Vrijdag 2 December 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED M\ 153. 3dc Jaargang. RSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feostdagen. Advertentiön, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTESTIÉN: Tan 1—5 regels 0.78. Elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tót het herhaald adrerteeren in dit Blad bjj abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. NATIONALE MILITIE. I De Burgemeester ott Wethouders van Amers foort, I Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewei 1901 en art. 46 van het Koninklijk besluit van den 2. I December 1901, St. 230 I Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel, Militie-Commissaris in de province Utrecht, van den 21. November 19M Doen te weten, dat de zitting van den Militie raad voor. deze gemeente op Mlaandagi den 12. December 1904, dés voormiddags te 10 uren, in liet openbaar wordt gehouden in de zaal ge- naamd ..Groot Kunstliefde" van. het Gebouw I voor Kunsten en Wetenschappen aan de Maria- plaats te Utrecht in te gaan tegenover de Boter markt, en bestemd is tot het dottn van uitspraak omtrent de lotelingen die redenen van vrijstel ling hebben ingediend, de lotelingen die van den J dienst uitgesloten of daarbij voorloopig niet toe- I gelaten worden, en alle overige, lotelingen, bc- hoorende tot de lichting van het jaar 1905. En brengen tevens (er kennis van de belaaig. hebbenden, dat de tijd. en plaats der zitting aan eiken loteling zal worden bekend gemaakt door middel van een aan zijne woning of aam die van zijnen vader of voogd te bezorgen, biljet, alhoe wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet, niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad, of tot het indienen van de tot staving der redenen van vrijstelling ge- j vorderde bewijsstukken zullende de loteling I die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteld heid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte 1 voor den Militieraad moeten verschijnen, op hei hierboven vermelde tijdstip. Amersfoort, den 30.' November 1604. (Burgemeester en Wethouder svoornoemd De Burgemeester, WULJTIERS. De Secretaris, VAiN REIGERSBERG VERSLUUS, Wil. S. VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT Onderzoek ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendheid. De Bu-gemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis van. belanghebbenden, dat in de maand Januari a. s., ten overstaan van eene Militaire Commissie, een rmderzoek zal plaats hebben ter verkrijging van <-en bewijs van- voor- geoefendheid Aan dat onderzoek mogen deelnemen lo. de lotelingen, die in aanmerking komen om in het volgend, jaar bij de militie te worden ingelijfd 2o. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen in het genot van uitstel van eers'te-oefenini:. die hun vroeger verkregen bewijs van voorgeoefen 1- heid wensohen opnieuw te verderven, ten einde daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging van dit uitstel, en 3o. de jongelieden, die het ven-eischte militair getuigschrift wenschen -te verwerven om eene verbintenis te kunnen aangaan bij1 het Reserve kader der Infanterie, der Vesting-Artillerie of der Genie. De lotelingen, hiervoren onder lo. genoemd, kunnen bij het onderzoek drieërlei bewezen van vooii'geoefeixcl'heid behalen, te weten liet bewijs van militaire bekwaamheid het bewijs van lichamelijke geoefendheid, of het bewijs van militaire bekwaamheid èn licha melijke geoefendheid. Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen hebben verworven, worden, on hunne aanvrage, ingelijfd bij liet korps en geplaatst in -het garni zoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe ge schikt zijn en dit met de belangen van. den dienst is overeen te brengen. Bezitters van hel in de derde plaats genoemde bewijs hebben daarbij den voorrang -boven hen, die een der beide eerst ver melde bewijzen verwierven. De houders van het in de derde plaats ge noemde bewijs hebben daarenboven aanspraak om vóór anderen in aanmerking te komen voor inlijving tot korte oefening (viernraanden). Alleen dé bewijzen van voorgeoefendheid, die in Januari a. s zullen worden behaald, geven bij de inlijving in het volgend jaar aanspraak op vermelde voorrechten alle vroegere verkregen bewijzen zijn alsdan van onwaarde. De lotelingen., hiervoren onder 2o. genoemd, kunnen biji het onderzoek alleen verwerven het bewijs van militaire bekwaamheid èn lichame lijke geoefendheid dit -bewijs moet door hen bij. de aanvrage om. verlenging van uitstel van eerste-oefening worden overgelegd. Zij, die in deze Gemeente woonachtig zijn of verblijf -houden en aan liet in Januari a. s. te houden onderzoek wemschen deel te nemen moeten zich- vóór 10 December a. s. ter Secre tarie der Gemeente aanmelden. Dag en, uur waarop, zoomiede de Gemeente en localiteit, waar het onderzoek zal plaats heb ben, zullen op een dor laatste twee dagen van het jaar bij publicatie ter algemeene kennis worden gebracht. Amersfoort, den 30. 'November 1Q04. 'De 'Burgemeester voornoemd, WUUTIEfRS. Politiek Overzicht Aan den Balkan. II. (Slot). Wij hebban gisteren het werk aangehaald, ,.La Maoédoine et lo vilayet d'Adriamopl© 18931903)", dat door de zorg van het be stuur der tégen het Turksche wanbeheer ge richte revolutionaire beweging is uitgegeven tot rechtvaardiging van den strijd, dien het sedert elf iaren voert tegen den Turk als den grooten vijand van land en volk. Maar nog een anderen viiand heeft dit rampzalige land in de verdeeldheid der bevolking on derling, en het is zeer de vraag of dit niet nog de grootste vijand is. Dit jaar is de algemeene opstand, waar van men de herleving vreesde, achterwege ge bleven. Echter niet omdat de stemming on der de bevolking verbeterd is. Men heeft hier te doen met een soort wapenstilstand, die te danken is aan de wanhoop van som migen, de uitputting van velen, de vermoeid heid van allen. Maar het zou. eene illusie zijn te meenen, dat er teekenen van werkelijke beterschap zijn waar te nemen. Steeds dreigender komt in de laatste maanden het verschijnsel op den voorgrond van de wederkeerige vijiandschap tusschen de verschillende volksstammen, die Macedonië bewonen. Versahil van ras en van gods dienst solieidt die stammen van de Turksche overheerschers. Maar niet minder groot zijn de verschillen, die hen onderling verdeeld houden*; het schijnt zelfs, dat die verschil len meer en meer op den voorgrond treden. Steeds hatelijker is het karakter, dat deze strijd aanneemt. Bulgaarsche benden trek ken liet land rond om de christen-bevolking van anderen stam te plunderen en te bran- schatten. Dé anderen willen dit niet langer verdragen; zij hebben ook hunnerzijds ben den gevormd om over het bedrijf van de komitadjis wraak te nemen. In het noorde lijke deel van het. vilajet Monastir en in het vilajet Kossowo zijn de Serven opgetreden. In de grensgebergten ten zuiden van het dal va,n Kastaria trekken Grieksolie benden rond en leveren gevechten minder met de Turk sche troepen dan met de Bulgaren. Evenals de Serven verklaren ook zij, dat het niet hunne bedoeling is het Turksche gezag aau te vallenbescherming van de in benarden toestand verkeerende geloofsgenooten is hun eenig doel. Het is niet de eerste maal, dat zulke tegenbenden zich in Macedonië vertoo- nenvoor den Grieksch-Turksohen oorlog kwamen uit het koninkrijk Griekenland bij herhaling vrij scharen over de grens, die hetr zelfde wachtwoord uilgaven. Hunne aanvoer ders waren veelal officieren van het Griek- sche leger. Nu is, onlangs een Grieksch ben- dëlioofd in een geveoht met Turksche troe pen gedood, die bleek een artillerie-officier te zijn. Daarover wordt aan de Köln. Ztg. ge schreven .,Toen voor eetiigon tijd de Porte bij de Griekscho regeering bezwaar inbracht, dat zich in Macedonië' als aanvoerders van de Griekische benden of, zooals zij zich noemen, Macedonische wrekersbenden Griekscho offi cieren bevonden, kreeg zij tot antwoord, dat er door de regeering geen benden waren ge zonden als zij zich daar bevonden, dan had den zij, zonder dat hun dit was opgedragen, hunne plaats in