W. 54. Donderdag 25 Augustus 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. FASTE FORLAND 3"" Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regel» 0.75. Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeolige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. LANDWEER. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, Gezien het 3de Lid van 4 10 der Landweer instructie I Brengt ter kennis van een ieder, wien zulks aangaat lo. de dienstplichtigen bij de militie te land, die in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst bij de militie te land hebben volbracht, dat zijn in het algemeen zij, die behooren tot de lichting van 1896, zullen op 1 Augustus a. s. overgaan naar de Landweer echter gaan niet over naar de Landweer de plaatsvervangers, de nummerverwisselaars, zij die behooren tot een der bereden korpsen of tot het Korps Torpedis- ten en zij, die in het genot zijn van ontheffing van den werkelijken dienst 2o. zij, die overgaan naar do Landweer, moe ten zich vóór 31 Augustus a. s. in persoon aan melden bij den Burgemeester hunner woonplaats en daarbij inleveren hun zakboekje met de daar in gehechten verlofpas de verlofgangers even wel, diie buitenslands verblijf houden, behoeven zich niet in persoon, aan te melden, doch zullen hun zakboekje met daarin gehechten verlotpas bij aangeteekenden brief (met duidelijke vermel ding van hun volledig adres buiten het Rijk) hebben toe te zenden aan den Burgemeester hunner laatste woonplaats binnen het Rijk 3o. zij, die overgaan naar de Landweer, zijn van af 1 Augustus a. s. onderworpen aan alle voorschriften voor de Landweer gegeven Vestigt- met nadruk de aandacht op de navol gende bepalingen der Landweerwet Artikel 24. De verlofganger van de Landweer meldt zich binnen dertig dagen na den dag van zijn overgang naar de Landweer of na dien, waar op hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Bur gemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze den verlofpas, hem bij de Landweer of laatste lijk bij de militie uitgereikt, voor gezien of op nieuw voor gezien teekene. De verlofganger van de Landweer, die buiten het Rijk woont of verblijf houdt, of die zich bij zijn vertrek met verlof buiten het Rijk begeeft, kan, ter vervulling van de verplichting in het vorig -lid omschreven, binnen den daarin ver melden termijn ziin verlofpas bij aangeteeken den brief ter afteekening toezenden aan den Bur gemeester zijner laatste woonplaats binnen het Rijk. De verlofpas wordt hem door dien Burge meester bij aangeteekenden brief teruggezonden. Artikel 25. De verlofganger van de Land weer, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burge meester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij- komt in de gemeente, waarin hij- ziteh vestigt, meldt hij- zich aan bij den Burgemeester -dien gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. Artikel 27. De verlofganger van de Land weer mag zich zonder toestemming van Onzen Minister van Oorlog niet langer dan gedurende een jaar buitenslands begeven. Aan den verlofganger van de Landweer, die niet in verzuim iswordt deze toestemming wanneer zij gevraagd wordt en blijkt noodig te zijn ter zake van uitoefening van of opleiding tot landbouw, handel of nijverheid, in gewone tij den niet geweigerd. Bij de toestemming kan de verlofganger wor den vrijgesteld van Je verplichting tot deelne ming aan de oefeningen in artikel 11 vermeld, tot het bijwonen van het bij artikel 29 voorge schreven onderzoek en tot het nomen in werke lijken dienst in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden. Aan de toestemming kunnen overigens zoo danige voorwaarden worden verbonden, als in het belang van den dienst noodig worde ge oordeeld. Artikel 28. De verlofganger van de Land weer, die artikel 24, 25 of 27 niet naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin gedu rende ten hoogste