3de Jaargang.
Maandag 7 November 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED.
w\ ias.
HRSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- ©.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Peostdagen.
Advertcntiön,. mededcolingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 1—5 regel» f^OJITL
Elke regel meer -0.15.
Groote letter» naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen!tot
het herhaald advertêoren in dit Blad bij abópnement: Eene
circulaire, bevattendè de voorwaarden, wordt" op aanvraag
Kennisgeving.
VERSTREKKING VAN ENTSTOF TEGEN
BORSTZIEKTE DER, VARKENS.
De Rua-gom©ester van Amersfoort,
Gelet op het besluit vaai deu lieer Commis
saris der Koningin in de prov. UUrecht, d.d 31
October 1904, no. 17 A. Z. (Prov.-blad no. 138 van
1904) brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat te beginnen met 15 November a. s. van
Rijksweg© ontstof tegen borstziekte der varkens,
kosteloos en portvrij op aanvrage wordt ver-
etrekt aan iin Nederland .gevestigde veeartsen.
De aanvragen behooreu als regel schriftelijk
te geschieden en zijn te nichten, tot de Rnjks-
seruminrichting, Viiikendwar&straat no. 15, te
Rotterdam.
In epoedeiscliendJe gevallen, 'kunnen de aarir
vragen telegraphisch gericht worden, totSerum-
inrichting Rotterdam.
Amersfoort, 4 November 1904.
De Burgemeester van Amersfoort,
WULJTIERS.
Politiek Overzicbt
De politiek in het leger.
Do uitvoerige telegrammen, welke Zater
dag door ons zijn ontvangen over het ver
loop der zitting van de Fransche Kamer van
Vrijdag, hebben een vrij getrouw bee.'d ge
geven van hetgeen daar is geschied. De uit
gebreide vers'agen, die de rransche bladen
van Zaterdag daarover bevatten, geven niet
vcol nie-uws meer. Er- olijkt echter, dat het
er heeft' gespannen, en dat het ministerieel©
leven van generaal André, en ook dat van
het geheele kabinet-Courbes, aan een zijden
draad heeft geliangen.
Alen kent de quaestie waar het om ging.
De nationalisten en olencalen hebben een
geweldig alarm gemaakt, omdat er in het
leger ouder het tegenwoordige bewind een
systeem van inlichtingen-vragen gebezigd
'werd, dat afkeurenswaardig was, maar welk
,systeem weinig verschilde van dat vroeger
gevolgd werd, toen zij, die nu protest aan
hieven, zelf over de promotie der officieren
te beschikken hadden. Toen werden de repu-
blikeinsche officieren onderdrukt en achter
uitgezet, en men behoeft maar terug te den
ken aan de Dreyfuszaak om te weten, dat
sommige toestanden in net leger bedenkelijk
waren en dat een rupiblikeinsche regeering
daarmee niet tevreden zijn kon. Zij Icon niet
op heb leger rekenen, wat herhaaldelijk ge
bleken is.
Toen ge .eraal André als minister van oor
log optrad in het kabinet-Waldeck-Rousseau,
was het zijn taak om in het leger een repu-
blikeinschen geest aan te kweeken en te be
vorderen. Dtat daarbij nagegaan moest wor
den welke officieren trouwe aanhangers der
republiek waren, spreekt vanzelf; en dat do
minister daartoe inlichtingen inwon, waar hij
die krijgen kon, is ook al weer van zijn
standpunt te verdedigen.
Dat er geïnformeerd wordt naar het open
bare en het particuliere leven van offi
cieren is op zich zelf niets vreemds, en zal
wel in elk leger plaats vinden. Nu werden
er in Frankrijk ook bij uï vrijmetselaarsloges
inlichtingen ingewonnenmaar ook dit is op
zich zelf beschouwd niet zoo heel vreemd,
hoewel natuurlijk ernstig af te keuren, om
dat de loge in Frankrijk vrijwel een poli
tiek lichaam is geworden, dat een hardnek-
kigen strijd voert tegen de monarchistisch-
clericale reactie, en waarbn de me ste repu
blikeinen zich hebben aangesloten.
