1°. 194. Eerste Blad.
3da Jaargang.
Zaterdag 14 Januari 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Over ik en weet niet wat.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Par S maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN t
f.1%.
- 0.15.
Van 15 regels
El ke regel meer
Oroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De kans op vrsde.
Wat beeft Rusland te doen om te gera
ken uit de impasse, waarin de lichtzinnig
heid en de onbekwaamheid van zijne be
stuurders het in Oost-Azië hebben gebracht?
Een merkwaardig antwoord op die vraag is
te vinden in een onderhoud, dat de verte
genwoordiger van Rusland in de internatio
nale commissie van onderzoek van vet Dog-
getrsbank-ineddent, vice-admiraal Dubassow,
heeft gehad met een medewerker van de
Eoho de Paris. Hij drukte daarin als zijne
overtuiging uit, dat Rusland alles moet doen
om zijne vloot volledig te herstellen en we
der in goeden staat te brengen. D'at is on
misbaar om te overwinnen, niet in dezen,
maar in den volgenden oorlog, want de val
van Port Arthur heeft voor 't oogeniblik den
bodem ingeslagen aan elke hoop om de Ja
panners op zee te verslaan. De conclusie van
admiraal Dubassow is daarom, dat op een
spoed igen vrede moet worden aangestuurd.
„Wij zullen den Japanners Port Arthur en
de streken, die zij in Port Arthur bezet hou
den, overlaten. Wij zullen ons dan vastbe
raden aan het werk zetten, want deze vrede
kan slechts een voorloopige vrede zijn. Rus
land zal zich eene machtige en onoverwinne
lijke vloot, bouwen en dan zullen wij. de
tweede ronde spelen, maar ditmaal met alle
troeven in ons spel."
Toen deze vlootvoogd zijne ronde zeemans
taal gedrukt voor zich zag, schijnt bij er zelf
van geschrikt te zijn. Hij heeft nader een
brief geschreven, waarin hiji de woorden, die
hem in den mond gelegd zijn, even belache
lijk als onbehoorlijk noemde en verklaarde,
dat het zijn stellige plicht was aan de pers
volstrekt geen onthullingen en mededeelin
gen te doen. Dat kan men hem. volmondig
toegeven en 't met hem betreuren, dat hij
voor dezen éénen keer zijn mond zoo erg heeft
voorbij gepraat. Baron Soeyematsoe, de Ja
pansche staatsman, die in Europa naast de
bij de regeeringen geaccrediteerde diploma
tie de belangen van zijn land waarneemt, is
niet in gebrek© gebleven uit deze woorden
de gevolgtrekking te maken, dat als een man
van de positie van admiraal Dubassow zich
zoo uitliet, Japan wel uiterst voorzichtig
mocht zijn wanneer het kwam tot het slui
ten van den vrede. Om geen dupe te zijn,
za"l Japan de vredesvoorwaarden zoodanig
moeten regelen, dat elke mogelijkheid van
eene nieuwe botsing tussohen de beide na
tiën wordt weggenomen.
Maar is er uitzicht, dat -wij spoedig gena
derd zullen zijn tot het sluiten van den
vrede? De Fransohe staatsman de Lanessan,
oud-minister van marine, schijnt daarop
goedsmoeds te zijn. Hij acht den tijd geko
men om de pogingen te hervatten tot be
middeling tusschen de bedde strijdende par
tijen. Aan geen van beide kanten heeft men
meer iets te winnen op het stuk van helden
moed. Russen en Japanners hebben beiden
indruk gemaakt door hum ongeëvenaarde
moed en volharding. Maar eene verlenging
van den strijd zal geen van beiden voordee'
brengen. Nadat zij nog duizenden mensclien-
levens meer zullen hebben opgeofferd en hon
derden millioenen in rook hebben doen op
gaan, na veldslag op veldslag, beleg op beleg
te hebben geslagen, zullen zij niet dichter bij
het einde zijn dan zij waren aan het begin.
