ft". SR.
Sd° «laargang.
Woensdag 3 Augustus 1904.
't2
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
3 maanden voor Amersfoortf LSO.
laeth frÜhoo per post- 1.79*
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deie Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advértentiën, mededeeïingen enz., gelieve men vóór 10 uur
morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Uitdl
Vu 1—5 roffels
Elko regel meer
Groote letters naar plaafaruimta.
Yoor handel en bedrjjf bestaan voord,
het herhaald adverteeren in dit Blad by aSonüei
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
tot
Kennisgeving.
De Burgemeester en! Wethouders van Amers
foort,
Gezien, art. 219 der gemeentewet,
Doen. te weten, dait de Rekening van ontvang
sten en uitgaven der gemeente over het jaar
'1903, door hen aan den Gemeenteraad aangebo
den, gedurende veertien dagen, te rekenen van
heden, alle werkdagen van 's voormiddag» 10
tot 1 uur des namiddags, op d'e plaatselijke
secretarie voor een ieder ter lezing zal liggen,
<>n dat men van voorzegde Tekening afschrift kan
bekomen, tegen betaling der kosten.
Amersfoort, den 30. Juli 1904
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
IB. W. Th. AANÏXBIHRG. WUTJtEBBS.
Politiek Overzicbt
Het Duitsch-Russisch handelsverdrag-
Graaf Biilo-w, de Duitsche rijkskanselier en
Pruisische minister-president, is naar Nor-
derney teruggekeerd. Hij had' zij» verblijf
op deze zeebadplaats, waar hij in den zomer
zoo gaarne ontspanning zoekt, voor eukele
dagen onderbroken, om te Berlijn het nieuwe
handelsverdrag met Rusland, op den grond
slag van het in December 1902 vastgestelde
tarief van invoerrechten, te onderteokenen.
Dit handelsverdrag is tot stand gekomen als
vrucht van langdurige onderhandelingen; de
laatste hand er aan is, zooals bekend is, ge
legd in de persoonlijke overleggingen, die
op Norderney hebben plaats gehad tussclien
graaf Biilow en den voorzitter van het Rus
sische minister-comité, den heer Witte. De
be kenis van het door deze onderhande-
lir ,w. verkregen resultaat wordt van eene
me; de regeering in betrekking staande zijde
alu us gelcensalietst
Door het feit der onderteekening is thans
vastgesteld, dat een vacuum in de handels
politieke betrekkingen tussohen Duitschlaud
en Rusland niet zal intreden. Het gevaar van
een eventueelen tarief-oorlog tusschen de
ben'-4 landen bestaat niet meer, en boven
dien is daarvan eene gunstige uitwerking te
verv achten op de tot dusver nog niet ten
einde gebrachte onderhandelingen over een
nie v handelsverdrag tuissahen het Dudtsohe
rij! rn andere landen. De Êöln. Ztg. merkt
hierover op:
„Het kan zijn, dat de moeielijke omstan
digheden, waarin Rusland door den Japan -
schen oorlog is geraakt, de Russen bereid
williger gemaakt hebben tot het sluiten van
een verdrag, dan zij anders misschien ge
weest zouden zijn. Het zou echter eene dwa
ling zijn, wanneer men aannam, dat men ook
onder den druk van deze uitwendige omstan
digheden van Rusland alle mogelijke conoes-
siën op elk gebied had kunnen krijgen. De
onderhandelingen zijn zeer langdurig en zeer
moeielijk geweest, en er waren bij herhaling
oogenblikken, waarop het sluiten van een
verdrag door het verzet van de Russische
regeering tegen bepaalde Duitsche eischen in
gevaar scheen te zijn gebracht. Wanneer
men niettemin ten slotte liet toch eens ge
worden is, dan is dit ongetwijfeld toe te
sohrijken aan de omstandigheid, dat men
aan beide zijden het gewicht van een han
delsverdrag op langen termijn erkende en
het tot stand komen van dit verdrag als juis
ter beschouwde, dan het eigenzinnig blijven
staan bij Ihetzij Duitsche, hetzij Russische
wensclieu. Er is thans een werk ten einde ge
bracht, dat gedurende vele jaren voor de
ontwikkeling van onze handelsbetrekkingen
met Rusland van ingrijpend gewicht zal zijn.
