ft0. 351. Tweede Blad.
3d* Jaargang.
Zaterdag 11 Maart 1905.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8, maanden toot Amersfoort f 1.25.
ïdéin franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant ver schijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
^morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels fO.TS,
Elke regel meer 0.18.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voördeelige bepalingen't&t
het herhaald adverteeren in dit Bladtbij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-INDIË.
Uit Soerabaja werd den 9. Februari
aan de Java-Bode geseind:
Heden heeft de resident van Soerabaja, L.
C. A. F. Lange, zijn request ingediend om
eervol ontslag uit 's lands diienst, met in
gang van den 4. Mei a.s.
De Javasche Ct- van 7 Februari bevat
de ordonnantie, koudoende voorzieningen,
waardoor do particuliere onderemingen van
landbouw of nijverheid op Java en Madoera
verplicht worden tot bekostiging van het
herstel der door haar karretransport aan de
in heerendienst te onderhouden wegen en
daarin gelegen kunstwerken toegebrachte
schade, voor ziover deze grooter is dan, in
verband met de plaatselijke omstandighe
den, door het algemeen verkeer veroorzaakt
zou worden.
Vooruitgang. Uit Djokjakarta
werd 1 Februari aan de „Javabode" gemeld:
Heden reed de eerste doorgaande personen
trein tusscben Maos en Soerabaja van hot
station Toegoe af. Alhier wend de restaura
tiewagen ingeschakeld. Het postrijtuig komt
pas morgen in den trein, en brengt de post
van den 1. Februari van Weltevreden moe.
De restauratiewagen had een goed voor
zien buffet, waarin o.m. vatbder op ijs te
krijgen was. De wagen trok veel fcezoek.
Toelating van Cbineezen in
de desa. Het Bat Nbld. schrijft: „Men
zal zich herinneren, hoe verleden jaar door
den resident der Preanger, gebruik makend
van zijjn bevoegdheid, gelast werd diat alle
Cbineezen in zijn gewest, diie zich gevestigd
hadlden buriten de op verschillende hoofd
plaatsen aangewezen wijken voor Ohineezen,
binnen een zekeren tijd binnen die wijiken
moesten terugkeeren. Het bevel strekte zich
zelfs uit tot Cbineezen, die, als machine-drij
ver e. d.. een betrekking hadden gekregen
op landelijke onder nemingen, waardoor de
ondernemers dus ©enigermate in de uitoef e-
ning va,n him bedrijf werden belemmerd. Het
zelfde gold voor de Ohineezen zelf, bijv. die
in de nabijheid, van Tjiandjoer rijstpelmolens
hebben, zich daar vestigden, maar tengevolge
van het besluit naar de hoofdplaats moesten
reizen, zoo dikwijls zij de werkzaamheden op
hun molens wilden nagaan, d. i. iederen dag.
Ohineezen, die jaren en jaren ongehinderd
hun bedrijf in de desa hadden uitgeoefend,
worden op die wijze uit hun werk gehaald.
Niet zij hadlden schuld, maar het gewestelijk
bestuurwat de eene resident toestond, kon
de ander niet goedkeuren en deze wisseling
van inzichten benadeelde een aantal nijvere
personen.
.Iets diergelijks gebeurde odk te Kediri.
Daar lieten de Cbineeeen het er echter niet
bij, maar wendden zich tot den gouverneur-
generaal, en, blijkens de dezer dagen geval
len beslissing, met goed gevolg. De gouver
neur-generaal, zoo leest men in de missive
aan den resident, heeft geen gevolg gegeven
aan de ('s residents) voorstellen, om afwijzend
te beschikken op de rekesten der Ohineezen
Lauw Poe Siem, Tan Bing Kiat en Oei Sing
Tjing, die daarbij verzochten gevestigd te
mogern blijven in de desa's Bandoeng, Kede-
maingan en Taloen, waar zij sinds lange jaren
gewoond hadlden, ofschoon op die plaatsen
geen wijiken voor personen, van hun landaard
zijn aangewezen,
„Wel is waar is het hun gegeven bevel om
te verhuizen naar een plaats waar wel een
wijk voor hun landaard is aangewezen in ove-r
eenstemming met de bestaande bepalingen,
welke niet toelaten om in het belang van
den handel vergunningen te verleenen tot
vestiging op plaatsen waar geen wijken zijn, i
(Bijblad no. 6055), doch in gevallen als deze,
dat de betrokkenen twintig en meer jaren i
ongemoeid zijn gelaten, acht de gouverneur-
generaal een strenge toepassing dier bepalin
gen niet wel te verdedigen.
