Jaargang. Maandag 21 November 1904. ^BÜIfENLANa^ FEUILLETON. MIJN GODFRIED Hf6. 143. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 unr 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1—5 regel.O.TH. Elke regel meer -. 5 0.15. Groote lettere naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteóren in dit Blad bij abonnement. Eene cironlaire, bevattende de voorwaarden, worat op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien art. 12 der Drankwet Brengen ter openbare kennis, dat een ver zoekschrift om vergunning tot venkoop van ster ken drank in liet klein, voor gebruik ter plaatse van verkoop, bij hen is ingekomen van H. X. Prins, in het voorvertrek van het perceel no. 30 aan de Arnhemschestraat alhier, tegen afstand van de vergunningen, ten name van J. W. Worste ling voor perceel 30 Arnhemschestraat en A. Lenstra voor perceel 25, Weverssingel te Amers foort. Amersfoort, den 19.November 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SANDBERG. WCIJTIERS. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. Klein ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene brood- bakkerij in het perceel alhier gelegen aan de Krommestraat no. 5, bij: het kadaster bekend onder Sectie E, no. 475 op de Secretarie der ge meente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 1. Deoember aanstaande, des voormiddags te half elf uren) gelegenheid) ten Raadihuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebe stuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten! van de inrichting in te bren- gen. Amersfoort, den 17. November 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd 'De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SANDBERG. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De obstructie in Hongarije, Sints jaar en da.g zijn wij gewoon, dat er in de parlementen van de monarchie Ocs- tenrij k-Hongarije rare dingen voorvallen. In den Oosten rij ksohen rijiksraad is nu reeds gedurende zei jaren elke arbeid onmogelijk; de parlementaire machine staat stil en wan neer niet artikel 14 der grondwet (het be- kende nood-artikel) het middel aan de hand gaf om althans den loopenden dienst gaan de te houden, dan zou men in een toestand van regeeringloosheid komen. In Hongarije is men eerst later tot het inzicht gekomen, welk een geducht wapen do obstructie ople>- vert in handen van eene oppositie, die in dwarsdrijvcn het ideaal van bestrijding ziet. Daar mist men het redmiddel, dat Oosten rijk bezit in artikel 14, en men heeft in de eerste maanden van dit jaar dat gemis droevig ondervonden. Toen was er geen op wettige wijze tot stand gekomen begrootings- wet, en dientengevolge ontbrak de macht tot invordering van de belastingen de wet tot vaststelling van het militie-contingent kon niet tot stand komen en daardoor ont stond er groote verwarring in den dienst bij het leger. Do herin nering aan het toen gebeurde werkt nu nog na. Er is toen, na veel ge harrewar, eene schikking tob stand geko men tussohen de regeering en de oppositie, waardoor het kwaad, dat de obstructie had aangericht, in zijn voortgang werd gestuit. Maar om te voorkomen, dat dit kwaad zich zou herlialen, waren andere maatregelen noodig. Daarover heeft- de woeste strijd ge- loopeu, waarvan de Hangaarsche rijksdag in de laatste dagen der vorige week het tooneel is geweest Reeds in de zitting van 15 Maart van dit jaar had de minister-pre sident, graaf Tisza, voorstellen aangekon digd tot herziening van het reglement van orde Die voorstellen zijn thans ook inge diend. Maar daarmede was men voorshands nog niet geholpen, want de behandeling van die voorstellen vorderde een langen weg. en inmiddels zou de obstructie vrij spel heü- ben. Daarom werd, in overleg met de regeo- ring, als aanhangsel van het voorstel tot benoeming van eene commissie voor de rogiementsherziening, een ontwerp-beslun ingediend om tijdelijk, uiterlijk voor oen jaar, aan