Daarom schijnt een onmiddellijke vrede
'hem dringend noodig.
Dat is uitmuntend geredeneerd. De moeie-
lijkheid bestaat echter hierin, dat de
oorlogvoerenden zelve voor dergelijke rede
neeringen niet vatbaar zijn. En van hen
hangt het in de eerste plaats af, of er vrede
zal komen. Anderen kunnen daarop slechts
een zeer bescheiden invloed uitoefenen.
Lettende op de stemming, die aan Rust»!
sohe zijde heersaht, drukt de Temps Je mee
ning uit, dat het verlies van Port Att.vur,
wel verre van den vrede te vergemakk.- ij
ken, hem bemoeilijkt en verplaatst naar een
verder verschiet. De argumentatie van 'mi
raa.1 Dubassow en zijne medestanders is on
getwijfeld zeer krachtig. Het vloot-program
ma waarvan men spreekt, moet zoo spoedig
mogelijk uitgevoerd worden, want het is dui
delijk, dat de Russen Port Arthur slechts
zullen hernemen, wanneer zij de heerschap
pij ter zee weder hebben gekregen. „Maar de
politiek© noodzakelijkheid, die Rusland
dwingt niet door een, zij 't voorloopige, vrede
eene pijnlijke nederlaag, die echter niet af
doende is, te erkennen, is niet minder gebie
dend. En onder den druk van deze noodza
kelijkheid moet de oorlog klaarblijkelijk
voortduren. Wat wil dat anders zeggen, dan
dat Koeropatkin, zijne voorzichtige tactiek
voortzettende, zich zal moeten tevreden stel
len met de Japanners af te matten en dat
de strijd, te land vergemakkelijkt door den
aanhoudenden toevloed van versterkingen,
ter zee geschorst, totdat voldoende strijd
krachten zijn bijeen'gebracht, langer zal du
ren dan vroeger de meest pessimistische be
oordeelaars voorzagen?"
Eene verlenging van den oorlog met een
jaar, misschien achttien maanden, komt aan
de Temps onvermijdelijk voor. De vrede-
vrienden zullen zich dus moeten wapenen
met een onuitputtelijk geduld.
Duitschland.
Detmold, 13 Jan. Vorst Karei Alexander
van Lippe-Detmold is heden namiddag te
St.-Gilgenberg bij Baixeuth aan hartzwakte
gestorven.
(De overleden vorst*, die wegens krankzin
nigheid te St.-Gilgenberg verpleegd was, was
den 20. Maart 1895 zijn broeder opgevolgd.
Over het recht tot het voeren van het regent
schap is de bekende strijd gevoerd, die voor-
loopig besl st is ten gunste van do linie Lip-
pe-Biesterfeld, maar waarin de eindbeslissing
nog hangende is. Thans wordt dit een strijd
om de erfopvolging.)
Frankrijk.
Parijs, 13 Jan. De Kamer is overvol. De
afgevaardigde Lbopiteau hield een interpel
latie over de algemeene politiek.
In de toeliohting van zijtne interpellatie
zeide Lhopiteau, dat hij eene regeering wil
van vr heid, licht en loyauteit. Het ministe
rie Combes moet verdwijnen.
Deschaned vond dat men, nadat de repu
bliek 34 jaren had bestaan, nog al te zeer in
het spoor reed van de monarchie en van het
keizerrijk. De felle strijd tusschen de repu
blikeinen onderling was noodlottig en de
noodzakelijkheid van eene toenadering was
onmiskenbaar. Deschanel betreurde, dat
Frankrijk zijne positie in Egypte en New
foundland hao opgegeven. Het land is ver
minderd in de oogen van het buitenland. De
toestand is zeer ernstig.
Nadat nog verscheidene leden het woord
hadden gevoerd, werd het debat tot morgen
verdaagd.