Dit verdrag be teekent echter ook in zóó ver
eene economische versterking van Duitsch-
land, omdat de onderhandelingen met an
dere staten door het sluiten van net Russi
sche verdrag belangrijk vergemakkelijkt
worden."
Hoe het verdrag er nui precies uitziet en
op grond van welke over en weer gedane eo.a-
oessiën het tot stand gekomen is, dat weet
men voor 't oogenblik nog niet-. Het geheim
daarover is nog niet opgeheven en zal voor
eerst ook nog wel bewaard blij.veai. De rede a
daarvan verneemt men uit het antwoord,
dat van regeeringsrwege gegeven is op den
van agrarische zijde uitgedrukte» wensch om
den rijksdag spoedig bijeen te roepen tot be
krachtiging van het met Rusland gesloten
handelsverdrag. Dat antwoord luidt aldus
„Het behoeft eigenlijk niet gezegd te wor
den, dat aan dezen wensch mot zal worden
voldaan, en wel om de eenvoudige reden, dat
wij nog de handelsverdragen met Oostenrijk-
Hongaiije, Rumenië en Zwitserland hebben
te sluiten en ons zouden ontdoen van een
krachtig wapen, waneer wij vooraf aan liet
licht brachten, wat er tussclhen Duitschlaud
en Rusland is overeengekomen.'
Frankrijk.
Volgens de door het departement van bin
nenlandse lie zaken opgemaakte statistiek, is
het resultaat van de verkiezingen voor de
algemeene raden (de Provinciale Staten in
Frankrijk), dat gekozen zijn: 792 ministe-
rieele republikeinen, 292 anti-ministerieele
republikeinen, 163 conservatieven. Er moe
ten 90 herstemmingen plaats hebben.
D© ministerieele republikeinen winnen 1J3
en verliezen 40 plaatsen. Zuivere winst 63.
De ministers Combes, Vallé, And ré en
Mougeot zijn herkozen, minister Combes in
Pons (Charente-Inférieure) met 2017 tegen
853 stemmen. De bon ,partist Paul de Cas-
sagnac is in het departement. Gers geslagen.
Tot dusver is in twee departementen de
meerderheid van de oppositie op de aanhan
gers der regeering overgegaan.
Engeland.
Den Heer Henniker Heaton zal morgen in
het Lagerhuis de regeering vragen of, met het
oog op den langen duur van den Atjeh-oorlog
en op het leed, dat daardoor berokkend
wordt aan de inlandsdhe bevolking in dien
kleinen hoek van Sumatra, de regeering hare
goede diensten bij de staten van het vaste
land van Europa zal aanwenden om het daar
heen te leiden, dat het geschil tusschen Ne
derland en den sultan van Atjeh aan het
Haagsche hof van arbitrage zal worden on
derworpen.
Rusland.
Men verzekert uit betrouwbare bron, dat
graaf Murawjew benoemd is tot minister van
binnenlandsclie zaken.
Turkije.
De Amerikaansche gezant in Komstanti-
nopel heeft in eene audiëntie bij den Sultan
de vergoeding besproken, die de Unie eischt
van de Porte voor schade, geleden tenge
volge van het vernielen van eigendommen
van Amerikaansche burgers in Armenië en
andere Turksche provinciën.
Dit onderhoud had zoo'n bevredigden af
loop, dat het ministerie van buitenlandsche
zaken te Washington het voor otnnoodig
houdt, thans een eskader naar Turkije te
zenden.