„In het ontwerp eener nieuwe wij|ken-or-
donnantie, welke, naar de gouverneur-gene
raal hoopt, spoedig zal kunnen worden vast
gesteld, is dan ook een voorschrift opgenomen,
waardoor dergelijke langdurige vestigingen
zullen worden gewettigd, zoodat Zijne Excel
lentie wenscht, dat in elk geval met het
terugzenden naar de voor hen aangewezen
wijken van Ohineezen, die gedurende meer
dere jaren als rustige ingezetenen in de desa's
hebben gewoond, zal worden gewacht tot dat
de nieuwe wijkenoidonnantie zal zijn tot
stand gekomen.
Deze beslissing is ook gebracht ter kennis
van de andere hoofden van gewestelijk be
stuur, met opdracht het schrijven voor zoo
veel noodig ook als bot hen gericht te be
schouwen."
Politie. Het plan tot reorganisatie
der politie van den assistent-resident L. R.
Priester zou, volgens de „Locomotief," onder
nadere goedkeuring der Koningin, door de
regeering zijn aanvaard en op de drie hoofd
plaatsen van Java tegelijk worden ingevoerd.
De heer Priester is er zeer voor dat de
pers door de politie zooveel mogelijk wordt
ingelicht.
Het korps politie-dienaren moet zooveel
mogelijk op militaire leest worden geschoeid.
De oppassers zuilen b.v. voor niemand meer
mogen hurken, doch zich voor meerderen in
„de positie" stellen en het militair saluut ge
ven.
Te Sidhoardjosche oorrespondent van
de Locomotief schrijft aan zijjn blad, dat ein
delijk een begin zal kunnen gemaakt worden
met de berechting der zaak van de 78 opge
zetenen van Keboan, Sepandjang, enz., die
reeds verscheidene maanden te Sidihoandijo in
voorloopige hechtenis zitten, omdat zij ver
dacht worden van deel genomen te hebben
aan die oproerige beweging in Mei 1904de
stukken van voorloopig onderzoek, een lij
vig dossier, zijn althans bij den voorzitter
van den landraad ontvangen, zoodat de
rechtdag spoedig bepaald' zal worden.
Geheim genootschap. Te Soe
rabaja is in den nacht van 31 Januari op 1
Februari door den controleur voor de politie
in kampong Gili, in don Chineesöhen kamp,
een huis overrompeld, waarin een Chineesch
geheim genootschap vergaderingen placht te
houden.
Vijf Ohineezen werden gevat en een ba
nier in beslag genomen.
Het genootschap draagt den naam van
Tong-gie. Zekere Thek Wang Sing, een Chi
nees, die veel over de tong is geweest, is er
presidient van.
Patronendiefstal. Het voortge
zette onderzoek in zake den patronen-dief
stal uit het fort Prins Hendrik heeft aan het
licht gebracht, dat reeds in Mei 1904, op
clandestiene wijze patronen, aan het gouver
nement toebehoorende, aan verschillende han
delshuizen zijn verkocht.
Strandroof. De radja van Badong
weigerde schadevergoeding te betalen voor
het plunderen van het gestrand© schip „Sri
Koemala".
Drie gouvernements stoomers bekruisen de
kust van Bali, om allen invoer te beletten.
Omtrent een poging tot moord, die te
Soerabaja is gedaan, deelt het Soer. Hbl.
het volgende mede:
Zondagmiddag circa 4 uur begaven zich
Wetbers, gewezen werkman bij den artillerie-
constructiewinkel, en een kameraad naar
den thans gegadeerden militair Brinkman
te Pesapen. Dra werd de jeceverflesch aan
gesproken. Onder meer kwam ter sprake een
werktafeltje, dat B. indertijd van W. ter
leen had gekregen. W. verlangde de tafel
terug, bewerende die noodig te hebben. B.
weigerde de tafel terug te geven, zeggende
die nooit van W. te leen te hebben gevraagd.
