KOLONIËN.
BINNENLAND.
noodzakelijkheid had ingezien 0111 hier een
fort te bouwen, was er in de maand Apri!
iu dit jaar uiet eena een loopgraaf
aangelegd. Deskundigen Hebben beweerd,
dat de uitvoering van de ontworpen
versterkingswerken minstens vijf jaren
en verscheidene millioenen roebels zou
vorderen, omdat het aan groote be
zwaren onderhevig is ook maar een weg aan
te leggen in de granietmassa. Toch moet ge
neraal Kondratenko in staat geweest zijn.
de rots binnen eenige weken te versterken
en belegeringsgeschut tot op den top te bren
gen. Sachorow zegt ..Toeu ik nog den vuur
toren beloonde, bediende ik mij. om naar
de stad te komen, van een voetpad, waarop
geen ruiter kan vooruit komen ik had vol
uit zes uren'noodig om den 15 werst bedra
genden" a fstahd'af te leggen Liautisra-n zou
du9 zoowel van <le land- als van de zeezijde
onaantastbaar zijn de gcbeele bergmassa i«
hard rotsgesteente, waarop geen schop aarde
aanwezig is. zoodat het onmogelijk zou zijn
den berg met loopgraven te naderen. Kon
den de Japanners deze hoogte in bezit ne
men, dan zou ook Port Arthur veroverd zijn
maar zij zullen er zich nooit van meester
maken, zoodat ook de vesting zoolang als
noodig is tegenstand zal kunnen bieden.
Tot zoover de mededeelingen van Sacha-
row. De Neue Freie Pressc is intuwcheu van
meeniug. dat uit deze mededeel ingen zelve
blijkt, dat de opvatting niet juist kan zijn.
dat de inbezitneming van de vesting kan
worden belet door den aftocht van de be
zetting van Port Arthur naar Liautisjan.
Om van daar uit te kunnen optreden tegen
do na den val van de landforten in Port Ar
thur binnendringende Japanners zouden stad.
haven en haveningang moetan liggen op zoo
danigen afstand van het voorgebergte, dat
zij door geschutvuur van daar uit zou kun
nen worden bereikt. Nu is de Liautisjan-berg
van deze gedeelten en Port Arthur tien K.M.
en meer verwijderdalleen de westelijke
haven ligt dichterbij. Om op soodanigen af
stand een uitwerking te kunnen verkrijgen,
zijn kanonnen van 't zwaarste kaliber noodig
Nu kan met zekerheid worden aangenomen,
dat alles wat tot versterking van Liautisjan
verricht is, niet voldoende is om tegen het
Japnnsch© belegeringsgeschut opgewassen te
zijn Generaal Nogi behoeft na do verervering
van de landforten den aanval niet voort te
zetten tegen Liautisjan Wanneer de bezet-
tiug zich werkelijk daarheen mocht terug
trekken, dan zal hij eenvoudig zijn bclege
ringsgescliut in stelling brengen op de hoog
ten van waar uit do artilleristische bestrij
ding van de Russische artillerie mogelijk is.
En dan kan de uitkomst niet twijfelachtig
zijn. Op Liautisjan eenige kanonnen met be
perkte munitie, en daartegenover ecne over
macht vaii belegerings-artillerie met kanon
nen van het zwaarste kaliber en een rui
men muuitio-vootraad. Wanneer eenmaal de
landforten gevallen zijn. dan is elke verdere
tegenstand een nut te loose wanhoopestrijd,
uaar de meening van de Neue Freie Presse
Tohio, 29 Nov. Uit het hoofdkwartier is
het volgende beknopte overzicht van den toe
stand in Mandsjoerije gezonden
Iu den avond van 27 November beschoot
de vijand zwakjes Santaokoentsoc Van half
zeven tot. half negen werd door hem een in
fant erieaauval gedaan die werd afgeslagen.
Gedurende dezen aanval beschoten mortieren
van den vijand bij Wcichialoetzoe do streek
bij Saniankoentzoe en Kanehiowotzoe.
