Maandag 2 Januari 1905. BUITEN IjtND.^ FEUILLETON. MyN GODFRIED ?ïe. 1S3. MERSFOORTSCH DAGBLAD A BONNU ENTSPRIJ S Per 3 maanden voor Amooort 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnüagelijks, met uitzondering ran Zon- en Foostdagen. Advertenticn, mededeeling enz., gelieve men vóór 10 uur '8 morgens bij do Uitgew in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF G>. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIÉN Van 15 regels0.75. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaaternimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Oveuctit De norlog tcree. De in den laatste n tijd >cwijl& genoemde kapitein IClardo heeft i.. dNowoje Wremja hemel en aarde bewogen m de openbare joeening in Rusland op te/armen voor de t spoedige uitzending van e* derde eskader. Bittere verwijten heeft lm g van Parijs uit gericht legen admiraal Bimv, die opkwam t egen de critiek, welke hii ten de Russische marine heeft gevoerd; hijeeft dezen tegi- nio. t gevoerd, dat het bel* was niet terug te deinzen voor de logica. ;r feiten en de overmacht van 1 Japanse vlo t, vergele ken bij het eskader vair Idjestwensky, in s sc-bcpen en in manschappen mduit te erken- j ner. De lutzondin" van hetierde eskader te I vertragen, noemt hij kort goed misdadig Eer. nieuwen kijk op de ingen geven de medccleelingen van een auren Russischen j marine-officier, die zich i betzelfde blad heeft laten hooren. Hij steltich tot taak een gebrek van ue Russische vit in 't licht te stellen, dat meer dan eeg ander gebrek schuld draagt van de reeksan rampen, die de Russische vloot hebbengetroffen. Dat gebrek is hierin gelegen, da het hoogere en I lagere machinepersoneel niebeant woordt ..an J de cischon, waaraan hec beiort te voldoen. I>e talrijke torpedobooten, e de Russen m de Gele zee hebben verlorenleden allen aan 1 gebreken in de machineries inzonderheid aan liet ontoereikende van et de machines bedienende personeel, z^cwewat aantal als wat bekwaamheid betreft. Dgewichtige stel ling bij Kintsjau, welker \1 de belegering van Port Arthur mogelij maakte, kou slechts daarom door de uapsners met succes bestormd worden, omdat allei de kanonneer boot Bobr de Russische Jantroepen krachtig ondersteunde. De drie overij lcanonneerboo- ten moesten in de haven in Pori Arthur blijven liggen, omdat hunn ketels niet in orde waren. De Nowik weridoor de Japan ners ingehaald, omdat harertaohines op liet {kritieke oogenblik dep Uicil weigerden. Voor het tweede eskacr van admiraal Rodjest-wensky heeft men sbhts met moeite ide noodigë machinisten bijmgefaracht. Men moest torpedoboot n met hnne ingewikkel de machinerie van 6000 paalekraclit toever trouwen aan piepjonge memhen, die pas de machinistenschool hadden ^eloopen en alle praktische ervaring misten. Om de kaders van het hoogere macliir.epenneel aan te vul len, moest men velen «ta/uellen, die nooit cene scheepsmachine haddi gezien. Het personeel van cn de r-m ach listen en stokers is voor drie vierden uit reciten en voor ees v'crd- uit mens lien v.ji (.voldoende kun digheden samengesteld. Een modern oorlogsschipgelijikt op eene re- sichtige machinewerkplaisinzonderheid cisehen de tr rpedobocf en ene zeer zorgvul- Idigc en deskundige behandc ng, om .van hun ne bestemming te kunnen vldoen. De onder vinding. met het tweede ekader opgedaan, beeft