het' Grieksche leger verlaten en zouden bij hunne terugkomst bestraft worden, wanneer het bewijs geleverd werd, dat zij in Macedonië hadden vertoefd. Nu is het bewijs geleverd, dat do Turksche re geering zich met recht beklaagt, want er is bericht, dat in een gevecht van do beuden van kapitein Mikis Zezas met de Turksche troepen deze gevallen is. Onder dezen naam verschool zich de luitenant der artillerie Pau l Mel as. Behoorende tot eene van de eerste Athoonsche families, schoonzoon van den gewezen minister Dragoemis en huisva der, had hij zich een langdurig buitenlandsch verlof laten geven, dat hij besteedde om van Thessalië uit naar Macedonië te komen en daar eene bende te verzamelen om tegen de komitadiis te strijden. Officieel wist men dus niets van zijjne aanwezigheid in Macedo nië, maar in baren ijver oan de vaderlands liefde van -de,n jongen officier behoorlijk te doen uitkomen, verraadt do Grieksolie pers thans, dat. reods voor geruimen tijd zijn dag boek bij de familie in Athene gekomen is. De familieleden, die in lang niets van den jongen patriot gehoord hadden, hebben daarop per telegraaf- navraag gedaan bij de consuls in Macedonië en door tussohenkomst van het ministerie van buiten!andsche zaken bericht van het overlijden gekregen. Nu hoort men er ook openlijk van spreken, dat zich nog andere officieren van het Grieksahe leger in Macedonië bevinden en in de beu den tegen de komitadjis als aanvoerders op treden. Daarbij wordt echter altijd er nar druk op gelegd, dat de benden in Macedom- zelf gevormd zijn. Dat kan wel waar zijn, want de grens naar Thessalië wordt van Turksche zijde scherp bewaakt. En is mis schien menigeen langs bergpaden over het gebergte gekomen, maar eene stelselmatige oprichting van benden heeft in Thessalië niet plaats gehad. Buitenlandsch verlof wordt ieder jaar aan een aantal jonge, ge goede officieren verleend; een daartoe strek kend verzoek kan den minister van oorlog niet bevreemden, al heeft hij misschien bet doel van het verzoek vermoed. Eene Mace donische centrale vereeniging bestaat in Athene reeds lang; zij heeft echter haren ar beid geheimer gehouden, dan in 1897 de Ethnike Hetairia. Bijdragen komen van alle Grieken in hot buitenland binnen. De dood van den jongen artillerieofficier werd door de vereeniging van Atheansohe journalisten besteed om door eene arootscthe hulde aan den doode manifestation voor de ..Grieksche landslieden in Macedonië" in Athene en in het geheele land in 't leven te roepen." Men ziet hieruit, dat de beweging van Griekenland uit wordt gesteund en aange moedigd, al houdt de regeering zich officieel er buiten. In plaats van elkaar te steunen tegen den geaneeaisohappelijken vijand, doen Grieken, Slaven en Koetzo-Wallaahen hun best om elkaar wederkeerig zooveel afbreuk te doen als zij, maar kunnen. Inderdaad, het is een vreemde en droevige toestand^ die in liet Bal kan gebied hoersoht. Dultschland. In de toelichting van hot wetsontwerp tot wettelijke vaststelling van den tweejari gen diensttijd bij het leger, wordt ook ge wezen op do schaduwzijden, die daaraan zijn verbonden. „De nadeelige gevolgen zijln niet uitgeble ven. Zij toonen zich in een uitputting van de geesteliike en lichamelijke krachten van het opleidende personeel officieren zoo goed als onderofficieren en hebben tot ongun stige verschijnselen geleid, welke de drie jarige diensttijd in dezelfde mate niet ken de. Het voortbestaan van zulke toestanden kan niet geduld worden. Uit politieke en militaire overwegingen is het- echter niet geraden tot den dreja-rigen diensttijd terug te keeren, te meer daar bij de verbonden regeeringen de, zij hot ook op ervaringen des vredes gegronde, overtuiging bestaat, dat de tweejarige dienst op zich zelf voldoende is, om de manschappen van de troepen te voet, van de rijdende veldartillerie en van den trein voor den oorlog op te leiden. Het eind oordeel over de doelmatigheid van den twee jarigen diensttijd kan pas de oorlog vellen. Tot zoolang kan echter niet gewacht wor den. Het is daarom noodig de eerste