In den ochtend van den 27en werd door
de vijandelijke artillerie ten weeten van den
spoorweg onafgebroken de omtrek van Koe-
chiatzoc beschotente gelijker tijd bezette
do Russische infanterie eon dorp ten noord
westen van Nonkoeantzoo n vuurde zij in
de richting van Siaochioefoe ten noorden van
Koechiatzoc. Hot vuur verminderde tegen
half negen.
Denzelfden avond tegen half elf opende de
vijandelijke infanterie ten westen van den
spoorweg, aan den rechteroever van de Sha-
ho en ten noorden van Liasjengpao een hevig
vuur, dat een uur later verminderde Eenige
schermutselingen hadden plaats tusschen ver
kenningspatrouilles. Overigens is de toestand
onveranderd.
Blijkens een bericht van Reuter uit Moek-
don. is binnen een kring van 30 kilometer
de heele streek door de Russische troepen
van alles ontbloot. Al wat er aan kolen en
graan to vinden was. is voor het leger in
beslag genomen. De bevolking verlaat het
midden van Mandsjoerije en verhuist naar
het oosten en naar Hsin-nnng-ing. De dor
pen verdwijnen hot- een na het andere van
den aardbodem. Er wordt bitter geklaagd
over do afpersingen waaraan de leveranciers
van het leger zich schuldig maken.
Berlijn. 59 Nov. (Wolffs bureau). Het be
richt van het Kaapsche blad Argus, dat het
eskader taan Rod jest wonski bij Swakopniunde
kolen zal innemen. i9 onjuist.
Het Japanse he parlement is te Tokio bij
eengeroepen. De beide aanzienlijkste fraction,
die te zasnen de groote meerderheid in het
parlement uitmaken, bobben vóórvergaderin
gen gehouden en namen daarin eenstemmig
bijna gelijkluidende besluiten, die liet on
wrikbare voornemen uitdrukken om den
oorlog tot het einde toe voort te zetten, zon
der de kosten, die h': veroorzaakt, in aan
merking te nemen.
Op een verzoek van de Kamer van koop
handel te Liverpool om zich duidelijker uit
te spreken over de positie van de Engelsche
regeering tegenover de Russische in het
vraagstuk van de oor logscont ra bande, heeft
de minister van buitenlandse he zaken lord
Lansdowne geantwoord in een brief, waarin
hij zegt. dat over die zaak nog altijd onder-
handeld wordt. De Engelsche regeering heeft
van den beginne af er bezwaar tegen inge
bracht, dat het begrip oorlogscontrabande
zoodanig wordt uitgebreid, dat steenkolen,
katoen en machines daaronder gerekend wor
den. Zij houdt aan dit standpuut vast. De
Russische regeering heeft tot dusver geen
gezindheid getoond kolen, ruwe katoen en
machines niet als oorlogscontrabande te be
schouwen. Uit het vonnis van hot prijsge-
recht in do zaak van de Kalchas blijkt edi
tor. dat machines slechts op beperkte wijze
als oorlngsroutrahande worden beschouwd.
De Engelsche regeering zal zich niet ver
plicht rekenen eene beslissing van een prijs-
gereebt als geldig te befibhouweu, wauueer
deze beslissing niet overeenstemt met de be
ginselen van bet internationale recht, en
zal in zulke gevallen de bezwaren van Brit-
sche onderdanen ondersteunen.
Allerlei
vIn het Russisch geneeskundig blad
..Ruszki Wratsch' worden blieven medege
deeld van een Russiscben officier van gezond
heid, die verhaalt, dat de soldaten van het
Russische leger veelal te weinig brood krij
gen ('1 pond in plaats van 2$ pond), alsook,
dat het- brood dikwijls bedorven is.
Beschimmeld brood, dat een paard niet
wilde aanraken, zoo verhaalt hij, werd door
de hongerige manschappen gegeten en het
gevolg was, dat weldra 900 zieken in het la
zaret lagen, lijders aan ingewaudscatarrh.
koorts, bloedarmoede, ena.
Voorts willen, naar liet schijnt, de mili
taire autoriteiten niets weten van 't voor
komen van dysenterie in het leger. De officier
van gezondheid kreeg, toen hij 30 gevallen
van die ziekte rapporteerde, een heftigen uit
brander het waren gevallen van ingewauds
catarrh, zoo werd hem gezegd en. het was
schande van dysenterie te spreken waar die
niet bestond.
