KOLONIËN. BINNENLAND. noodzakelijkheid had ingezien 0111 hier een fort te bouwen, was er in de maand Apri! iu dit jaar uiet eena een loopgraaf aangelegd. Deskundigen Hebben beweerd, dat de uitvoering van de ontworpen versterkingswerken minstens vijf jaren en verscheidene millioenen roebels zou vorderen, omdat het aan groote be zwaren onderhevig is ook maar een weg aan te leggen in de granietmassa. Toch moet ge neraal Kondratenko in staat geweest zijn. de rots binnen eenige weken te versterken en belegeringsgeschut tot op den top te bren gen. Sachorow zegt ..Toeu ik nog den vuur toren beloonde, bediende ik mij. om naar de stad te komen, van een voetpad, waarop geen ruiter kan vooruit komen ik had vol uit zes uren'noodig om den 15 werst bedra genden" a fstahd'af te leggen Liautisra-n zou du9 zoowel van <le land- als van de zeezijde onaantastbaar zijn de gcbeele bergmassa i« hard rotsgesteente, waarop geen schop aarde aanwezig is. zoodat het onmogelijk zou zijn den berg met loopgraven te naderen. Kon den de Japanners deze hoogte in bezit ne men, dan zou ook Port Arthur veroverd zijn maar zij zullen er zich nooit van meester maken, zoodat ook de vesting zoolang als noodig is tegenstand zal kunnen bieden. Tot zoover de mededeelingen van Sacha- row. De Neue Freie Pressc is intuwcheu van meeniug. dat uit deze mededeel ingen zelve blijkt, dat de opvatting niet juist kan zijn. dat de inbezitneming van de vesting kan worden belet door den aftocht van de be zetting van Port Arthur naar Liautisjan. Om van daar uit te kunnen optreden tegen do na den val van de landforten in Port Ar thur binnendringende Japanners zouden stad. haven en haveningang moetan liggen op zoo danigen afstand van het voorgebergte, dat zij door geschutvuur van daar uit zou kun nen worden bereikt. Nu is de Liautisjan-berg van deze gedeelten en Port Arthur tien K.M. en meer verwijderdalleen de westelijke haven ligt dichterbij. Om op soodanigen af stand een uitwerking te kunnen verkrijgen, zijn kanonnen van 't zwaarste kaliber noodig Nu kan met zekerheid worden aangenomen, dat alles wat tot versterking van Liautisjan verricht is, niet voldoende is om tegen het Japnnsch© belegeringsgeschut opgewassen te zijn Generaal Nogi behoeft na do verervering van de landforten den aanval niet voort te zetten tegen Liautisjan Wanneer de bezet- tiug zich werkelijk daarheen mocht terug trekken, dan zal hij eenvoudig zijn bclege ringsgescliut in stelling brengen op de hoog ten van waar uit do artilleristische bestrij ding van de Russische artillerie mogelijk is. En dan kan de uitkomst niet twijfelachtig zijn. Op Liautisjan eenige kanonnen met be perkte munitie, en daartegenover ecne over macht vaii belegerings-artillerie met kanon nen van het zwaarste kaliber en een rui men muuitio-vootraad. Wanneer eenmaal de landforten gevallen zijn. dan is elke verdere tegenstand een nut te loose wanhoopestrijd, uaar de meening van de Neue Freie Presse Tohio, 29 Nov. Uit het hoofdkwartier is het volgende beknopte overzicht van den toe stand in Mandsjoerije gezonden Iu den avond van 27 November beschoot de vijand zwakjes Santaokoentsoc Van half zeven tot. half negen werd door hem een in fant erieaauval gedaan die werd afgeslagen. Gedurende dezen aanval beschoten mortieren van den vijand bij Wcichialoetzoe do streek bij Saniankoentzoe en Kanehiowotzoe. In den ochtend van den 27en werd door de vijandelijke artillerie ten weeten van den spoorweg onafgebroken de omtrek van Koe- chiatzoc beschotente gelijker tijd bezette do Russische infanterie eon dorp ten