Op dezelfde manier was het vroeger de
geestelijkheid, die inlichtingen over republi-
keirsche officieren gaf. Père Dulac had altijd
naar men zegt, de ranglijst der officieren op
zijn schrijftafel. Wie de mis niet bezocht,
kwam op de zwarte lijst officieren, die met
gescheiden vrouwen huwden, werden voor dit
„vergrijp" gestraft met arrest.
Niettemin behoefde dit geen aanleiding te
zijn dat üe partij, welke nu boven
drijft, haar voorgangster op den verkeerden
weg volgde. Maar dat dit geschiedde is ook
door generaal Andre, zoowel als door minis
ter Combes aigekeurd.
iütusscüen üaci -ue puolioatie van een aan
tal brieven in aen r Jgrao en den Matin en
de voorlezing van auutre in de manier een
groote emotie te weeg gebramnt en de stem
ming was sterk tegen aen minister van oor-
iog. i>e papieren uer nationalisten en cleri-
caivU rezen vü reeds do vorige week, bij ao
interpellatie van 28 October bleek liet, dat
de positie van André zwak was. Bij de stem
ming over de prioriteit van de door de regee
ring goedgekeurde motie van orde, kreeg deze
slecdits een meerderheid van ver stemmen.
J .1. V rij dag werd die meerderheid nog ge rui
ger en rd de door de regeering niet aan
vaarde motie om eenvoudig over te gaan
tot de orde van den dag sleahts met-
twee stemmen meerderheid verworpen. Als
men au nagaat, dat zeven ministers ais
afgevaardigden meegestemd hebben, dan
was dit votum feitelijk een nederlaag.
Nu schijnt het, dat men er niet zeker
van kan zijn dat de werkelijke meerderheid
slechts twee stemmen bedroeg. \Vant bij de
eerstbedoelde stemming schijnen er, ge
lijk in de Fransche Kamer gewoonlijk
over en weer geschiedt, ongeoorloofde
praktijkeu te zijn uitgeoefend. Bij de
schriftelijke stemmingen worden witte en
blauwe briefjes gebruikt. De eerste zijn vóór
de andere tegen de regeering. Nu hebben,
gelijk biii een volgende zitting is vastgesteld,
enkele leden der oppositie meer blauwe brief
jes in de bus gedaan dan het eene, dat ij
daarin mochten steken, terwijil aan enkele
aanhangers der regeering het stemmen on
mogelijk is gemaakt, doordien de witte briefjes
uit nunne lessenaars waren gekaapt, zoodat er
minstens twaalf stemmen méér voor de regee
ring uitgebracht waren. Maar 16 is nog een
klein aantal, zoodat het getal van 2 ook wel
niet veel hooger zal worden, indien dezelfde
praetijken gevolgd zijn.
Hierachter vindt men nog enkele bijzon
derheden over de zitting van Vrijdag. Het
was een zifting die buitengewoon rumoerig
was. Een paar malen heeft de president der
Kamer, Brisson, gedreigd de zitting te zul
len sluiten en de minister was herhaaldelijk
totaal onverstaanbaar door het lawaai, dat
de rechterijde maakte. Maar het ergste kwam
aan het eind. Nadat de motie om over to
gaan tot de arde van den dag, verworpen was
met twee stemmen meerderheid, werd ge
stemd over de prioriteit der motie van Jaurès
en Bienvenu-Martin, waarin de wenschelijk-
heid werd uitgesproken, dat de regeering oan
de republikeiusche officieren te beschermen,
zich van alle regelmatige middelen, waarover
zij beschikt, zou mogen bedienen. Ook
deze stemming viel ten gunste der regeering
uit met een meerderheid van 10 steanmen.
