I'. 167. 3d* Jaargang. Vrijdag 16 December 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF Co. UtrechtscHestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. f.7*. 0.19. PRIJS DER ADVERXBNTlto Van 1—9 ftgtla Elke regel meer l. Oroote lettere naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan voordeellee bepalingen tót het herhaald adverteören in dit Blad bij abonnement. Bent circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag Aan hendie met I Januari a, s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand December nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. 16 December. 1904. (Ingezonden.) Heden wordt het stoffelijke overschot van President Kragen to Pretoria aan den schoot der aarde toevertrouwd. Wij weten dat allen en hebben het lang te voren vernomen. Velen onzer namen met woord of daad deel aan den pleohtogen begrafenis stoet, die van. Zwitserland naar Oud-Holland en van Oud-HotlLand onder Nederlandse^© vlag over zee naai' het zuidelijke halfrond trok en wij allen begeleidden den droeven toaht met onze gedachten en gebeden. Toch trilt lieden dn aller harten een snaar van smart, van trots en van hoop. Van smart, dat een der grootste zonen van den alouden Hollandschen stam, door zijne landgenooten uit hun midden verkoren en hoogverheven, van zijju voetstuk werd gerukt, voordat zijin loopbaan was geëindigd en dooi- valsche staatkunde en ruw geweld weïxl ten val gebracht. Van trots, omdat deze kloeke en groot© Afrikaner, wiens hand nooit faalde, wiens moed nimmer wankelde, wiens geloof bergen verzette, behoorde tot den Nederlandschen stam, wiens roemrijk verleden balsem giet in de wonden vain het heden en een licht straal werpt in eene duistere toekomst. Van hoop, omdat Kruger eoi zijn volk ons hebben geleerd niet moedeloos te wor den bij schijnbaren ondergang, onwrikbaar pal te staan voor eenmaal aanvaarde begin selen, goed en bloed te offeren voor edeler goederen, en uit de puinhoopen van het ver leden bouwsteenen te vormen voor een nieuwe toekomst. Met ontbloot en geibogpn hoofd scharen ook wij ons in lange rijien onder de tiendui zenden landgenooten van den grooten doodo en staren in het zwijgende graf. Wij hebben aanspraak op een bescheiden plaats, want ook wij hebben hem gekend, geëerd en be wonderd, todii hiji bij herhaling vertoefde in ons midden en blijkbaar nergens liever ver wijlde dan in het land dat zijne taal sprak en zijn geloof beleed. Terwijl wij luisteren naar de woorden van rouw en van troost, tot zijne verslagen landgenooten gericht, en onze gedachten afdwalen naar heb rijk verleden, dat langzaam wegzinkt in het graf, is het oi«R alsof eene diepe stem daaruit oprijst en tot ons spreekt: „Wat staat gij en treurt als mannen die geen lioop hebben? Gaat heen en leert van mij, nimmer te rusten noch te wanhopen, zoolang het dag is; helpt veeleer mijn volk met uwe kennis, met uw geld, met uw goed arbeidt aan de wedergeboorte uwer stam verwanten, die een ongeschreven recht ver wierven op uwe liefde en eerbied:; en uit detn afgehouwen tronk zal een rijsken voort komen, dat eenmaal mijne taak weder op neemt en onder gunstiger omstandigheden voltooit. Gaat in vrede. Wi© gedooven haasten niet." Namens liet Hoofdbestuur der Nedferl. Zuid-Afrikaanscho Vereeniging: JIIR. J. A. ViAJN KRETSCHMAR VAN VEEN, wd. Voorzitter. K. F. VAN DEN BERG, Penningmeester. PAUL DEN TEX. Secretaris. Politiek Overzicht De obstructie in Hongarije. Er is climax in den obstructiestrijd. Wat in de laatste dagen in de vergaderzaal van den Hongaarscheu rijksdag is voorgevallen, laat alles wat tot dusver op dit gebied s» voorgevallen, ver achter zich. Het tijdperk, waarin de oppositie door lawaai in de zaal, door gefluit en gestommel, den arbeid tracht te beletten of door redevoeringen van onge woon langen duur de beraadslagingen