W. 54.
Donderdag 25 Augustus 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
FASTE FORLAND
3"" Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regel» 0.75.
Elke regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeolige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
LANDWEER.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
Gezien het 3de Lid van 4 10 der Landweer
instructie I
Brengt ter kennis van een ieder, wien zulks
aangaat
lo. de dienstplichtigen bij de militie te land,
die in den loop van dit jaar een achtjarigen
dienst bij de militie te land hebben volbracht,
dat zijn in het algemeen zij, die behooren tot
de lichting van 1896, zullen op 1 Augustus a. s.
overgaan naar de Landweer echter gaan niet
over naar de Landweer de plaatsvervangers, de
nummerverwisselaars, zij die behooren tot een
der bereden korpsen of tot het Korps Torpedis-
ten en zij, die in het genot zijn van ontheffing
van den werkelijken dienst
2o. zij, die overgaan naar do Landweer, moe
ten zich vóór 31 Augustus a. s. in persoon aan
melden bij den Burgemeester hunner woonplaats
en daarbij inleveren hun zakboekje met de daar
in gehechten verlofpas de verlofgangers even
wel, diie buitenslands verblijf houden, behoeven
zich niet in persoon, aan te melden, doch zullen
hun zakboekje met daarin gehechten verlotpas
bij aangeteekenden brief (met duidelijke vermel
ding van hun volledig adres buiten het Rijk)
hebben toe te zenden aan den Burgemeester
hunner laatste woonplaats binnen het Rijk
3o. zij, die overgaan naar de Landweer, zijn
van af 1 Augustus a. s. onderworpen aan alle
voorschriften voor de Landweer gegeven
Vestigt- met nadruk de aandacht op de navol
gende bepalingen der Landweerwet
Artikel 24. De verlofganger van de Landweer
meldt zich binnen dertig dagen na den dag van
zijn overgang naar de Landweer of na dien, waar
op hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Bur
gemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze
den verlofpas, hem bij de Landweer of laatste
lijk bij de militie uitgereikt, voor gezien of op
nieuw voor gezien teekene.
De verlofganger van de Landweer, die buiten
het Rijk woont of verblijf houdt, of die zich bij
zijn vertrek met verlof buiten het Rijk begeeft,
kan, ter vervulling van de verplichting in het
vorig -lid omschreven, binnen den daarin ver
melden termijn ziin verlofpas bij aangeteeken
den brief ter afteekening toezenden aan den Bur
gemeester zijner laatste woonplaats binnen het
Rijk. De verlofpas wordt hem door dien Burge
meester bij aangeteekenden brief teruggezonden.
Artikel 25. De verlofganger van de Land
weer, die zich in eene andere gemeente gaat
vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burge
meester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen
na den dag, waarop hij- komt in de gemeente,
waarin hij- ziteh vestigt, meldt hij- zich aan bij
den Burgemeester -dien gemeente, ten einde deze
zijn verlofpas voor gezien teekene.
Artikel 27. De verlofganger van de Land
weer mag zich zonder toestemming van Onzen
Minister van Oorlog niet langer dan gedurende
een jaar buitenslands begeven.
Aan den verlofganger van de Landweer, die
niet in verzuim iswordt deze toestemming
wanneer zij gevraagd wordt en blijkt noodig te
zijn ter zake van uitoefening van of opleiding tot
landbouw, handel of nijverheid, in gewone tij
den niet geweigerd.
Bij de toestemming kan de verlofganger wor
den vrijgesteld van Je verplichting tot deelne
ming aan de oefeningen in artikel 11 vermeld,
tot het bijwonen van het bij artikel 29 voorge
schreven onderzoek en tot het nomen in werke
lijken dienst in geval van oorlog, oorlogsgevaar
of andere buitengewone omstandigheden.
Aan de toestemming kunnen overigens zoo
danige voorwaarden worden verbonden, als in
het belang van den dienst noodig worde ge
oordeeld.