Terwijl echter over de motie, die tevens een
motie van vertrouwen was, gestemd werd,
liep plotseling de nationalist Syveton op den
minister van oorlog toe, dien hij, zonder
dat iemand het. voorkomen kon, twee oor
vijgen toediende, die zóó aankwamen, dat
generaal André achterover tuimelde.
De daad van Syveton vindt algemeeno
afkeuring. Zij is, gelijk de Temps van gis
teren opmerkt-, iets dat aan dc nationalis
tische partij eigen is, welke van „krachtige"
argumenten schijnt te houden. Doch zóóver
pleegt men zich in het Fransche parlement
in den regel niet te vergeten. Volgens ue
Frankfurter Zeitung ten minste, die het ge
val ook bespreekt, is het meer dan twaalf
jaar geleden, sinds de Kamer een „oorvijgen-
dag" heeft gehad. Den 19en Januari 1892
had de boulangist Laur minister Constans
heftig aangevallentoen hij, uitsproken had
en de tribune verliet, gaf die minister hem
een oorvijg. Ditmaal was het de minister die
de klappen ontving. Dat zij aankwamen,
bleek daaruit, dat generaal André bloedde
toen hij steunend op Combes de zaal verliet.
De kwajongensstreek had echt-er ten op
zichte van de stemming een uitwerking, die
Syveton wel niet bedoeld zal hebben. Alle
regeeringsgezinden, die geneigd waren om
ditmaal tegen de motie van vertrouwen to
stemmen, stemden nu vóór.
De meerderheid voor de regeering steeg
toen tot 76 stemmen, zoodat men zeggen kan
dat die oorvijgen van Syveton do positie der
regeering gesterkt hadden. Men ziet het al
weer „a quelque chose malheur est bon.
Duitschland.
Blijkens een bericht uit Berlijn, zal waar
schijnlijk de Lippe'sche quaestie niet door
een bijzondere wet naar het rijksgerechtshof
worden verwezen, doch zal gebruik worden
gemaakt van de bepaling, dat het rijksge
recht over bijzondere zaken uitspraak kan
doen, welke door den rijks-kanselier, na be
sluit van den Bondsraad,naar dat rechts
college worden verwezen.
De rijkskanselier, die thans de onderhan
delingen tusschen de twee partijen leidt,
heeft deze oplossing voorgesteld en die is
door beiden goedgekeurd.
De rijksdag zal zich derhalve niet met de
Lippe'sche quaestie behoeven bezig te hou
den, wat echter niet- uitsluit, dat de zaak
daar, door een interpellatie of bij de behan
deling der begrooting, ter sprake kan wor
den gebracht.
Frankrijk.
Over de zitting van j.l. Vrijdag bevat het
verslag van den „Matin" nog de volgende
bijzonderheden Een zeer groote menigte be
langstellenden verdrong zich voor het gebouw
der Kamer om een plaats op de tribunes te
veroveren. Na de opening der vergadering
was de nationalistische afgevaardigde Guyot
de Villeneuve het eerst aan het woord. Hij
eindigde zijn vaak onderbroken interpellatie
met to verklaren, dat men generaal André
niet langer aan het hoofd van het leger mag
laten en dat men zich tevens moet herin
neren dat de generaal een medeplichtige
heeft, die van alles op de hoogte was, name
lijk minister Combes.
Generaal André antwoordde te midden
van allerlei uitroepen der afgevaardigden;
het tumult werd zoo groot, dat de voorzitter
Brisson meermalen moest dreigen de zitting
te zullen schorsen.
Allen riepen dooreen; de verwarring was
een ©ogenblik algemeen.
De minister van oorlog liet zich echter door
de talloozc interrupties niet uit het- veld
slaan en ging kalm voort met zijn verdedi
ging-
Na hem was de heer Maunoe Berteaux
aan het woord tot het houden van. zijn in
terpellatie, waarna ten slotte Jaurès zijn 'in
terpellatie hield.