den voorzitter oom? uitgebreidere macht toe te kennen tot bevordering vau het tot stand komen van ccnige met naimo genoemde wetsontwerpen, waarvoor de me dewerking va,n de wetgevende macht onont beerlijk is. Die zaken zijndc begrooting vcor 1905, de crediietwot voor de eerste maanden va.n 1905, omdat het jaar reeds to ver gevorderd is om nog vóór 31 December met de begrooting gereed te komen, het wetsontwerp tot vaststelling van li^t miu- tie-contingent voor 1905daarbij komt ver der nog het wetsontwerp tot regeling van de financieele verhouding met Kroat-ie eu eindelijk wordt dit tijdelijke besluit van toepassing verklaard op de behandeling van de voorstellen tot definitieve herziening van het reglement. Door de grootere macht, die den voorzitter wordt verleend, zal het, hem mogelijk zijn, naar aanleiding van een voor stel daartoe, door vijftig leden ondertce- kend, een termijn te bepalen, waarop de discussie zal worden gesloten en tot stem ming zal worden overgegaan. Verder worden dc middelen, waarvan hij zich zal kunnen bedienen tot handhaving van orde en tuolit, uitgebreid; hij zal led on, die zich schuldig maken aan ongehoorzaamheid jegens den president, van de zittingen kunnen uitslui ten met verbeurte van hun presentiegeld gedurende dien tijd. Dit is de inhoud van het voorstel, dat ge durende dri- dagen het onderwerp is geweest van een strijd zoo verwoed als nog nooit1 in den Hongaarschen rijksdag is gevoerd. Het slottooneel van dezen strijd, "in. den laten a-voucl van Vrijdag, schetst ©en correspon dent van de Frankf. Ztg. aldus: „Het was kwart voor elf, oen, de minister president, graaf Tisza, zijno redo eindigde met de wooi'den„Et moet een einde ge maakt worden aan dit spel, dezo comedie, deze anarchistische toestanden in het belang des lands. Wij hebben geduldig gewacht. Ons geduld is uitgeput. Heb land wil nutti gen arbeid, en de obstructie belemmert ons daarin. Daaraan moet een einde komen". Donderende Eijen-kreten van de geheelo rechterzijde omstreeks 250 afgevaardig den weerklonken bij deze voorden. Do geheele liberale partij stond overeind en riep in koorStemmenTegelijk werd den presi dent het schriftelijke verlangen van talrijke liberale afgevaardigden overhandigd om tot de stemming over te gaan. „Nu stond president Perczel op. Het ge heele huis geraakte in oene onbeschrijfelijke, koortsachtige spanning. De liberale partij schreeuwde-. „Stemmen!'' terwijl de opposi tie uitbarstte in het geschreeuw: „Verraad!" De president deelde aan de vergadering mede, dat hij het voorstel-Daniel tot wijziging van het reglement van r.rae in stemming zou brengen. De tooneelen, d op deze woorden volgden, zijn onbeschrijfelijk. De oppositie stormde uit de banken. Plotseling zag men boeken, stoelen en inktpotten op den presi dent toevliegen, die doodsbleek, maar vast op zijne plaats stond en de vraag richtte tot de vergadering of zij het voorstel-Daniel aan nam. Op dit oogenblik stormden talrijke leden van de oppositie op het voorzittersgestoelte toe en Victor Rakosi pakte den president bij den arm, om hem van zijne plaats te sleuren. Tegelijk waren echter ook deurwaarders en omstre ks 2 liberale afgevaardigden bij den president. Zij drongen de oppositieleden van het- gestoelte van den voorzitter, die daarna het voorstel-Daniel voor aangenomen ver klaarde en den minister-president met zijn zakdoek wenkte. Graaf Tisza haalde een brief van den Koning uit den zak, dien eene ge heele garde liberale afgevaardigden naar den president bracht. Ouder dreunende Eljen-kre- ten van de liberalen, en verwenschingen van do oppositie, werd de brief voorgelezen. Hij bevatte het besluit tot sluiting van de zit ting en tot verdaging van den rijksdag voor onbcpaalden tijd. ..Het lawaai was nu bepaald onbeschrij felijk. Graaf Tisza, door de geheele liberale partij omringd, stond voor zijn zetel. Presi dent Perczel stak kalm den brief bij zich en gaf met een