I'. 104. Eerste Blad.
3de Jaargang;,
Zaterdag 15 October 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'8 morgens bij do Uitgevers in te zonden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
TTffHTr,
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels •••••••••••••f 0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester en Wethouder» van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van iet publiek, dat een
door J. van Vollenhoven ingediend' verzoek, met
bijlagen, om vergunning tot het opridhten vaini
eene stoomoliefabriek en het plaatsen van een
compound-stoommachine van 140 p.k., in het
perceel alihier gelegen aan den Gr. Koppel, bij
het kadaster bekend onder sectie A, no. 1583, op
de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat
op Donderdag, den 27. October aanstaande, des
voormiddags te half elf uren gelegenheid ten
Raadhui ze wordt gegeven om, ten overstaan van
het Gemeentebestuur of van een of meer zijner
leden, bezwaren tegen het oprichten van de in
richting in te brengen.
Amersfoort, den 14. October 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANDBERG. WUUTIERS.
die op niets anders bedacht waren, dan hoe
zij bun ellendig bestaan, zoo goed en zoo
kwaad als het gaat, te verzekeren, zien zich
eensklaps aan hunne akkere ontrukt in den
vollen werktijd en weggezonden om lieden
te bestrijden, wier naam zij nooit te voren
hebben gohoord. Zij weten welk nadeel, hun
vertrek zal berokkenen aan hunne lande
rijen, en velen zijn zich bewust van de oliën
de, die hun gezin zal treffen; en tegenover
deze droefenis staat niets wat hen opbeurt,
want nog eens, wat raken hen de Japanners,
wat raakt h-m Mandsjoerije? Van de vrou
wen, die hun man zien vertrekken, maakt1
de wanhoop zich meester, somber bij de
eenen, woest en luidruhtig bij de anderen.
Men verhaalt verschrikkelijke tooneelen, die
in Siberië zijn voorgekomen. Dichterbij, in
de Wolga-streek, heb ik een reservist zien
vertrekken, die eene vrouw en negen kinde
ren broodeloos achterliet'. Zijne vrouw was
als krankzinnig. Zulke gevallen zijn ongeluk
kig veelvuldig en, helaas' onvermijdelijk.
Wat er de droefheid van verhoogt is, in som
mige dorpen, de hardheid van de ouders
van den reservist tegenover hunne schoon
dochter, die voor 't oogenblik zonder steun
achterblijft. Ik ken b.v. in het gouverne-
ment Saratow gevallen, waarin die arme
vrouwen eenvoudig werden weggejaagd met
hare kinderen, onder voorwendsel, da£ men
onnutte monden niet behoefde te voeden.
Zrirër doen de zemstwo's, op wie grootendeels
w die zorg neerkomt, al het mogelijke om het
gehau, soms van doodslag leed van de ongelukkigen te verzachten,
maar hoeveel onbekend leed ii er niet te
midden van die onherbergzame steppen
Maar de mannen, hoe beschouwen dio
Politiek Overzicht
De Russische boeren en de oerlog.
De correspondent van de Köln. Ztg. te
Petersburg heeft bericht van ongeregeldhe
den, die zijn verwekt door onder de wape
nen geroepen Russische reservisten. Hij heeft
de juistheid van zijm bericht volgehouden
tegenover tegenover de officieuss tegenspraak,
die het gevonden had; een tiental plaatsen
noemt hij op, waar dergelijke ongeregeldhe
den hebben 1
vergezeld.
Deze mededeelingen kunnen dienen tot
be vest ging van wat voorkomt in eene cor
respondentie van den Temps, waarin wor-it;-:<lat vertrek?
nagegaan hoe de stemming op het platteland
van Rusland is en hoe de Russische boeren
over den oorlog denken. De Schr. maakt
eene splitsing tusschen hen, die den oorlog
nog slechts van hooren zeggen kennen, en
hen, die door de mobilisatie zijn getroffen.
