193. 3d* Jaargang. Donderdag 12 januari 1905. BUITENLAND^ FEUILLETON. Speculanten. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ruis ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco.per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnutnmer 66. PRIJS DER ADVERTENTlfóf: Vsd 1—5 regelu Elke regel meer ,.r - 0.19. Groöte letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen.tit het herhaald adrertêeren ih dit Blad bij 'abonnement. Eéne ciroulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Proclamatie. Mij is -die vereerende: opdracht verstrekt, namens Hare Majesteit de Kolnimgim-Moeder aairii allen in deze gemeente, die, op welke wijze ook, bewijzen gaven vaai liefde en trouw, door deelname aain 'het Huldeblijk bij; gelegenheid van Harer Majesteit® 25-jarigi verblijf in Nederland, daarvoor openlijk hartgrondig] dank te zeggen1. Viaai deze taak meen ilc mij niet beter te kui'naien kwijten dan dow dteai inhoud van het ontvangen scthrijyeoi van onze geliefde Vorstin in zijfn geheel openbaar te maken. Het luidit als vodgt> WeLEdel Gestrenge Heer Voor weinige dageu mocht ik het geschenk ontvangen, door het Nederlandsche Volk voor mij bijieengebracht als een huldeblijk bij ge legenheid van mijn 25-jarig verblijf in Neder land. De grootte van dit geschenk heeft mij ver rast en verblijd. Verrast, omdat ik nimmer had kunnen verwachten, dat zoo van alle zij den eai dloor alle standen aan dit huldeblijk zoude worden deelgenomen. Verbiijd! omdat de aard van het gesclienk mij gelegenheid geeft de Stichting Oranje-Nassau's Oord, welke mij] zoozeer ter harte gaat, meer nog dan tot he den toegankelijk te kunnen stellen voor min der vermogenden. Ik waardeer, meer dan door mij in woor den kan worden uitgedrukt, de gevoelens van liefde welke het Nederlandsche Volle mij toe draagt, en oprecht dankbaar ben ik voor al het goede, dat ik in Nederland heb gevonden. Het is mij eene ware behoefte allen te dan ken, die hebben medegewerkt en bijgedra gen aan de hulde mij in den aanvang van het afgeloopen jaar gebracht. Slechts zeer weini gen heb ik persoonlijk mijn dank kunnen be tuigen; daarom wend ik mij tot U WelEdel Gestrenge met het verzoek, namens mij aan allen in Uwe gemeente, die, op welke wijze ook, mij bewijzen gaven van liefde en trouw, daarvoor openlijk hartgrondig dank te zeggen. Moge voor het Vaderland, dat mij zoo lief is, en voor het Nederlandsche Volk, waaraan ik mij innig voel verknocht, en dat'ik in de 25 jaren die ik doorbracht in zijn midden steeds meer heb keren liefhebben en hoog achten, onder Gods zegen eene gelukkige toe komst zijn weggelegd. 's Gravenhage, 7 Januari 1905. EIMiMA. De Burgemeester Van Amersfoort, WUIJTIE1RS. Amersfoort, dien 9. Jalmiari 1905. Politiek Overzicht Ministerieeie crisis in Denemarken. Uit Kopenhagen werd gisteren bericht, dat de leden van het ministerie hunne porte feuilles ter beschikking van den Koning heb ben gesteld. Dat is het logische gevolg van 'fc geen er vooraf is gegaan eerst heeft de minister van oorlog, generaal Madsen, zijn ontslag gevraagd daarna kwam er eene aan vrage om ontslag van nog vier ministers en eindelijk hebben alle acht ministers verzocht l.e worden ontslagen uit hun ambt. De aanleiding tot de crisis is de ontslag aanvrage van eten minister van oorlog ge weest. die voortkwam uit een conflict van dezen minister met de financieele commissie van het Folkething, de Déeusohe Tweede Kamer. Het onderwerp van dit geschil is de kwestie der versterking van Kopenhagen. Generaal Madsen wil de hoofdstad niet alleen aan den zeekant, maar ook aan de landzijde versterken. Maar voor de verdere uitbreiding van de versterkingen aan de landzijde wil de financieele commissie geen geld toestaan. Volgens de mededeelingen, die het Kopen- hagcnsche blad Polifciken over het geschil heeft gedaan, heeft de minister van oorlog, in -strijd met de verleden jaar met het Folke