krachtig gebaar te kennen, dat hij de zitting sloot. Perczel en graaf Tisza werden, ieder door oen vijftigtal afgevaar digden geëscorteerd, uit de zaal geleid. In do zaal 'uurde het lawaai nog ongeveer een half uur voort. I striid is dus geëindigd met de neder laag van de obstructie. De verdaging van het huis was blijkbaar afgesproken werk. Men wil door eene korte lust de gemoederen tot kalmte laten komem en als het huis weer bijeen komt, dan is' do voorzitter met de noodige macht uitgerust om w'at bepaald noodig om af te deen, tot afdoening te "brengen. Duitschland. Bij de beëediging van de rccruten van het Berlijnsche garnizoen, die onlangs in tegen woordigheid van den Keizer plaats had, heeft de Keizer wederom gewezen op de noodza kelijkheid om aan de mishandelingen van soldaten in dienst een einde te maken. Iedere overtreding van dit verbod moet, zonder aan zien des persoons, ter kêitms "gébracht wor den, opdat de schuldigen hunne verdiend© straf niet zullen ontgaan. D© Keizer zcide: Ik zou mij verheugen, als de oude klachten over mishandelingen eindelijk verstomden, want slechts do goed behandelde recruuit en soldaat kan zijn plicht trouw en welgemoed vervullen. Kiel19 Nvo. Heden namiddag om twee uur is op de Germanda-werf het linieschip N. van stapel geloopen, waaraan de Keizer dcui naam Deutsdhlaaxdl gegeven heeft. Do rijkskanselier 'hieldi bijl deze doop plechtigheid; eene rede, waarin hij betoogde, dat het Duitsche rijk eene vloot bouwt oan aan hen, dde uitgaan in do wereld, en de Duitsche cultuur, den Duitsclien arbeid naar buiten dragen, een vasten steun in het moe derland 'te geven. Voor niemand is onze zremacht eene uitdaging. Maar sterk moet ons land blijlven in den vreedzamen raad der volken, en daartoe moet ook dit schip bij dragen. Frankrijk. In de Kamer heeft eergisteren een leven dig incident plaats gehad, naar aanleiding van het verlangen van den afgevaardigde De Benoist, om de regeering te interpelleeren over de maatregelen, die zij denkt te nemen tegen den rechter Bernardin, een der amb tenaren, die zich leende tot het geven van inlichtingen over de private omstandigheden en de politieke gezindheid van officieren. De minister-president verlangde, dat deze inter pellatie op d© lijst zou worden geplaatst, om te worden behandeld als zij aan de beurt was. Daartegen verzette Benoist zicih, waar op Combes op de tribune kwam en zeide: „De tegenstanders der regeering hebben zich zelf wi^ gemaakt, dat wij de republikoin- sclie ambtenaren nu aan hunne wraak zul len uitleveren (groote bijval links). Het ia reeds abnormaal, dat men al deze aanklach ten op papier durft, stellen, die afkomstig zijn van een diefstal en welker echtheid niet is vastgesteld. (Stormachtig rumoer rechts en in het centrum, langdurig geroep en bijval links. Geroep: „Waarom hebt go dan André tot aftreden gedwongen?") Wij zullen den vijf-jarigen arbeid der republikeinscho pro paganda niet vernietigen(Stormachtig ap plaus links.) Wij hebben de al te ijverige beambten berispt, maar voordiwang zullen wij niet wijken. (Bijval en rumoer.) Men beproeft onze aanhangers bang te maken, daartegen protesteer ik. (Luid applaus en hevig lawaai.) Ik ben op de tribune geko men, om de republikeinsche partij gerust to stellen; ik verlang van de Kamer, dat zij de regeering zal veroorloven haren arbeid voort te zetten Na Combes besteeg de afgevaardigde Ri- bot de tribune, die o. a. den minister vroeg „Waarom is de minister van oorlog André weg en waarom bevind gij u nog op deze banken?" (Stormachtige bijval en ge schreeuw). Aan het verlangen tot verdaging van de intêrpe 11 atie-Bënoist werd ten slotte met 296 tegen 267 stemmen voldaan.. Ook in het optreden van den wis sel agent Berteaux a' minister van oor log wordt de oude regel bewaarheid dat er niets n euws -nder de zon is. Onder Koning Lodewijk XIV heeft gedurende eanige jaren een main aan het hoofd van het departement