ri X°. 13. 3de Jaargttng. Woensdag 13 Juli 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Pêr 8 maanden voor Amersfoort f L28. Idéfn franco per post- 1.75. Alsoïiderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advêrtentiën, mededeeKngen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF O Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Tetephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIE: Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advérteeren in dit Blad bij abonnement Béne circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt óp aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De ontbinding van de kloosterscholen in Frankrijk. De nieuwe militiewet in Frankrijk, die den tweejarigen diensttijd sanctioneert, zal vooreerst nog niet tot uitvoering kunnen ko men. De Fransche vertegenwoordiging staat aan het einde van hare zitting; over weinig© dagen wordt de gewone zitting van het jaar 1904 gesloten, en het overleg tussclien Se naat en Kamer over de verschilpunten, die nog moeten worden opgelost, zal zeker meer tijd vorderen dan nu beschikbaar is. De af doening van dit wetsontwerp zal dus tot de aanstaande najaarszitting moeten worden uitgesteld. Daarentegen is een ander gewichtig- wets ontwerp, dat tot afschaffing van het onder wijs der geestelijke orden, terstond na de aan neming door de beide takken der vertegen woordiging in werking kunnen treden. Dit wetsontwerp, dat door de Kamer bet eerst behandeld was, is door den Senaat onveran derd met 166 tegen 105 stemmen goedge keurd na het besluit van den Senaat stond er dus niets meer in den weg aan de afkon diging van deze wet, hetgeen met bekwamen spoed geschied is. ]\Jet het begin van het nieuwe schooljaar, 1 October, zal dus do nieuwe wet ten uitvoer gelegd worden. Het doel van deze wet is, zooals bekend is, eene aanvulling te leveren van de onder het vorige kabinet tot stand gekomen vereeni- gingswet. D'aardoor zijn de scholen ontbon den van alle niet erkende geestelijke orden, alsmede de niet erkende inrichtingen der erkende orden. Nxi zullen, krachtens deze wet, ook de erkende scholen van - erkende orden ontbonden worden. Daarvoor is een termijn van tien jaren ">epaaldmaar de re geering is niet gJiouden dien termijn in acht te nemen. Zij kan de'hier bedoelde scho len ook binnen aien tijd opheffen. Daar echter voor de vervanging van do ontbonden scholen geld noedig is tot oprichting van de daardoor gevorderd wordende nieuwe scho len, zal met de volledige uitvoering van de nieuwe wet wel oen goed deel van dien tijd gemoeid zijn. Want men heeft hier te doen met niet minder dan 1452 jongensscholen, die allen onder ledding staan van de Broe ders der christelijke leer, en met 2817 door nonnen bestuurde meisjesscholen, die ook omstreeks 200,000 leerlingen tellen. De regeering heeft berekend, dat tot ge- j leidelijke vervanging van deze inrichtingen van onderwijs, 351 jongens- en 479 meisjes scholen moeten worden gebouwd, terwijl 776 I jongens- en 600 meisjesscholen, die reeds be staan, moeten worden vergroot. Dit vereischt- eene uitgave voor eens van 67 millioen, te verdoelen tusschen den staat, de departe menten en de gemeenten. Voor de vervan ging van het onderwijzerspersoneel wordt ge rekend op de aanstelling van 2442 onderwij zers en 2418 onderwijzeressen, te wier be hoeve de jaarlijksclie uitgaven van de be grooting "an onderwijs met 7 millioen ver meerderd zullen moeten worden. De wet schrijft echter niet alleen de ont binding voor van de erkende ordescbolen. maar ook die van de orden zelf en bepaalt, dat hun vermogen moet worden verdeeld met inachtneming van de bïpalingen van de wet van 24 Mei 1825, volgens welke uit het ver mogen aan de leden zekere pensioenen moe ten betaald worden en de schenkingen, voor zooveel zij zijn na te gaan, aan de schenkers en humie rechtsopvolgers moeten