3de Jaargang. Maandag 20 Februari 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. JS°. S39- AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Par 3. maanden Yoor Amersfoortf 1.25. Idem (rancó.per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, niededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgovers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF 6 O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Tan 1—5 regels OiW. Elke regel meer«0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen toé het herhaald adverteèren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de Baad dezer gemeente zal vergaderen op Dins dag. den 21. Februari aanstaande, des avonds ten 8 uur. Amersfoort, den 18. Februari 1905. De Burgemeester voornoemd, WüTJTIEDRS. Politiek Overzicht Het adreadcbat in het lager huisa Het adres-debat in het lagerhuis is nog et ten einde, maar het heeft toch in zóó verre reeds klaarheid gebracht in den toe stand, dat het denkbeeld der ontbinding van het lagerhuis is ter zijde gesteld. Het door den oud-minister Asquitk namens do Front bench van de oppositie voorgestelde amen dement op het adres stelde rondweg de ont- bindings-kweetiehet hield de uitspraak in, dat het oogenblik gekomen is, om de fiscale kwestie, die nu gedurende twee jaren van alle kanten bekeken is, zonder verder verwijl aan de beslissing van het land te onderwer pen Die uitspraak heeft liet lagerhuis ge weigerd te doenhet amendement is met 311 tegen 248 stemmen verworpen. Eene meerderheid van 63 stemmen heeft zich dus voor de regeering verklaard. Nu is die meerderheid heel wat geringer dan de ruim 130 stemmen meerderheid, die de regee ring bezat toen het tegenwoordige lagerhuis, nu ik jaar geleden, gekozen werd, maai* om er mee te regeeren is zij tooli ruim voldoen de. Het is geenszins eene homogene meerder heid, die het kabinet-Balfour steunt, vooral niet in zake de fiscale kwestie. De heer Jozef Chamberlain heeft in dit debat verklaard, dat de ontbinding geen verschrikking voor hem had; als het daartoe kwam op consti- tutioneele wijze, dan wenschte hij haar hoe eerder hoe liever. Maar hij ontkent het recht van de oppositie om de ontbinding te ver langen, en haar zelf uit te lokken, daartoe zag hij blijkbaar geen reden. Een der leden van het kabinet-Balfour heeft in een gesprek gezegd„Chamberlain's tariefhervormers mogen ons niet ten val bren gen, en de oppositie kan ons niet doen val len' Dit gezegde past zeer goed op den be st aan den toestand. Chamberlain kan met de oppositie geen gemeene zaak makenhij moet dus wel het kabinet trouw blijven, waar in zijn zoon als kanselier der schatkist zitting heeft. Aan den anderen kant hebben ook de vrijh handelaars onder de unionisten aan het ka binet niet de gehoorzaamheid opgezegd. Lord Hugh Cecil, de jongste en meest begaafde onder de zoons van wijlen den markies van Salisbury, die hun woordvoerder was in dit debat, verklaarde, dat hij, evenals de heer Chamberlain, tegen het mendement zou stemmen, omdat hij de oppositie niet gerech tigd achtte aan de regeering voor te schrij ven, wanneer zaji het huis zou ontbinden. Hij ging voort„Ik ga verder dan de heer Chamberlain; ik wensch, dat de regeering aan het bewind zal blijven ter wille van het onderwijs en van lord Lansdowne's bestuur van de buitenlandsche zaken." Dit votum van het Lagerhuis is dus voor het kabinet-Balfour geen aanleiding om de ontbinding te provoceeren of het bewind ne der te leggen. Veeleer vindt het daarin eene aansporing om te- beproeven met het parle ment het werkprogram r uit te voeren, dat in de troonrede is aangekondigd. De corres pondent van het Journal des Débats prijst dit programma als zeer eenvoudig en zeer handig en bij uitstek geschikt voor het doel van den heer Balf vur om het bestaan van zijn kalbönet te verlengen. „Wetende, dat hiji aan hevige aanvallen zou zijn blootgesteld, hoeft