Voor de stemming onder de eerste categorie,
de lieden die den oorlog nog slechts kennen
uit de verhalen van hunne bestuurders of
hunne popen, of uit vie berichten van de
dagbladen, is kenschetsend de ontvangst, die
in een dorp van Midden-Rusland twee afge
zanten van het Roode Kruis vonden, die
kwamen om ge-id in te zamelen. De starost
vroeg of het eene belasting was, die zij in
vorderden, en toen hij vernam, dat het een
liefdadigheidswerk was en dat men vrij was
te geven wat men wilde, gaf hij te kennen,
dat hij de dorpsvergadering moest raadple
gen. Deze k*vam bijeen. De boeren beraad
slaagden, schreeuwden druk. zooals gebruike
lijk is bij zulke gelegenheiden, en werden
het eindelrk eens. Hun besluit, met zorg op
gesteld. werd op het papier gebrasthet-
luidde,.De dorpsvergadering yan..... is van
meening, dat Port Arthur moet worden over
gegeven en dat de oorlog moet ophouden,
omdat Port Arthur niet binnen onze gren
zen ligt." Dit besluit bereikte den gouver
neur. die het niet1 verder doorzond. Ounoo-
dig te zeggen, dat de goede boeren geen cent
gegeven hadden voort het Roode Kruis.
In de streken, die door de mobilisatie zijn
getroffen, zijn de gevoelens geheel anders
Wat de Schr. daarover mededeelt, is niet zon
der belang; wij geven het hier 'n zijne
eigen woorden weer. Hij schrijft
..Vooreerst is de mobilisatie op zicK zelf
reeds eene wanhoop. Hier is geen vertoon
te maken, geen chauvinisme te doen blijken.
Deze eenvoudige, zeer zachtzinnige mannen,
Wanneer men oppervlakkig de bladen
leest. da.n zou men kunnen meenen, dat de
reservisten naar Mandsjoerije vertrekken als
voor een pleiziertochtje. D? waarheid is ge
heel anders. Men kan zich daarvan overtui
gen reeds door te lezen, naast de berichten
van Liaojang, berichten als deze„Elisabet-
grad. 7 September. De mobilisatie is rustig
in haar werk gegaan." Ei, verwachtte men
iets anders? is men geneigd, dit lezende, te
vragen. Ja. men verwachtte iets anders: na
melijk wanordelijkheden, meer dan wanorde
lijkbeden, onlusten. Men wist namelijk, dat
in eene stad, in Jekatennoslow bij voorbeeld,
eene bende, zoogenaamd uit reservisten sa
mengesteld. i'n eene wijk had huis gehouden
en eenige winkels geplunderd en leeggehaald
had en eerst was opgehouden voor eene in
allerijl bijeengeroepen politiemacht. Men
wist ook, hoe de rustigsten en fat&oo-nlijksten
onder deze brave lieden denken over het
vertrek naar de vreeselijke slachting en, de
aanstekelijkheid van het voorbeeld ook wat
hen betreft vreezende, was men voor iets be
ducht.
Ik heb ze zien vertrekken, die reservisten,
en ik moet zeggen, dat telkens de indruk,
diep ik er van kreeg, hartverscheurend was
een zwijgende troep mannen, vrouwen en
kinderen, beladen met pakken en met zwa-
ren stap voortgaande achter eenige muziek
nu en dan een dronkemanslied. maar zeld
zaam, want er mag geen alkohol verkocht
worden op den dag, waarop de reservisten
ten oorlog gaan.
Op een anderen dag waren "t kozakken, te
Jekaterinodar. De kozakken zijn geen gewone
boerenzij kunnen de wapenen hanteeren,
en men bad tot mij gezegd„Gij zult de
tegenstelling zien tusschen hun vertrek en
dat van de andere reservisten! Gij zult <te
blijdschap zien, die onder hen heerscht!"
Ik heb gezien. De trein stond gereed aan
een perron manschappen en paarden waren
reeds ingeladen. Voor den Jrem, door een
weg gescheiden, stonden vrouweai en kinde
ren, ook eenige oude bloedverwanten. In een
dor laatste wagens zongen een paar dronken
soldaten, begeleid door een accordeon, en da^
dronkemanalied klonk valsch te midden, van
die menigte, die een somber zwijgen bewaar
de. Vlak voor mij,, aan het open portier van
een der wagens, dat zij met hunne forsche
gestalten vulden, keken twee kozakken naar
hunne familie, zonder een woord te zeggen,
in stilte weonende. Een onbeschrijfelij)ke droe
fenis vervulden dezen geheele trein soldaten,
alsof 't een trein van veroordeelden was.
Ach, gij hadt moeten zien boe de men-
scben naar Turkije trokkenzeidc plotseling
een buurman tot mij, die ook dit tooneel had
aanschouwd. Gij hadt moeten zien hoe de
vrijwilligers toen toestroomden. Maar toen
wist men dan ook, dat bet ging tegen de
Turken, en nuHij voltooide zijne gv
dachte niet, maar ik kon haar gemakkelijk
raden.
