Maandag 2 Januari 1905.
BUITEN IjtND.^
FEUILLETON.
MyN GODFRIED
?ïe. 1S3.
MERSFOORTSCH DAGBLAD
A BONNU ENTSPRIJ S
Per 3 maanden voor Amooort 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnüagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Foostdagen.
Advertenticn, mededeeling enz., gelieve men vóór 10 uur
'8 morgens bij do Uitgew in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF G>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIÉN
Van 15 regels0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaaternimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Oveuctit
De norlog tcree.
De in den laatste n tijd >cwijl& genoemde
kapitein IClardo heeft i.. dNowoje Wremja
hemel en aarde bewogen m de openbare
joeening in Rusland op te/armen voor de
t spoedige uitzending van e* derde eskader.
Bittere verwijten heeft lm g van Parijs uit
gericht legen admiraal Bimv, die opkwam
t egen de critiek, welke hii ten de Russische
marine heeft gevoerd; hijeeft dezen tegi-
nio. t gevoerd, dat het bel* was niet terug
te deinzen voor de logica. ;r feiten en de
overmacht van 1 Japanse vlo t, vergele
ken bij het eskader vair Idjestwensky, in
s sc-bcpen en in manschappen mduit te erken-
j ner. De lutzondin" van hetierde eskader te
I vertragen, noemt hij kort goed misdadig
Eer. nieuwen kijk op de ingen geven de
medccleelingen van een auren Russischen
j marine-officier, die zich i betzelfde blad
heeft laten hooren. Hij steltich tot taak een
gebrek van ue Russische vit in 't licht te
stellen, dat meer dan eeg ander gebrek
schuld draagt van de reeksan rampen, die
de Russische vloot hebbengetroffen. Dat
gebrek is hierin gelegen, da het hoogere en
I lagere machinepersoneel niebeant woordt ..an
J de cischon, waaraan hec beiort te voldoen.
I>e talrijke torpedobooten, e de Russen m
de Gele zee hebben verlorenleden allen aan
1 gebreken in de machineries inzonderheid
aan liet ontoereikende van et de machines
bedienende personeel, z^cwewat aantal als
wat bekwaamheid betreft. Dgewichtige stel
ling bij Kintsjau, welker \1 de belegering
van Port Arthur mogelij maakte, kou
slechts daarom door de uapsners met succes
bestormd worden, omdat allei de kanonneer
boot Bobr de Russische Jantroepen krachtig
ondersteunde. De drie overij lcanonneerboo-
ten moesten in de haven in Pori Arthur
blijven liggen, omdat hunn ketels niet in
orde waren. De Nowik weridoor de Japan
ners ingehaald, omdat harertaohines op liet
{kritieke oogenblik dep Uicil weigerden.
Voor het tweede eskacr van admiraal
Rodjest-wensky heeft men sbhts met moeite
ide noodigë machinisten bijmgefaracht. Men
moest torpedoboot n met hnne ingewikkel
de machinerie van 6000 paalekraclit toever
trouwen aan piepjonge memhen, die pas de
machinistenschool hadden ^eloopen en alle
praktische ervaring misten. Om de kaders
van het hoogere macliir.epenneel aan te vul
len, moest men velen «ta/uellen, die nooit
cene scheepsmachine haddi gezien. Het
personeel van cn de r-m ach listen en stokers
is voor drie vierden uit reciten en voor ees
v'crd- uit mens lien v.ji (.voldoende kun
digheden samengesteld.
Een modern oorlogsschipgelijikt op eene
re- sichtige machinewerkplaisinzonderheid
cisehen de tr rpedobocf en ene zeer zorgvul-
Idigc en deskundige behandc ng, om .van hun
ne bestemming te kunnen vldoen. De onder
vinding. met het tweede ekader opgedaan,
beeft dit voldingend bewezn. Pas was et-
uit de haven van Libau v trcloopen of twee
tcip?doboo'en moesten temkeeren. Op twee
anderen haperden de afkoangsinrichtingen.
cn slechts door de welwibndheid van de
Fransehen konden tc Breide schaden wor-
d*r hersteld. Eindelijk mmpelt men van
ernstige averijen aan de maoines op de groo-
tere schepen, nu nog maar de helft van de
verre reis is afgelegu.
