3de Jaargang. Maandag 7 November 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED. w\ ias. HRSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- ©.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Peostdagen. Advertcntiön,. mededcolingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—5 regel» f^OJITL Elke regel meer -0.15. Groote letter» naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen!tot het herhaald advertêoren in dit Blad bij abópnement: Eene circulaire, bevattendè de voorwaarden, wordt" op aanvraag Kennisgeving. VERSTREKKING VAN ENTSTOF TEGEN BORSTZIEKTE DER, VARKENS. De Rua-gom©ester van Amersfoort, Gelet op het besluit vaai deu lieer Commis saris der Koningin in de prov. UUrecht, d.d 31 October 1904, no. 17 A. Z. (Prov.-blad no. 138 van 1904) brengt ter kennis van belanghebbenden, dat te beginnen met 15 November a. s. van Rijksweg© ontstof tegen borstziekte der varkens, kosteloos en portvrij op aanvrage wordt ver- etrekt aan iin Nederland .gevestigde veeartsen. De aanvragen behooreu als regel schriftelijk te geschieden en zijn te nichten, tot de Rnjks- seruminrichting, Viiikendwar&straat no. 15, te Rotterdam. In epoedeiscliendJe gevallen, 'kunnen de aarir vragen telegraphisch gericht worden, totSerum- inrichting Rotterdam. Amersfoort, 4 November 1904. De Burgemeester van Amersfoort, WULJTIERS. Politiek Overzicbt De politiek in het leger. Do uitvoerige telegrammen, welke Zater dag door ons zijn ontvangen over het ver loop der zitting van de Fransche Kamer van Vrijdag, hebben een vrij getrouw bee.'d ge geven van hetgeen daar is geschied. De uit gebreide vers'agen, die de rransche bladen van Zaterdag daarover bevatten, geven niet vcol nie-uws meer. Er- olijkt echter, dat het er heeft' gespannen, en dat het ministerieel© leven van generaal André, en ook dat van het geheele kabinet-Courbes, aan een zijden draad heeft geliangen. Alen kent de quaestie waar het om ging. De nationalisten en olencalen hebben een geweldig alarm gemaakt, omdat er in het leger ouder het tegenwoordige bewind een systeem van inlichtingen-vragen gebezigd 'werd, dat afkeurenswaardig was, maar welk ,systeem weinig verschilde van dat vroeger gevolgd werd, toen zij, die nu protest aan hieven, zelf over de promotie der officieren te beschikken hadden. Toen werden de repu- blikeinsche officieren onderdrukt en achter uitgezet, en men behoeft maar terug te den ken aan de Dreyfuszaak om te weten, dat sommige toestanden in net leger bedenkelijk waren en dat een rupiblikeinsche regeering daarmee niet tevreden zijn kon. Zij Icon niet op heb leger rekenen, wat herhaaldelijk ge bleken is. Toen ge .eraal André als minister van oor log optrad in het kabinet-Waldeck-Rousseau, was het zijn taak om in het leger een repu- blikeinschen geest aan te kweeken en te be vorderen. Dtat daarbij nagegaan moest wor den welke officieren trouwe aanhangers der republiek waren, spreekt vanzelf; en dat do minister daartoe inlichtingen inwon, waar hij die krijgen kon, is ook al weer van zijn standpunt te verdedigen. Dat er geïnformeerd wordt naar het open bare en het particuliere leven van offi cieren is op zich zelf niets vreemds, en zal wel in elk leger plaats vinden. Nu werden er in Frankrijk ook bij uï vrijmetselaarsloges inlichtingen ingewonnenmaar ook dit is op zich zelf beschouwd niet zoo heel vreemd, hoewel natuurlijk ernstig af te keuren, om dat de loge in Frankrijk vrijwel een poli tiek lichaam is geworden, dat een hardnek- kigen strijd voert tegen de monarchistisch- clericale reactie, en waarbn de me ste repu blikeinen zich hebben aangesloten. Op dezelfde manier was het vroeger de geestelijkheid, die inlichtingen over republi- keirsche officieren gaf. Père Dulac had altijd naar men zegt, de ranglijst der officieren op zijn schrijftafel. Wie