W\ 158. 3d" Jaargang. Woensdag 7 December 1904. JB U IJ EN LAN D. FEUILLETON. MIJN GODFRIED RSFOORT DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertcntiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr '8 morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTENTLÉN Van 1—5 regels 0.75. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kentlisgeving. De Burgemeester van Amersfoort maakt be kend, dat in1 de gemeente Eemnes een geval van miltvuur is geconstateerd. Amersfoort. 5 December 19C4. De Burgemeester voornoemd. WTJLPHERS. Politiek Overzicht Graaf Bülow over Duitschlands marin ©politiek. Sedert eene reeks van jaren worden in de j EngeLsche en de Duitsche pers de betrek kingen tusschen Groot-Brittannië en het I Duitsche rijk behandeld. Veelal getuigen die beschouwingen van alles behalve een geest van onderlinge waardeering etn vriendschap- scihappelijlke gerain-dlheüd. Gezaghebbende or ganen doen daaraan mee; onder de dagblad pers laat de Times niet gaarne eene gelegen- j lieid voorbijgaan om uiting te geven aan het wantrouwen tegen Duitschlan/d, dat haai bezielt. In het maandschrift „The Nine teenth century and after" betoogde onlangs Sir Rowland Bleiwierhassetti dat als de geva ren, die het Duitsche rijk bedreigen, dringend mochten worden, de Duitsche staatslieden j weten, dat zij deze altijd weer kunnen be zweren door de uitbarsting van de geestdrift-, waarmee een oorlog tegen Engeland van bet eene eind van bet land naar het andere zou worden welkom gekeeten. Im de National Review heeft Ignotus eene lans gebroken voor uitbreiding van .de Engelscihe vloot. Tot motiveering van dit verlangen heeft deze Sehr. er op gewezen, dat Engeland niet de Russische of de geheel gedesorganiseerde Fransche vloot behoeft te vree zen, maar wel de Duitsche, en dlit te meer omdat Dudtsch- lanid ongetwijfeld streeft naar een oorlog met Engelandhij geeft zelfs bij benadering het I tijdstip aan, waarin die oorlog zou plaats hebbendat zou namelijk liggen tusschen de jaren 1908 en 1912. De Duitsche rijkskanselier, graaf Bülow, heeft in de zitting van den rijksdag van eer- I gisteren die beweringen, gekenschetst als on kruid, dat Briitsohe journalisten bezag zijn te planten in den alk'ker van de Duitsche staatkunde. Hij heeft zich geroepen gevoeld dat onkrudid te helpen uit wieden, omdat daaromdei? eendge bijaonider stekelige distels waren, leugens als b.v. dat Dnitsehlamd zich in de Tibet-zaa.k had gemengd of betrokken was in het incident van Huil. Maa.r hij heeft tevens de gelegenheid te baat genomen, am op te komen tegen de opvatting alsof Duitse h- land met zijne vloot-politiek agressieve plan nen tegen Engeland zou nastreven. Hiji zeide daarvan ,,Ik vraag u allen, die aan. ons -vloobpro- gramma hebt meegewerkt, of ome© vloot niet zuiver defensieve doeleinde n beoogt-. Zij streeft enkel defensieve bedoelingen na, en zal ook in de toekomst geene anderen na streven. Daarvoor zorgt niet alleen onze be hoefte aan vrede, maar ook de snelle toe neming van de maritieme macht-middelen van alle overige zeevarende en zeekrachtige natiën. De krachten van de zeevarende na tiën hebben aidh in de laatste jaren te snel ontwikkeld, dan dat eenige staat, eenig volk de aanspraak op untiverseele heerschappij ter zee zou kunnen maken Toen Rome met Carthago oorlog voerde, had het ceteruin censeo van den ouden Cato misschien de praktische logica voor zich. Nog toen do Engelschen hunne zeeoorlogen voerden togen j Holland, tegen Spanje, tegen Frankrijk, lok te den overwinnaar als prijs het monopolie op zee. Heden is dat anders. Wat heeft heden cou volk gewonnen, wanneer het zijn mari- 1 iemen mededinger ton onder brengt Het zal missdüen het eccsuamisobe organisme van dezen tegenstander verwoesten, maar het, zal zeker ook zijn eigen handel de zwaarste won den slaanhet zal de zaken waarnemen van de tegenstanders, die met genoegen de ledig geworden plaatsen op de wereldzeeën zou den bezetten esi zich er huiselijk inrichten. Zonder de allergrootste