thing gemaakte afspraken, op Saltholmen versterkingen laten bouwen. Hiertegen kwam de rapporteur van uo linancieele commissie met nadruk op; hij kondigde aan, dat hij in de vergadering van het Folkething zou tei sprake brengen, dat de minister de voor zijn departement boegertane crcdieten op on wettige wijze had besteed. Hiermede was den minister van oorlog zijn doodvonnis aange zegd. Hij had alleen dan staande kunnen blijven, wanneer zijino ambtgenooten zich met hem solidair verklaard hadden tegen over het machtsmisbruik, waarvan hij be- :v huidige! werd. Daaraan was echter niet te denken', zonder dat de heerschende partij in het parlement uiteen viel. Om echter den val van de» minister minder hard te maken ca de overwinning van den radicalen vleugel der linkerzijde minder in het oog te doen vallen, werd het wenschelijk geoordeeld, dat ook de minister van marine zou heengaan, en wel terstond om net Folkething voor het voldongen feit te stellen. Maar de minister van marine zelf had er niets geen lust in heen te gaan, en hij vond steun bij den minister-president Deuntzer en bij nog een anderen ambtgenoot. Minister Deuntzer ver klaarde alleen generaal Madsen te willen prijsgeven, maar niet ook den tweeden vak minister, die hem en den rijksdag trouw had gediend. Het einde van dezen strijd was, dat d. vier ministers, toen zij het ontslag van hun ambtgenoot van marine niet konden ver krijgen, zelf hun ontslag aanboden. Nu is inmiddels het Folkething bijeengekomen, en do crisis is thans volkomen gewordenhet geheele achttal ministers is thans demissio nair. Uit. deze voorstelling van den loop der crisis blijkt, dat hare oplossing geen gemak kelijk werk zal zijn. Het blijkt, dat er in het nu demissionaire kabinet en aan de lin kerzijde van het Folkething twee stro man- gen zijn eene gematigde en eene radicale, die in de belangrijkste vragen, welke leger ca vloot betreffen, volstrekt niet eensgezind zijn, D© radicale vleugel staat de volledige onzijdigheidverklr.ring van Denemarken voor en de afschaffing van liet eigenlijke leger; zij is dus ook tegen eene uitbreiding van de versterkingen der hoofdstad van Dtenemarteü. 05 het mogelijk zal zijn dezen tweespalt te overwinnen en de beide vleugels te bewegen tot verderen gemeenschappelijken arbeid in één kabinet, zal blijken uit den loop van deze crisis en uit de oplossing, die zij zal vinden. Duitschland. Berlijn, 11 Jan. In den Rijksdag is een begin geanaaikt met de behandeling van de begrootiinjg van justitie en wel met het vwr- sitel-Müllcr-Memingenvolgens welk weuer- keeriigihedd in strafprocessen alleen krachtens verdragen zaïl kunnen worden toegestaan en dan nog alleen ten opzichte van die staten, wdlker rechtsorde de wedlerikieerigh'edid waar borgt. Verder strekt heb voorstel om te bepalen diat uitlevert ngsverdrageii slechts dooir heb rijk met het buitenland zullen wor den afgesloten en dat de verdragen van uit levering, die door enkele afzonderlijke Duit- sc-he staten gesloten zijn, opgezegd uienen te worden. De afgevaardigde Mii 11 er-Meiningen (van de vrijzinnige volkspartij) verdedigde zijn voor stel met te wijzen op de ondervinding, opge daan in het Königsberger socialisten-proces, en hij kritiseerde scherp do houding van de Pruisische justitie, die aan Rusland ten on rechte wederkeerigheid heeft toegestaan^ op grond van valse he vertalingen uit het Rus sische strafwetboek door den Russischen con sul-generaal. Het voorstel beoogt de wederkeerigheid tegenover Rusland onmogelijk te maken, daar Rusland geen rechtsstaat is naar onze begrip pen. In het slot van zijne rede betoogde de af gevaardigde Müller (Heiningen), dat zijn voorstel ook bedoelt de vervanging van het Pruisisch-Russische uitleveringsverdrag van 1885 door een meer modern verdrag. De staatssecretaris van -'u&titie, Nieber- ding, verklaarde niet te zullen ingaan op de tot de overheden gerichte verwijten, omdat