ft". SR. Sd° «laargang. Woensdag 3 Augustus 1904. 't2 BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: 3 maanden voor Amersfoortf LSO. laeth frÜhoo per post- 1.79* Afzonderlijke nummers- 0.05. Deie Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advértentiën, mededeeïingen enz., gelieve men vóór 10 uur morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Uitdl Vu 1—5 roffels Elko regel meer Groote letters naar plaafaruimta. Yoor handel en bedrjjf bestaan voord, het herhaald adverteeren in dit Blad by aSonüei circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. tot Kennisgeving. De Burgemeester en! Wethouders van Amers foort, Gezien, art. 219 der gemeentewet, Doen. te weten, dait de Rekening van ontvang sten en uitgaven der gemeente over het jaar '1903, door hen aan den Gemeenteraad aangebo den, gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 's voormiddag» 10 tot 1 uur des namiddags, op d'e plaatselijke secretarie voor een ieder ter lezing zal liggen, <>n dat men van voorzegde Tekening afschrift kan bekomen, tegen betaling der kosten. Amersfoort, den 30. Juli 1904 Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, IB. W. Th. AANÏXBIHRG. WUTJtEBBS. Politiek Overzicbt Het Duitsch-Russisch handelsverdrag- Graaf Biilo-w, de Duitsche rijkskanselier en Pruisische minister-president, is naar Nor- derney teruggekeerd. Hij had' zij» verblijf op deze zeebadplaats, waar hij in den zomer zoo gaarne ontspanning zoekt, voor eukele dagen onderbroken, om te Berlijn het nieuwe handelsverdrag met Rusland, op den grond slag van het in December 1902 vastgestelde tarief van invoerrechten, te onderteokenen. Dit handelsverdrag is tot stand gekomen als vrucht van langdurige onderhandelingen; de laatste hand er aan is, zooals bekend is, ge legd in de persoonlijke overleggingen, die op Norderney hebben plaats gehad tussclien graaf Biilow en den voorzitter van het Rus sische minister-comité, den heer Witte. De be kenis van het door deze onderhande- lir ,w. verkregen resultaat wordt van eene me; de regeering in betrekking staande zijde alu us gelcensalietst Door het feit der onderteekening is thans vastgesteld, dat een vacuum in de handels politieke betrekkingen tussohen Duitschlaud en Rusland niet zal intreden. Het gevaar van een eventueelen tarief-oorlog tusschen de ben'-4 landen bestaat niet meer, en boven dien is daarvan eene gunstige uitwerking te verv achten op de tot dusver nog niet ten einde gebrachte onderhandelingen over een nie v handelsverdrag tuissahen het Dudtsohe rij! rn andere landen. De Êöln. Ztg. merkt hierover op: „Het kan zijn, dat de moeielijke omstan digheden, waarin Rusland door den Japan - schen oorlog is geraakt, de Russen bereid williger gemaakt hebben tot het sluiten van een verdrag, dan zij anders misschien ge weest zouden zijn. Het zou echter eene dwa ling zijn, wanneer men aannam, dat men ook onder den druk van deze uitwendige omstan digheden van Rusland alle mogelijke conoes- siën op elk gebied had kunnen krijgen. De onderhandelingen zijn zeer langdurig en zeer moeielijk geweest, en er waren bij herhaling oogenblikken, waarop het sluiten van een verdrag door het verzet van de Russische regeering tegen bepaalde Duitsche eischen in gevaar scheen te zijn gebracht. Wanneer men niettemin ten slotte liet toch eens ge worden is, dan is dit ongetwijfeld toe te sohrijken aan de omstandigheid, dat men aan beide zijden het gewicht van een han delsverdrag op langen termijn erkende en het tot stand komen van dit verdrag als juis ter beschouwde, dan het eigenzinnig blijven staan bij Ihetzij Duitsche, hetzij Russische wensclieu. Er is thans een werk ten einde ge bracht, dat gedurende vele jaren voor de ontwikkeling van onze handelsbetrekkingen met Rusland