tot plicht gesteld, en van den nieuwen gouver neur-generaal verwacht 1 ij eveneens, dat bij de hem gegeven instruction ten ijverigste zal nakomen. Bovenal moet hiji in het Finsche volk de overtuiging vestigen, dat zijn 'histo risch lot onverbrekelijk met het lot van Rusland verbonden is en dat het verder ge dijen van Finland onder Russischen scepter, alsmede de toekomst van de aan Finland verleende instellingen afhangt van het vast inwortelen van een vreedzamen loop van za ken in het land. Uit dezen brief kan niet met volledige ze kerheid worden afgeleid, hoe nu verder de zaken in Finland zullen worden gestuurd. Verblijdend is de verklaring, dat het Fin- sefc© volk niet betrokken is bij den op Bo brikow gepleegden moord. Ab de overtui ging bestaat, dat dit de daad is van een on zinnige en van weinige gelijkgezinden, dan kan men het geheele volk daarvoor niet la ten boeten. De verzekering in den aanhef, dat het lokale bestuur en de eigen wetge ving van Finland kunnen worden gehand haafd, zou geruststellender klinken, wan neer er niet op volgde, dat de nauwste aan sluiting van Finland aan het rijk de eerste plicht behoort te zijn van den nieuwen gou verneur-generaal, zooals ook met Bobrikow liet geval is geweest. De verklaring, dat de toekomst van de aan Finland toegestane in stellingen hiervan afhangt of de .vreedzame loop van de zaken in het land zich vast zal inwortelen, klinkt haast als eene bedreiging. Alles bij elkaar beschouwd, kan men uit dezen keizerlijken brief even goed opmaken, dat er een iets zachter régime voor Finland zal aanbreken, als dat met ijzeren vuist zal worden voortgegaan in de door Bobrikow ingeslagen richting. Hier hangt, alles af van den persoon van den nieuwen bewindvoer der. De Neue Freio Presse deelt over hem het volgende mede „Vorst Iwan Michailowibsch Obolensky behoort tot de onmeedogendste bestuursamb tenaren. Geboren in 1845, studeerde hij in do Petersburgsche marineschool, om zich t? wijden aan den dienst van de vloot. Hij dien de geruimen tijd in de tweede vlootdivisie en onderscheidde zich zeer in den Russisch-Turk- schen oorlog van 1877. Hij bouwde voor oe vesting Silistria een brug, om het Russische belegeringsgeschut over de Donau te brengen. Hij volbracht deze taak met groote dapper- •Tieid, waarvoor hij de Anna-orde met het in schrift: „Voor dapperheid" kreeg. Na het vermoorden van Alexander II werd Obolensky tot scheepsluitenant bevori. >rd, waarna hij ontslag nam uit den zeedienst om het ambt van districts-adelmaarschalk van Simbirsk op zich te nemen. Zeven jaren bekleedde hij dit ambt en werd in 1889 tot gou ver nemen ts- adelmaarschalk van Simbirsk benoemd. In deze betrekkingen oudei-scheidde Obolensky zich door aarts-reactionaire gezindheid en door een onverschoonend optreden. Tot kamerheer en in 1896 tot stalmeester aan het hof van den Czaar benoemd, werd Obolensky eenige jaren later gouverneur van Charkow. Hier legde Obolensky al die eigenschappen aan den dag, die hem de reputatie deden verwer ven van te regeeren met ijzeren vuist en den bijnaam „Tamerlan." Bijzonder wreed ge droeg hij zich tijdeus de onderdrukking van de agrarische boeren-onluston in Zuid-Rus land. Hij liet de bewoners van tal van dorpen aan den lijve straffen door kozakken, daar onder geheel onschuldigen, en legde de boe- reègemeenten nog bovendien geldboeten op van 800.000 roebels, zoodat hij de toch reeds •verarmde boeren tot bedelaars maakte. Zijne gewelddadigheid verwekte inzonderheid onder de revolutionaire elementen van Rusland groote