eene maand gehouden. De duur van dezen dienst wordt bepaald door onzen Minister van Oorlog, die tevens het korps van het leger aanwijst waarbij de werkelijke dienst, moet worden vervuld. Amersfoort, den 1. Augustus 1904. De Burgemeester voornoemd, WUUTOERS. Politiek Overzicht- De jacht naar contrabande. Van de stappen, die door de neutrale regee ringen gedaan zijn naar aanleiding van de door Russische schepen ondernomen jacht naar contrabande, merkt- men nog niet veel resultaat. Russische kruisers gaan voort on zijdige handelsvaartuigen aan te houden, om hunne scheepspapieren aan een onderzoek te onderwerpen. Zij doen dat zelfs tot in de Zuid-Afrikaansche wateren toe; het geval van de Comedian, die den 20en dezer werd aangehpuden op de hoogte van de aan de kust van Natal in zee vloeiende Bastree, is daarvan een bewijs. In de kringen der belanghebbenden is men daarover, zooals te begrijpen is, zeer ontstemd. I11 de Britsche pers doet een schrijven de ronde van den president van -de Kamer van scheepvaart aan den minister van binnen- landsche zaken lord Lansdowne, waarin wordt gezegd „Het schijnt ten zeerste af te keuren, dat Russische oorlogsvaartuigen, die in de golf van Biscaye of biji de straat van Gibral tar gestationeerd zijn, onzijdige schepen mogen aanhouden en onderzoeken, vooral omdat slechts een klein deel van deze schepen naar Oost-Aziö bestemd is. De genoemde oorlogs schepen zouden evc 1 goed in den kring van drie mijlen der territoriale wateren van onze voornaamste havens zich kunnen opstellen. Wanneer het recht van onderzoek van schip en lading moet worden uitgeoefend, dan is het t-och een eïsch van het verstand, dat het tot de buurt van de Oost-Aziatische wa teren wordt beperkt. Het zou volkomen te be grijpen zijn, dat een scheepskapitein een zoo sterken indruk had van het onrechtmatige optreden van een Russischen kruiser laat ons zeggen in de golf van Biscaye, of in de straat van Gibraltar, of in de Middellandsche zee dat hij in het bewustzijn van de rechtmatigheid vau 't geen hij doet-j zoo on verstandig vas te wedgeien aan de aanmaning om te stoppen, gehoor te geven. Dan zou echter het gevolg zijn, dat zijn schip in den grond geboord w d en dat den eigenaars van schip en lading niets zou worden vergoed.'' In het geval van de Comedian bestaat nog een bijzondere reden tot ergernis, omdat- men meent, dat het de Smolensk is, die hier naar contrabande gezocht heeft. Men herinnert zich de rol, die deze kruiser van de Russische vrijwillige -loot liecft gespeeld in de Roede zeevan Russische zijde werd toen de con cessie gedaan, da.* de Smolensk en de Peters burg, omdat zij onder de handelsvlag uit- de Zwarte zee gekomen waren, het recht van onderzoek niet verder zouden uitoefenen. Dat schijnt, echter alleen te gelden voor de Roode zee de Smolensk heeft elders een nieuw ar beidsveld gevonden. De Times geeft aan hare ergernis lucht in een scherp artikel. Daarin wordt gezegd, dat, wanneer het waar is, dat hier de Smolensk weder handelend is opgetreden, er ongetwij feld een ernstige toestand is ontstaandan is de zaak in een acuut stadium getreden, dat eene spoedige en krachtige behandeling vordert. De Times «/raagt verderI11 welke haven heeft de Smolensk voor de lange reis naar het zuiden kolen gekregen en hoe komt het, dat hare aanwezigheid geheim bleef? Zij haalt in verband daarmee de proclamatie van den gouverneur van Malta aan, die ook dooi de gouverneurs van de overige Rritsche kolo niën moet- zijn uitgevaardigd en die bepaalt, dat aan oorlogsvloten, die zich naar het oor logsterrein begeven, en aan oorlogsschepen, die zich begeven naar plaatsen om onzijdige sche pen op te vangen, die verdacht worden oor logscontrabande aan boord te hebben, op weg daarheen niet mag worden vergund in Britsche havens kolen in te nemen, hetzii direct van do kust, hetzij, van de hen vergezellende kolenschepen. Deze