noord westen van Nonkoeantzoo n vuurde zij in de richting van Siaochioefoe ten noorden van Koechiatzoc. Hot vuur verminderde tegen half negen. Denzelfden avond tegen half elf opende de vijandelijke infanterie ten westen van den spoorweg, aan den rechteroever van de Sha- ho en ten noorden van Liasjengpao een hevig vuur, dat een uur later verminderde Eenige schermutselingen hadden plaats tusschen ver kenningspatrouilles. Overigens is de toestand onveranderd. Blijkens een bericht van Reuter uit Moek- don. is binnen een kring van 30 kilometer de heele streek door de Russische troepen van alles ontbloot. Al wat er aan kolen en graan to vinden was. is voor het leger in beslag genomen. De bevolking verlaat het midden van Mandsjoerije en verhuist naar het oosten en naar Hsin-nnng-ing. De dor pen verdwijnen hot- een na het andere van den aardbodem. Er wordt bitter geklaagd over do afpersingen waaraan de leveranciers van het leger zich schuldig maken. Berlijn. 59 Nov. (Wolffs bureau). Het be richt van het Kaapsche blad Argus, dat het eskader taan Rod jest wonski bij Swakopniunde kolen zal innemen. i9 onjuist. Het Japanse he parlement is te Tokio bij eengeroepen. De beide aanzienlijkste fraction, die te zasnen de groote meerderheid in het parlement uitmaken, bobben vóórvergaderin gen gehouden en namen daarin eenstemmig bijna gelijkluidende besluiten, die liet on wrikbare voornemen uitdrukken om den oorlog tot het einde toe voort te zetten, zon der de kosten, die h': veroorzaakt, in aan merking te nemen. Op een verzoek van de Kamer van koop handel te Liverpool om zich duidelijker uit te spreken over de positie van de Engelsche regeering tegenover de Russische in het vraagstuk van de oor logscont ra bande, heeft de minister van buitenlandse he zaken lord Lansdowne geantwoord in een brief, waarin hij zegt. dat over die zaak nog altijd onder- handeld wordt. De Engelsche regeering heeft van den beginne af er bezwaar tegen inge bracht, dat het begrip oorlogscontrabande zoodanig wordt uitgebreid, dat steenkolen, katoen en machines daaronder gerekend wor den. Zij houdt aan dit standpuut vast. De Russische regeering heeft tot dusver geen gezindheid getoond kolen, ruwe katoen en machines niet als oorlogscontrabande te be schouwen. Uit het vonnis van hot prijsge- recht in do zaak van de Kalchas blijkt edi tor. dat machines slechts op beperkte wijze als oorlngsroutrahande worden beschouwd. De Engelsche regeering zal zich niet ver plicht rekenen eene beslissing van een prijs- gereebt als geldig te befibhouweu, wauueer deze beslissing niet overeenstemt met de be ginselen van bet internationale recht, en zal in zulke gevallen de bezwaren van Brit- sche onderdanen ondersteunen. Allerlei vIn het Russisch geneeskundig blad ..Ruszki Wratsch' worden blieven medege deeld van een Russiscben officier van gezond heid, die verhaalt, dat de soldaten van het Russische leger veelal te weinig brood krij gen ('1 pond in plaats van 2$ pond), alsook, dat het- brood dikwijls bedorven is. Beschimmeld brood, dat een paard niet wilde aanraken, zoo verhaalt hij, werd door de hongerige manschappen gegeten en het gevolg was, dat weldra 900 zieken in het la zaret lagen, lijders aan ingewaudscatarrh. koorts, bloedarmoede, ena. Voorts willen, naar liet schijnt, de mili taire autoriteiten niets weten van 't voor komen van dysenterie in het leger. De officier van gezondheid kreeg, toen hij 30 gevallen van die ziekte rapporteerde, een heftigen uit brander het waren gevallen van ingewauds catarrh, zoo werd hem gezegd en. het was schande