verbittering. Een lid van de terroristi sche partij schoot op Obolensky in het zomer- theater Tivoli te Charkow, maar bracht' den gouverneur slechts eene lichte verwonding toe; de commissaris van politie Bassonow werd zwaar gewond. Sedert dezen aanslag werd Obolensky persona grata aan het hof van den Czaar. Nicolaas II verleende hem eene hooge orde, maar onthief hem van het ambt van gouverneur, omdat de samenleving in Charkow den omgang met hem staakte. Daarna woonde hij een tijdlang in Peters burg. Vorst Obolensky brengt naar Finland het programma van de ultra-nationale Rus sische partij, het' p.-ogramma dat de Fe'ers- burgsclie metropoliet Antonius in zijne graf rede op Bobrikow aanduidde als de „heilige Russische vlag," die moedig naar Finland moet worden gebracht." Wanneer dat de geest is, die den nieuwen bewindsman van Finland bezielt, d?n is het te vreezen, dat do Finnen met dezen opvolger van Bobrikow uit den regen in den drop ge komen zijn. Duitschland. Heden morgen is de Duitsc.hen Kei zer, aan bolord vair dc Hohe nzoller.il, die en den kleinen kruiser Hamburg, uit Swine- munde de reis naar de Noorweegsche kust begonnen. Frankrijk. De commissie van enquête in de omkoo- pingszaak der Kartlniizers heeft eindelijk iemand gevonden, die den naam noemde van den grooten onbekende, die aan de Kart- huizers moet hebben aangeboden de erken ning ingevolge de Vereenigingswet voor hen to verwerven tegen betaling van twee millioen francs. De gewezen portier van het Karthui- zer kloostor te Fourvoirie (departement Isère) beweert iemand to herkennen als den man, die op een dag in Maart 1908 zich aan het klooster heeft aangemeld om den prior van de Karthuizers to spreken. Dat zou niemand anders zijn dan Mascuraud, de pre sident van het republikeïnsche comité voor handel en nijverheid Mascuraud zegt nooit in het departement Isère geweest te zijn, maar zijne bloot© ver zekering wil men niet aannemen; hij moet zijn alibi bewijzen speciaal voor de dagen van 14, 15 en 16 Maart. Gelukt het dat niet. dan zal hij niet kunnen ontgaan, dat de com missie hem aanwijst als den man, die haar genoemd is als de groote onbekende. Dat zal voor baar het voordeel hebben, dat zij het feit, dat zij niets ernstigs tegen de re geering en tegen Combee Jr. heeft ontdekt, met stilzwijgen zal kunnen voorbijgaan. Volgens eeu nader bericht heer Mascuraud uit zijn dakboek kunnen bewijzen, dat hii van 1 Februari 1903 tot nu loe steeds in Pa rijs geweest is, op twee dagen na, toen hij een bezoek gebracht heeft aan Reims en Rijssel. De groote onbekende is dus nog even onbe kend al9 te voren. De enquête-commissie heeft tot haren rap porteur gekozen den heer Colin, een aanhan ger van de ministerieele meerderheid. In de Kamer werd deze benoeming dan ook met eenige bevreemding ontvangen, omdat, zoo als bekend is, de meerderheid der commissie anti-ministerieel ia De ambtenaar van bet Openbaar Minis terie aan de Parijsche rechtbank, de heer Paul Cottikmes, heeft naar aanleiding van het Karthuizer-ineident zijn ontslag gevraagd aan den minister van justitie. Italië. De kardinaal-vicaris Respighi heeft offi cieel het militaire hospitaal te Rome be zocht, waar hij door de autoriteiten ontvan gen werd. Hiermede komt aan den dag het streven van het Vaticaan, om met do Ifca- liaansche overheden zoo goed mogelijk be trekkingen te onderhouden. Turkije. Aan het Rumenische oorlogsschip Miroeu, dat jaarlijks van de. Zwarte zee uit een ocfeningstocht doet in de Middellandsche zee, is ditmaal de vergunning om door de zeeëngten te