3de Jaargang.
Maandag 20 Februari 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
JS°. S39-
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Par 3. maanden Yoor Amersfoortf 1.25.
Idem (rancó.per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, niededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgovers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF 6 O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Tan 1—5 regels OiW.
Elke regel meer«0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen toé
het herhaald adverteèren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat
de Baad dezer gemeente zal vergaderen op Dins
dag. den 21. Februari aanstaande, des avonds
ten 8 uur.
Amersfoort, den 18. Februari 1905.
De Burgemeester voornoemd,
WüTJTIEDRS.
Politiek Overzicht
Het adreadcbat in het lager huisa
Het adres-debat in het lagerhuis is nog
et ten einde, maar het heeft toch in zóó
verre reeds klaarheid gebracht in den toe
stand, dat het denkbeeld der ontbinding van
het lagerhuis is ter zijde gesteld. Het door
den oud-minister Asquitk namens do Front
bench van de oppositie voorgestelde amen
dement op het adres stelde rondweg de ont-
bindings-kweetiehet hield de uitspraak in,
dat het oogenblik gekomen is, om de fiscale
kwestie, die nu gedurende twee jaren van
alle kanten bekeken is, zonder verder verwijl
aan de beslissing van het land te onderwer
pen Die uitspraak heeft liet lagerhuis ge
weigerd te doenhet amendement is met
311 tegen 248 stemmen verworpen.
Eene meerderheid van 63 stemmen heeft
zich dus voor de regeering verklaard. Nu is
die meerderheid heel wat geringer dan de
ruim 130 stemmen meerderheid, die de regee
ring bezat toen het tegenwoordige lagerhuis,
nu ik jaar geleden, gekozen werd, maai* om
er mee te regeeren is zij tooli ruim voldoen
de. Het is geenszins eene homogene meerder
heid, die het kabinet-Balfour steunt, vooral
niet in zake de fiscale kwestie. De heer Jozef
Chamberlain heeft in dit debat verklaard,
dat de ontbinding geen verschrikking voor
hem had; als het daartoe kwam op consti-
tutioneele wijze, dan wenschte hij haar hoe
eerder hoe liever. Maar hij ontkent het recht
van de oppositie om de ontbinding te ver
langen, en haar zelf uit te lokken, daartoe
zag hij blijkbaar geen reden.
Een der leden van het kabinet-Balfour
heeft in een gesprek gezegd„Chamberlain's
tariefhervormers mogen ons niet ten val bren
gen, en de oppositie kan ons niet doen val
len' Dit gezegde past zeer goed op den be
st aan den toestand. Chamberlain kan met de
oppositie geen gemeene zaak makenhij
moet dus wel het kabinet trouw blijven, waar
in zijn zoon als kanselier der schatkist zitting
heeft.
Aan den anderen kant hebben ook de vrijh
handelaars onder de unionisten aan het ka
binet niet de gehoorzaamheid opgezegd. Lord
Hugh Cecil, de jongste en meest begaafde
onder de zoons van wijlen den markies van
Salisbury, die hun woordvoerder was in dit
debat, verklaarde, dat hij, evenals de heer
Chamberlain, tegen het mendement zou
stemmen, omdat hij de oppositie niet gerech
tigd achtte aan de regeering voor te schrij
ven, wanneer zaji het huis zou ontbinden. Hij
ging voort„Ik ga verder dan de heer
Chamberlain; ik wensch, dat de regeering
aan het bewind zal blijven ter wille van het
onderwijs en van lord Lansdowne's bestuur
van de buitenlandsche zaken."