van dysenterie te spreken waar die niet bestond. Toen de militaire dokter den generaal het beschimmelde brood vertoonde, hetwelk oor zaak was van do ziektegevallen, wilde deze daarop geen acht slaan en hij schreef veel liever de vele ziektegevallen toe aan het feit, dat de soldaten geen gordels droegen of die des nachts losmaakten. vIn het Engelsche weekblad „the Lan cet-wordt een eigenaardig middel tot ver drijving van mist geopperd. Het l>c-te middel tot verdrijven van mist. zegt het blad, is wind en als die wind een weinig warm is, dan wordt, de mist geheel daarin opgelost. Is het nu mogelijk. Lou den als liet noodig is schoon te vagen van mist door een kunstmatige» wind? Indien het plan uitvoerbaar was. zou het nog een moeilijke vraag zijn, in welke rich ting die kunstmatige wind zou moeten waaien- vDoor een lievige® brand in de remise van den automobielen dienst van Marble A rah (Regents Park) naar Kil burn, to Lon den. zijn adht der tien rijtuigen van den dienst vernield. OOST-INDIÊ. Do correspondent te Batavia van het Han delsblad' seint ,.Een patrouille onider bevel van den lui tenant der iufanterie E. G. Gaarlandt ter sterkte van 100 man viel boven Tadoc in een hinderlaag! Twee marecliaussees en twee dwangarbeiders zijn gesneuveld, acht minde ren en twee dwangarbeiders zijn gewond; de vijand had 26 dooden." Onder dagtcekening Koepang 11 Octo- bei. is van den resident- van Timor en Onder- hoorigheden het volgende telegram ontvan gen Controleur Hellwig vertrok 18 September weder naar Endeh met poiitieversterking, dragers en amunitie ter oj name toestand in afwachting komst oorlogsschepen. 23 Septem ber werd spoedige hulp ingeroepen door hoofd bevriende kampong Mbomba nabij Watoesepi gelegen op voor ons gunstig punt, verklaren de Mbomba geheel door vijand te zijn inge sloten en van zijne waterbron afgesloten waardoor overgave en vermoedelijk uitmoor ding der zijnen anders onvermijdelijk zou zijn" Controleur rukte 's middags met gewa pende politie en hulptroepen uit, verjoeg vijand uit zijue versterking om Mbomba. Viyand liet zes dooden liggen onzerzijds een politiedienaar gesneuveld, een ander en in structeur Morgenstern gewond. In Mbomba hulptroepen achtergelaten, zes uur 's avonds terugmarsch aanvaard. Geen bericht omtrent komst oorlogsschepen ontvangen hebbende, liet. ik controleur 1 October naar Koepang terugkeeren met meerendeel politiemacht iot- vermijding onnoodige kosten, ter bescher ming Endeh een detachement onder in- landsch sergeant achterlatende, aangezien door verwonding en door ontslag thans nog slechts een instructeur disponibel. "Watoesepi met omliggende versterkingen nog door vij and bezet, die thans ook door benoorden daarvan gelegen landschap Ndora gesteund wordt. (Java Ct.) Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Dinsdag 29 November. Geopend 1H ure. Ingekomen is o. a. een wetsontwerp, rege lende do verplichting en bevoegdheden van de militaire macht bij haar optreden van hulp vau het burgerlijk gezag en ten aan zien van de burgerij. Indisohe begrooting 190 5. Aan de orde is Hoofdstuk II (Uitgaven in Indië). Op art. 1 (jaarwedde van den gouv.-gen. f 132,000) is een amendement voorgesteld door den heer Helsdingen, strekkende om dat tractemcnt vast te stellen op f 100,000. De voorsteller meent, dat er voor f 100,000 nog wel liefhebbers en geschikte personen te vindon zullen zijn, te meer waar de gouv.- generaal nog emolumenten en een goed pen sioen heeft. Met een ton tractement zullen wij geen slecht figuur maken tegenover het buitenland, daar dit over het algemeen aan zijne gouverneurs minder betaalt. De heer F o o k dringt aan op het ver plaatsen van den zetel van den gou.