het proces (het Koningsbergsche socialisten- proces) nog bij het Rijik&gcrecht aanhangig is De rijkskanselier zou gaarne zijn best doen om een staatsverdrag te krijgen, waarin de wederkeerigheid hr: strafvervolgingen is uit gedrukt, maar zulke overeenkomsten zijp niet gemakkelijk tot stand te brengen. De door de motie-Müllcr gestelde voorwaarde be treffende den waarborg van wederkeerigheid bestaat reeds; de vraag is alleen of aan de voorwaarde bij een bepaald land wordt vol daan. Wat betreft de uitleveringstractaten is het twijfellach tig of de rivkskanselier mag in grijpen in de rechten der afzonderlijke sta ten. De rijkskanselier is bereid zulke verdra gen te sluiten voor zoover de toestauden van liet rijk e.i zijne belangen dit toelaten. Alle sprekers, behalve de conservatieve, verklaarden zich vóór de motie-Muller. In den loop van het debat zeide de vrij zinnige afgevaardigde Lenzmann, dat het Koningsbergsche proces' het bewijs levert van Ruslamd's b arbaars ckheidStaatssecretaris Nieberding protesteerde namens den rijkskan selier tegen een dergelijke uitlating over een staat, waarmee wij door internationale be langen bevriend zijn." Zulke woorden waren i. i. in tegenspraak met de vreedzame inter- n atio naile betrekk i ngen Dte stemming over de motie zal eerst plaats hebben bij de derde lezing der be grooting. Het aantal mijnwerkers, die den arbeid neerleggen, wordt in ihet. Roerdistriet steeds greater. In het district Roohum zijn gisteren, de kolendolvers van de mijnen Karl Fried- rielh, FriedJLicheui Noohbbar en Baaker Huide niet in de mijnen gegaan. Duitschland en Engeland. Die Londensche Standard schrijft: Wij zijn in staat te oonstateereu, dat onze officieele betrekkingen tot Duitschland op dit oogen- biik en sints eeinigen tijd zoo bevredigend zijn als mogelijk is. Er bestaat ook volstrekt geen moedelijkheid tusschen de beide landen. Het eonige incident, dat kon strekken om aan oorlogsgeruchten te Berlijn een glimp van waarschijnlijkheid te geven, was de mobili satie van de Kielscho vloot na het ongeval bij de Doggersbank zij was ongetwijfeld toe te schrijven aan den wensch om voor alle ge vallen voorbereid te zijn. Wolff's bureau toekent hierbij aan: „Van bevoegde zijde vernemen wij, dat er van eene mobilisatie van de Duitsche vloot nooit sprar ke is geweest, ook niet na het voorval bij de Doggersbank. Alle berichten van het tegen deel zijn verzonnen." De proef op de som van wat de mededee- ling van de Standard verder bevat, levert do Nordd. Allg. Zeitung met hare verklaring, dat er tot eene verwikkeling met Groot-Brit- tannië elke aanleiding ontbrak en ontbreekt. Op politiek gebied hebben wel is waar zekere opvallende uitingen, dio geïsoleerd zijn voor gekomen in de Engelscho pers, in Duitsch land de aandacht getrokken. Deze agressief- klinkende opmerkingen waren eohter niet in staat, eene spanning tusschen Duitschland en Engeland te verwekken. Denemarken. Kopenhagen, 11 Jan. Het ministerie heeft den Koning zijn ontslag ingediend. De Ko ning verzocht den ministers voorshands de re geer in gsz a ken verder te voeren. Kopenhagen, 11 Jan. De Koning heeft den minister van eeredienst en onderwijs Christensen opgedragen een nieuw ministerie samen te stellen. Marokko. Tanger] 11 Jan. De Fransche missie (on der leiding van den gezant) is met den kruiser Du Chayla vertrokken. In den laatsten ministerraad van Frank rijk heeft de minister van buitenlandsohe za ken mededeelingen gedaan omtrent den te gen woordi gen stand van do Marokkaansche kwestie en. daarbij den tekst medegedeeld van den brief, dien de Fransche vertegen woordiger te Tanger ontvangen heeft namens den sultan. Daarin wordt de Fransche regee ring verzocht, de Fransche instructeurs op hun post te laten blijven, en do Fransche gezant uitgenoodigd zijn vertrek naar Fez te bespoedigen, om over do geleidelijk in te voe ren hervormingen vingerwijzingen