dit voldingend bewezn. Pas was et- uit de haven van Libau v trcloopen of twee tcip?doboo'en moesten temkeeren. Op twee anderen haperden de afkoangsinrichtingen. cn slechts door de welwibndheid van de Fransehen konden tc Breide schaden wor- d*r hersteld. Eindelijk mmpelt men van ernstige averijen aan de maoines op de groo- tere schepen, nu nog maar de helft van de verre reis is afgelegu. Thans heeft het derde es.ad:r 180 machi- reofficieren noodig, die -olkomen op de hoogte zijn van ,de ingewikkelde mechanische inrichtingen van moderne oorlogsschepen. Waar zijn die te vinden? Deze bange vraag, die de zegsman van de Nowoje Wremja aan het Russische publiek oorlegt, moet binnen zeer korten termrm door hef. ministerie van m-T'he opgelost woruon, wanneer het derde eskader repris den 28cn Januari den verren cn gevaarlijken tocht zal kunnen aanvaarden Of onder die omstandigheden het derde es kader. wanneer het op het oorlogstooneel is aangekomen, een bondgenoot, van groote bs- teekenis zal zijn, valt te betwijifelen. In ieder geval echter zal liet zoogenaamde Oost- zee-eakader de spits hebben af te bijten. Wat aan Russische strijdkrachten ter zee in Oost- Azië aanwezig was, is vernietigd. Hulp uit het moederland is, daargelaten in welken toestand die komt, eerst over verscheidene maanden te verwachten. Het tweede eskader is du.s geheel op eigen krachten aangewezen tegenover den vijand. Wat de beide partijen tegenover elkaar in 't vuur kunnen creugen, wordt, voor zooveel de linieschepen en de pantserkruisers betreft, door een hoogge plaatst niariue-officier in do Neue Freie Prt.sse aldus medegedeeld Japan begon den oorlog met zes linie schepen le klasse: de Mikasa met 15,362 ton (gebouwd in 1900), Asaki met 15,443 ton (1899), Shikishima met 15,040 ton (1899), Jashima met 15,040 ton (1899), Foeji met 12,694 ton (1898), Hatsoese met 12,517 ton (1896), en met twee linieschepen 2e klasse, de Tsin-Yen met 7335 ton (1881), die aan de Chineczen ontnomen is, en de Foeso mei 3777 ton (1877). Van deze pantrersehepen zijn de Hatsoese en de Foeji in het voorjaar op Russische mijnen gestoofen. De Hatsoese zonk; do Foeji kon met moeite gered worden en liep daarna bij de Miaotooiroilanden vast; zij word wol weer vlot gemaakt en in staat om zee te bouwen, maar is sedert tooh, naar het oordeel van Engelscibo vakmannen, minder waardig. Het verlies van de Jaehima werd onlangs van Japansclie zijde toegegeven, en ook de Soikisb'féa moet voor Port Arthur don ondergang gevonden hebben. Br zouden dus slechts overblijven de Mi- kasi en de Asahi als vodwaardige liniesche pen. De Foeji is minderwaardig, de Tsin- Yen is verouderd en de kleine Foeso telt baast niet mee. Daartegenover stellen de Russen vijf linie- Poliepen le kl. en wel: de Kniaz Soewarow, do Borodino, de Orel en de Alexander m, allen in de jaren 1900 tot 1902 gebouwd, al len van 13,516 ton, en de Osljablja met 12,600 ton (1898). Verder twee liniesche pen 2o kl.de Navarin en de Sissoj Veliki, elk van 10,000 ton (gebouwd iu 1894 en 1891). De verhouding van de wederzijdsche pan tserkruiser-eskaders is aldus: Japan beschikte in bet begin van den oor log over aclit pantserkruisersde Iwate met 9906 ton (gebouwd in 1900), Izuma met 9908 ton (1899), de Azuma met 9456 ton (1899), de Jakuma met 9800 ton (1899), de Asama met 9855 ton (1898), de Tokina met 9855 ton (1898), de Kasoega met 7700 ton (1903), de Nishin met 7700 ton (1902). De beide laatstgenoemde schepen heeft Japan in Genua van Argentinië gekocht. De andere schepen hebben nagenoeg allen meer of min der zware averijen geleden, maar zijn nu hersteld. Rusland stelt tegenover dit eskader de volgende schepende pantserkruisers Di- mitri Donskoj met 6600 ton (1891), Oleg met 5S0CT ton (1903) eti de panteerdekkruisers Aurora mot 6600 ton (1898), Zenitsug met 6600 ton (1903), Izocmrocd met 6600 ton (1903), Almas mot 6800 ton (1903). Boven dien zullen wellicht de pantserkruisers Diana:,4 thans in de Fransohe haven Saigon in Cochinohina, en Aslcold, thans in Sjang hai, ondanks hunne intemeering zich bij het eskader voegen en ook de Rossi ja in Wla- diwiostak, de grootste pantserkruiser van de Russische vloot -'et 13,675 ton, vroeger of later zich aansluiten. De Port-Arthur-vloot komt niet meer in aanmerking; of de in Wladiwostok gedokte pantserkruisers Gro- moboj en Bogatyr nog geveohtswaarde heb ben. zaï de toekomst moeten leeren. Daarentegen heeft Rusland niets te stel len tegenover de ongepantserde Japansehe vloot, bestaande uit 12 kruisers tot 4900 ton en ongeveer 20 ka nonneerbooten, en tegen de kust verdedigers, die echter klein en ver ouderd zijn, tenzij het mooht gelukt zijn een gedeelte van de Zuid-An» --kaansche vloten aan te koopen. DuitschlancL Berlijn, 1 Jan. Het nieuwjaarsfeest aau het hof verliep op de gebruikelijke wijze. De Keizer benoemde de generaals graaf Haeseler, von Hah like en von Loë tot veldmaarschal ken, en de generaals von Langenbeck, von Massow en von Plessen tot ridders van deu Zwarten adelaar. In de Hessische Tvteede Kamer heeft minister Von Rothe, op eene interpellatie over de invoering van riviertollen, geant woord dathet der regeering niet bekend is, dat een daartoe strekkend ontwerp wordt voorbereid. Mocht dit het gevail zijn, dan zou de regeenng vasthouden aan de tolvrij heid. Oostenrijk. Weenen, 31 Dec. De Keizer heeft de ontslag aanvrage van minister von Koertwr aange nomen, en baron Gautsch tot minister-presi dent benoemd. De overig? leden van Liet kabinet-Koerber zullen hunne portefeuilles behouden. Rusland. Die Czaar zal op zijn gisterenavond onder nomen inspectiereis achtereenvolgens Minsk, Baranowitsji, Bobroei&k, Odessa, het district Charkow en Armawir bezoeken. Minsk is de plaats, waar een paar dagen geleden aan het postkantoor een postpakket met buskruit ontplofte, met het gevolg dat een beambte zwaar gewond werd. Volgens eene mededeeling van de Daily Telegraph uit Petersburg was in het door Witte, den voorzitter van hot minister-comit onder bijstand van den redacteur van een te Kiew verschijnend blad ontworpen manifest van den Czaar ook eene zinsnede opgenomen over de instelling van eene permanente wet gevende commissie, aan welke alle door den rijksraad aangenomen wetsontwerpen zouden worden ouderworpen. De leden van lichaam zouden door de zemstwo's en de duma's ge kozen worden. De Keizer had eerst den ge- fa eelen zin geschrapt, maar later de motieren der voorstanders van dezen maatregel, die eene minderheid van vijf stemmen uitmaak te, aangehoord en ten slotte de zinsnede defi nitief verworpen met de woorden.Zelfs al was ik het met u eens, dan zou ik aan deze nieuwigheid mijne toestemming