I'. 104. Eerste Blad. 3de Jaargang;, Zaterdag 15 October 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur '8 morgens bij do Uitgevers in te zonden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. TTffHTr, PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels •••••••••••••f 0.75. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester en Wethouder» van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van iet publiek, dat een door J. van Vollenhoven ingediend' verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het opridhten vaini eene stoomoliefabriek en het plaatsen van een compound-stoommachine van 140 p.k., in het perceel alihier gelegen aan den Gr. Koppel, bij het kadaster bekend onder sectie A, no. 1583, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 27. October aanstaande, des voormiddags te half elf uren gelegenheid ten Raadhui ze wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de in richting in te brengen. Amersfoort, den 14. October 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SANDBERG. WUUTIERS. die op niets anders bedacht waren, dan hoe zij bun ellendig bestaan, zoo goed en zoo kwaad als het gaat, te verzekeren, zien zich eensklaps aan hunne akkere ontrukt in den vollen werktijd en weggezonden om lieden te bestrijden, wier naam zij nooit te voren hebben gohoord. Zij weten welk nadeel, hun vertrek zal berokkenen aan hunne lande rijen, en velen zijn zich bewust van de oliën de, die hun gezin zal treffen; en tegenover deze droefenis staat niets wat hen opbeurt, want nog eens, wat raken hen de Japanners, wat raakt h-m Mandsjoerije? Van de vrou wen, die hun man zien vertrekken, maakt1 de wanhoop zich meester, somber bij de eenen, woest en luidruhtig bij de anderen. Men verhaalt verschrikkelijke tooneelen, die in Siberië zijn voorgekomen. Dichterbij, in de Wolga-streek, heb ik een reservist zien vertrekken, die eene vrouw en negen kinde ren broodeloos achterliet'. Zijne vrouw was als krankzinnig. Zulke gevallen zijn ongeluk kig veelvuldig en, helaas' onvermijdelijk. Wat er de droefheid van verhoogt is, in som mige dorpen, de hardheid van de ouders van den reservist tegenover hunne schoon dochter, die voor 't oogenblik zonder steun achterblijft. Ik ken b.v. in het gouverne- ment Saratow gevallen, waarin die arme vrouwen eenvoudig werden weggejaagd met hare kinderen, onder voorwendsel, da£ men onnutte monden niet behoefde te voeden. Zrirër doen de zemstwo's, op wie grootendeels w die zorg neerkomt, al het mogelijke om het gehau, soms van doodslag leed van de ongelukkigen te verzachten, maar hoeveel onbekend leed ii er niet te midden van die onherbergzame steppen Maar de mannen, hoe beschouwen dio Politiek Overzicht De Russische boeren en de oerlog. De correspondent van de Köln. Ztg. te Petersburg heeft bericht van ongeregeldhe den, die zijn verwekt door onder de wape nen geroepen Russische reservisten. Hij heeft de juistheid van zijm bericht volgehouden tegenover tegenover de officieuss tegenspraak, die het gevonden had; een tiental plaatsen noemt hij op, waar dergelijke ongeregeldhe den hebben 1 vergezeld. Deze mededeelingen kunnen dienen tot be vest ging van wat voorkomt in eene cor respondentie van den Temps, waarin wor-it;-:<lat vertrek? nagegaan hoe de stemming op het platteland van Rusland is en hoe de Russische boeren over den oorlog denken. De Schr. maakt eene splitsing tusschen hen, die den oorlog nog slechts van hooren zeggen kennen, en hen, die door de mobilisatie zijn getroffen. Voor de stemming onder de eerste categorie, de lieden die den oorlog nog slechts kennen uit de verhalen van hunne bestuurders of hunne popen, of uit vie berichten van de dagbladen, is kenschetsend de ontvangst, die