tracht te rekken, behoort' tot heb grijze verleden. Dat was kinderspel in vergelijking met de middelen, waarvan men zich nu bedient. Het ruwe geweld in zijn naakten vorm voert tb a 113 den boventoon. Verleden Dinsdag was de rijksdag weder bijeeugeroepen. Voor het eerst sedert den gedenkwaardigen 18en November, toen heb voorstel tot wijziging van het reglement va,n orde „met schending van den vorm maar tot redding van heb wezen van liet parlemeni- fcarismo," zooals sedert in tallooze variatiën is verkondigd, werd verklaard te zijn aange nomen en daarna de zitting gesloten werd, kwaan de rijksdag bijeen. Nu moeten de verscherpte bepalingen van het reglement van orde hun proefstuk afleggen. Om de orde te handhaven en den voorzitter tegen even- tueele buitensporigheden te beveiligen, is een soort lijfwacht in dienst gestold; veertig onderofficieren, allen pootige kerels, zijn als deurwaarders aangesteld. Daar de bepalin gen van het reglement van arde inzonder heid zijn verscherpt om te beletten, dat er weder een toestand buiten de wet ontstaat, moet vóór het einde van dit jaar de nieuwe begrooting of althans eene credietwet voor de eerste maanden van het volgend© jaar door het parlement vastgesteld zijn. Dat zou ook geen bezwaar kunnen opleveren, als eenigsr zins het fatsoen in acht genomen werd. Vol gens het nieuwe reglement bepaalt de ver gadering het tijdstip, waarop die commissiën gereed moeten zijn tot bet uitbrengen vaa rapport, en in do openbare zitting kunnen 50 leden elk oogenblik een voorstel indienen tot sluiting van de beraadslagingen. Een lid, dat zich niet gedraagt naar de beschikkin gen van den president, wordt van de zitting uitgesloten, en wanneer hij' weerspannig is, dan kunnen de deurwaarders hem de zaal uflt-zetten. Als ©enigszins de goedé vormen in acht worden genomen, dan zouden deze maatrege len 't mogelijk maken om af te doen wat afgedaan moet worden. Maar in den Hon- gaarsehen rijksdag zijjn de goede vormen geheel op zijde gezet. Toen in den tijd der Fransche revolutie de eerste reactie tegen heb schrikbewind ontstond, trad de „jeunesse dorée" op, die door gehuurde handlangere den kaaiwerkerearbeidi liet venichten. Hier ontzien de vertegenwoordigers des volks zich niet dien arbeid zelf te verrichten. Een half uur vóór den voor de ope ning der vergadering bestemden tijd be gaven de leden der oppositie, omstreeks 150 man sterk, zich gezamenlijk naar het parlementsgebouw. De voor den hoofd ingang staande wachtpost werd handtas telijk aangevalleneen commissaris van politie, die zich er mee wilde bemo-ien, werd geslagen en met bebloed hoofd naar buiten g. worpen. D'at was het voorspel van de din gen, die zouden komen. In de vergaderzaal werd een geregeld gevecht- begonnen met de deurwaaiders'. 150 man zijn sterker dan 40; het einde was dus, dat de deurwaarders er uit gedrongen werden. Dat geschiedde nogal hardhandig; drie van deze menschen zijn zwaar, drie anderen licht gewond, en bijna allen hebben builen en blauwe plekken op- geloopen. Nu hadden de volksvertegenwoor digers het rijk alleen en zij begonnen een Vandaalsch vernielingswerk. Een ooggetuige schrijft over het tooneel, dat de zaal om streeks het middaguur opleverde: „De zaal bridt een beeld van woeste vernieling. Alle banken zijn stuk geslagen, het voorzittersge- stoelt© is geheel vernield. De groot© voorzit terszetel ligt geheel ontredderd in 't midden van de zaal. Daar liggen ook de stuk gesla*- gen zetels van de ministers tot eeu soort brandstapel opeengehoopt. Daarop staat een uit houten latten gemaakte groot© galg, waaraan een snelteekenaar een beeld van minister Tisza hangt Zoo is het den eereten dag geweest. Den volgenden dag is in de van een nood-ameu blement vo rziene zaal eene zeer kort© bijeen komst gehouden, waarin enkel vootlezing ge daan is van het besluit tot