Toen de militaire dokter den generaal het
beschimmelde brood vertoonde, hetwelk oor
zaak was van do ziektegevallen, wilde deze
daarop geen acht slaan en hij schreef veel
liever de vele ziektegevallen toe aan het feit,
dat de soldaten geen gordels droegen of die
des nachts losmaakten.
vIn het Engelsche weekblad „the Lan
cet-wordt een eigenaardig middel tot ver
drijving van mist geopperd.
Het l>c-te middel tot verdrijven van mist.
zegt het blad, is wind en als die wind een
weinig warm is, dan wordt, de mist geheel
daarin opgelost. Is het nu mogelijk. Lou
den als liet noodig is schoon te vagen van
mist door een kunstmatige» wind?
Indien het plan uitvoerbaar was. zou het
nog een moeilijke vraag zijn, in welke rich
ting die kunstmatige wind zou moeten
waaien-
vDoor een lievige® brand in de remise
van den automobielen dienst van Marble
A rah (Regents Park) naar Kil burn, to Lon
den. zijn adht der tien rijtuigen van den
dienst vernield.
OOST-INDIÊ.
Do correspondent te Batavia van het Han
delsblad' seint
,.Een patrouille onider bevel van den lui
tenant der iufanterie E. G. Gaarlandt ter
sterkte van 100 man viel boven Tadoc in een
hinderlaag! Twee marecliaussees en twee
dwangarbeiders zijn gesneuveld, acht minde
ren en twee dwangarbeiders zijn gewond;
de vijand had 26 dooden."
Onder dagtcekening Koepang 11 Octo-
bei. is van den resident- van Timor en Onder-
hoorigheden het volgende telegram ontvan
gen
Controleur Hellwig vertrok 18 September
weder naar Endeh met poiitieversterking,
dragers en amunitie ter oj name toestand in
afwachting komst oorlogsschepen. 23 Septem
ber werd spoedige hulp ingeroepen door hoofd
bevriende kampong Mbomba nabij Watoesepi
gelegen op voor ons gunstig punt, verklaren
de Mbomba geheel door vijand te zijn inge
sloten en van zijne waterbron afgesloten
waardoor overgave en vermoedelijk uitmoor
ding der zijnen anders onvermijdelijk zou
zijn" Controleur rukte 's middags met gewa
pende politie en hulptroepen uit, verjoeg
vijand uit zijue versterking om Mbomba.
Viyand liet zes dooden liggen onzerzijds een
politiedienaar gesneuveld, een ander en in
structeur Morgenstern gewond. In Mbomba
hulptroepen achtergelaten, zes uur 's avonds
terugmarsch aanvaard. Geen bericht omtrent
komst oorlogsschepen ontvangen hebbende,
liet. ik controleur 1 October naar Koepang
terugkeeren met meerendeel politiemacht iot-
vermijding onnoodige kosten, ter bescher
ming Endeh een detachement onder in-
landsch sergeant achterlatende, aangezien
door verwonding en door ontslag thans nog
slechts een instructeur disponibel. "Watoesepi
met omliggende versterkingen nog door vij
and bezet, die thans ook door benoorden
daarvan gelegen landschap Ndora gesteund
wordt. (Java Ct.)
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Dinsdag 29 November.
Geopend 1H ure.
Ingekomen is o. a. een wetsontwerp, rege
lende do verplichting en bevoegdheden van
de militaire macht bij haar optreden van
hulp vau het burgerlijk gezag en ten aan
zien van de burgerij.
Indisohe begrooting 190 5.
Aan de orde is Hoofdstuk II (Uitgaven
in Indië).
Op art. 1 (jaarwedde van den gouv.-gen.
f 132,000) is een amendement voorgesteld
door den heer Helsdingen, strekkende om
dat tractemcnt vast te stellen op f 100,000.
De voorsteller meent, dat er voor f 100,000
nog wel liefhebbers en geschikte personen te
vindon zullen zijn, te meer waar de gouv.-
generaal nog emolumenten en een goed pen
sioen heeft. Met een ton tractement zullen
wij geen slecht figuur maken tegenover het
buitenland, daar dit over het algemeen aan
zijne gouverneurs minder betaalt.