in een dorp van Midden-Rusland twee afge zanten van het Roode Kruis vonden, die kwamen om ge-id in te zamelen. De starost vroeg of het eene belasting was, die zij in vorderden, en toen hij vernam, dat het een liefdadigheidswerk was en dat men vrij was te geven wat men wilde, gaf hij te kennen, dat hij de dorpsvergadering moest raadple gen. Deze k*vam bijeen. De boeren beraad slaagden, schreeuwden druk. zooals gebruike lijk is bij zulke gelegenheiden, en werden het eindelrk eens. Hun besluit, met zorg op gesteld. werd op het papier gebrasthet- luidde,.De dorpsvergadering yan..... is van meening, dat Port Arthur moet worden over gegeven en dat de oorlog moet ophouden, omdat Port Arthur niet binnen onze gren zen ligt." Dit besluit bereikte den gouver neur. die het niet1 verder doorzond. Ounoo- dig te zeggen, dat de goede boeren geen cent gegeven hadden voort het Roode Kruis. In de streken, die door de mobilisatie zijn getroffen, zijn de gevoelens geheel anders Wat de Schr. daarover mededeelt, is niet zon der belang; wij geven het hier 'n zijne eigen woorden weer. Hij schrijft ..Vooreerst is de mobilisatie op zicK zelf reeds eene wanhoop. Hier is geen vertoon te maken, geen chauvinisme te doen blijken. Deze eenvoudige, zeer zachtzinnige mannen, Wanneer men oppervlakkig de bladen leest. da.n zou men kunnen meenen, dat de reservisten naar Mandsjoerije vertrekken als voor een pleiziertochtje. D? waarheid is ge heel anders. Men kan zich daarvan overtui gen reeds door te lezen, naast de berichten van Liaojang, berichten als deze„Elisabet- grad. 7 September. De mobilisatie is rustig in haar werk gegaan." Ei, verwachtte men iets anders? is men geneigd, dit lezende, te vragen. Ja. men verwachtte iets anders: na melijk wanordelijkheden, meer dan wanorde lijkbeden, onlusten. Men wist namelijk, dat in eene stad, in Jekatennoslow bij voorbeeld, eene bende, zoogenaamd uit reservisten sa mengesteld. i'n eene wijk had huis gehouden en eenige winkels geplunderd en leeggehaald had en eerst was opgehouden voor eene in allerijl bijeengeroepen politiemacht. Men wist ook, hoe de rustigsten en fat&oo-nlijksten onder deze brave lieden denken over het vertrek naar de vreeselijke slachting en, de aanstekelijkheid van het voorbeeld ook wat hen betreft vreezende, was men voor iets be ducht. Ik heb ze zien vertrekken, die reservisten, en ik moet zeggen, dat telkens de indruk, diep ik er van kreeg, hartverscheurend was een zwijgende troep mannen, vrouwen en kinderen, beladen met pakken en met zwa- ren stap voortgaande achter eenige muziek nu en dan een dronkemanslied. maar zeld zaam, want er mag geen alkohol verkocht worden op den dag, waarop de reservisten ten oorlog gaan. Op een anderen dag waren "t kozakken, te Jekaterinodar. De kozakken zijn geen gewone boerenzij kunnen de wapenen hanteeren, en men bad tot mij gezegd„Gij zult de tegenstelling zien tusschen hun vertrek en dat van de andere reservisten! Gij zult <te blijdschap zien, die onder hen heerscht!" Ik heb gezien. De trein stond gereed aan een perron manschappen en paarden waren reeds ingeladen. Voor den Jrem, door een weg gescheiden, stonden vrouweai en kinde ren, ook eenige oude bloedverwanten. In een dor laatste wagens zongen een paar dronken soldaten, begeleid door een accordeon, en da^ dronkemanalied klonk valsch te midden, van die menigte, die een somber zwijgen bewaar de. Vlak voor mij,, aan het open portier van een der wagens, dat zij met hunne forsche gestalten vulden, keken twee kozakken naar hunne familie, zonder een woord te zeggen, in stilte weonende. Een onbeschrijfelij)ke droe fenis vervulden dezen geheele trein soldaten, alsof 't een trein van veroordeelden was. Ach, gij hadt moeten zien boe de men- scben