Artikel 28. De verlofganger van de Land
weer, die artikel 24, 25 of 27 niet naleeft, wordt
in werkelijken dienst geroepen en daarin gedu
rende ten hoogste eene maand gehouden. De
duur van dezen dienst wordt bepaald door onzen
Minister van Oorlog, die tevens het korps van
het leger aanwijst waarbij de werkelijke dienst,
moet worden vervuld.
Amersfoort, den 1. Augustus 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUUTOERS.
Politiek Overzicht-
De jacht naar contrabande.
Van de stappen, die door de neutrale regee
ringen gedaan zijn naar aanleiding van de
door Russische schepen ondernomen jacht
naar contrabande, merkt- men nog niet veel
resultaat. Russische kruisers gaan voort on
zijdige handelsvaartuigen aan te houden, om
hunne scheepspapieren aan een onderzoek te
onderwerpen. Zij doen dat zelfs tot in de
Zuid-Afrikaansche wateren toe; het geval
van de Comedian, die den 20en dezer werd
aangehpuden op de hoogte van de aan de
kust van Natal in zee vloeiende Bastree, is
daarvan een bewijs.
In de kringen der belanghebbenden is men
daarover, zooals te begrijpen is, zeer ontstemd.
I11 de Britsche pers doet een schrijven de
ronde van den president van -de Kamer van
scheepvaart aan den minister van binnen-
landsche zaken lord Lansdowne, waarin wordt
gezegd „Het schijnt ten zeerste af te keuren,
dat Russische oorlogsvaartuigen, die in de
golf van Biscaye of biji de straat van Gibral
tar gestationeerd zijn, onzijdige schepen mogen
aanhouden en onderzoeken, vooral omdat
slechts een klein deel van deze schepen naar
Oost-Aziö bestemd is. De genoemde oorlogs
schepen zouden evc 1 goed in den kring van
drie mijlen der territoriale wateren van onze
voornaamste havens zich kunnen opstellen.
Wanneer het recht van onderzoek van schip
en lading moet worden uitgeoefend, dan is
het t-och een eïsch van het verstand, dat
het tot de buurt van de Oost-Aziatische wa
teren wordt beperkt. Het zou volkomen te be
grijpen zijn, dat een scheepskapitein een zoo
sterken indruk had van het onrechtmatige
optreden van een Russischen kruiser laat
ons zeggen in de golf van Biscaye, of in de
straat van Gibraltar, of in de Middellandsche
zee dat hij in het bewustzijn van de
rechtmatigheid vau 't geen hij doet-j zoo on
verstandig vas te wedgeien aan de aanmaning
om te stoppen, gehoor te geven. Dan zou
echter het gevolg zijn, dat zijn schip in den
grond geboord w d en dat den eigenaars van
schip en lading niets zou worden vergoed.''
In het geval van de Comedian bestaat nog
een bijzondere reden tot ergernis, omdat- men
meent, dat het de Smolensk is, die hier naar
contrabande gezocht heeft. Men herinnert
zich de rol, die deze kruiser van de Russische
vrijwillige -loot liecft gespeeld in de Roede
zeevan Russische zijde werd toen de con
cessie gedaan, da.* de Smolensk en de Peters
burg, omdat zij onder de handelsvlag uit- de
Zwarte zee gekomen waren, het recht van
onderzoek niet verder zouden uitoefenen. Dat
schijnt, echter alleen te gelden voor de Roode
zee de Smolensk heeft elders een nieuw ar
beidsveld gevonden.