Dit votum van het Lagerhuis is dus voor
het kabinet-Balfour geen aanleiding om de
ontbinding te provoceeren of het bewind ne
der te leggen. Veeleer vindt het daarin eene
aansporing om te- beproeven met het parle
ment het werkprogram r uit te voeren, dat
in de troonrede is aangekondigd. De corres
pondent van het Journal des Débats prijst
dit programma als zeer eenvoudig en zeer
handig en bij uitstek geschikt voor het doel
van den heer Balf vur om het bestaan van
zijn kalbönet te verlengen. „Wetende, dat hiji
aan hevige aanvallen zou zijn blootgesteld,
hoeft hij voor den verdecLgingsveldtocht, dien
hij wil voeren, het gunstigste terrein geko
zen. Wanneer men het wetgevende program
ma, dat in de troonrede is opgenomen, met
zorg nagaat, dan ziet men, dat geen enkele
van de belangrijke maatregelen, die aan het
parlement zullen worden onderworpen, aan.
de oppositie de gelegenheid versohaft om met
succes slag te lever m. Ieder van deze maat
regelen toch is van dien aard. dat de oppo
sitie over het beginsel er van niet met de
regeering in oneenïgheid kan zijp. Wat de
immigratie va.n vreemdelingen betreft, kun
nen do liberalen zich niet er tegen verzetten,
dat Engeland zijne deuren sluit voor het
schuim van de vreemde natiën, welks binnen
komen een gevaar zou zijn voor de maat
schappelijke veiligheid of voor de openbare
gezondheid. Zij irunnen o-geen principieele
tegenstanders zijn van de wet, die bestemd
is aan de werkloozen hulp te bieden. Ten
aanzien van deze beide maatregelen zijn de
radicale vleugel van de oppositie en de werk
liedenpartij voorstanders van de aangekon
digde voorstellen.
„Over n.t wetsontwerp tot regeling van
het onderwijs m Schotland kan geen groote
strijd ontbranden in zulke gevallen blijven
de partijen onzijdig en laten het voeren van
den striid over aan de Schotscne vertegen
woordigers. Wat staat er verder nog in het
programma Een wetsontwerp tot regeling
van de schadevergoeding voor ongevallen in
het bedrijf, ten ander ontwerp tot oprich
ting van een ministerie van koophandel. Der
gelijke zaken maken de politieke hartstoch
ten niet gaande.
„D'an is er de nieuwe indeeling van de
kiesdistrictenMaar hier is geen sprake van
een wetsontwerp, doch alleen, van een alge
meen debat, dat zal worden gevolgd door de
benoeming van eene commissie, die de mid
delen zal bestudeeren om bet vraagstuk op
to lossen. Ook hier zijn dus geen beginsel-
vragen, waarover oneenigheid kan rijzen. Het
ziip meer détailkwestiën. die in dit program
ma zijp opgenomen, dat, de beginselen laat
rusten om zich met kleinere vragen van
praktische politiek bezig te houden."
Dultschland.
Berlijn, 18 Fébr. Het nieuwe mijpwets-
ontwerp is aan het Huls van Afgevaardigden
toegezonden. De novelle verplicht de mijn
eigenaren den mijpbouw uit te oefenen, als
het bedrijf winst belooft of tegen de stop
zetting van het bedrijf overwegende bezwa
ren van. publiek belang zijp aan te voeren.
Indien de mijneigenaren aan den eiscb
van het „Ober-bergamt", om het bedrijf weer
te hervatten, geen gevolg geven, kan het
„Oberbergaont" een proces tot onteigening
beginnen. Intusschen kan dan krachtens een
besluit van de ministers van handel en van
financiën het bedrijf onder toezicht van ©en
te benoemen mij«bestuurder, bij wijze van
dwang worden begonnen.
Rusland.
Petersburg, 18 Febr. Naar aanleiding van
den dood van grootvorst Sergius, is de rijks
raad heden in eeno buitengewone vergade
ring bijeengekomen.
Petersburg18 Fébr. Men verneemt, dat
het lijjk -an grootvorst Sergius, overeenkom
stig zijn vroeger kenbaar gemaakt verlangen,
zal worden bijgezet te Ilinskoje bij Moskou.