Over het incadonbSyveton wordt het vol
gende meegedeeldDo heer Gabriel Syveton,
die generaal André genaderd was, gaf hem
twee klappen in het aangezicht met zooveel
kracht, dat de minister van oorlog wankelde
in zijn bank en bijna op den minister-presi
dent viel. Een ontzettend lawaai volgde op
deze gewelddaad. Rechter- en linkerzijde
raakten slaags. Hot was in een oogenblik in
den heanicycde eon dooreen dringende men-
schenmassa, waaruit men hier en daar ge
balde vuisten zag opsteken. De heer Gérauit-
Richard greep Guyot de Villeneuve bij de
keel en de afgevaardigde De Dion worstelde
met Jules Constant. Het regende vuistslagen
van alle zijden. „Lafaard, lafaard," riep men
Syveton toe, die naar de bovenste banken
der uiterste linkerzijde gevlucht was en zeer
bleek zag. Zijn vrienden beschermden hem
met hun lichaam.
Intoissohen was generaal André met bloe
dend gelaat door ©enige repulblikeinsch© af
gevaardigden weggevoerd. Een groote snede
vertoonde zich op zijn linkerwang.
Brisson schorste de zitting ©n ga£ last de
tribunes te ontruimen. Alen vocht intusschen
steeds door.
De afgevaardigde Jaluzot wilde spreken
en beklom de tribune, toen de socialist Mes
lier ziok op hem wierp, doch gearresteerd en
weggevoerd werd. Door zitten en opstaan
werd gestemd over de tijdelijke verwijdering
van Syveton, die echter weigerde de zaal te
verlaten en verklaarde slechts voor geweld
te zullen wijken. Eenige minuten later kwam
kolonel Sarrail met 10 nationale gardes de
zaal binnen en verwijderde den afgevaardig
de, waarop de zitting heropend werd.
D© toestand van generaal André is zouden*
gevaar, doch de minister voelt zich zeer moe
en moet in ieder geval eenige dagen zijn
kamer houden. Talrijke personen uit alle
maatschappelijke kringen zenden den minis
ter sympathie-betuigeingenonder wie de Ja-
panache gezant, de afgevaardigden Alillerand
en Cailla.ux, en de nationalist Reusset.
In Parijs gaat een gerucht, dat de zoon
van generaal André, die luitenant is te Vin-
cennes, Syveton zal uitdagen eventueel hem
zal tuchtigen. Of dit waai' is, kan niet wor
den bevestigd.
Paul de Cassagnac, de talentvolle Bon ar
partist., is Vrijdag overleden.
De Cassagnac was 61 jaar oud. Op zijn
twintigste jaar trad hij in de journalistiek,
waarin hij tot zijn dood met groot talent
werkzaam was, en rich door een volmaakte
loyauteit onderscheidde.
Aan den Fransch-Duitechen oorlog nam
hij deel. Hij werd te Sedan krijgsgevangen
gemaakt en naar Duitschland gezonden. Na
den vrede te Parijs teruggekeerd, werd hij
directeur van de Pays en begon hij een ver
woeden strijd tegen de Republiek.
In 1876 vaardigde heb departement Gers
hem naar de Kamer af, waarin hij sinds de
laatste verkiezingen niet meer ritting had.
Hij was het die Mac Mahon na diens reactio
naire zwenking van 16 Alei 1877 trachtte
over te halen tot ©en staatsgreep. Na den
dood van den keizerlijken prins scheidde
Cassagnac zich openlijk af van prins Napo
leon en koos hij voor prins Victor partij als
den eenogen pretendent. In het Boulangis-
tische tijdperk maakte Do Cassagnac deel uit
van het comité der zes, dat rich met generaal
Boulanger had verstaan om de regeering om
ver te werpen. Later bestreed hij de politiek
der rallies. Hoewel goed katholiek, kooi hij
niet gehoorzamen aan paus Lees bevel tot
verzoening met de Republiek.
Italië.
