BIJVOEGSEL
Amersfoortsch Dagblad.
AMERSFOORT.
BIJ HET
Gemeenteraad
VAN
Zitting van den gemeenteraad van Woens
dag 28 December 1904, des namiddags half
twee.
Voorzitter do heer burgemeester jhr. J.
W. A. Barckmau Wuvtiers.
Tegenwoordig zestien leden en de waar
nemende secretaris jhr. S. M. van Reigers
berg Versluys; oen vacature.
De notulen van de vorige zitting worden
gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen zijn
a. mededèeüng van den minister van bin-
nenlandsehe zaken, dat Z.Exc. berust in do
tijdelijke benoeming van den leeraar aan de
Burgeravondschool A. Fledderus; voor
informatie -
b. mededeeling van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dat bij kan. besluit is goedg-e-
faurd het besluit van hun ooilege tob vast
stelling van, de jaarwedden van de bezoldig
de amibr&eai/arein van dien. burgerlijken
standialsvciren
0. besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht tot goedkeuring vain het raadsbe
sluit. tot verkoop van op stam staand© hoo
rnen alsvoreu
d. besluit van Gedeputeerd© Staten van
Utrecht tot goedkeuring van de begrooting
der dd. schutterij voor 1905; alsvoren
e. besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht tot goedkeuring van het raadsbe
sluit tot ouderhandsche verhuring van de
woning der voormalig,' gasfabriekalsvo
ren,;
f. besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht tot Goedkeuring van het tweede aan
vullingskohier van de inkomstenbelasting
voor 1904; alsvoren;
g. besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht tot goedkeuring van het, raadsbe
sluit tot het aangaan van een© geldleaning
met het Pensioenfonds voor weduwen en wee
zen van burgerlijke ambtenaren; alsvo
ren
h. missive van den Commissaris der Ko
ningin van Utrecht, meded'eelende dat die
minister van binnenlaudsöhe zaken, na over
leg met zijn ambtgenoot van oorlog, het niet
wenschelijk aolib met 1 Januari 1905 de
dienstdoende' schutterij van de gemeente
Amersfoort met cene rustende schutterij ge
lijk te stellen; alsvoren;
1. het rapport, van B. en W. omtrent de
prijsopgaven voor de levering van den gas
houder aan de gasfabriek.
De V oorzitter. De leden hebben van
dit rapport reeds kennis genomen. Ik stel
voor bet voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter, ik kan uw denkbeeld om het rapport
voor kennisgeving aan te nemen niet accep
teeren, aangezien in dat rapport veel voor
komt, waarover naar mijn gevoelen nog ge
sproken moet wiorden. Ik moet beginnen met
een© opmerking over liet offidieeiie versdag
van de vorige vergadering, waar geheel© zin
nen zijn uitgelaten, waaronder vooral één
zin, waarin de beer Jorissen aan den wethou
der van openbare werken de vraag stelde
of het zoogenaamde tweede biljet den vol
genden dag was ingekomen ja dan neen. De
wethouder antwoordde daarop „Ja", waar
op de heer Joriasea antwoordde: 0a, dan
is er in de zaak iets niet in den haak". Wan
neer ik gosd gelezen heb, dan kwamen die
woorden wel in de correctie voor, maar ik
mis ze in het officieele verslag. Ik geef den
hearen in overweging, -dat niet te doen in
't. vervolg, omdat men auders de meest frap
pante zinsnedm in hei- verslag zal missen.
Nu de zaak zelve. Ik wil in de eerste
plaats dank betuigen aan B. en W. voor de
toezending van het rapport. Tot mijn leed
wezen ben ik daardoor echter niet voldaan.
B en W. doen het in het rapport voorko
men alsof allies volkomen en regie is behan
deld, hetgeen ik totaal oneens ben met hen.
Iemand, die niet op de hoogte van de zaak
is en het rapport oppervlakkig doorleest, zou
denkeu, dat mijn voorstel iu de vorige zit
ting geen reden van bestaan had. Nog daar
gelaten de onjuistheid van het rapport zelf,
waarop ik straits terugkom, wil ik: even dé
feiten constateeren en resumeeren.
De zaak lieeit zich als volgt toegedragen
B. en W. schrijven een aanbesteding uit,
waarbij de biljetteu vóór 1 October moeten
zijn ingeleverd. Bij de opneing van de bil
jetten op Maandag 3 October is er blijkbaar
geen prooes-verbaal opgemaakt. Woensdag
<j October komt er oij den directeur een
nader biljet van de firma Klönne, waarbij
zij precies aanneemster is. In de eerste plaats
is het al heel gek, dat dit biljet komt bij
den, directeur. De directeur hield geen aan
besteding, maar B. en W. De overige biljet
ten zijn allen ingeleverd bij B. en W. Maar
bovendien is dal cp 5 October bij. den direc
teur ingekomen biljet den 28en September
gedateerd'. Dat biljet is dus geantidateerd;
anders z-ou 'heb eene reis van zes diaigen noo-
'dig gehadJ hebben1 om van Dort-muud naar
Utrecht te komen? Of is het waar wat nieoi
vertelt, dat het biljet persoonlijk bezorgd is
door den vertegenwoordiger van de firma
Klönne?
Het is took, dunkt mij, erg duidelijk, dat
B, cn W. dit biljet hadden moeten weigeren.
Door deze inschrijving te accept eeren. wer
den de rechten van. de overige inschrijvers
te kort- gedaan, vooral die van dengene, die
slechts f 50 kooger was. Het krijgt zoo den
schijn, alsof B. en W. voor de gemeente een
financieel voordeel hebben behaald, maar
men heeft er niet bij bedachtdat het mo
reel© nadeel veol greoter is. Wat moet de
directeur wel denken die zeer goed weet,
dat er iets ongeoorloofds werd gedaan als
zijn chef zich tot zulk eene daad leent! Als
zoo iets bij een particulier geschied wias, dan
zou men er den neus voor ophalen.