van ingrijpend gewicht zal zijn. Dit verdrag be teekent echter ook in zóó ver eene economische versterking van Duitsch- land, omdat de onderhandelingen met an dere staten door het sluiten van net Russi sche verdrag belangrijk vergemakkelijkt worden." Hoe het verdrag er nui precies uitziet en op grond van welke over en weer gedane eo.a- oessiën het tot stand gekomen is, dat weet men voor 't oogenblik nog niet-. Het geheim daarover is nog niet opgeheven en zal voor eerst ook nog wel bewaard blij.veai. De rede a daarvan verneemt men uit het antwoord, dat van regeeringsrwege gegeven is op den van agrarische zijde uitgedrukte» wensch om den rijksdag spoedig bijeen te roepen tot be krachtiging van het met Rusland gesloten handelsverdrag. Dat antwoord luidt aldus „Het behoeft eigenlijk niet gezegd te wor den, dat aan dezen wensch mot zal worden voldaan, en wel om de eenvoudige reden, dat wij nog de handelsverdragen met Oostenrijk- Hongaiije, Rumenië en Zwitserland hebben te sluiten en ons zouden ontdoen van een krachtig wapen, waneer wij vooraf aan liet licht brachten, wat er tussclhen Duitschlaud en Rusland is overeengekomen.' Frankrijk. Volgens de door het departement van bin nenlandse lie zaken opgemaakte statistiek, is het resultaat van de verkiezingen voor de algemeene raden (de Provinciale Staten in Frankrijk), dat gekozen zijn: 792 ministe- rieele republikeinen, 292 anti-ministerieele republikeinen, 163 conservatieven. Er moe ten 90 herstemmingen plaats hebben. D© ministerieele republikeinen winnen 1J3 en verliezen 40 plaatsen. Zuivere winst 63. De ministers Combes, Vallé, And ré en Mougeot zijn herkozen, minister Combes in Pons (Charente-Inférieure) met 2017 tegen 853 stemmen. De bon ,partist Paul de Cas- sagnac is in het departement. Gers geslagen. Tot dusver is in twee departementen de meerderheid van de oppositie op de aanhan gers der regeering overgegaan. Engeland. Den Heer Henniker Heaton zal morgen in het Lagerhuis de regeering vragen of, met het oog op den langen duur van den Atjeh-oorlog en op het leed, dat daardoor berokkend wordt aan de inlandsdhe bevolking in dien kleinen hoek van Sumatra, de regeering hare goede diensten bij de staten van het vaste land van Europa zal aanwenden om het daar heen te leiden, dat het geschil tusschen Ne derland en den sultan van Atjeh aan het Haagsche hof van arbitrage zal worden on derworpen. Rusland. Men verzekert uit betrouwbare bron, dat graaf Murawjew benoemd is tot minister van binnenlandsclie zaken. Turkije. De Amerikaansche gezant in Komstanti- nopel heeft in eene audiëntie bij den Sultan de vergoeding besproken, die de Unie eischt van de Porte voor schade, geleden tenge volge van het vernielen van eigendommen van Amerikaansche burgers in Armenië en andere Turksche provinciën. Dit onderhoud had zoo'n bevredigden af loop, dat het ministerie van buitenlandsche zaken te Washington het voor otnnoodig houdt, thans een eskader naar Turkije te zenden. Thioet De Britsche expeditie ouder bevel van generaal Maodonald is thans tot dicht bij Lhassa, de hoofdstad dn zetel van den Dalai Lama, genaderd. De correspondent van de Daily Mail geeft van den marsch de volgen de schildering „Sedert twee dagen marcheert de colonne langs den oever van het groote Skorpioenen- nieer, dat turkooisblauw in deu zonneschijn glinstert. De dorpen zijn verlaten, mannen en vrouwen met kuddftn en tilbare have io liet gebergte gevlucht» De vissehersbooten heeft men laten zinken of naar den anderen oever van het meer gebracht. De krijgers- benden van de Tibetanen, met inbegrip van de versterkingen uit de provincie Cham, moesten zich bij Chusbub, op 110 K.M. af stand van hier, verzamelen aan dc andere zijde vain de Chusbub, waar zich ook eene vervallen vesting