beschikking vindt- den vollen bijval van de Timeszij zegt daarvan „De beschikking komt volkomen overeen met onze rechten en verplichtingen als onzijdige staat en zal, aar wij gelooven, den warmen brival van de natie vinden. Dit is in de eerste plaats te beschouwen als een maatregel tegen de bemoeielijkiug van den onzijdigen handel door Russische oorlogs schepen. Het is niet te verwonderen, dat de regeering van Groot-Brittannië, welks han delsvaartuigen het meest te lijden hebben on der de uitoefening van het recht van onder zoek, waarop Rusland als oorlogvoerende staat aanspraak maakt, er het eerst op bedacht, is maatregelen van tegenweer te nemen. De weigering van kolen zal misschien wel niet de eenige van deze tegen-maatregelen, blijven. Wat voor de afzonderlijke kruisers geldt, zal nog in sterker mate voor eene groote Rus sische oorlogsvloot gelden. Ook zij zal in Britsche havens geen kolen kunnen krijgen. Iets dergelijks is ook reeds in vroegere oorlogen verordend. Zoo heeft- Engeland tij dens den Fransch-Duitschen oorlog bepaald, dat aan oorlogsschepen van de oorlogvoerende partijen slechts zóó veel kolen mogen worden verstrekt als noodig zijn om het schip naar de naastbij gelegen haven van het eigen land of naar eenige dichterbij gelegen plaats van bestemming te brengenook mocht zonder bijzondere vergunning aan hetzelfde oorlogs schip in geen Britsche haven vóór afloop van drie maanden het innemen van kolen weder vergund worden. Soortgelijke of nog scherpe bepalingen zijn door andere regeeringen uitgevaardigd. Zoo is meermalen voorge schreven, dat voor de tweede maal kolen eerst na- negen maanden mogen worden afgegeven. Reeds onder de oude bepalingen zou de ver zorging van een groot Russisch eskader met kolen tot naar de Oost-Aziatische wateren zeer bemoeielijkt zijn, omdat er geen kolen mogen worden verschaft naar het oorlogstoo- neel', maar slechts naar die naastbij gelegen eigen haven. De nieuwe verscherpte bepalin gen, die gericht- zijn tegen de Russische prak tijk van het onderzoek van schepen en tegen de uitbreiding van het begrip contrabande, maken het haast niet meer mogelijk, dat eene aanzienlijke Russische oorlogsvloot onderweg genoeg kolen kan krijgen om naar Oost-Azie to komen. Onder die omstandigheden bestaat er voor de Japanners geen reden om zich al te zeer beducht te maken voor de heerschap pij ter zee, die zij thans onbetwist in de Oost-Aziatische wateren bezitten. Dultschland. Aan de Miincheuer Neueste Nac'nriririen wordt medegedeeld, dat alle berichten over het aftreden van den opperhofmeester der Keizerin, baron Mirbach, naar het rijk der fabelen kunnen worden verwezenbaron Mirbach za-1 blijven. In de eerste zitting van den te Regens burg vergaderden Duitschen katholiekendag is, op voorstel van het lid van den rijksdag dr. Bachem, de volgende resolutie aangeno men, die zich door den slotzin eenigszins on derscheidt van de door vroegere vergaderin gen over deze vraag genomen besluiten -. „De 51e algemeen© vergadering der katho lieken van Duitschland kan, gelijk al hare voorgangers, niet nalaten te protesteeren te gen den toestand, waarin de Heilige Stoel te Rome zich sedert het jaar 1870 bevindt. De Duitsche katholieken, gelijk alle katho lieken der wereld, kunnen het verlangen niet prijsgeven, dat hun hoogste opperhoofd, de Paus. die volledige vrijfheid en onafhanke lijkheid geniet, die de onmisbare voorwaar de is voor de vrijheid en onafhankelijkheid van de katholieke kerk. Zij kunnen deze vrij heid en onafhankelijkheid eerst dan als ver zekerd erkennen, wanneer een toestand zal zijn verkregen, waaraan de Paus zelf zijne toestemming heeft kunnen geven." Frankrijk. Bij, de opening van de zitting der alge meene raden zijn in de meesten van deze vergaderingen vrienden van de regeering tot, voorzitters gekozen. Alle ministers, die deel uitmaken van een algemeene raad, zijn tot voorzitter