Thans heeft het derde es.ad:r 180 machi-
reofficieren noodig, die -olkomen op de
hoogte zijn van ,de ingewikkelde mechanische
inrichtingen van moderne oorlogsschepen.
Waar zijn die te vinden? Deze bange vraag,
die de zegsman van de Nowoje Wremja aan
het Russische publiek oorlegt, moet binnen
zeer korten termrm door hef. ministerie van
m-T'he opgelost woruon, wanneer het derde
eskader repris den 28cn Januari den verren
cn gevaarlijken tocht zal kunnen aanvaarden
Of onder die omstandigheden het derde es
kader. wanneer het op het oorlogstooneel is
aangekomen, een bondgenoot, van groote bs-
teekenis zal zijn, valt te betwijifelen. In
ieder geval echter zal liet zoogenaamde Oost-
zee-eakader de spits hebben af te bijten. Wat
aan Russische strijdkrachten ter zee in Oost-
Azië aanwezig was, is vernietigd. Hulp uit
het moederland is, daargelaten in welken
toestand die komt, eerst over verscheidene
maanden te verwachten. Het tweede eskader
is du.s geheel op eigen krachten aangewezen
tegenover den vijand. Wat de beide partijen
tegenover elkaar in 't vuur kunnen creugen,
wordt, voor zooveel de linieschepen en de
pantserkruisers betreft, door een hoogge
plaatst niariue-officier in do Neue Freie
Prt.sse aldus medegedeeld
Japan begon den oorlog met zes linie
schepen le klasse: de Mikasa met 15,362
ton (gebouwd in 1900), Asaki met 15,443
ton (1899), Shikishima met 15,040 ton
(1899), Jashima met 15,040 ton (1899), Foeji
met 12,694 ton (1898), Hatsoese met 12,517
ton (1896), en met twee linieschepen 2e
klasse, de Tsin-Yen met 7335 ton (1881), die
aan de Chineczen ontnomen is, en de Foeso
mei 3777 ton (1877).
Van deze pantrersehepen zijn de Hatsoese
en de Foeji in het voorjaar op Russische
mijnen gestoofen. De Hatsoese zonk; do
Foeji kon met moeite gered worden en liep
daarna bij de Miaotooiroilanden vast; zij
word wol weer vlot gemaakt en in staat om
zee te bouwen, maar is sedert tooh, naar het
oordeel van Engelscibo vakmannen, minder
waardig. Het verlies van de Jaehima werd
onlangs van Japansclie zijde toegegeven, en
ook de Soikisb'féa moet voor Port Arthur
don ondergang gevonden hebben.
Br zouden dus slechts overblijven de Mi-
kasi en de Asahi als vodwaardige liniesche
pen. De Foeji is minderwaardig, de Tsin-
Yen is verouderd en de kleine Foeso telt
baast niet mee.
Daartegenover stellen de Russen vijf linie-
Poliepen le kl. en wel: de Kniaz Soewarow,
do Borodino, de Orel en de Alexander m,
allen in de jaren 1900 tot 1902 gebouwd, al
len van 13,516 ton, en de Osljablja met
12,600 ton (1898). Verder twee liniesche
pen 2o kl.de Navarin en de Sissoj Veliki,
elk van 10,000 ton (gebouwd iu 1894 en
1891).
De verhouding van de wederzijdsche pan
tserkruiser-eskaders is aldus:
Japan beschikte in bet begin van den oor
log over aclit pantserkruisersde Iwate met
9906 ton (gebouwd in 1900), Izuma met
9908 ton (1899), de Azuma met 9456 ton
(1899), de Jakuma met 9800 ton (1899), de
Asama met 9855 ton (1898), de Tokina met
9855 ton (1898), de Kasoega met 7700 ton
(1903), de Nishin met 7700 ton (1902). De
beide laatstgenoemde schepen heeft Japan in
Genua van Argentinië gekocht. De andere
schepen hebben nagenoeg allen meer of min
der zware averijen geleden, maar zijn nu
hersteld.