niet kunnen geven, omdat zij de gehieele dynastie be treft." Aan deze beraadslagingen en weifelingen is het toe te schrijven, dat het manifest niet op den naamdag van den Keizer openbaar gemaakt is. Dat dit toen geschiedde op den verjaardag van den militairen opstand in Pe tersburg na de troonsbeklimming van Nico- laas I (14 December 1825), zal wel door de raadslieden van den Czaar voorbijgezien zijn. Nhjni-Novyorod, 31 Der. Die stedelijke raad. besloot bet verzoek te doen tot bijeen- roepdng van een congres van burge mee esters en afgevaardigden der gemeenteraden van geheel Rusland. Aan dlit congres zouden o a ter bespreking moeten worden voorgelegd do vragen betreffende de noodzakelijkheid van eene verandering der grondslagen van bet maatschappelijke e<n staatkundige leven en betreffende de deelneming van gekozen ver tegenwoordigers aan een conferentie ter over weging van de door de keizerlijke ukase van 25 December beloofde hervormingen. Tokio, 1 Jan. De Japanners hebben giste ren het fort Soeusjoesian bestormd en geno men Heden namen zij fort H en het nieuwe fort Pauloenjsjan op de hoogten ten zuiden van Hoensanjantao. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Londen, 1 Jan. Het Japansehe gezantschap- maakt het volgende telegram uit Tokio van heden bekend Van het belegeringsleger van Port Arthur wordt bericht, dat Zaterdag voormiddag de borstwering van het fort Soensjoesjan door eene mijnontploffing ij vernield, zooals voor af geregeld was. Daarna werd het fort be- stonnd. Om elf uur voormiddags was het ge- heele fort secuur bezet. Een gedeelte van deu vijand vluchtte naar de hoogten ten zuiden van het fort, terwijl een ander gedeelte on der de aarde bedolven werd als resultaat van do boven genoemde ontploffing. Eeu tweede bericht meldt: De aardstorting op het Soengsjoesjan-fort werd weggeruimd twee officieren en 160 man van de Russische bezetting werden te voorschijn gebracht en krijgsgevangen gemaakt. Zij berichten, dat er bovendien nog omstreeks 150 Russen begra ven zijn als resultaat van de reeds vermelde ontploffing. Ue buit, bestaande uit veldka nonnen, maxims, enz. wordt nog opgemaakt. Ons detachement, dat tegen het oostelijke' fort van Paulingsjan ageert, heeft een gedeel te van de oude omwalling in de lucht doen vliegen. Tokio, 2 Jan. De Japanners bestormden gisteren het fort Wantai en namen het in. Tokio, 2 Jan. Generaal Nogi be richt, dat h ij een brief van gene raal Stoessel ontvangen heeft, betreffende de overgave van Port Arthur. Tsjifoe1 Jan. (Daily Telegraph.) Een groote Russiche torpedojager met vier schoor stenen bereikte Tsjitoe vóór het aanbreken van den dag. Het schip schijnt weinig bescha digd, ofschoon liet gedurende den nacht dooi de Japanners vervolgd en beschoten werd. De bemanning is onder de wapenen, maar de vu ren zijn gedoold. De torpedojager ligt gean kerd dicht bij de kust. Tsjifoe, 2 Jan. De Russische torpedoja gers» Seomi, Statny en Vlastny, vergezeld van een groote barkas, zijn heden morgen hier aangekomen. Een bundel dépêches werd aan land gebracht. Kapitein Statny bericht, dat de schepen Port Arthur verlieten, omdat het, sedert de Japanners den 203 meter hoo- gen heuvel veroverden, voor de solopen onmogelijk was in de haven te blijveu! Tokio, 1 Jan. Hedon is cene proclamatie uitgevaardigd, door adimiraal Togo