M\ «44. 3d* Jaargang:, Dinsdag 7 Maart 1905. B UITEN LAN D. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Par 9 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per poBt. - 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Conrant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiön, raededeelingen ens., gelieve men vóór 10 nnr 'a morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnammer <56. LQjrm. *0.15. PRIJS DER ADYERTENTIÊN: Tan M regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. - Toor handel en bedrjjf bestaan voordèellge bepalingen tót het herhaald advertêéren in dit Blad bjj abonnement. Eens circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De 'Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art 264 der gemeentewet 'Doen te weten, dat het 3e Aanrullingskohier der plaatselijke directe belasting op de inkom sten over het dienstjaar 1904, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utreoht, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, den 6. Maart 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd De -Burgemeester, WTJUJTTHRS. De fd. Secretaris, VAN1 REIGERSBERG- VERSBOTS. Politick Överzicbt D© oude strijd tusschen Zweden en Noor wegen over de unie, die de beide landen ver bindt, is weder in een acuut stadium getre den, zoodot hij de al gemeen e aandacht vergt. Het Noorweegsohe ministerie-Hagerup heeft zij(n ontslag gevraagd, en het hoofd van dat kabinet heeft verklaard, dat als de recht matige nationale eischen van Noorwegen niet in het kader van de bestaande unie-akte kun nen worden vervuld, er moet worden gezocht naar vrijere vormen voor het samenwerken van de beide volken. Dat wil zeggen, dat de unie moet worden ontbonden, wanneer Zwe den de Noorwegers niet volledige gelijkstel ling in de behandeling van de buitenlandsche zaken wil toestaan. De ernst van den toestand drukt zich uit in het schrijven, dat de kroonprins-regent gericht heeft aan den voorzitter van de door de Noorweegsche storthing onlangs ingestelde commissie, die moet nagaan wat van Noor weegsche zijde is te doen, nu de oplossing van de consulaatskwestie, die werd beproefd, is mislukt. Men zou meenen, dat dit ernstige, tot verzoening aansporende, de gevaren der scheiding voor beide volken scherp in het licht stellende woord zijne uitwerking met zal kunnen missen. Maar dat dit woord noo- dig is, bewijst voldoende hoe ernstig de unie tusschen de beide landen wordt bedreigd. Er heersöht thans in Noorwegen eene be weging onder het volk, die diep wordt ge voeld. Staatslieden van beroep, geleerden, ambtenaren, reeders, kooplieden, kortom al len, vam wie men kan verwachten, dat hunne meening gezag heeft, treden op in vergade ringen, om hun oordeel over den strijd te doen kennen. Met steeds grooter nadruk doet zich de ensoh gelden, dat het oogenblik ge komen is, waarop regeering en storthing zelf standig de oplossing van de zaak ter hand moeten nemen. Een der ijverigste voorstan ders van dadelijk en beslist handelen is Fridt- jof Nansen, de beroemde Noordpoolvaarder. In eene door de studenten van de universiteit te Qbristiania belegde vergadering, heeft hij eene rede gehouden, waarin hij aanbeval ter stond eene regeling van den afzonderlijken oonsulairen dienst voor Noorwegen vast te «tellen. De Koning van Noorwegen zc naar rixne meening, onmogelijk zijne sanctie kun nen weigeren aan een dergelijk besluit van de Noorweegsche storthing. Hij verklaarde zich beslist er tegen, dat, zooals velen ver langen, thans de geheele uniezaak te berde zou worden gebracht. De ondervinding leer de. dat tmen 't niet over het onderdeel van den oonsulairen dienst met Zweden kon eens worden; daarom moest dat onderdeel het eerst uit den weg geruimd worden. Onder de stemmen uit Zweden verdient de aandacht die van den dichter August Strindberg, die, hoewel Zweed, de