naar Turkije trokkenzeidc plotseling een buurman tot mij, die ook dit tooneel had aanschouwd. Gij hadt moeten zien hoe de vrijwilligers toen toestroomden. Maar toen wist men dan ook, dat bet ging tegen de Turken, en nuHij voltooide zijne gv dachte niet, maar ik kon haar gemakkelijk raden. Men kan zicb gemakkelijk voorstellen, welke stemming heerscht in de dorpen, die al dus ontvolkt zijn door de mobilisatie. Daar- bij koaf fc het ongeluk van, de eenen op de anderen neer. Het vertrek van de tot werken geschikte mannen ontneemt evenveel werk lieden aan de streek daa/r nu de arbeid van den oogst in den regel dringt, een inzonderheid dit jaar drong, toen de oogst prachtig was, is de prijs van het werk op het. land in even redigheid daarmee omhoog gegaan, zoodat het voordeel van een overvloediger! oogst, volgende op een reeks magere jaren, vermin derd werd door de duurte cn de schaarschte van het werkvolk. Men zal nu begrijpen waarom de telegram men (of het waar of niet waar was, doet er niet toe) belichten, dat de mobilisatie zonder stoornis iu haar werk was gegaan. Zij waren een weerklank op eene algemeene bezorgd heid. Nu deze oorlog, dien men eerst aan het volk had afgebeeld door platen, een dikke moejik vertoonende, die zweepslagen toedeelt aan een kieiu, geel mannetje, wordt voortge zet te midden van verschrikkelijke slachtin gen en eindeloos leed, nu het latiwd, eerst on bekommerd, den ernst van het oogenblik be gint te beseffen, vreest men voor wat die troepen reservisten in hun schild kunnen voeren. Waarom hebt. gij zoo lang gedraald met krachtig tusschen beide te komen? vroeg iemand aan een hoofd van de politie in eene stad, waar de reservisten nogal hadden huis gehouden. Omdat men met die menschen voor zichtig moet zijn, was heft antwoord. Stel eens het geval, dat zij in het hoofd kregen niet te wlilen vertrekken!" Dit woord is zeer kenschetsend voor de stemming, die heerscht in Zuid-Rusland. „Als eens ondanks de beloften, de vleierijen, de rondgedeelde heiligenbeelden, de reizen van den Keizer, de reservisten niet wilden gaan!" Maar zij vertrekken gedwee, die goede moejiks, en als zij vertrokken zijn, dan keert alles weer tot. zijne rust. In het. dorp zoomin als in het land denkt men aan den dag van morgen, de berusting komt spoedig en is vol komen. Die weduwen zullen een hoekje vin den, waar zij hun ellendig bestaan kunnen voortsleepen, die oude verwanten zullen stil letjes sterven. Wat die huisvader betreft, wier vertrek zooveel leed heeft doen ontstaan, zij zullen, zich schikkende in het onvermijdelijke, naar het einde van de wereld gaan om nieuwe ontberingen te verdragen en heldhaftig te vechten, zonder merren, voor eene zaak, die zij nooit zullen begrijpen. Dit is een volk, dat zich tot in 't oneindige laat slaan, als men maar den slag heeft het niet barsch te be jegenen en het. te beletten zich te bedrinken het maakt elke berekening te schande, iedere logische combinatie, die men zou kunnen steunen op wat men weet van zijn aard. Zijne uitbarstingen van woede zijn verschrikkelijk. Des te beter, wanneer men ze weet te leiden tegen den vijand van heden, de Japanners. Maar wat zal het morgen doem en tegen wien zal het dan de vuist opheffen N iemand kan dat voor 't oogenblik zegg i, het volk zelf minder dan iemand anders." Duitschland. Dresden, 14 Oct. Het Dresdener Journal publiceert eene bekendmaking van het ge heele ministerie, inhoudende dat de Koning naar aanleiding van zijn tegenwoordige ziekte, den Kroonprins tot nader order heeft aangesteld als zijn plaatsvervanger voor alle regeeringszaken. Dresden, 15 Oct. De Koning is heden mor gen om 2.25 te Pillnitz overleden. (De overleden Koning George wara den 19en Juni 1902 zijn