Op den dag der teraardebestelling zal te
Zarskojo Selo een rouwdienst plaats hebben,
waaraan het corps diplomatique zal deel
nemen.
Hoe diepen indruk de aanslag, waarvan
grootvorst Sergius het slachtoffer geworden
is, heeft gemaakt om de afgrijselijke om
standigheden waaronder hij uit het leven is
gescheiden, eene verrassing heeft het bericht
toch niet gebracht. De wet van oorzaak en
gevolg wijst aan het gebeurde zijne plaats
aan in de gebeurtenissen, die zich in Rus
land, afspelen, en dat deze grootvorst
is gevallen als het eerste slachtoffer van de
terroristische beweging, die nadat de reactie
zich weder deed gelden opnieuw het hoofd
'heeft opgestoken, wordt verklaard uit zijne
persoonlijkheid en uit de rol, die hij heeft
vervuild.
Uit de nadere bijzonderheden, die van liet
gebeurde worden gemeld, is inzonderheid van
gewicht, dat de plek, waar het onheil is ge
schied, ligt binnen de muren van het Krem
lin. Vi-eeselijik was de uitwerking van de
ontploffing. Hot rijtuig werd volkomen ver
nield,, de grootvorst oogenblikkelijk gedood.
Het göheele liefhaam boven de lijn, loopeu.de
van den rechter solioudër naar de linker heup,
was eene onkenbare, bloedige vleèsahmassa,
het hoofd was verbrijzeld, de heide beenen
er een arm waren van den romp gescheiden.
Do bok werd van het rijtuig gescheiden, de
gewonde paarden gingen met den eveneens
zwaar gewonden koetsier er van door; man
en paarden zijn inmiddels aan hunne wonden
bezweken.
Op den slag kwam de grootvorstin uit het
nabijgelegen paleis toesnellenzij wierp zich
bij het deerlijk verminkte lij|k op de knieën
en bleef er bij, totdat het op een draagbaar
werd weggebracht.
De moordenaar was slechts licht gewond
hij bloedde aan het hoofd en aan de han
den door den schok van de ontploffing was
hij half bewusteloos en kon daardoor in hech
tenis genomen worden zonder tegenstand te
bieden. Hij kwam spoedig weer bij en riep
op den weg naar het politiebureau, aanhou
dend Leve de vrijheid.Er werd een pas bij
hem gevonden, luidende op den naam van den
kleinburger Gerassdmow uit Witebsk.
Het Kremlin, dat het tooneel van deze
misdaad was, vormt eene stad op zich zelf in
het midden van Moskou, gelegen op een de
Czarenstad bebeerschenden heuvel. De in het
Kremlin vereenigde kerkelijke gebouwen, pa
leizen en regeeringsgebouwen zijn omgeven
door een 30 meter hoogen muur van 2 K.M.
omvang met 21 torens. Yijf poorten geven
toegang tot het Kremlin, de gewijde plek in
de Russische geschiedenis. Het Nikolai- of
kleine paleis, van waar het rijtuig van
grootvorst Sergius kwam aanrijden, ligt aan
het Gzarenplein. Het is belend in 't noorden
door het Wosnessenski-nounenklooster, in
hert westen door het Tsjoedow-mo nnikenk 1 oos-
ter. Naar het laatstgenoemde klooster wer
den de overblijfselen van den vermoorden
grootvorst gebracht.
De weg van het Nikolai-palcis naar het
Senaatsplein, waar de aanslag plaats had,
leidt voorbij den grooten klokketoren Iwan
Weliki. Op de eene zijde van dit plein is
het arsenaal gelegen, op de andere zijde het
vroegere gebouw van den senaat, thans pa
leis van justitie; alle glasruiten aan de
straatzijde van dit gebouw zijn door de ont
ploffing gebroken.