Het uitvoerend comité van de radikaal-
republikeinsche en radikaal-socialistische
partij uit de Fransche Kamer heeft eene
verklaring aangenomen, houdende dat Dou-
mer van zelf uit de partij is getreden, door
voor het voorzitterschap ;ls candidaat van
de rechterzijde en de nationalisten tegen den
moedigen en trouwen republikein Brisson op
te treden.
Engeland.
De 14. Februari is bepaald als de dlag,
waarop het parlement voor zijne nieuwe zit
ting zal worden bijjaengeroepen. Naar aan
leiding daarvan komt weder de ontbinding
van het parlement ter sprake. Daarover is
nog niets bepaaldmen neemt aan diat de
eerste minister Balfour niet tot een besluit
gekomen is over eene ontbinding in het
voorjaar en dat hij de beraadslaging over
het adres, van antwoord zal afwachten, al
vorens hierover te beslissen.
Over de kansen van de conservatieve partij
bij den verkiezingsstrijd na de ontbinding
hebben twee ministers zich nogal skeptisoh
uitgelaten. De minister van oorlog Arnold
Forster zeide te Croydon in eene rede, dat
do aanstaande verk i ezi ngstrijd zeer hevig
zou zijm en dat het volstrekt niet
zeker was, dat de regeeringspartiji 't
zou winnen; men moest althans zorgen,
dat do eventueele conservatieve minderheid
zoo sterk mogelijk werd. De vooratter mn
den Local Government Board betoogde, d'at
het mogelijk was, dat het land tijdelijk eene
regeering kreeg uit de liberale partij.
Sedert Mei 1902 hebben de liberalen de
conservatieven uit niet minder dan vijftien
districten verdrongen. De laatste liberale
overwinning werd behaald in Stalybridge
(Lancashire), dat sedert bijna 20 jaren con
servatieven had afgevaardigd. Nu overwon
de liberale vrij handelsman met 951 stemmen
meerderheid. In het Londensche district
Mile-end, waar in 1900 een conservatief ge
kozen was met 1160 stemmen meerderheid,
hebben de conservatieven zich eergissteren
slechts kunnen handhaven met 76 stemmen
meerderheid.
Denemarken.
Kopenhagen, 13 Jan. De Koning ontving
gisteren den gewezen minister veu ©eredienst
Ckristensen in audiëntie en keurde de vol
gende lijst van ministers goed. Christensen,
minister-president en minister van oorlog en
van marine, graaf Raben-Levetzau minister
van buitenlandsche zaken, de afgevaardigde
Ivend Hoegstro, advocaat bij het hoogge
rechtshof, minister van openbare werken, de
afgevaardigde redacteur Sigurd Berg minister
van binnenlandsche zaken, de afgevaardigde
redacteur Wilhelm Lasser minister van finan
ciën.
De minister van justitie Alberti en de
minister van landbouw Ola Hansen behou
den hunne portefeuille; de gewezen minister
van binnenlaudsche zaken Soerensen wordt
minister van eeredienst.
Kopenhagen, 13 Jan. Het dagblad Politie-
ken deelt mede: De afgetreden minister
Deuntzer had onderhandelingen met Rusland
aangeknoopt over een arbitrageverdrag, die
reeds ver gevorderd waren; dit verdrag was
van verdere strekking dan elk ander met een
groote mogendheid gesloten verdrag. Verder
beproefde minister Deuntzer onderhandelin
gen aan te knoopen tot onzijdigverklaring
van Denemarken onder voor het land niet
drukkende voorwaarden.
Rusland.
In hoever de geruchten van het aanstaan
de aftreden van prins Sw atopolk-Mirski ge
grond zijn, is moeielijk uit te maken. Het
schijmt tamelijk zeker te zijn, dat prins owi-
atopolk niet van zins is den last van het ambt
langer te dragen. Wie hem vervangen zal,
schijnt nog volstrekt niet uitgemaakt zijn.