verheft. Ons kamp is hier opgeslagen naast de brug, die kloek vooruit steekt, even als het- kasteel Chillon aan den oever van het meer van Genève. Het is eene schilderachtige oude vesting met vervallen, met struikgewas begroeide pleinen. De vol gende marsch zal oois naar Malung brengen aan den voet van den Chambapas, van waar uit wij den eersten blik kunnen slaan op liet dal van de Brahmaputra. De afgezanten uit Lhassa hebben den 20en Juli Nagart-se verlaten De kasteden in Ralung, Nagartse en Peden krijgen kleine bezettingen. Bij eene verkenning is gebleken, dat op 9 K M. af stand vam bier weder een muur van den over van het meer dwars over den weg der helling op gebouwd is. die echter evenals de brug hier en in Nagartee door hare verdedi gers verlaten is. De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, 2 Aug. Na twee dagen vechtens ver sloeg Koeroki gisteren de Russen in twee afzonderlijke gevechten bij Yushulikzi en bij Yanguling. Londen, 2 Aug. In het telegram van de Times uit het hoofdkwartier van Koeroki van 31 Juli wordt de uaam van de door ae Japanners genomen stad niet vermeld. Deze naam.is blijkbaar door den censor geschrapt. Tokio, 2 Aug. Een officieel telegram van generaal Koeroki meldt: „Ons leger ging 31 Juli bij het aanbreken van dein dag over tot den aanval op den vijand, die Koeshoelintsoe en Jangtsoeling bezet hield. Bedde plaatsen liggen op 25 mii- len afstand van Liaojang. De Russische troe pen te Koeshoelintsoe bestonden uit twee divisiën met artillerie. Wij slaagden er in tegen den middag van 1 Augustus den vijand uit zijne stellingen te verdrijven. „Bij Jangtsoeling waren de Russen 2£ divi sie met vier batterijen sterk. Om acht uur in den ochtend van 1 Augustus hadden wij alle hoogten bezet. Wij maakten een aantal stukken veldgeschut buit. In dit gevecht hadden wij groote moeielirfeheden te overwin nen, omdat wi steile hellingen moesten be klimmen, zonder dat wij eene behoorlijke stelling voor onze artillerie hadden. Daarbij was de warmte omstreeks 40 gr. Celsius." Londen, 2 Aug. De Japansche legatie ont ving heden liet volgende telegram .uit Tokio: Koeroki bericht, dat ons leger den 31. Juli met het aanbreken van den dag de aanvala- beweging begon tegen den vijand die Koeshoelintsoe bezette, vier mijl westelijk van Laanojen en Jangtsoeling, zes mijl wes telijk van Motienling, beide plaatsen 25 mijl van Liaojang gelegen. De vijand te Koeshoelintsoe bestond uit twee divisiën met daarbij behoorende artil lerie. De aanvalsoperatiëu werden uitgevoerd volgens de vooraf gemaakte beschikkingen. Bij zonsondergang liadden wij beide vleugels van den vijand verslagen, doch door de groote macht van den vijand en zijn sterke stellin gen was het onmogelijk hem te verdrijven. Bij het aanbreken vau den dag op 1 Augus tus hervatten wij den aanval en slaagden er in den vijand tegen den middag te verdrij ven en hem vier mijlen westwaarts te ver volgen. Hij vluchtte naar Anping. De vijand te Jangtsoeling was divisie en vier batterijen sterk. Hier slaagden de aan valsoperatiëu eveneens. Toen de zon onder ging waren 's vijands voornaamste stellingen genomen, maar ééne stelling van den vijand bood den hardnekkigsten tegenstanidl Wij bivakkeerden 's nachts in gevechtsformatie. Bij het aanbreken van den dag op 1 Augus tus hervatten wij den aanval en namen te 8 uur 's ochtends alle hoogten. De vijand viuchtte naar Tanghojen. Naar de verliezen wordt onderzoek gedaan. Wij maakten eenige stukken veldgeschut buit. De aanvalsoperatiën ondervonden het nadeel ten eerete van den onvasten bodem en ten tweede van het gebrek aan geschikte stellin gen voor de artilleriedaarbij was de hitte 100 graden Fahrenheit. Petersburg2 Aug. Een telegram van Koe- ropatkin aan den Keizer