Thioet
De Britsche expeditie ouder bevel van
generaal Maodonald is thans tot dicht bij
Lhassa, de hoofdstad dn zetel van den Dalai
Lama, genaderd. De correspondent van de
Daily Mail geeft van den marsch de volgen
de schildering
„Sedert twee dagen marcheert de colonne
langs den oever van het groote Skorpioenen-
nieer, dat turkooisblauw in deu zonneschijn
glinstert. De dorpen zijn verlaten, mannen
en vrouwen met kuddftn en tilbare have io
liet gebergte gevlucht» De vissehersbooten
heeft men laten zinken of naar den anderen
oever van het meer gebracht. De krijgers-
benden van de Tibetanen, met inbegrip van
de versterkingen uit de provincie Cham,
moesten zich bij Chusbub, op 110 K.M. af
stand van hier, verzamelen aan dc andere
zijde vain de Chusbub, waar zich ook eene
vervallen vesting verheft. Ons kamp is hier
opgeslagen naast de brug, die kloek vooruit
steekt, even als het- kasteel Chillon aan den
oever van het meer van Genève. Het is eene
schilderachtige oude vesting met vervallen,
met struikgewas begroeide pleinen. De vol
gende marsch zal oois naar Malung brengen
aan den voet van den Chambapas, van waar
uit wij den eersten blik kunnen slaan op
liet dal van de Brahmaputra. De afgezanten
uit Lhassa hebben den 20en Juli Nagart-se
verlaten De kasteden in Ralung, Nagartse
en Peden krijgen kleine bezettingen. Bij eene
verkenning is gebleken, dat op 9 K M. af
stand vam bier weder een muur van den
over van het meer dwars over den weg der
helling op gebouwd is. die echter evenals de
brug hier en in Nagartee door hare verdedi
gers verlaten is.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, 2 Aug. Na twee dagen vechtens ver
sloeg Koeroki gisteren de Russen in twee
afzonderlijke gevechten bij Yushulikzi en
bij Yanguling.
Londen, 2 Aug. In het telegram van de
Times uit het hoofdkwartier van Koeroki
van 31 Juli wordt de uaam van de door ae
Japanners genomen stad niet vermeld. Deze
naam.is blijkbaar door den censor geschrapt.
Tokio, 2 Aug. Een officieel telegram van
generaal Koeroki meldt:
„Ons leger ging 31 Juli bij het aanbreken
van dein dag over tot den aanval op den
vijand, die Koeshoelintsoe en Jangtsoeling
bezet hield. Bedde plaatsen liggen op 25 mii-
len afstand van Liaojang. De Russische troe
pen te Koeshoelintsoe bestonden uit twee
divisiën met artillerie. Wij slaagden er in
tegen den middag van 1 Augustus den vijand
uit zijne stellingen te verdrijven.
„Bij Jangtsoeling waren de Russen 2£ divi
sie met vier batterijen sterk. Om acht uur
in den ochtend van 1 Augustus hadden wij
alle hoogten bezet. Wij maakten een aantal
stukken veldgeschut buit. In dit gevecht
hadden wij groote moeielirfeheden te overwin
nen, omdat wi steile hellingen moesten be
klimmen, zonder dat wij eene behoorlijke
stelling voor onze artillerie hadden. Daarbij
was de warmte omstreeks 40 gr. Celsius."
Londen, 2 Aug. De Japansche legatie ont
ving heden liet volgende telegram .uit Tokio:
Koeroki bericht, dat ons leger den 31. Juli
met het aanbreken van den dag de aanvala-
beweging begon tegen den vijand die
Koeshoelintsoe bezette, vier mijl westelijk
van Laanojen en Jangtsoeling, zes mijl wes
telijk van Motienling, beide plaatsen 25 mijl
van Liaojang gelegen.
De vijand te Koeshoelintsoe bestond uit
twee divisiën met daarbij behoorende artil
lerie. De aanvalsoperatiëu werden uitgevoerd
volgens de vooraf gemaakte beschikkingen.