bijeenroeping van liet parlement. Over het gebeurde in de vergadering van gisteren vindt men berich ten onder de telegrammen. Hoe deze strijd nu verder zal loopen, blijft af t© wachten. De regeering wil van geen wijken weten, en zij kan ook niet terug, want wanneer aan eene oppositie, die op zulke wijize optreedt, de voorrang wordt gelaten, dan komt men tot de anar chie. Maar gemakkelijk zal het graaf Tisza niet vallen te overwinnen. Vooral niet om dat do oppositie er thans geheel anders uit ziet dan in de voorjaarsstormen van de ob structie. De Neue Freie Presse zegt daarvan „Zij telt nu mannen in haar midden, wier namen in Hongarije een machtigen klank hebben. Aan haar hoofd marcheeren graaf Apponyi, de vroegere voorzitter van den rijksdag, baron Banffy, die minister-presi dent is geweest; tegen den minister-presi dent heeft, zich verklaard de erfgenaam van eeu der schitterendste namen van Hongarije, graaf Julius Andrassy, en met deaeu de hoofden van de grootste en meest geziene magnaten-geslachten. Dat is niet meer enkel de oppositie van de ïeeds ©enigszins in dis- crediet gekomen parlementaire kemphanen, die slechts daarom alles kunnen wagen om dat zij niets te verliezen hebben. Dat is eene oppositie, waarvan ook zijl, die in de circus kunsten van de parlementaire athletiek geen pleizier vinden, gemakkelijk willen gelooven, dat zij toch eene groot© zaak moet voorstaan en 't niet op de vernietiging van het parle mentarisme en den ondergang van het land heeft gemunt." Daartegenover spreken echter de naakte feiten van wat zich afspeelt in de vergader zaal van het parlement eene duidelijke taal. Het einde van deze obstructie-strijd zal zich waarschijnlijk afspelen aan de stembus. Er zal geen ander middel overblijven om weer tot een normalen toestand te komen in het parlement, dan het parlement te ontbinden en verkiezingen uit te schrijven voor een nieuwen rijksdag. Hongarije. Boedapest, 15 Dec. De zitting van de Ka mer werd heden geopend onder groote be weging. Graaf Andrassy verklaarde, dat het tijde lijke reglement van nul en geener waarde is. In dit tijdperk van anarchie, dat is voort gekomen uit de welddaad van 18 Novem ber, zal hij het zich tot plicht rekenen te zoeken naar eene vreedzame oplossing van den hache'ijken toestand. ICossuth sloot z'ch bij deze verklaring aan. Graaf Apponyi verklaarde, dat de afge vaardigden het voorloopige reglement van orde noodt moesten erkennen. Op dien grond slag is geen verzoening mogelijk. De minister-president, graaf Tisaa, kon zich nauwelijks verstaanbaar maken te mid den van het rumoer. Kij werd onophoude lijk door de oppositie in de rede gevallen. Toen graaf Tisza zeide, dat het de plicht van het parlement is de obstructie te onderdruk ken ging er een geweldig gesahreeuw op. De afgevaardigden verlieten hunne zetels. De zitting werd geschorst. Toen na de hervatting de vice-president aldus begon: „Krachtens het gewijzigde re glementwerd hij met geweldig getier in de rede gevalleu. Vele afgevaardigden der oppositie beklommen het voorzittersgestoelte. De zitting werd voor de tweede maal ge schorst. Zij werd te half twee hervat. De vice-president liet tot stemming over gaan, waarbij cle egeering een meerderheid van 76 stemmen kreeg. De minister-president wilde spreken, maar dit werd hem door een verschrikkelijk ru moer belet. De vice-president was onmachtig de orde te herstellen. Aanhoudend werd geroepen: „Tisza moet aftreden". De minister-president kon zich niet verstaanbaar maken. De zitting werd toen voor de derde maal geschorst. Rusland. Petersburg, 15 Dec. In tegenwoordigheid van den Czaar werd heden te Zarskoje-Selo een ministerraad gehouden, waaraan alle mi nistère deelnamen. Do gedelegeerden van d© advocaten van Petereburg en Moskou werdeu eergisteren bij dein minister van binnenlandsohe zaken in audiëntie