gekozen, de heer Combes zelfs met algemeene stemmen in de Bëneden-Cha- reute. Vele algemeene raden hebben aan de regeering adressen van gelukwensching ge zonden en aan mevrouw de weduwe Wal- deck-Rousseau betuigingen van deelneming. Turkije. De entente-mogendheden schijnen besloten te zijn, ook zonder toestemming van de Porto het aantal vreemde officieren bij de gendar merie in Macedonië te vermeerderen. Hun laatste stap geschiedde nog slechts om den uiterlijken schijn te bewaren. Het aftreden van generaal Degiorgis, den chef van de Ma cedonische gendarmerie, wordt dan als zeker beschouwd. Uit- Komstantinopel verneemt de „Köln. Ztg.", dat daar nieuwe aanslagen op de spoor lijnen beraamd worden. Eenige dagen geleden werd een Bulgaar gearresteerd, die iu het bezit was van een nauwkeurig plan voor de verwoesting van het spoorwegstation en de bijbehoorende gebouwen in Jedikoele, een voorstad van Stamboel. Het voornemen was, daartoe van dynamiet gebruik te maken. Dientengevolge is de veiligheidsdienst langs den spoorweg verscherpt. Thibet. Over den toestand van de Engelsche ex peditie te Lhassa wordt aan de Daily Tele graph van daar berichtHet bezwaar van de voeding is opgeheven. Er worden over vloedig voedingsmiddelen aangevoerd, en ook het klooster Daieng draagt daartoe bij, zoodat er nu voor veertien dagen voorraad bijeengebracht is. Daarentegen gaat het met de onderhandelingen slecht vooruit. De hoogst geplaatste man, die tot dusver met de Engelschen in relatie getreden is, is de Rimbotscki, de voornaamste onder alle godsdienstleeraars van Tibet. Hij verklaart, dat hij in 't laatst van Juli bij den Dalai- Lama ontboden is en de opdracht heeft ge kregen. in diens afwezigheid de staatszaken te voeren. Na lang tegenstreven, omdat hij zelf monnik en in wercldsche zaken oner varen is, was hij toch gekomen. Maar inmid dels was de Dalai-Lama reeds vertrokken en had hem schriftelijk de opdracht achterge laten, orde op de zaken to stellen; ook het rijkszegel heeft hij achtergelaten, maar hij heeft geen voorschriften of volmachten ach tergelaten, om va.11 het rijkszegel gebruik te maken. De hoogc raad heeft daarom het rijkszegel ingepakt en weggesloten, en de Rimbotschi klaagt nu bitter over de ondank bare taak, die hem is opgedragen. De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berich ten: Tsjifoe, 24 Aug. (Express). Het vuur van de Japanners tegen Port Arthur gaat bij tus- schenpoozen voort, maar gedurende de aller laatste dagen zijn er minder zware granaten in de stad geschoten, hetgeen de gedachte doet opkomen, dat er gebrek is .aan munitie voor het belegeringsgeschut. De Russen trek ken partij van dit luwen van den aanval, om nieuwe mijnen in den grond te leggen. Tsjifoe, 2Jf Aug. Een jonk, die Liaut'jjan verliet in den avond van den 21en, bericht, dat de Japanners er in geslaagd) zijn het fort Itshan en een andeir fort, omstreeks een ki lometer ten zuidwesten gelegen, te bezetten. Zij verdreven de Russen van het paradeveld en vernielden de beide forten Chaoohank'o, binnen de oostelijke versterkingen. Haast geen enkel gebouw in Port Arthur is onbe schadigd het stadhuis met die daaraan ver bonden bergplaats is vernield. Vier groote schepen zijn buiten gevecht gesteld; nog slechts één heeft kanonnen a-an boord. De gedeeltelijke mislukking vati den aan val der Japanners wordt toegeschreven aan het vreeselijke vuur van de forten en aan het groote aantal ondergrondsche mijnen. Petersburg, 25 Aug. Bij dagorder van den 24en is schout-bij-nacht Jessen, van het Wla- diwostok-eskader a la suite van den Keizer gesteld. Kapitein Dabitsch van de Gromo- boi is tot vleugel-adjudant van den Keizer benoemd. Londen, 2Jf Aug. Een telegram, dat be kend' gemaakt is door het Japansche gezant schap meldt, dat de Sebastopol den 23en de Japansche stollingen op het vasteland van buiten de haven beschoot, toen zij door eer mijn getroffen