ontbinding van do unie bepleit. Zijne meening is, dat Noorwegen zijne eigen consuls moet hebben en Zweden eveneens, want twee volken van zoo verschillende ontwikkeling, aard, tempe rament, zeden en gewoonten kunnen zich in het buitenland niet door gemeenschappelijke consuls laten vertegenwoordigen. Maar hij gaat verder; hij wil scheiding tusschen de beide volken. Beiden hebben de vrijheid lief daarom moet vle een niet de baas van den ander zijn, want dan heerscht er bestendig onvrede. ,,Laat ons van elkaar gaan zegt hij. „Laat ons alle oude geschillen aan kant doenhet Kielsche verdrag, Eid^vold, Moss, den vlaggen- strijd, den geheelen kluwen, die door trouweleo ze diplomaten-politiek en dynastie-belangen in de vorige eeuw in wanorde is gebracht en die nu slechts door goed gemikte bijlslagen weer in orde kan worden gebracht. Laat ons van elkaar gaan ret aan den tijd, waarop wij elkaar zullen terugvinden en, wanneer wij de bitterheid hebben vergeten, op nieuw vrienden kunnen worden. Want vriendschap kan slechts bestaan tusschen vrije m-enschen, terwijl eene verhouding van on ierge&cbikt- beid tusschen broeders slechts broederhaat verwekt. Ontbinding van de unie dus, voor het welzijn van Noorwegen en van Zweden Want wij verbruiken onze krachten onnut aan een onoplosbaar vraagstuk; wij verzui men onze eigen belangen in een waardeloos gekibbel, wij verbitteren wederzijds onze zin nen voor toekomenden langen tijd, want haat tusschen bloedverwanten wordt niet spoedig weder uitgewischt. België. Brussel.0 Maart. Baron Lambermont, mi nister van staat en secretaris-generaal van liet ministerie van buitenlandsdhe zaken, is gestorven. Engeland. Londen, 6 Maart. Minister Balfour deelde in het Lagerhuis mede, dat de minister voor Ierland, Wyndham, wensoht af te treden. Hij is daartoe hoofdzakelijk gekomen, omdat de laatst gevoerde strijd afbreuk heeft gedaan aan, zoo niet geheel te niet gedaan heeft de waarde van het werk, dat hij als minister zou kunnen doen. De strijd, waarop de heer Balfour doelde, betrof de houding van minister Wyndtham tegenover het plan tot hervorming van het Iersohe bestuur, dat door lord Dunraven voor gesteld was, welke houding is afgekeurd, zoo wel door de nationalisten als door de Ierscne unionisten op verschillende gronden. Londen, 6 Maart. De financieele secretaris van de Engelsche admiraliteit, Pretyman, deelde bij de indiening van de begrooting van marine in het Lagerhuis mede, dat de groo- tere bewegelijkheid der oorlogsschepen en de invoering van de draadlooze telegraphie het der admiraliteit mogelijk maakten een reor ganisatieplan van de vloot op te maken. Het lagere edndcijer berust niet op redenen van spaarzaamheid, maar op technische gronden. Het programma voor den aanbouw van nieuwe schepen is opgemaakt, nadat de sterkte van de vloten der andere staten en de be hoeften van Groot-Brittaimië zijn nagegaan. Mac Rae stelde eene mote voor, waarbij voldoening wordt betuigd over de verlaging der begroeting, maar betreurd wordt, dat de regeering geen stappen heeft gedaan bij an dere mogendheden om te komen tot eene al gemeen© vermindering van de wapeningen tor zee. Pretyman verklaarde in zijn antwoord, dat het onmogelijk is de begrooting van marine op te maken in overleg met andere mogend heden, maar dat een van de voornaamste fac toren tot beslissing over de sterkte der Engelsche marine natuurlijk is de toestand van onze betrekkingen met de vreemde mo gendheden. De motie werd verworpen met 220 tegen 164 stemmen. In twee aanvullings-verkieeingen voor het lagerhuis zijn de liberale candidaten geko zen. Een van deze zetels, die van het Schot- sche graafschap Bute, is voor de conservatie ven verloren gegaan. Hier werd de liberaal Lamont gekozen met 1460 tegen 1436 stem men. Bij de laatste verkiezing bedroeg de conservatieve meerderheid 295 