De heer F o o k dringt aan op het ver
plaatsen van den zetel van den gou.-gene
raal van Buitenzorg naar Batavia, waar hij
meer voeling heeft met de departementen
van algemeen bestuur.
De Minister a n Koloniën (de
heer Id en burg) is nog niet overtuigd van de
noodzakelijkheid der verplaatsing. Maande
lijks komt de gouv.-generaal naar Batavia.
Wat het amendement-Helsdingen betreft,
verwijst de minister naar de motieven, die
in 1898 geleid hebben tot verwerping van
oen soortgelijk amendement-Van der Zwaag.
Ook toen wilde men geen tractemonts ver
mindering tijdens het bestuur van eeu
gouv.-generaal Zeer bepaald ontraadt de mi
nister dan ook het amendement.
De heer De Visser zegt, dat eeu lid
der Commissie van Rapporteurs ontbreekt,
één voor en drie leden der Commissie tegen
het amendement zij®.
Het amendement werd hierna verworpen
met 47 tegen 7 stemmen.
Voor de socialisten.
Onderafdeeling 13 goedgekeurd. i
Bij onderafdeeling 4 (Raad van Xeder-
laudsch-Indië) betoogt de heer Van Kol
de noodzakelijkheid der reorganisatie van
den Raad van Indië. De algemeene secretarie
moet worden liet kabinet van den gouver
neur-generaal en aan den Raad van Indië
waarvoor bekwame en geschikte mannen
gekozen moeten worden moet meer macht
en invloed worden toegekend.
De Minister acht het oogenblik niet
doelmatig om aan het verlangen van den
lieer Van Kol te voldoen, hoewel hij het niet
hem eens is. dat de taak van den gouver
neur-generaal verlicht moet -worden Zoo een
voudig is de zaak echter niet. Een geheele
reorganisatie van het bestuuy moet daaraan
voorafgaan.
Onderafdeeling 4 goedgekeurd.
Bij onderafdeeling 5 (Alg. Secr. van den
Raacl van Ned.-Indië), dringt de heer Van
K o 1 aan op de instelling van bureaux va» j
politieke aanraking met inlandsclie vorsten,
welke taak thans is opgedragen aan de Alg.
Secretarie, waardoor de gouverneur-generaal
bijna altijd loopt aan den leiband van een
ondergeschikte afdeeling der Alg. Secretarie.
De Minister antwoordt dat de politieke
aanrakingen berusten bij den gouverneur-
generaal. Do alg.-secr. verstrekt hem slechts
historische en andere gegevens. Dien toestand
acht de Minister goed en hij wil daarin geen
verandering brengen. Ook laat de gouv.-gen.
zich voorlichten door de directeuren.
Onder-afd. 58 goedgekeurd.
Bi: de lie afdr (dep. van Justitie) bespreekt
de heer F o c k de conclusion van het rap
port Rliemrev die een zeer pijnlijken indruk
op hem gemaakt hebben. Wanneer die con-
clussiëu den toestand juist weergeven dan
werpt dit een ongunstig licht op onze amb
tenaren. Hebben zij dan nooit iets bemerkt
op hun tournees van die ergerlijke
feiten, die duidelijk aan toon en, dat het daar
een vrijgevochten boel is. Spr. juicht liet toe
dat de Minister de positie daar wil verbete
reu, maar wanneer men de ambtenaren niet
verbetert zal de verbetering der positie niet
baten. Spr. hoopt dat er naar gestreeft zal
worden oni eeu goed corps ambtenaren te
krijgen. Van de instelling van een Raad van
Justitie te Medan verwacht Spr. veel heil.
Hij waardeert het dat in sommige gevallen
aan de koelie-ordonantiën een concept zal
voorafgegaan zoodat belanghebbenden hunne
bezwaren kunnen inbrengen. Strafbepalingen
in de koelie-ordonnantiën acht Spr. goed
naar de omschrijving ..straf wegens luiheid"
is te vaag. Hij geeft in overweging die uit
drukking te schrappen en op spoedige invoe
ring van de nieuwe strafwetboeken. Vooral
het drukpersreglement wacht op voorziening.