-gene raal van Buitenzorg naar Batavia, waar hij meer voeling heeft met de departementen van algemeen bestuur. De Minister a n Koloniën (de heer Id en burg) is nog niet overtuigd van de noodzakelijkheid der verplaatsing. Maande lijks komt de gouv.-generaal naar Batavia. Wat het amendement-Helsdingen betreft, verwijst de minister naar de motieven, die in 1898 geleid hebben tot verwerping van oen soortgelijk amendement-Van der Zwaag. Ook toen wilde men geen tractemonts ver mindering tijdens het bestuur van eeu gouv.-generaal Zeer bepaald ontraadt de mi nister dan ook het amendement. De heer De Visser zegt, dat eeu lid der Commissie van Rapporteurs ontbreekt, één voor en drie leden der Commissie tegen het amendement zij®. Het amendement werd hierna verworpen met 47 tegen 7 stemmen. Voor de socialisten. Onderafdeeling 13 goedgekeurd. i Bij onderafdeeling 4 (Raad van Xeder- laudsch-Indië) betoogt de heer Van Kol de noodzakelijkheid der reorganisatie van den Raad van Indië. De algemeene secretarie moet worden liet kabinet van den gouver neur-generaal en aan den Raad van Indië waarvoor bekwame en geschikte mannen gekozen moeten worden moet meer macht en invloed worden toegekend. De Minister acht het oogenblik niet doelmatig om aan het verlangen van den lieer Van Kol te voldoen, hoewel hij het niet hem eens is. dat de taak van den gouver neur-generaal verlicht moet -worden Zoo een voudig is de zaak echter niet. Een geheele reorganisatie van het bestuuy moet daaraan voorafgaan. Onderafdeeling 4 goedgekeurd. Bij onderafdeeling 5 (Alg. Secr. van den Raacl van Ned.-Indië), dringt de heer Van K o 1 aan op de instelling van bureaux va» j politieke aanraking met inlandsclie vorsten, welke taak thans is opgedragen aan de Alg. Secretarie, waardoor de gouverneur-generaal bijna altijd loopt aan den leiband van een ondergeschikte afdeeling der Alg. Secretarie. De Minister antwoordt dat de politieke aanrakingen berusten bij den gouverneur- generaal. Do alg.-secr. verstrekt hem slechts historische en andere gegevens. Dien toestand acht de Minister goed en hij wil daarin geen verandering brengen. Ook laat de gouv.-gen. zich voorlichten door de directeuren. Onder-afd. 58 goedgekeurd. Bi: de lie afdr (dep. van Justitie) bespreekt de heer F o c k de conclusion van het rap port Rliemrev die een zeer pijnlijken indruk op hem gemaakt hebben. Wanneer die con- clussiëu den toestand juist weergeven dan werpt dit een ongunstig licht op onze amb tenaren. Hebben zij dan nooit iets bemerkt op hun tournees van die ergerlijke feiten, die duidelijk aan toon en, dat het daar een vrijgevochten boel is. Spr. juicht liet toe dat de Minister de positie daar wil verbete reu, maar wanneer men de ambtenaren niet verbetert zal de verbetering der positie niet baten. Spr. hoopt dat er naar gestreeft zal worden oni eeu goed corps ambtenaren te krijgen. Van de instelling van een Raad van Justitie te Medan verwacht Spr. veel heil. Hij waardeert het dat in sommige gevallen aan de koelie-ordonantiën een concept zal voorafgegaan zoodat belanghebbenden hunne bezwaren kunnen inbrengen. Strafbepalingen in de koelie-ordonnantiën acht Spr. goed naar de omschrijving ..straf wegens luiheid" is te vaag. Hij geeft in overweging die uit drukking te schrappen en op spoedige invoe ring van de nieuwe strafwetboeken. Vooral het drukpersreglement wacht op voorziening. Voorts wijst Spr. op de misbruiken die veelvuldig