kinderloos gestorven broeder opgevolgd. Hij was geboren den Sen Augus tus 1832, eveneens te Pillnitz. Zijn opvolger is Kroonprins Frederik August, wiens huwe lijk met aartshertogin Louise Antoinette van Oostenrijk verleden jaar ontbonden werd). De landdag van het vorstendom Lippe is naar huis gezonden en zal waarschijnlijk ontbonden worden, omdat bij 't met de regeering niet eens is kunnen wor den over de regeling van de kwestie van het regentschap. Het resultaat van de nu af ge loop© n zitting is dat de landdag zelfstandig, als protest tegen het bekende telegram van den Duitschen Keizer, verklaard heeft in de regeling van de kwestie der erfopvolging geen eigenmachtige inmenging van buiten te kunnen toelaten. De regeling zelve van die kwestie is thans niet aan de orde, omdat alle partijen, die hiermede te maken hebben, overeenstemmend besloten hebben, daarover eene rechterlijke beslissing in te roepen. De rijkskanselier beeft bereids medegedeeld, dat hij zoo spoedig mogelijk den bondsraad in de gelegenheid zal stellen aan het ver zoek te voldoen om het tot stand komen van zulk eene beslissing te bevorderen. Het punt, waarover tusschen de regee ring en den landdag van het vorstendom Lippe geen overeenstemming verkregen is kunnen worden, komt op het volgende neer De wet tot regeling van het regentschap van 24 Maart 1898 verklaart., volgens de Lippische opvatting graaf Leopold zur Lippe- Biesterfeld gerechtigd tot het voeren van het regentschap want zij bepaalt, dat de oudste zoon van den op 26 September jl. overleden graaf-regent diens opvolger moet zijn in de functie van regent. Deze wet van 1898 bevat echter nog eene beperkende be paling, die intusschen in het onderhavige geval niet in den weg stond aan het optre den van den nieuwen regent. Zij bepaalt namelijk, dat het regent9ohap slechts zal duren tot don dood van vorst Alexander, den regeerenden vorst, die wegens krankzin nigheid niet in staat is zelf het bewind te voeren. Do regeering wensehte nu, dat de bevoegdheid van graaf Leopold om als re gent te fungeeren, ook na den dood van vorst Alexander zal voortduren, voor onbe- paalden tijd, namelijk totdat de kwestie van de troonsopvolging definitief geregeld is. Tegen dien onbepaaJden duur werd in den landdag bezwaar geopperd. De commissi© had een l>emiddelings-voorstel ingediend, in- houdendo dat wanneer vorst Alexander die nu 73 jaar is binnen twee jaren mocht sterven en na afloop van die jaren nog gee i rechtbank tot beslissing van de troons opvolgingskwestie is tot stand gekomen, heb regentschap van graaf Leopold ophoudt en de wet van 24 April 1895 weder van kracht wordt. De landdag zou dan weder gerech tigd worden den regent zelf te kiezen uit de meerderjarige, tot de opvolging gerechtigde, niet regeerende agnaten. De ïegeering verlangde eene beslissing over het door haar ingediende voorstel. Bij de stemming verklaarden zich 10 leden voor, 7 tegen het voorsteldoch daar voor de aan neming eene meerderheid van twee derden gevorderd werd, moest het als verworpen be schouwd worden. Het voorstel der oommissie echter was hiermede vervallen, zoodat de wet van 24 Maart 1898 ongewijzigd van kracht blijft. Oostenrijk. Wecnen, 14 Oct. De landdag van Bobemeu is na drie zittingen verdaagd ten gevolg van de voortdurende obstructie der Duitse he par- t* Zuidwest-Afrika. Berlijn, 14 Oct. Gouverneur Leut wei n he- rich*, van den 13enDen 21en September hadden patrouilles een gevecht tegen Maren- ga bij Gais, ton noorden van Warmbad. Zwaar gewond werden le luitenant Scliultze en 4 onderofficieren en minderen zwaar ge wond. Den 5en October had de compagnie welke een gevecht, bij den waterval aan de west rand van dé Karrrsbergen tegen Marenga. Luitenant Eick en