Voorts wijst Spr. op de misbruiken die
veelvuldig voorkomen bij de erkenning van
natuurlijke kinderen met het oog op allerlei
bijoogmerken
De heer Troelstra wenscht eveneens
het rapport-Rhemrev te bespreken. Ook Spr.
betreurt het dat de Minister niet heeft kun
nen goedvinden dat rapport over te leggen
en zich heeft bepaald tot niededceling der
conolusiën. Spreker meent dat de Mi
nister het rapport had kunnen overleggen
met schrapping der namen enz., maar waar
liet hier een algemeen belang betreft mogen
bijzondere belangen niet domineeren. Intus-
sdnen verheugt het Spr. dat de Minister ten
minste de conclusiën heeft medegedeeld,
waaruit men kan zien welke treurige toestan
den nog in Deli heerschen.
Spr. gaf vervolgens eeu schets van de
ergerlijke mishandelingen waaraan koelies
zijn blootgesteld geweest en hij verklaart met
de personen die zich daaraan schuldig maak
ten niets geen medelijden te hebben. Hunne
namen dienden gepubliceerd te worden.
Spr juicht het toe. dat de Minister be
halve politic-uitbreiding ook een arbeidsin
spectie wil instellen.
Vervolgens sokets Spr. de misbruiken, die
bij de koeliewerving worden gemaakt en hij
vraagt of de Minister daarmede bekend is.
Maatregelen om aan die misbruiken een
einde te maken gelijk die in de Straits
bestaan zijn zeer aan te bevelen. Spr. ver
zoekt den Minister eens na te gaan of aan
alle residenten geen algemeen voorschrift kan
gegeven worden omtrent de koelie-aanwer-
ving.
Ten slotte behandelt Spr. nog het eigenlijke
arbeidscontract. In het ontwerp arbeidscon
tract wordt een stap in de goede richting ge
daan, maar toch wordt nog aan den eenen
niensch te veel macht- toegekend. Een Chris
telijke regeering en een calvinistisch minister
van Koloniën mag niet toelaten, dat een
jiiensch ondergeschikt wordt gemaakt aan
een industrie. Dwang is niet noodig, want
een arbeider, die het goed heeft bij: zijn
meester, deserteert niet; die loopt niet weg.
De dwaiigbepalingeai zou Spr. dan ook wil
len doen vervallen. Spr stelt ook namens den
heer Vau Kol eene motie voor. waarvan de
bedoeling is den Minister en allen, welke in
de goede richting willen werken, een steun
te geven, zoodat zij weten dat het Neder-
landsche parlement warm is voor deze zaak.
De motie luidt als volgt
De Kamer,
van oordeel, dat de rechtstoestand der
werklieden aan Sumatra's Oostkust drin
gend verbetering behoeft,
geeft den Minister van Koloniën in over-
weging;
tijdelijke maatregelen tc nemen tot ver
betering van dien toestand door wijziging
der bestaande koelie-ordonnantie in den geest
va n het ontwerpHoetink
b. door uitbreiding vau het politietoe-
richt en vestiging van een raad van justitie
te Medan de rechtszekerheid in liet algemeen,
eu door instelling «ener voldoende arbeids
inspectie die der arbeider? te versterken, op
dat elke schijn van reden van eigenrichting
in het vervolg ontbreke
c. een onderzoek te doen instellen naar de
misbruiken bij de werving, ter plaatse waar
deze geschiedt, en naar aanleiding daarvan
zoo noodig maatregelen ter voorziening in
gebleken misstanden te nemen of voor le
stellen
d. eene commissie te benoemen, die om
trent- oorsproug, geschiedenis en werking der
koelie-ordonnantie rapport zal uitbrengen
een onderzoek zal iustellen naai de vraag,
of en in hoever het noodig is, pubüekrechte-
lijkeu dwang tot werken, op grond van ge
sloten contracten, te handhaven en eene defi
nitieve regeling van den rechtstoestand i-n
de arbeidsovereenkomst der arbeiders te ont
werpen.
Deze motie zal worden gedrukt eu aan do
leden worden rondgedeeld. Besloten wordt
deze motie dadelijk te behandelen.
Do lieer de Waal Male fijt sluit zich
aan bij den aandrang tot verbetering der
koelietoestandcn. Hij verklaart zich verbaasd
dat er zulke gruwelijke misstanden als
in het rapport Rliemrev vermeld konden
bestaan zonder dat de regeering dat wist.
