nr. i3i. 3d* Jaargang^. Donderdag 10 November 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentie», mededcelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr 'g morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C<>. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJ8 DER ADVERTENTIE»: Van 1—«5 regels M Elke regel meer 0.19. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan vootdeellge bepaling». Mi het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement Sene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De verkiezingen in Italië. De uitslag der verkiezingen in Italië heeft, >e de herstemmingen ook uitvallen mogen, an het kabinet-Giolitti een besliste over turning bezorgd, en in de nieuwe Kamer al hij nog een grootere meerderheid hebben au in de ontbondene. Zooals trouwens wel c verwachten was hebben de groote werk- takingen van September een reactie in het even geroepen, welke ziek vooral sterk deed evoelen in de centra., waai- toen de ongere- eldkeden het grootst waren. En de sociaal- emocraten, die met grooten opbef hadden erkondigd dat zij hun aantal zetels verdub den zouden, zijn wel zeer uit de ljjken Klagen, want heel veel verder dan 33 et aantal zetels dat zij bezaten zullen ij het wel niet brengen. Zelfs in Milaan ebben zij zetels verloren, terwijl zij daar bij e vorige verkiezingen er direct vijf van de !3 veroverden. G-iolitti's meerderheid zal hoogstwaarschijn- jk ook nog versterkt worden door de radi- tlen. die zich van de verbonden- partijen ct uiterste linkerzijde hebben afgescheiden. Uit d.t alles blijkt dus wel, dat de regee- ng het juiste oogenbfik voor een Kamer- ïtbindiug heeft gekozen en dat het goed Bz.cn was om onmiddellijk na ac stakings- ilusten een beroep op do kiezers t© doen, 11 te zien of de houding van het kabinet ledgekeurd werd. Krachtiger dan t© voren het ministerie uit do verkiezingscampagne s overwinn. ar te voorschijn getreden. Dit succes is vooral cp dit oogenblik van el beteek en is ook ten aanzien van Italië's ïitenlandsche politiek. Wij schreven giste- n te dezer plaatse, dat tengevolge van de nsbrucker relletjes de goeJe verstandhou- ng tusschen Oostenrijk en Italië lijden oest. Nu was juist tengevolge van de be- otiingen va.n het ltaliaansch© ministerie e verhouding zooveel gunstiger geworden, samenkomst van Tittoni met Goludhowski Abbazia en die van Giolitti met von iilow te Homburg, hadden bet hare daar- e bijgedragen. Dat thans in Italië deze lfde bewindsmannen gehandhaafd zullen orden, kan er veel toe bijdragen om de ge- >lgen van d© Innsbrucker gebeurtenissen io veel mogelijk te beperken. De verkiezingen hebben niet alleen met trekking tot den afloop, maar ook nog om n andere reden veel belangstelling ge trok- >n, en wel ten aanzicü van de vraag welke i houding zou zijn der katholieken. Eenige dagen voor de verkiezing verspreid- zich het gerucht, dat de Paus den katho- eken vergund had aan Je verkiezingen deel nemen, onder voorbehoud, dat zij geen af- ti.der lijk: caiucudaten als vertegenwoordigers m een zelfstandige partij zouden stellen, it was iets zeer bijzonders in de Italiaan- he politiek, waar sedert Pius IX het pa- >ol ,,ni eletti ni elettori" had uitgevaar- igd aan het verkiezingswerk geen deel iochten nemen, noch zich mochten laten «kiezen. Van een samenwerking met de cerkroovers" wilde het Vatikaan niets we- m. Het verbod in cte politieke ge&chie- enis bekend als „non expedit" werd ider Leo XIII streng gehandhaafd. En nu honk Pius X daarvan ir eens ontheffing? at was een feit van groot gewicht, en te eer was het dat, omdat eenigen tijd gele den reeds berichten de ronde deden, die op een betere verstandhouding tusschen Vati kaan en Quirinaal schenen te wijzen. Evenwel, het bericht werd al spoedig tegengesproken. Niet officieel, maar door een gewezen commandant van de pauselijke lijf