voor waarden te scheppen voor de invoering van den verkorten diensttijd) d. w. z. in de eer ste plaats die maatregelen te treffen, welke volstrekt noodzakelijk zijin tot verlichting van den dienst." Daartoe is echter meer geld noodig, o. a. voor betere oefening van de landweer, ver hooging van het- paardenmateriaal voor de rijdende batterijen, verbetering van de on- derofifciers-traktementen, vermeerdering van den schietvoorraad, voor handwapens, uitge breider oefeningen voor verlofgangers enz. Het Duitech'Oostenrijksche handels verdrag. Met het vertrek van den Duitechen staats secretaris, graaf Poeadou sky, uit Weenen, waar hij sedert 1 November vertoefde, is het feit. wereldkundig gemaakt, dat de onder handelingen over een handelsverdrag tus schen het Duitsche rijk en Oostenrij k-Hon- gaxije zijn mislukt. Het is nu toe verwach ten, dat Duitschland het bestaande verdrag met het einde van dit jaar zal opzeggen, waardoor dat vertrag dan een jaar later bui ten werking zal treden. De Magyar Nemzet, een officieus orgaan van de Hongaarse he regeering, zegt, dat het buiten twijfel is, dat de regeering van Oos tenrijk-Ho ngari je gekomen was tot de grens, waar buiten geen oonoeesae meer mogelijk is. Men kan eerder een .toestand zonder verdrag dulden, dan een verdrag, dat het belang rijkste deel van den uitvoer van Oostenrijk- Hongarij© benadeelt. Intusschen is ex nog geen sprake van een definitieve breuk. Daar toe zij,n de wederzijdsche belangen te groot. Dé hoop is niet uitgesloten, dat de draad weder zal worden opgevat om economische crisissen te vermijden, waarvan de gevolgen onafzienbaar zouden zdjfn. Men koestert, volgens de inlichtingen an de Frankf. Ztg., de verwachting, dat de Duitsche regeering over eenigen tijd tot groofcere conoessiiën bereid zal zijn. De voor naamste bezwaren waarop de onderhandelin gen zijn afgestuit, betreffen de veterinaire conventie, en de rechten op hout, gerst en meel. Wanneer de onderhandelingen weder mochten worden aangeknoopt-, dan zal dat geschieden te Berlijn. Frankrijk. Parijs, 1 Dce. In antwoord op een rede van den afgevaardigde Lafferre, die in de zaak van de verklikkingen in het leger het Groot Oosten verdedigde, zeide de minister van oorlog Berteaux, dat alle stukken, op de ver klikkingen betrekking hebbende, verbrand' zijm. De minister erkende, dat na 30 jaren de Republiek nog altijd geen leger heeft, dat in harmonie is met hare beginselen. Niette min heeft er geen staatsgreep plaats gehad. Ondanks alle aantijgingen zal de minister Ce Republiek weten te verdedigen. De Kamer behandelde vervolgens de inter pellatie over de overplaatsing van den leeraar Thalamas, die Jeanne d'Arc had aangeval len. De minister van onderwijs Chaumié be antwoordde de verschillende sprekers; hij verklaarde dat hij gehandeld had, zooals zijn geweten hem voorschreef. De eenvoudige orde van den dag, door den minister aanvaard, werd verworpen met 284 tegen 268 stemmen. De voorzitter las daarop een motie voor, geteekend door verschillende afgevaardigden, waarin de Kamer haar vertrouwen uitspreekt in den minister van onderwijs. Minister Chaumié stelde de portefeuille^ quaestie, waarna de motie van vertrouwen werd aangenomen met 376 tegen 33 stern- De minister van koophandel Trouii-lot heeft, in de Kamercommissie voor handel en nij verheid het standpunt van de regeering uit eengezet tegenover de plannen voor eene nieuwe wereldtentoonstelling. Hij verklaar de, dat de regeering beslaten heeft af te zien van het houden van eene wereldten toonstelling in 1911. Daarmede wordt dus gebroken met de traditie van wereldtentoon stelling oan de elf jaren. Misschien zou 1921 voor eene nieuwe wereldtentoonstelling een gunstig tijdstip zijn iesr viering van het 50- jarige bestaan van de republiek. Wel is de regeering gezind speciale ten toonstellingen te ondersteunenb.v. de voor 1907 voorgenomen internationale sporttoen- toonstelling en voor 1911 een tentoonstelling, die een beeld zal geven van het leven der werklieden. Italië. Rome, 1 Dee. De Kamer heeft den