Aan den heer van Kol brengt spr. hulde, dat
hij het- eerst de aandacht op deze treurige
zaak heeft gevestigd.
Scherp, onverbiddelijk, doortastend toe
zicht acht ook Spreker noodig, naast
duidelijke omschrijving van den plicht, welke
de koelie bij zijne aanwerving op zich neemt.
Ook Spr. releveert de misbruiken, die bij
de werving worden gemaakt en hij acht het
een plicht van de overheid, inzonderheid
van een christelijke overheid, om den'arbei
der te beschermen. Wenschelij-k ware liet een
licentierecht in te voeren voor het houden
van koelies en dit iu te trekken, wanneer
de koelies niet behoorlijk werden behandeld.
De heer Van Kol verheugt er zich over,
dat eindelijk de politiek zwijgt en de stem
van recht en billijkheid zioïi doet hooren.
Dat vindt hij bemoedigend voor hem. die
vroeger hier vrijwel alleen stond.
Reeds bij de algemeene beschouwingen
heeft Spr. er op gewezen, en hij wijst er
weer op, dat wij nog altijd in Indië huldi
gen het stelsel van onderworpenheid in
plaats van opleiding. Aan den gouv.-generaal
moet meer macht worden gegeven, onder be
hoorlijke waarborgen, met medezegging
schap van de inwoners van Ned.-Indië. On
waardig en onredelijk, Spr. noemt het bo
vendien dwaas, is het verbod aan den inlan
der om vergaderingen te houden, van wel
ken aard ook.
De heer Pijnacker H o r d ij k acht de
wijze, waarop de Minister publiciteit aan het
rapport-Rhemrev heeft gegeven, niet goed en
hij dringt alsnog aan op overlegging van het
rapport, anders worden de goeden met de
kwaden getroffen, zonder zich te kunnen ver
antwoorden.
De heer Cremer zet zijne houding uit
een als minister in de jaren 1888, 1889 en
1900 tegenover die Delitoestanden. Toen hier
in de Kamer werd gewezen op de misstan
den in Deli had de minister zich op het
standpunt te stellen, dat de regeering daar
tegen te waken en geen enkele reden hadi
hij om aan de werkzaamheid der regeering
te twijfelen, waai' drie bekende raden van
Iiüdië bestuursambtenaren op Deli waren
geweest-. Intusschen is het gebleken, dat
"s ministers vertrouwen misplaatst was, ge-
lijjk het onderzoek ook van mr. Rliemrev
heeft bewezen.
Voor een deel is het voorkomen van mis
standen al door mr. Rhemrev geschetst te
wijten aan liet te kleine getal ambtenaren.
Herhaaldelijk schijnt- op vermeerdering aan
gedrongen. maar waar die aandraag is geble
ven, weet Spr. niet. Zij bereikte echter nim
mer de regeering hier te lande. Dat staat
vast. Het rapport- Rhemrev bewijst dat wijl
hier te doen hebben niet eene moreele in
zinking van later tijd.
De heei' Van Kol. „Vroeger toen u er
waa-rt was het veel erger."
De heer Cremer. Dat- is niet waar.
Toon kwamen er juist de gunstigste berich
ten. Toen werd Deli bestuurd door presi-
dèn Kroezen, een man vau onkrenkbaren
naam eu trouw.
Heden te 11 uur voortzetting.
Berichten.
De Staatscourant van Woensdag 30
November 1904, bevat de volgende Konink
lijke besluiten
benoemd tot notaris binnen het arr. Bre
da, ter standplaats Princenhage J. C. L. Es-
ser, candidaat-notaris te Boxmeer;
op verzoek eervol ontslagen als notaris te
's Gravenhage mr. G. van Rossem
op verzoek ingetrokken het verleende eer
volle ontslag uit den zeedienst aan den of
ficier vau administratie 2e kl P. M. Schreu-
ders;
op verzoek wegens lichaamsgebreken eer
vol ontslagen als adjunct-commies aan het
dep. van oorlog H. A. van der Mije;
benoemd tot directeur van het postkan
toor te Heithuizeu E. H. L. Gielen, thans
in gelijke betrekking te Kerkrade;
eervol van het beheer van het kantoor ont
heven de directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Sittard J. G. van Nauta Lemke.