schade zou de over winnaar uit zulk een oorlog niet terugkec- reu. Ik reken daarbij niet alleen wat tijdens den oorlog gebeurt, maar ik reken ook de gevolgen van den haat, de verbittering, die zich ook tientallen van jaren na het einde van den oorlog doen gelden en hypnotisee- rend op de beide tegenstanders werken. Frankrijk en Dui(schland weten daarvan een lied te zingen. Wanneer ik uit deze uiteen zettingen de praktische conclusie moet trek ken, dan is het dcae: Ik kan mij niet voor stellen, dat de gedachte van een Duitsöh-En gelschen oorlog bij de verstandige mensdheu in beide landen ernstig weerklank zal vin den. Wij overwegen nuchter het reusachtige nadeel, dat ook bij gunstige» uitslag zulk e&a oorlog over het eigen land zon brengen, en de rekening wijst uit, dat- de inzet voor do ze>kere verliezen veel te hoog is. Daarom vat ik voor mijn part de vriendelijkheden van de Engelsöhe pers niet al te tragisch op. Ik hoop, dat de lotgevallen van de bedde lan den steeds door koele hoofden bepaald zul len worden, die weten, dat Duitschland en Engeland niet alleen voor het heden, maar ook voor komende tijden zoover het mensctoe- lijke oog in staat is ze te onderscheiden, met de handhaving va.n die tegenwoordige vreed zame betrekkingen het best gediend rijm." Niet alleen de tribune van den Duitschen rijksdag heeft graaf Bülow te baat genomen om dit onkruid te wieden. Dezelfde bedoe ling heeft hem bewogen, om een Engelschen schrijver, den heer Bashford, bij zich te ont vangen, die 'van liet gesprek, dat hij met den verantwoordelijken leidei- dei- Duitsche po.it.ek heeft gehad, een uitvoering verslag heeft geplaatst in de Fortnightly Review. Wat de rijkskanselier tegenover dezen schrij ver gezegd heeft over Duitschlands marine- politiek,1" vult het door hem in den rijksdag gesproken!? aan; het kan dus slechts dienen om die beter te doen kennen, wanneer wij dit deel va.n het interview hier weergeven. ,,Laat mij nu eenige woorden zeggeu over de sieeds terugkeerende beweringen, dat onze vlootpolitiek ten doel heeft een oorlog met Engeland voor te bereideni Als antwoord op deze beschuldiging kan ik met een gerust geweten zeggen, dat wij ea- niet aan denken zulk een ooriog te verwekken, want dat zou een mcaisteraahitig© misdaad zijn. Een ooi-log tusschen Engeland en Duitschland zou poli- tiiek slechts gerechtvaardigd kunnen zijn, wanneer men aannam, dat de beide landen alleen op de gansche wereld als mededingers tegenover elkaar staan, en dat de nederlaag van den eenen mededinger de volledige hegemonie van den ander meebrengt. In vroegere eeuwen bevond Engeland zich voortdurend telkens tegenover één me dedinger het waren achtereenvolgens Spanj Nederland en Frankrijk. Destijds stond alles op het spel. Heden zijn er ecu aantal staten, d e dezelfde aanspraken doen gelden als wij., en do Russisch-Japansche oorlog toont, da' men hun aantal alweer kan vermeerderen. Zooals de toestand nu is, zou e n oorlog tu*- schen Duitschland on Engeland het grootste buitenkansje zijn voor alle mededingers van de beide staten. Want daar zulk eeu oorlog daarover mogen wij ons niet misleiden den Duitschen handel geheel vernietigen en den Engelsehen handel ernstig benadeelen zou, zouden onze mededingers partij trekken van de gelegenheid om zich van de wereldmark ten te verzekeren, zonder een schot te lossen. Wanneer wij elkaar gingen troeven, dan zou cr dus een heele hoop tertictum gauden- tium aanwezig zijiti. Daar gij onze vloctkwes- tie nauwkeurig bestudeerd hebt-, zult gij zeker het b.