en raad gevingen te verstrekken, waarnaar de regee ring van den Sultan besloten is zich te gedra gen. Zuid-Amerika. Uit Santiago wordt bericht, dat Senaat en Kamer heb vredes- en vriendschapsverdrag tusschen Chili en Bolivia hebben goedgekeurd, waarin voor het geval dat er geschillen moch ten ontstaan, de Duitsche Keizer als scheids rechter is aangewezen. De oorlog in Oosi'Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Het Journal verneemt uit Moekden, dat het weer plotseling zacht as gewordenEr zou. niet het minste beletsel meer zijn voor de hervatting van dó vijandelijkheden. Ook de Daily Telegraph verneemt uit Tsjifoe, dat men aau de Sjako nieuwe krijgsverrich tingen verwacht. Een groot deel van Nogt s leger is dn allerijl naar Lliaojang gezonden. Wladiwostok10 Jan. De gewezen comman dant van de vloot in het verre oosten, admi raal Skrydlow'. is heden naar Petersburg ver trokken. Het van Engelsche zijide verspreide bericht, dat de Russische regeering zou hebben beslo ten, de onder bevel van admiraal Rodjest- wemsky staande vloot terug te roepen, klinkt niet geloofwaardig. De Oostzeevloot is uit Rusland afgezonden, om de Japansche vloot in het verre oosten te bevechten. Door de capitulatie van Port Arthur is in haar pro gramma slechts in zóó verre verandering ge komen, dat zij nu niet meer zoo'n haast heeft om bij den vijland te komen. Eene te rugroeping van de vloot zou eene bekentenis van de Russische regeering zijn, dat zij een strijd tegen de Japansche schepen als hope loos beschouwt. Waarschijnlijk zal de Oost zeevloot vooreerst in de wateren van Mada gascar blijven, waar zij van Fransche zijde elke ondersteuning kan krijgen, die met eene welwillende uitlegging van de onzijdig heidsbepalingen te vereenigen is. Over twee maanden houden de stormen op, die in de zen tijd de scheepvaart in den Indischen oceaan dikwijls gevaarlijk maken, en tegen einde Maart kunnen ook de versterkingen, die zich reeds op weg bevinden, of die eerst daags zullen vertrekken, zich bij de vloot gevoegd hebben. Daar ook generaal Koeropatkin van zins schijlnt te zijn zich ge durende de eerste maanden stil te houden, zouden er gevechten te water of te land slechts te verwachten zijn in liet geval, dat de Japannners aanvallen. D'aartoe schijnen zij echter ook geen lust te hebben en er zal dus wel eenige tijd verloopen, voordat de tegenstanders zich met elkaar trachten te maken. Sues, 12 Jan. De Russische kruisers Oleig, Iacietmroed, Rion en Dnjepr zijtn. hater belhou- dem aangekomen. Zij: nemen hlier volstreflrt geen voorraden in. Een bericht van het bureau Laffan meldt, naar aanleiding van de beweerde onderhan delingen over den aankoop van oorlogssche pen voor Russische rekening, dat Japan aan Chili een ultimatum heeft gesteld on voor het geval van den verkoop met eene be schieting heeft gedreigd. Argentinië heeft" geen ultimatum ontvangen, maar wel de mededeeling van de tegenover Chili gedane stappen. Het resultaat is in beide gevallen voor Japan zeer bevredigend Parijs, 11 Jan. De enquête-commissie in zake het Doggersibaink-i n ciden b besloot de openbaarheid bij de behandeling toe te laten, voor zooveel betreft de uiteenzetting der fei ten en de getuigenverhooren. Onder de pers zullen toegangskaarten worden uitgedeeld. De tegenspraak, die liet Japansche gezant schap te Parijp heeft gegeven van het door de Etoho de Paris medegedeelde vertrouwe lijke rapport., bepaalt zich niet onkel tot de mededeeling, dat dit stuk van -ai tot z ver zonnen is, maar voert tot staving daarvan het volgende aan „Men spreekt van een rapport, dat door generaal Kodama, onderkoning, gouverneur van Formosa, gezonden zou zijn aan gene raal Katsoera, voorzatter varn dén minister raad, in Februari 1900. Nu was op diat tijd- stip generaal Katsoera geen minister-presi dent maarsohiatk Yaimaigata Was aam hot hoofd van de regeering. Er wordt ooik in het artikel