stemmen. Italië. Rome, 6 Maart. Het gerucht wordt beves tigd, dat Fortis belast is met de samenstel ling van een kabinet. Rusland. Over de omstandigheden, waaronder do keizerlijke ukase van 4 Maart in de wereld is gekomen, wordt nader bericht, dat ver schillende dergelijke verklaringen vroeger aan den Czaar waren voorgelegd, waaronder een door den minister van landbouw Yermo- low. De in die stukken verkondigde denk beelden kunnen als leiddraad gediend heb ben bij het opstellen van de ukase, maar de tekst daarvan is oorspronkelijk men weet niet wie de steller er van is, maar het kan de Keizer zelf wel zijn. De goedkeuring van het reactionaire mani fest, door den procureur van de heilige syno de Pobjedonoszew geparafeerd, is te wijten aan paleis-invloeden, inzonderheid van graaf H yden, den chef van de keizerlijke kanse larij. Dit manifest, dat buiten weten vam de ministers was bekend geanaakt, was aanlei ding, dat in de wekelijksche vergadering van den ministerraad Vrijdag te Zar3koje Selo de ministers Boelygin. Maooechkin, baron Freedericksz en graaf Lamsdorff den Keizer met nadruk onder het oog brachten, dat zij onder die omstandigheden niet meer konden instaan voor de openbare rust en dat. zij dus besloten waren tot het nemen van hun ont slag, om zich los te maken van de verant woordelijkheid voor de gebeurtenissen, die van dit manifest het gevolg zouden kunnen zijn. De Czaar, op wien deze verklaring een diepen indruk maakte, kwam toen terstond tot liet besluit om de ukase af te kondigen, die het manifest weder ophief. Petersburg, 6 Maart. Tot hoofd van het oppertoezicht op de drukpers is benoemd de heer Bellegarde, tot dusver gouverneur van Esthland. Petersburg, 7 Maart. Officieel wordt be kend gemaakt: Daar de vorming van eene commissie voor de arbeidskwestiën onder vo rzitterechap van den senator Schidlowski, tengevolge van de verklaring van de werk lieden dat zij geen vertegen worodigers zullen kiezen, in de voorgenomen samenstelling on mogelijk is, werd deze commissie den 5en op bevel van den Keizer ontbonden. Op grond van eene keizerlijke volmacht heeft de minister van openbare werken be paald, dat de werklieden van de werkplaat sen en looomotieven-depóts der staatsspoor wegen vertegenwoordigers zullen kiezen door wie de behoefte van deze werklieden ter ken nis van de superieuren zullen worden ge bracht. Aan de universiteit te Petersburg is, we gens de studentenvergadering van 20 Febr., (waarin het portret van den Ozaar is ver scheurd enz.) de afkeuring van den Keizer te kennen gegeven. De rector krijgt een be risping, de curator van het onderwijs-district een waarschuwing. Alle studenten worden weggezonden met het recht echter, om op nieuw om hunne inschrijving voor de ooi le ges te verzoeken. Petersburg, 6 Maart. Op de groote Poètilow-werken brak hedenmorgen een ern stige opstand uit. De arbeiders deden twee ketels in de lucht vliegen en er werd hevig gevochten. 22 personen werden door revol verschoten gedood. De directeur heeft ge dreigd de werken te sluiten, als niet heden het werk wordt hervat. Bakoe, 6 Maart. Nadat de staat van beleg was afgekondigd, is de rust hier hersteld. Batoem, 6 Maart. Gisteren zijn hier 13 personen gewond of gadood. Warschau, 6 Maart. Vorst Tscherskow, tot voor kort generaal gouverneur van Warschau, is gevaarlijk ziek. In de stad is het rustig; er wordt niet meer gepatrouilleerd. In Minsk zijn alle inrichtingen van onderwijs weer geopend. Bjelostok, 6 Maart. Het hoofd van de politie in het district Bjelostok is vermoord. Tsjüa, 6 Maart. Ongeveer duizend werk lieden van de hier gevestigde spoorwegwerk- plaatsen, zijn in staking gekomen. Zij verlan gen de vrijlating van 19 in eene werklieden- vergadering gevangen genomen kameraden. Uit Riga wordt gemeld, dat alle arbeiders en kantoor-ambtenaren van den spoorweg RigaOrel door de fabrieksarbeiders