Men kan zicb gemakkelijk voorstellen,
welke stemming heerscht in de dorpen, die al
dus ontvolkt zijn door de mobilisatie. Daar-
bij koaf fc het ongeluk van, de eenen op de
anderen neer. Het vertrek van de tot werken
geschikte mannen ontneemt evenveel werk
lieden aan de streek daa/r nu de arbeid van
den oogst in den regel dringt, een inzonderheid
dit jaar drong, toen de oogst prachtig was,
is de prijs van het werk op het. land in even
redigheid daarmee omhoog gegaan, zoodat
het voordeel van een overvloediger! oogst,
volgende op een reeks magere jaren, vermin
derd werd door de duurte cn de schaarschte
van het werkvolk.
Men zal nu begrijpen waarom de telegram
men (of het waar of niet waar was, doet er
niet toe) belichten, dat de mobilisatie zonder
stoornis iu haar werk was gegaan. Zij waren
een weerklank op eene algemeene bezorgd
heid. Nu deze oorlog, dien men eerst aan
het volk had afgebeeld door platen, een dikke
moejik vertoonende, die zweepslagen toedeelt
aan een kieiu, geel mannetje, wordt voortge
zet te midden van verschrikkelijke slachtin
gen en eindeloos leed, nu het latiwd, eerst on
bekommerd, den ernst van het oogenblik be
gint te beseffen, vreest men voor wat die
troepen reservisten in hun schild kunnen
voeren.
Waarom hebt. gij zoo lang gedraald met
krachtig tusschen beide te komen? vroeg
iemand aan een hoofd van de politie in eene
stad, waar de reservisten nogal hadden huis
gehouden.
Omdat men met die menschen voor
zichtig moet zijn, was heft antwoord. Stel
eens het geval, dat zij in het hoofd kregen
niet te wlilen vertrekken!"
Dit woord is zeer kenschetsend voor de
stemming, die heerscht in Zuid-Rusland. „Als
eens ondanks de beloften, de vleierijen, de
rondgedeelde heiligenbeelden, de reizen van
den Keizer, de reservisten niet wilden gaan!"
Maar zij vertrekken gedwee, die goede
moejiks, en als zij vertrokken zijn, dan keert
alles weer tot. zijne rust. In het. dorp zoomin
als in het land denkt men aan den dag van
morgen, de berusting komt spoedig en is vol
komen. Die weduwen zullen een hoekje vin
den, waar zij hun ellendig bestaan kunnen
voortsleepen, die oude verwanten zullen stil
letjes sterven.
Wat die huisvader betreft, wier vertrek
zooveel leed heeft doen ontstaan, zij zullen,
zich schikkende in het onvermijdelijke, naar
het einde van de wereld gaan om nieuwe
ontberingen te verdragen en heldhaftig te
vechten, zonder merren, voor eene zaak, die
zij nooit zullen begrijpen. Dit is een volk, dat
zich tot in 't oneindige laat slaan, als men
maar den slag heeft het niet barsch te be
jegenen en het. te beletten zich te bedrinken
het maakt elke berekening te schande, iedere
logische combinatie, die men zou kunnen
steunen op wat men weet van zijn aard. Zijne
uitbarstingen van woede zijn verschrikkelijk.
Des te beter, wanneer men ze weet te leiden
tegen den vijand van heden, de Japanners.
Maar wat zal het morgen doem en tegen wien
zal het dan de vuist opheffen N iemand kan
dat voor 't oogenblik zegg i, het volk zelf
minder dan iemand anders."
Duitschland.
Dresden, 14 Oct. Het Dresdener Journal
publiceert eene bekendmaking van het ge
heele ministerie, inhoudende dat de Koning
naar aanleiding van zijn tegenwoordige
ziekte, den Kroonprins tot nader order heeft
aangesteld als zijn plaatsvervanger voor alle
regeeringszaken.
Dresden, 15 Oct. De Koning is heden mor
gen om 2.25 te Pillnitz overleden.
(De overleden Koning George wara den 19en
Juni 1902 zijn kinderloos gestorven broeder
opgevolgd. Hij was geboren den Sen Augus
tus 1832, eveneens te Pillnitz. Zijn opvolger
is Kroonprins Frederik August, wiens huwe
lijk met aartshertogin Louise Antoinette van
Oostenrijk verleden jaar ontbonden werd).