gaan, door den Sultan niet ver leend. Het schijnt, dat de Sultan onder de tegenwoordige politieke omstandigheden alles wil vermijden, wat eenigszins aanleiding zou bunnen geven om de Dardanellen-kwestie ter sprake te brengen. •Een officieole kennisgeving bericht de de gradatie van Kemal Eddin Pacha, den zoon van Gliazi Osman Pacha en schoonzoon van den Sultan, die wegens overspelige handelin gen met eene andere prinses van het keizer lijke huis veroordeeld is. Ondanks de voet val. waarmede zijne vroegere echtgenoot©, prinses Naime, do voltrekking van dit onder deel van het vonnis had trachten tte voorko men, is de degradatie toch geschied. De cor respondent van de Frankf. Ztg. te Konstan- tinopel vernam van bevoegde zijde, dat de degradatie een onvermijdelijk gevolg is van den finnan, waarbij de echtscheiding is uit gesproken Sarafow vertoeft in den omtrek van Elo- rina. Van daar tot aan Jenidsche zijn tal rijke Bulgaarsche benden verschenen, d reeds eenige Turksche plaatsen hebben ver woest. In het dorp Goemedzji bij Saloniki beeft gisteren een gevecht plaats gehad tusschen soldaten en oproerlingen of bandieten, die zich in een paar huizen verschanst hadden. Door het schieten ontploften eenige bom men, de huizen vlogen in brand en een der tigtal menschen kwamen om in de vlammen. Thibet Uit- Gyanglse wordt gemc'd, dat na af loop van den wapenstilstand de vijandelijk heden hervat zijn. De Engelschen beschoten de verschansing der Tibetaneu. De oorlog in Oost'Azië. Over den oorlog zijn de volgende berich tear: Tientsin, Juli. De torpedoboot „Luit©- nant Burnkow" is Zondag, komende van Nioetsjwang, te Port Arthur aangekomen. Zendag avond om 9 uur beproefden vier Japansche torpedo-booten in Port A1*^^lur binnen te komen. Zij werden opgemerkt door de kustbatterijen. Een werd ui den grond geboord aan den voet van den Gouden heu vel, een andere onderbatterij no. 22. Van do derde werd de schoorsteen weggeschotende vierde trok zich terug. Zaterdag werden 50 Japansche spionnen gevangen genomen op een niet genoemde plaats. De treinen rijden tot op 16 mijlen afstand van Port Arthur. Een aantal kozak ken zijn bij het passeeren van de Langtsioe- kloof verdronken ten gevolge vam de over stroomingen. Petersburg, G Juli. Het telegraaf-agent- schap bericht uit Liaojang van 5 Juli: Hier loopt het gerucht, dat het Wladi- wostok-eskader heden ten noorden van Gen- san de Japansche schepen heeft ontmoet. Er volgde een hevig gevecht, dat voor de Russen gunstig eindigde. Het leger vau Okoe trekt zich terug, blijk baar om zich bij Port Arthur te concen- treeren. Op de stelling bij Kintsjou zijn be- legerings-kanonnen gebracht. Uit Nagasaki wordt het vertrek van twee divisiën naar bet oorlogstooneel bericht. Okoe en Koeroki zijn door strategische afleidende maatrege len van de Russische troepen in verwarring gebracht. Petersburg, G Juli. Hot Telegraaf-bureau meldt uit Liao-jang van hedenDe Japan ners, die waren begonnen om de beide flan ken van onze troepen heen te trekken, moes ten dit plan opgeven, omdat Koeropatkin door verschillende goed overdachte bewegin gen eene voordeelige strategische en tactische positie heeft, ingenomen, welke hem in staat stelde de verschillende vijandelijke leger-af- deeüngen ieder afzonderlijk langs de binnen ste operatie-linie aan te grijpen. Om hieraan te ontkomen, waren de Japanners genood zaakt aan den oostelijken en den westelijken vleugel terug te gaan. Liaojang, 7 Juli, 1 uur voormiddags. (Daily Telegraph). Er is een gevecht aan den gang op 25 mijlen