Petersburg, 13 Jan. De begrooting van
1905 geeft de volgende totaai-cijfersgewo
ne inkomsten 1,977,045,618 roebels, buiten
gewone 17,588,638; gewone uitgaven
1,916,065,571, buitengewone 78,568,685.
Op de begrooting zijn geen kredieten uit
getrokken voor de aanstaande oorlogsuitga
ven. De middelen hiervoor zijn, volgens be
rekening van den minister van financiën, in
dien de oorlog gedurende het geheel© -aar
1905 mocht worden voortgezet, aanwezig of
kunnen zonder bezwaar worden verschaft. De
voor alle ressorten tot het einde van het
jaar toegestane buitengewone oorlogskredie
ten bedroegen 621 millioen.
De uitgaven op de begrooting van 1905
zijn in het geheel 65.5 millioen minder dan
het vorige jaar. De gewone ontvangsten zul
len volgens de raming ongeveer gelijk zijn
aan die van 1904 en 54.8 millioen minder
bedragen dan in 1903.
In het financieel© overzicht van den mi
nister van financiën wordt er op gewezen,
dat ondanks den oorlog geen ernstige sto
ring is ontstaan in de staatshuishouding en
den eoonomischen toestand van Rusland.
De prompte dekking van de groote extrar
uitgaven in 1904, de gunstige ramingen der
'begrooting voor 1905, de stabiliteit van de
gouden standaardmunt, de gunstige resul
taten van de graancampagne bij rijken
oogst, de toestand van handel en nijverheid
legden getuigenis af van het in economisch
opzicht, bevredigend verloop van het eerste
oorlogsjaar, al is dan ook de invloed van den
oorlogstijd op de economische toestanden on
betwistbaar.
De derde Russische vergadering van peda
gogen te Kiew werd van overheidswege ge
sloten. In een telegram aan den minister
van binnenlandscbe zaken verklaarde de ver
gadering, dat voor den treurigen toestand
van het volksonderwijs in Rusland niet de
onderwijzers verantwoordelijk zijn, maar de
algemeene heerschende willekeur van het
bestuur. Het eenige redmiddel is gelegen in
de vervulling van de wenschen der zemstwo's.
Bij de behandeling van het thema oor
log of vrede" komen de Petcrsburgsohe bla
den thans over 't algemeen tot de slotsom,
dat voor Rusland die vraag van den binnen-
landsahen vrede van het hoogste gewicht is.
De Russ meent, dat door het slyiten van den
vrede alleen Japan vrede zou krijgen, niet
Ruslandwanneer aan Rusland dte b'nneur
landsche vrede terug gegeven wordt, dan
komt de buitenlandsche van zelf. De Nashni
Dni houdt ue praatjes over „presfc'ge" voor
zonder belang; voor een sterk volk is dat
een ij dele klank, voor een zwak volk be tee
kent het niets.
Zuidwest-Af rika.
Berlijn, 13 Jan. In de begrootingscommis-
sie van den Rijksdag verklaarde de directeur
van Koloniën Stübel op een gedane vraag,
dat met de versterkingen, die than9 nog on
derweg zijn meegerekender op het oorlogs-
tooneel in Zuid-West-Afrika waren 519 offi
cieren, 154 ambtenaren, 11068 manschappen,
9987 paarden, 54 kanonnen en 16 machine
geweren.
Tot einde December was uitgegeven ruim
42 millioen mark.
Berlijn, 13 Jan. In de begroot in gsoom-
missie van den Rijksdag vroeg Bebel inlich
tingen over de behandeling van de in Zuid-
West-Af rika gevangen genomen inlanders,
waarbij hij wees op het dagblad bericht, dat
generaal v. Trot ha zich de uitroeiing der in
landers ten doel bad gesteld.