voorkomen bij de erkenning van natuurlijke kinderen met het oog op allerlei bijoogmerken De heer Troelstra wenscht eveneens het rapport-Rhemrev te bespreken. Ook Spr. betreurt het dat de Minister niet heeft kun nen goedvinden dat rapport over te leggen en zich heeft bepaald tot niededceling der conolusiën. Spreker meent dat de Mi nister het rapport had kunnen overleggen met schrapping der namen enz., maar waar liet hier een algemeen belang betreft mogen bijzondere belangen niet domineeren. Intus- sdnen verheugt het Spr. dat de Minister ten minste de conclusiën heeft medegedeeld, waaruit men kan zien welke treurige toestan den nog in Deli heerschen. Spr. gaf vervolgens eeu schets van de ergerlijke mishandelingen waaraan koelies zijn blootgesteld geweest en hij verklaart met de personen die zich daaraan schuldig maak ten niets geen medelijden te hebben. Hunne namen dienden gepubliceerd te worden. Spr juicht het toe. dat de Minister be halve politic-uitbreiding ook een arbeidsin spectie wil instellen. Vervolgens sokets Spr. de misbruiken, die bij de koeliewerving worden gemaakt en hij vraagt of de Minister daarmede bekend is. Maatregelen om aan die misbruiken een einde te maken gelijk die in de Straits bestaan zijn zeer aan te bevelen. Spr. ver zoekt den Minister eens na te gaan of aan alle residenten geen algemeen voorschrift kan gegeven worden omtrent de koelie-aanwer- ving. Ten slotte behandelt Spr. nog het eigenlijke arbeidscontract. In het ontwerp arbeidscon tract wordt een stap in de goede richting ge daan, maar toch wordt nog aan den eenen niensch te veel macht- toegekend. Een Chris telijke regeering en een calvinistisch minister van Koloniën mag niet toelaten, dat een jiiensch ondergeschikt wordt gemaakt aan een industrie. Dwang is niet noodig, want een arbeider, die het goed heeft bij: zijn meester, deserteert niet; die loopt niet weg. De dwaiigbepalingeai zou Spr. dan ook wil len doen vervallen. Spr stelt ook namens den heer Vau Kol eene motie voor. waarvan de bedoeling is den Minister en allen, welke in de goede richting willen werken, een steun te geven, zoodat zij weten dat het Neder- landsche parlement warm is voor deze zaak. De motie luidt als volgt De Kamer, van oordeel, dat de rechtstoestand der werklieden aan Sumatra's Oostkust drin gend verbetering behoeft, geeft den Minister van Koloniën in over- weging; tijdelijke maatregelen tc nemen tot ver betering van dien toestand door wijziging der bestaande koelie-ordonnantie in den geest va n het ontwerpHoetink b. door uitbreiding vau het politietoe- richt en vestiging van een raad van justitie te Medan de rechtszekerheid in liet algemeen, eu door instelling «ener voldoende arbeids inspectie die der arbeider? te versterken, op dat elke schijn van reden van eigenrichting in het vervolg ontbreke c. een onderzoek te doen instellen naar de misbruiken bij de werving, ter plaatse waar deze geschiedt, en naar aanleiding daarvan zoo noodig maatregelen ter voorziening in gebleken misstanden te nemen of voor le stellen d. eene commissie te benoemen, die om trent- oorsproug, geschiedenis en werking der koelie-ordonnantie rapport zal uitbrengen een onderzoek zal iustellen naai de vraag, of en in hoever het noodig is, pubüekrechte- lijkeu dwang tot werken, op grond van ge sloten contracten, te handhaven en eene defi nitieve regeling van den rechtstoestand i-n de arbeidsovereenkomst der arbeiders te ont werpen. Deze motie zal worden gedrukt eu aan do leden worden rondgedeeld. Besloten wordt deze motie dadelijk te behandelen. Do lieer de