Bij zonsondergang liadden wij beide vleugels
van den vijand verslagen, doch door de groote
macht van den vijand en zijn sterke stellin
gen was het onmogelijk hem te verdrijven.
Bij het aanbreken vau den dag op 1 Augus
tus hervatten wij den aanval en slaagden er
in den vijand tegen den middag te verdrij
ven en hem vier mijlen westwaarts te ver
volgen. Hij vluchtte naar Anping.
De vijand te Jangtsoeling was divisie
en vier batterijen sterk. Hier slaagden de aan
valsoperatiëu eveneens. Toen de zon onder
ging waren 's vijands voornaamste stellingen
genomen, maar ééne stelling van den vijand
bood den hardnekkigsten tegenstanidl Wij
bivakkeerden 's nachts in gevechtsformatie.
Bij het aanbreken van den dag op 1 Augus
tus hervatten wij den aanval en namen te
8 uur 's ochtends alle hoogten. De vijand
viuchtte naar Tanghojen.
Naar de verliezen wordt onderzoek gedaan.
Wij maakten eenige stukken veldgeschut buit.
De aanvalsoperatiën ondervonden het nadeel
ten eerete van den onvasten bodem en ten
tweede van het gebrek aan geschikte stellin
gen voor de artilleriedaarbij was de hitte
100 graden Fahrenheit.
Petersburg2 Aug. Een telegram van Koe-
ropatkin aan den Keizer meldt
Den len trok de ooster afdeeling van onze
troepen, die de voorste stelling in den Jan-
selinpas bezette, terug op den weg naar Li.m-
diansianioe. In de richting naai' Saimatsi cn
Liaojang gaven onze troepen hunne oorst s
stellingen prijs en trokken zich terug na een
hardnekkigen strijd, waarbij wij zware ver
liezen leden. Ik hoop, dat op de hoofdstelling
de troepen ook tegen een sterkeren vijand
met succes gestreden hebben. Het schijnt,
dat Koeroki in de laatste dagen vqor den
aanval tegen de lijn S aimatsi-Liaojang alle
troepen heeft bijeengetrokken, die, naar
hunne opstelling bij Bensihu en Saosira te
oordeelen, op den rechter-oever van de Taid-
si-ho zouden worden aangewend.
Denzelfden dag was er eene besluiteloos
heid van den vijand op Ihet zuiderfront merk
baar. Verkenningstroepen berichtten, dat
drie divisiën van den vijand beproefden on
zen liuker-vleugel, die bij Haifcsjeng stond,
om te trekken.
De ooster-afdeeling had op dezen dag geen
strijd te voeren.
Op de linie Sadmatsi-Liaoj ang begon de
vijand, naar 't schijnt in geringe sterkte, den
opmarsch tegen den recliter-vleugel van onze
achterhoede.
Tokio, 2 Aug. 1 •aar gemeldt wordt maak
ten de Japanners zich na een driedaagsch
hardnekkig gevecht meester van Shantaikow,
eene belangrijke versterking van Port Arthur.
Petersburg, 2 Aug. Stadhouder Alexejew
is den 31en Juli naai* Charbin gereisd. Daar
zou hij twee dagen blijven, om zich daarna
naar Wladiwostok te begeven.
De Japanners hebben twee groote eleo-
trische mijnen opgevischt uit den mond van
de Liao bij Nioetsjwang. Er moeten nog 16
andere dergelijke mijnen liggendaarnaar
wordt eveneens gezocht.
De oorrespondent van de Echo de Paris
bericht uit Petersburg, dat hot gerucht be
vestigd wordt, dat liet '1ste legercorps, het
welk thans te Liao-jang is samengetrokken,
eerstdaags met bestemming naar Wladiwo
stok zal worden gezonden. Generaal Koero-
patkin neemt deze voorzorg uit vrees, dat
Wladiwostok mocht worden afgesneden en
met het oog op den mogelij keu val van
Port Arthur. Hij is van plan Wladiwostok
te verdedigen, als de Japanners het te land
of ter zee mochten willen aanvallen. De daar
mede aanwezige divisie van generaal Liuje-
witsch krijgt hierdoor eene belangrijke ver
sterking.