Home, 6 November. In de 22 districten waar
van tot nu toe de uitslag der verkiezingen
voor de Kamer bekend is, werden gekozen
14 ministrieelen, 3 leden der oppositie, 1 re
publikein, terwijl 4 herstemmingen moeten
plaats hebben. De oud-ministers Baccolli, Ga-
kmberti en Guisciardini werden gekozen.
Rome, 6 Nov. Thans is de uitslag in 415
districten bekend. Gekozen zijn 255 miuiste-
rieelen, 39 leden der oppositie, 23 radikaien,
23 socialisten en 12 republikeinen. Ei
moeten 63 herstemmingen plaats hebben.
Onder de gekozenen bevonden zich do minis
ters Ra va, Tedesoo, Biaucheri en de presi
dent der vorige Kamer Bis&olati. Niet geko
zen rijm Barzilan en Pahzzolo.
Spanje.
Aliiidster Maura heeft gisteren in des
Spaauschen ministerraad; medegedeeld, dat
hij door verschillende vreemde regeeriugen
geluk was geweuacht met de maatregelen, die
Spanje, tijhens bet verblijf van de Russische
vloot te Vigo, tot bescherming van hare on
zijdigheid had genomen.
Oostenrijk-Hongarije,
Weenen, 0 Nov. De minister-president ant
woordde op het verzoek van den onder-bur
gemeester van Weenen, dat de regeering de
ltaliaanscke faculteit te lnnsbrück niet kon
opheffen, noch den stadhouder kon terug
roepen. De wet zal in al haar gestrengheio
op de schuldige studenten worden toegepast
en de regeering zal niet wijken voor de be
dreigingen en opstootjes.
Over de studentenonlusten te Inndbrück
kan uog i-ct volgende worden meegedeeld:
De studenten te Münchcn boden den l"!uit-
scben eoliega s te lnnsbrück toiegrapliisck
aam dadelijik 5Ü0 studenten als buip te zen
den indien dit nooaig mocht blijK.cn. Dc
„Köiu. Ztg. keurt deze inmenging van Duit
sclera in een Oostenrijksche quaestie zeei al
en hoopt dat de feeuaat van het Münchencr
studentencorps rich met kracht tegen een
dergelijk optreden zal verzetten.
liet bericht van de onlusten veroorzaakte
in Trient (Tyrol) groote opwinding. Eenigt
houderden p rsouen trachtten Vrijdagavond
oen b.tooging m de straten te houden, docb
werden hierin door de politie verhinderd.
Iu regeeringskriugen te Weenen wordt
gemeld dat do politie te lnnsbrück door den
Btaat zal worden overgenomen, daar de onge
veer 60 man sterke politie van die stad geble
ken is in geval van onlusten volkomen v<n
toereikend te rijn. Men stelt te Weenen der.
afgevaardigde Erler het meest verantwoorde
lijk. Deze is van plan naar Weenen te ver
trekken.
Het „Berl. Tagebl." verneemt, dat het
Vrijdag den geheelen dag zeer opgewonder
in de stad bleef. De Intaliaausche studenter
dio uit Weeuen en Graz naar lnnsbrück ge
komen waren, werden teruggezonden. .Alk
Italiaausche studenten te lnnsbrück, 150 it
geta-l, zijn gearresteerd. Men vond iu hun bc
zit 46 revolvers. Drie DuLt&che rechters s«e!
len eeu onderzoek in.
Do stadhouder Von Schwartzenau vertrok
Vrijdagavond naar Weenen. Hij werd naa
het station begeleid door een bereden escort'.
25 Naar het Engelsch
VAN
JOHN STRANGE WINTER.
Eindelijk was zijn verlof om en h»j
bepaalde een dag voor een dineetje, waarna
wij deai schouwburg zouden bezoek ïn, ais
een laatst genoegen.