De landdag van het vorstendom Lippe is
naar huis gezonden en zal waarschijnlijk
ontbonden worden, omdat bij 't met
de regeering niet eens is kunnen wor
den over de regeling van de kwestie van het
regentschap. Het resultaat van de nu af ge
loop© n zitting is dat de landdag zelfstandig,
als protest tegen het bekende telegram van
den Duitschen Keizer, verklaard heeft in de
regeling van de kwestie der erfopvolging
geen eigenmachtige inmenging van buiten te
kunnen toelaten. De regeling zelve van die
kwestie is thans niet aan de orde, omdat
alle partijen, die hiermede te maken hebben,
overeenstemmend besloten hebben, daarover
eene rechterlijke beslissing in te roepen. De
rijkskanselier beeft bereids medegedeeld,
dat hij zoo spoedig mogelijk den bondsraad
in de gelegenheid zal stellen aan het ver
zoek te voldoen om het tot stand komen
van zulk eene beslissing te bevorderen.
Het punt, waarover tusschen de regee
ring en den landdag van het vorstendom
Lippe geen overeenstemming verkregen is
kunnen worden, komt op het volgende neer
De wet tot regeling van het regentschap
van 24 Maart 1898 verklaart., volgens de
Lippische opvatting graaf Leopold zur Lippe-
Biesterfeld gerechtigd tot het voeren van
het regentschap want zij bepaalt, dat de
oudste zoon van den op 26 September jl.
overleden graaf-regent diens opvolger moet
zijn in de functie van regent. Deze wet van
1898 bevat echter nog eene beperkende be
paling, die intusschen in het onderhavige
geval niet in den weg stond aan het optre
den van den nieuwen regent. Zij bepaalt
namelijk, dat het regent9ohap slechts zal
duren tot don dood van vorst Alexander,
den regeerenden vorst, die wegens krankzin
nigheid niet in staat is zelf het bewind te
voeren. Do regeering wensehte nu, dat de
bevoegdheid van graaf Leopold om als re
gent te fungeeren, ook na den dood van
vorst Alexander zal voortduren, voor onbe-
paalden tijd, namelijk totdat de kwestie
van de troonsopvolging definitief geregeld is.
Tegen dien onbepaaJden duur werd in den
landdag bezwaar geopperd. De commissi©
had een l>emiddelings-voorstel ingediend, in-
houdendo dat wanneer vorst Alexander
die nu 73 jaar is binnen twee jaren
mocht sterven en na afloop van die jaren nog
gee i rechtbank tot beslissing van de troons
opvolgingskwestie is tot stand gekomen, heb
regentschap van graaf Leopold ophoudt en
de wet van 24 April 1895 weder van kracht
wordt. De landdag zou dan weder gerech
tigd worden den regent zelf te kiezen uit de
meerderjarige, tot de opvolging gerechtigde,
niet regeerende agnaten.
De ïegeering verlangde eene beslissing
over het door haar ingediende voorstel. Bij
de stemming verklaarden zich 10 leden voor,
7 tegen het voorsteldoch daar voor de aan
neming eene meerderheid van twee derden
gevorderd werd, moest het als verworpen be
schouwd worden. Het voorstel der oommissie
echter was hiermede vervallen, zoodat de wet
van 24 Maart 1898 ongewijzigd van kracht
blijft.
Oostenrijk.
Wecnen, 14 Oct. De landdag van Bobemeu
is na drie zittingen verdaagd ten gevolg van
de voortdurende obstructie der Duitse he par-
t*
Zuidwest-Afrika.
Berlijn, 14 Oct. Gouverneur Leut wei n he-
rich*, van den 13enDen 21en September
hadden patrouilles een gevecht tegen Maren-
ga bij Gais, ton noorden van Warmbad.
Zwaar gewond werden le luitenant Scliultze
en 4 onderofficieren en minderen zwaar ge
wond.
Den 5en October had de compagnie welke
een gevecht, bij den waterval aan de west
rand van dé Karrrsbergen tegen Marenga.
Luitenant Eick en den ruiter Nerbe wer
den gedood, drie zwaar gewond, vier, waar
onder kapitein Wehl licht gewond. Veixiere
bijzonderheden ontbreken.