ontvangen, om hem d© naar aanlei ding van de herdenking van den veertigsten verjaardag der hei*vorining op gerechtelijk gebied onder Alexander II genomen beslui ten to overhandigen. De minister gaf, na de besluiten van do Petersburgsahe advocaten to hebben gelezen, het stuk papier aan den woordvoerder der deputatie terug met de op merking, dat het heem onmogelijk was 1 et aan te nemen. Toen de woordvoerder van de Moskouscko deputatie op de vraag of hij dezelfde besluiten wilde overhandigen, dit bevestigde, weigerde de minister eveneens de aanneming.De beide deputatiën vertrok ken terstond daarna. Het betrekkelijk zachte vonnis, dat over Sassonow en Sikorski, de wegens de moord op minister Plehwe veroordeelde personen, is geveld, vindt hierin zijne verklaring, dat zij voor eene burgerlijke rechtbank hebben te recht gestaan. De doodstraf wordt in Rus land alleen door militaire rechtbanken op gelegd. De terechtzitting duurde niet lang. De debatten bepaalden zich tot het voorlezen van do akte van beschuldiging en tot het hooren van een dertigtal getuigen. Het hof verzocht de verdedigers hunno pleidooien te bekorten en velde zeer spoedig vonnis. De talrijke menigte, die zich in de buurt van het paleis van justitie verzameld had, werd door de politie zonder ernstige incidenten verstrooid. Van een troep, waaruit de kreet word gehoord!: „Zij moeten vrijgesproken worden, want zij hebben het vaderland van zijn tiran verlost," werden ©enige personen in hechtenis gonomeni. Als voorzichtigihedds- maatregel marcheerden afdeelingen soldaten met muziek aan het hoofd, die vroolijke wijs jes speelden, aanhoudend voorbij het paleis van justitie door de somber zwijgende menig te, die daai' vertoefde. Hel sing fors, 15 Dee. Den voorzattere van de vier stenden van den Finschen Landdag is een verzoekschrift overhandigd1, geteekend, door d© meeste leden, waarin worden opge somd een reeks van onwettig afgekondigde verordeningen en maatregelen, en de nadeer len van het tegenwoordige bestuur in 't licht worden gesteld. Verder wordt de Landdag uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk maatre gelen te nemen tot herstel van het grond wettig bestuur en van een toestand, steunen de op de wet. 0rieken land. Athene, 15 Dec. De Kamer koos tot voor zitter met 109 van de 214 stemmen den af gevaardigde Bon fides, eon aanhanger van de regeering. Vereenigde Staten. Washington, 15 Dec. De Ameri kaansc.ie gezant te 's Gravenhage heeft het staatsde- partement medegedeeld, dat de Nederlani- sche regeering de staten, die de Haagsche conventie hebben onderteekend, zal uitnoo- digen elk twee architecten uit hunne burgers aan te wijzen om mee te doen aan een wed strijd voor het ontwerpen van de plannen voor het vredespaleis. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog rijp de volgende berichten Tokio, 15 Dec., 3 uur namiddags. Een tele gram uit Port Arthur bericht, dat de Sebaa- topol nog drijvende is, maar blijkbaar be schadigd. De correspondent van Reuter bij het leger van generaal Nogi bericht van det^ 15enElk deel van de staa en de haven is zichtbaar van den 203 meter hoogen heuvel. De stra ten zijn uitgestorven. De Japansche granaten bestoken nu elk deel van de stad en van, de haven. De verschrikkelijke prijs aan men schen levens, dien de verovering van den heu vel heeft gekost, is terug genomen in de ver nietiging van de Russische vloot. De Japansche vloot zal nu terugkeeren naar Japan om te dokken. De Japanners rukken langzaam op langs de kust van de Duivenbaai op betrekkelijk vlakken grond tegen de forten Taiyankou, Itzsjan en Anfczesjan. Petersburg, 15 Dec. De correspondent van de „Birshewija Wjedomosti" meldt uit Tsji- foe, onder dagteekening van gisteren, dat personen die met de plaatselijke gesteldheid van Port Arthur goed bekend zijn, de bet wering dat de bezetting