Nooit zal ik uien avond vergetem Me
vrouw Poplin-Browne had; er waken te
voren op aangedrongen, dat ik eca lagen
bala aan mijn gazen kleedje zou lateu ma
ken. E|r waren mouwen van een andere
doorschijnende stof aan, en langs het lijf
was een fijn geplooid strookje. Ik we.et, dat
ik er goed uitzag, maar ik weet niet meer,
wat ik dacht. Wederom dimerdïi wij in
de „East-Room en gingen daar na Charles
Wyndham in David Garrick" zien. Ik ver
gat alles oan mij heen, zelf Godfiied d'Eoe,
en ik huilde, tot mijne mooie japon doornat
was. „Nu mogen wij nog wel eens een sou
peetje hebben," zride Sir William, die er
uitzag, of hij in geen twintig jaar een traan
gelaten had.
De anderen stemden toe, en na het sou
per reden wij dezen keer in twee rijtuigjes
naar huis, onnoodig te zeggen, Godfried en
ik samen.
„Rijd zoo langzaam ge wilt," zeidè hij
tot den koetsier.
In heit begin sprak geun van ons beiden
een woord. Ik waa geheel van streek door
het treurige stuk ,daO ik gezien had, en de
smart over de aanstaande scheiding.
„Awty aside hij, terwijl wij langzaam
Piccaduy afreden „lieveling, nu zijn we
bijna aan het einde gekomen.'
Ik keek recht voor mij uit door het dof
fe, vuil© raampje; ik zag een dikken mist
daai'biuiten, en inwendig werd mijn arm
hart door een akelige vrees bevangen.
„Ja", zeide ik, mijn best doende mijn
stem koel en on verschil lig te doen klinken.
Alaar ik kon hem niet bedriegen, o, neen
Hij sloeg rijn arm om mij heen en trok mij
zoo dicht mogelijk tot zich.
„Alijn lieveling", zeide hij;, „geef mij een
kus."
Ik bood geen weerstand, maar onderwierp
mij ook slechts lijdelijk aan de liefkozing.
Mijn hart klopte hoorbaar ctn ik gevoelde
mij, alsof mijn wil ©u krachten in mijn
eigen flauwe omhelzing wegzonken.
„Tracht niet te houden, dat ik u onver
schillig ben zeide hij bevelend. „Gij weet,
dat ik u liefheb.
„Ik dacht, dat gij mij wel lijden mocht,"
fluisterde ik ontwijkend1.
„Lijdon", herhaalde hij, mot een lachje
„lijdenToen veranderde zijn gericht."
„Liefste," zeide hij teeder, „gij weet niet,
hoe ik met lichaam en ried aan u verknocht
ben, met lichaam en ziel." Hij kuste mij
niet weder, zelfs keek hij niet meer naar
mij zijn arm liet mij los en hij zuchtte
diep weemoedig}.
„Hoor eens," |xiep hij. bijna ruw, „ik
keu u nog n:eb zoo goed, als gij u zelf kent
Wat voor meisje zijt gijIk geloof ik
weet het eigenlijk zeker, dab gij het moedig
ste meisje rijt, dat ik jooit gekend heb.
Hebt ge moed genoeg mij te vertrouwen
op mij te wachten mij trouw te blijven,
wat ex* ook gebeure?"
„Ik geloof het wel," zeide ik zachtjes.
„Zells als de schijn geheel tegen mij is?"
ging hij voort terwijl hij mij nog zeer vast
tegen zich aandrukte en mij diep in de
oogen zag.
„Ja", antwoordde ik.
Toen kuste hij mij nog eens. „Lieveling
zeid© hij, „gij weet niet-, hoeveel leed het
mij doet, u te verlaten en van u te schei
den, zonder u te kunnen zeggen, wat ik
zoo gaarne zou willen maar gij zult mij
vertrouwen, zegt gij?"'
„Ja, ik beloof het uy' zeide ik vastbera
den.
„Binnen weinige maanden ga ik naar In-
d ging hij koortsachtig voort, „en *k
blijf misschien 4 of 5 jaar weg. Veronder
stel, dait gij van gevoelen mocht veranderen",
zeide hij, haastig een ring van zijn vinger
trekkend en hem mij gevend, „dan moet gij
mij dezen terugzenden."