worden teruggeven, terwijl de rest door den staat voor zijne onderwijs-doeleinden kan worden gebruikt. De orden, die buiten het onder wijs krachtens hunne statuten zich nog aan andere doeleinden wijden, behouden hun vermogen voor deze doeleinden. Van de volledige ontbinding zijn verder de orden uitgesloten, die onderwijzers voor Frausohe scholen in het buitenland en in de Fransche koloniën en protectoraten oplei den. Intusschen is het getal van hunne in richtingen en kweekelingen beperkt tot de behoeften van de scholen, die zij van onder wijzers voorzien, en er mogen geen kweeke lingen beneden de 21 jaar aangenomen wor den. Dit zijn de hoofdbepalingen van de wet, die thans is afgekondigd. De kloosterscholen zijn dus bestemd om te verdwijnen, althans in hun tegenwoordigen vorm. In een ande ren vorm zullen zij wel blijven voortbestaan. Do vrijheid is onverkort gebleven om naast de openbare scholen bijzondere scholen te stichten, waarin de onderwijzeres en onder wijzeressen, die thans het geestelijke gewaad dragen, nadat- rij vi n hunne ordegeloften zijn ontslagen, als leeken-onderwijzers en onder wijzeressen kunnen voortgaan met onderwijs geven. Zulke scholca zullen van de vroegere kloosterscholen in den vorm verschillen, mrr.r in het wezen der zaak zullen zij de zelfden gebleven zijn; er zal dezelfde geest heerschen als vroeger in de kloosterscholen. Duitschland. Het militaire orgaan, de Russky Invalid, maakt een telegram bekend, dat de Duitsohe Keizer gezonden heeft aan den commandant van het 85ste (Wiborg) infanterie-regiment, waarvan Z. M. eere-kolonel is. D Keizier wenseht liet regiment geluk met het vooruit zicht, dat het -den vijand zal tegen-oet gaan en voegt daaraan toe, dat hij er trotseh op is, dat zijn Wiborgscili regiment de eer zal hebben te vechten voor -den Gzaar, het vader land en den roem van het Russische leger hij eindigt met de woorden: „Mijne oprechte wenschen vergezellen het regiment. God zegene zijne vaandels." Dit telegram is afgezonden als antwoord op de door het regiment aan den Keizer ge zonden mededeeling, dat het op het punt staat naar het oorlogstooneel te gaan. Duit- sche bladen die met de intentiën van de bui- tenlandsche politiek der Duitsohe regeering vertrouwd zijn, verzekeren overeenstemmend, dat dit telegram geen politieke beteekenis heeft, maar dat vorm en inhoud het ken schetsen als een soldatmgroot van den chef aan zijn regiment. Er wordt aan herinnerd, dat Keizer Wilhelm aan zijn Engelsch dra gonder-regiment, toen het naar het Zuid- Af rik aansche oorlogstooneel vertrok, eene dépêche van gelijken inhoud zond. Ook wordt, wat tot dusver niet bekend was, mede gedeeld, dat hij bij gelegenheid van de voor- jaars-parade van dit jaar te Potsdam, aan den Japanschen militairen attaché „zijne bewon dering over de dapperheid van de Japansche troepen" heeft uitgedrukt-, die destijds juist de eerste proeven hadden afgelegd van dat gene, waartoe zij als soldaten in staat waren Het is wel jammer, dat de Keizer nog niet de chef geworden is van een Japansch regi ment, want Ban zou waarschijnlijk over kor ter of langer tijd de onpartijdigheid van Z. M. aan het licht komen door een telegra- fischen groet ook aan dat regiment. De Post schrijft over dit onderwerp„Men weet, dat Rusland op de Duitsohe onzijdig heid vast vertrouwen kan, en daarmede moet Rusland ook veel meer gediend zijn dan met het afleggen van deze onzijdigheid door Duitschlanddaardoor toch zou terstond een wereldoorlog ontbranden, en wel zonder dat Rusland daarvan eenig nut zou kunnen hebben, want dit land heeft immers zelf meer troepen dan het op iet oorlogstooneel kan gebruiken. Het telegram moet bovenal worden opgevat als eene persooulijke daad van den Keiz*v tegenov r net regiment, dat zijn naam draagt en strijd en gevaren tege moet gaat. Een arbitrageverdrag tusschen Duitsch land en