Rusland stelt tegenover dit eskader de
volgende schepende pantserkruisers Di-
mitri Donskoj met 6600 ton (1891), Oleg met
5S0CT ton (1903) eti de panteerdekkruisers
Aurora mot 6600 ton (1898), Zenitsug met
6600 ton (1903), Izocmrocd met 6600 ton
(1903), Almas mot 6800 ton (1903). Boven
dien zullen wellicht de pantserkruisers
Diana:,4 thans in de Fransohe haven Saigon
in Cochinohina, en Aslcold, thans in Sjang
hai, ondanks hunne intemeering zich bij het
eskader voegen en ook de Rossi ja in Wla-
diwiostak, de grootste pantserkruiser van de
Russische vloot -'et 13,675 ton, vroeger of
later zich aansluiten. De Port-Arthur-vloot
komt niet meer in aanmerking; of de in
Wladiwostok gedokte pantserkruisers Gro-
moboj en Bogatyr nog geveohtswaarde heb
ben. zaï de toekomst moeten leeren.
Daarentegen heeft Rusland niets te stel
len tegenover de ongepantserde Japansehe
vloot, bestaande uit 12 kruisers tot 4900 ton
en ongeveer 20 ka nonneerbooten, en tegen
de kust verdedigers, die echter klein en ver
ouderd zijn, tenzij het mooht gelukt zijn een
gedeelte van de Zuid-An» --kaansche vloten
aan te koopen.
DuitschlancL
Berlijn, 1 Jan. Het nieuwjaarsfeest aau
het hof verliep op de gebruikelijke wijze. De
Keizer benoemde de generaals graaf Haeseler,
von Hah like en von Loë tot veldmaarschal
ken, en de generaals von Langenbeck, von
Massow en von Plessen tot ridders van deu
Zwarten adelaar.
In de Hessische Tvteede Kamer heeft
minister Von Rothe, op eene interpellatie
over de invoering van riviertollen, geant
woord dathet der regeering niet bekend is,
dat een daartoe strekkend ontwerp wordt
voorbereid. Mocht dit het gevail zijn, dan
zou de regeenng vasthouden aan de tolvrij
heid.
Oostenrijk.
Weenen, 31 Dec. De Keizer heeft de ontslag
aanvrage van minister von Koertwr aange
nomen, en baron Gautsch tot minister-presi
dent benoemd. De overig? leden van Liet
kabinet-Koerber zullen hunne portefeuilles
behouden.
Rusland.
Die Czaar zal op zijn gisterenavond onder
nomen inspectiereis achtereenvolgens Minsk,
Baranowitsji, Bobroei&k, Odessa, het district
Charkow en Armawir bezoeken.
Minsk is de plaats, waar een paar dagen
geleden aan het postkantoor een postpakket
met buskruit ontplofte, met het gevolg dat
een beambte zwaar gewond werd.
Volgens eene mededeeling van de Daily
Telegraph uit Petersburg was in het door
Witte, den voorzitter van hot minister-comit
onder bijstand van den redacteur van een te
Kiew verschijnend blad ontworpen manifest
van den Czaar ook eene zinsnede opgenomen
over de instelling van eene permanente wet
gevende commissie, aan welke alle door den
rijksraad aangenomen wetsontwerpen zouden
worden ouderworpen. De leden van lichaam
zouden door de zemstwo's en de duma's ge
kozen worden. De Keizer had eerst den ge-
fa eelen zin geschrapt, maar later de motieren
der voorstanders van dezen maatregel, die
eene minderheid van vijf stemmen uitmaak
te, aangehoord en ten slotte de zinsnede defi
nitief verworpen met de woorden.Zelfs al
was ik het met u eens, dan zou ik aan deze
nieuwigheid mijne toestemming niet kunnen
geven, omdat zij de gehieele dynastie be
treft."