thans bescherming moet zoeken in Liaotisjan, een belachelijke dwaasheid noemen. Voordat de bezetting daartoe genoodzaakt is, zouden de Japanners in het bezit van de forten en de vestingwal len moeten zijn. En dat zal hun nog veel tijd en reusachtige offers kosten. Londen, 15 Dec. Het Jap&nsohe gezant schap maakt het volgende telegram uit To kio, van heden, bekend: „De bevelhebber van het derde eskader bericht, dat twee torpedo-f'ottiljea te half vier in den ochtend van 14 December eeu 55 Naar het, Engelsch TAX JOHN STRANGE WINTER. Ik voeldle mij1 moediger en beter na die overpeinzingen en was den volgenden mor gen meer geneigd mij t© schikken naar den wil van de Voorzienigheid. Ik deed mijn best, niet te denken, dat Godfried met Hildred Tregenna verloofd was, en te gelooven, dat, aJs dit wel het geval was, zijn verlies geen zaak was om te betreuren, ten minste niet waard, om te betreuren. Dien geheeleu morgen poseerde ik voor Clements schilderij,, n.l'. van tienen tot half- fcwaalf, toen ik de bloementafel ging in ordle maken voor de Hertogin, die spoedig daarop komen moest. Terwijl ik er medo bezig was, kwam lord Trefoorue binnenhij zag met een critisch oog naar de schilderij en verbeeld de zich toen, mij met de bloemen te moeten helpen. En, terwijl ik nieuw© bloemen in het „Priëeltjo" bracht, kwaan er een brief voor mij, van huis met slecht nieuws, want moedor sölureef mij„Christine ligt zielk aan schar lakenkoorts en Nolly komt aanstaande week thuis. Wat moet ik met haar beginnen? In all© geval verbied ik u uitdrukkelijk naar huis te komen, ofschoon ik weet dat dit uw eerste gedachte zal zijn." HOOFDSTUK XXVII. Licht in de duisternis. Toen ik mijzelf goed bewust was van deu inhoud van moeders brief, had ik precies oen gevoel, alsof iemand in de lucht een kraantje liad omgedraaid en het zonnelicht afgesloten, evenals men het gas uitdraait. Iu een oogen blik overzag mijn geest den geheeleu toe stand. Wat moest Nelly aanvangen? Van haar armzalige 10 pond 's jaars had zij zich moeten kleeden en alles koopen, wat zij voor zichzelf noodig hadal had zij nog geen be hoefte gehad aan kleedingstukken, zij had zich toch postpapier en postzegels moeten aanschaffen. Zij moest haar reisgeld beta len, en, daar zij in geen heel jaar thuis was geweest, zou het natuurlijk een vreeselijkc teleurstelling voor haar zijn, als zij gedu rende haar vacantie van zeven weken in Zwit serland zou moeten blijven. Noch van vaders noch van moeders zijde haddien wij familie, met wie wij intiem genoeg waren om belet te vragen, en moeder zou natuurlijk niet graag hebben, dat wij bij iemand in Dene gingen, daar de ziekte zich over de geheelo nabuurtscllap zou kunnen uitbreiden. In een ander gedeelte van haar brief schreef zij ook werkelijk, dat zij reeds in vier of vijf huizen hecrschte. En ik was er van overtuigd, dat wij geen geld hadden om, waar dan ook, logies te betalen ik had' ongeveer drio pond van mijn laatste geld over, maar maai" ik moest mij ook zooveel mogelijk kleeden naar de zeer voorname positie van de Warring- tons, en wat beteekende drie pondi oen twee meisjes te huisvesten, hetzij op een zeoplaats- je, hetzij in het een of ander rustig buiten huisje, waar wij elkander zouden kunnen amuseeren met niets anders dan heerlijk sa men babbelen? Bij dit alles te moeten denken, dat de lieve kleine Christine aan dio gevaarlijke koorts lag en hoe moederlief in angst zat over Nelly, om niet te spreken van Oscar, die, evenals onze teere Phylis en Meta en Baby, er aan blootstond de ziekte te krijgen en als haar slachtoffer te vallen. Ilc wist, dat juffrouw Bates haar zou bij staan, dat onze lieve oude keukenmeid een ware schat zou zijn, dat dr. Jefferson alles zou doen, waartoe een dokter in staat was, en toch o, ik had zoo gaarne gewild, dat moeder ons, ten minste mij, had laten