De directeur van koloniën Stübel ant
woordde, dat de verklaringen van den Rijks
kanselier, den 5en December in den Rijks
dag afgelegd, geen twijfel lieten over hetgeen
met de Hereros moest geschieden. Generaal
v. Trotha had zich allereerst tot taak ge
steld de opstandelingen niet slechts volko
men ten onder te brengen, maar hen ook
zoo mogelijk over de grenzen te jagen. De
generaal heeft echter per telegraaf van den
rijkskanselier bevel ontvangen, dat hij aan
vrijwillig zich overgevende Hereros, uitge
zonderd de direct schuldigen en de aanvoer
ders, een onderkomen moet verschaffen, en
drt den Hereros op eene doelmatige wijze be
kend moet maken. Ook moet hij van de
goedtó diensten van de zendingstations voor
het onderbrengen, der Hereros gebruik ma
ken.
Da oorlog in Ooat-Azië.
Van don oorlog «ijn de volgende berichte®
Tokio, 13 Jan. Het Japansche hoofdkwar
tier in Korea ontving gisteren het bericht,
dat het Japansche garnizoen te Haiaheung
eene afdeeling Siberische kozakken in de
buurt van Honewan heeft verslagen. De da
tum van <tit gevecht wordt niet gemeld. De
Russen trokken in wanorde terugzij
lieten aan dooden negen officieren en solda
ten achter.
Tokio, 13 Jan. De spoorweg werd tusschen
Ansjantsjan en Haitsjeng en tusschen Inkau
en Tasjitsiao licht beschadigd door Russische
ca vallerie-p? t rouilllcs.
Tokio, 13 JanEen korps bereden Russi
sche troepen, met geweren bewapend, toont
groote activiteit ten zuid-oosten van Liao-
jang. De bedoeling is blijkbaar de spoorweg-
gemeenschap te hinderen en den opmarsch
van het leger van generaal Nogi, dat de troe
pen van maarschalk Oyaraa zal versterken,
tegen te houden.
Het hoofdkwartier van Liaotong meldt in
een rapport van Donderdag, dat Woensdag
morgen te tien uur een Japansche cavalerie-
afdetling vier escadrons Russische ruiterij
ontmoette ten weeten van Tangmasas, zuid
westelijk van Liaojang. Een verwoed gevecht
ontstond, dat tot 's middags half drie voort
duurde.
De Russen werden teruggeslagen met ern
stige verliezen. Daarna zochten de Japannors,
met verscheidene escadrons en acht kanon
nen versterkt, voeling met de Russen tot bij
Linerhpao, waar zij hen aanvielen en later
vervolgden.
In den nacht van Woensdag verechoen
eene kleine afdeeling Russische ruiterij aan
den spoorweg; de lijn tusschen Ansjantion,
Haitsjeng, Inkou en Tasjisjiao werd vernield,
maar onmiddellijk hersteld; het verkeer kon
word. i hervat. Woensdagnamiddag vielen
tweeduizend —ossdsche ruiters Nioetsjwang
aan. De Japanners trokken eerst terug, maar
Ik weet eigenlijk niet goed waarover ik
schrijven zal. We zijn zoo pas het nieuw©
jaar ingetreden, er is nog zoo niete gebeurd',
dat stof geeft tot overpeinzing, mijn huis is
zoo stil en verlaten, nu alle logés zijn ver
trokken en de drukke maar gezellige dagen
tusschen Kerstmis en Nieuwjaar weer tot
het verleden: behoorm. Mijn brein is zoo
leeg en ik heb nu eens niets gevonden, waar
over ik me in deze laatste veertien dagen heb
kunnen ergereni, als zijnde in strijid met mijn
ouderwetscbe begrippen van degelijkheid. Ik
heb me integendeel heel erg gelukkig gevoeld'