Aan deze beraadslagingen en weifelingen
is het toe te schrijven, dat het manifest niet
op den naamdag van den Keizer openbaar
gemaakt is. Dat dit toen geschiedde op den
verjaardag van den militairen opstand in Pe
tersburg na de troonsbeklimming van Nico-
laas I (14 December 1825), zal wel door de
raadslieden van den Czaar voorbijgezien zijn.
Nhjni-Novyorod, 31 Der. Die stedelijke
raad. besloot bet verzoek te doen tot bijeen-
roepdng van een congres van burge mee esters
en afgevaardigden der gemeenteraden van
geheel Rusland. Aan dlit congres zouden o a
ter bespreking moeten worden voorgelegd do
vragen betreffende de noodzakelijkheid van
eene verandering der grondslagen van bet
maatschappelijke e<n staatkundige leven en
betreffende de deelneming van gekozen ver
tegenwoordigers aan een conferentie ter over
weging van de door de keizerlijke ukase van
25 December beloofde hervormingen.
Tokio, 1 Jan. De Japanners hebben giste
ren het fort Soeusjoesian bestormd en geno
men
Heden namen zij fort H en het nieuwe
fort Pauloenjsjan op de hoogten ten zuiden
van Hoensanjantao.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Londen, 1 Jan. Het Japansehe gezantschap-
maakt het volgende telegram uit Tokio van
heden bekend
Van het belegeringsleger van Port Arthur
wordt bericht, dat Zaterdag voormiddag de
borstwering van het fort Soensjoesjan door
eene mijnontploffing ij vernield, zooals voor
af geregeld was. Daarna werd het fort be-
stonnd. Om elf uur voormiddags was het ge-
heele fort secuur bezet. Een gedeelte van deu
vijand vluchtte naar de hoogten ten zuiden
van het fort, terwijl een ander gedeelte on
der de aarde bedolven werd als resultaat van
do boven genoemde ontploffing.
Eeu tweede bericht meldt: De aardstorting
op het Soengsjoesjan-fort werd weggeruimd
twee officieren en 160 man van de Russische
bezetting werden te voorschijn gebracht en
krijgsgevangen gemaakt. Zij berichten, dat er
bovendien nog omstreeks 150 Russen begra
ven zijn als resultaat van de reeds vermelde
ontploffing. Ue buit, bestaande uit veldka
nonnen, maxims, enz. wordt nog opgemaakt.
Ons detachement, dat tegen het oostelijke'
fort van Paulingsjan ageert, heeft een gedeel
te van de oude omwalling in de lucht doen
vliegen.
Tokio, 2 Jan. De Japanners bestormden
gisteren het fort Wantai en namen het in.
Tokio, 2 Jan. Generaal Nogi be
richt, dat h ij een brief van gene
raal Stoessel ontvangen heeft,
betreffende de overgave van
Port Arthur.
Tsjifoe1 Jan. (Daily Telegraph.) Een
groote Russiche torpedojager met vier schoor
stenen bereikte Tsjitoe vóór het aanbreken
van den dag. Het schip schijnt weinig bescha
digd, ofschoon liet gedurende den nacht dooi
de Japanners vervolgd en beschoten werd. De
bemanning is onder de wapenen, maar de vu
ren zijn gedoold. De torpedojager ligt gean
kerd dicht bij de kust.
Tsjifoe, 2 Jan. De Russische torpedoja
gers» Seomi, Statny en Vlastny, vergezeld van
een groote barkas, zijn heden morgen hier
aangekomen. Een bundel dépêches werd aan
land gebracht. Kapitein Statny bericht, dat
de schepen Port Arthur verlieten, omdat
het, sedert de Japanners den 203 meter hoo-
gen heuvel veroverden, voor de solopen
onmogelijk was in de haven te blijveu!
Tokio, 1 Jan. Hedon is cene proclamatie
uitgevaardigd, door adimiraal Togo onder
teekend, waarbij de uitgebreidheid van do
blokkade van Port Arthur .verminderd
wordt. De nieuwe blokkadelijn begint bij
het zuidelijke voorgebergte van de Taliën
wan-baa' en loopt in noordwoatolijko rich
ting tot het zuidelijke voorgebergte van do
zuidelijke baai. Het gehoede schiereiland
Liaotong ten westen van <Tczc lijn is in do
blokkade begrepen, maar Dalny i> uitgeslo
ten.