Petersburg, 2 Aug. In de van ''en rogee-
ring afkomstige mededeeling over de Ma-
lacca-zaak wordt verder gezegd, dat de ter
mijn voor don aan de kruisers Petersburg
en Smolensk verstrekten bijzonderen last
krachten i welken zij ook de Malacca aan
hielden, rétïs verstreken is.
Petersburg, 2 Aug. Een telegram van ad
miraal Skrydlow aan den Czaar houdt het
volgende inDe door mij met een kruiseis-
eskader, bestaande uit de Rossija, Gromaboi
en Rjurik, naai* de Oostkust van Japan ge
zonden vïce-admiraal meldt hei volgende
Het eskader nam bij het verlaten van
Sangerstraat, den 20en Juli in den Oceaan
een kleine Japansche stoomboot, de Okasi-
mamaroe. Nadat de bemanning het schip
verlaten had, werd het in den grond ge
boord. De bemanning ging in booten naar
de kust.
Te gel ijker tijd werd het Engelsohe
stoomschip Kamara aangehouden, en de ka
pitein aau een verhoor onderworpen. Dit
schip had kolen in voer Mozeran. Ofschoon
er reden was om aan te nemen dat de Kama
ra oorlogszon tra bande vervoerde, voelden wij
ons bij gebreke van directe aanwijzingen ge
noopt haar vrij te laten.
Spoediig daarop nam het eskader de Jar
panache kuststoomboot Kiodoemoe-maroe
met vijftig passagiers aan boord, grootendeels
vrouwen. Deze omstandigheid was voor ons
een redeiï het schip vrij te laten.
Op de verdere reis naar het Zuiden ont
moetten wij achtereenvolgens twee Japau-
schen jonken, beide met visch en zont ge
laden Wij lieten de jonken zinken, nadat
de bemanning was opgenomen.
Den 22en Juli werd op een afstand van
100 mijlen van Yokohama de Duitsche
stoomboot Arabia aangehouden, die een be
langrijke hoeveelheid oorlogscontrabande
vervoerde, bestaande uit spoorwegmatenieel
en meel, bestemd voor Japansche havens. De
Arabia werd naar Wladiwostok gezonden.
In den morgen van den 23en ontmoette
het eskader een groote stoomboot, die eerst
na het vierde op haar geloste schot stopte.
Uit het onderzoek bleek, dat het was de
Engelsche koopvaarder Knight Ooman an
der, op weg van New-York via Europa naar
Yokohama en Kobe. Uit de onvolledige
scheepspapieren en de verklaringen van den
kapitein bleek dat de atoomboot spoorweg-
materieel bracht naar Japan; dit maakte
het grootste deel van de lading uit.
Daar het ons duidelijk was, dat de Knigbt-
Coinmander contrabande aanvoerde voor eene
oorlogvoerende mogendheid, werd het tot wet
tigen prijs verklaard.
ROMAN
34 VAN
MORITZ VON REICHENBACH
DOOR
HERMAN LIND.
„Hoe is 't, Fred," riep de oude Trent.au,
„was mijn Tempelbouw u niet solide ge
noeg?"
„Tempelen •never mind!" antwoordde,
ins plaats van Frod, de luitenant, die hem
het stormwhistje had voorgeslagen, „maar
het whistspel is de bloem van alle solidi
teit!'"
„Beker, zéker," lachte Trentau, „komt bij
jelui onmiddellijk achter paarden-stelenNn
kindertjes, gaat mijnentwegé uw' gang, mijn
zegen hebt jelui op den koop toe."