wacht, zicdat men feitelijk niet wist, waar aan men zich te houden had. Volgens de bcridhten schijnen cr in de omgeving van den Paus twee stroomingen geweest te zijn, een, die het verbod streng wilde handhaven en een, die het wilde opheffen. De eerste wensehte, dat de Paus het verbod nog eens speciaal zou deen afkondigen. Dit is echter niet geschied, en zelfs heeft naar beweerd wordt de Paus op verzoeken van katho lieke kiezers doen antwoorden, dat deelne ming aan de verkiezingen geoorloofd was, ten gunste van de regeering, mits geen eigen candidaten gesteld werden. Indien dit wer kelijk het geval is, heeft natuurlijk het „non expedit" zijn kracht/ verloren. Het is bovendien den katholieken kiezers nogal makkelijk gemaakt om het verbod te overtreden, daar op die overtreding geen straf is gesteld. En reeds onder Leo XIII hebben dan ook verscheidene katholieken van hun kiesrecht gebruik gemaakt. Zeer zeker hebben ook ditmaal velen dit gedaan, en liet is wel aan te nemen, dat aan deze om standigheid liet kabinet het mede te danken heeft da.t het zulk een besliste overwinning heeft behaald. Hoe groot de invloed geweest is, die door de atholieke kiezers is uitgeoefend, kan eenigszius worden afgeleid uit de verlde- zingsstati&tiek. In den regel werd slechts door 50 a 60 percent vaa de kiezers aan de stemmingen deelgenomen. Thans steeg het percentage tot1 65 percent. Neemt men nu aan dat wegens de stakings-ongeregeldbeden de belangstelling der kiezers geprikkeld was en er dus daarom meer ter stembus gingen om tegen die feiten door het stembiljet te protestee-ren, en dat derhalve zonder deelne ming der katholieken het percentage 60 per cent zooi zijn geweest, dan zou dus 5 percent der kiezers gevormd worden door de katho lieken die gestemd hebben. Dit is natuurlijk slechts een globale schatting. Maar een opmerkelijk feit' is bet, dat cr ditmaal zuiver katholieke candidaten gesteld zijn en dat er twee katholieken gekozen zijn, zoodat om dat te bereiken velen het non expedit-verbod moeten hebben overtreden. Overigens valt omtrent die verkiezingen nog op te merken, dat zij merkwaardig wa ren met het oog op het groote aantal can didaten. De sociaal-democraten hadden zoo ongeveer overal een candid aat gesteld etal hun leider Enrico Ferri was in meer dan dertig districten gesteld. In 't geheel wa ren er voor de 508 districten over de 3000 car.didaten. Dat o. a. een man als do gewezen minister Nasi die zich tijdens ziju ministerschap op staatskosten zóó bevoordeeld heeft dat ©en vervolging tegen hem werd ingesteld en hij om die te ontgaan naar het buitenland vluchtte, gekozen is, pleit niet voor de kie zers die dit hebben bewerkt- Frankrijk, Het berioht, dat de nege&ringseommissa- ris in de zaak-D'Autriche plotseling de be schuldiging tegen de vier beschuldigde offi cieren introk, heeft groot© verbazing ge wekt. De mededeeling, welke de overste Ra- bier voor den krijgsraad aflegde, luidde als volgt „Tot de vervolging, ingesteld tegen luite nant-kolonel Rollin en de kapiteins Fran- yois en Maresckal, was besloten op verkla ringen vain de generaals de Lacrcöx en De- lianno voor het Hof van Cassatie. Aangezien nu diezo opperoffioieren bun verklaringen aanmerkelijk gewijzigd hebben ten gunste van de beklaagden, is mij van koogerhand opgedragen, de klacht in te trekken. Naar mijne opvatting geldt deze maatregel ook den heer D'Autriche, wiens schuld met die van de overige officieren zou samenhangen. Ook de krijgsraad was hierover ten zeerste verbaasd en de president-, generaal Bertin oordeelde het noodig cm hierover in raadkan nuer te oordeelen. Die bespreking duurde twee uren. Na hervatting van de zitting las de ad vocaat Auffray een verklaring voor, waar in hij protesteerde tegen de vervolging van welke de vier officieren slachtoffers gewor den zijn. Hij sprak er zijn verwondering over uit, dat