Waal Male fijt sluit zich aan bij den aandrang tot verbetering der koelietoestandcn. Hij verklaart zich verbaasd dat er zulke gruwelijke misstanden als in het rapport Rliemrev vermeld konden bestaan zonder dat de regeering dat wist. Aan den heer van Kol brengt spr. hulde, dat hij het- eerst de aandacht op deze treurige zaak heeft gevestigd. Scherp, onverbiddelijk, doortastend toe zicht acht ook Spreker noodig, naast duidelijke omschrijving van den plicht, welke de koelie bij zijne aanwerving op zich neemt. Ook Spr. releveert de misbruiken, die bij de werving worden gemaakt en hij acht het een plicht van de overheid, inzonderheid van een christelijke overheid, om den'arbei der te beschermen. Wenschelij-k ware liet een licentierecht in te voeren voor het houden van koelies en dit iu te trekken, wanneer de koelies niet behoorlijk werden behandeld. De heer Van Kol verheugt er zich over, dat eindelijk de politiek zwijgt en de stem van recht en billijkheid zioïi doet hooren. Dat vindt hij bemoedigend voor hem. die vroeger hier vrijwel alleen stond. Reeds bij de algemeene beschouwingen heeft Spr. er op gewezen, en hij wijst er weer op, dat wij nog altijd in Indië huldi gen het stelsel van onderworpenheid in plaats van opleiding. Aan den gouv.-generaal moet meer macht worden gegeven, onder be hoorlijke waarborgen, met medezegging schap van de inwoners van Ned.-Indië. On waardig en onredelijk, Spr. noemt het bo vendien dwaas, is het verbod aan den inlan der om vergaderingen te houden, van wel ken aard ook. De heer Pijnacker H o r d ij k acht de wijze, waarop de Minister publiciteit aan het rapport-Rhemrev heeft gegeven, niet goed en hij dringt alsnog aan op overlegging van het rapport, anders worden de goeden met de kwaden getroffen, zonder zich te kunnen ver antwoorden. De heer Cremer zet zijne houding uit een als minister in de jaren 1888, 1889 en 1900 tegenover die Delitoestanden. Toen hier in de Kamer werd gewezen op de misstan den in Deli had de minister zich op het standpunt te stellen, dat de regeering daar tegen te waken en geen enkele reden hadi hij om aan de werkzaamheid der regeering te twijfelen, waai' drie bekende raden van Iiüdië bestuursambtenaren op Deli waren geweest-. Intusschen is het gebleken, dat "s ministers vertrouwen misplaatst was, ge- lijjk het onderzoek ook van mr. Rliemrev heeft bewezen. Voor een deel is het voorkomen van mis standen al door mr. Rhemrev geschetst te wijten aan liet te kleine getal ambtenaren. Herhaaldelijk schijnt- op vermeerdering aan gedrongen. maar waar die aandraag is geble ven, weet Spr. niet. Zij bereikte echter nim mer de regeering hier te lande. Dat staat vast. Het rapport- Rhemrev bewijst dat wijl hier te doen hebben niet eene moreele in zinking van later tijd. De heei' Van Kol. „Vroeger toen u er waa-rt was het veel erger." De heer Cremer. Dat- is niet waar. Toon kwamen er juist de gunstigste berich ten. Toen werd Deli bestuurd door presi- dèn Kroezen, een man vau onkrenkbaren naam eu trouw. Heden te 11 uur voortzetting. Berichten. De Staatscourant van Woensdag 30 November 1904, bevat de volgende Konink lijke besluiten benoemd tot notaris binnen het arr. Bre da, ter standplaats Princenhage J. C. L. Es- ser, candidaat-notaris te Boxmeer; op verzoek eervol ontslagen als notaris te 's Gravenhage mr. G. van Rossem op verzoek ingetrokken het verleende eer volle ontslag uit den zeedienst aan den of ficier vau administratie 2e kl P. M. Schreu- ders; op verzoek wegens lichaamsgebreken eer vol ontslagen als adjunct-commies aan het dep. van