De Times geeft aan hare ergernis lucht in
een scherp artikel. Daarin wordt gezegd, dat,
wanneer het waar is, dat hier de Smolensk
weder handelend is opgetreden, er ongetwij
feld een ernstige toestand is ontstaandan
is de zaak in een acuut stadium getreden,
dat eene spoedige en krachtige behandeling
vordert. De Times «/raagt verderI11 welke
haven heeft de Smolensk voor de lange reis
naar het zuiden kolen gekregen en hoe komt
het, dat hare aanwezigheid geheim bleef? Zij
haalt in verband daarmee de proclamatie van
den gouverneur van Malta aan, die ook dooi
de gouverneurs van de overige Rritsche kolo
niën moet- zijn uitgevaardigd en die bepaalt,
dat aan oorlogsvloten, die zich naar het oor
logsterrein begeven, en aan oorlogsschepen, die
zich begeven naar plaatsen om onzijdige sche
pen op te vangen, die verdacht worden oor
logscontrabande aan boord te hebben, op weg
daarheen niet mag worden vergund in Britsche
havens kolen in te nemen, hetzii direct van
do kust, hetzij, van de hen vergezellende
kolenschepen. Deze beschikking vindt- den
vollen bijval van de Timeszij zegt daarvan
„De beschikking komt volkomen overeen met
onze rechten en verplichtingen als onzijdige
staat en zal, aar wij gelooven, den warmen
brival van de natie vinden.
Dit is in de eerste plaats te beschouwen
als een maatregel tegen de bemoeielijkiug van
den onzijdigen handel door Russische oorlogs
schepen. Het is niet te verwonderen, dat de
regeering van Groot-Brittannië, welks han
delsvaartuigen het meest te lijden hebben on
der de uitoefening van het recht van onder
zoek, waarop Rusland als oorlogvoerende staat
aanspraak maakt, er het eerst op bedacht, is
maatregelen van tegenweer te nemen. De
weigering van kolen zal misschien wel niet
de eenige van deze tegen-maatregelen, blijven.
Wat voor de afzonderlijke kruisers geldt, zal
nog in sterker mate voor eene groote Rus
sische oorlogsvloot gelden. Ook zij zal in
Britsche havens geen kolen kunnen krijgen.
Iets dergelijks is ook reeds in vroegere
oorlogen verordend. Zoo heeft- Engeland tij
dens den Fransch-Duitschen oorlog bepaald,
dat aan oorlogsschepen van de oorlogvoerende
partijen slechts zóó veel kolen mogen worden
verstrekt als noodig zijn om het schip naar
de naastbij gelegen haven van het eigen land
of naar eenige dichterbij gelegen plaats van
bestemming te brengenook mocht zonder
bijzondere vergunning aan hetzelfde oorlogs
schip in geen Britsche haven vóór afloop van
drie maanden het innemen van kolen weder
vergund worden. Soortgelijke of nog scherpe
bepalingen zijn door andere regeeringen
uitgevaardigd. Zoo is meermalen voorge
schreven, dat voor de tweede maal kolen eerst
na- negen maanden mogen worden afgegeven.
Reeds onder de oude bepalingen zou de ver
zorging van een groot Russisch eskader met
kolen tot naar de Oost-Aziatische wateren
zeer bemoeielijkt zijn, omdat er geen kolen
mogen worden verschaft naar het oorlogstoo-
neel', maar slechts naar die naastbij gelegen
eigen haven. De nieuwe verscherpte bepalin
gen, die gericht- zijn tegen de Russische prak
tijk van het onderzoek van schepen en tegen
de uitbreiding van het begrip contrabande,
maken het haast niet meer mogelijk, dat eene
aanzienlijke Russische oorlogsvloot onderweg
genoeg kolen kan krijgen om naar Oost-Azie
to komen. Onder die omstandigheden bestaat
er voor de Japanners geen reden om zich al
te zeer beducht te maken voor de heerschap
pij ter zee, die zij thans onbetwist in de
Oost-Aziatische wateren bezitten.
Dultschland.
Aan de Miincheuer Neueste Nac'nriririen
wordt medegedeeld, dat alle berichten over
het aftreden van den opperhofmeester der
Keizerin, baron Mirbach, naar het rijk der
fabelen kunnen worden verwezenbaron
Mirbach za-1 blijven.