Berlijn, 15 Oct. Uit Windhoek wordt van
13 dezer bericht: Volgens een bericht n't
Keetmanshoop over Liideritzbaai en Swakop-
mund heeft Hendrik Witbooi door Samueal
Isaak op 3 October aan Burgsdorff een oor
logsverklaring doen toekomen. Morenga (on
der-kapitein van de Bondelszwart9.) biedt
krach tigen tegenstand en krijgt voortdurend
vereterking van góed gewapende en goed be
reden mannen. De Hottentotten komen in
grooten getale bijeen bij de Grootbroekkaroe,
80 K.M. ten zuiden van Gibeon. De verbin
ding met Gibeon is afgesneden.
De oorlog in Oost-Azië.
an den oorlog zijn de volgende berichten
Hoofdkwartier van Koer opat kin, 12 Oct.
De hevigste en belangrijkste strijd werd
voornamelijk langs den spoorweg gevoerd en
bereikte heden het toppunt, toen na drie da
gen yan stout moedigen aanval de Russen een
beleidvollen terugtocht ondernamen en te
ruggingen over een afstand van vijf mijlen.
Honderden gewonde Russen werden naar do
veldhospitalen gebracht. Ik woon den slag
bij van den Boengpasheuvel bij Soelioetsoe.
De Japan sche en Russische batterijen zijn
te onderscheiden door de groote stofwolken
het geweldig gebulder. Daar de gierst
1 Naar het Engelsch
VAN
JOHN STRANGE WINTER.
„Wij zullen maar één meidi kunnen hou
den," zeide moeder.
„Wij zullen er ook maar één noodig heb
ben," antwoordde Nelly, vriendelijk.
Wij besloten de keukenmeid te houden;
eigenlijk weigerde zij, om de waarheid to
zeggen, eenvoudig heen te gaan, en moeder
had weinig in het geval te zeggen
„Neen, mevrouw," zeide zij, „liet helpt niet,
of u mij den dienst, opzegtik ga toch niet,
ten minste niet verder dan „Dene Lodge".
O, ja, ik weet wel, dat u er maar een gaat
houdenmaar die ééne zal ik zijn. Het zal
voor de jonge dames zulk een groot bezwaar
niet zijn een weinig lioht huiswerk te ver
richten b. v. dé bedden, stof afnemen, en
wat dies meer zij, evenmin als ik er tegen
op zie wat ander werk te doen dan vroeger!
Zet haar fijne dameshandjes echter eens
aan het koken, en haar magen zullen spoof
dig het voedsel weigeren, en zet mij! eens id
een keuken met een mevrouw. «lie mij plaagt
en mij geen oogenblik rust gunt, dan kunt
u mij even goed in eens hel mes op d© kec|
zetten. Ik wil nu eenmaal niet daarmee
uit."
„Maar het loon!" riep moeder, aan het
verband denkend tusschen de 25 van de
meid en hare eigene 250.
„Tut, tut," mompelde zij, ongeduldig wor
dend. „U geeft een gewoon jaargeld. Gisteren
hebt u 14 vastgesteld, en daar ben ik vol
komen mee tevreden. Als u ini beter om
standigheden verkeertkunt u mij opslag
geven."
Zij zwaaide met haar arm, ton toeken, dat
het onderwerp was afgehandeld.
„Maar, meid...!" begon moeder.
De meid keerde zich om, met een onwil
lige uitdrukking op het gelaat, en begon nog
eens: „Als u hot dan precies weten wilt.
Mevrouw, verneem dan, dat ik al dien tijd,
dat ik bij u geweest ben, nog geen 10
's jaars heb uitgegeven. Ik ben een vrouw,
die het geld zoo ver kan laten strekken
als noodig is, en ik heb een aardig som
metje bij elkaar gekregen. Ik vertrouw wel,
dat u mij niet naar het werkhuis zult stu-
Tou, als ik niet langer werken kan."
,.0, meid, trouwe ziel!" begon moeder;
toen kon zij niet voortgaan van aandoening,
en de meid maakte zichzelf uit voor al wat
leelijk was, omdat zij haar zoo van streek
had gemaakt.
Maar in alle gevalzij had haar doel be
reikt. Zij zou met ons naar „Dene Lodge"
gaan.-en. welke zorgen moeder nog to wach
ten stonden, over slecht toebereid eten zou
zij, zich'"niet behoeven te bekommeren.