meldt Den len trok de ooster afdeeling van onze troepen, die de voorste stelling in den Jan- selinpas bezette, terug op den weg naar Li.m- diansianioe. In de richting naai' Saimatsi cn Liaojang gaven onze troepen hunne oorst s stellingen prijs en trokken zich terug na een hardnekkigen strijd, waarbij wij zware ver liezen leden. Ik hoop, dat op de hoofdstelling de troepen ook tegen een sterkeren vijand met succes gestreden hebben. Het schijnt, dat Koeroki in de laatste dagen vqor den aanval tegen de lijn S aimatsi-Liaojang alle troepen heeft bijeengetrokken, die, naar hunne opstelling bij Bensihu en Saosira te oordeelen, op den rechter-oever van de Taid- si-ho zouden worden aangewend. Denzelfden dag was er eene besluiteloos heid van den vijand op Ihet zuiderfront merk baar. Verkenningstroepen berichtten, dat drie divisiën van den vijand beproefden on zen liuker-vleugel, die bij Haifcsjeng stond, om te trekken. De ooster-afdeeling had op dezen dag geen strijd te voeren. Op de linie Sadmatsi-Liaoj ang begon de vijand, naar 't schijnt in geringe sterkte, den opmarsch tegen den recliter-vleugel van onze achterhoede. Tokio, 2 Aug. 1 •aar gemeldt wordt maak ten de Japanners zich na een driedaagsch hardnekkig gevecht meester van Shantaikow, eene belangrijke versterking van Port Arthur. Petersburg, 2 Aug. Stadhouder Alexejew is den 31en Juli naai* Charbin gereisd. Daar zou hij twee dagen blijven, om zich daarna naar Wladiwostok te begeven. De Japanners hebben twee groote eleo- trische mijnen opgevischt uit den mond van de Liao bij Nioetsjwang. Er moeten nog 16 andere dergelijke mijnen liggendaarnaar wordt eveneens gezocht. De oorrespondent van de Echo de Paris bericht uit Petersburg, dat hot gerucht be vestigd wordt, dat liet '1ste legercorps, het welk thans te Liao-jang is samengetrokken, eerstdaags met bestemming naar Wladiwo stok zal worden gezonden. Generaal Koero- patkin neemt deze voorzorg uit vrees, dat Wladiwostok mocht worden afgesneden en met het oog op den mogelij keu val van Port Arthur. Hij is van plan Wladiwostok te verdedigen, als de Japanners het te land of ter zee mochten willen aanvallen. De daar mede aanwezige divisie van generaal Liuje- witsch krijgt hierdoor eene belangrijke ver sterking. Petersburg, 2 Aug. In de van ''en rogee- ring afkomstige mededeeling over de Ma- lacca-zaak wordt verder gezegd, dat de ter mijn voor don aan de kruisers Petersburg en Smolensk verstrekten bijzonderen last krachten i welken zij ook de Malacca aan hielden, rétïs verstreken is. Petersburg, 2 Aug. Een telegram van ad miraal Skrydlow aan den Czaar houdt het volgende inDe door mij met een kruiseis- eskader, bestaande uit de Rossija, Gromaboi en Rjurik, naai* de Oostkust van Japan ge zonden vïce-admiraal meldt hei volgende Het eskader nam bij het verlaten van Sangerstraat, den 20en Juli in den Oceaan een kleine Japansche stoomboot, de Okasi- mamaroe. Nadat de bemanning het schip verlaten had, werd het in den grond ge boord. De bemanning ging in booten naar de kust. Te gel ijker tijd werd het Engelsohe stoomschip Kamara aangehouden, en de ka pitein aau een verhoor onderworpen. Dit schip had kolen in voer Mozeran. Ofschoon er reden was om aan te nemen dat de Kama ra oorlogszon tra bande vervoerde, voelden wij ons bij gebreke van directe aanwijzingen ge noopt haar vrij te laten. Spoediig daarop nam het eskader de Jar panache kuststoomboot Kiodoemoe-maroe met vijftig passagiers aan boord, grootendeels vrouwen. Deze omstandigheid was voor ons een redeiï het schip vrij te laten. Op de verdere reis naar het Zuiden ont moetten wij achtereenvolgens twee Japau- schen jonken, beide met visch en zont ge laden Wij lieten de jonken zinken, nadat de bemanning was opgenomen. Den 22en Juli werd op een