afstand van Liaojang. Een aantal gewonden, tusschen muildieren gedragen of op matrassen in karren liggende, worden uit de bergen hier binnen gebracht. Het gevecht, dat reeds twee dagen duurt, schijnt. zeer hevig te zijn. Tokio, 7 Juli. (Daily Telegraph). Generaal Koeroki bericht het volgende over een voor postengevecht bij Motienling: Den 4en om vier uur 's morgens omsingelden twee com pagnieën Russen de op twee KM. ten westen van Motienling gestationeerde piketten. Er volgde een verwoed gevecht met de bajonet ten. De vijand trok, door onze hoofdposten vervolgd, terug naar Tsjentsjiapaotse en Ta- wan. Ongeveer op donzelfden tijd viel de vij and onze voorposten ten westen van Shiakao- lin aan, maar werd teruggedreven. Wij had den 13 doodon; 2 officieren en 36 man wer den gewond. De vijand liet 53 doodon en 40 gewonden achter en had nog grootere ver liezen, terwijl hij door de Japanners werd vervolgd. Tokio, G Juli. Maarschalk Oyaana, de opperbevelhebber van de Japansahe troepen, is heden naar hot leger vertrokken met de generaals Kodama en Fukushima. Zijn tal rijke generale staf zal zich te Shimonoeoki inschepen. De toestand op het Mandsjoerijgche oor logstooneel blijft geheel onduidelijk ten ge volge van de elkaar telkens weersprekende berichten. Het schijnt, dat de opmarsch van de bedde Japansche legers onder Koeroki en Nodzoe tot staan is gekomen. Kaitsjou (Kai- ping) bevindt zich nog in handen van de Russenmaar de gewichtige Dalinpas, op den weg van Sioejen naar Haitsjeng, die heette door do Japanners weer te zijn ontruimd, schijnt toch in liet bezat van dezen gebleven te zijn. Misschien is het terug gaan van de Japanneu niet gedwon gen, maar staat het met de.strategische plan. nen van den 'pperbevelbebber Koeroki in 'verband. Misschien zijn ook operatiën op eenigszins groote schaal wegens den sterken regenval onmogelijk geworden. Dit alleen is zeker, dat do beslissende slagen, die bij her haling wei-den aangekondigd, steeds op zich laten wachten. „De geheele wereld was in spanning, want men verwacht groote, beslis sende slagen, schrijft de Vossische Ztg. meermalen werd zelfs reeds aangekondigd, dat die na eene worsteling van verscheidene dagen reeds geslagen waren. Van dat alles heeft zich niets bevestigd. Integendeel, de Japanners trokken zich geregeld weer terug. De wereld was teleurgesteld, en de dagblad lezer zal zich niet kunnen onttrekken aan een gevoel van vermoeidheid tegenover dit zich zoo geregeld herhalende spel. Nog meei vermoeid zal Koeropatkin zijn. Met de ge heele verantwoordelijkheid op de schouders wordt hij steeds in de uiterste spanning ge houden* om dan den tegenstander weer te zien verdwijnen zonder een resultaat ver kregen te hebben. De tegenstander houdt hem daarentegen vast en belet hem aan Port Arthur hulp te brengen. Hot was bij het laatste optreden van de Japanners dus enkel te doen om een* demonstratie, alleen met dit doel. Het zich steeds herhalende spel van Koeroki kan echter op een goaden dag verkeerd uitloopea. De Japanners kun nen zich laten verleiden tot een ernstigen strijd op de eene of andere plaats, en mis schien eeno nederlaag lijden. Eveneens kan Koeropatkin op een goeden dag het geduld verliezen en kan hij zioh tot een offensief handelen laten meesleepen. De strijd is wel is waar ook dan niet zeker, vooral niet tegen over een zoo koel berekenenden tegenstander. Het komt er tegenwoordig dus op aan, cf tot aam den val van Port Arthur beide par tijen hun programma zullen uitvoeren, dan wel of een van hen zich zal laten