hij voor den verdecLgingsveldtocht, dien hij wil voeren, het gunstigste terrein geko zen. Wanneer men het wetgevende program ma, dat in de troonrede is opgenomen, met zorg nagaat, dan ziet men, dat geen enkele van de belangrijke maatregelen, die aan het parlement zullen worden onderworpen, aan. de oppositie de gelegenheid versohaft om met succes slag te lever m. Ieder van deze maat regelen toch is van dien aard. dat de oppo sitie over het beginsel er van niet met de regeering in oneenïgheid kan zijp. Wat de immigratie va.n vreemdelingen betreft, kun nen do liberalen zich niet er tegen verzetten, dat Engeland zijne deuren sluit voor het schuim van de vreemde natiën, welks binnen komen een gevaar zou zijn voor de maat schappelijke veiligheid of voor de openbare gezondheid. Zij irunnen o-geen principieele tegenstanders zijn van de wet, die bestemd is aan de werkloozen hulp te bieden. Ten aanzien van deze beide maatregelen zijn de radicale vleugel van de oppositie en de werk liedenpartij voorstanders van de aangekon digde voorstellen. „Over n.t wetsontwerp tot regeling van het onderwijs m Schotland kan geen groote strijd ontbranden in zulke gevallen blijven de partijen onzijdig en laten het voeren van den striid over aan de Schotscne vertegen woordigers. Wat staat er verder nog in het programma Een wetsontwerp tot regeling van de schadevergoeding voor ongevallen in het bedrijf, ten ander ontwerp tot oprich ting van een ministerie van koophandel. Der gelijke zaken maken de politieke hartstoch ten niet gaande. „D'an is er de nieuwe indeeling van de kiesdistrictenMaar hier is geen sprake van een wetsontwerp, doch alleen, van een alge meen debat, dat zal worden gevolgd door de benoeming van eene commissie, die de mid delen zal bestudeeren om bet vraagstuk op to lossen. Ook hier zijn dus geen beginsel- vragen, waarover oneenigheid kan rijzen. Het ziip meer détailkwestiën. die in dit program ma zijp opgenomen, dat, de beginselen laat rusten om zich met kleinere vragen van praktische politiek bezig te houden." Dultschland. Berlijn, 18 Fébr. Het nieuwe mijpwets- ontwerp is aan het Huls van Afgevaardigden toegezonden. De novelle verplicht de mijn eigenaren den mijpbouw uit te oefenen, als het bedrijf winst belooft of tegen de stop zetting van het bedrijf overwegende bezwa ren van. publiek belang zijp aan te voeren. Indien de mijneigenaren aan den eiscb van het „Ober-bergamt", om het bedrijf weer te hervatten, geen gevolg geven, kan het „Oberbergaont" een proces tot onteigening beginnen. Intusschen kan dan krachtens een besluit van de ministers van handel en van financiën het bedrijf onder toezicht van ©en te benoemen mij«bestuurder, bij wijze van dwang worden begonnen. Rusland. Petersburg, 18 Febr. Naar aanleiding van den dood van grootvorst Sergius, is de rijks raad heden in eeno buitengewone vergade ring bijeengekomen. Petersburg18 Fébr. Men verneemt, dat het lijjk -an grootvorst Sergius, overeenkom stig zijn vroeger kenbaar gemaakt verlangen, zal worden bijgezet te Ilinskoje bij Moskou. Op den dag der teraardebestelling zal te Zarskojo Selo een rouwdienst plaats hebben, waaraan het corps diplomatique zal deel nemen. Hoe diepen indruk de aanslag, waarvan grootvorst Sergius het slachtoffer geworden is, heeft gemaakt om de afgrijselijke om standigheden waaronder hij uit het leven is gescheiden, eene verrassing heeft het bericht toch niet gebracht. De wet van oorzaak en gevolg wijst aan het gebeurde zijne plaats aan in de gebeurtenissen, die zich in Rus land, afspelen, en dat deze grootvorst is gevallen als het eerste slachtoffer van de terroristische beweging, die nadat de reactie zich weder deed gelden opnieuw het hoofd 'heeft opgestoken, wordt verklaard uit zijne persoonlijkheid en uit de rol, die hij heeft vervuild. Uit de nadere bijzonderheden, die van liet gebeurde worden gemeld, is inzonderheid van gewicht, dat de plek, waar