werd. 11 ashington, 2j Aug. Het) ministerie van buitenJandsche zaken kreeg bericht1, dat de Waiwoepoe (het Cliineesche departement van buitenlandsahe zaken) den termijn voor het herstellen van de Russische oorlogsschepen te Sjanghai heeft verlengd tot 28 Augustus des middags. Sjanghai, 2J+ Aug. (Times). Admiraal Reitzenstein ontving heden morgen bevel van den Czaar om de Askold en de Grosowoi terstond te ontwapenen. Heden avond om zeven uur werden de vlaggen van de beide Schepen neergelaten. Nioetsjwang, 23 Aug. (Express). De Japan- sehc bevelhebber te Haitsjeng trekt daarheen alle beschikbare troepen op deu zuidwaarts gelegen spoorweg en zendt hen naar het noorden aan de westzijde van den spoorweg. Minstens 20.000 man zijn langs dezen weg gegaan gedurende de laatste veertien dagen. Generaal Stössel heeft den 22. uit Port Arthur (via Tsjifoe waarschijnlijk) aan den Czaar geseind, dat hij dien dag weer een aan val van de Japanners met ontzaglijke ver liezen aan hun kant had afgeslagen. Volgens een bericht uit Moskou van de Morning Post ontving een intieme vriend van generaal Stoesscl van dezen een tele gram, dat eindigt met de woorden „Vaar wel voor altijd1 Port Arthur zal mijn graf zijn." Uit het Noorsch 8 VAN JONAS LIE. „God weet wat ik er mede moet uitvoe ren", het Bera zich ontvallen„Dat is nog uit den tijd, dat hij 's zomers bij ons woondeAls hij zoo over alles wat hij dacht praatte, was het altijd alsof ik in een nieuwe en grootere wereld keek. En toen dus het perpetuum kwam, was dat voor mij slechts het rad dat had staan wachten en dat nu alles moest voortrollen Hij had mij uit gelegd hoe het overal in do wereld worden zou, ab de kraoht- maar eerst was geko men.'' ,,Het was alleen maar het rad, dat hij niet maakte", mompelde mevrouw Forland. „Maar die wereld met al het nieuwe men- schengeluk gaat mij nooit uit de gedachten riep Bera uit, terwijl zij plotseling opstond... En zooi kan hij een wereld van eleotrische verlichting biji velen achterlaten, hij Die laatste woorden, kw&mcn er zoo fluiste rend uit, dat mevrouw Forland -onwillekeu rig haar moest aanzien. Ein nu vraag ik verlof om een scho tel kersen benedeu in, den tuin te mogen plukken, terwijl ik op Solvi wacht", viel zij haastig in en stond op. „Ja, doe dat» lief kind Mevrouw* Forlands oogen volgden Bera's figuurtje, dat door de deur verdween. Ginds" bij de kerseboomen zeide Bera Ditief goeden dag, die geheel opging in het bewa ken van de kersen tegen de zwermen vogels, tot wie hij in een eigenaardige verhouding stond sedert zij, in de lente hun nest bouw den in de wilgen in de weide en hij daarbij hielp, door het aanslepen van berketwijgen en leem. Nu en dan klapte hij in de handen en riep: „Poe, poe, boe, boe', babbelde eu snapte Bera keek naar boven naar het open dak venster. Aan den raam haak hing een zilve ren horloge, met de ketting er bij, zij kende het zoo goedFaste bad het, stellig vergeten, toen hij des morgens naar de stad ging- Eensklaps hoorde zij voetstappen beneden op den weg en klonk liet verwonderd „Hé, ben jij daar, Bera?" Faste had baar door het hekwerk heen ontdekt en hij naderde nu met gebaren en bewegingen, die den makelaar weergaven. „Hebt gij ooit zoo n molligen, geldgierige» kater gezien, Bera Zijn oogen flikkeren let terlijk van e-lectriciteit." „Je hadt tooneelspeler moeten worden, Fa ste „Wat bedoel je?" „Ja, want dat is de makelaar in levenden lijve." „Wat praat je toch dom, BeraDe een voudige nabootsing is alleen geschikt om van de menschen den apenkant te laten zien. Maar een tooneelspeloreen echte too- noelspeler die de kunst goed opvat is een zienerdie hart en ziel door- I grondt. De groote kunst bestaat daarin om do intiemste gevoelens weer te geveneen karakter hier of daar cp straat, op te van- gen, en dan dadelijk daarmede bezield op de plauken Maar, Bera, ik geloof op mijn manier, ook een ziel te hebben