van oorlog gestaan, die als fi nancier zijne sporen hlad verdiend. In 1701 werd, op aandringen van mevrouw De Mai.n- tenon, de bestuurder van de koninklijke fi nanciën Chamillard, t t minister van oorlog benoemd, die dit ambt tot 1709 behield. Hij heeft zich daarin niet bepaald onderschei den, zooals blijkt uit het volgend© graf schrift, dat d© herinnering aan hem voor het nageslacht bewaart Ci git 1© fa-meux Chamillard, D© son roi lo protonotaire, Qui fut un héros au billard, Un zéro dans le ministère. De corporatie van de Agents de change, waartoe de lieer Berteaux behoort, is een zeer oude instelling. Zij is opgericht krach tens een besluit van Koning Karei IX, dat aan hare leden het karakter van openbare ambtenaren verleende voor den hun als mo nopolio verleenden koop en verkoop van de aan de beurs op grond van hunne beslissing toegelaten geldswaardige papieren. Dit ka rakter bezitten zij nu nog. Zij zijn de offi- cicele tusschenpersonen in alle beurszaken, mogen die alleen voor rekening van anderen uitvoeren en zijn zoowel te zamen als ieder voor zich onderworpen aan het toezicht van deu staat. Naar aanleiding van de laatste parlemen taire incidenten, heeft do ministerraad be sloten eene circulaire uit te vaardigen, waar in instructiën gegeven worden over de wijzo waarop inlichtingen over ambtenaren moe ten worden ingewonnen. De prefecten zullen worden uitgonoodigd als vertegenwoordigers van bet hoogste staatsgezag deze inlichtin gen onder hunne hoede te nemen. Engeland. De Koning en do Koningin van Portugal zullen, zooals nu bekend wordt, den lOen Decern lier Londen verlaten en zioh dan via Portsmouth en Cherbourg aar Parijs bege ven, waar zij eenige dagen zullen vertoeven, om dan rechtstreeks naar Lissabon terug te reizen. De Portugeesche minister van bui- tenlandsche zaken, Villaca, komt heden te Londen, waar hij uilige dagen in het Buc kingham paleis zal verblijf houden, om daar na naar Lissabon terug te keeren. Oosten rij k-Hongarfje, Weenen, 19 Nov. In de Kamer werd een stuk voorgelezen, waarin de Keizer en de minister-president hun diep leedwezen te kennen geven over de verontwaardiging van de Kamer en van de geheele natie over de taal door Fernnerstorfer (in de Ho-ngaarsche Kamer Red.) ten opzichte van de Kroon en de dynastie gebezigd. D© minister-president verklaarde dat de glans van de Habsborrgsche dvnastie niet ver duisterd kan worden. De verheven persoon van den monarch kan niet aangetast wor den-, maar de minister volgt de stem des volks door den aanslag jegens zijn heiligst© gevoelens te bramdlwerken. Boedapest, 20 Nov. De liberale burgerij had hodtenmorgen oene vergadering belegd; Waarin een groot aantal personen tegen woordig waren. De minister-president Tisza rechtvaardigde onder luide toejuichingen zijne houding in de Kamer van afgevaardig den. De vergadering nam eene motie aan, waarbij de obstructie veroordeeld en het po litiek optreden van Tisza goedgekeurd wordt. Gedurende en na de vergadering werden voor de vergaderzaal vijandigp betoogingen tegen Tisza gehouden. D© betoogetrs ontvin gen Tisza op het oogenblik dat dJeze de zaal verliet mot het geroep: atredefnen wier pen naar hem met sneeuwballen. Do politie dreef de betoogers met den blanken sabel uiteen en nam 48 personen ge vangen. Rusland. Buitengewone maatregelen ten behoeve van de veiligheid van den Czaar werden, vol gens een bericht van d© Times, genomen op zijne reis van Petersburg naar de verschil lende plaatsen, waar hij persoonlijk afscheid genomen heeft van de naar Mandsjoerije ver trekkende troepen. De spoorlijn Petersburg Grodno alleen werd, toen de keizerlijke extra- trein moest passeeren, door 20,000 man in fanterie bewaakt. Duizenden soldaten waren bovendien uitgezet tot bewaking van den spoorweg zuidwaarts door Polen. Iedere over weg werd door schildwachts met de bajonet op het geweer, bewaakt. Elk kruispunt werd aan alle zijden door twee posten