het onheil is ge schied, ligt binnen de muren van het Krem lin. Vi-eeselijik was de uitwerking van de ontploffing. Hot rijtuig werd volkomen ver nield,, de grootvorst oogenblikkelijk gedood. Het göheele liefhaam boven de lijn, loopeu.de van den rechter solioudër naar de linker heup, was eene onkenbare, bloedige vleèsahmassa, het hoofd was verbrijzeld, de heide beenen er een arm waren van den romp gescheiden. Do bok werd van het rijtuig gescheiden, de gewonde paarden gingen met den eveneens zwaar gewonden koetsier er van door; man en paarden zijn inmiddels aan hunne wonden bezweken. Op den slag kwam de grootvorstin uit het nabijgelegen paleis toesnellenzij wierp zich bij het deerlijk verminkte lij|k op de knieën en bleef er bij, totdat het op een draagbaar werd weggebracht. De moordenaar was slechts licht gewond hij bloedde aan het hoofd en aan de han den door den schok van de ontploffing was hij half bewusteloos en kon daardoor in hech tenis genomen worden zonder tegenstand te bieden. Hij kwam spoedig weer bij en riep op den weg naar het politiebureau, aanhou dend Leve de vrijheid.Er werd een pas bij hem gevonden, luidende op den naam van den kleinburger Gerassdmow uit Witebsk. Het Kremlin, dat het tooneel van deze misdaad was, vormt eene stad op zich zelf in het midden van Moskou, gelegen op een de Czarenstad bebeerschenden heuvel. De in het Kremlin vereenigde kerkelijke gebouwen, pa leizen en regeeringsgebouwen zijn omgeven door een 30 meter hoogen muur van 2 K.M. omvang met 21 torens. Yijf poorten geven toegang tot het Kremlin, de gewijde plek in de Russische geschiedenis. Het Nikolai- of kleine paleis, van waar het rijtuig van grootvorst Sergius kwam aanrijden, ligt aan het Gzarenplein. Het is belend in 't noorden door het Wosnessenski-nounenklooster, in hert westen door het Tsjoedow-mo nnikenk 1 oos- ter. Naar het laatstgenoemde klooster wer den de overblijfselen van den vermoorden grootvorst gebracht. De weg van het Nikolai-palcis naar het Senaatsplein, waar de aanslag plaats had, leidt voorbij den grooten klokketoren Iwan Weliki. Op de eene zijde van dit plein is het arsenaal gelegen, op de andere zijde het vroegere gebouw van den senaat, thans pa leis van justitie; alle glasruiten aan de straatzijde van dit gebouw zijn door de ont ploffing gebroken. Volgens de eerste berichten zon grootvorst Sergius gekomen zijn van het historisoh mu seum, dat buiten don muur van het Kremlin aan het Roode plein Ligt. De latere berich ten houden in, dat de bedrijvers van den aanslag uit deze richting den grootvorst te gemoet gevaren zijn; zij zijn door de Ni- kolski-poort op het Senaatsplein gekomen. Dó oorrespondent van de Echo de Paris maakt in zijn verhaal nog melding van twee in een rijtuig gezeten vrouwen, als liefde zusters gekleed, die waarschuwdenen van twee mannen, die Ooor voor do paarden van het rijtuig van den grootvorst te gaan staan, het tegenhielden en daardoor de bedrijvers van den aanslag gelegenheid gaven te nade ren. Op het Roode plein had later de mani festatie van het volk tegen de studenten plaats, waardoor deze afgeranseld werden. De Temps bericlit, dat grootvorstin Sergius kort geleden eene waarschuwing had gekre gen, dajt zij niet meer met haren gemaal moest uitrijden, waaruit de conclusie werd getrokken, dat er een aanslag tegen den grootvorst werd voorbereid. Een van de be drijvers heeft, zooals reedis bericht werd, er zijne voldoening over uitgesproken, dat de grootvorstin D.ict in het rijtuig had gezeten en dus ongedeerd gebleven is. Dit is de eerste aanslag tegen een lid van het keizerlijke huis in Moskou; ook is nu voor 't eerst een grootvorst door de Russische omiwenteljngsgezinden gedood. Van de Rus sische keizers is alleen Alexander H als slachtoffer van de revolutionairen gevallen. Peter III (1762) en Paul I (i801) werden door leden van hunne eigen omgeving in het paleis omgebracht. Te