verleiden tot het begaan van eene „domheid." Een Russische opmarsch in de richting van Port Arthur schijnt bezwaarlijk meer mogelijk, omdat ten zuiden van Kaiping van zee uit tot 35 werst landwaarts in een levende muur van Japansche troepen den weg naar bet zuiden verspert. ROMAN 13 VAN MORITZ VON REICHENBACH DOOR HERMAN LÏND. Fred lachte, dooh hij was niet zoo luchtig gestemd en zoo welgemoed als zijn vader Wel had hij Wandai bijlzonder lieftallig ge vonden, maar dat bad hem toch niet belet, het groote contrast te zien, dat er betond tusschen zijn vader en Wanda's ouders en zioh daardoor pijnlijk getroffen te gevoelen De minzame spraakzaamheid zijins vaders had iederen wanklank voorkomen, doch dit nam niet weg, dat Fred zich voorstelde, hoe daar andere heeren om dio zelfde theetafel geze ten wareu en daarbij hoorde hij in zijn ver beelding, hoe de commercieraad een zijner mede-officieren te kennen gaf, dat vooroor- deelen van stand niets dan apenkooi" was, terwijl intusschen mevrouw Draller met den noodigen ophef verkondigde, hoe kaar doch ter met louter gravinnen en prinsessen was opgevoed. Fred zag het fatale lachje om hem welbekende snorrebaarden spelen en do ge dachten daaraan joeg hem het bloed naar 't hoofd. Doch ook slechts voor een oogen- blik, want in 't volgend voelde hij weer de kracht om dat alles te trotseeren. „Ik heb het gewaagd, ik neem de gevolgen voor mijn rekening, maar ik heb geen gestel, dat mij die gevolgen licht laat tellen," dacht hij terwijl hij voorstapte naast den geluk kigen ouden heer, die nu de heele wereld in 't zonnigste licht scheen te beschouwen. HOOFDSTUK VU. Vader en zoon hadden afgesproken, dat de oude heer zijin zoon van het station zou ko men afhalen om dan gezamenlijk naar de Drallers te gaan, anaar toen Fred uit zijn garnizoensplaats op den bepaalden tijd was teruggekeerd, zag hij aan het station eenige minuten lang te vergeefs naar zijn vaider om. „Hoe onaangenaam" mompelde hij, „juist nu, onder zulke omstandigheden Eindelijk bleef hij onder, een van de gas lantaarns staan,-schreef een paar woorden als verontschuldiging voor zijn later verschijnen, adresseerde het briefje aan Wanda Draller, liet het onmiddellijk door een kruier bezor gen en begaf zich daarop regelrecht naar het hotel, waa.r zijn vader logeerde. De graaf, heette het daar, was reeds in den voormiddag uitgegaan en sinds dien tijd niet teruggekeerd. Terwijl hij besluiteloos tegenover den cor pulente» portier stond, die -zich geheel ter beschikking van „mijnheer de graaf" stelde, bemerkte geen van beiden, hoe een kleine groom, imet een buisje vol knoopjes, al zijn best deed om de aandacht des portiers op zijn persoontje te doen vestigen. Eindelijk was 't den groom t<xh gelukt den mede gebrachte n brief aan den porti er af te geven en nauwelijks had deze een blik op het adres geslagen, of hij riep: ,0, dit schrijVen is voor u, mijnheer de graaf!" 't Was een brief van Freds vadj- en deze meldde, dat hij hem dien dag tol zijn spi^t (denkelijk niet zou kunnen zien daar zijn beste, arme Egdoff dien eiger middag was overleden en hij zich verplicht achtte bij de familie te blijven, waar zijn hulp meer dan ergens elders vereisoht werd. Fred wendde zich tot den kleinen groom. „Ga mee!" luidde zijn kort bevel, waarop hij een huurrijtuig nam en naar de Egdoffs reed. „Ik zal in do voorkamer wachten," zeide hij, daar aangekomen, tot den groom, „zeg aan mijin vader, dat ik hem oen oogenblikje afzonderlijk moet spreken." Na verloop van enkele minuten verscheen de oude graaf in