oorlog H. A. van der Mije; benoemd tot directeur van het postkan toor te Heithuizeu E. H. L. Gielen, thans in gelijke betrekking te Kerkrade; eervol van het beheer van het kantoor ont heven de directeur van het post- en telegraaf kantoor te Sittard J. G. van Nauta Lemke. Maandag ontving H. M. de Koningin- Moeder weder eenige dames uit de gemeente Apeldoorn in particuliere audiëntie. Z. K. H. de Prins der Nederlanden ging gisteren jagen in de omstreken van Noord- Apeldoorn en Wiessel, terwijl daaraan deelnamen de heeren baron van Pal- landt van Rozendaal, baron van Pallamdt van Neerwijnen, baron Taets van Anieron- geu, kamerheer, Van Steijn, intendant, Lou don, jagermeester en Groeneveldt, intendant, Soestdijk, benevens eenige heeren der hof houding'. De van elders komende heeren logeerden ten paleize, terwijl allen aan het diner ten Hove deelname®. Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins stellen zich voor Zaterdag den 17. December a s. naar de residentie terug te keeren. In het begïh van December wordt in de residentie verwacht de prinses van Bentheim- Steinfurt, die eenige dagen ?a§t zal zijn van H M. de Koningin-Moeder. De gewone audiëntie van den minis ter van marine zal op Vrijdag 2 December a. s. niet plaats hebben en de gewone audiën tie van den minister van binnenlandsche za ken zal op Zaterdag 3 December e. k. niet plaats hebben De voorzitter van de Eerste Kamer heeft vooi gesteld te bepalen, dat de aftre ding van het eerste derde gedeelte der leden van de Kamer zal plaats hebben in 1907, van het tweede gedeelte in 1910 en van liet. laatste gedeelte in 1913. Bij dit voorstel is de voorzitter uitgegaan van het beginsel, in 1851 door de Kamer gehuldigd, dat het tijd stip van aftreding moeit berekend worden vau af het zitting nemen der nieuwe Kar mor. Tot toelichting wordt het volgende ge zegd „Uit den aard der zaak is verschil in het jaar van aftreding naarmate dit be rekend wordt van af het tijdstip der ont binding of van dat van het zitting nemen sleohts mogelijk, wanneer, gelijk thans het geval is geweest, de eerstvolgende derde Dins dag van September (art 146 der Kieswet) tusschen de twee genoemde tijldtetippe® in valt. In het eerste geval zal de aftreding plants vinden reap, in 1906, 1909 en 1912, zoodat alsdan de leden een geheel jaar kor ter zullen zitting hebben dan art.. 91 der Grondwet voorschrijft; in het tweede geval resp. in 1907, 1910 en 1913. De Grondwet zegt, dat de leden der Eerste Kamer voor negen jaar gekozen wor den. Het moet derhalve in de bedoeling der Kieswet liggen aan de leden die vollen zit- tingtijd zooveel mogelijk te waarborgen, daarbij echter zorg dragende, dat de feite lijke zittingtijd nimmer langer dan negen jaren kan voortduren. Hiervoor waakt de be paling van art. 146 dei" Kieswet, dat de rooster twee jaren ua den eerst.volgenden derden Dinsdag in September begint te wer ken." Volgens den Haagschen briefschrijver van den Tijd zou mr. Goekoop, lid van Gedep. Staten van Zuid-Holland en van de Tweede Kamer, benoemd worden tot lid der Algemeene Rekenkamer. In dit geval zou er dus een vacature ont staan in het kiesdistrict Brielle. Omtrent het ongeval, Maandag te Rot terdam overkomen aan het Kamerlid dr. R P. Mees R.Azn., wordt nog gemeld, dat dit zich als volgt heeft toegedragen. Dr. Mees bevond zich in liet wachthuisje van de tram aan het Beursplein. Door de ophooging van het plein is dit tramhuisje in den grond ge raakt en moet men een trede op, om er uit te komen. Dr. Mees, die ©enigszins bijziend© is, gleed op die trede uit. en kwam te vallen, waardoor zijn rechterbeen in het heupge wricht uit de kom schoot. Dr. Mees bracht een pijnlijken en slape- loozen nacht door. Hij is onder behandeling van de doctoren Van Stock urn en De Monchy. Het pantserschip Hertog Hendrik dat uit Napels vertrokken is tot- voortzetting dei- reis naar Ned.