Petersburg werd het bericht van den moord binnen het uur per telefoon bekend; het verspreidde zich als een loopend vuur, of schoon de dagbladen het in 't eerst niet mochten melden. Naar Zarskoje Selo werd liet overgebracht door den minister van het keizerlijke hof baron Fieedericksz en den gouverneur-generaal Trepow, die zich van een extra-trein bedienden. Volgens de Lokal- Anzciiger viel de Czarina flauw en bleef de Czaar eenige minuten sprakeloos. De weduwe van den vermoorden grootvorst is eene oudere zuster van de Czarina Het bericht verwekte te Petersburg eene groote ontroering. Gouverneur-generaal Tre pow gaf terstond bevel tot het verrichten van huiszoekingen bij nihilisten en revolutionaire studenten. De Regeer,ngsbodte, het Journal die St. Pe tersburg en de Swjet verschenen met een rouwrand. De overige bladen hebben ernstig gesteahde artikelen gebracht over den toestand in Rusland, waarin zij er op wijzen, dat geeiie maatregelen van tegenweer, maar slechts her vormingen, die een nieuwen toestand in het leven roepan, hulp kunnen brengen. De No- woje Wremja verklaart, dat de vraag naar den persoon van den moordenaar minder gewich tig is dan die hoe het mogelijk is geweest, dat de misdaad niet veiiiimderd werd. Sedert tientallen van jaren werken de onwentelmgs- gezinden d'oor heb verspreiden van schrik zij. kondigen doodvonnissen af, en het gelukt niet hunne uitvoering te beletten; dit 13 slechts verklaarbaar door de vervreemding, die er gekomen is tusschen het staatsgezag en de samenleving. Ook de Slowo duidt het samengaan van regeering en maatschappij als noodzakelijk aan. De Kuss doet uitkomen, dat in de dagen, toen de hervormingsgezinde minister Swiatopolk-Mirski aan het bewind was, de partij van het revolutionaire schrik bewind haren arbeid had gestaakt. Moskou, 18 Fébr. Grootvorst Konstantijn is hier heden morgen uit Petersburg aangeko men. Petersburg, 18 Febr. Grootvorst Paul Aloxandrowitsch treedt weder in den mili tairen dienst als generaal en vleugel-adjudant van den Czaar. Hij zal te Moskou do begra fenis van grootvorst Sergius bijwonen. (Grootvorst Paul is een jongere broeder van grootvorst Sergius. Hij leefde in da laatste jaren te Parijs als ambteloos burger, omdat hij aan het hóf in ongenade gevallen was wegens een huwelijk beneden zijn stand, clat hij had aangegaan met Olga Valerianowna Karnowitsch, gescheiden echtgenoot© van Pistohlkors). Petersburg, 19 Febr. In dfe jongste bijeen komst van den ministerraad werd over punt 2 van de hervormingsukase van 25 December 1904, betreffende het bestuur van plaatselijke weldadigheidsinstellingen, beslo ten le over het gar, tot uitwerking van een wetsontwerp betreffende dit punt, en daaraan de provinciale en stedelijke autoriteiten te doen deelnemen; 2e met het uitwerken van het wetsont werp tot reorganisatie van de pro vinciale en stedelijke besturen twee oommis siën te belasten, die tot dit bijzonder doel te Petersburg zullen ge vorm d worden. In deze commissiën zullen als leden zitting hebben personen, daartoe aan te wijzen door de ohefs der betrokken bestuursafdeelingen, en verder te kiezen door en uit de provinciale en ste delijke besturen. Petersburg, 19 Felrr. De fabriekseigenaars boden den minister van financiën een adres aan, waarin zij op hun moeilijken toestand wijzen. De nijverheid geeft den arbeiders wat zij kan. De rust onder de arbeiders kan ech ter niet door. concession van de zijde der pa troons bereikt word i, maar slechts door ver strekkende hervormingen van algemeen staat kundigen aard. De vrouwen van Moakou liebben aan Kei zerin Alexandra een adres met vel© hamd- teekeningen gericht, waarin haar wordt ver zocht den Keizer de noodzakelijkheid voor oogen te houden om Rusland uit zijm onge luk te redden. Moskou, 18 Febr. Het verkeer op den spoor weg WindauRybinsk is sedert gisteren tot nader order gestaakt. Moskou, 18 Fébr. Allo