onder teekend, waarbij de uitgebreidheid van do blokkade van Port Arthur .verminderd wordt. De nieuwe blokkadelijn begint bij het zuidelijke voorgebergte van de Taliën wan-baa' en loopt in noordwoatolijko rich ting tot het zuidelijke voorgebergte van do zuidelijke baai. Het gehoede schiereiland Liaotong ten westen van <Tczc lijn is in do blokkade begrepen, maar Dalny i> uitgeslo ten. De Japanners zijn blijk baar van plan Dalny te openen voor de vreemde scheep vaart, maar voor het tegenwoordige wordt alleen aan schepen, die c*?ue%bijzondere ver gunning hebben, toegestaan 'do liavcn bin nen te varen. De nieuwe blokkade treedt heden in werking. De nadere berichten over de inneming van het fort Erloehgsjan stellen de beteekc- nis van dit wapenfeit in een duidelijker liaht. Erloengsjan ligt een weinig ten oosten van de spoorwoglijn. De bestorming en in neming van dit fort blijkt dus een ernstige bedreiging van de belegerde stad te zijn, omdat de Japanners van hier uit hunue troepen met den spoorweg dichter bij de eigenlijke stad kunnen brengen Het naast© doel van hunn© bemoeiingen is liet verder zuidelijk, eveneens in de nabijheid van den •poorweg gelegen fort Soenjsjoe geweest, dat, blijkens het heden ontvangen telegram, op den Oudejaarsdag genomen is. I>© Rus sen verminderen niet. in hunne dappere tegenweer, maar zij hebben bij de verdedi ging van Erloengsjan niet minder dan 43 kanonnen verloren, en iedere orstigo ont moeting met de Japanners draagt Ihj tot verdere verzwakking van hun wiec-rstandsver- De verder heden ontvangen berichten ma ken melding van steeds nieuwe voordeelcn, die de belegeraars hebben behaald. De strijjcl om Port Arthur is blijkbaar zijn laatste sta dium* ingetreden. Generaal Nogi heeft be- riaht, dat hij een brief heeft ontvangen van generaal Stoessel betreffende de overgave. Dat is de doodsklok, die over de vesting be gint te luiden. Over de ligging van de verdedigingswer ken binnen den eigenlijken kring van de for ten deelt de Kóln. Ztg.. op grond van dc nadere beridhten, die in den laat sten tijd daarover zijn ontvangen, het vo'gende mede Op alle plannen en kaarten zijn dc versterkingen der zeefronten van Port Ar thur nagenoeg gelijkluidend vermeldeven eens is dit het geval met de ligging van de versterkingen op den Drakonnowy-rug. Van deae echter bad men tot dusver meestal aan genomen, dkt hij met bet linker vleugelfort aansloot aan den spoorweg van Port Arthur naar Kintsjqe. Wol is ook op de nieuwe schetskaart -de richting van den spoorweg dezelfde, want doze gaat van Port Arthur ten westen van den Kwartelberg noordwaarts naar Palitsjwang en gaat daarna in noord oostelijke richting verder. Maar tusschcn de zen spoorweg en den linkervleigel van den Drakonnowy-rug wordt thans een groep ves tingwerken aangewezen op eene hoogte, die de Kruisberg wordt genoemd en die drie forten omvatnamelijk het fort Soengsjce- sjan op den linkervleugel van den spoorweg, 66 jNaar het Engelscli VAN JOIJN STRANGE WINTER. Ik kreeg een schok door mijn lichaam. Op dat oogenblik kwam het niet in mij op, dat liet Godfried was, maar ik verbeelde mij:, rijn broeder ons even vóór zijn dood had be lecht. Natuurlijk dacht ik slechts een ondeel baar oogenblik zoo immers Godfried was thans Burggraaf d'Ecie en ik vond het heel lardig van hem, dat hij mij naar mijn lieve