de mis niet bezocht, kwam op de zwarte lijst officieren, die met gescheiden vrouwen huwden, werden voor dit „vergrijp" gestraft met arrest. Niettemin behoefde dit geen aanleiding te zijn dat üe partij, welke nu boven drijft, haar voorgangster op den verkeerden weg volgde. Maar dat dit geschiedde is ook door generaal Andre, zoowel als door minis ter Combes aigekeurd. iütusscüen üaci -ue puolioatie van een aan tal brieven in aen r Jgrao en den Matin en de voorlezing van auutre in de manier een groote emotie te weeg gebramnt en de stem ming was sterk tegen aen minister van oor- iog. i>e papieren uer nationalisten en cleri- caivU rezen vü reeds do vorige week, bij ao interpellatie van 28 October bleek liet, dat de positie van André zwak was. Bij de stem ming over de prioriteit van de door de regee ring goedgekeurde motie van orde, kreeg deze slecdits een meerderheid van ver stemmen. J .1. V rij dag werd die meerderheid nog ge rui ger en rd de door de regeering niet aan vaarde motie om eenvoudig over te gaan tot de orde van den dag sleahts met- twee stemmen meerderheid verworpen. Als men au nagaat, dat zeven ministers ais afgevaardigden meegestemd hebben, dan was dit votum feitelijk een nederlaag. Nu schijnt het, dat men er niet zeker van kan zijn dat de werkelijke meerderheid slechts twee stemmen bedroeg. \Vant bij de eerstbedoelde stemming schijnen er, ge lijk in de Fransche Kamer gewoonlijk over en weer geschiedt, ongeoorloofde praktijkeu te zijn uitgeoefend. Bij de schriftelijke stemmingen worden witte en blauwe briefjes gebruikt. De eerste zijn vóór de andere tegen de regeering. Nu hebben, gelijk biii een volgende zitting is vastgesteld, enkele leden der oppositie meer blauwe brief jes in de bus gedaan dan het eene, dat ij daarin mochten steken, terwijil aan enkele aanhangers der regeering het stemmen on mogelijk is gemaakt, doordien de witte briefjes uit nunne lessenaars waren gekaapt, zoodat er minstens twaalf stemmen méér voor de regee ring uitgebracht waren. Maar 16 is nog een klein aantal, zoodat het getal van 2 ook wel niet veel hooger zal worden, indien dezelfde praetijken gevolgd zijn. Hierachter vindt men nog enkele bijzon derheden over de zitting van Vrijdag. Het was een zifting die buitengewoon rumoerig was. Een paar malen heeft de president der Kamer, Brisson, gedreigd de zitting te zul len sluiten en de minister was herhaaldelijk totaal onverstaanbaar door het lawaai, dat de rechterijde maakte. Maar het ergste kwam aan het eind. Nadat de motie om over to gaan tot de arde van den dag, verworpen was met twee stemmen meerderheid, werd ge stemd over de prioriteit der motie van Jaurès en Bienvenu-Martin, waarin de wenschelijk- heid werd uitgesproken, dat de regeering oan de republikeiusche officieren te beschermen, zich van alle regelmatige middelen, waarover zij beschikt, zou mogen bedienen. Ook deze stemming viel ten gunste der regeering uit met een meerderheid van 10 steanmen. Terwijl echter over de motie, die tevens een motie van vertrouwen was, gestemd werd, liep plotseling de nationalist Syveton op den minister van oorlog toe, dien hij, zonder dat iemand het. voorkomen kon, twee oor vijgen toediende, die zóó aankwamen, dat generaal André achterover tuimelde. De daad van Syveton vindt algemeeno afkeuring. Zij is, gelijk de Temps van gis teren opmerkt-, iets dat aan dc nationalis tische partij eigen is, welke van „krachtige" argumenten schijnt te houden. Doch zóóver pleegt men zich in het Fransche parlement in den regel niet te vergeten. Volgens ue Frankfurter Zeitung ten minste, die het ge val ook bespreekt, is het meer dan twaalf jaar geleden, sinds de Kamer een „oorvijgen- dag" heeft gehad. Den 19en Januari 1892 had de boulangist Laur minister Constans heftig aangevallentoen hij, uitsproken