De Japanners zijn blijk baar van plan
Dalny te openen voor de vreemde scheep
vaart, maar voor het tegenwoordige wordt
alleen aan schepen, die c*?ue%bijzondere ver
gunning hebben, toegestaan 'do liavcn bin
nen te varen. De nieuwe blokkade treedt
heden in werking.
De nadere berichten over de inneming
van het fort Erloehgsjan stellen de beteekc-
nis van dit wapenfeit in een duidelijker
liaht. Erloengsjan ligt een weinig ten oosten
van de spoorwoglijn. De bestorming en in
neming van dit fort blijkt dus een ernstige
bedreiging van de belegerde stad te zijn,
omdat de Japanners van hier uit hunue
troepen met den spoorweg dichter bij de
eigenlijke stad kunnen brengen Het naast©
doel van hunn© bemoeiingen is liet verder
zuidelijk, eveneens in de nabijheid van den
•poorweg gelegen fort Soenjsjoe geweest, dat,
blijkens het heden ontvangen telegram, op
den Oudejaarsdag genomen is. I>© Rus
sen verminderen niet. in hunne dappere
tegenweer, maar zij hebben bij de verdedi
ging van Erloengsjan niet minder dan 43
kanonnen verloren, en iedere orstigo ont
moeting met de Japanners draagt Ihj tot
verdere verzwakking van hun wiec-rstandsver-
De verder heden ontvangen berichten ma
ken melding van steeds nieuwe voordeelcn,
die de belegeraars hebben behaald. De strijjcl
om Port Arthur is blijkbaar zijn laatste sta
dium* ingetreden. Generaal Nogi heeft be-
riaht, dat hij een brief heeft ontvangen van
generaal Stoessel betreffende de overgave.
Dat is de doodsklok, die over de vesting be
gint te luiden.
Over de ligging van de verdedigingswer
ken binnen den eigenlijken kring van de for
ten deelt de Kóln. Ztg.. op grond van dc
nadere beridhten, die in den laat sten tijd
daarover zijn ontvangen, het vo'gende mede
Op alle plannen en kaarten zijn dc
versterkingen der zeefronten van Port Ar
thur nagenoeg gelijkluidend vermeldeven
eens is dit het geval met de ligging van de
versterkingen op den Drakonnowy-rug. Van
deae echter bad men tot dusver meestal aan
genomen, dkt hij met bet linker vleugelfort
aansloot aan den spoorweg van Port Arthur
naar Kintsjqe. Wol is ook op de nieuwe
schetskaart -de richting van den spoorweg
dezelfde, want doze gaat van Port Arthur
ten westen van den Kwartelberg noordwaarts
naar Palitsjwang en gaat daarna in noord
oostelijke richting verder. Maar tusschcn de
zen spoorweg en den linkervleigel van den
Drakonnowy-rug wordt thans een groep ves
tingwerken aangewezen op eene hoogte, die
de Kruisberg wordt genoemd en die drie
forten omvatnamelijk het fort Soengsjce-
sjan op den linkervleugel van den spoorweg,
66 jNaar het Engelscli
VAN
JOIJN STRANGE WINTER.
Ik kreeg een schok door mijn lichaam. Op
dat oogenblik kwam het niet in mij op, dat
liet Godfried was, maar ik verbeelde mij:,
rijn broeder ons even vóór zijn dood had be
lecht. Natuurlijk dacht ik slechts een ondeel
baar oogenblik zoo immers Godfried was
thans Burggraaf d'Ecie en ik vond het heel
lardig van hem, dat hij mij naar mijn lieve
tievrouw Clement was komen vragen. Toen
ik het kaartje nog in do hand hield kwam
If at son in de gang.
[I „Er is één heer, die eiken dag i9 wezen
looren, juffrouw Nugent," z?ide zij.
*„Zoo,zeide ik, „wie i» dat?"