In de eerste zitting van den te Regens
burg vergaderden Duitschen katholiekendag
is, op voorstel van het lid van den rijksdag
dr. Bachem, de volgende resolutie aangeno
men, die zich door den slotzin eenigszins on
derscheidt van de door vroegere vergaderin
gen over deze vraag genomen besluiten -.
„De 51e algemeen© vergadering der katho
lieken van Duitschland kan, gelijk al hare
voorgangers, niet nalaten te protesteeren te
gen den toestand, waarin de Heilige Stoel
te Rome zich sedert het jaar 1870 bevindt.
De Duitsche katholieken, gelijk alle katho
lieken der wereld, kunnen het verlangen niet
prijsgeven, dat hun hoogste opperhoofd, de
Paus. die volledige vrijfheid en onafhanke
lijkheid geniet, die de onmisbare voorwaar
de is voor de vrijheid en onafhankelijkheid
van de katholieke kerk. Zij kunnen deze vrij
heid en onafhankelijkheid eerst dan als ver
zekerd erkennen, wanneer een toestand zal
zijn verkregen, waaraan de Paus zelf zijne
toestemming heeft kunnen geven."
Frankrijk.
Bij, de opening van de zitting der alge
meene raden zijn in de meesten van deze
vergaderingen vrienden van de regeering tot,
voorzitters gekozen. Alle ministers, die deel
uitmaken van een algemeene raad, zijn tot
voorzitter gekozen, de heer Combes zelfs
met algemeene stemmen in de Bëneden-Cha-
reute. Vele algemeene raden hebben aan de
regeering adressen van gelukwensching ge
zonden en aan mevrouw de weduwe Wal-
deck-Rousseau betuigingen van deelneming.
Turkije.
De entente-mogendheden schijnen besloten
te zijn, ook zonder toestemming van de Porto
het aantal vreemde officieren bij de gendar
merie in Macedonië te vermeerderen. Hun
laatste stap geschiedde nog slechts om den
uiterlijken schijn te bewaren. Het aftreden
van generaal Degiorgis, den chef van de Ma
cedonische gendarmerie, wordt dan als zeker
beschouwd.
Uit- Komstantinopel verneemt de „Köln.
Ztg.", dat daar nieuwe aanslagen op de spoor
lijnen beraamd worden. Eenige dagen geleden
werd een Bulgaar gearresteerd, die iu het
bezit was van een nauwkeurig plan voor de
verwoesting van het spoorwegstation en de
bijbehoorende gebouwen in Jedikoele, een
voorstad van Stamboel. Het voornemen was,
daartoe van dynamiet gebruik te maken.
Dientengevolge is de veiligheidsdienst langs
den spoorweg verscherpt.
Thibet.
Over den toestand van de Engelsche ex
peditie te Lhassa wordt aan de Daily Tele
graph van daar berichtHet bezwaar van
de voeding is opgeheven. Er worden over
vloedig voedingsmiddelen aangevoerd, en
ook het klooster Daieng draagt daartoe bij,
zoodat er nu voor veertien dagen voorraad
bijeengebracht is. Daarentegen gaat het met
de onderhandelingen slecht vooruit. De
hoogst geplaatste man, die tot dusver met
de Engelschen in relatie getreden is, is de
Rimbotscki, de voornaamste onder alle
godsdienstleeraars van Tibet. Hij verklaart,
dat hij in 't laatst van Juli bij den Dalai-
Lama ontboden is en de opdracht heeft ge
kregen. in diens afwezigheid de staatszaken
te voeren. Na lang tegenstreven, omdat hij
zelf monnik en in wercldsche zaken oner
varen is, was hij toch gekomen. Maar inmid
dels was de Dalai-Lama reeds vertrokken en
had hem schriftelijk de opdracht achterge
laten, orde op de zaken to stellen; ook het
rijkszegel heeft hij achtergelaten, maar hij
heeft geen voorschriften of volmachten ach
tergelaten, om va.11 het rijkszegel gebruik te
maken. De hoogc raad heeft daarom het
rijkszegel ingepakt en weggesloten, en de
Rimbotschi klaagt nu bitter over de ondank
bare taak, die hem is opgedragen.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berich
ten:
Tsjifoe, 24 Aug. (Express). Het vuur van
de Japanners tegen Port Arthur gaat bij tus-
schenpoozen voort, maar gedurende de aller
laatste dagen zijn er minder zware granaten
in de stad geschoten, hetgeen de gedachte
doet opkomen, dat er gebrek is .aan munitie
voor het belegeringsgeschut. De Russen trek
ken partij van dit luwen van den aanval,
om nieuwe mijnen in den grond te leggen.