met geweld worden gedwongen om het werk. te staken. Het goederenverkeer staat volkomen stil. TurkU* Konstantinopel, 6 Maart. De Porte deelde gisteren aan de buiten 1 andsche gezantschap pen en aan. de Ottomaaneche bank een finan cieele regeling mede voor de villajets van Rumelië, waarbij de Ottomaansche bank be last wordt met den financieelen dienst in die provincies, die daarvoor de inkomsten zullen afstaan, terwijl de inkomende rechten met 3 percent zullen worden verhoogd. Japan. De te Tokio verschijnende Kokumi geeft de totale som van de door het Japanscbe par lement in de laatste twee zittingen toege stane uitgaven op als 3132 millioen mark. De rijstoogst in het jaar 1994 bedroeg 51,401,997 bushels tegen 49,286,900 in het jaar te voren. De oorlog in Ooot-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Moekden. Zondagavond. De slag duurde zonder ophouden den geheelen Zondag voort, De Japanners concentreerden al hun kracht op Madsjapoe, ten zuidwesten van Moekden, doch waren ondanks al hun dapperheid niet in staat de Russen van daar te verdrijven, die met hardnekkigheid hun «telling ver dedigden. De Japansche granaatkartetsen sprongen binnen een afstand van 1$ mijl van de Hun- spoorwegbrug, welke klaarblijkelijk het doel was van den vijand. Een voortduren^ hevig kanonvuur wordt vernomen vier werst ten noorden van Madsjapoe. De gewonden werden langs den spoorweg en den heerweg naar achter gebracht, doch de Russische verliezen zijn niet buitensporig hoog in aanmerking genomen de hevigheid van den vijfdaagschen strijd. De Japanners leden veel zwaardere verliezen. Het geschutvuur begon heden middag om half vijf ten westen en ten noordwesten van het- station van Moekden, waar Koeropatkin den aanval ondernam tegen den uitersten linkervleugel van den vijand. Herhaaldelijk deden de Japanners gisteren avond aanval len op Pjentsiapoedsoe, Kaotoeling en Kau- payen. Verder oostelijk bleef het bombarde ment van Erdago en Novgorod' zonder suc ces, terwijl ook de Poetilof-heuvels zonder succes gebombardeerd werden. Moekden, 6 Maart (Petersbupgaoh tele graaf agemtsdhap)Het artilleriegevecht ^-J Moekden duurde heden tot zonsondergang- Het hevigst was het geschutvuur bij het dorp Jansoentoen, d!ai in brand geschoten werd. Over dag bestonden de aanvallen hier en el ders sleohits in een arbilleriegevecht. Bijna alle verwondingen zijn een gevolg van gra naten. De strijd van heden is waarsohijnlijk slechts eene voorbereiding door geschutvuur van den eigenlijken slag. Een nachtelijke aanval tegen het oentrum van de linker flank is teruggeslagen. Voor den Koetoolinpas zijn 2000 lijken van Japanners blijven liggen. Sinmintin6 Maart. (Daily Telegraph.) De Japanners hebben de telegraafkantoren bezet. Waarschijnlijk zal er eene censuur worden ingesteld, ofschoon het officierie be richten van de bezetting nog niet gekomen 16. Petersburg, 6 Maart. Het Peterburgsctie telegTaafagentschap ontving het volgende telegram uit Moekden „Heden (6 Maart) morgen te kwart voor vijven werden de aanvallen, die de Japan ners gisteren op verschillende punten van ons front begonnen, voortgezet, doch overal teruggeslagen. Het hevigst woedde de strijd op den rech tervleugel van het dorp Madsjapoe tot het 's morgens bezette Noesintoen. Do artillerie- strijd duurde tot den avond. Van Salinpoe vielen de projectielen tot aan het dorp Loe- goeantoen. Ten zuiden van Madsjapoe op den linker oever van de Hunho violen de Japanners tot zeven uur s avonds Êlthoeaa aan. In het cen trum rukten de Japanners voort tot westelijk van Sachepoe Onze troepen maakten bij do tegenaanvallen ten oosten van de Poetilof- heuvels ongeveer honderd gevangenen. Op den linkervleugel duren do aanvallen der Japanners op otnze stellingen in het rayon Kandolise en bij do afdeeling van Renneu- kaïmpf voort. Japansche collonnes, die tegen