,.D van wi« u tha«« hes kaartje in <ik
tnd hebt, juffrouw, graaf d Ecie hij
erg bezorgd. Eten eersten dag reeds vroeg
;j naar u dat was twee dagen na het
öweiijk en toen vroeg hij ..Waarom is
er zand vcor hc-t. huis gcïtrcoidfWie is er
tek? Juffrouw Nugent?" Tk antwoordde,
tfcen mijnheer, mevrouw Warrington En
in vroeg hij of het ernstig was en zeide ik
natuurlijk, dat mevrouw hard ziek was
•Jtwij niet wisten, hoe het zou afloopen. Op
vraag, of hii u misschien niet eens zou
kunnen zien, antwoordde ik, dat u en mijn
heer nooit de ziekenkamer verlieten, en we
nog drie verpleegsters hadden. En toen zeide
hij.: „Och Heer, wat vind ik het treurig, dat
mevrouw zoo ziek is. Zult gij' vertellen, hoe
liet mij: spijt? Morgen kom ik terug in de
hoop betere tijding te ontvangenEen heel
aardige vriendelijke mijnheer, juffrouw Nu
geut."
„O, ja," zeide ik, „dat is hij: wel," zoo on
verschillig mogelijk sprekende, hoewel ik dit
in het geheel niet was. „En kwam hij den
volgenden dag terug?"
„Ja, juffrouw, eiken morgen, en gisteren
tweemaal."
Ik kan niet juist weergeven, wat ik ge
voelde. Ik vond het z?er lief van Godfried,
en ik was benieuwd, of hii terug zou komen,
en of hij dan zou vragen om- mij te spreken.
"Misschien weerspiegelde zich iets van mijo
gedachten op zijn gelaat, want Watson
vroeg: „Als hij weer komt, juffrouw, wilt u
hem dan zien
..O. ja, Watson." zeide ik, weer met dezelf
de fraaie onverschilligheid. „Ik weet zek.i,
dat mevrouw Warrington gaarne hebben zou
dat ik aan haar vrienden vertel, hoe het met
haar is.'
Nu zou ik haast zeker gezegd kunnen 'j
ben, dat mevrouw Clement nog nooit »an
liaar leven een enkel woord met Godfried ge
wisseld had maar ik vond het niet noodig,
dit aan Watson to zeggen.
Wij hadden werkelijk «en klein feestmaal,
en daarna ging ik voor het. eerst sedert, me
vrouw Chments ziekte de bloementaftl op
het atelier in orde brengen. Niet. dat h't
waarschijnlijk was, dat Clement daar veel
zou zitten, of er zelfs in het geheel konrn
zou, maar, daar zij die bloemen beschouwde
als een buide aan zijn grootheid, meende ik,
dat het haar genoegen zou doezn te verne
men, dat, nu wij aan iets andere denkein kon
den dan aan bezorgdheid omtrent haar, ik
aan haar dagelijksche eer bewijzing voor hem
had gedacht
Ik was druk met de bloemen bezig, toen
de dienstdoende verpleegster beneden kwam
en tot mij zeide: „Wilt u eens boven komen,
juffrouw Nugent? Mevrouw Warrington
vraagt naar u."
Ik behoef niet te zeggen, hoe blijde ik naar
boven ging, en hoe goed het mij deed haar
stem weder te hooren. Ik bcdbel haar eigen
sb.m wel zwak en zachtjes, maar toch zco
verschillend van die onbestemde fluisterende
woerden zonder zin, dio wij gedurende dc
laatste dagen slechts van haar gehooid had
den.
Zij legde haar vermagerde handen over de
mijne cn zeide; „Audrey, wat zijt ge goed
voor mij geweest. Ik was niet in staat hot
te zeggen maar ik heb het al dien tijd
gemerkt." Toen sloeg zij do oogon op haar
echtgenoot met een uitdrukking van onuit-
spreselijke tevredenheid.