bewaakt, die met den rug tegen elkaar stonden. Op verschillende punten stonden de posten slechts 120 M. van elkaar af. Patrouilles gingen langes den geheelen spoorweg. Zeer scherp was inzonderheid de bewaking van de bruggen; booten met soldaten lagen on der de bruggen op wacht. D© Petersburgsche correspondent van de New-York Herald", verneemt, dat admiraal Alexejew zeker niet, gelijk vroeger gemeld 36 Naar het Engelsch VAX JOHN STRANGE WINTER. Hartelijk dankbarones d'Ecie „ik ben er ook mog, zou ik denken,' zooals Oscar al tijd zeide. Nu geloof ik wel, dat, als ik persoonlijk niet. zooveel belang dn Godfried had gesteld, en mevrouw d'Ecie had mij dan gevraagd een handje te helpen koppelen, als de gele genheid zich voordeed, ik misschien zooi nu on dan met Hildred T regen na over hem zou gesproken hebben*. Maar als zij het mij. op die zelfde wijze gevraagd had, zou ik het in geen enkel geval gedaan hebben. Immers in plaats van openhartig te zeggen: „Gij weet, dat deze meisjes rijk -worden. Hildred ts een lief meisje cn zou een goed© partij voor Godfried zijp,'- deed zij, of het geld geheel buiten rekening bleef, en wetdd'e zij* uit- over de wensohelijikhoid, dat een jongmensoh op jeugdigen leeftijd in het huwelijk trad en zoo mogelijk een meisje zocht, dat als echtgenoot een goede figuur zou maken, en de voordcelen genoten had eener zorgvuldige opvoeding' Die oud© bedriegster! Wat wist zij af van de opvoodings-metlhode, volgens welke mevrouw Tregenna's dochters waren groot gebracht? Wist zij, dat zij weken ach tereen haar mceder niet zagen, gestraft wer den naar de uitspraak der gouvernantes en, nu zij volwassen waren, telkens, als zij, in haar moeders gezelschap kwamen, comedie speelden „Hildred is .het meisje, dat ik mij altijd als schoondochter gedroomd heb," ging baro nes d'Ecie op klagenden toon. voort. „Do vrouw van mijn oudsten zoon is mij nooit- tot den minsten steun geweest, nooit. Maar, als Godfried eens trouwt" en toen hield zij plotseling op, alsof het genot van net vooruitzicht van die gebeurtenis al te groot voor haar was. Arme oude vrouw, ik moet zeggen, dat ik bijna medelijden met haai* kreeg, toen ik haar Ihet kaartenhuis zoo rag opbouwen, dat naar alle waarschijnlijkheid in elkander zou storten, vóór het zijn vol tooiing genaderd was. Want. mocht- God fried mi j trouw blij ren of niet, ik was er zeker van, dat- hij nooit, onder welke om standigheden ook, zoai kramen besluiten om met Hildred Tregen na- te trouwen. Boven dien, Hildred kcra ihem niet uitstaan. Ik beken, dat ik niet' begrijpen kon, hoe een meisje niet van Godfried kon houden maar toch bewonderde ik haar grootelij ks, da^ zij sterk genoog van geest- was, om dit niet le doem Na nog een poosje gepraat te hebben over liet idyllisch vooruitzicht van een verloving van Godfried en Hildred, stond barones d'Ecie op en zeide zij, dat het tikl voor fliaar was -om te vertrekken. ,.Gij moet mij bepaald eens koonen opzoeken, kom eens bij mij koffie drinken. Ik zal mevrouw Tre gen na verzoeken een dag hiervoor vast le stollen." Aldus eindigde zij, maar op het zelfde oogenblik word dc deur geopend, en mevrouw Tregenna, gevolgd door Hildred en Mariontraden haastig binnen. Ik kan verklaren, dat dk dcc© sierlijke, vlugge dame vol drukte en, vriendelijkheid, nauwelijks herkende, zoo verschillend wias zij van de trotsch© aristocrate, die -miji nog maar een week geleden zoo koud en onaangenaam in deze zelfde kamer ontvangen had. „Lieve barones d'Ecie,' riep zij uit, „wat- ben ik blijde u te aden, hoe lief van u om naar ons toe te komen. En dat ik nu juist uit moest zijn! Waarom hebt gij niet laten weten, dat ge komen zoudt?" Ik keek onwillekeurig naar de twee meis jes, maar zij zagen elkander juist veelbetee- kenend aanin Hlldreds oogen was duide lijke afkeer te lezen. „Ik zou het u zeker geschreven hebben, lieve nicht," zeide baro nes d'Ecie op haar minzaamston toon, „maar ik