Ik constateer hiermede, daft het mij spijt
in de vorige zitting mijn voorstel in tweeën
te hebben gesplitst. Als ik alles geweten had,
da.» zou ik zeer zeker de levering niet aan
de firma Klönne hebben gegund.
Nu wil ik nog even de onjuistheid van liet
rapport van den directeur aantooneai. Niet
Dinsdag 4 October, maar Maandagmiddag 3
October is de uitslag van de aanbesteding
door den wethouder Vis-er aan den direc
teur medegedeeld, hetgeen die wethouder in
de vorige zitting ook heeft gezegd. Officieel
is het volkomen juist, dat de directeur het
Dinsdagmorgen heeft gehoord, toen hij op
bet stadhuis werd geroepen Onjuist is zijne
bewering niet, dat hij Dinsdag eerst de
stukken ontving, maar wel dat hij er niet
reeds kennis van droeg. Als dat waar is
en ik mag aan de waarheidsliefde van den
heen* Visser niet twijfelen dan behoef ik
het verdere relaas van B. en W. en van den
directeur niet verder uit te pluizen, dlait met
aezö zaak niets te maken hoeft. Hunne cooi-
clusiën vallen daarmede allen in het water.
Hiermede meen ik te li ebben aangetoond,
dat er in dezo zaak iets niet in den haak is
geweest. Hoe de zaak zioh heeft toegedra
gen en koo de firma Klönne op de hoogte
van de aanbesteding is gekomen, geeft veed
te denken, maar kan niet bewezen worden.
Wel wil ik zeggen, dat de directeur bij de
behandeling van de zaak in den zomer reeds
aandrong op onmiddellijke gunning van den
gashouder aan Klönne zoo zelfs, dat hij be
weerde, dat er haast geen gas te bergen was.
Als B. en W. destijds daarop waren inge
gaan, dan zouden wij werkelijk een grooten
schadepost voor de gemeente gehad hebben.
Het zal ditmaal wel de laatste keer zijn, dat
zulk eene onderhandsohe aanbesteding hier
gehouden wordt. Ik zal geen voorstel doen,
maair wil B. en W. er toch ernstig op wijzen,
dat eene dergelijke wijze van handelen niet
motet plaats hebben, omdat daardoor de rech
ten van anderen te kort worden gedaan en
aan de gemeente een moraal verlies wordt
toegebracht, dlat zeker veel grooter is dan
het, financieel© voordeel, dat er door verkre
gen wordt.
De Voorzitter. Ik wal over het door
den heer Gerritsen gezegde alleen dit opmer
ken, dat het geachte lid uit het oog ver
liest, dat hier geen sprake is geweekt van
eene aanbesteding, maar uitsluitend van
eene prijsopgave. Er is geen aanbesteding
gehouden, geen openbare en ook geen on
derhandse!, e. Dat- B. on W. er nooit anders
over gedacht hebben blijkt o. a. hieruit, dat
toen de firma van der Kuyl, te Slikkerveer,
later nog kwam met cene lagere prijsop
gave, er ernstig over gedJaxaht is om die nog
aan te nemen. Er is geen kwestie van eene
aanbesteding geweest. De heer Gerritsen
kan dus niet beweren, dat B. en W. het
tweede biljet van de firma KIure linddeu
moeteen weigeren. Verdier most. ik zeggen,
dat de heer Gerritsen niet spoedig tevreden
is, B'. en W. hebben alles medegedeeldzij
hebben precies uiteengezet hóe de zaak be
handeld is, voor zoover zij, en de directeur 't
z'ck herinnerden. Er is niets geheim gehou
den alles is openlijk behandeld.
De heer Plomp. Mijnbeer de voorzitter,
de voorstelling, die ik van de zaak heb ge
kregen, is eene andere dan die van den. heer
Gerritsen. Als ik de feiten naga, dan is de
loop van zaken zoo geweest In het voorjaar
is bij B. en W., naai* aanleiding van de ge
dachten wisselingen, die in de commissie voor
de gasfabriek met den directeur zijn gevoerd,
d© vraag in overweging geweest van het ma
ken van een nieuwen gashouder. B. en W.
en do commissie zijn toen tot het besluit
gekomen om eene bevoegd© firma te vragen
voor welken prijs die kan worden gemaakt.
Daarop zijn opgaven gevraagd aan de firma
Klönne. De bedoeling daarvan was niet, 'het
maken van den gashouder op te dragen aan
die firma, maar den prijs te loeren kennen,,
die benoiodigd zou zijn voor de daaratelling
van het werk. B. en W. hebben naderhand
liesloten advertentiën te plaatsen en inschrij
vingen te vragen voor dó levering van dien
gashouder. Dat is geen openbare inschrijving
geweest, geen inschrijving in den zin zoo
als gewoonlijk het geval is, wanneer een
werk geleverd moet worden naar een be
paald model. Hier werd gevraagd, dat de
inschrijvers den gashouder zouden leveren
naar hun eigen model. Of er ten aanzien van
het model, dat ten slotte gekozen is. cene
voorliefde heeft bestaan, kan ik niet be
slissen. De directeur van de gasfabriek heeft
aan mij en aan eenige andere leden inlich
tingen gegeven. Wij hebben daarbij niet den
indruk gekregen, dat er voorliefde bestaan
hoeft voor een bepaald model, ook niet dat
er gezocht werd' naar den laagsten prijs. Het"