de beklaagden krachtens hun verleden niet gewaarborgd waren tegietn deze vervolging. Hij beweerde verder, dat de aanleiding tot de beschuldiging ongetwijfeld gezocht moest worden in de hoop. dat de vervolging, tegen do vier officieren ingesteld, zou leiden tot ontdekking van het lang gezochte nieuwe feit in een proces, waaraan al deze beschul digde geheel vreemd- zijn gebleven. Nadat de vier beklaagden nog ieder voor zich hun onschuld aan die beweerde knoeie rijen hadden volgehouden, volgdle hun vrij spraak met algemeen e stemmen. Engeland. Londen, 0 Nov. Op het Lord-mayor's ban ket in Guildhall, veerde de minister van buitenlandsche zaken, lord Lansdowne, het woord. Hij wees er op, dat het voor naamste belang voor de City van Londen ten aanzien van de buitenlandsche betrek kingen van het land was het behoud van den vrede. Hij ging daarna aldus voortTerwijl wij thans den voortgang aanschouwen van de vreeselijke worsteling tusschen twee dappere natiën in het Verre Oosten, begrijpen wij do vreeselijke straf der wroeging, die eiken mi nister of ministerraad moet treffen, welke door gemis aan koelbloedigheid of begeerte naar populariteit of het niet begrijpen van tegenstanders over hun lan J! den geesel bren gen "Van een noedeloozen jrlog. Op dezen gelukkigen dag, den verjaardag van den Koning, ben ik in staat hier mee te deelen, dat de vrede v2-i ons land niet al leen ongestoord is, maar dat er ook, voor zoo ver een voorspelling mogelijk is, geen re den is, te veronderstellen dat hij gestoord zal worden. Niet alleen hadden wij het geluk oorlog te vermijden, maar door strikte onzijdigheid en verstandige internationale schikkingen deden wtij veel om het terrein der vijande lijkheden te beperken. Toch ontkwam ook dit land niet aan het dreigend gevaar van een grooten oorlog. De zer dagen deed zich een incident voor, dat de bevolking van dit land als slechts weinig andere incidenten in beroering bracht. Op 21 October namelijk werd een aanslag gepleegd op Britsche burgers en werd de Britsche v'ag beleedigd. Er was geen sprake van, dat dit met opzet was geschied; indien dat zoo ware, waren verdere redeneeringen overbodig, maar hier was eene betreurens waardige, onverantwoordelijke dwaling be gaan. Hier dient echter bij opgemerkt, dat vol doe ndlo is gebleken., dat de Russische regoe- ring in volkomen oprechtheid geloofde, dat de feiten volkomen verschilden van de voor stelling, welke wij er ons van maaikten. Elke partij was overtuigd van de rechtvaardigheid van hare zaak. Wij sloegen daarop den eeni gen weg in, die voor ons open stond, en stemden er in toe de zaak te onderwerpen aan eene onafhankelijke, onpartijdige recht bank, ingevolge de Haagsche conventie. De commissie zal rapport uitbrengen over alle omstandigheden van het geval en over do verantwoordelijkheid hiervoor, en zal ©en blaam uitspreken over hen, op wie deze ver antwoordelijkheid zal blijker. te rusten. Om de commissie in staat te stellen naar de verantwoordelijkheid een onderzoek te kunnen instellen, bleef een zeker aantal Rus sische officieren te ^7igo achter. Men heeft verwondering uitgedrukt over het feit, dat het aantal van deze officieren zoo gering was, maar het was* niet onze taak de verant woordelijkheid voor de keuze dezer officieren te aanvaardenbet zou een groote fout zijn deze aan Rusland te ontnemen. Wij ontvingen in de laatste paar dagen verschil ende verzjxer ingen, dat de achter gebleven officieren het meest :n de zaak wa ren betrokken en Jat, indien bleek dat an dere officieren schuldig waren, deze ook hunne straf niet zullen ontgaan. Resumeer e nde, vroeg lordl Lansdowne Was het mogelijk, dat de regeering meer had kunnen verkrijgen dan rij deed? Gfeen rechtzoekende kan meer vertrouwen hebben in de rechtvaardigheid van zijne zaak dan wij. Het was een geheel onverwacht, on voorzien incident. Gewagende van