-wijs gevonden hebben, dat onze vloot enkel voor de verdediging bestemd is. Haar doel is onze wateren tejen een aanval te beveiligen en de noodige bescherming voor onze buitenlandsche belangen te bieden. Na tuurlijk zullen wij er steeds voor zorgen, dat zij slagvaardig is als men haar noodig heeft, want ons wachtwoord moet luiden„Ten allen tijde bereid De vreemde landen moe ten zich schikken in het feit, dat de Duitsche overzeesche koopman niet meer is te beschou wen als het- armzalige schepsel, dat zich er m e moet tevreden stellen d- broodkruime's onder de tafel op te rapen. Hij zit nu naast zijne collega's, en wij hebben er volled g recht op, voor de rechte i die wij gemeen hebben met de burgers van de andere natiën, op te komen en ze te verdedigen." Duitschland. Berlijn, 6 Dec. De Keizerin, die bij <1© verpleging van de aan influenza, ziek gewor- decii prinses zelf influenza kreeg en tijdelijk het b?d moert houden, is nu weer aan de beteriia.nd, evenals de prinses. Herlijn, 6 Dec. In de voortgezette besla gingen over de begroeting en d© militaire wetten, gaven de conservatief Vgkii Richt hof en en d© naitionaal-libteraal Sattler hun instemming te kennen met de politiek van graaf Bülow. Muller-Sagan, V&vu de vrijzin nige volkspartij, critisoefde in het bijzonder het koloniaal-politieke program van de regee ring. Hij verklaarde zich tegen eenfe verboo ging van de lego rster kit© in vredestijd. Kardorff van de Rijkspartiji ver langere verbetering van de Rijksfinanciën in het be lang van die kleine bondsstaten. Liebeirrmau von Somnenberg, van de Duitsch-sociale partij, drong aan op <1© in voering van een speciale leger belasting en eene Rijksin.komstenbelastiing. Hij keurde de militaire wetsontwerpen goed, en zeide, dat men, al kan men niet va.n Engeland houden, tcoh iw vrede met d&t land. moet leven. Den Russen moest .men een goed suc ces wenschen, want zij strijden tegen het gel© gevaar. Morgen voortzetting van de beraadslagin gem. Den 14en December zal ten buitengewoon gezantschap op reis gaan naar Abessynië, om aan negus Menelik eenige geschenken van den Keizer te brengen en te onderhandelen over een handelsverdrag met Duitschland. Deskundigen op handelsgebied en ook een beoefenaar van de nat uurwetenschappen zul len aan liet gezantschap worden toegevoegd. België. Brussel, G Dec. In de Kamer interpelleer de de afgevaardigde Iiuijsmans (liberaal-pro gressist) de regeer ing naar aanleiding van den bekenden brief, die drie maanden ge leden docr den Koning aan den minister van oorlog is gericht en «een soort militair program.m a aan de regeer ing voorschreef. Hij vroeg wat de regeering dacht te doem om de in dien brief vervatte principes in toepassing te brengen. Brussel, 6 Dec. In antwoord op de inter pellatie van Huyamans over den brief door Koning Leopold aan den minister van oor log geschreven, waarin een sooi"t militair program voor de regeering wordt aangege ven, zeide de minister van financiën, dat de zinsnede betreffende den persoonlijken dienstplicht in den brief van den Koning overeenkomt met den welbekenden wensch des Konings. Op die zinsnede volgt echter de verklaring, dat het volk deze hervorming moet verwezenlijken. De brief is dus geen verloochening van de staatkunde der regee ring. Morgen voortzetting. Italië. Rome, G Dec. De minister-president Giolitti verklaarde in den Senaat, in antwoord op eene rede van Garneri, dat de regeering een zeer slechten dienst1 aan de monarchie zou hebben bewezen, wanneer zij tijdens de werk staking in September geweld had gebruikt. De monarchie moet worden verdedigd niet door de volksklassen dood te schieten, maar door hen onze instellingen te doen liefheb ben. Morgen voortzetting vam de debatten. Yereenigde Staten. Washington, G Dec. In zijne boodschap tot opening van de zitting van het Congres ver klaart president Roosevelt, dat het Ameri- kaansche volk welvarend is. Het is moeilijk eensgezindheid onder de staten te verkrijgen betreffende het gebruik van groote kapita len. Werklieden-organisatiën verdienen in het algemeen aanmoediging, doch zij moeten te gen gegaan worden, wanneer zij ongepaste bedoelingen hebben of onbehoorlijke midde len bezigen. Een strenge wet, regelende do verantwoordelijkheid van de werkgevers, Is noodzakelijk. De president wenscht de veiligheid op de spoorwegen door de wet verzekerd te zien en wijst verder op de onmogelijkheid om misbruiken van groote corporation door staatsinmenging op te heffen. Groote cor- poratiën