Engeland, overeenkomende met die, welke door Engeland reeds met andere mo gendheden zijn gesloten, is gisteren te Lon den door den Duitschen gezant Metternich cn don Engelschen minister van buitenlandsche zaken lord Landsdowne onderteekend. Frankrijk. In de Kamer lieeft Et-ienne het voorstel gedaan, een Fransch-Marokkaansoh instituut te vestigen om Marokko wetenschappelijk te onderzoeken en tevens bestuurs- en consu laire ambtenaren voor Marokko op te lei den. De kosten van deze instelling zouden 75.000 francs 's jaars bedragen. De commissie uit de Kamer voor buiten landsche zaken heeft het rapport, dat zij reeds had vastgesteld, over de verdragen van Frankrijk met Engeland en met Sia-m, inge trokken, zoodat de behandeling van dezo verdragen in de vertegenwoordiging tot het najaar is uitgesteld. Minister Delcassé stemt met dit uitstel in. Men vreesde éenige opposi tie tegen de wijze, waarop de zaken in New foundland opnieuw geregeld zijn, en Delcas sé heeft aan de commissie nieuw materiaal over dit punt toegezegd. De begrootingSAommissie heeft eene confe rentie gehad met den minister van financiën Rouvier, die beslist weigerde zich tevreden te stellen met de gedeeltelijke bewilliging van de directe belastingen. De commissie veranderde -daarop bare tot dusver ingenomen houding en besloot met 10 tegen 9 stem men, terwijl vijf leden zich onthielden, de belastingen volledig toe to staan en goed te keuren, dat de behandeling van het ontwerp der inkomstenbelasting wordt verdaagd Onder deze omstandigheden zal dc sluiting der zitting waarschijnlijk gemakkelijker vol trokken worden dan zich eerst liet aanzien. De Kamer heeft- gisteren de conclusiën van het rapport der commissie van enquête over de omkoopingszaak behandeld. Zij nam met 334 tegen 154 stemmen eene door de linker zijde voorgestelde motie aan, luidende „De Kamer, overwegende dat uit de en quête blijkt, dat de eer van den minister president en van de regeering boven elke verdenking is verheven, brandmerkt de ano nieme lasteringen en de lasteraars." De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, 12 Juli, des middags. Admiraal Togo bericht, dat Maandag te middernacht torpedobooten den afsluitboom aan den in gang van de haven van Port Arthur zijn genaderd en het wachtschip, dat van het Diana-type is, met torpedo's hebben aange vallen. Wat het resultaat van den aanval is, heeft men niet gewaar kunnen worden. De Japansche torpedobooten bleven ongedeerd. Tsjifoe, 12 Juli. Er wordt bericht, dat vijf Russische kruisers en verscheidene tor pedo booten Zaterdagmorgen uit Port Ar thur zijn uitgeloopen cn de ste.lingen van den vijand aan de oostkust hebben bescho ten. Om zes uur 's avonds keerden zij onge deerd terug. Men gelooft-, dat d. schepen de vloot van Togo hebben ontmoet, hetgeen hen dwong terug te keeren. Een heden morgen hier aangekomen jonk bericht, dat twee verschrikkelijl ontplof fingen gisteren te Port Arthur zijn voorge komen. Petersburg, 12 Juli. Het Russische tele graaf-agentschap verneemt uit- Moekden on der dagteekening van heden, dat volgens berichten uit Japansche bron in den nacht van Dinsdag de Japanners de Russische stel lingen bij Port Arthur aanvielen. De Japan ners werden met aanzienlijke verliezen af geslagen. Tokio, 12 Juli (Telegraph). In zijn tele gram, betrekking hebbende op den uitval van do Russische vloot van verleden Zater dag, zegt admiraal Togo, dat de Russische kruiser No<vik invaliede gemaakt scheen te zijn. Tsjifoe, 12 Juli. (Express). De vloot van Togo is versterkt door de aankomst van ver scheidene groote schepen van Sasebo, waar zij herstellingen ondergaan hebben en nieuw opgemaakt zijn. Nioetsjwang, 11 Juli. Chineezen, die van het platteland naar hier komen, berichten, dat do Russen zich overal voor de Japan ners terug trekken, wier spoedige komst men hier verwacht. Er werden krachtige toebe