had en de tribune verliet, gaf die minister hem een oorvijg. Ditmaal was het de minister die de klappen ontving. Dat zij aankwamen, bleek daaruit, dat generaal André bloedde toen hij steunend op Combes de zaal verliet. De kwajongensstreek had echt-er ten op zichte van de stemming een uitwerking, die Syveton wel niet bedoeld zal hebben. Alle regeeringsgezinden, die geneigd waren om ditmaal tegen de motie van vertrouwen to stemmen, stemden nu vóór. De meerderheid voor de regeering steeg toen tot 76 stemmen, zoodat men zeggen kan dat die oorvijgen van Syveton do positie der regeering gesterkt hadden. Men ziet het al weer „a quelque chose malheur est bon. Duitschland. Blijkens een bericht uit Berlijn, zal waar schijnlijk de Lippe'sche quaestie niet door een bijzondere wet naar het rijksgerechtshof worden verwezen, doch zal gebruik worden gemaakt van de bepaling, dat het rijksge recht over bijzondere zaken uitspraak kan doen, welke door den rijks-kanselier, na be sluit van den Bondsraad,naar dat rechts college worden verwezen. De rijkskanselier, die thans de onderhan delingen tusschen de twee partijen leidt, heeft deze oplossing voorgesteld en die is door beiden goedgekeurd. De rijksdag zal zich derhalve niet met de Lippe'sche quaestie behoeven bezig te hou den, wat echter niet- uitsluit, dat de zaak daar, door een interpellatie of bij de behan deling der begrooting, ter sprake kan wor den gebracht. Frankrijk. Over de zitting van j.l. Vrijdag bevat het verslag van den „Matin" nog de volgende bijzonderheden Een zeer groote menigte be langstellenden verdrong zich voor het gebouw der Kamer om een plaats op de tribunes te veroveren. Na de opening der vergadering was de nationalistische afgevaardigde Guyot de Villeneuve het eerst aan het woord. Hij eindigde zijn vaak onderbroken interpellatie met to verklaren, dat men generaal André niet langer aan het hoofd van het leger mag laten en dat men zich tevens moet herin neren dat de generaal een medeplichtige heeft, die van alles op de hoogte was, name lijk minister Combes. Generaal André antwoordde te midden van allerlei uitroepen der afgevaardigden; het tumult werd zoo groot, dat de voorzitter Brisson meermalen moest dreigen de zitting te zullen schorsen. Allen riepen dooreen; de verwarring was een ©ogenblik algemeen. De minister van oorlog liet zich echter door de talloozc interrupties niet uit het- veld slaan en ging kalm voort met zijn verdedi ging- Na hem was de heer Maunoe Berteaux aan het woord tot het houden van. zijn in terpellatie, waarna ten slotte Jaurès zijn 'in terpellatie hield. Over het incadonbSyveton wordt het vol gende meegedeeldDo heer Gabriel Syveton, die generaal André genaderd was, gaf hem twee klappen in het aangezicht met zooveel kracht, dat de minister van oorlog wankelde in zijn bank en bijna op den minister-presi dent viel. Een ontzettend lawaai volgde op deze gewelddaad. Rechter- en linkerzijde raakten slaags. Hot was in een oogenblik in den heanicycde eon dooreen dringende men- schenmassa, waaruit men hier en daar ge balde vuisten zag opsteken. De heer Gérauit- Richard greep Guyot de Villeneuve bij de keel en de afgevaardigde De Dion worstelde met Jules Constant. Het regende vuistslagen van alle zijden. „Lafaard, lafaard," riep men Syveton toe, die naar de bovenste banken der uiterste linkerzijde gevlucht was en zeer bleek zag. Zijn vrienden beschermden hem met hun lichaam. Intoissohen was generaal André met bloe dend gelaat door ©enige repulblikeinsch© af gevaardigden weggevoerd. Een groote snede vertoonde zich op zijn linkerwang. Brisson schorste de zitting ©n ga£ last de tribunes te ontruimen. Alen vocht intusschen steeds door. De afgevaardigde Jaluzot wilde spreken en beklom de tribune, toen de socialist Mes lier ziok op hem wierp, doch