tievrouw Clement was komen vragen. Toen ik het kaartje nog in do hand hield kwam If at son in de gang. [I „Er is één heer, die eiken dag i9 wezen looren, juffrouw Nugent," z?ide zij. *„Zoo,zeide ik, „wie i» dat?" ,.D van wi« u tha«« hes kaartje in <ik tnd hebt, juffrouw, graaf d Ecie hij erg bezorgd. Eten eersten dag reeds vroeg ;j naar u dat was twee dagen na het öweiijk en toen vroeg hij ..Waarom is er zand vcor hc-t. huis gcïtrcoidfWie is er tek? Juffrouw Nugent?" Tk antwoordde, tfcen mijnheer, mevrouw Warrington En in vroeg hij of het ernstig was en zeide ik natuurlijk, dat mevrouw hard ziek was •Jtwij niet wisten, hoe het zou afloopen. Op vraag, of hii u misschien niet eens zou kunnen zien, antwoordde ik, dat u en mijn heer nooit de ziekenkamer verlieten, en we nog drie verpleegsters hadden. En toen zeide hij.: „Och Heer, wat vind ik het treurig, dat mevrouw zoo ziek is. Zult gij' vertellen, hoe liet mij: spijt? Morgen kom ik terug in de hoop betere tijding te ontvangenEen heel aardige vriendelijke mijnheer, juffrouw Nu geut." „O, ja," zeide ik, „dat is hij: wel," zoo on verschillig mogelijk sprekende, hoewel ik dit in het geheel niet was. „En kwam hij den volgenden dag terug?" „Ja, juffrouw, eiken morgen, en gisteren tweemaal." Ik kan niet juist weergeven, wat ik ge voelde. Ik vond het z?er lief van Godfried, en ik was benieuwd, of hii terug zou komen, en of hij dan zou vragen om- mij te spreken. "Misschien weerspiegelde zich iets van mijo gedachten op zijn gelaat, want Watson vroeg: „Als hij weer komt, juffrouw, wilt u hem dan zien ..O. ja, Watson." zeide ik, weer met dezelf de fraaie onverschilligheid. „Ik weet zek.i, dat mevrouw Warrington gaarne hebben zou dat ik aan haar vrienden vertel, hoe het met haar is.' Nu zou ik haast zeker gezegd kunnen 'j ben, dat mevrouw Clement nog nooit »an liaar leven een enkel woord met Godfried ge wisseld had maar ik vond het niet noodig, dit aan Watson to zeggen. Wij hadden werkelijk «en klein feestmaal, en daarna ging ik voor het. eerst sedert, me vrouw Chments ziekte de bloementaftl op het atelier in orde brengen. Niet. dat h't waarschijnlijk was, dat Clement daar veel zou zitten, of er zelfs in het geheel konrn zou, maar, daar zij die bloemen beschouwde als een buide aan zijn grootheid, meende ik, dat het haar genoegen zou doezn te verne men, dat, nu wij aan iets andere denkein kon den dan aan bezorgdheid omtrent haar, ik aan haar dagelijksche eer bewijzing voor hem had gedacht Ik was druk met de bloemen bezig, toen de dienstdoende verpleegster beneden kwam en tot mij zeide: „Wilt u eens boven komen, juffrouw Nugent? Mevrouw Warrington vraagt naar u." Ik behoef niet te zeggen, hoe blijde ik naar boven ging, en hoe goed het mij deed haar stem weder te hooren. Ik bcdbel haar eigen sb.m wel zwak en zachtjes, maar toch zco verschillend van die onbestemde fluisterende woerden zonder zin, dio wij gedurende dc laatste dagen slechts van haar gehooid had den. Zij legde haar vermagerde handen over de mijne cn zeide; „Audrey, wat zijt ge goed voor mij geweest. Ik was niet in staat hot te zeggen maar ik heb het al dien tijd gemerkt." Toen sloeg zij do oogon op haar echtgenoot met een uitdrukking van onuit- spreselijke tevredenheid. Ik knielde naast het bed neder. „U heb; een kwaden tijd gehad, lieve mevrouw.' zride ik tot