regee- ringscandidaai, den heer Marcora, tot haren voorzitter gekozen. Hongarije. Boedapest, 1 Dec. Minister-president graaf Tisza, verklaarde in eene vergadering van li berale kiezers, dat hij niet langer eene ob structie zal dulden, die den parlementairen arbeid gedurende verscheidene jaren verlamd heeft. Nadat hij het vruchteloos met eene verzoenende houding had beproefd, meent dt minister nu andere middelen to moeten aan wenden. Eenige aanhangers van de oppositie be proefden op straat een tegen-betooging te organiseeren, en riepen: „Weg met Tisza!" Zij werden echter door de politie uiteenge dreven. Verscheidene personen werden 'n hechtenis genomen. Turkije. Salonika1 Dec. De kapitein Vanghel heeft met een bende Grieken een Bulgaarsche 45 jNaar hot Engelach VAX JOUN STRANGE WINTER. „Hebt u er iets tegen uw1 hoed af te zet ten?" vroeg Clemjapt mij eensklaps. „0„ volstrekt niet," gaf ik ten antwoord, en ik nam hem dadelijk af. „Precies een Grieksche kop, Esmé," zride hij beslist, alsof ik een beeld of schilderij ware. „Ja, sprekend," zeide zij op aandoenlijk treurigen toon, alsof het een vreeselij.k on geluk was, zoo iets te hebben. „Loop eens in de kamer, juffrouw Nugent, dank u wel. Ga nu eens bij de schil derij staan. Ziet ge, Esmé, lieveling, juffrouw Nugent- past volkomen bij de kamer." Ik was één verbazing! Moest ik,beoordeeld worden als een meubelstuk? Wat- zou er verder gebeuren „Ik denk, dat wijl het. best samen zullen kunnen vinden," zeide mevrouw Clement. „Wanneer kunt gij komen? Het zal Clement gerust stellen, als gij hier zijt." Ilij raakte haar even ten teeken van goed keuring met de hand aan en lachte mij vrien delijk tce. „Zij is niet sterk, die kleine, juf frouw Nugent," zeide hij, teeder. „Ik ben altijd zeer bezorgd voor haar. Hoe' spoediger gij komt, hoe beter voor ons allen." „Maar gij hebt' nog geen informaties van mij,riep ik uit. „Moet u mevrouw Tregenna niet gaan spreken? Zij zou u m-Whien tot heel andere gedachten omtrent mij, brengen. Werkelijk, ik zou liever willen, dat u eens met- haar gesproken' hadt, vóór ik hier kwam." Clement Warrington tusschen bweo haakjes, ik h-efb nooit anders aan hem kun nen denken dan „Clement Warrington" sloot de oogen en huiverde. s.e.dre vrouw," fluisterde hij tusschen de landen, maar toch niet zoo zachtjes, of ik het hooren. Toen zeide hij hardop„Ik geloof niet, dat wij' Mevrouw Tregenna behoeven lastig te val len dat gij lord Treherno kent, is voor ons voldoende. Wij wij beschouwen me vrouw Tregenna eigenlijk niet als iemand van lord Treherne's familie, maar als een treurig aanhangsel van den ongelukkigen Richard. Wij zijn mevrouw Tregenna niet sympathiek." Ik lachte hem bijna in zijn gezicht uit, aan den eenen kant om den plechtige,n toon en aan den anderen, om de gedachte, dat mevrouw Tregenna bepaald een stuip zou ge kregen hebben, als zij eens gehoord had hoe haar txotsche persoonlijkheid verklaard werd, als niet te behooren tot lord Treherne's familie, maar eerder als een ongeluk voor Mijnheer RichardHet was tragi-komisch, maar nog Clement Warrington, noch zijn wouw scheen iets van het komische van den toestand te begrijpen beiden waren volkomen in ernst ten opzichte van Haar Edelheid mevrouw Tregenna. „Wanneer wil ik dan komen vroeg ik. „ZoodTa ge kunt morgen vandaag, als gij wilt," zeide Clement Warrington haastig. „Ik zou morgen wel kunnen komen," zeide ik, haar aanziende. „Laat ons dan zeggenmorgen tegen etens tijd. Liefste, eet gij morgen buitenshuis?" „Bij mevrouw Sanitas, lieveling,' ant woordde hij-. „Ja, dan ia het zeer goed tegen etenstijd, juffrouw Nugent. A propos, hoe heet giji van uw voornaam?" „Etheldredla." „Etheldrcda Nugent! Een mooie naam," nurkte Clement Warrington verrukt op. „En noemt men u bij verkorting Audrey?" „Neen," antwoordde ik treurig „de men- schen noemen mij Atwy dat „Verkeerd is," viel hij in de rede, zonder mij tijd- te laiten mijn zin te eindigen. Ik stond' op om te vertrekken. Zij liepen beiden met mij tot de deur mede. De groote sahilder stond stil voor de schoone dame op de