Die woordentwist ging over in handtastelijk
heden; en bronzen lamp en een tochtdeur
moesten er aan gelooveu. B. wist zich los te
rukken en liep naar zijn kamer om een ge
laden revolver te halen. W. en zijn kame
raad, die B.'s voornemen gisten, liepen het
huis uit, doch nauwelijks waren zij aan de
ompaggering van het erf gekomen, of er
knalden achtereenvolgens twee schoten. W.
zakte, in den rug getroffen, ineen. Zijn ka
meraad snelde naar de politie.
W. werd naar het hospitaal vervoerd,
waarheen eich om 5 uur de rcchter-coinmissa-
ris mr. Rogge en de griffier mr. Pino bega
ven. W. bleek zwaar gewond te zijn.
B. is intusschen in hechtenis genomen. W.
heeft hem met een flesch een lievigen slag
toegebracht op den neus, waardoor dit li
chaamsdeel bijna geheel afgerukt is.
Wetters is sedert overleden.
Een inlander van de desa Bringin ver
stond de kunst om de in Ned.-Indië gang
bare zilveren muntstukken na te maken. Dit
beroep had hem geen windeieren gelegd;
na betrekkelijk korten tijd was hij in staat
een eigen huis te bouwen, een stuk grond
te koopen, een paard er op na te houden en
zich karbouwen aan te schaffen. Dit wekte
de achterdocht op van den loerah, doch hoe
deze ook zocht om er achter te komen op
welke wijze de richard aan zooveel geld kwam,
hij vond niets. Eindelijk werd hem ingefluis
terd dat de verdachte een valsche munster
was. Schielijk begaf hij zich naar den ass.-
wedono, vertelde dezen wat hij gehoord had
en samen deden zij huisonderzoek. Behalve
enkele pasgemaakte guldenstukken werden
ook de werktuigen, die in een ananastuintje
waren verborgen, in beslag genomen om als
stukken van overtuiging voor de rechtbank
te dienen. De falsaris werd natuurlijk gear
resteerd. Loo.
j DeMerapi. Den 27. Januari werd
i uit Dijokja gemeld
j Gisterenavond om ruim tien uur werden
1 twee schokken van aardbeving gevoeld in de
richting oost-west. Waarschijnlijk vond de
aardbeving haar oorzaak in de workiug van
den Merapi.
Maandagnacht heeft de kali Progo ge
rucht gebanjird', schrijft M.-Java, en wel zoo
erg, dat omstreeks tweo uur de brug van
j het ijspoor (loiriespoor) van het eindstation
Srandakan naar de suikerfabriek Sewoe Ga-
loor gedeeltelijk is weggeslagen, en wel aan
de zijde van deze onderneming (Brosset.)
Deze brug, vam hoofd tot hoofd ongeveer
1 800 meter lang, is Maandagnacht over een
j lengte van 60 meter weggeslagen, zoodat
thans de communicatie met Sewoe Galoos
1 verbroken is, cn nog wel eenigen tijd verbro
ken zal blijven.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 10 Maart.
Geopend 11J ure.
Natu ral i s t i n.
Goedgekeurd worden de wetsontwerpen tot
naturalisatie van P. Fein en zes anderen.
Goedgekeurd worden voorts de wetsontwer
pen tot het overbrengen van een gedeelte van
den Rijksweg AmsterdamHaarlem, in be
heer en onderhoud biji de gemeente Amster
dam, en terugneming van een ander gedeelte
bij het Rijk en tot onteigening voor den
bouw van eene nieuwe spoorwegbrug over de
Gouwe en het in verband daarmede verleg
gen van een gedeelte van den Staatsspoorweg
van Rotterdam naar Utrecht.
Geldleening ten laste van den Staat.