de Koe- toeliupas oprukten, 'hebben do aanvallende beweging gestaakt en trokken naar het- zui den terug. Ondanks de koude, neemt de op 24 Fehruari op den uitersten linkervleugel begonnen aanval, welke zich in het geheel over een front van 120 werst tot Moekden uitbreidde, steeds een hardnekkiger karak ter aan. De Japanners leden groote verlie zen. Wij verloren aan gewonden ongeveer 15.000 man. 17 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. „Ja, dat a een kostelijk idee, oom Wat mij betreft, ik verlang niets liever." „Ja. zie je, die plannen hangen nu nog vrij wel in de luchtalles moet goed bespro ken, gewikt en gewogen worden." „Bat zullen wij dan bij een glas wijpi doen oom Daar is het Raadhuis, ik had wel lust om bij wijze van herinnering aan mijn schooltijd die kelders nog eens te bezoeken." „Komaan dan maar!" De Lewosky's, oom en neef, staken het marktplein over, tussdhen. welks spits toe- loopende huizen zich het prachtige oude Raadhuis met zijn rij)kversierden gevel sta tig verhief. Li' spijt van de moderne, dicht opeengedrongen woningen en de leelijke houten kramen, die den monumentalen in gang van het Raadhuis gedeeltelijk aan het oog onttrekken, ziet dat oude gebouw, als een brokstuk van versteenden kunstmin uit de Middeleeuwen, trotscb neer op het mo derne zwoegen en slaven, dat met de kumst in Sileziës hoofdstad zoo weinig gemeen heeft. Tusschen de marktkramen door, baanden oom en neef zich niet zonder eenige inspan ning een weg en daalden eindelijk de breede, uitgesleten steen en trappe n vain het Raad huis af. Felix kocht van een koopvrouw, die zacli daar bevond, een paar stukjes van het gebak dat, met zout en komijn bestrooid, in groote manden op de trappen om haar heen stond. „Dat behoort ook nog tot de herinnering uit mijn scha Ijaren," zeide hij. „Dan be zochten wij: nooit den kelder, zonder van moeder A'malia eein paar komijnhloorntjes te koopen." „Daajover behoeft mijnheer rioh ook vol strekt niet te schamen," riep de vrouw hem na, „de fijnste heeren koopen allemaal van mijn gebak." Felix volgde zijn oom naar den overwelf-? den ingang. „Wie zou nul kunnen gelooven, als hij 't niet met. zekerheid wist, zeide hii|, ,,dat zoo'n vrouw, alleen om haar gebak daar op de trap pen te mogen verkoopen, jaarlijks driedui zend mark betaalt?" „Zij zal er toch wel haar voordeel in zien." meende de andere Lewosky. „Natuuiilijik heeft rij er haar voordeel van, anders zou rij het niet zooveel jaren achter een hebben, volgehouden," „maar in haar plaats zou ik liever wat minder willen ver dienen en met wat meer gemak." „Dat is weer het bloed der Lewosky's, dat uit je spreekt, mijn jongen! Het kan rijn edele afkomst niet vergeten. Ja, dat 'seen ding van be'ang, dat bloed!" Zij hadden de eerste kolderruimte bereikt, zonder aam do dicht bezette tafel een open plaatsje te kunnen, vinden. Bij den ingang van den tweeden kelder was het gedrang zoo groot, dat rij, een oogenblik van elkander ge scheiden werden, en eerst in den derden, kel der gelukte het hun, twee zoo juist vrijgeko men plaatoen te "bemachtigen. „Vertel nu verder, oom; u zoudt dus een renpaard willen koopen, niet waar?" begon Felix. „Ik weet niet, jongen, of 'tmiji mogelijk zal zij|n, en ik moet je dringend verzoeken daar voorloopig met niemand over te spreken. Ik moet een gunstige gelegenheid afwach ten, zie je!" Heb gezelschap, dat aan de tafel van de Lewosky's zat en een zeer luiddruchtig ge sprek voerde, stond nu op. Tegelijkertijd be merkte Lewosky een grooten mageren man, die, in de nabijiheid der tafel staande, het- niet zich zelf niet eens scheen te rijn of bSj de beide heeren al dan niet zou naderen en toe spreken. Lewosky gaf hem een wenk, waar op de man met een buiging op het tweetal toetrad. „U komt, alsof u geroepen wiaart, mijn heer Sohellnitzer," zeide Lewosky, den vreemden man