-Indië, heeft na hij Sicilië per draadlooze telegrafie berichten van zijn aan wezigheid in de wateren aldaar naar Neder land gezonden. In het afzonderlijk bijvoegsel „Versla gen en Rapporten", dat bij; nominer 281 der Staatscourant wordt verzonden, is onder no. 93 opgenomen het verslag van het eerste Internationale congres voor schoolhygiëne, gehouden van 49 April 1904 te Neuren berg. Door den minister van koloniën is G. A. R. van Maanen ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal van Nederl.- Indië, om te worden benoemd tot- onderwij zer der derde klasse bij het openbaar Euro- peesch lager onderwijs daar te lande. Te 'a Gravenhage is in den ouderdom van 70 jaar overleden dr. A. van Henne- keler, oud-leeraar in de natuurkunde aan de eerste H. B. S. met 5-jarigen cursus voor jongens te Amsterdam. Het N. v. d. D. zegt van den ontslapene, dat hij bij zij® mede-leeraren en zijn leer lingen in hoog aanzien stond om zijn vrien delijk, goedhartig karakter en de uitsteken de wijzei waarop hij onderwijs gaf. Een groot aantal jaren redigeerde hij het maandblad De Natuur, waarin zeer veel de gelijke stukken van zijn hand zijn opgeno men. Tot aan het begin van den loopenden jaargang heeft hij zijn zorgen aan dit tijd schrift gewijd. Met 1 Januari 1904 heeft hij de redactie aan andere banden overgedra gen. De laatste jaren van zijn welbesteed leven bracht dr. Hennekeler hier ter stede door. Zijn lijk zal Donderdag 12 uur op Oud-Eik- Duinen worden ter aarde besteld. Te Leiden is in den ouderdom van 81 jaar overleden de lieer Peter Ludwig Oarl Driessen, oud-directeur der Leidsohe Katoen? maatschapp-, oud-voorzitter van de Kamer van Koophandel eu oud-lid van den gemeen teraad! van Leiden. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Een nieuw postkantoor te Leeuwarden. Te Leeuwarden is het nieu we postkantoor op de Tweeboteimarkt giste renmorgen iu gebruik gesteld. Heb is een monumentaal gebouw, geheel naar de eischen des tijds ingericht. Het heeft lang geduurd eer tot do oprichting van dit gebouw werd besloten. Het oude kantoor aan de Wortel- haven, voldeed niet meer. Reeds voor jaren had de Kamer van Koophandel te Leeuwar den hierop gewezen, doch de regeering deed niets, totdat de Kamer, na de zaak monde ling door een commissie uit haar midden bij den directeur-generaal Havelaar te hebben doen bepleiten, de regeering wakker wist' te schudden. Het gebouw is aangenomen voor 143.276. I)e bouw heeft anderhalf jaar ge duurd. De rijksbouwmeester C. H. Peters te Groningen is de ontwerper. De werkstaking der glasbla zers. De SohiedL Ct. vernam van prof. Treub, dat de commissie, door dezen met de heeren Hovy eu Schölvink gevormd, voorloo- pig niet zal optreden als arbitrage-, doch als bemiddelings-commïssie. Do commissie heeft zich dus tot taak ge steld, niet een uitspraak in den strijd te doen, doch pogingen in het werk te stellen om partijen door bemiddeling tot elkander te brengen en zoodoende beëindiging van den strijd mogelijk te maken en te bespoe digen. Aan de fabriek de Ooievaar, te Nieuwer- kerk a. d. IJsel zijn, na gehouden besprekin gen tusschen een aantal blazen? en den par troon, gisterenmorgen de vuren aangelegd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 2