gearresteerd en weggevoerd werd. Door zitten en opstaan werd gestemd over de tijdelijke verwijdering van Syveton, die echter weigerde de zaal te verlaten en verklaarde slechts voor geweld te zullen wijken. Eenige minuten later kwam kolonel Sarrail met 10 nationale gardes de zaal binnen en verwijderde den afgevaardig de, waarop de zitting heropend werd. D© toestand van generaal André is zouden* gevaar, doch de minister voelt zich zeer moe en moet in ieder geval eenige dagen zijn kamer houden. Talrijke personen uit alle maatschappelijke kringen zenden den minis ter sympathie-betuigeingenonder wie de Ja- panache gezant, de afgevaardigden Alillerand en Cailla.ux, en de nationalist Reusset. In Parijs gaat een gerucht, dat de zoon van generaal André, die luitenant is te Vin- cennes, Syveton zal uitdagen eventueel hem zal tuchtigen. Of dit waai' is, kan niet wor den bevestigd. Paul de Cassagnac, de talentvolle Bon ar partist., is Vrijdag overleden. De Cassagnac was 61 jaar oud. Op zijn twintigste jaar trad hij in de journalistiek, waarin hij tot zijn dood met groot talent werkzaam was, en rich door een volmaakte loyauteit onderscheidde. Aan den Fransch-Duitechen oorlog nam hij deel. Hij werd te Sedan krijgsgevangen gemaakt en naar Duitschland gezonden. Na den vrede te Parijs teruggekeerd, werd hij directeur van de Pays en begon hij een ver woeden strijd tegen de Republiek. In 1876 vaardigde heb departement Gers hem naar de Kamer af, waarin hij sinds de laatste verkiezingen niet meer ritting had. Hij was het die Mac Mahon na diens reactio naire zwenking van 16 Alei 1877 trachtte over te halen tot ©en staatsgreep. Na den dood van den keizerlijken prins scheidde Cassagnac zich openlijk af van prins Napo leon en koos hij voor prins Victor partij als den eenogen pretendent. In het Boulangis- tische tijdperk maakte Do Cassagnac deel uit van het comité der zes, dat rich met generaal Boulanger had verstaan om de regeering om ver te werpen. Later bestreed hij de politiek der rallies. Hoewel goed katholiek, kooi hij niet gehoorzamen aan paus Lees bevel tot verzoening met de Republiek. Italië. Home, 6 November. In de 22 districten waar van tot nu toe de uitslag der verkiezingen voor de Kamer bekend is, werden gekozen 14 ministrieelen, 3 leden der oppositie, 1 re publikein, terwijl 4 herstemmingen moeten plaats hebben. De oud-ministers Baccolli, Ga- kmberti en Guisciardini werden gekozen. Rome, 6 Nov. Thans is de uitslag in 415 districten bekend. Gekozen zijn 255 miuiste- rieelen, 39 leden der oppositie, 23 radikaien, 23 socialisten en 12 republikeinen. Ei moeten 63 herstemmingen plaats hebben. Onder de gekozenen bevonden zich do minis ters Ra va, Tedesoo, Biaucheri en de presi dent der vorige Kamer Bis&olati. Niet geko zen rijm Barzilan en Pahzzolo. Spanje. Aliiidster Maura heeft gisteren in des Spaauschen ministerraad; medegedeeld, dat hij door verschillende vreemde regeeriugen geluk was geweuacht met de maatregelen, die Spanje, tijhens bet verblijf van de Russische vloot te Vigo, tot bescherming van hare on zijdigheid had genomen. Oostenrijk-Hongarije, Weenen, 0 Nov. De minister-president ant woordde op het verzoek van den onder-bur gemeester van Weenen, dat de regeering de ltaliaanscke faculteit te lnnsbrück niet kon opheffen, noch den stadhouder kon terug roepen. De wet zal in al haar gestrengheio op de schuldige studenten worden toegepast en de regeering zal niet wijken voor de be dreigingen en opstootjes. Over de studentenonlusten te Inndbrück kan uog i-ct volgende worden meegedeeld: De studenten te Münchcn boden den l"!uit- scben eoliega s te lnnsbrück toiegrapliisck aam dadelijik 5Ü0 studenten als buip te zen den indien dit nooaig mocht blijK.cn. Dc „Köiu. Ztg. keurt deze inmenging van Duit sclera in een Oostenrijksche