„Het- is mij zeer onaangenaam, zooveel ge
wonnen te hebben,' zeido Fred een uurtje
later tot. zijn neef Bertram, „ik weet niet
eens, of die luitenant Herzberg wel in zulk
een goeden doen is, dat hij zooveel geld maar
loswog verspelen kan."
„Denkelijk zal hij er zijn ouden heer over
moeten aanspreken, maar zijn hals zal 't hem
wel niet kosten
„Ik vind het onaangenaam, ziet ge, maar
ik kan hem toch niet gaan beleedigen door
te zeggen, dat ik hem de schuld kwijt
scheld."
„Bied hem revanche aan, dat is 't een
voudigste
„O, dat doe ik zeker, maar van avond wil
ik niet meer spelen."
„Op een anderen keer dan!"
„Goed beschouwd, is iemand zijn geld af
winnen al even onaangenaam als zelf geld
te verliezen en over het algemeen houd ik
dan ook niet van spelen-. Maar die Herzberg
is eigenlijk een dobbelaar in zij» hart.''
„Ik zou wel eens iemand' willen zien, die
zich bij zoo n zoogenaamd „fijntje" niet lang
zamerhand opwindt, en als je eenmaal m
het schuitje bent, doe je mee!"
"HOOFDSTUK XXIII.
Fred en Wanda stonden bij de paarden-
stoeterij, toen de hoofdopziener van Kronau
daar juist langs reed.
„Wel, Trautmann, wat zie jiji er knorrig
uit vandaag!" riep Fred hem toe. „Hapert
er iete?"
„O, mijnheer, het is een getob met. dat
werkvolk, zeido de opziener, terwijl hij! zijn
paard inhield. „Nu beweren ze weer bij kris
en bij kras, dat die nieuwe hooikeerders
heelemaal met. deugen eni in plaats van gau
wer vooruit te komen, vordert het werk
géén steek!"
„En ligt. dat aan do werklui of aan dc
nieuwe machines?"
„Aan 't volk. mijnheer! De oude Vogt is
weer aan 't stoken geweest die is altijd
tegen het nieuwe!"
„Nu, ik kom zelf eens kijken, Trautmann!
Wees zoo goed- en zeg, als ge langs de remise
rijdt, dat zc den break inspannen. Heb je
pleizier om mee te rijden, Wanda? Het wei
land ligt. aan gene zijde van het bosch't is
een heel mooie weg."
Eten half uiurTater waren zij met den breuk
op de bestemde plaats. Fred liep het land op,
naar de nieuwe machines, sprak met het
werkvolk en weldra zat hij zelf op een der
hooikeerders en liet de harken werken. Mooi
ging het niet, maar het ging toch en de ar
beiders, die er om heen stonden, schenen
eensklaps belang in de zaak te gaan stel
len.
Wanda had aan den boschrand op een ge
velden boom, die daar lag, plaats genomen.
Zijl zag, 'boven al de anderen uitstekend, de
slanke gestalte van haar man, die, alles rege
lend en'zijn bevelen gevend, midden tusschen
het werkvolk in stond; den jgeur van het
hooi en. de frischhheid van het bosch vond
zij verrukkelijk, met- lange ademhalingen
snoof zij de versterkende woudlucht in, en zij
zat daar met een gevoel van tevredenheid en
gelujk, zooals zij dat in langen tijd niet had
gesmaakt. Zij wist niethoe lang zij daar
gezeten had en beurtelings geluisterd naar
Fred's stem en naar het gonzen der vliegen
en 'tiojpn om haar heen, doch eensklaps be
merkte zij verschriktdat zij vandaag nog
een diner moest gaan 'bijlwonen, overviel'haar
als iets zeer onaangenaams. Daar kwamen
Fred en de opzichter over het weal audi naar
haar toe.