Maandag ontving H. M. de Koningin-
Moeder weder eenige dames uit de gemeente
Apeldoorn in particuliere audiëntie.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden ging
gisteren jagen in de omstreken van Noord-
Apeldoorn en Wiessel, terwijl daaraan
deelnamen de heeren baron van Pal-
landt van Rozendaal, baron van Pallamdt
van Neerwijnen, baron Taets van Anieron-
geu, kamerheer, Van Steijn, intendant, Lou
don, jagermeester en Groeneveldt, intendant,
Soestdijk, benevens eenige heeren der hof
houding'. De van elders komende heeren
logeerden ten paleize, terwijl allen aan het
diner ten Hove deelname®.
Hare Majesteit de Koningin en Zijne
Koninklijke Hoogheid de Prins stellen zich
voor Zaterdag den 17. December a s. naar
de residentie terug te keeren.
In het begïh van December wordt in de
residentie verwacht de prinses van Bentheim-
Steinfurt, die eenige dagen ?a§t zal zijn van
H M. de Koningin-Moeder.
De gewone audiëntie van den minis
ter van marine zal op Vrijdag 2 December
a. s. niet plaats hebben en de gewone audiën
tie van den minister van binnenlandsche za
ken zal op Zaterdag 3 December e. k. niet
plaats hebben
De voorzitter van de Eerste Kamer
heeft vooi gesteld te bepalen, dat de aftre
ding van het eerste derde gedeelte der leden
van de Kamer zal plaats hebben in 1907,
van het tweede gedeelte in 1910 en van liet.
laatste gedeelte in 1913. Bij dit voorstel is
de voorzitter uitgegaan van het beginsel, in
1851 door de Kamer gehuldigd, dat het tijd
stip van aftreding moeit berekend worden
vau af het zitting nemen der nieuwe Kar
mor.
Tot toelichting wordt het volgende ge
zegd „Uit den aard der zaak is verschil in
het jaar van aftreding naarmate dit be
rekend wordt van af het tijdstip der ont
binding of van dat van het zitting nemen
sleohts mogelijk, wanneer, gelijk thans het
geval is geweest, de eerstvolgende derde Dins
dag van September (art 146 der Kieswet)
tusschen de twee genoemde tijldtetippe® in
valt. In het eerste geval zal de aftreding
plants vinden reap, in 1906, 1909 en 1912,
zoodat alsdan de leden een geheel jaar kor
ter zullen zitting hebben dan art.. 91 der
Grondwet voorschrijft; in het tweede geval
resp. in 1907, 1910 en 1913.
De Grondwet zegt, dat de leden der
Eerste Kamer voor negen jaar gekozen wor
den. Het moet derhalve in de bedoeling der
Kieswet liggen aan de leden die vollen zit-
tingtijd zooveel mogelijk te waarborgen,
daarbij echter zorg dragende, dat de feite
lijke zittingtijd nimmer langer dan negen
jaren kan voortduren. Hiervoor waakt de be
paling van art. 146 dei" Kieswet, dat de
rooster twee jaren ua den eerst.volgenden
derden Dinsdag in September begint te wer
ken."
Volgens den Haagschen briefschrijver
van den Tijd zou mr. Goekoop, lid van
Gedep. Staten van Zuid-Holland en van de
Tweede Kamer, benoemd worden tot lid der
Algemeene Rekenkamer.
In dit geval zou er dus een vacature ont
staan in het kiesdistrict Brielle.
Omtrent het ongeval, Maandag te Rot
terdam overkomen aan het Kamerlid dr. R
P. Mees R.Azn., wordt nog gemeld, dat dit
zich als volgt heeft toegedragen. Dr. Mees
bevond zich in liet wachthuisje van de tram
aan het Beursplein. Door de ophooging van
het plein is dit tramhuisje in den grond ge
raakt en moet men een trede op, om er uit
te komen. Dr. Mees, die ©enigszins bijziend©
is, gleed op die trede uit. en kwam te vallen,
waardoor zijn rechterbeen in het heupge
wricht uit de kom schoot.