quaestie zeei al en hoopt dat de feeuaat van het Münchencr studentencorps rich met kracht tegen een dergelijk optreden zal verzetten. liet bericht van de onlusten veroorzaakte in Trient (Tyrol) groote opwinding. Eenigt houderden p rsouen trachtten Vrijdagavond oen b.tooging m de straten te houden, docb werden hierin door de politie verhinderd. Iu regeeringskriugen te Weenen wordt gemeld dat do politie te lnnsbrück door den Btaat zal worden overgenomen, daar de onge veer 60 man sterke politie van die stad geble ken is in geval van onlusten volkomen v<n toereikend te rijn. Men stelt te Weenen der. afgevaardigde Erler het meest verantwoorde lijk. Deze is van plan naar Weenen te ver trekken. Het „Berl. Tagebl." verneemt, dat het Vrijdag den geheelen dag zeer opgewonder in de stad bleef. De Intaliaausche studenter dio uit Weeuen en Graz naar lnnsbrück ge komen waren, werden teruggezonden. .Alk Italiaausche studenten te lnnsbrück, 150 it geta-l, zijn gearresteerd. Men vond iu hun bc zit 46 revolvers. Drie DuLt&che rechters s«e! len eeu onderzoek in. Do stadhouder Von Schwartzenau vertrok Vrijdagavond naar Weenen. Hij werd naa het station begeleid door een bereden escort'. 25 Naar het Engelsch VAN JOHN STRANGE WINTER. Eindelijk was zijn verlof om en h»j bepaalde een dag voor een dineetje, waarna wij deai schouwburg zouden bezoek ïn, ais een laatst genoegen. Nooit zal ik uien avond vergetem Me vrouw Poplin-Browne had; er waken te voren op aangedrongen, dat ik eca lagen bala aan mijn gazen kleedje zou lateu ma ken. E|r waren mouwen van een andere doorschijnende stof aan, en langs het lijf was een fijn geplooid strookje. Ik we.et, dat ik er goed uitzag, maar ik weet niet meer, wat ik dacht. Wederom dimerdïi wij in de „East-Room en gingen daar na Charles Wyndham in David Garrick" zien. Ik ver gat alles oan mij heen, zelf Godfiied d'Eoe, en ik huilde, tot mijne mooie japon doornat was. „Nu mogen wij nog wel eens een sou peetje hebben," zride Sir William, die er uitzag, of hij in geen twintig jaar een traan gelaten had. De anderen stemden toe, en na het sou per reden wij dezen keer in twee rijtuigjes naar huis, onnoodig te zeggen, Godfried en ik samen. „Rijd zoo langzaam ge wilt," zeidè hij tot den koetsier. In heit begin sprak geun van ons beiden een woord. Ik waa geheel van streek door het treurige stuk ,daO ik gezien had, en de smart over de aanstaande scheiding. „Awty aside hij, terwijl wij langzaam Piccaduy afreden „lieveling, nu zijn we bijna aan het einde gekomen.' Ik keek recht voor mij uit door het dof fe, vuil© raampje; ik zag een dikken mist daai'biuiten, en inwendig werd mijn arm hart door een akelige vrees bevangen. „Ja", zeide ik, mijn best doende mijn stem koel en on verschil lig te doen klinken. Alaar ik kon hem niet bedriegen, o, neen Hij sloeg rijn arm om mij heen en trok mij zoo dicht mogelijk tot zich. „Alijn lieveling", zeide hij;, „geef mij een kus." Ik bood geen weerstand, maar onderwierp mij ook slechts lijdelijk aan de liefkozing. Mijn hart klopte hoorbaar ctn ik gevoelde mij, alsof mijn wil ©u krachten in mijn eigen flauwe omhelzing wegzonken. „Tracht niet te houden, dat ik u onver schillig ben zeide hij bevelend. „Gij weet, dat ik u liefheb. „Ik dacht, dat gij mij wel lijden mocht," fluisterde ik ontwijkend1. „Lijdon", herhaalde hij, mot een lachje „lijdenToen veranderde zijn gericht." „Liefste," zeide hij teeder, „gij weet niet, hoe ik met lichaam en ried aan u verknocht ben, met lichaam en ziel." Hij kuste mij niet weder, zelfs keek hij niet meer naar mij zijn arm liet mij los en hij zuchtte diep weemoedig}. „Hoor eens," |xiep hij. bijna ruw, „ik keu u nog n:eb zoo goed, als gij u zelf kent Wat voor meisje zijt gijIk geloof ik weet het eigenlijk zeker, dab gij het moedig ste meisje rijt, dat ik