schilderij. „Hebt gij liet portret van mijn vrouw ge zien?" vroeg hij in die richting met de hand wuivend. Het is de eenige keer, dat haar recht is wedervaren de pliotographieën maken haar afschuwelijk ik laat er nooit een van kijken en andere schilders ma ken niets van haar gelaatskleur. Esmé, lie veling, ik moet u nog rens schilderen." Zij glimlachte en sloeg de oogen naar hem op, en een oogenblik leek zij bijna. mooi. Bijna onbewust scheen ziii de houding aan te nemen van de geschilderde dame, en Clement Warrington trok met zijn wijsvinger een lijn langs haar hoofd, hals en soli-ruder. „Dat is mijn vrouws grootste schoonheid," zeide hij zoo koel, alsof hij van een leven loos voorwerp sprak, in plaats van oen le vend wezen, dat zou kunnen blozen bij het hooren bespreken van zijn schoonheden. Maar mevrouw Clement was veel te ge hard voor die soort van zedigheid. Ziji stond doodstil, opdat ik mij van die bijzondere schoonheddsliin zou kunnen vergewissen, en ofschoon ik hen vrij scherp gadesloeg, kon ik bij geen mogelijkheid opmaken, of beiden comedio speelden of in ernst waren. Toen ik eindelijk weer in de buitenlucht kwam, had ik een gevoel, of ik stikken zou want de ramen waren dicht, en overal hin gen zware draperieën- or heersehte ook een sterke geur van sandelhout en kostbare reuk wateren. Dit alles, gevoegd bij het getem- Eerd licht, dat op deze wijze in het huis ou doordringen, gaf een godsdienstig waas over het geheel en ik hield zoo van lucht en zonneschijn zoodat ik wel wat huiver de bij de gedachte, daar lang te moeten vertoeven. Maar zij, waren vriendelijk, beleefd cn aar dig, en af waren hun gewoonten eenigszins anders dan de mijne, zij behandelden mij niet op een afstand en dat, verzeker ik u, ia iets waard, na door iemand als mevrouw Tregenna voor oud vuil te zijn aangemerkt. Maar misschien had ik dit alleen wel te danken aan Lord Treherne. HOOFDSTUK XXn. Veel geschreeuw en weinig wol. Ik voelde, dat ik, toen ik mijn intrek bij de Clement Warringtons nam. mij flink m est houden en mijn beste beentje voor zetten. Immers, er was nog geen jaar verloopen, sinds vader gestorven wasik had eerst ge dacht, dat men de wereld maar behoefde in te gaan om zijn brood te verdienen, en nu was dit al mijn derde betrekking. Uit- de eerste was ik geraakt door een streek, uit. de tweede wti? ik weggejaagd door een quaestie van jalouzie of een ander verkeerde beweeg reden; in dezo was ik nu voornemens te blijven. Het vooruitzicht ladhte mij niet zoo bijzonder toe, maar ik geloofde, dat er meer voor- dan nadoelen zouden zihien als men niet zoo heel veel waard is, kan men ook redelijkerwijze niet veel noten op zijn zang hebben. Mevrouw PoplinBrowne was zeer inge nomen met mijn nieuwe betrekking. „Lieveling," zeide zij, toen ik van mijn eerste bezoek weer op den, Rozettenweg te rugkwam cn haar alles vertelde, „het is juist iets voor u. De Clement Warringtons be hooren tot een goede familie, rij kennen iedereen in Londen, die wat beteekent. Gij zult niets of zoo goed als niets te doen heb ben en in de gelegenheid zijn u-w geest te verrijken en te gewennen aan die soort con versatie voor later." „Maar. lieve," braöht ik in het midden, „er komt misschien geen „later." „O, gekheidGij hadt laatst uw Godfried» gezicht maar eens moeten zien of zijn stem moeten hooren. En ik meen, wat ik zeg in alle geval, al komt» er een „later" of niet, gij zult er profijt van kunnen trekken." „O, dat geloof ik ook wel. Maar rij zijn zoo plechtig," zeide ik. „als groote kinderen, die huishoudentje spelen en elkander ieder oogenblik „liefste" en „lieveling" noemen niet zooals wij dit zouden doen, maar tel kens met een in vervoering brengencle pauze, b.v. „Esmé lieveling" of „Liefste hier is juffrouw Nugent1/' Ik kan niet golooven, dat het alles recht spel was," voegde ik erbij. „Och, waarom niet Ik geloof, dat hij zeer aan haar verknocht is," zeide mevrouw Pop linBrowne vergoelijkend. „Zij was inder tijd een groote schoonheid en een erfge naam." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1