apothekers-bedien den zijp. heden in staking getreden. Zij eisüben oen zeven-urigen arbeidsdag en loons- verhooging. In enkele apotheken, waar deze easohen zijn ingewilligd, gingen de bedienden 's avonds weer aan het werk. De Krakausche Czas bericht uit War schau Na de laatste onlusten werden op groote schaal executiën verricht. In het tien de politiedistrict voerden politie-agenten en soldiaten zo uit. In het vierde politiedistrict werden twintig personen aan een muur op gesteld en dood geschoten. Thibet De Rritscbe minister van koloniën Rro- drick heeft verklaard, dat de kosten van de Tibet-expeditie tot 31 December 1904 312.000 pond bedragen hebben, welke som betaald moet worden door de Indische regeering. 5 Roman van M0RITZ VON REICHENBACH. Met blijdschap had Nanni dat besluit Ver nomen, doch toen zij, na twee jaar afwezig te zijn geweest, die oude oangeving harer kindsheid terug zag, maakte liet ouderlijko huis met zijn bonte uitdragersinboede 1 een zeer zonderlingen indruk op haar. Toen zij voor 't eerst weder het kleine, sombere kan toortje bet-radl, mengde zich onwillekeurig in haar gevoel van blijdschap, dat zij weder thuis was, een ander, een inderdaad onbeha- gelijk gevoel. Zij kon niet nalaten, hetgeen zij nu zag, to vergelijken met de luchtige, ruime kamers van de kostschool, waar geen stofje geduld werd, en die groote tegenstelling maakte haar in waarheid de ademhaling moeilijk. In 't eerst waren ze haar verschrikkelijk koel en vervelend voorgekomen, die hooge vertrek ken daarigndb, en toen was de herinnering aan het ouderlijke huis met al zijn bon to schatten, als een soort van tooversprookjo haan bijgebleven. Nu zij evenwel was terug gekeerd, bemerkt; zij voor 't eerst tusschen al d'ie heerlijkheden harer kinderdroomeu, be krompenheid, stof en een groot gemis aan orde on reinheid. Die ontdekking hinderde haar en maakte haar in de eerste dagen na haar terugkomst in zekeren zin schuw; maar ze was nog te veel kind om dien nieuwen indruk lang te bewaren. Zij zocht haar sprco- ken-boekjes weder op en dè oude stukken van de uitdragerij, die haar vader als „lastig te verkoopen" had aangeduid, maar die zij lief had, omdat zich daaraan de herinneringen harer vroegste jeugdi vastknoopten. En dan die oude, lieve stad! Zij kende er, om zoo te zeggen, elk hoekje en gaatje van, eiken in- gemetsel-dien steen. Zij bezocht weder de bron nen en bruggen en had voor al die dingen een bizonderen naam. De Justitia-bron naast de St. Lorenzkerk was voor haar „het too- verslof'. Daar had' zij aelve als betoovercl© prinses uren doorgebracht, en de sierlijke vrouwen-figuren van de bron waren toen haar versteend» hofdames geweest. De bron met het ganzenhoedertje heette daarentegen de „koboldsberg", want het steenen manneke was voor haar een kobold geweest, die armo kinderen in ganzen Veranderde en haar zelf ook reeds meermalen gevangen had genomen om -haar diezelfde gedaanteverwisseling te doen ondergaan. Maar zij werd altijd ver lost, zoowel uit het tooverslot als van den koboldsberg en altijd was het "dezelfde ridder geweest, die goed' en bloed voor haar op het spel zette en haar was komen bevrijden. Eg- bert, de zoon van den burchtbewaardër, was haar onafscheidelijke speelmakker geweest en had steeds over al'e gevaren, door zijp eigen en door Nanni's fantasie in het leven geroe pen, met bewonderenswaardigen moed en fier heid gezegevierd. Maar -dat alles was nu al heel lang gele den, en toen Nanni op de kostschool was, had zij nauwelijks meer aan haar kinderspe len gedacht. Maar thans, voor de eerste maal na een lange afwezigheid weder thuis geko men, thans kwamen al die half vergeten her inneringen levendiger dan ooit weder bij haar op. t. Den dag volgende op dien, waarop zij dio vreemde prinses had gezien, was Nanni in de kamer van haar stiefvader en hielp zij hem bij het ordleneu van een glazen kast met oude sieraden, Op eens