Tsjifoe, 2Jf Aug. Een jonk, die Liaut'jjan
verliet in den avond van den 21en, bericht,
dat de Japanners er in geslaagd) zijn het fort
Itshan en een andeir fort, omstreeks een ki
lometer ten zuidwesten gelegen, te bezetten.
Zij verdreven de Russen van het paradeveld
en vernielden de beide forten Chaoohank'o,
binnen de oostelijke versterkingen. Haast
geen enkel gebouw in Port Arthur is onbe
schadigd het stadhuis met die daaraan ver
bonden bergplaats is vernield. Vier groote
schepen zijn buiten gevecht gesteld; nog
slechts één heeft kanonnen a-an boord.
De gedeeltelijke mislukking vati den aan
val der Japanners wordt toegeschreven aan
het vreeselijke vuur van de forten en aan
het groote aantal ondergrondsche mijnen.
Petersburg, 25 Aug. Bij dagorder van den
24en is schout-bij-nacht Jessen, van het Wla-
diwostok-eskader a la suite van den Keizer
gesteld. Kapitein Dabitsch van de Gromo-
boi is tot vleugel-adjudant van den Keizer
benoemd.
Londen, 2Jf Aug. Een telegram, dat be
kend' gemaakt is door het Japansche gezant
schap meldt, dat de Sebastopol den 23en de
Japansche stollingen op het vasteland van
buiten de haven beschoot, toen zij door eer
mijn getroffen werd.
11 ashington, 2j Aug. Het) ministerie van
buitenJandsche zaken kreeg bericht1, dat de
Waiwoepoe (het Cliineesche departement van
buitenlandsahe zaken) den termijn voor het
herstellen van de Russische oorlogsschepen
te Sjanghai heeft verlengd tot 28 Augustus
des middags.
Sjanghai, 2J+ Aug. (Times). Admiraal
Reitzenstein ontving heden morgen bevel van
den Czaar om de Askold en de Grosowoi
terstond te ontwapenen. Heden avond om
zeven uur werden de vlaggen van de beide
Schepen neergelaten.
Nioetsjwang, 23 Aug. (Express). De Japan-
sehc bevelhebber te Haitsjeng trekt daarheen
alle beschikbare troepen op deu zuidwaarts
gelegen spoorweg en zendt hen naar het
noorden aan de westzijde van den spoorweg.
Minstens 20.000 man zijn langs dezen weg
gegaan gedurende de laatste veertien dagen.
Generaal Stössel heeft den 22. uit Port
Arthur (via Tsjifoe waarschijnlijk) aan den
Czaar geseind, dat hij dien dag weer een aan
val van de Japanners met ontzaglijke ver
liezen aan hun kant had afgeslagen.
Volgens een bericht uit Moskou van de
Morning Post ontving een intieme vriend
van generaal Stoesscl van dezen een tele
gram, dat eindigt met de woorden „Vaar
wel voor altijd1 Port Arthur zal mijn graf
zijn."
Uit het Noorsch
8 VAN
JONAS LIE.