De heer R e 11 hoopt dat het bedrag dat
aan Indië zal worden verstrekt, zal dienen
tot economische ontwikkeling van Indië. Ver
volgens bespreekt hij' het karakter der lee
ning; de methode welke gevolgd wordt bij
de betaling der leening: de scheiding dei-
Indische en Nederlandsche kassen en den
plicht die op de Regeering rust om voor ver
sterking der Indische middelen te zorgen.
Spr. constateert gemis aan esprit de suite
bij deze regeering, en betoogt dat wij hier op
een keerpunt staan. Hij behoudt zich zijn oor
deel voor over de vraag, of eene geldleening
als hier worde voorgesteld ten laste van In
dië aanbevelenswaardig is. De quaestie om
trent de Staatsrechterlijke bevoegdheid van
Nederland hiertoe mag niet langer in het
onzekere blijven.
Thans de methode. Ware d© vlottende
schuld in Februari of Maart geconsolideerd,
dan zou betoogt Spr. geen 40 millioen
noodig zijn geweest. Wat de scheiding der
kassen aangaat, bij deze gelegenheid had het
aanbeveling verdiend, om na te gaan of niet
tot scheiding der kasseni zou kunnen worden
overgegaan. Ook "bij deze scheiding der Ne-
derl. en Indische kassen zou men elkaar aan
kasgeld kunnen nelpen.
Ten slotte de plioht der Regeering om te
zorgen voor versterking dier Indische midde
len. Het is nielt mogelijk van deze Regeering
te vorderen, dat zij dadelijk zal zorgen, dat
Indië onafhankelijk van Nederland, worde,
maar in de toekomst moet toch daarheen wor
den gestuurd. Middelen om daartoe te komen
zijn naar Spr.'s oordeel herziening van het
patentrecht; betere regeling van het mijn
wezen, bijdragen van de buitenbezittingen en
verihooging der ontwikkeling van Indië, waar
voor deze leeming hoofdzakelijk moet dienen.
De heer Fock sluit zach voor een groot
deri aan bij het betoog van den vorigen Spr.
Hij erkent dat er gronden zijm om deze *©e-
ning ten laste van den Staat te brengen, maar
wijst er toch op, dat deze Regeering is een
voorstander van Indische leeningen cn hij
vraagtwaarom heeft zij dit bij deze gelegen
heid niet gedaan. Wel heeft de minister ge
wezen op die hoogere kosten, maar men moet
toch eenmaal daarmede een begin maken. Bij
voldoende waai borgen zullen die kosten voor
Indische leeningen toch niet zoo hoog zijn.
Ook Spreker is van oordeel, dat deze Regee
ring blijk geeft vain gemis aan esprit de suite.
Spr. wijst er op, dat de Regeering in de
Eerste Kamer zelf de Indische leeningen heeft
verdedigd, maar gezegd heeft, dat die voorals
nog afstuiten op juridische bedenkingen. Hij
hoopt, dat de Regeering zal trachten die juri
dische bedenkingen zoo spoedig mogelijk weg
te nemen. Spr. hoopt, dat de Regeering tot
versterking der middelen, niet zal overgaan
tot- heffing van uitvoerrechten
De heer Van Kol acht scheiding vam do
Nederlandsohe en Indische kassen meer dan
noodig. Hij verheugt zich in de hulp, die
thams aan Indië zal verschaft woraen, al is
het maar het afdoen van een klein deel van
onze schuld aan Indië. In plaats van 40 mil
lioen, zou hij liever 140 millioen aan Indië
gevean. Ook Spr. is voor het sluiten van In
dische leeningen. Hij hoopt dat Nederland,
door eerlijk te handelen, zich eindelijk los
zal maken van Indië. Voor versterking der
middelen zou Spr. willen heffen een progres
sieve belasting op die netto winsten door
Europeesche ondernemingen gemaakt.