afstand van 100 mijlen van Yokohama de Duitsche stoomboot Arabia aangehouden, die een be langrijke hoeveelheid oorlogscontrabande vervoerde, bestaande uit spoorwegmatenieel en meel, bestemd voor Japansche havens. De Arabia werd naar Wladiwostok gezonden. In den morgen van den 23en ontmoette het eskader een groote stoomboot, die eerst na het vierde op haar geloste schot stopte. Uit het onderzoek bleek, dat het was de Engelsche koopvaarder Knight Ooman an der, op weg van New-York via Europa naar Yokohama en Kobe. Uit de onvolledige scheepspapieren en de verklaringen van den kapitein bleek dat de atoomboot spoorweg- materieel bracht naar Japan; dit maakte het grootste deel van de lading uit. Daar het ons duidelijk was, dat de Knigbt- Coinmander contrabande aanvoerde voor eene oorlogvoerende mogendheid, werd het tot wet tigen prijs verklaard. ROMAN 34 VAN MORITZ VON REICHENBACH DOOR HERMAN LIND. „Hoe is 't, Fred," riep de oude Trent.au, „was mijn Tempelbouw u niet solide ge noeg?" „Tempelen •never mind!" antwoordde, ins plaats van Frod, de luitenant, die hem het stormwhistje had voorgeslagen, „maar het whistspel is de bloem van alle solidi teit!'" „Beker, zéker," lachte Trentau, „komt bij jelui onmiddellijk achter paarden-stelenNn kindertjes, gaat mijnentwegé uw' gang, mijn zegen hebt jelui op den koop toe." „Het- is mij zeer onaangenaam, zooveel ge wonnen te hebben,' zeido Fred een uurtje later tot. zijn neef Bertram, „ik weet niet eens, of die luitenant Herzberg wel in zulk een goeden doen is, dat hij zooveel geld maar loswog verspelen kan." „Denkelijk zal hij er zijn ouden heer over moeten aanspreken, maar zijn hals zal 't hem wel niet kosten „Ik vind het onaangenaam, ziet ge, maar ik kan hem toch niet gaan beleedigen door te zeggen, dat ik hem de schuld kwijt scheld." „Bied hem revanche aan, dat is 't een voudigste „O, dat doe ik zeker, maar van avond wil ik niet meer spelen." „Op een anderen keer dan!" „Goed beschouwd, is iemand zijn geld af winnen al even onaangenaam als zelf geld te verliezen en over het algemeen houd ik dan ook niet van spelen-. Maar die Herzberg is eigenlijk een dobbelaar in zij» hart.'' „Ik zou wel eens iemand' willen zien, die zich bij zoo n zoogenaamd „fijntje" niet lang zamerhand opwindt, en als je eenmaal m het schuitje bent, doe je mee!" "HOOFDSTUK XXIII. Fred en Wanda stonden bij de paarden- stoeterij, toen de hoofdopziener van Kronau daar juist langs reed. „Wel, Trautmann, wat zie jiji er knorrig uit vandaag!" riep Fred hem toe. „Hapert er iete?" „O, mijnheer, het is een getob met. dat werkvolk, zeido de opziener, terwijl hij! zijn paard inhield. „Nu beweren ze weer bij kris en bij kras, dat die nieuwe hooikeerders heelemaal met. deugen eni in plaats van gau wer vooruit te komen, vordert het werk géén steek!" „En ligt. dat aan do werklui of aan dc nieuwe machines?" „Aan 't volk. mijnheer! De oude Vogt is weer aan 't stoken geweest die is altijd tegen het nieuwe!" „Nu, ik kom zelf eens kijken, Trautmann! Wees zoo goed- en zeg, als ge langs de remise rijdt, dat zc den break inspannen. Heb je pleizier om mee te rijden, Wanda? Het wei land ligt. aan gene zijde van het bosch't is een heel mooie weg." Eten half uiurTater waren zij met den breuk op de bestemde plaats. Fred liep het land op, naar de nieuwe machines, sprak met het werkvolk en weldra zat hij zelf op een der hooikeerders en liet de harken werken. Mooi ging het niet, maar het ging toch en de ar beiders, die er om heen stonden, schenen eensklaps belang in de zaak te gaan stel len. Wanda had aan den boschrand op een ge velden boom, die daar lag, plaats genomen. Zijl zag, 'boven al de anderen uitstekend, de slanke gestalte van haar man, die, alles rege lend en'zijn bevelen gevend, midden