reidselen gemaakt om Tasjitsjao te verdedi gen. In Nioetsjwang wordt- ondanks den toe stand een levendige handel gedreven; er lig gen vele schepen in de haven- Nioetsjwang, 11 Juli. (Daily Mail). Men bericht, dat in een gevecht bij Sanlcantai van verleden week de Japanners 800 man verloren hebben. Sanlcantai is tien mijlen ten noordwesten van Kaitsjou gelegen. Tokio, 12 Juli. (Express). De Japanners hebben eene zwaar versterkte stelling bij Shuhoko bezet- en rukken nu op naar Huitsjeug, na een hardnekkig gevecht. De verliezen zijn nog niet bekend. Tokio, 12 Juli. (Standard). Generaal Okoe bericht, dat de Russen zwaar versterkte stel lingen op de hoogten in de buurt van Tasji tsjao bezetten. De correspondent, die met het eerste Ja pansche leger in het veld is, bericht, dat de vijand blijkbaar besloten heeft zich tegen d-rn opmarsch van de Japanners aan de andere zijde van Motienling te verzetten. De strijd macht, die aan die zijde van den pas verza meld is, vermeerdert in aantal. Er worden nieuwe loopgraven gelegd langs den wig naar Liaojang. Tokio, 12 Juli. Het Takoesjanleger, dat in noordwestelijke richting oprukt van Sioejen uit in twee colonnes, heeft eene reeks kleine gevechten doorgestaan op 9 en 10 Juni. In den morgen van den 11. had het gcheele le ger den vijand verdreven van de hoogten ten westen van Sinchiaku en daarna uit een ster ke stelling te KKsiutechikon. Petersburg, 12 Juli. In een telegram uit Tasjitsjao, opgenomen in de Regeeringsbode, worden de volgende mededeelingen gedaan j over den gezondheidstoestand van het Rus sische leger. Tot 26 Juni bedroeg het aantal zieken in de hospitalenwat de officieren betreft 7.136, wat de soldaten betreft 3.934 procent van het effectief. Met inbegrip van de geëvacueerde gewonde officieren en sol daten, bedroeg het percentage respectievelijk 10.24 cn 6.51. Nadat de regentijd was be gonnen, steeg op 9 Juli het- aantal der in de hospitalen opgenomen officiereu en soldaten tot 8.384 en 4 646 procent, net aantal der aan besmettelijke ziekten lijdende officieren en soldaten steeg van 2.19 tot 8.52 procent. Daaronder leden 1.99 procent aan dysenterie. Router's bureau bericht uit Liaojang van 7 dezer: Eene Japansche afdeeling, sterk 25,000 man, is tegen Moekden opgerukt. Zij ging echter weer terug, evenals andere deelen van het leger van Koeroki, v iens kwartier zich, volgens berichten van Cliineesche ver spieders, nu op den Fensjwilingpas bevindt. Dc correspondent van de Times te Tokio bericht, dat van Japanschen kant alle be wegingen nog steeds volkomen geheim wor den gehouden, maar uit „inlichtingen die men bezit" valt op te maken, dat de rech tervleugel van Koeroki langzaam Liao-jang nadert langs den hoofdweg en de wegen uit bet Noorden, zonder dat de Russen ernstig verzet bieden. De Temps merkt over ihet verlies van Kai- ping door de Russen op, dat dit noodwendig ook dat van Nioetsjwang na zich moet slee pen. „Dat is een feit van groote politieke en strategische beteekenis. Wanneer zij te Nioetsjwang gevestigd zijn, zullen de Japan ners nog sledhts door den stroom van den Liao-iho van China gescheiden zijn. Zij zul len er beschikken over den spoorweg, die uitkomt op den rechteroever van deze ri vier en waarbij talrijke Japansche ambte naren in dienst zijnzij zullen genieten van de hulpbronnen van allerlei aard, die deze streek biedt, een der meest bevolkte van Mandsjoerije (80 bewoners per KM.2); zij zullen in de gelegenheid zijn uit Mon golië vee en paarden te betrekken. Hoewel onvolkomen, is het wegennet in het gebied van de beneden Liao-ho veel beter geschikt voor actieve operatiën dan het bergland, waar het Japansche leger tot dusver opereer de. Op dit nieuwe oorlogstooneel zich be gevende, zal het dicht in de buurt zijn van de troepen van generaal Mamen weet wat er kan voortkomen uit die buurtschap en om welke redenen niet alleen