te midden van mijne kinderen, en kindskin
deren. Een heerlijke maand is die December
maand met al zijm feestdagen, beginnende
met het feest der kinderen, en eindigend]
met het feest der ouderen, die 't klokje van
twaalf uur afwachten, om de liefde en vriend
schap, die zij voor elkaar gevoelen, te toornen
in een hartelijiken wensch voor het nieuw-
begcmnen jaar. Nooit worden familiebanden
sterker gevoeld dan op Oudejaarsavond
noodt deelt men zoo oprecht in elkanders lief
en leed al9 op dien laatsten dag des jaars;
noodt is onze stemming zoo vatbaar voor het
goede, het lieve, het teedere van 't leven
als op dien 31December, wanneer 't jongste
levensjaar als een optocht van gebeurtenis
sen aan onze herinnering voorbijtrekt. Nooit
spreken die banden des bloeds sterker dan
op dien dag, want ieder wil graag thuis zijn,
bij dé zijnen als 't kan, en voor hem, die
genoodzaakt is den oudejaarsavond door te
brengen vèr van huis, óf zoo hij geen hiuis
bezit alleen, zander familie of vrienden,
bom stemt die laatste dag van 't jaar wee
moedig, en hij voelt dien dag zijn leed! te
zwaarder, omdiat hij zich duibbel eenzaam
voelt, omdat 't hem dan dubbel hard valt,
zich niet te kunnen uiten aan iemand, die
hom lief is. Wie omringd' is van zijne dier
baren, voelt zich rijk, gelukkig en dank
baar.
Ik was in oene stemming om met alles
vrede te hebben, en zeer tegen verwachting
van de moeder had ik zelfs vrede met mijn
oudste kleindochter, een bakvisch van bijna
zeventien jaren, die 't gymnasium bezoekt,
Grioksch en Latijn spreekt of 't Fransch en
Düitscb is en me dus verraden en verkoopen
kan, waar ik bij zit-, die gedichten maakt,
niet onverdienstelijk teekent, maar ondanks
dat alles nog genoeg kind zich voelt om
zich to amuseeren met hare veel jongere
neefjes, om met een vervaarlijke stem Speen
hof fiana te brallen, zingen is een veel
te mooi woord die zich niet to nieuw1-
eeuwsch voelde om mee te helpen kopjes-
wassohen, die er nette mamieren en geen
stiidentikooze slordigheid op nahield, die al
tijd behoorlijk op haar tijd paste als we uit
gingen en even verrukt was over een taartje
als een jongen-gymnasiast 't over oen sigaret
zou zijn. geweest.
„Ik dacht", zed Marie, do moeder vara
deze zeventienjarige gymnasiaste, „dat onze
Miek ze is haar moeders petekind bij
u heelemaal uit den toon zou vallen."
„Volstrekt niet, kindlief; ik heb niets
tegen deze moderne ontwikkeling, mits de
vrouwelijke deugden daarbij niet. verwaar
loosd worden. Ondanks wat jongensachtigen
overmoed', is jullie Miek op en top een
meisje gebleven in haar geheel© wezen, oen
meisje, diat belooft een lieve vrouw te wor
den, met veel fijn gevoel, liefde voor kinde
ren en huiselijjk» deugden. Zie jo, ontwikke
ling moet 't vrouwelijke karakter nog ver-
mooien, nog meer aanvullen, volmaken,
maar ontwikkeling mag al 't andere niet ver
stikken, dan werkte 't eerder ten kwade dam
ten goede. Er is heel veel goeds in de mo
derne wijze van opvoeding, doclx ze moet
daarom al !t oude niet- verwerpen". „Take
the best erf it", zou men kunnen zeggen om
het bekende gezegde een beetje te varioeren.