„Ik zal hem nooit terugzenden," zeide ik
met oan lachje. „Maar als gij eens..."
„Praat daar niet van," zeide hij scherp,
„in Hemels naam, Wij rijn er," ter
wijl do vigilant den hoek van den Rozetten-
weg omsloeg.
„Kus mij nu voor het laatst, lieve.
Vaarwel! God zegen© u, mijn engel!"
Het volgend oogenblik hield het rijtuig
met een ruk stil, en spoedig daarop ston
den wij in de ruime straat, die vrij droog
en schoon was.
„Ge komt took zeker binnen?" vroeg me
vrouw PopliuBrowne gastvrij.
Sir William scheen op het punt de in
vitatie aan te nemen, maar Godfried d'Ecie
voorkwam hem„Neen, dank u, mevrouw
PoplinBrowne, gij moet nu wel meer
dan genoeg van ons hebben, en ik moet
vroeg thuis zijn. Ga lievor met mij terug,
William!
„Als gij1 regelrecht jnaar huis gaat, ga
ik mee," hernam hij.
„Ja, ik ben niet anders van plant Vaar
wel, mevrouw PoplinBrowne. He dank u
nog wel voor uw vriendelijkheid en al het
gesmaakte genoegen. Ik heb nog nooit zoo
tegen het einde van mijn verlof opgezien
als dezen keer."
„Maar ge krijgt toch wel weer eens ver
lof?" vroeg ze bezorgd.
„Niet zoo heel gauw, antwoord© hij.
„Adieu!"
Toen keerde hij zich om, nam mijn hand
en hield die een oogenblik vast.
„En nu vaarwel, lieveling!" fluisterde hij,
en zonder een woord meer te zeggen, sprong
hij iu het rijtuig en reed weg.
Het afscheid van Sir William was van
langer duur, maar ik wenschte hem kortaf
goeden nacht en opende zelf met mijn sleu
tel de huisdeur. Ik was reedb in de voor
kamer, waar het gezellig en warm was, toen
mevrouw PoplinBrowne binnenkwam. Zij
kwam dicht bij het vuur staan en keek mij
uitvorsriiend aan.
„Lieve", zeide zij, „wat is er gebeurd?"
„Niets"'' zeide ik, en toch ik was zoo
ingelukkig, dat ik het niet verbergen kon.
Zij hield mij|ii hand iu do hare. „Zijt g
verloofd vroeg zo verrukt, don ring bij ht
licht houdend.
Neen volstrekt niet. Alisschien gebeur
het nog wel eens, maar hij heeft mij voo
loopig slechte gevraagd, of ik wachten wi
i de."
„Dit is hetzelfde," zeide zij opgewekt. „I
denk, dat hij met Barones d'Ecio heeft
te rekenen, misschien zijn er wel schulde
die eerst betaald moeten worden. Alaar
ben de eerste göweest, die u heb gcfelicicteer
Dat zult ge niet vergeten, 'hé?"
„Ik zal nooit vergeten, hoe goed, vric
delijk en lief gij voor mij geweest rijt," zc
1 de ik mijn armen om haar hals slaande. „E
gij wilt er tegen niemand een woord ovc
reppen en ook bedenkendat er nog nic
is vastgesteld dat dat hij of ik va
gevoelen zou kunnen veranderen."
„Daar zal ik aan denken," zeide zij glii
lachend, alsof zulk een gebeurtenis volst re'
I' onmogelijk was. Daarna liet rij mij ban
hartig, zonder verder iets te zeggen, na
bed gaan. Hot grootste gedeelte van dc
j nacht lag ik wakkermaar ik was niet c
I gelukkig, o neon, ik was in dien helder zie
J den toestand die bijna den hoogsten sta
i van geluk uitmaakt.
Wordt vervol ff d