Volgens de eerste berichten zon grootvorst
Sergius gekomen zijn van het historisoh mu
seum, dat buiten don muur van het Kremlin
aan het Roode plein Ligt. De latere berich
ten houden in, dat de bedrijvers van den
aanslag uit deze richting den grootvorst te
gemoet gevaren zijn; zij zijn door de Ni-
kolski-poort op het Senaatsplein gekomen.
Dó oorrespondent van de Echo de Paris
maakt in zijn verhaal nog melding van twee
in een rijtuig gezeten vrouwen, als liefde
zusters gekleed, die waarschuwdenen van
twee mannen, die Ooor voor do paarden van
het rijtuig van den grootvorst te gaan staan,
het tegenhielden en daardoor de bedrijvers
van den aanslag gelegenheid gaven te nade
ren. Op het Roode plein had later de mani
festatie van het volk tegen de studenten
plaats, waardoor deze afgeranseld werden.
De Temps bericlit, dat grootvorstin Sergius
kort geleden eene waarschuwing had gekre
gen, dajt zij niet meer met haren gemaal
moest uitrijden, waaruit de conclusie werd
getrokken, dat er een aanslag tegen den
grootvorst werd voorbereid. Een van de be
drijvers heeft, zooals reedis bericht werd, er
zijne voldoening over uitgesproken, dat de
grootvorstin D.ict in het rijtuig had gezeten en
dus ongedeerd gebleven is.
Dit is de eerste aanslag tegen een lid van
het keizerlijke huis in Moskou; ook is nu
voor 't eerst een grootvorst door de Russische
omiwenteljngsgezinden gedood. Van de Rus
sische keizers is alleen Alexander H als
slachtoffer van de revolutionairen gevallen.
Peter III (1762) en Paul I (i801) werden door
leden van hunne eigen omgeving in het
paleis omgebracht.
Te Petersburg werd het bericht van den
moord binnen het uur per telefoon bekend;
het verspreidde zich als een loopend vuur, of
schoon de dagbladen het in 't eerst niet
mochten melden. Naar Zarskoje Selo werd
liet overgebracht door den minister van het
keizerlijke hof baron Fieedericksz en den
gouverneur-generaal Trepow, die zich van
een extra-trein bedienden. Volgens de Lokal-
Anzciiger viel de Czarina flauw en bleef de
Czaar eenige minuten sprakeloos. De weduwe
van den vermoorden grootvorst is eene oudere
zuster van de Czarina
Het bericht verwekte te Petersburg eene
groote ontroering. Gouverneur-generaal Tre
pow gaf terstond bevel tot het verrichten van
huiszoekingen bij nihilisten en revolutionaire
studenten.
De Regeer,ngsbodte, het Journal die St. Pe
tersburg en de Swjet verschenen met een
rouwrand. De overige bladen hebben ernstig
gesteahde artikelen gebracht over den toestand
in Rusland, waarin zij er op wijzen, dat geeiie
maatregelen van tegenweer, maar slechts her
vormingen, die een nieuwen toestand in het
leven roepan, hulp kunnen brengen. De No-
woje Wremja verklaart, dat de vraag naar den
persoon van den moordenaar minder gewich
tig is dan die hoe het mogelijk is geweest,
dat de misdaad niet veiiiimderd werd. Sedert
tientallen van jaren werken de onwentelmgs-
gezinden d'oor heb verspreiden van schrik
zij. kondigen doodvonnissen af, en het gelukt
niet hunne uitvoering te beletten; dit 13
slechts verklaarbaar door de vervreemding,
die er gekomen is tusschen het staatsgezag en
de samenleving. Ook de Slowo duidt het
samengaan van regeering en maatschappij als
noodzakelijk aan. De Kuss doet uitkomen,
dat in de dagen, toen de hervormingsgezinde
minister Swiatopolk-Mirski aan het bewind
was, de partij van het revolutionaire schrik
bewind haren arbeid had gestaakt.
Moskou, 18 Fébr. Grootvorst Konstantijn
is hier heden morgen uit Petersburg aangeko
men.