haar, „en wij zijn zeer bang voor u geweest. Maar het eenigc, wat u nog maar behoeft te doen, is stil tc blijven liggen en alle? te gebruiken, wat wij u gevei. Dte keukenmeid beneden verzint zich snif om een ellenlange lijst op te maken van heerlijk heden om u aan te sterken En ik bon bezig, op het atelier de bloemen in orde te brtn gen, voor het eerst sedert, u ziek werd." De verpleegster waa schuw.h m j m t een veelbeteekenend knikje haar niet te ver moeien, en dus zeide ik opgeruimd„Hebt u er nu niets op tegeu, dat ik ze ga afma ken?" „O, neen," antwoordde zij, „maar kom vooral terug. Gij zijt zoo lief voor mij ge weest." HOOFDSTUK XXXII. In veiligo haven. Ik zong werkelijk een oogenblikje, toen ik naar het atelier terugging. Ik had er ook wel reden toe. Immers mevrouw Clement ging vooruit hoewel zij nog ernstig ziek was natuurlijk, bestond er meer dan hoop, Godfried was eiken dag naar haar komen vragen, gisteren zelfs tweemaal, het was oea sehoone liefelijke morgen, de luoht was helder en opgewekt, en de zon scheen zoo heerlijk op do lindeboomen, terwijl de vogels op de takken hun liederen zougen, als of de vreugde op aarde haren zetel had op geslagen. Ook waren de bloemen voor het atelier nog nooit zoo sch .on geweest zoo veel witte bloesems, even welriekend als het frissche morgenwindje. Ik was nog niet geheel gereed met de bloemen, toen Watson dc dour opende en ze de „Graaf d'Ecie. Ik weet niet. goed, hoe het zoo kwam wij zeiden niets wij waren niet. verwon derd en toch ontmoetten wij elkaar, alsof wij gisteren gescheiden waren, en er geen schaduw of wolk tusschcn on- grweost was. Hoe was dit mogelijk? Ik wist hot toen niet ik weef het nu nog niet. Godfried trad binnen en kwam door het. groote a'elier naar mij toe, terwijl hij op de hem eigene. haastige, vrodlijke, bruuske jnanicr aoide „Atwy liefste lieveling ik ben zo a dankbaar voor de goede Lerichten Wat m-» een vreeselijke tijd doorleefd hebbent En toen, als vanzelf*— zcaicl.r de mins.c verklaring van de doorgestane ellende nam hij mij eenvoudig in zijne armen cn kuste mij, alsof er niefiB gebeurd was. „Maai-, Godfried," aeide ik een oogenblik later, „hoe staat het un met HikLred Trt gomia?" „Wat blief?" riep hij. Ilildred Tttegonna wat bedoelt ge toch in vredesnaam l „Wel," zeido ik, hem bedrukt aanzie.ide, „ge zijt immers met Hildred verloofd, nk-t. waar V' „Ik met Hildred Tregouua verloog! Wel gij moet niet wijs zijn, of ge denkt, dat IIil died en ik het zijn. Het eeniges, wat wij gr meen hebben, is, dat wij elkander niet kun nen uit«:aan." „Maar uw moeder had toch graag,da t g met haar trouwdet, niet waar „Nu," zeide hij een weinig twijfelend. ,,z j waa er niet meer zoo opgestcd, nadat na dat lord Treherne met uw zuster g-vn-a gcerd was." Ik kon mij niet. weerhouden U' lachen, want het kwam precies uit. zooaU van luro nes d'Ecie's levenewijsheid verwacht km Wor den. De oude dame was al heel wonderlijk op het punt van zich naar de omstandigheden te schikkennu mevrouw Tregcnna's zoon niet veel kans meer had lord Tiéberno ti» worden, en het fortuin van zijn zuster naar alle waarschijnlijkheid tot een vierde vermin derd werd, kou Godfrieds moeder zonder d minste wroeging de zachte, beminnelijke in borst. vergeten van haar „kleine leveling Slot volyt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1