den ruiter Nerbe wer den gedood, drie zwaar gewond, vier, waar onder kapitein Wehl licht gewond. Veixiere bijzonderheden ontbreken. Berlijn, 15 Oct. Uit Windhoek wordt van 13 dezer bericht: Volgens een bericht n't Keetmanshoop over Liideritzbaai en Swakop- mund heeft Hendrik Witbooi door Samueal Isaak op 3 October aan Burgsdorff een oor logsverklaring doen toekomen. Morenga (on der-kapitein van de Bondelszwart9.) biedt krach tigen tegenstand en krijgt voortdurend vereterking van góed gewapende en goed be reden mannen. De Hottentotten komen in grooten getale bijeen bij de Grootbroekkaroe, 80 K.M. ten zuiden van Gibeon. De verbin ding met Gibeon is afgesneden. De oorlog in Oost-Azië. an den oorlog zijn de volgende berichten Hoofdkwartier van Koer opat kin, 12 Oct. De hevigste en belangrijkste strijd werd voornamelijk langs den spoorweg gevoerd en bereikte heden het toppunt, toen na drie da gen yan stout moedigen aanval de Russen een beleidvollen terugtocht ondernamen en te ruggingen over een afstand van vijf mijlen. Honderden gewonde Russen werden naar do veldhospitalen gebracht. Ik woon den slag bij van den Boengpasheuvel bij Soelioetsoe. De Japan sche en Russische batterijen zijn te onderscheiden door de groote stofwolken het geweldig gebulder. Daar de gierst 1 Naar het Engelsch VAN JOHN STRANGE WINTER. „Wij zullen maar één meidi kunnen hou den," zeide moeder. „Wij zullen er ook maar één noodig heb ben," antwoordde Nelly, vriendelijk. Wij besloten de keukenmeid te houden; eigenlijk weigerde zij, om de waarheid to zeggen, eenvoudig heen te gaan, en moeder had weinig in het geval te zeggen „Neen, mevrouw," zeide zij, „liet helpt niet, of u mij den dienst, opzegtik ga toch niet, ten minste niet verder dan „Dene Lodge". O, ja, ik weet wel, dat u er maar een gaat houdenmaar die ééne zal ik zijn. Het zal voor de jonge dames zulk een groot bezwaar niet zijn een weinig lioht huiswerk te ver richten b. v. dé bedden, stof afnemen, en wat dies meer zij, evenmin als ik er tegen op zie wat ander werk te doen dan vroeger! Zet haar fijne dameshandjes echter eens aan het koken, en haar magen zullen spoof dig het voedsel weigeren, en zet mij! eens id een keuken met een mevrouw. «lie mij plaagt en mij geen oogenblik rust gunt, dan kunt u mij even goed in eens hel mes op d© kec| zetten. Ik wil nu eenmaal niet daarmee uit." „Maar het loon!" riep moeder, aan het verband denkend tusschen de 25 van de meid en hare eigene 250. „Tut, tut," mompelde zij, ongeduldig wor dend. „U geeft een gewoon jaargeld. Gisteren hebt u 14 vastgesteld, en daar ben ik vol komen mee tevreden. Als u ini beter om standigheden verkeertkunt u mij opslag geven." Zij zwaaide met haar arm, ton toeken, dat het onderwerp was afgehandeld. „Maar, meid...!" begon moeder. De meid keerde zich om, met een onwil lige uitdrukking op het gelaat, en begon nog eens: „Als u hot dan precies weten wilt. Mevrouw, verneem dan, dat ik al dien tijd, dat ik bij u geweest ben, nog geen 10 's jaars heb uitgegeven. Ik ben een vrouw, die het geld zoo ver kan laten strekken als noodig is, en ik heb een aardig som metje bij elkaar gekregen. Ik vertrouw wel, dat u mij niet naar het werkhuis zult stu- Tou, als ik niet langer werken kan." ,.0, meid, trouwe ziel!" begon moeder; toen kon zij niet voortgaan van aandoening, en de meid maakte zichzelf uit voor al wat leelijk was, omdat zij haar zoo van streek had gemaakt. Maar in alle gevalzij had haar doel be reikt. Zij zou met ons naar „Dene Lodge" gaan.