hield zij een ring in de hoogte. „Ei, kijk, daar is hij nog," riep zij uit, „die licVe oude ring! Wat vind ik dit pret tig!" „O die," zeide Berger, „ja, dat is weer zoo'n ding, waar men maar zelden liefhebbers voor vindtDat blijft vooreerst nog wel onver kocht." „Nu, mij idioet het wel pleizier," verklaar de zij opgetogen. „Ik houd zooveel van dien ring. Toen ik nog klein was, verbeeldde ik mij altijd), dat het een tcoverring was, die iemand1 geluk moest aanbrengen." „Kind, kind, wat ben jo nog dom!" brom de Berger, „'tls maar te hopen, dat ze je op de kostschool al dien onzin uit het hoofd zullen praten." Nanni kreeg een kleur en zweeg. Zij had den ring nog in haar han'di en beschouwde hem aandachtig. Hij bestond uit drie smalle cirkels, waartusschen een sierlijk ornament heenliep en vertoonde in 't midden een gou den sphinx met brillanten. „Geef hier dien ring," zeide Berger, die in tusschen met hot rangschikken der kleinoo- dieën gereed was gekomen, en Nanni, die den ring onwillekeurig aan haar vinger ge stoken had, beijverde zich, daarop om hem weer af te doen en in de kast te leggen. Op dit oogenblik werd Berger naar voren geroepen. „Daar is een heel deftige dame," meende zijn vrouw. Hij deed liet glazen kastje op slot en daal de het smalle trapje af. Nanni bleef waai* zij was, wel wetend!, dat haar vader, zco er bezoekers waren, die wat geld wilden besteden, piet in gebreke zou blijven, ze^ ook hier te brengen. Beneden aan de trap klonk een zachte vrouwenstem, die Nanni niet onbekend voor kwam. Nieuwsgierig liep zij naar de deur cn hoog over de trapleuning heen. Het was de vreemdelinge van den vorigen dag, die prin ses met het lichte haar, die naar boven kwam. Nanni zag op het lieflijke, eenigszins bleeko gelaat met de rood© lippen en de groote spre kende oogen en zij gevoelde zich ontstemd Zij hield niet van die prinses, vap die Melu- sino met haar bloeke gezicht. Do prinses haidi intusschen haar tegenwoordigheid opgemerkt en groette vriendelijk. Nanni knikte vrij on beholpen terug, ergerde zich zoowel over do kleur, düe zij daarbij op haar wangen voelde als over de overdreven beleefdheid van haar vader cn liep de trap af, zoodra zc daartoe haar kans schoon zag. Haar kon t al bizon der weinig schelen, wat de dame zou uitkie zen ze vond dat al even weinig interessant als die heele prinses. Zij zette haar hoedje op, dat heneden op 't kantoor lag sinds zij op de kostschool was, kwam zij niet meer zooals vroeger bloots hoofd op straat, en ging de stad in. Het was haar ingevallen dat zij neg een boodschap moest doen. Onderweg kwam zij Egbert tegen. „Heerlijk, dat ik p tref," zeide hij„ik was net op weg naar jo huis." „Ooh komNu, ie bent wezenlijk al te vriendelijk I" „Maar, Nanni, wat mankeer je toch? Waar om geef je mij niet eens een hand? 'Ben je boos op me?" „Wel neen, ik ben immers veel te klem om op zoo'n grooten mijnheer boos te dur ven zijn." „Doe toch niet zoo dwaas, NanniWij zijn immens ou'cLe speelkameraadjes en die moeten elkaar niet dadelijk alJes zoo kwalijk nemen. Zie je, ik wou je vragen of jo niet voor een schets een uurtje of zoo voor mij zoudt wil len zitten; je weet wel, als de dochter van don patriciër „Ei, daarvoor ben ik dus niot te klein en to dom?" „Nu, ik moet zeggen, dat je vandaag alles behalve goed gemutst ben, NanniJo hebt zoo'n prachtig, rond kopje, weet je, en dat zit zoo keurig op de schouders en het profiel. ik moet natuurlijk het gezicht een bsetje veranderen, maar je hoofd kon ik zoo erg goed gebruiken en je zou er mij werkelijk een grooten 'dienst mede doen. Nanni zweeg. „Hoe is 't? Doen ja of neen?" vroeg Egbert na eenig wachten op bijna ongeduldigen toon. Nanni zag hem aan. „Uw oom komt er zeker ook weer bij en ik ben op zijn aardigheden volstrekt niet gestold," sprak zij, half wrevelig, half toege vend. Wordt vervolgd. d

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1