Dr. Mees bracht een pijnlijken en slape-
loozen nacht door.
Hij is onder behandeling van de doctoren
Van Stock urn en De Monchy.
Het pantserschip Hertog Hendrik dat
uit Napels vertrokken is tot- voortzetting dei-
reis naar Ned.-Indië, heeft na hij Sicilië per
draadlooze telegrafie berichten van zijn aan
wezigheid in de wateren aldaar naar Neder
land gezonden.
In het afzonderlijk bijvoegsel „Versla
gen en Rapporten", dat bij; nominer 281 der
Staatscourant wordt verzonden, is onder
no. 93 opgenomen het verslag van het eerste
Internationale congres voor schoolhygiëne,
gehouden van 49 April 1904 te Neuren
berg.
Door den minister van koloniën is G.
A. R. van Maanen ter beschikking gesteld
van den gouverneur-generaal van Nederl.-
Indië, om te worden benoemd tot- onderwij
zer der derde klasse bij het openbaar Euro-
peesch lager onderwijs daar te lande.
Te 'a Gravenhage is in den ouderdom
van 70 jaar overleden dr. A. van Henne-
keler, oud-leeraar in de natuurkunde aan de
eerste H. B. S. met 5-jarigen cursus voor
jongens te Amsterdam.
Het N. v. d. D. zegt van den ontslapene,
dat hij bij zij® mede-leeraren en zijn leer
lingen in hoog aanzien stond om zijn vrien
delijk, goedhartig karakter en de uitsteken
de wijzei waarop hij onderwijs gaf.
Een groot aantal jaren redigeerde hij het
maandblad De Natuur, waarin zeer veel de
gelijke stukken van zijn hand zijn opgeno
men. Tot aan het begin van den loopenden
jaargang heeft hij zijn zorgen aan dit tijd
schrift gewijd. Met 1 Januari 1904 heeft hij
de redactie aan andere banden overgedra
gen.
De laatste jaren van zijn welbesteed leven
bracht dr. Hennekeler hier ter stede door.
Zijn lijk zal Donderdag 12 uur op Oud-Eik-
Duinen worden ter aarde besteld.
Te Leiden is in den ouderdom van 81
jaar overleden de lieer Peter Ludwig Oarl
Driessen, oud-directeur der Leidsohe Katoen?
maatschapp-, oud-voorzitter van de Kamer
van Koophandel eu oud-lid van den gemeen
teraad! van Leiden.
De overledene was ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw.
Een nieuw postkantoor te
Leeuwarden. Te Leeuwarden is het nieu
we postkantoor op de Tweeboteimarkt giste
renmorgen iu gebruik gesteld. Heb is een
monumentaal gebouw, geheel naar de eischen
des tijds ingericht. Het heeft lang geduurd
eer tot do oprichting van dit gebouw werd
besloten. Het oude kantoor aan de Wortel-
haven, voldeed niet meer. Reeds voor jaren
had de Kamer van Koophandel te Leeuwar
den hierop gewezen, doch de regeering deed
niets, totdat de Kamer, na de zaak monde
ling door een commissie uit haar midden bij
den directeur-generaal Havelaar te hebben
doen bepleiten, de regeering wakker wist' te
schudden. Het gebouw is aangenomen voor
143.276. I)e bouw heeft anderhalf jaar ge
duurd. De rijksbouwmeester C. H. Peters te
Groningen is de ontwerper.
De werkstaking der glasbla
zers. De SohiedL Ct. vernam van prof.
Treub, dat de commissie, door dezen met de
heeren Hovy eu Schölvink gevormd, voorloo-
pig niet zal optreden als arbitrage-, doch
als bemiddelings-commïssie.
Do commissie heeft zich dus tot taak ge
steld, niet een uitspraak in den strijd te
doen, doch pogingen in het werk te stellen
om partijen door bemiddeling tot elkander
te brengen en zoodoende beëindiging van
den strijd mogelijk te maken en te bespoe
digen.
Aan de fabriek de Ooievaar, te Nieuwer-
kerk a. d. IJsel zijn, na gehouden besprekin
gen tusschen een aantal blazen? en den par
troon, gisterenmorgen de vuren aangelegd,