Den volgenden dag wandelden wij naar
1 ..Dene Lodge", waar wij elk hoekje en gaatje
van buiten kenden. Vreemd was het echter,
dat het, sedert wij er gewoond, hadden, ge
krompen scheen te zijm. De zaal was zoo erg
klein en de zitkamer zoo hoekig en bekrom
pen, de zonneblinden hingen alle gescheurd
en scheef een groot verschil met onze
mooie in de pastorie. Moeder keek te leur -
rondmaar Nelly greep haar hand
zeide„Nu moet u miji beloven, lieve
moeder, niet meer terug te komen, vóór alles
klaar is."
HOOFDSTUK IV.
Een misrekening.
Moeder ging werkelijk niet naar „Deno
Lodge" voor alles gereed was. Zij had ook
meer dan genoeg te doen in de pastorie,
want niemand andem kou vaders papieren in
orde brengenof uitmaken, welke boeken
van hem gehouden moesten worden. Daarom
bracht zij den meesten tijd in de studeer
kamer door.
In dien tusschentijd hadden Nelly en ik
met Allen en Jozef het zeer druk te „Dene-.
Lodge". Wij werkten allen met vuur. Nelly
en ik maakten de schoorsteenmantels schoon
en zeepsopten het schilderwerk af, terwijl
de anderen de muren afboenden en al de
vloeren kozijnen en gangen schrobden dat
het een aard had. Wij maakten het geheele
huis ongetwijfeld zoo schoonals water en
zeep het maken kiïnnen, en de dokter gaf
een nieuw behang in dé zitkamer en in moe
ders slaapkamer. We haalden hier en daar
de verf met aspinall op en schilderden eenige
voorwerpen geheel en al, waarna wij met de
kleeden begonnen. Intusschen deed Jozef zijn
best om den tuin, die in dén laatsten tijd
zeer verwaarloosd was, een net en behoorlijk
aanzien te geven. Hierin slaagde hij wer
kelijk, waarna hij met Topsy en den hitte
wagen heen en weer reed, om de beste plan
ten uit de broeikas der pastorie over te
brengen naar de oude serre te „Dene
Lodge."
Wij brachten géén stukje over, voor wij
met al de kleeden, gereed waren, en toen be
gon de groote verhuizing. Het is inderdaad
veel gemakkelijker van een groot naar een
klein huis te verhuizen, dan omgekeerd, wan
neer men niet meer dan het hoognoodigo
wil uitgeven. Wij kozen slechts de beste meu
bels uit. en toen alles geplaatst was. zag het
er gezellig, huiselijk en daarbij smaak
vol uit.
Ruimschoots werden wij voor al onze moei
te beloond, toen moeder er voor het eerst
kwam, en wij haar verstomd zagen staan van
verrassing, bij hot zien van het aardige zaal
tje met zijn gordijnen en schilderijen en de
groote acacia-plantin vollen bloei, die wij
gezet hadden in den boek, veroorzaakt door
een draai in de balustrade.
Het was natuurlijk niet grootmaar het
zag er toch uit als een heerenhuis; een hel
der vuurtje brandde in de voorkamer, en
moeders geliefkoosde stoel stond op haar te
wachten, met haar werktafeltje er naast. Wij
hadde zooveel bloemen geplukt, als maar
I mogelijk wasvoornamelijk witte en gele
asters, en hadden ze in de verschillende por
seleinen ornamenten en vaasjes gerangschikt.
De piano was evenals verleden, jaar versierd
niet oen Oostersche plant, en iu een grooten
gelen pot. daarnaast prijkte oen bos varen
planten. De kamer zag er werkelijk aardig
on vriendelijk uit, en moeders vochtige oogen
gaven ons den dank, dien haar bevende lip
pen niet konden uitspreken.
„Lieve kinderen was alles, wat zij kon
uitbrengen, maar het was genoeg. Wij be
grepen haar. Allen en de andere meid gin
gen niet naar het nieuwe huis, maar namen
in de pastorie afscheid. Zij bleven daar om
het opzicht te houden over <1© verkooping
van datgene, wat wij niet. konden behouden.
Oscar was reeds naar Uppingham terugge
keerd; zooals hij' zeer verstandig zeido
moest hij hard blokken en was het dwaas
hier te luieren, en zich door al de andere
jongens te laten vooruithalen. Daarom was
hij gegaan .en hij had moeder al eens ge
schreven. dat hij werkte als een paard, in de
ware bcteckenis van het woord
Wordt vervolgd.