wist niet zeker, of cr vandaag van komen zou. Ik heb evenwel een brief hij mij, dien ik u wilde laten lezentoen gij niet thuis waart, heb ik van de gelegenheid geprofi teerd om dit lieve kind te spreken." Dit „lieve kind!" was ik. Zij was dus niet gekomen met het- doel om mij te zien. Waar om zon zij ook Ik was -maar een jong meisje, dat zij l>egunstigd had. Niets meer. „Eu hebt ge thee gehad'?" riep mevrouw Tregenna. „O jav, dank u zeer; uw bediende en juf frouw Nugent hebben mij kostelijk van al le» voorzien. Hildred, lieveling, geef mij een kus." Hildred kwam gehoorzaam nader en hield plichtmatig haar wang voor baroaies d'Ecie's lippen. Terwijl zij dit deed, ontmoetten haar oogen de mijne, en op dat oogenblik dacht ik aan een ann verschrikt konijntje in de klauwen van een onbarmhartigen boaroon- st-rictor. Ik voelde, dat ik eten onoverwinne lijke n afkeer voor barones d'Ecie begon op te vatton en ik geloof niet, dat dit ge voel iets te maken had met mijn Godfried!. „Gij kunt nu wel gaan, juffrouw Nugent,' zeide mevrouw Tregenna eeuigszins scherp. Ik zeide barones d Lede goeden dag, en terwijl ik de deur opende, hoorde ik Marion zeggen-: „Mogen wij ook weggaan, mama? „Ja, ©sn poosje kunt gij wel gaan, maar komt in een half uurtje terug." Daarop gingen zij met mij mode naar bo ven. Hildred was huiverig eu koud, waarom Mam'selle haar een kop wanne thee gaf mot een stuk geroosterd brood, dlat zij bij liet vuur in do schoolkamer had klaargemaakt wij zeiden altijd kinderkamer, maar hot was eigenlijk de schoolkamer. „O, nu beu ik weer beter, lieve Mam'selle tje," zeide zij zenuwachtig. „Zij maakt mij altijd zoo naar, ik ik ik ben toch zoo bang voor haar." Ik nam haar hand in de mijne en begon die te streolen. Ik had modelijden met haar. „Zij heeft zeker een brief vau hem gehad," ging het meisje voort, „dien zij aan mama wil laten lezen. O, wat heeft zij toch nare, scherpe oogen. Ik hoop maar, dat we vóór het eten niet naar beneden behoeven te gaan." Klaarblijkelijk echter vertrok barones d'Ecie, zonder haar lieveling goeden dag te zeggen, want- de twee meisjes bleven bij ons rond het vuur zitten keuvelen, totdat haar moid ze kwam roepen om zich voor hot diner te gaan kleedëu. Ik hoorde ook niet eerder ietg van barones d'Ecie dan drie dagen later, toen Hildred mij ongeveer tien minuten voor het oten van uit haar kamer toeriep„Toe, juffrouw Nugent, kom even een oogen blikje beneden bij mij!" Ik ging dadelijk. ,,0, hebt ge een partijtje?" vroeg ik. „Eu is dat uw nieuwe japon? Hoo beelderig!" Zij zag mij droevig aan. „Ja, die moet ik aantrekken, mama heeft ze voor mij laten maken. Hij moet bier vaudaag eten!" „Hij wie? Godfried toch niot?" „Ja, mijnheer d'Ecie," zeide zij, met het hoofd knikkend en mij rampzalig aanziend; zij bemerkte klaarblijkelijk niet, dat ik mij daar leelijk versprak met dat „Godfried". „En och, juffrouw Nugent, ik ben zoo diep ongelukkig, zoo rampzalig. Wat moet ik be ginnen, als zij hem hebben overgehaald „Zij zullen hem niet hebben overgehaald," zeide ik kortaf, en mijn jftem klonk zelfs in mijn eigen ooren hard en scherp. „Mijnheer d'Ecie is er de man niet naai-, om tot iets overgehaald te wordetu. Iemand met zoo n kin is niet gemakkelijk te overhalen." „Gelooft gij werkelijk niet?" „Ik ben cm zeker van," antwoordde ik; maar noohthans was ik cr in het diepst mijns harten volstrekt- zoo zeker niet vaiu Zij zng ca* aardig uit, was met smaak ge kleed en had oen zeer groot fortuin te wach ten. Het verwonderde mij eigenlijk inder daad, dat Godfried! zijn hart al niet lang was kwijtgeraakt, vóór hij mij zag. „Ik heb u gevraagd even bij mij te komen, omdat ik wist, dat u mij mood zoudt inspre ken," zeide zij treurig. „Marion doet hier ook haar beet wel voor, maar het lukt haar niet, en zij is even bang voor mama als ik. Ik ben nu al beter ik voel mij dapperder, wer kelijk!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1