Dat doet ieder op zijne wijze, soms eeno
zeer zonderlinge. Zoo is er nu bijvoorbeeld
in Den Haag uit de asch van het Dagblad
zaliger gedachtenis een nieuw dagblad,
met een kleine „d", verschenen, diat zich
noemt „Land en Volk", en daar 't modern,
up to date, is om daarin minstens ©em
paar kolommen aan „de" vrouw te wijden, is
daarin dus eeu speciale rubriek: „voor do
dames". Do dienstmeisjes in do keuken, dio
do courant van „binnen" krijgen, weten dus
alvast diat die rubriek niet voor haar be
stemd is. Elk vrouwspersoon, welke zich niet
als „dame" kan betitelen, is 't verboden
dio bepaailde rubriek als voor haar bestemd
te beschouwen, evenals den „dames" verzocht
j wordt zicli met 't couranten lezen tot dio
rubriek te bepalen, anders was 't immers ou-
i noodig bovenaan te schrijven„voor de da
mes". En den heeren der schepping wordt be
leefd verzocht deze kolommen wel te willen
overslaan. De redactie heeft juist dat epithe
ton zoo met- zoog gekozen om aan te toonen,
dat die regelen geen spekje voor hun bekje
was, dat dit zoet geteem voor vrouwen
pardon, ik bedoel voor dames bestemd,
hum toch zou vervelenzij behoeven dus hun
oogen niet noodeloos te verslijten. Ze weten
reedt? met 't hoofdje te lezen, Waar ze mee
af zijn. En nu nog iets.
Onder de letterkundige kroniek van dit
blad! staat met flinke letters te lezen.: Is.
Querido. Dat is een naam, die kEnkt als een
klok. WabHef? Onder 't vrouwen-, ah
pardon ik bedoel dames-rubriekje staat
niets. Geen letter zelfs, laat staan een psoudo
of oen heusohe naam. Dat geschrijf komt
dus uit een erg duister hoekje. De schrijver
verbergt, zich zeker maar liever in de scha
duw, omdat hij) wel voelt, dat hij dé vrou
wen ik bedoel de dames al heel weinig
„au serieux" heeft genomen. Hij is misschien
ook 'n ouderwetscbe, die vindt dat die
vrouwehde dame alleen groot
moet zijn in den kleinen kring van haar
huisgezin. D&ar is veel voor te zeggen, mijn
heel' de onbekende schrijver van de dames-
rubriek in Land en Volk; dlooh nu die da
mes haar Hohtjes ook wel naar buiten laten
uitstralen, nu is 't niet lief van u om dat
aan te zien voor 't schijnsel van een gEnv-
worm en zijn ze 't toch wel waard, dat een
schrijver met een royaal neergeschreven naam
zijn licht late schijnen over dedames;
ik vergiste me haast alweer. Ik hoop d"an
ook dat hij wat van een oude vrouw zal wil-
I len aannemen en dat speciale rubriekje zal
laten varen, als zijjnde bestemd voor: met
klassifieering welke vrouwen wel, en welke
vrouwen n i e t in staat worden geacht vara
zijn geschrijf te mogen, genieten.
Waarom betitelt hij zijne kolommen niet
eenvoudig: „Een en ander over de vrouwen"?
Nu is 't ridicuul. En mogen wij dan ook
weten wie ons de eer aandoet wekelijks ons
zooveel aandacht waardig te keuren?
Of is 't misschien eene vrouw, die zich
met dezen specialen, tak der journalistiek be
last ziet? Haar zou ik den raad willen ge
ven 't zaakje gansch anders aan te pakken en
wil zij in ruimen kring gelezen, worden
haar artikels niet te houden in den zeer
beperkten kring van „dames". Of staan de
vele arbeidende vrouwen, die zich ontwik
keld genoog voelen om een courant te lezen,
doch zich op de maatschappelijke ladder nog
niet- tot „dame" opwerkten, benoden haar ge
schrijf? Ziet u, ik ben maar een oud, ouden-
wetsch mensch, ik loop hard kans dat men
mij naar huis stuurt met- die bewering, dat
mijn raad niet gevraagd is, on toch voel ik
hoe dit anoniem geschrijf over, tegen en voor
diames, een modernisatie is, die haar invloed
niet uitwerkt ten goede.
Waar over en door vrouwen wordt gespro
ken, daar moet een lichtje stralen. Dit is
slechts de afspattende vonk vara con slechte
lucifer.
OUDE VROUW.