gesproken van liet prijs geven van Moekden dloor Japan tijdens dien Chineesob- Japausohen oorlog. Nu. is Japan destijds niet eens gekomen tot. Liaojanjg. Generaal KodJar ma., die tweede chef wias van dien generalen staf van het leger tijdens den Ohifneesohen oorlog, zou werkelijk zulk eeaie vergissing niet hebben kunnen begaan in een stuk, aan het hoofd dei' regeering gericht. „Overigens meenen wij, ondanks den pers- veldtocht, die tegen Japan wordt gevoerd Roman van BALDUIN GROLLEE. Riemor, die uit de garderobe vani demi over- lcdlein echtgenoot der barones het hem .dien stige ihad gekozen, kon, als men do lichte kamferlucht niet meerekende, weer heel goéd! in gezelschap verschijnen. Toen hij het saloni lynnentrad zaten die dames daar reeds. Die glazen deuren, die toe gang het. tot balkon gaven., wlaren wijjd ge- opennd en een breedie stroom zonneschijn en heerlijk verkwikkende zomerlucht drongen van uit bet park naar binnen. De natuur had uitgeraasd en vertoonde rich nu schooner dam ooit. De kristallen lust res in de kamer schitterden in: velerlei kleu ren; de zonnestralen speelden over de geel zijden meubelen en over het vergulde hout; zij gleden over de lichtkleurige muurschilde ringen en fonkeldeui in liet züverwieric, het glas en potrceieu, op 'het sneeuwwitte tafel laken dier smakielijk gedekte tafel, op de kof fiekan, die een heenlijken geur verspreidde, en op alles daaromheen. Do dames hadden reeds vriendschap ge sloten. Zij schenen het zeer wtel met elkaar te kunnen vinden. •Beidern zagen er allerbekoorlijkst uit. Dora was wel de jongste, inaiar de tien jaren, die de 'barones meer telde, waren weinig merk baar. Haar slanke gestalte was fraai gevuld!. Het rijke kastanjebruine 'haar vormdle een goedé omlijsting voor de regelmatige trekken van haar gelaat, dat door een paar sprekende ooigen verlevendigd weid. Haar hoofd' geleek op een dier zeldzame vrouwenbeelden van Leonardo dia Vinei, haar haartooi op dien: van de tchoonc Oléo de Mérode, die tegen woordig weer met succes in dé mode komt. In Dora en de barones wareni twtee soorten van' vrouwenjsiöhaou) vertegenwoordigdbij de eene blonk de beknioillijkheadl dier malagd uit, bij de amdiere die schoonheid! dier vrouw. 'Vtrooiliijjk babbeldteni zij, toen Dtelra plotse ling uitriep „Nu zit ik zoo onbezorgd te praten, en dtenlk er in. het geheel niet aan, boe ongerust, papa moet zajni, Zou u niet even een bediendte naar onze. villa. kunnen zendten, mevrouw?" „Maar. kindlief, dat, heb ik reeds gedaan, toen ge bier kwaamt. De bediendte kan elk oogemblik met- een rijtuig, voior u terugkeeren, en zoo niet, welnu, dan kun je met alle ge noegen over het mijne beschikken." De. bediende bracht na eenige minuten die boodschap, dat Dora's papa., onmiddellijk: bij het uitbarsten van het onweer, had laten inspannen en haar tegemoet was gereden. „Wat mui?" vroeg de barones. Dora dacht ma,. „Wat kan papa wel gied'acht- hebben, toen hij mij niet aan liet station, aantrof Als hij er aan ged'acht heeft, dat ik mij tijdens het onweer op dlein, landweg moest bevinden dan zal hij1 wel teruggekeerd zijn. Maar 'hij kan ook geloofd hebben, dat ik mij dioor het drei gende weer heb laten afschrikken, of dat ik, reedis te Weidlingem zijaidte, en' die donkere wolken ziende, naar Weenen terug ben ge keerd."' „Alle drie veronderstellingen zajni moge lijk," meende Riemer, om ook. wat te zeggen. „Ik heb een idee," riep de 'baroln.es. „Wij kunnen van hier uit dten straatweg zien. Het rijtuig moet in ieder geval terugkeeren. Mis schien kunnen wij. zien, of je papa er in zit. Het is wel een. heele afstand, maar ik heb kijkers." Riemer kreeg een verrekijker, en, die dames wlaren met operakijkers gewapend. Het dtuur- dietniet lang, "of in de verte op dtein straatweg! werd een rijtuig zichtbaar. De dames keken met spanning door hium kijkers, maar Riemer had niéts aan die zijne. Alles dwarrelde voor zijn