gevangen, en wel den makelaarIn hot begin, was hij ge- weldig moeilijk en weerspanning. Maax thans luistert hij naar mij en ik geloof, dat hij er dè lucht van krijgt,, dat hier wat. te maken valt goede gegevens voq^_ een badhotel, op Europcesche leest- geschoeid. En nu is zwijgen het consigne, zwijgen als het graf. in elk geval tot wij ons voor een appel en een ei verzekerd hebben van de waardelooze bouwgronden beueden aan het strand 1 Ik dank den hemel, dat ik niet zelf de eige naars het vel over de ooren behoef te halen, maar dat zulks door tusschenkomst van den makelaar kan geschieden." „Ik geloof ook wel, dat- de makelaar inziet dat gedeelte van de quacitie zelf te moeten in orde maken", vond Bera. „Hm, ja „Niet- dat ik er aan twijfel of jij het zou kunnen, Faste; daar ben je lang. achter. Je zou het alleen naderhand niet kunnen doorzetten." „En. jij) vindt dat ik drommels on practise lu ben en blijf, een van die overbeschaafde we zens, achter glas uitgebroeid in een ouder- wetsch, fatsoenlijk tehuis! Maar mannen die willen handelen moeten veroveraarsnaturen zijn en ter bereiking van hun doel een ei kun nen stukslaan en een kuiken den hals om draaien." „Ja, maar er zijn menschen. die naderhand nooit meer een kuiken kunnen hooren pie pen." „O, ik weet wel wat er bij; jou ontbreekt", riep hij heftig uit. „Kon er maar een nieuw geloof in je hart ontspringen, in plaats van het door het perpetuum verlorene! Ja, dan Hij strekte zich uit- en boog een paar twij gen omlaag. „Ik moot, de kersen grij pendan laat ik ze op je regenen, neem ze. neem ze. Zij zijn rood en jij bent bleek, Bera, evenals ik. Neem ze, neem ze. Als je wist hoe overmoedig en opgeblazen ik daar beneden door de straten ga. Met mijn slor dige das en mijn vettige jas vind ik het ecu genot om mij te voelen tegenover de engli9h- fashions-petits-maitres van de stad, met wie ik vroeger op de schoolbanken hob gezeten... Handelsman van kop tot teen, zie je „Neen, ik begrijp niet, hoe je lust kunt hebben om je zoo wonderlijk aan te stellen, alsof je toch al niot reeds zonderling en eigen aardig genoeg bent", riep Bera uit. „Jij hebt altijd iemand, dien je met genoegen zoudt vert rappen „Ach, wel neen, volstrekt nietWaar ik onder geleden heb en nog onder lijd is veelmeer de zucht 0111 ze te begrijpen. Hoo dikwijls heb ik mij niet verwonderd en ben ik nieuwsgierig geweest en heb ik trachten uit te vinden wat er eigenlijk stak achter die terughoudende, defcige, schaapachtige ge zichten, die zwijgend, den toon aangevende stadsgoden, die de macht hadden 0111 iemand, dood te lachen en voor wie ik nog gedeelte lijk mijn jongensangst kan voelen opkomen, angst voor de volwassen menschheid en haar mystieke ontoegankelijkheid.'' „Ei- is je nog zooveel bijgebleven van wat men. als kind voelt, Faste, en dat i9 vol strekt niet in je nadeel Malar hetgeen miji dezer dagen heeft be zig gehouden, Biera, is niet zoozeer de specu latie zelf, als wel dat ik nu werkelijk een beetje het vertrouwen van den makelaar ge niet en daardoor ook achter de stadsgehei men kom. Dit feit heeft voor mij een zeer innerlijke ervaring opgeleverd, namelijk dat ik dit alles nu kan verdragen en volgen met den uiigedroogden blik van den makelaar. Begrijp jc, het is mij alsof liet geheele illusie- scherm voor mij is neerghaald!" „Maar, ik zou bijna zeggen, wat wil je tusschen al die „volwassenen", zooals jij ze noemtriep zij uit. „Wat, wat?Begrijp je niet, dat je mij beleedigt, Bera. Jij vindt mij toch niet op ccnig punt hun mindere?" „Wel neen, maar jij zult je nooit op je post daar kunnen handhaven, terwijl het die menschen altijd gelukt, zelfs als zij slapen. Jij hebt je eigen gedachten- en gevoels wereld, die God weet waar ligt, maar zeker ver van de hunne af. Ik vind dat jij een man van de wetenschap hadt moeten worden, of iets dergelijks." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1