Ik knielde naast het bed neder. „U heb;
een kwaden tijd gehad, lieve mevrouw.'
zride ik tot haar, „en wij zijn zeer bang voor
u geweest. Maar het eenigc, wat u nog maar
behoeft te doen, is stil tc blijven liggen en
alle? te gebruiken, wat wij u gevei. Dte
keukenmeid beneden verzint zich snif om een
ellenlange lijst op te maken van heerlijk
heden om u aan te sterken En ik bon bezig,
op het atelier de bloemen in orde te brtn
gen, voor het eerst sedert, u ziek werd."
De verpleegster waa schuw.h m j m t een
veelbeteekenend knikje haar niet te ver
moeien, en dus zeide ik opgeruimd„Hebt
u er nu niets op tegeu, dat ik ze ga afma
ken?"
„O, neen," antwoordde zij, „maar kom
vooral terug. Gij zijt zoo lief voor mij ge
weest."
HOOFDSTUK XXXII.
In veiligo haven.
Ik zong werkelijk een oogenblikje, toen ik
naar het atelier terugging. Ik had er ook
wel reden toe. Immers mevrouw Clement
ging vooruit hoewel zij nog ernstig ziek
was natuurlijk, bestond er meer dan hoop,
Godfried was eiken dag naar haar komen
vragen, gisteren zelfs tweemaal, het was
oea sehoone liefelijke morgen, de luoht
was helder en opgewekt, en de zon scheen
zoo heerlijk op do lindeboomen, terwijl de
vogels op de takken hun liederen zougen, als
of de vreugde op aarde haren zetel had op
geslagen. Ook waren de bloemen voor het
atelier nog nooit zoo sch .on geweest zoo
veel witte bloesems, even welriekend als het
frissche morgenwindje.
Ik was nog niet geheel gereed met de
bloemen, toen Watson dc dour opende en
ze de „Graaf d'Ecie.
Ik weet niet. goed, hoe het zoo kwam
wij zeiden niets wij waren niet. verwon
derd en toch ontmoetten wij elkaar,
alsof wij gisteren gescheiden waren, en er
geen schaduw of wolk tusschcn on- grweost
was.
Hoe was dit mogelijk? Ik wist hot toen
niet ik weef het nu nog niet. Godfried
trad binnen en kwam door het. groote a'elier
naar mij toe, terwijl hij op de hem eigene.
haastige, vrodlijke, bruuske jnanicr aoide
„Atwy liefste lieveling ik ben zo a
dankbaar voor de goede Lerichten Wat m-»
een vreeselijke tijd doorleefd hebbent
En toen, als vanzelf*— zcaicl.r de mins.c
verklaring van de doorgestane ellende
nam hij mij eenvoudig in zijne armen cn
kuste mij, alsof er niefiB gebeurd was.
„Maai-, Godfried," aeide ik een oogenblik
later, „hoe staat het un met HikLred Trt
gomia?"
„Wat blief?" riep hij. Ilildred Tttegonna
wat bedoelt ge toch in vredesnaam l
„Wel," zeido ik, hem bedrukt aanzie.ide,
„ge zijt immers met Hildred verloofd, nk-t.
waar V'
„Ik met Hildred Tregouua verloog! Wel
gij moet niet wijs zijn, of ge denkt, dat IIil
died en ik het zijn. Het eeniges, wat wij gr
meen hebben, is, dat wij elkander niet kun
nen uit«:aan."
„Maar uw moeder had toch graag,da t g
met haar trouwdet, niet waar
„Nu," zeide hij een weinig twijfelend. ,,z j
waa er niet meer zoo opgestcd, nadat na
dat lord Treherne met uw zuster g-vn-a
gcerd was."
Ik kon mij niet. weerhouden U' lachen,
want het kwam precies uit. zooaU van luro
nes d'Ecie's levenewijsheid verwacht km Wor
den. De oude dame was al heel wonderlijk op
het punt van zich naar de omstandigheden
te schikkennu mevrouw Tregcnna's zoon
niet veel kans meer had lord Tiéberno ti»
worden, en het fortuin van zijn zuster naar
alle waarschijnlijkheid tot een vierde vermin
derd werd, kou Godfrieds moeder zonder d
minste wroeging de zachte, beminnelijke in
borst. vergeten van haar „kleine leveling
Slot volyt.