Petersburg, 18 Febr. Grootvorst Paul
Aloxandrowitsch treedt weder in den mili
tairen dienst als generaal en vleugel-adjudant
van den Czaar. Hij zal te Moskou do begra
fenis van grootvorst Sergius bijwonen.
(Grootvorst Paul is een jongere broeder
van grootvorst Sergius. Hij leefde in da
laatste jaren te Parijs als ambteloos burger,
omdat hij aan het hóf in ongenade gevallen
was wegens een huwelijk beneden zijn stand,
clat hij had aangegaan met Olga Valerianowna
Karnowitsch, gescheiden echtgenoot© van
Pistohlkors).
Petersburg, 19 Febr. In dfe jongste bijeen
komst van den ministerraad werd over
punt 2 van de hervormingsukase van 25
December 1904, betreffende het bestuur van
plaatselijke weldadigheidsinstellingen, beslo
ten le over het gar, tot uitwerking van een
wetsontwerp betreffende dit punt, en daaraan
de provinciale en stedelijke autoriteiten te
doen deelnemen; 2e met het uitwerken van
het wetsont werp tot reorganisatie van de pro
vinciale en stedelijke besturen twee oommis
siën te belasten, die tot dit bijzonder doel te
Petersburg zullen ge vorm d worden. In deze
commissiën zullen als leden zitting hebben
personen, daartoe aan te wijzen door de ohefs
der betrokken bestuursafdeelingen, en verder
te kiezen door en uit de provinciale en ste
delijke besturen.
Petersburg, 19 Felrr. De fabriekseigenaars
boden den minister van financiën een adres
aan, waarin zij op hun moeilijken toestand
wijzen. De nijverheid geeft den arbeiders wat
zij kan. De rust onder de arbeiders kan ech
ter niet door. concession van de zijde der pa
troons bereikt word i, maar slechts door ver
strekkende hervormingen van algemeen staat
kundigen aard.
De vrouwen van Moakou liebben aan Kei
zerin Alexandra een adres met vel© hamd-
teekeningen gericht, waarin haar wordt ver
zocht den Keizer de noodzakelijkheid voor
oogen te houden om Rusland uit zijm onge
luk te redden.
Moskou, 18 Febr. Het verkeer op den spoor
weg WindauRybinsk is sedert gisteren tot
nader order gestaakt.
Moskou, 18 Fébr. Allo apothekers-bedien
den zijp. heden in staking getreden. Zij
eisüben oen zeven-urigen arbeidsdag en loons-
verhooging. In enkele apotheken, waar deze
easohen zijn ingewilligd, gingen de bedienden
's avonds weer aan het werk.
De Krakausche Czas bericht uit War
schau Na de laatste onlusten werden op
groote schaal executiën verricht. In het tien
de politiedistrict voerden politie-agenten en
soldiaten zo uit. In het vierde politiedistrict
werden twintig personen aan een muur op
gesteld en dood geschoten.
Thibet
De Rritscbe minister van koloniën Rro-
drick heeft verklaard, dat de kosten van de
Tibet-expeditie tot 31 December 1904 312.000
pond bedragen hebben, welke som betaald
moet worden door de Indische regeering.
5 Roman van
M0RITZ VON REICHENBACH.
Met blijdschap had Nanni dat besluit Ver
nomen, doch toen zij, na twee jaar afwezig
te zijn geweest, die oude oangeving harer
kindsheid terug zag, maakte liet ouderlijko
huis met zijn bonte uitdragersinboede 1 een
zeer zonderlingen indruk op haar. Toen zij
voor 't eerst weder het kleine, sombere kan
toortje bet-radl, mengde zich onwillekeurig
in haar gevoel van blijdschap, dat zij weder
thuis was, een ander, een inderdaad onbeha-
gelijk gevoel.