Rusland, maar de geheele wereld de uitwerking er van met ongerustheid moet volgen. Eindelijk was Nioetsjwang tot dusver het etappehoofd van een Russischen gemeen schapsdienst en van een dienst voor den aan voer van levensmiddelen over zee met be stemming naar Port Arthur; deze belang rijke bron voor de vesting zal voortaan ver stopt zijn, en ditmaal zullen de operatiën op het vasteland aangevuld hebben datgene, waarin het optreden van de Japansche vloot te kort schoot, wat de bewaking van de war teren in de golf van Liaotong betreft. Al deze redenen hadden generaal Koero- patkin bewogen tot het einde toe de bezeb ting van Kaiping te handhaven. Men ziet, dat zij van zoodanigen aard waren, dat zij een krachtig verzat op dit punt motiveerden en van genoegzaam gewicht, om zich bloot te stellen aan dezelfde gevaren, die reeds zijn ondervonden ;an de Yaloe en bij Wa- ROMAN VAX MORITZ VON REICHENBACH DOOR HERMAN LIND. Nu was de dag aangebroken, dat moeder 1 en dochter het kasteel zouden moeten vaar wel zeggen. Drie maanden waren er rc^us voorbij gegaan, sedert llertha haar vader had verloren en dagelijks wachtte zij nu op eenig levenstecken van haar vriend, den lui tenant vou Oolten. Bleek en met tranen in de oogen was zij, na het bitse antwoord, door haar aan dén huismeester gegeven, naar haar moeder toe gesneld. „Hier vandaan voor altoos hier vandaanO God, mama, dat denkbeeld kan ik niet verdragen, ik kan er mij niet aan gewennen!'' Maar toen door.die harts tochtelijke taal ook de oogen barer moeder vodhtig werden, nep zij uit„Neen, neen, ik wil u niet zien schreien, tmania. ik zal still en verstandig wezen, ge zult het- zien Kom, laten wij maar gauw naar dat andere huis wandelen, zonder dat iemand iets van ons vertrek bemerkt. En van middag we hebben toch nog 'altijd paard en rijtuig gaan wij voor een poosje naar Pont-owa, naar Magda cn Bruno. Het haastig op orde gebracht weduwen- huis was ruim genoeg, maar de vertrekken waren laag van verdieping en omdat het zoo lang ougebruikt was geweest, omdat het nu pas geschilderd was en er nieuwe krleeden waren gelegd, heersdhte overal een onaange name lucht- De meubels stonden nog niet alle op hun plaats en. voor het huis lag hooi en stroo, dat van de verhuiswagens was af gevallen 't geheeil maakte op die twee aan zoo veel weelde gewende dames een droe- vigen indruk. „Precies een dorpspastorie!" meende Her tha met een opgetrokken neusje, maar ter wijl zij die crit-iek uitsprak, troostte zij zidh ook reeds met de gedachte: „Het is maar voor korten tijd. Ben ik maar eerst ge trouwd, dan gaat mij dat alles niets meer aan en mama woont dan beurtelings bij mij en 'bij Magda!" Des namiddags op Pontowa beschouwde Hert-ha die geheele verhuispartij al iets meer van den liumoristischen kant. Tegen den avond kwamen er eenige officieren uit de nabij gelegen garnizoensplaats en Hert ha lachte en praatte weder zoo ongedwongen dat de oude gravin bijna gelukkig naar haar jongste dochter omzag, terwijl de oudste doch ter, Magda, minder tevreden het hoofd schudde. „Onze kleine tilt niet zwaar'zeide zij zacht tot haar moeder. „Somtijds kan ik het denkbeeld niet van mij afzetten, dat- alles en alles oppervlakkig bij haar is!" „Laat. haar maar begaan, Magda," ant woordde de gravin glimlachend. „Haar vroo- lijk gestel- is haar grootste geluk! Wat zou er van ons beiden worden, als zij de toe standen te ernstig opnam?" Op dit oogenblik riep Hertha tot een da me, die aan den overkant zat: „Welk soort van wild kan men hier in dezen tijd van t- jaar Schieten?" „Nu met veel anders dan korhoenders Maar hoe komt ge daar zoo op eens bij, Her tha I' „O, luitenant Hcrzberg vertelde daareven, dat graaf Bertram Wellcamp hier in de buurt gezien is en dan moet er noodzakelijk iets ie jagen zijn „Ja, Bertram Wellcamp komt binnenkort ook hier voor de korhoenderjacht." „Hoe jammer, dat juist hij het is! Ieder ander zou ik gevraagd hebben, om n\ij ecn> mee te nemen. Zulk een morgen in liet diep ste bosch moet verrukkelijk zijn'!" „Geheel tot uw dienst-, freule 1" „Ja, ik ook!" „Maar waarmee -.