verdere lastige, ergernis wekkende incidenten in dezen oorlog, zeide de minister verder nog: Gedurende een oor log hebben de oorlogvoerenden rechten en wij allen moeten toestemmen, dat het ver keerd zou rijn, om aan eenig recht van den oorlogvoerende te l aken, dat wij zelf zouden willen uitoefenen, indien wij in een oorlog waren gewikkeld. Ik ben optimistisch genoeg om te zeggen, dat er nog wel goeds uit deze worsteling kan voortkomen. Ik hoop en geloef, dat deze vreeselijke oorlog den bestaanden wensch zal doen toenemen naar een minder slechte en gewelddadige methode tot regeling van in ternational© geschillen. Ik geloof, dat in breed© kringen de wensch levendig is, dat arbitrage meer en eer gewoonte zal worden. In de laatste drie jaren onderwierp Groot- Brittannië acht of negen belangrijke zaken aan arbitrage. Ik zelf toekende vijtf arbitrage- verdragen en over twee andere wordt onder handeld. De heer Choate (de Amerikaansoho gezant te Londen) vroeg gisteren nog of wij bereid zouden zijn een dergelijk verdrag met Amerika te sluiten, welk verzoek niet is ge weigerd. Wij weigerden ook niet het verzoek om deel te nemen aan eene tweede Haagsche conferentie. Is het niet beter de zaken zoo te regelen, dat er in 't geheel geen geschil len kunnen ontstaan? In dit verband gewaagde lord Lansdowne nog van het verdrag, dat met de bevriende Fransche republiek gesloten is en dat, naar hij geloofde, tusschen Groot-Brittannië en Frankrijik de meest vriendschappelijke en 'hartelijke betrekkingen zoui in het leven roe pen, een betere politieke atmosfeer zou schep pen en de beide natiën in staat zou stellen een nuttigen invloed in het belang van den vrede uit te oefenen op andere mogendheden. Wij kregen hiervoor reeds aanwijzingen door don steun, die in Re laatste dagen van do Fransche regeering ontvangen werd ter ver krijging van een minnelijke schikking tus schen Groot-Brittannië en Rusland. Tweede telegram. Over de uitnoo- diging van president Roosevelt tofc deelne ming aan een tweede Haagsche conferentie, zeide lord Lansdowne: Ik behoef u niet 19 zeggen, dat deoe uitnoodiging niet ia afge slagen. Wij wenschen ons het recht voor tm behouden om te overwogen welke onderwer pen aan de conferentie kunnen worden on derworpen en op welken tijd zij kan worden gehouden Wij hebben geen oogenblik ge aarzeld om do Amerikaansche regeering te verwittigen, dat wij bereid waren aan het onderzoek deel te nemen, en Wij wenschen den president voorspoed toe in het nuttige werk, dat hij heeft ondernamen. Spanje. Madrid, 9 November. De Kamer zette heden de beraadslaging voort over het wetsontwerp op den wisselkoers. Minister-president Maura, verklaarde, dat do regeering 't niet eens is over het wetsontwerp, dat aanleiding gege ven heeft tot eene hevige discussie in den ministerraad. De minderheden weigeren deel te nemen aan do debatten. De voorzitter schorst de zitting^ Hongarije. Minister-president Tisza heeft een voorstel ingediend in de Hongaarsobe Kamer o/m een oommissie vam 21 leden te benoemen voor de herziening van het reglement van orde. Zaterdag is dit voorstel in behandeling genomen. Kossuth verklaarde al dadelijk, dat zijn partij strikt wensehte vast' te hou den aan het tegenwoordige reglement ea dat de minister-president zich vergist had toen hij de hoop uitgesproken had, dat de ee- rïeuse elementen der oppositie hem ditmaal zouden volgen. De leider de onafhankelijk- heidspartij diende ten slotte een motie in, waarbij de Kamer werd uitgeoioodigd het ontwero van Tisza niet te aanvaarden en de regeering om onmiddellijk een ontwerp in te dienen tot herziening der kieswet. Graaf Tisza nam, zonder den verderen loop der discussie af te wachten, dadelijk na Kossuth het woord om zijn ontwerp te verdedigen. De oppositie trachtte wel hem het spreken te beletten, maar hoe moer zij zich opwond, hoe kalmer Tisza