„Nu zal 't verder wel goed gaan," zeide
Fred, zich met. zijn zakdoek het zweet, van
't voorhoofd wisachend, „en kunt gij ten min
ste nog een, kal men achtermiddag hebben
Trautmann I"
„Ja, mijnheer heeft ook een slag om met
hét volk om te gaan waaraan menig onzer
ik zelf niet uitgezonderd, nog een lesje zou
kunnen, nemen. Maar -de waarheid moet
gehuldigd worden als de „heer" met de
menschen spreekt maakt dat ook een heel
anderen iudruk dan wanneer een opzichter
het doet."
Fred lachte vergenoegd en 'knikte Wanda
toe. „Niet al te erg verveeld?" vroeg hij.
„O heen, het 'Was hier zoo heerlijk en ik
vond het ook zoo prettig om naar u te zien.
Ik wou maar dat we vandaag niet naar Sage-
witz moesten."
„Ja. dat is nu niet meer te veranderen cn
voor jou izal 't hoog tijd worden, wat toilet
te maken. Bonjour, Trautmann, 't zal nu wel
marcheeren, denk ik."
Toen ze weder in het. rijtuig zaten, reide
Wanda: „Eigenlijk is het toch jammer, dat
we zoo weinig tijd voor ons zelf hebben, Fred,
en ook voor het. volk. Je kunt niet gelooven,
hoe aardig het was, je daar zoo met die men
schen te zien werken!"
Hij lachte. ..Ja, kinÖ, in. geval van nood
moet me» zoowat van alles kennen, een hek
senwerk was 't nu juist ook niet-! Maar waar
toe houd ik er een hoofdopzichter op na, die
een Inkomen geniet, dat meinige kleine pach
ter hem zou kunnen .benijden? Toch niet,
om het (Wierk'zelf te doen niet waar?"
„Maar als je nu toch eens pleizier hadt in
dat. werk, Fred?"
„Ten eerste kan ik nog niet zeggen, of dat
op den duur wel liet geval zou zijn, en in
de tweede plaats weet ik, dat men op 't oogen
blik heel iets anders van mij verwacht en
verlSöïgt."
„Maar wie heeft iets van u te verlangen?"
„Wie? Dat's nog al duidelijkDe maat
schappij, mijn standgenooten, de wereld,
waartoe wij befiooren en waarmee wij te le
ven hebben. Wie voor zijn levensonderhoud
lieeft te zorgen, vervult zijn eersten plicht,
als hij werkt. Wie meer bezit dan hij noodi^
heeft, van hem verlangt de maatschappij r-
berispelijke handschoenen, maar geen ver
eelte vingers."
Hoe vreemd was dat, Wanda had t» sschju
Frod en zijn vader nooit eenige ge1 ijk-«nis
bespeurd en op dit oogenblik. vond zij, dat
hij sprekend op den ouden graaf geleek. Zij
zweeg. De wereld, waarmede wij te leven heb
ben en waartoe wij behooren ja, wat
verlangde dan die wereld van, hen.? Zij dacht
nan Hertha's woorden „In gezelschap vo -
langt men comediespel." Haar hart verz?ttc
zich daartegen. Zij zocht naar e®n ander
woord: „Eensklaps vroeg zij. „Geloof jv
niet, Fred, dat. de eerste vereischte bij d<
zoogenaamden goeden toon zelfbeheerschiuc
is?"
Hij lachte.
..Hoe kom je daar zoo op, kind? Vereelte
vingers zijn geen charme van me, en ik
liohoef me volstrekt niet te behcerschen, om
te zorgen, dat ik ze niet krijg."
Zij schudde het hoofd en zweeg. Fred, die
juist ontdekt had. dafc het van-de-haudsche
paard niet regelmatig liep en daaromtrent
den koetsier zijn opmerkingen maakte, had
in t volgend oogenblik Wanda's vraag ver
geten, maar Wanda dacht daar, toon zij voor
haar toiletspiegel zat, nog over na.
Wordt vervolgd.