de voorkamer. „Gij hier, Fred? Ik heb op mijn woord geen tijd De arme vrouwen zijn hier totaal het hoofd kwijt en izoo een edelman als Eg doff komt te sterven, kan men hem toch niet als een snijdersknecht laten begraven. Ik heb al oen paar dozijn telegrammen verzonden en even zooveel brieven geschreven en wie zoU hier, als ik het niet deed, voor alles moe ten zorgen Een zoon heeft 't is doodjam mer de arme stumperd niet nagelaten en Walter Egdoff, de tegenwoordige majo raatsheer, staat het zit hem in de vrou wen, ziet ge met de familie niet op een al te besten voet. Men heeft hier niemand an ders dan cmij. en de arme Egdoff en ik heb ben samen nog bij hetzelfde regiment ge diend!" Heldere tranen blonken in zijn oogen. „Wilt ge mijn ouden vriend nog even zien, Fred vroeg hij zijn zoon, doch deze schudde het hoofd. „Morgen, papa, ik moet u vandaag over mijn eigen zaken spreken, en die zijn helaas ook niet van aangenamen aard. Verbeeld u, mijn regimentskommandant schijnt vroeger geschil met den commercieraad Draller ge had te hebben en wijt het nul aan hem, dat zijn broei indertijd zij,n goederen heeft moe- te u verkoopen. Hij zou er «nooit toe te be wegen zijn. zeide hij, een familie te bezoe ken, waar een dochter van dien heer Dral ler als vrouw des huizes hare gasten moest, ontvangen. Welwillend en kameraadschap pelijk maakte hij er mij indachtig op, dat dn vrouw, die ik op het oog had, niet paste bijj de andere dames van het regiment en da< die wanverhouding tot een tal van on aangenaamheden zou aanleiding géven. Goed beschouwd, is dat allemaal onzin, want per soonlijk kan Wanda de vergelijking met de andere dames «best, doorstaan, maar het neemt niet weg, dat ik voor de keuze ben gesteld of mijn vrouw öf de kameraadschap mijner mede-officieren te verliezen." „Alle duivels, oude jongen, dat's een. lastig gevalWat denkt ge te doen ,,Ik wil onder alle omstandigheden brt eenmaal gegeven woord getrouw 1 lijven „Zeer, zeker een von Wellsamo beeft nog nooit zijn woord gebroken! Het blij"'', niettemin een bedroevend iets! De kctanel gaf toch zelf toe, niet waar, dat iren d*f. ouden Draller niets oneerlijks kon ten lasto leggen?" „Ja, dat wel, maar hij voegde er toch bij, dab de commercieraad de kunst zoo goed verstond om iemand in al'e eer en deugd het vele over de ooren te halen. „Hm en «jij hebt nu eenmaal dat meisje lief, ik kan 't mij zoo levendig voorstellen Maar wat nu?" „Ja, er schiet weinig anders over, papa, dan mijn overplaatsing of mijn ontslag aan te vragen het laatste nog liever dan het eerste, want ik 'begrijp maar al te goed, dat mijn regiments-commandant wel niet met zijn opinie alleen zal staan en dat hij die opinie, als ik zijn zoogenaamd kameraad- sohappelijken raad in den wind durf slaan, ook wel niet onder stoelen of banken zal steken. Ik moet vandaag met den commer cieraad nog een enrstig gesprek onder vier oogen hebben." „Ja, dan moest ik eigenlijk met u mee gaan om de kleine zoo'n beetje bezig te hou den en te troosten." Hier trad de oude bediende van den over leden graaf binnen. „Mijnbeer, de door u bestelde menschen staan te wachten!" „Ja, dat is Voor de kist, de decoratie van de zaal, de begrafenis op Sagcwitz en al die droevige dingen meer ik kan waarlijk niet met u meegaan, Fred, ik heb hier nog zooveel te beredderen en te regelenAlles komt op mij neer, die arme vrouwen den ken aan niets en 't moet toch alles een beet je in den stijl (zijn voor een der eerste edel lieden uit heel Silezië." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1