werd. Hij verklaarde ten slotte dlat hij, in het be lang van het land, zijn ontwerp zou doen aannemen of er mee zou vallen. Deze krach tige en onverwachtsche houding, alsmede do algemeene instemming, die het ontwerp daags te voren bij de meerderheid had ge vonden, hebben in de gelederen der oppositie eenige angst veroorzaakt, terwijl de oppo sitie bovendien niet op haar gemak ia, met het oog o/p de steeds dreigende Kamer-ont binding, waartoe Tisza wel te vinden is. Rusland. Uit Abo wordt gemeld, dat de vroegere Finsche senator, generaal Schaumann, do vader van den moordenaar van Bobrikof, uit I Naar het Engolsch van JOHN STRANGE WINTER. „Gij rijt een dwaas, romantisch kind," tide Barones d'Ecie eenigszins ruw. „Gij' fcet niet wat goedl voor u is, gij kunt in Ct drukke Londen niet op uzelf passen. Gij loet die menschen onmiddellijk verlaten."' ,Dat kan ik onmogelijk doen,'" zeide ik Nig. „En dat waarom niet?" „Omdat i'k een dame, die buitengewoon Eendelijk voor mij geweest is, in groote in gelegenheid! zou brengen, en dlat zonder enige geldelijke reden," antwoordje ik flink. „Ongelegenheid bah.! Die menschen lebben geen gevoel voor gemak of ongele genheid," zeide zij met een air van voor- Ume onverschilligheid. Ik dacht aan een voorval met een Fran- che gravin, die zich kleedde, terwijl haar be- iiende in de kamer was. „Noemt ge dat een nan?" vroeg de groote dame, toen iemand fe opmerking maakte, dat die manier van doen wel watonwelvoegelijk was. Klaarblij kelijk woonde dezelfde geest in Barones i'Eciede tijiden mogen veranderen, maar rangen en standen zullen er altijd blijven in de lengte van dagen. „Ge moest- nu! terugrijden en uw koffer gaan paikken, en dan aan mevrouw Poplin Browne zeggendat gij; eeui poosje bijj mij blijft logeerem. Zij' -zal er geen drukte over maken, omdat het mijn wensch is." Op dat oogeniblik had ik met het groox- s te p lei zier Barones d'Ecie een klap in haar gericht gegeven. Tot dien tijicL was zij altijd zoo zachtzinnig en lief en vriendelijk ge weest, dat men haar leelijk haviksgezicht, dan kouden glans van haar grijze oogen en den vast gesloten mondi, die van groote onbuigzaamheid) geturigdJo, over liet hoofd had; gezien! En! dit zou mijin schoonmoeder worden, dit wel als ik nu toegaf, wist ik, dat ik voor mijn gehecle - leven mijn zelf standigheid verloren zou hebben, en, hoe volkomen' ik mijn hart. aan Godfried ge schonken had', was i k niet" van plan mijn vrijen wil aan ziju moeder af te staan. Ik „gordde mijj dus aan en. sprak," zoo- als de keukenmeid' bij; ons altijd zeide. „Het ia zeer vriendelijk van ul, zooveel be- laing in mijl te stellen, Barones dJ'Ecie," zei- dle ïlrf, een moedig gezicht clp een ©enigs zins popelend hart. zettend „en moeder zal u zeker zeer dankbaar zijn maar zelfs voor u kan ik er niet in toestemmen iets te doen, wat ik voor laag en onedel houd. Ik ben zeer gelukkig bij mevrouw Poplin.Browne en word er zeer goed be handeld ik kan geen enkele geldige reden vinden-, om hen te verlaten, en ik wensch hen ook niet te verlaten. Spreek er dus, als liet u belieft, niet meer over." Ik sidderde bijna, daar ik een vloed van booze verwijtingen verwachtte, maar niets van dien aard volgde. Barones d'Ecie ver kropte haar woede indien zij) die ge roeide, en zeide, dat, als ik van die meening was, er niets meer viel te zeggen. Toen zeide zijl, dat het dejeuner klaar was, en dat we nu maar naar beneden moesten gaan- en be ginnen. En alzoo (geschiedde. Ik kan juist nlièb zeggen, dat het een zeer vroolijk maal was, maar we waren toch vrij vriendelijk en spraakzaam. En toen wij gereed waren, zeide ik, gedachtig aan do 2 uren, waarom.' zij' verzocht had, dat ik moest vertrekken. Zijl deed geen pogingen, om mij te /weerhouden, evenmin liet ziji mij per rijjtuig gaan of presenteerde riji mij daarin een eindje weg te brengen. Neen, zij