Zij kon niet nalaten, hetgeen zij nu zag, to
vergelijken met de luchtige, ruime kamers
van de kostschool, waar geen stofje geduld
werd, en die groote tegenstelling maakte haar
in waarheid de ademhaling moeilijk. In 't
eerst waren ze haar verschrikkelijk koel en
vervelend voorgekomen, die hooge vertrek
ken daarigndb, en toen was de herinnering
aan het ouderlijke huis met al zijn bon to
schatten, als een soort van tooversprookjo
haan bijgebleven. Nu zij evenwel was terug
gekeerd, bemerkt; zij voor 't eerst tusschen al
d'ie heerlijkheden harer kinderdroomeu, be
krompenheid, stof en een groot gemis aan
orde on reinheid. Die ontdekking hinderde
haar en maakte haar in de eerste dagen na
haar terugkomst in zekeren zin schuw; maar
ze was nog te veel kind om dien nieuwen
indruk lang te bewaren. Zij zocht haar sprco-
ken-boekjes weder op en dè oude stukken van
de uitdragerij, die haar vader als „lastig te
verkoopen" had aangeduid, maar die zij lief
had, omdat zich daaraan de herinneringen
harer vroegste jeugdi vastknoopten. En dan
die oude, lieve stad! Zij kende er, om zoo te
zeggen, elk hoekje en gaatje van, eiken in-
gemetsel-dien steen. Zij bezocht weder de bron
nen en bruggen en had voor al die dingen
een bizonderen naam. De Justitia-bron naast
de St. Lorenzkerk was voor haar „het too-
verslof'. Daar had' zij aelve als betoovercl©
prinses uren doorgebracht, en de sierlijke
vrouwen-figuren van de bron waren toen haar
versteend» hofdames geweest. De bron met
het ganzenhoedertje heette daarentegen de
„koboldsberg", want het steenen manneke
was voor haar een kobold geweest, die armo
kinderen in ganzen Veranderde en haar zelf
ook reeds meermalen gevangen had genomen
om -haar diezelfde gedaanteverwisseling te
doen ondergaan. Maar zij werd altijd ver
lost, zoowel uit het tooverslot als van den
koboldsberg en altijd was het "dezelfde ridder
geweest, die goed' en bloed voor haar op het
spel zette en haar was komen bevrijden. Eg-
bert, de zoon van den burchtbewaardër, was
haar onafscheidelijke speelmakker geweest en
had steeds over al'e gevaren, door zijp eigen
en door Nanni's fantasie in het leven geroe
pen, met bewonderenswaardigen moed en fier
heid gezegevierd.
Maar -dat alles was nu al heel lang gele
den, en toen Nanni op de kostschool was,
had zij nauwelijks meer aan haar kinderspe
len gedacht. Maar thans, voor de eerste maal
na een lange afwezigheid weder thuis geko
men, thans kwamen al die half vergeten her
inneringen levendiger dan ooit weder bij haar
op. t.
Den dag volgende op dien, waarop zij dio
vreemde prinses had gezien, was Nanni in
de kamer van haar stiefvader en hielp zij
hem bij het ordleneu van een glazen kast met
oude sieraden,
Op eens hield zij een ring in de hoogte.
„Ei, kijk, daar is hij nog," riep zij uit,
„die licVe oude ring! Wat vind ik dit pret
tig!"
„O die," zeide Berger, „ja, dat is weer zoo'n
ding, waar men maar zelden liefhebbers voor
vindtDat blijft vooreerst nog wel onver
kocht."
„Nu, mij idioet het wel pleizier," verklaar
de zij opgetogen. „Ik houd zooveel van dien
ring. Toen ik nog klein was, verbeeldde ik
mij altijd), dat het een tcoverring was, die
iemand1 geluk moest aanbrengen."
„Kind, kind, wat ben jo nog dom!" brom
de Berger, „'tls maar te hopen, dat ze je op
de kostschool al dien onzin uit het hoofd
zullen praten."