-©eft gf a5t Wellcamp zich uw ongenade op den hals gehaald?" „O, dat heeft hij volstrekt niet! Ik mag hem gaarne lijden maar als hij op jacht gaat, wil ik nooit van mijn leven meer met hem mee. Hij neemt de zaak zoo verbazend ernstig op. en verbeeld ut eens was het l>e- paald mijn schuld, dat hij een reebok mis te." „Dat was dan ook een zwaar vergrijp, freu le!" „Nu, ge hadt dan ook eens moeten zien met welke ernstige oogen hij mij teen aan keek Destijds wist ik nog niet, welk een ware passie iemand voor het jachtvermaak kan hebben." „Maar hoe kwam het zoo, dat u bij hem waart „O, het was natuurlijk ook in deze strook. Mijn zwager Bruno en graaf Bertram zijn immers zoo bizonder bevriend, dat wil zeg gen, mijn zwager is evenzeer gesteld op de herten van Wellcampsdorf als graaf Bert run op de reebokken en korhoenders van Pon towa." „Maar Hertha!'' vermaande Magda. „O, zonder iets af te dingen op al de vor- treffelijke eigenschappen van. uw braven Brunolachte Hertha. „Maar wanneer komt nu eigenlijk de ware jachttijd voor de hoeren 1 „Daar is Bruno zelf, die kan 't u zck--r het best zeggen!" „Och, eigenlijk interesseert net mij niet bijzonder veel. Vertel mij maar liever of ge mot- mijn Diana tevreden zijt, mijnheer Herz- berg!" „Het is een lief dier, freule," antwoor jde de luitenant, „gelijkmatig van van gang sier- 'ijk van houding en het heeft alleen beu kleine gebrek. Waarop uzelf mij, alvorens het van de hand te doen, hebt attent ge maakt." „Die goede DianaIk zou, in spijt van haar klein gebrek, het dier dolgraag terug noineu, als de omstandigheden mij nog ver gunden er een rijpaard op na te houdea Twee uur later, toen de gasten verdwenen waren, zat Hertha in de vensterbank en zag van daar op den stillen tuin tl ans zco ge heimzinnig door 't maanlicht beschenen. Ha re gedachten verwijlden bij d»>u jongen man. bij den luitenant von Geilen, die izTjiii ut laatst te Berlijn had gezien op do roaw re ceptie na liet overlijden haars vaders. „Ik heb het dadelijk gedacht, dat- liij uit wol vormelijkheid minstens drie maanden zou wachten," ï-edencerde zij bij zichzelf, „maar wordt nu toch tijd dat liij schrijft! Aan mama of aan mij? O, ik heb hem zoo vree- elijk lief!" riep zij, van do vensterbank springend, plotseling uit, en haastig en be schaamd. alsof iemand liet had gehoord spoedde zij zich voort om naar bed te gaan, HOOFDSTUK X. A~bt dagen nadat de beide dames! het kas teel van Saeewitz hadden verlaten, namen graaf Walter Egdoff ou zijn vrouw aldaar hun intrek. Hij had tot heden toe als lui tenant bij de infanterie in een klein© gar nizoensplaats gfelegen', was daar getrouwjd met de dochter van zijn regimentscomman dant en had enkele jaren achtereen zoo goed en zoo Kwaad als het gaan wilde, van zijn traktement en een kleine toelage geleefd, door de meer ge fort ui .eerde familie van Sar gewitz vrijwel geïgnoreerd. Toen was op Sa- gewitz do eenige zoon en toekomstige majo raatsheer gestorven. Men herinnerde zich don armen luitenant en vroeg hem met zijn vrouw te logeeren, maar bij die gelegenheid had men de ervaring opgedaan, dat do be1'de p; rtijen eigenlijk niet goed bij elkander pas te\ Daar het bovendien do groote vraag was, wanne?r de luitenant wel tot majoiaatsheer zou worden verheven, had niemand op Sage- witz zich verdn- veel om hem bekommerd. „O. ik sterf zeker vóór mijn man", placht de gravin te zeggen, „want de Egdoffe be reiken allen een hoogen leeftijd." „O, ik ben al. lang getrouwd, als die luite nant Walter zijn glorierijken intocht op Ss gewitz houdt!" had van haar kant llertha altijd ged&cht." Wordt veivolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1