zeddè mij judst goeden dag, of ik een gewone kennis was, en ik verliet stil het huis, naar den Rozetten/weg terug gaand. evenals ik gekomien was, nl. per trein. Ik was een weinig troteoh, dat ik den slag gewonnen) had; want, weet g|e hot was geen geringe zaak am staande te blijt- ■ven tegenover zulk een eigenzinnige en aan matigend! trotsdhe vrouw, als Barones d'Ecde. Edhteat voelde ik, dat onze. vriendschap voor goed uit was, enj dat het meer dan) waar- sohSUnlijk was, dat de gevolgen van indjn verzet- van heden met verjubelde kracht op mijn eigen hoofd zouden neerkomen. Nu «is dit het geval mocht zijn, zou ik er mij maar op moeten voorbereiden, om hun- moe dig het hoofd te bieden. Ik was er zeker van dat Godfried zeggen zou, dat ik goed ge- handeJd had, als hij had gehoord, hoe alios zich had toegedragen. Eerst was ik, toen ik een halfuurtje voor mijlzélf had van plan, aan moeder te schrij ven en haai- alles te vertellen, maar bij na der inzien besloot ik er geen woord van to reppen. Immers, die goede moeder had at genoeg zorgen, en misschien zou zij, als zc alles wist, de kleine tekortkomingen van mijuheer PoplinBrowne in haar geest zóó overdrijven, tot ziji zich1 verbeeldde, dat er werkelijk veel op hem viel aan te merken. Toen ik haar vertelde, dab hij maar een eenvoudig man van zaken was, wel niet van zóó goed uiterlijk a'ls rijn vrouw, maar toch zeer vriendelijk en beleefd', had ik geen ge voel gehad, of ik iets voor haai- verborgen hield ,wat zij/ had behooren te weten. En drie dagen later was ik wat blij, dat ik haar had! gespaard, want toen ontving ik een te legram van dón volgenden inhoud: „Kom onmiddellijk. dringend! noodig Moe der." HOOFDSTUK XIV. Een onverwachte vacantiedag. Ik had ©en treurige, koude en zeer ang stige reis naar huis. De sneeuw lag dik op den grondf. Er waren maar twee wanne staven in/ den diende-klasse^ waggon en ik had geen reisdeken, alleen mijn met bont go- voerden mantel en een doek. Dikwijls vroeg ik mijzelf gedurende die 'koude, ongeriefe lijke uren af, waarom ik er toch niet, toen ik van huis ging, aan gedacht had een reis deken mee te nemen, want we hadden er een hooien voorraad van. Maar ik moest roeien met de riemen, die ik had. Ik had to BlanJchamptan zelfs geen tijd' can een kop koffie of een glas w'ij/n te nemen, d!aar ik in een baive minuut mijjn trein moest zien te pakken, en ik was zoo koud en ongerust over hetgeen er thuis gebeurd was, dat dio laatste 20 mijlen mij even lang toeschenen als het traject van 5 uur tusschen Londen en Blankhampten. Maar eindelijk kwamen we toch' aam ons station. Ik keck vol verlangen door de toenemende duisternis oon te rica, wie mijj was komen) afhalen, maar er wan niemand dan de oude stationchef en de kwajongen die als portier dienst deed. „O, mijnheer Barnes," riep ik, „wat is er thuis gebeurd? Weet ge er ook iets van V' Hij antwoordde geruststellend genoeg„Zoo zijt ge daar, juffrouw Nugent? Wel, ik heb nergens van gehoord; gisteren is de dokter nog hier geweest, en hij heeft in het geheel niet over riekte gesproken. Hij bracht een briefje mede van mevrouw Nugent, waarin zij mij. verzocht bet rijtuigjo te bestellen en er u, als gij waart aangekomen, mee naar hiis te laten brengen." Ik had het wel willen uitschreeuwen nu moest ik nog twintig minuten wachten, terwijl de jongen in de herberg ging waar schuwen, dat ik met den' laatsten treini waa aangekomen. Emdblijk vertrokken wij en hotsten over den weg tusschen Dene en liet station, ©en afstand van drie mijlen. Wat was ik door en door koud, toen we eindelijk ons hek binnenreden, en het laatste eindje aflegden. In een oogenblik werd do deur openge daan, en daar kwamen ze allen aanvliegen, moeder voorop, dan. de meisjes en zelfa juf frouw Bates op don achtergrond. Ik vloog letterlijk in moedors armen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1