Ook Spr. kan zich niet met den conside
rans van het ontwerp vercenigen, omdat daar
in niet duidelijk het doel van het ontwerp
wordt aangegeven. Spr. betoogt voorts, dat
Nederland nog altijd te kort schiet in zijn
plichten tegenover Indië en de bruine be
volking, wier ellende te danken is aan onze
slechte voogdij. Hij pleit ten slotte voor het
sluiten van leeningen door Indië zelf. Al-
I leen daardoor kan het zich het noodige be
drijfskapitaal van 200 millioen gulden ver-
schaffen. De minister erkent die noodzake-
1 lijkheid, maar nog altijd laat eene beslissing
daaromtrent zich wachten. Zoo gaat het al-
tijd als er een paar centen losgemaakt moe-
ten worden. Juridische bezwaren rijm er. Och,
toen de juristen er zich mede gingen be-
1 moeien, dacht Spr. aan de Javanen: nu is
je zaak .verloren. Waarom eene beslissing uit
gesteld over de scheiding der kassen, waar
zoo dringend geld noodig is? Blijft men het
stelsel der Neder'andschc leeningen handba-
1 ven, dan zal men den armen, zwakken Ja
vaan het voedsel onthouden, dat hij noodig
heeft De minister zegt, dat die wettelijke
scheiding bestaat, maar Spr. vraagt: wijs
mij een artikel waar dat staat en hij zal
zich gewonnen geven. Voor alles moet een
einde komen aan den twijfel of Indië voor
zich zelf mag lecnen. De hulp die thans ge
boden wordt, zafa onvoldoende blijken en over
een half jaar zal men opnieuw aankloppen.
De heer Van Dedem meent dat de
minister goed heeft gedaan den twistappel
der Indische leeningen in het debat te bren
gen. Afzonderlijke kassen voor Nederland en
Indië komen ook Spr. hoogst wenschelijk
voor. Dan zal Indië leeren op eigen beenen
te staan en zijn eigen financiën leeren be-
heeren. Waar er feitelijk al een scheiding
van financiën is, daar moet men komen tot
eene scheiding der kassen. Art. 1 der Grond
wet verzet zich daar niet tegen.
De Min. van Koloniën (de heer
Idcuburg), zal zich bepalen tot het wetsont
werp en gehouden nevenbeschouwingen laten
rusten. De min. neemt tot grondslag voor
zijn antwoord de uitnemende redevoering
van den beer Roell. Diens eerste verwijt was
gemis aan esprit de suite. In de gewisselde
stukken blijkt nergens dat de min. anders
denkt over de staatsrechterlijke bevoegdheid
van Indië om zelf te leenen dan in 1903. Hij
denkt er nog precies het zelfde over en de
redevoering van den heer van Nierop, in de
Eerste Kamer, hcrit hem volstrekt niet van
zienswijze doen veranderen. Voorgesteld is
deze leening ten laste van Nederland te bren
gen, primo omdat eene Indische leening duur
der zou zijn en secuudo, omdat er juristen
van naam bezwaren opperde tegen eene ko
loniale leening. De regeering achtte het haar
plicht den nu voorgestelden weg in te slaan
en wetswijziging ter hand te nemen. Zoo
spoedig mogelijk zal eene oplossing onder de
oogen worden gezien ten einde Indië in de
gelegenheid te stellen op eigen naam te lee
nen. De min. heeft voor zich leggen een
staat van Fransche leeningen waaruit blijkt
dat zuiver koloniale leeningen duurder zijn.
In de tweede plaats kwam de methode ter
sprake. De heer Röell herhaalde wat reeds
vroeger door hem werd betoogd. De minister
geeft toe dat de keuze van datum en bedrag
eenigszins willekeurig waren, maar dat zou
ook het geval geweest zijn wanneer men 1
Januari in plaats 1 April gekozen had.
In de derde plaats werd gesproken over de
wenschelijkheicl der scheiding van rassen.
De reg. heeft reeds gezegd, dat zij bereid is,
dat denkbeeld te overwegen, al doet zij het
niet met warmte. Eerst moet toch worden
uitgemaakt, dat Indië rechtmatig leeningen
ten eigen name mag sluiten.
De Min. van Financiën (de heer
Harte van Tecklenburg) zegt dat de wet
scheiding der Neder landsche en Indische ras
sen toestaat. Onjuist is de bewering dat Indië
uide Nederl. kas zal gaan putten omdat die
op het oogenblik ruimer voorzien is dan de
Indische. Van gaan putten is hier geen spra
ke. Nederland helpt Indië slechts tijdelijk
De regeering zal overwegen of scheiding der
kassen voordeel oplevert.