vluchtig groetend. „Heeft mijnheer de baron een opdracht voor mij?" vroeg Sohellnitzer, zonder Lewos ky daarbij aan te rien, terwijl Felix ©enigs zins verrast opkeek bij het hooren van. den aan zijn oom verleenden titel. „Ik heb, geloof ik, wel iets voor u1 mijn'hear Sohellnitzer is moet je weten, de bekwaamste handelsman van rijm eeuw, en als ik dingen van belang heb in te koopen. win ik bij voorkeur rijn raad in," verklaarde Lewosky aan Felix, en hij voegde met een korte beweging van het hoofd naar Sohell nitzer er bij„Dat is mijn neef, weet je, we hadden elkaar in een langen tijd niet- gezien en we zullen hem dus niet met onze zaken gaan bemoeien." „Het is voor mij zeer vereerend, dat mijn beer de baron mij een bekwaam man van zaken noemt en ik wil ook nu weder al mijn best doen om mij dien naam waardig te ma ken. Maar mijnheer de baron heeft groot gje-lijk, bij een glas wijn motet men niet. over zalken spreken; als 'tmijnheer den haren schikt, wil ik hem gaarne vandaag of mor gen komen opzoeken." „Dat is goed. Kom van avond tegen zeven uur in het hotel „Galisch" bij mij; daar zal ik u het noodige medèdeelen. Het betreft den aankoop van een rijtuig met een span paarden, dien de prinses mij opgedragen heeft," wendde de spreker rich weder tot Felix, terwijl Sohellnitzer herhaaldelijk knik te om eindelijk te zeggen, dat „mijnheer de baron" het bijzonder goed trof, want dat hij, Sohellnitzer, toevallig een prachtig span paarden op het oog bad, dat eerstdaags op publieke veiling zou worden gebracht, maar inmiddels wel tegen een redelijken prijs uit de hand zou te koop zijn. Lewosky gaf den man van zaken rijn adres op een 9tukje papier en stond toen op om met rijn neef de kelders van het Raad huis te verlaten en verder luchtkasteelen te gaan bouwen voor de schitterende toekomst zijner familie. Des avonds versoheen Sohellnitzer op liet bepaalde uur bij den heer von Lewosky zoódra de deur achter hem dicht was en hij zich met Lewosky alleen bevond, verdween ieder spoor van de onderdanigheid, die in den Raadhuiskei der zoo in het oog loopend was geweest Zonder daartoe do uitnoodi- ging af te wachten, nam hij met het meeste gemak op een fauteuil plaats en vroeg toen op den man af: „Hoe staan de zaken? Wat moet er ge daan worden?" „We zullen beginnen met mijn rekening te vereffenen," antwoordde Lewosky. „Ik geloof, dat ik u nog een klein restant heb af te doen." „Komaan, waait de wind uit dien hoek? Haast was er anders volstrekt niet bij. Ik hCb, alleen omdat ge er naar zoudt kunnen vragen, de rekening meegebraoht." Hij haalde een nota uit rijn brieventasoh te voorschijn en stelde die Lewosky ter hand „Hier vindt ge den laatsten post van onze oude rekening." zeide hij; „maar uw betrok king is goed, dat moet ik zeggen Ik kan er u gerust mee feliciteeren, wiant ik had niet gedacht reeds na. een paar jaar mijn geld tot op den laatsten penning terug te zullen krij gen, toen ge nog zoo diep in de schulden zat, weet ge wel?" „Zulke dingen vergeet, men niet licht, maar ik hob ook goed aaij mijn verplich tingen tegenover u gedacht." Lewosky haalde het bedrag van 't restant schuld uit zijn portefeuille en schoof het af gepast naar Sohellnitzer toe, die 't met een tevreden lachje opstreek. „Ja, uw betrekkig bij de prinses is zeker nog beter dan wij in 't eerst dachten, niet waar?" zeide hi; met vooruitge.token lippen, als wilde hij gaan fluiten. „Een fijne dame, uw prinses, nè? Dom als een kind, zoodra er kwestie van zaken is, niet waar? Nu, dat faat mij niet aan, maar wat is dat nu eigen- ijk van dien paardenhandel? Ge weet wel, 't niet, dat ik mij met zulke zaken bij wtijae van uitzondering ook wel eens inlaat?" „Ik weet, dat ge u met alle mogelijke en onmogelijke zaken inlaat, ah er maar geld mee te verdienen valt." Wordt v rvolffi.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1