zijin noodzakelijkze kunnen echter slechts bestuurd worden tot heil van het al-, gemeen. Heb trust-burea.u heeft naar vele dier corporatiën een onderzoek ingesteld en zal een speciaal rapport uitbrengen over de vleeschtrust. Het doel van dit bureau is op bouwende wetgeving, geen afbrekende ver volging. De boodschap wijst op de noodzakelijk heid van afschaffing van de retour-oommis siën bij het verzekeringswezen, van strenge wetten op vrouwen- en kinderarbeid, van ver betering van den consulairen dienst. Wat het munt vraagstuk betreft, is aan eene permanente parlementaire commissie opge dra gen ver beten ng van het muntstelsel en' de intrekking van „greenbacks" te overwegen. Een wettelijk voorschrift behoorde te bepa len, dat elke zilveren dollar op verlangen van den houder inwisselbaar is in goud. De herziening wordt aangekondigd van de wetten op de naturalisatie -CU op het bur gerschap, verdei- worden het vraagstuk van het burgerschap bij vestiging buitenlands en dat van de bescherming van Amerikaansehe burgere ïu Europa ter overweging aanbevo len. Met betrekking tot do buitenlandsche ia-* ken zegt- de boodschap, dat liet Congres nooit uit het. oog moet verliezen de grond waarheid. dat liet onmogelijk is buitenland sche politiek te voerent wanneer deze niet kan steunen op eeü leger en een vloot. Het moet het voortdumd Joel van ons volk zijn te streven naar de heerschappij van vrede en gerechtigheid over de wereld. Het is onze plicht voor oogen te houden, dat geen volk eenig ander volk onrecht mag aandoen, even min als een men3ch dit zijn naaste mag doeu. Een volk moet echter, evenals het individu, waken voor zijne eigen rechten en belangen. Het internationale recht wijst geen en kelen rechtsweg aan om recht te doener is geen gerechtshof voor de volken. Zoolang niet een internationaal gezag over de volke ren is ingesteld, zou de ontwapening een kwaad ddng zijn, zelfs voor de meest beschaaf de staten, met dc hoogste opvattang van hunne internationale verplichtingen en do *iecst juiste en breed e kennis van het goed en het kwaad. De ontwapening van een der groote beschaafde mogendheden zon ten gevolge hebben de onmiddellijke herleving van de barbaarschheid. In elk geval moet een» voldoende bewapening worden behou den voor het uitoefenen van internationale politie, waartoe elke mogendheid in staat moet zijn. wil zij haar deel van de algemeene wereldtaak kunnen vervullen. Daarom moet elke zich zelf eerbiedigende natie steun ver- leenen aan iedere beweging, die er naar Streeft den oorlog af te schaffen, maar zich tevens gereed houden om, zelf nauwgezet allo pureeht vermijdende, onrecht te keeren ca in het uiterste geval cn> te treden tot uitoefe ning van internationale politie. Met betrekking tot de arbitrage zegt de president, dat liet onmogelij k is op het oogen- blik een arbitrale uitspraak aan te nemen voor alle geschillen tusschen de Vereenigde Staten en andere Landen. De president gewaagt van zijne uitnoodi- giuig tot bijeenroeping van eene tweede Ilaagsche conferentie en spreekt de hoop uit, 'dat dlaar 'het vredeswerk eenige stappen na der zal worden gebracht tot de voltooiing. De staatkunde ten opzichte vaai die vol keren van het Westelijk halfrond aanroe rende, ontkent president Roosevelt, dat de Vereenigde Staten landhouger hebben. Zij wenschen alleen, dat do naburige staten sta biel, ordelijk en voorspoedig zullen zijn. Ech ter zou >de Monroo-jeer de Vereenigde Staten •tegen hun zin kunne dwingen tot enkele fla grante onrechtmatigheden, uiit hoofde van onmacht om hunne internationale politie-be voegdheid uit te oefenen. De stappen, gedaan -met betrekking tot Cuba, Venezuela, Pana ma, alsmede die tot beperking van het oor- logsgebded in het Oosten ein tot verzekering van de open-deur-staatkunde voor China, zijn genomen zoowel in ons belang als in dat van de geheel© menschheid. Er zijn echter gevallen, waarin, hoewel onze- belangen daar bij niet eainsti'g zijin betrokken, eeu krachtig beroep werd gedaan op onze