„God weet wat ik er mede moet uitvoe
ren", het Bera zich ontvallen„Dat is
nog uit den tijd, dat hij 's zomers bij ons
woondeAls hij zoo over alles wat hij
dacht praatte, was het altijd alsof ik in een
nieuwe en grootere wereld keek. En toen dus
het perpetuum kwam, was dat voor mij
slechts het rad dat had staan wachten en dat
nu alles moest voortrollen Hij had mij uit
gelegd hoe het overal in do wereld worden
zou, ab de kraoht- maar eerst was geko
men.''
,,Het was alleen maar het rad, dat hij
niet maakte", mompelde mevrouw Forland.
„Maar die wereld met al het nieuwe men-
schengeluk gaat mij nooit uit de gedachten
riep Bera uit, terwijl zij plotseling opstond...
En zooi kan hij een wereld van eleotrische
verlichting biji velen achterlaten, hij
Die laatste woorden, kw&mcn er zoo fluiste
rend uit, dat mevrouw Forland -onwillekeu
rig haar moest aanzien.
Ein nu vraag ik verlof om een scho
tel kersen benedeu in, den tuin te mogen
plukken, terwijl ik op Solvi wacht", viel zij
haastig in en stond op.
„Ja, doe dat» lief kind
Mevrouw* Forlands oogen volgden Bera's
figuurtje, dat door de deur verdween.
Ginds" bij de kerseboomen zeide Bera Ditief
goeden dag, die geheel opging in het bewa
ken van de kersen tegen de zwermen vogels,
tot wie hij in een eigenaardige verhouding
stond sedert zij, in de lente hun nest bouw
den in de wilgen in de weide en hij daarbij
hielp, door het aanslepen van berketwijgen
en leem. Nu en dan klapte hij in de handen
en riep: „Poe, poe, boe, boe', babbelde eu
snapte
Bera keek naar boven naar het open dak
venster. Aan den raam haak hing een zilve
ren horloge, met de ketting er bij, zij
kende het zoo goedFaste bad het, stellig
vergeten, toen hij des morgens naar de stad
ging-
Eensklaps hoorde zij voetstappen beneden
op den weg en klonk liet verwonderd
„Hé, ben jij daar, Bera?"
Faste had baar door het hekwerk heen
ontdekt en hij naderde nu met gebaren en
bewegingen, die den makelaar weergaven.
„Hebt gij ooit zoo n molligen, geldgierige»
kater gezien, Bera Zijn oogen flikkeren let
terlijk van e-lectriciteit."
„Je hadt tooneelspeler moeten worden,
Fa ste
„Wat bedoel je?"
„Ja, want dat is de makelaar in levenden
lijve."
„Wat praat je toch dom, BeraDe een
voudige nabootsing is alleen geschikt om van
de menschen den apenkant te laten zien.
Maar een tooneelspeloreen echte too-
noelspeler die de kunst goed opvat
is een zienerdie hart en ziel door- I
grondt. De groote kunst bestaat daarin om
do intiemste gevoelens weer te geveneen
karakter hier of daar cp straat, op te van-
gen, en dan dadelijk daarmede bezield op
de plauken Maar, Bera, ik geloof op mijn
manier, ook een ziel te hebben gevangen, en
wel den makelaarIn hot begin, was hij ge-
weldig moeilijk en weerspanning. Maax thans
luistert hij naar mij en ik geloof, dat hij er
dè lucht van krijgt,, dat hier wat. te maken
valt goede gegevens voq^_ een badhotel,
op Europcesche leest- geschoeid. En nu is
zwijgen het consigne, zwijgen als het graf.
in elk geval tot wij ons voor een appel en
een ei verzekerd hebben van de waardelooze
bouwgronden beueden aan het strand 1
Ik dank den hemel, dat ik niet zelf de eige
naars het vel over de ooren behoef te halen,
maar dat zulks door tusschenkomst van den
makelaar kan geschieden."
„Ik geloof ook wel, dat- de makelaar inziet
dat gedeelte van de quacitie zelf te moeten
in orde maken", vond Bera.