Tegen wijziging van den considerans in den
geest van den heer Röell is geen overwegend
bezwaar. Een zuiver Indische leening zou op
dit oogenblik aanmerkelijk duurder zijn ge
weest.
Na replieken en dupliek van den M i n.
van Koloniën, waarbij de laatste als
zijne overtuiging te kennen geeft, dat eene
scheiding van kassen belangrijke uitgaven
voor Indië tengevolge zou hebben, doch her
haalt dat de regeering maatregelen wil over
wegen om tot scheiding te komen, en ver
klaart dat de regeering den gewijzigden con
siderans van den heer Röell overneemt, wordt
de algemeene beraadslaging gesloten.
Bij art. 4 (provisie van f pet. aan conunis-
sionnaris) zegt de heer Röell dat hij de
regeering vrij wil laten in de plaatsing der
leening. Hij wil haar dus niet de verplichting
opleggen pet. provisie te geven. Daarom
wil hij lezen ten hoogste pet.
De Minister van Financiën heeft
daar geen bezwaar tegen, maar verwacht er
geen practisch resultaat van. Beneden pet.
zal men toch niet slagen. De regeering brengt
intusschen de verlangde wijziging aan. Art.
4 wordt goedgekeurd, zoomede de overige
artikelen.
Het gehecle ontwerp wordt daarna z. h. s.
aangenomen.
Goedgekeurd wordt mede bet wetsontwerp
I tot- onteigening ten behoeve der uitbreiding
I van de veemarkt te Leiden.
Onderwijspensioenen.
De beraadslaging wKxrot voortgezet over
J ontwerp A. (Wijpoging en aanvulling der wet
tot regeling van het L. O. en deir burgerlijke
I pensioenwet).
j De Min van Riainenl. zaken (dr.
Kuypetr) zegt aan dm heer Ketelaar, dait de
quaestie der tijdelijk© diensten bij overgangs-
I bepaling zal zijn te regelen. Gaarne wil de
Minister hem daarbij behulpzaam zijn.
I De heer Ke t 1 a a r dankt den Minister
voor zijne bereidwilligheid.
De heer S m o e n g e licht d'aarna het. door
hem voorgestelde amendement toe, strekken-
1 de om den onderwijzer, die schoolopziener of
Kamerlid wordt, zijn recht op pensioen t©
doen behouden.
De heer Schaper betreurt het, diat de
heer Smeenge, om zijn amendement aanne
melijker te maken, er de woorden heeft inge
voegd: „op eigen verzoek."
De burgerlij ke pensioenwet spreekt sileühts
vam „ontslag." Waanom daar hiervan af ge-
De heer De Vries doet opmerken, dat
recht cm pensioen eerst wordt verkregen na
volbrachten 65-jarigen leeftijd. Ten onrechte
wordt dius in het amendement gesproken van
het behoud van een recht. Waar nog een recht
verkregen is, kan ook geen sprake zijn van
behoud van een recht. Voorts wil Spr. geen
privilegie aan het openbare onderwijs geveni,
zooals biji dit amendement gesdhiied. Veel een
voudiger ware het doel te bereiken, dat de
heer Smeenge beoogt.
De Voorzitter geeft in overweging con
hetgeen wordt voorgesteld voor openbare ou
derwijzers, ook te doen gelden voor bijzoni-
dlere, hetgeen toch de bedoeling ia
De Minister zegt, dat dc Reg. onmoge
lijk kan accepteeren, hetgeen hier wordt voor.
gesteld. Het past niet in het' stelsel onzer pen
sioenwet. Dat stelsel is iemand zoo lang moge
lijk in dienst te houden en daarom bestaat de
bepaling, diat als de man er willekeurig uit
loopt, hij bijzondere omstandigheden
daargelaten zijn recht op pensioen verliest.
Het stelsel der pensioenwet is den man van
©xperiemcae voor den Staat te behouden. De
hierbedoelde schoolopzieners en Kamerleden
zouden er uitgaan uit eigen wil en dus voor
liet onderwijl verloren gaan. Daarmede gaat
hun recht of aanspraak op pensioen verloren.