-en. welke zorgen moeder nog to wach ten stonden, over slecht toebereid eten zou zij, zich'"niet behoeven te bekommeren. Den volgenden dag wandelden wij naar 1 ..Dene Lodge", waar wij elk hoekje en gaatje van buiten kenden. Vreemd was het echter, dat het, sedert wij er gewoond, hadden, ge krompen scheen te zijm. De zaal was zoo erg klein en de zitkamer zoo hoekig en bekrom pen, de zonneblinden hingen alle gescheurd en scheef een groot verschil met onze mooie in de pastorie. Moeder keek te leur - rondmaar Nelly greep haar hand zeide„Nu moet u miji beloven, lieve moeder, niet meer terug te komen, vóór alles klaar is." HOOFDSTUK IV. Een misrekening. Moeder ging werkelijk niet naar „Deno Lodge" voor alles gereed was. Zij had ook meer dan genoeg te doen in de pastorie, want niemand andem kou vaders papieren in orde brengenof uitmaken, welke boeken van hem gehouden moesten worden. Daarom bracht zij den meesten tijd in de studeer kamer door. In dien tusschentijd hadden Nelly en ik met Allen en Jozef het zeer druk te „Dene-. Lodge". Wij werkten allen met vuur. Nelly en ik maakten de schoorsteenmantels schoon en zeepsopten het schilderwerk af, terwijl de anderen de muren afboenden en al de vloeren kozijnen en gangen schrobden dat het een aard had. Wij maakten het geheele huis ongetwijfeld zoo schoonals water en zeep het maken kiïnnen, en de dokter gaf een nieuw behang in dé zitkamer en in moe ders slaapkamer. We haalden hier en daar de verf met aspinall op en schilderden eenige voorwerpen geheel en al, waarna wij met de kleeden begonnen. Intusschen deed Jozef zijn best om den tuin, die in dén laatsten tijd zeer verwaarloosd was, een net en behoorlijk aanzien te geven. Hierin slaagde hij wer kelijk, waarna hij met Topsy en den hitte wagen heen en weer reed, om de beste plan ten uit de broeikas der pastorie over te brengen naar de oude serre te „Dene Lodge." Wij brachten géén stukje over, voor wij met al de kleeden, gereed waren, en toen be gon de groote verhuizing. Het is inderdaad veel gemakkelijker van een groot naar een klein huis te verhuizen, dan omgekeerd, wan neer men niet meer dan het hoognoodigo wil uitgeven. Wij kozen slechts de beste meu bels uit. en toen alles geplaatst was. zag het er gezellig, huiselijk en daarbij smaak vol uit. Ruimschoots werden wij voor al onze moei te beloond, toen moeder er voor het eerst kwam, en wij haar verstomd zagen staan van verrassing, bij hot zien van het aardige zaal tje met zijn gordijnen en schilderijen en de groote acacia-plantin vollen bloei, die wij gezet hadden in den boek, veroorzaakt door een draai in de balustrade. Het was natuurlijk niet grootmaar het zag er toch uit als een heerenhuis; een hel der vuurtje brandde in de voorkamer, en moeders geliefkoosde stoel stond op haar te wachten, met haar werktafeltje er naast. Wij hadde zooveel bloemen geplukt, als maar I mogelijk wasvoornamelijk witte en gele asters, en hadden ze in de verschillende por seleinen ornamenten en vaasjes gerangschikt. De piano was evenals verleden, jaar versierd niet oen Oostersche plant, en iu een grooten gelen pot. daarnaast prijkte oen bos varen planten. De kamer zag er werkelijk aardig on vriendelijk uit, en moeders vochtige oogen gaven ons den dank, dien haar bevende lip pen niet konden uitspreken. „Lieve kinderen was alles, wat zij kon uitbrengen, maar het was genoeg. Wij be grepen haar. Allen en de andere meid gin gen niet naar het nieuwe huis, maar namen in de pastorie afscheid. Zij bleven daar om het opzicht te houden over <1© verkooping van datgene, wat wij niet. konden behouden. Oscar was reeds naar Uppingham terugge keerd; zooals hij' zeer verstandig zeido moest hij hard blokken en was het dwaas hier te luieren, en zich door al de andere jongens te laten vooruithalen. Daarom was hij gegaan .en hij had moeder al eens ge schreven. dat hij werkte als een paard, in de ware bcteckenis van het woord Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1