tusschen het werkvolk in stond; den jgeur van het hooi en. de frischhheid van het bosch vond zij verrukkelijk, met- lange ademhalingen snoof zij de versterkende woudlucht in, en zij zat daar met een gevoel van tevredenheid en gelujk, zooals zij dat in langen tijd niet had gesmaakt. Zij wist niethoe lang zij daar gezeten had en beurtelings geluisterd naar Fred's stem en naar het gonzen der vliegen en 'tiojpn om haar heen, doch eensklaps be merkte zij verschriktdat zij vandaag nog een diner moest gaan 'bijlwonen, overviel'haar als iets zeer onaangenaams. Daar kwamen Fred en de opzichter over het weal audi naar haar toe. „Nu zal 't verder wel goed gaan," zeide Fred, zich met. zijn zakdoek het zweet, van 't voorhoofd wisachend, „en kunt gij ten min ste nog een, kal men achtermiddag hebben Trautmann I" „Ja, mijnheer heeft ook een slag om met hét volk om te gaan waaraan menig onzer ik zelf niet uitgezonderd, nog een lesje zou kunnen, nemen. Maar -de waarheid moet gehuldigd worden als de „heer" met de menschen spreekt maakt dat ook een heel anderen iudruk dan wanneer een opzichter het doet." Fred lachte vergenoegd en 'knikte Wanda toe. „Niet al te erg verveeld?" vroeg hij. „O heen, het 'Was hier zoo heerlijk en ik vond het ook zoo prettig om naar u te zien. Ik wou maar dat we vandaag niet naar Sage- witz moesten." „Ja. dat is nu niet meer te veranderen cn voor jou izal 't hoog tijd worden, wat toilet te maken. Bonjour, Trautmann, 't zal nu wel marcheeren, denk ik." Toen ze weder in het. rijtuig zaten, reide Wanda: „Eigenlijk is het toch jammer, dat we zoo weinig tijd voor ons zelf hebben, Fred, en ook voor het. volk. Je kunt niet gelooven, hoe aardig het was, je daar zoo met die men schen te zien werken!" Hij lachte. ..Ja, kinÖ, in. geval van nood moet me» zoowat van alles kennen, een hek senwerk was 't nu juist ook niet-! Maar waar toe houd ik er een hoofdopzichter op na, die een Inkomen geniet, dat meinige kleine pach ter hem zou kunnen .benijden? Toch niet, om het (Wierk'zelf te doen niet waar?" „Maar als je nu toch eens pleizier hadt in dat. werk, Fred?" „Ten eerste kan ik nog niet zeggen, of dat op den duur wel liet geval zou zijn, en in de tweede plaats weet ik, dat men op 't oogen blik heel iets anders van mij verwacht en verlSöïgt." „Maar wie heeft iets van u te verlangen?" „Wie? Dat's nog al duidelijkDe maat schappij, mijn standgenooten, de wereld, waartoe wij befiooren en waarmee wij te le ven hebben. Wie voor zijn levensonderhoud lieeft te zorgen, vervult zijn eersten plicht, als hij werkt. Wie meer bezit dan hij noodi^ heeft, van hem verlangt de maatschappij r- berispelijke handschoenen, maar geen ver eelte vingers." Hoe vreemd was dat, Wanda had t» sschju Frod en zijn vader nooit eenige ge1 ijk-«nis bespeurd en op dit oogenblik. vond zij, dat hij sprekend op den ouden graaf geleek. Zij zweeg. De wereld, waarmede wij te leven heb ben en waartoe wij behooren ja, wat verlangde dan die wereld van, hen.? Zij dacht nan Hertha's woorden „In gezelschap vo - langt men comediespel." Haar hart verz?ttc zich daartegen. Zij zocht naar e®n ander woord: „Eensklaps vroeg zij. „Geloof jv niet, Fred, dat. de eerste vereischte bij d< zoogenaamden goeden toon zelfbeheerschiuc is?" Hij lachte. ..Hoe kom je daar zoo op, kind? Vereelte vingers zijn geen charme van me, en ik liohoef me volstrekt niet te behcerschen, om te zorgen, dat ik ze niet krijg." Zij schudde het hoofd en zweeg. Fred, die juist ontdekt had. dafc het van-de-haudsche paard niet regelmatig liep en daaromtrent den koetsier zijn opmerkingen maakte, had in t volgend oogenblik Wanda's vraag ver geten, maar Wanda dacht daar, toon zij voor haar toiletspiegel zat, nog over na. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1