Ten aanzien van de Kamerleden is bij
het Hooger Onderwijs de quaestie zeer een
voudig geregeld door de bepaling, dat de
hooglecraar Kaanerlid wordende, op non-ac
tiviteit gaat. Een soortgelijke regeling kan
gemaakt worden voor dè onderwijzers bajj het
Lager Onderwijl bij de L. O.-wet en dan
verkrijgen die onderwijzers meer dan de heer
Smeenge hen bij zijn amendement geven wil.
De heer Treub vindt het tegenwoordige
pensioenstelsel, door den minister zooeven
ontwikkeld, een slecht stelsel, een onbehoor
lijk stelsel, dat zoo gauw mogelijk veranderd
moet worden. In Amsterdam is reeds aange
nomen voor de lagere ambtenaren, dat hij,
die op eigen verzoek ontslagen wordt, zijn
pensioen-recht behoudt, maar in den vorm
van uitgesteld pensioen. Dat voorbeeld dient
het Rijk tegenover zijn hoogere ambtenaren
te volgen. Een werkgever mag zijn arbeiders
niet binden door bepalingen, die hen bolet-
ten zouden elders werk te zoeken. Do persoon
mag niet gebonden worden in de vrijheid van
zijn keuze van beroep.
De heer Smeenge verzoekt den minis
ter zijne ambtenaren te gelasten de zaak
der onderwijzers-Kamerleden nog eens onder
de oogen te zien. Ten aanzien van de school
opzieners, die zijn eerste liefde waren, hand
haaft hij 't geen hij gezegd heeft en tevens
handhaaft hij ook zijn amendement. Natuur
lijk zijin ook de bijz. onderwijzers in zijn voor
stel opgenomen.
De heer Schaper merkt op, dat de mi
nister beeft toegegeven, dat eene regeling
voor de onderwijzers-Kamerleden noodig is.
Laat de minister nu of tegen Dinsdag
een voorstel doen. Als sub-amendement
brengt Spr in het amendement van den
heer Smeenge de woorden: al of niet op
eigen verzoek.
De heer De Vries wijst er op, dat de
regeering niet zoo gemakkelijk is als men
het hier wel doet voorkomen. Men moet niet
vergeten, dat de onderwijzers gemeente-amb
tenaren zijn en men de gemeenten niet dwin
gen kan uon-activiteits-tractementen te ge
ven, evenmin de schoolbesturen tegenover
bijzondere onderwijzers.
Do Minister zegt voorop te hebben ge
steld, dat hij zich goed een ander pensioen
stelsel kon denken. Waaraan ontleent de
heer Treub het recht den minister voor te
stellen als iemand die a tort et a travers hier
een oud stelsel verdedigt. Wij doen hier op
Do School novelle zal in geen geval eerder
in behandeling komen dan 21 Maart,
het oogenblik niets anders dan een nieuwe
categorie van personen opnemen in een be
staand pensioenstelsel. Dat, en niet anders
was "s ministers betoog. Van dat bestaand©
stelsel is nooit afgegaan; daarvan mogen wij
niet afgaan. Hier is geen sprake van voor
liefde, maar van rechtsopvatting.
Bij de Regeering bestaat niet de neiging
en zij heeft nooit bij haar bestaan dezo
quaestie bij dit ontwerp in te las6chen.
Wil de Kamer dat doen, dan wil de Regee
ring de mogelijkheid overwegen.
De heer Treub constateert, dat uit 's mi
nisters antwoord mag worden afgeleid, dat
ais wij van dezen minister van binnenland-
sche zaken eene sociale pensioen wetgeving
krijgen, deze niet op veranderde leest zal
geschoeid zijn.
De Minister antwoordt nu eens en
vooral, dat hij niet geacht kan worden met
de verkeerde conclusies, die de heer Treub
uit zijin woorden trekt.
Hot sub-amendement Schaper wordt ver
worpen met 43 tegen 10 rtemmen cn hot'
amendement-Smeenge met 37 tegen 16 stem
men.
Dinsdag 11 ure voortzetting.