Nanni kreeg een kleur en zweeg. Zij had
den ring nog in haar han'di en beschouwde
hem aandachtig. Hij bestond uit drie smalle
cirkels, waartusschen een sierlijk ornament
heenliep en vertoonde in 't midden een gou
den sphinx met brillanten.
„Geef hier dien ring," zeide Berger, die in
tusschen met hot rangschikken der kleinoo-
dieën gereed was gekomen, en Nanni, die
den ring onwillekeurig aan haar vinger ge
stoken had, beijverde zich, daarop om hem
weer af te doen en in de kast te leggen.
Op dit oogenblik werd Berger naar voren
geroepen.
„Daar is een heel deftige dame," meende
zijn vrouw.
Hij deed liet glazen kastje op slot en daal
de het smalle trapje af.
Nanni bleef waai* zij was, wel wetend!, dat
haar vader, zco er bezoekers waren, die wat
geld wilden besteden, piet in gebreke zou
blijven, ze^ ook hier te brengen.
Beneden aan de trap klonk een zachte
vrouwenstem, die Nanni niet onbekend voor
kwam. Nieuwsgierig liep zij naar de deur cn
hoog over de trapleuning heen. Het was de
vreemdelinge van den vorigen dag, die prin
ses met het lichte haar, die naar boven kwam.
Nanni zag op het lieflijke, eenigszins bleeko
gelaat met de rood© lippen en de groote spre
kende oogen en zij gevoelde zich ontstemd
Zij hield niet van die prinses, vap die Melu-
sino met haar bloeke gezicht. Do prinses haidi
intusschen haar tegenwoordigheid opgemerkt
en groette vriendelijk. Nanni knikte vrij on
beholpen terug, ergerde zich zoowel over do
kleur, düe zij daarbij op haar wangen voelde
als over de overdreven beleefdheid van haar
vader cn liep de trap af, zoodra zc daartoe
haar kans schoon zag. Haar kon t al bizon
der weinig schelen, wat de dame zou uitkie
zen ze vond dat al even weinig interessant
als die heele prinses.
Zij zette haar hoedje op, dat heneden op
't kantoor lag sinds zij op de kostschool
was, kwam zij niet meer zooals vroeger bloots
hoofd op straat, en ging de stad in. Het
was haar ingevallen dat zij neg een boodschap
moest doen.
Onderweg kwam zij Egbert tegen.
„Heerlijk, dat ik p tref," zeide hij„ik
was net op weg naar jo huis."
„Ooh komNu, ie bent wezenlijk al te
vriendelijk I"
„Maar, Nanni, wat mankeer je toch? Waar
om geef je mij niet eens een hand? 'Ben je
boos op me?"
„Wel neen, ik ben immers veel te klem
om op zoo'n grooten mijnheer boos te dur
ven zijn."
„Doe toch niet zoo dwaas, NanniWij zijn
immens ou'cLe speelkameraadjes en die moeten
elkaar niet dadelijk alJes zoo kwalijk nemen.
Zie je, ik wou je vragen of jo niet voor een
schets een uurtje of zoo voor mij zoudt wil
len zitten; je weet wel, als de dochter van
don patriciër
„Ei, daarvoor ben ik dus niot te klein en
to dom?"
„Nu, ik moet zeggen, dat je vandaag alles
behalve goed gemutst ben, NanniJo hebt
zoo'n prachtig, rond kopje, weet je, en dat
zit zoo keurig op de schouders en het profiel.
ik moet natuurlijk het gezicht een bsetje
veranderen, maar je hoofd kon ik zoo erg
goed gebruiken en je zou er mij werkelijk
een grooten 'dienst mede doen.
Nanni zweeg.
„Hoe is 't? Doen ja of neen?" vroeg Egbert
na eenig wachten op bijna ongeduldigen toon.
Nanni zag hem aan.
„Uw oom komt er zeker ook weer bij en
ik ben op zijn aardigheden volstrekt niet
gestold," sprak zij, half wrevelig, half toege
vend.
Wordt vervolgd.
d