sympathieën er bestaan misdrijven, gepleegd op zulk eeu groote schaal en zoo bijzonder afschuwwek kend, dat bij ons twijfel rijst of het niet onze plicht is onze afkeuring te toonen. Zeei zeker zou oai6 volk ernstig wenschen zijii af schuw uit te spreken over de moorden va» Kiskinew, over de onderdrukking van do Armeniërs. En wij hebben reaht om bij Rus land te protesteeren tegen de weigering van een pospoort aan een Amerikaauschen Israë liet. louter uit goloofs- en rassenhaat. „Een krachtig wapen om eerbied af te dwingen voor onze billijke rechten in inter nationale aangelegenheden," zegt de pre sident verder „is onze zeemacht. Ik moet 17 Naar het Engelsch us JOHN STRANGE WINTER. „O, ja! Het is zoo jammer, dat er geen witte rouw bestaat." zeide hij dioomerig. „Wit zou u goed staan, juffrouw Nugent." Vervolgeus zich weder tot zijn vrouw wen dend, zeide hij: „Lievenng ik verlaat u noode ik had liever gehad, dat ge de uit- noodiging niet liacu aangenomen. Ik ben nooit in mijn. schik, als ge er niet bij zijt. Maar het is al laat, zeer laat." Ik keek op de klok. Het was kwart over achten. „Misschien gaat uw klok voor," bracht ik in het midden. „Volstrekt- nietik geloof eerder, dat zij- na gaat." antwoordde hij. „Esmé liefste begint het amer te acht uur?" „Kwartier vóór achten, Clement," was het antwoord. „O!" op zeer kalmen toon. „dan kom ik te laat-. Goeden avond, liefste' Juffrouw Nu gent, zult gij, goed zorgen voor de kleine?" „O ja," antwoordde ik. Zij ging met hem mede, om hem uit te laten, en toen had er wederom een verma kelijk teeder tfistg&sprek plaats over de quaest-ie, of zij kou zou vatten of niet. Ein delijk, na een. langdurig gehaspel, trok hij werkelijk te half negen op hun klok vijf minuten er voor de deur dicht. „Geeft hij er niet om, of hij te laat- komt.?" vroeg ik. „Niets brengt- Clement ooit- uit zijn hu meur." „Maar zou zijn gastvrouw het niet naar vinden?" vroeg ik verder. „In een ander geval, mogelijk wel," zeide ij, niet verheven onverschilligheid. Met Clement nietAlle gastvrouwen zijn blijde, als zij Clement maar krijgen kunnen, laat of niet. „Zou zijn diner er niet onder lijden?" in formeerde ik toen nog. „Ik zou het- niet denken. Zoo ja, dan zal hij er nooit meer eten. zeide rij kalm. Men was dus reeds aan deze atmosfeer van vereering gewoon. Zouden de gastvrou wen, die zoo op Clement Warrington3 ge zelschap gesteld waren, nooit op het idee zijn gekomen, om hem voor half acht en het overige gezelschap voor half negen te invi teeren? Het zou geen kwaad denkbeeld ge weest zijn. Wij hadden oen lekker dineetje; alles was goed klaar gemaakt en werd met evenveel deftigheid, evenzeer in de vormen gediend, als wanneer er een gezelschap van twintig personen aan de tafel gezeten had. die aar dig versierd was met rozenrood© zijden dra perieën en eenige kleine varens, in groen ge schilderde potjes. Gedurende de maaltijd ontdekte ik, dat de geheele kLeurscha,keering met- zorg was bedacht, en dat ik de eenige wankleur gaf. Het zachte groen en rozenrood vaai de tafel versiering. de fijne weerschijntinten, tusschen blauw'en groe.» in. van mevrouw .Clements i'apon tot de helderrozenroode japon van het laniermeisje. Dit alles kwam des te beter uit bij de helder- doch zachtgele muren on het- verblindend wit van 'het schilder- en vaatwerk. Waarlijk, ik was in een door en door artistiek huis gekomen, maar aan mij was het niet besteed. Mijn goede mevrouw PoplinBrowne had er zicht aan vergast. j Na het eten gaf ik haar les in het „knip perspel. Nu is dit volstrekt niet moeilijk, maar het vereischte toch werkelijk een zeke re mate van bedrevenheid; het is een spel, waarin de juiste plaats en eenige finesse veel waard zijn. Zij had eenigen tijd noodig. voor zij het fijne van de zaak wist, want zij was buiten kijf een dom vrouwtje, hoe ze ook trachtte zicli op te werken tot de grootheid van haar cehtgcnoots verheven positie. Maar toen zij er eindelijk achter was. raakte zij er over in verrukking en van dien tijd af aan werd ..Patience' in de een of andere gedaante haar voornaamste uitspanning. Zij ging er in op. „Er zit zooveel in, Clement," zeide zij eens, toen bii baai- verraste, terwijl zij bezig was het geheim op te lossen van twin tig kleine pakjes kaarten. „Ik kan Audrey niet d.inkbaar genoeg zijn, dat zij het mij geleerd heeft het brengt mijn hersens tot rust." Arm vermoeid vrouwtje! Meer dan eens had ik medelijden, met haar. Evenals Sir William gezegd had, trachtte zij steeds zich tot Clements beroemdheid te verheffen, z nder er ooit in te slagen. Zij deed haar best', werkte zoo hard mogelijk zij had haar stijf figuurtje geoefend voor be paalde houdingen en haar stem voor die treu rige cadences. zi> verncdorde zich 's morgens, 's middags en s avonds voor haar „grooteii" echtgenoot en daükte den Hemel minstens honderdmaal per dag, dat zij zijn wouw was. Op bepaalde uren vaai den dag las zij we tenschappelijke boeken en had gewoonlijk 1 ten werk van Ruskin, Carlyle of Darwin in een "hoekje van haar eigen gezellig zitje in het „Prieeltje". Maai- zij scheen er niet wij zer door te worden. Het was. of rij steeds een rol vervulde, huishoudentje spoelde als het ware, en gedurende de eerste weken van mijn verblijf bij hen verwonderde Het mij werkelijk heel dikwijls, dat Clement War rington nooit toonde, dat zij hem- verveelde. Maar dit deed hij nooit. Het. moet hem alles vreeselijk verweid bobben en toch ge droeg hit zich steeds Derwonderenswa ardig. Elk oogenblik kon hij een volkomen idioti- sche uitdrukking in zijn mooie oogen leggen en zeggen„Lieveling ge weet, hoe on gaarne ik u verlaatmaar hij ging geregeld, en zii scheen het te verkiezen. Ik weet niet, wat bij gedaan had. voor ik er was. maar daarna ging hit zonder mankeereu uit. Ik was eenige weken bij hen geweest, toen Clement Warrington voorstelde eên schets van mij te nemen. Op een morgen kwam hij in het „Priëeltje" en zeide hij„Liefste, komt ge eens naar mijn schilderij zien?" Mevrouw Clement stond dadelijk op. „O, met veel genoegen," zeide zij op haar een tonige treurige wijze. „En Audrey wilt ge haar niet mede brengen?" vroeg hij. Mevrouw Clement keerde terug. „Audrey, lieve, ik weet, dat ge er naar hunkert het ate lier te zien. Ik bracht u daar liever niet zon der toestemming van dcti meester." Ik kon er niets aan doen, ik lachte hard op. „Mijnheer,zeide ik lompweg, „uw vrouw bederft u. Zij is veel te goed voor u, iu allo opzichten." Hij zag haar aau en zeide wederom „Lief ste!" met dien idiotenblik, dien hij er op nahield als een soort van wierook voor baar j bekoorlijkheden. „Mijn lieveling bederft mij werkelijk dit zeg ik haar altijd. Maar zeg ^ïif eens. hebt. gij mijai atelier nog niet ge zien?" „Neen, nooit!" antwoordde ik. „Maar, Clement, lieve, nep zij op verwij tenden toon, „zoudt ge dan denken, dat ik op uw atelier kwam, ais ge niet t huis waart. Ben ik er ooit. gekomen, terwijl ge er waart, zonder uitnoodiging?" „Gij ziet, welke vrouw ik bezit," zeide hij, zich tot mij wendend. En toch was er een valsohe noot in zijn stem, oogen, manieren, gebaren, kortom in alles tcin minste het kwam mij zoo voor. Tk keek hem pal in het gelaat, en de ge- dadbie kwam als vanzelf bii mij op, dat hij in werkelijkheid een man was, die zijn vrouw inniger zou hebben liefgehad, als deze hem wat minder had vereerd of op meer gewone wij<ze had bemind. Als men eenmaal op een voetstuk geplaatst is, moet men ook naar die hoogere atmosfeer streven cn dat gaat vervelen op den duur. „Komt nu mijn schilderij, eens zien," zeide hij. Het atelier, dat 'boven het „Prieeltje" was uitgebouwd, was ruim, luchtig en uitmun tend ingericht. Tegenover de deur was een groote stookplaats uitgebouwd, die m de ka mer een soort van hoek vormde. Hierboven was een groote lantaarn, die zich langs d n muur tot den grond uitstrekte in den vorm van een verbazend groot raam. Ik weet niet, of ik het goed helb uitgelegd. Ik ben wel een beetje bang van niet. Wordt ve-'ol l.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1