oogen,eerst lc'on hij, heeleonaal het, punt niet vinden, en toen hij het eindtelij|k had, waren twee leden van ziini telescoop verscho ven, zooidat hiji heeilemaal niets meer zién kon. „Dtera, dat is jullie rijtuig," riep die baro nes eensklaps. „Ik ken, die gang van het paard al van verre." „U hebt gelijik." bevestigde Dora, „maar jammer, dat bet een gesloten coupé is. Nu kunnen we niet zien, of papa ei" im zat." „Nu zijn we nog even ver als in het begin," merkte Riemer op. „Dten zal ik nog eens een bediendte uitzen den," zeidte de barones. „Misschien is liet niet noodig," sprailc Dora peinzend. „Papa is stellig niet teruggekeerd." „Dat is zoo stellig nog niet, juffrouw Art- ner," bracht Riemer in heb .middén. „Toch meen ik hel, wel met zekerheid te kunnen beweren." „Hoe dat?" vroeg de barones. „Wel, de paarden loepen zoo kalmpjes. Zoo rijdt de koetsier na gedanen arbe'd naar huis. Maar zoo durft liij niet te rijden, als papa; in het rijtuig zit. Papa is ongerust ge worden, en naar Weenen teruggekeerd en nu moet ik maar zoo spoedig mogelijk zijn voor beeld volgen." „Mijin rijtuig is tot je dienst, kindlief. Als ik je naar den trein breng, dan heb ik mijn taak vervuld. Maar zou liet niet beter zijiu, om rechtdoor naar Weenen te rij'dén? Stel, dat ge een half of een heel uur op den trein moet wachten, dan komt ge nog later thuis per spoor, dan per rijbung. We laten de paardjes flink draven een beetje beweging zal hun goed ddeav. Het weer is prachtig gewlordeni; do rit zal dus heerlijk zijn. Ben je heb met mijl eens, Dtera, Ebi u ook, mijnheer Rilemer?" „Natuurlijk, natuurlijk,'jubelde Dtera,. De voorbereidingen waren spoedig getrof fen en in een stevigen draf ging het, bijl heer lijken zanno3obij|n, vrooilijk voorwaarts. Het Meinhartsdal had' zioh, na d'e bui, in zijn fraaist gewaaid getooid en fonkelde im zoöner- zonneglans. De borgen, die het dal omzoom den, teckendeai zich tegen dten wolkenloozen hemel, helder on scherp af. Riemer begon zoetjes aam Artners voor liefde voor uitgestrekt grondbezit in deze streek te begrijpen. Inderdaad menig fraai villa-park zou hier te stichten zijn. Het bui tenverblijf van de Artnors lag schuin tegen over het statige slot vain de barones, eai maak te een hoogst aangenomen indruk. Het, was wel te voorzien, dat het nieb lang liet eenige d'aar zou 'blijven. Maar ecm koppige eigen zinnigheid scheen, het hem toe, dat Artner zooveel gewicht aan waterpartijen hechtte en daaraan ongehoorde offers' gebracht had. Dat kou immers slechts voor industrieele doelein den dienstig zijln. En het was geen gelukkige gedachte, meende hij, om bij die villa's aan industrie te denken Villa's en fabrieken zijpr geen goede buren. Hij had' niet die flauwste gedachte aan bet grootsche plan van een kunstmatig meer Dies zomers is het stil in Weetnen. Wie maar eenigszins kan,, omtvluahb de muffe stad, oim buiten de dagelijksohte zorgen en, be slommeringen van zich af te schuddten cn adjoi geschokte zenuwen te herstellen door ecni welverdiende, noodige rust. Wie <lit nieb doen kan, gaat zijn) gewon© gangetje. De zaken gaan minder regelmatig, het verkeer neemt af, dte ondernemingsgeest sluimert. Wie iets voornemens bs te doen. verdaagt dte uitvoering, soms wiel dte voorljereidinjgein. Waartoe zich te plagen „er is tech niémand in Weenen,hoort mem bijna dagelijks zeg gen. Tot dte achtergeblevenen, en dus tot dte ontevredenen, behoorden ook Riemer en Mauriaoher, Zij waren te zeer gebonden en kondten. geen d'ag vaoanfie nemen. Hun pa troon, Dir. Gunz, was nog altijd' ziek. Mem zegt wel, dat, als dte kat uit is, dte muizen den haas speten, maar hier was dit niet het. geval. Zij moesten nu dubbel liaaxl Werken cid hadden meer verantwoordelijkheid1. Hun ©enigste troost en belooningj was, dat ze ntt zelfstandig werkten en, zoodioendte huni eigen krachten leerden kennen. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1