jooit gekend heb. Hebt ge moed genoeg mij te vertrouwen op mij te wachten mij trouw te blijven, wat ex* ook gebeure?" „Ik geloof het wel," zeide ik zachtjes. „Zells als de schijn geheel tegen mij is?" ging hij voort terwijl hij mij nog zeer vast tegen zich aandrukte en mij diep in de oogen zag. „Ja", antwoordde ik. Toen kuste hij mij nog eens. „Lieveling zeid© hij, „gij weet niet-, hoeveel leed het mij doet, u te verlaten en van u te schei den, zonder u te kunnen zeggen, wat ik zoo gaarne zou willen maar gij zult mij vertrouwen, zegt gij?"' „Ja, ik beloof het uy' zeide ik vastbera den. „Binnen weinige maanden ga ik naar In- d ging hij koortsachtig voort, „en *k blijf misschien 4 of 5 jaar weg. Veronder stel, dait gij van gevoelen mocht veranderen", zeide hij, haastig een ring van zijn vinger trekkend en hem mij gevend, „dan moet gij mij dezen terugzenden." „Ik zal hem nooit terugzenden," zeide ik met oan lachje. „Maar als gij eens..." „Praat daar niet van," zeide hij scherp, „in Hemels naam, Wij rijn er," ter wijl do vigilant den hoek van den Rozetten- weg omsloeg. „Kus mij nu voor het laatst, lieve. Vaarwel! God zegen© u, mijn engel!" Het volgend oogenblik hield het rijtuig met een ruk stil, en spoedig daarop ston den wij in de ruime straat, die vrij droog en schoon was. „Ge komt took zeker binnen?" vroeg me vrouw PopliuBrowne gastvrij. Sir William scheen op het punt de in vitatie aan te nemen, maar Godfried d'Ecie voorkwam hem„Neen, dank u, mevrouw PoplinBrowne, gij moet nu wel meer dan genoeg van ons hebben, en ik moet vroeg thuis zijn. Ga lievor met mij terug, William! „Als gij1 regelrecht jnaar huis gaat, ga ik mee," hernam hij. „Ja, ik ben niet anders van plant Vaar wel, mevrouw PoplinBrowne. He dank u nog wel voor uw vriendelijkheid en al het gesmaakte genoegen. Ik heb nog nooit zoo tegen het einde van mijn verlof opgezien als dezen keer." „Maar ge krijgt toch wel weer eens ver lof?" vroeg ze bezorgd. „Niet zoo heel gauw, antwoord© hij. „Adieu!" Toen keerde hij zich om, nam mijn hand en hield die een oogenblik vast. „En nu vaarwel, lieveling!" fluisterde hij, en zonder een woord meer te zeggen, sprong hij iu het rijtuig en reed weg. Het afscheid van Sir William was van langer duur, maar ik wenschte hem kortaf goeden nacht en opende zelf met mijn sleu tel de huisdeur. Ik was reedb in de voor kamer, waar het gezellig en warm was, toen mevrouw PoplinBrowne binnenkwam. Zij kwam dicht bij het vuur staan en keek mij uitvorsriiend aan. „Lieve", zeide zij, „wat is er gebeurd?" „Niets"'' zeide ik, en toch ik was zoo ingelukkig, dat ik het niet verbergen kon. Zij hield mij|ii hand iu do hare. „Zijt g verloofd vroeg zo verrukt, don ring bij ht licht houdend. Neen volstrekt niet. Alisschien gebeur het nog wel eens, maar hij heeft mij voo loopig slechte gevraagd, of ik wachten wi i de." „Dit is hetzelfde," zeide zij opgewekt. „I denk, dat hij met Barones d'Ecio heeft te rekenen, misschien zijn er wel schulde die eerst betaald moeten worden. Alaar ben de eerste göweest, die u heb gcfelicicteer Dat zult ge niet vergeten, 'hé?" „Ik zal nooit vergeten, hoe goed, vric delijk en lief gij voor mij geweest rijt," zc 1 de ik mijn armen om haar hals slaande. „E gij wilt er tegen niemand een woord ovc reppen en ook bedenkendat er nog nic is vastgesteld dat dat hij of ik va gevoelen zou kunnen veranderen." „Daar zal ik aan denken," zeide zij glii lachend, alsof zulk een gebeurtenis volst re' I' onmogelijk was. Daarna liet rij mij ban hartig, zonder verder iets te zeggen, na bed gaan. Hot grootste gedeelte van dc j nacht lag ik wakkermaar ik was niet c I gelukkig, o neon, ik was in dien helder zie J den toestand die bijna den hoogsten sta i van geluk uitmaakt. Wordt vervol ff d

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1