„Hm, ja
„Niet- dat ik er aan twijfel of jij het
zou kunnen, Faste; daar ben je lang. achter.
Je zou het alleen naderhand niet kunnen
doorzetten."
„En. jij) vindt dat ik drommels on practise lu
ben en blijf, een van die overbeschaafde we
zens, achter glas uitgebroeid in een ouder-
wetsch, fatsoenlijk tehuis! Maar mannen die
willen handelen moeten veroveraarsnaturen
zijn en ter bereiking van hun doel een ei kun
nen stukslaan en een kuiken den hals om
draaien."
„Ja, maar er zijn menschen. die naderhand
nooit meer een kuiken kunnen hooren pie
pen."
„O, ik weet wel wat er bij; jou ontbreekt",
riep hij heftig uit. „Kon er maar een nieuw
geloof in je hart ontspringen, in plaats van
het door het perpetuum verlorene! Ja,
dan
Hij strekte zich uit- en boog een paar twij
gen omlaag. „Ik moot, de kersen grij
pendan laat ik ze op je regenen, neem
ze. neem ze. Zij zijn rood en jij bent bleek,
Bera, evenals ik. Neem ze, neem ze. Als je
wist hoe overmoedig en opgeblazen ik daar
beneden door de straten ga. Met mijn slor
dige das en mijn vettige jas vind ik het ecu
genot om mij te voelen tegenover de engli9h-
fashions-petits-maitres van de stad, met wie
ik vroeger op de schoolbanken hob gezeten...
Handelsman van kop tot teen, zie je
„Neen, ik begrijp niet, hoe je lust kunt
hebben om je zoo wonderlijk aan te stellen,
alsof je toch al niot reeds zonderling en eigen
aardig genoeg bent", riep Bera uit. „Jij hebt
altijd iemand, dien je met genoegen zoudt
vert rappen
„Ach, wel neen, volstrekt nietWaar
ik onder geleden heb en nog onder lijd is
veelmeer de zucht 0111 ze te begrijpen. Hoo
dikwijls heb ik mij niet verwonderd en ben
ik nieuwsgierig geweest en heb ik trachten
uit te vinden wat er eigenlijk stak achter
die terughoudende, defcige, schaapachtige ge
zichten, die zwijgend, den toon aangevende
stadsgoden, die de macht hadden 0111 iemand,
dood te lachen en voor wie ik nog gedeelte
lijk mijn jongensangst kan voelen opkomen,
angst voor de volwassen menschheid en haar
mystieke ontoegankelijkheid.''
„Ei- is je nog zooveel bijgebleven van wat
men. als kind voelt, Faste, en dat i9 vol
strekt niet in je nadeel
Malar hetgeen miji dezer dagen heeft be
zig gehouden, Biera, is niet zoozeer de specu
latie zelf, als wel dat ik nu werkelijk een
beetje het vertrouwen van den makelaar ge
niet en daardoor ook achter de stadsgehei
men kom. Dit feit heeft voor mij een zeer
innerlijke ervaring opgeleverd, namelijk dat
ik dit alles nu kan verdragen en volgen met
den uiigedroogden blik van den makelaar.
Begrijp jc, het is mij alsof liet geheele illusie-
scherm voor mij is neerghaald!"
„Maar, ik zou bijna zeggen, wat wil je
tusschen al die „volwassenen", zooals jij ze
noemtriep zij uit.
„Wat, wat?Begrijp je niet, dat je
mij beleedigt, Bera. Jij vindt mij toch niet
op ccnig punt hun mindere?"
„Wel neen, maar jij zult je nooit op je
post daar kunnen handhaven, terwijl het die
menschen altijd gelukt, zelfs als zij slapen.
Jij hebt je eigen gedachten- en gevoels
wereld, die God weet waar ligt, maar zeker
ver van de hunne af. Ik vind dat jij een man
van de wetenschap hadt moeten worden, of
iets dergelijks."
Wordt vervolgd.