over komen om een deel van haar zorgen op mij te nemen. Toen kwam mevrouw Clement biunen, en ik liet haar mijn brief lezen. „O, lieveling", zeide zij medelijdend, toen zij. liem las, „maar" op beslisten toon „uw moeder heeft gelijk, groot gelijk het is verkeerd, zich aan de besmetting te wagen, als het niet strikt noodzakelijk is." Op dat oogenblik vloog er oen gedachte, een ingeving door mijn geest. Ik kon hier blijven, en mevrouw Clement zou maar al te blij zijn mij bij zich te hebbent Misschien zou mevtrouw PoplinBrowne mij te hulp komen en Nolly willen logeeren. Nelly was veel mooier en vrooüjlker dan ik, opgewekt en toch zachtmoedig. Ja, ik zou haar opzoe ken en haar alles vertellen. Mevrouw Clement las don brief tot het einde en stak mij toen haar hand toe. „Lieve kind," zeide zij vriendolijk „wat ik gisterenavond gezegd heb, meende ik, n.l. dat het u nooit aan een vriendin zou ont breken, zoolang Esmé Warrington leeft. Ge moet Nelly hier laten komen, om haar va cantie bij u dbor te brengen." „O, mevrouw Clement riep ik. ,.Ja het zal u goed doen; gij zijt treu rig en zenuwachtig. Ik ben blijde iu de ge legenheid te zijn, u pleizier to doen." „Maar zou het u niet hinderen?" vroeg ik. „Volstrekt niet. Ik heb gaarne vroolijke meisjes om mij heen. Voor Clement is het goed logé's te hébben en misschien" met een Lachjo „ia zij haar gewicht in goud: waard voor een model." „O, Nelly is het geduld in eigen persoon zij zal poseeren, tot mijnheer Warring- ton er genoeg van krijgt. Zij en ik zul len al het mogelijk in het werk stellen om u uw vriendelijkheid eenigszins te vergelden. Gij zijt zoo onuitsprekelijk goed voor mij." riep ik. Ik was overgelukkig. In weerwil van liet lieve zieke kind thuis, en mijn twijfel eu zor gen omtrent Godfried, was ik gelukkig, want er was opeens licht in de duisternis gekomen, hetgeen mij voor de toekomst een gelukkig voorteeken toescheen. Ik ging dadelijk moeder schrijven, wiaut ik writ natuurlijk, wat een groote verlichting het' voor haar zou zijn. En dit bleek ook duido'ijk. Zdji schreef onmiddellijk aan me vrouw Clement een brief vol dankbaarheid en door haar tranen gevlektdie goede moe der! Het was, schreef zij, hot helderste zon nestraaltje, dat, sinds vaders dood, liaar pad beschenen had. Den volgenden dag ging ik mevrouw Pop linBrown© bezoeken. Zij heette mij harte lijk welkom. „Liefste kind," zeide zij, „ik was zoo bang, dat gij niet komen zoudt, vóór wij naar luiten gingen. De volgende week ga ik met de kinderen naar East bourne en Tom gaet N. B. naar de Vereenigde Staten." „Wat!" riep ik verbaasd. „Ja, naar do Vereenigde Staten, en hij blijft minstens drie maanden weg. Natuurlijk voor zaken. Het zal erg eenzaam voor mij zijn zonder hem!" Zijl zuchtte, alsof zij het werkelijk meende, en ik vroeg mijzelf met verwondering af, of het met Sherringham uit zou rijn. Gij weet, dat ik haar in meer dan zes weken niet ge zien had), zoodat ik omtrent haar aangele genheden min of meer in het duister ver keerde. „Weet gij, dat mijnheer d'Ecie in de stad is?" vroeg zij. „Ja ik heb hem gezien," antwoordde ;k. „Dan is het misschien niet ten minste dan is het misschien de reden waarom hij mij niet opgezocht heeft," zeide zij aarzelend'. „Maar Sir William heeft mij verteld „Nu wat?" „Dat hij met een van de meisjee Tregenna verloofd is," flapte rii er uit. „Maar gij kunt mij natuurlijk vertellen, of het waar is of niet." „Mevrouw Papliu.Browne," antwoordde ik, „ik ben bang dat het werkelijk waar ia. Ik ben niet in do gelegenheid geweosfc, God fried te spreken. Ik zag hein op een buiten- partijtje, en zijn moeder verklaarde mij dood zoo dood als oen pier. Hij was met baar, Hildred bedoel ik, en zij zagen er beiden zoo ongelukkig uit, dat ik vrees dat het waar is. Wordt oorvotgdi

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1