J a©7.
S'" Jaarj^ang.
Dinsdag 28 Maart 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ËEfl PRIS8SES.
AHERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doza Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advortentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFP ft O.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVKRTESTIÊH
Tan 1—8 regels t
Elke .regel meer
Groote letten naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan
het herhaald advertéêi
cironlaire, bevattende
toegezonden.
0.11.
MWIU1UIW*
nf bestaan voordeellge bepalingen:
(éren in clit Blad bij abonnement. Eéne
Ie de voorwaarden, worat op aanvraag
Aan ben, die met I April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
Daïtschiartd en Marokko.
Do Nordd. Allg. Zeitung heeft naar aan
leiding van het aanstaande bezoek van den
Duitschen Keizer aan Tanger, nogmaals te
verstaan gegeven, dat het niet aangaat
Duitschland als quantité négligeaible te be
handelen bijl de regeling van den toestand
in Marokko. Het officieuse orgaan der re-
gceiing van het Duitsche rijk comstateert
uitdrukkelijk, dat Duitechland over de
F ra 11 s ch-Engelsche overeenkomst evenmin
vooraf gepolst als ingelicht is. Blijkens het
rapport van den Duitschen gezant over de
particuliere audiëntie, die hij in Maart 1904,
kort voor het sluiten van die overeenkomst,
bij den Franschen minister van buiteuland-
scbe zaken heeft gehad: om inlichtingen te
vragen over de overeenkomst, bewogen
de spontane verklaringen van minister Del-
cassé zich in het kader van algemeene be
schouwingen zonder eenigo verbintenis. „Wij
waren dus, schrijft het blad, ten volle ge
rechtigd er op te wijzen, dat tot dusver geeno
waarborgen bestaan tegen eene voor de eco
nomische belangen van Duitschland nadeo
ligo verandering van den status quo in Mar
rokko". Dat Frankrijk niet in Marokko is
opgetreden ten algemeenen bate en om aan
alle natiën in Marokko gelijke voordooien te
bezorgen, ligt voor de hand. Ook al werd
het niet uitdiukkelijk in het Journal des
Débats gezegd, dat Frankrijk in Marokko
streeft naar eene bevoorrechte positie, die
hot moet schadeloos stellen voor het prijs
geven van zijne voormalige positie in Egypte,
dan zou daarover toch bij niemand twijfel
kunnen bestaan.
Op het voorbeeld van Tunis heeft de
Nordd. Allg. Zeitung reeds eerder gewezen, en
zij constateert nu, dat het Journal des Débats
en ook andere bladen uitdrukkelijk erken
nen, dat men van Marokko een tegenhanger
van Tunis wil maken, terwijl ook datgene
wat tot dusver over het programma van den
nu in Fez aan 't werk zijnden Fransohen on
derhandelaar bekend geworden is, niet klopt
met de vroegere verzekering van minister
Dclcassé, dat hij bovenal streeft naar de
handhaving van den status quo in Marokko.
Het voorbeeld van Tunis ligt inderdaad
voor dë hand om er op te wijzen, dat het
te doen is om de vestiging van eene Fran-
sehe voogdij in Marokko. Do correspondent
van de Frankf. Ztg. te Berlijn wijst er op,
dat men de daaruit voor de economische be
langen van Duitschland opkomende beden
kingen niet kan op zijde zetten met eene
ver wijzig naar het bestaande verdrag van
.meestbegunstiging, wiant dit verdrag sluit
eono bevoorrechting van Frankrijk en eene
beiiadeeling van rechtmatige economische
belangen niet meer uit van het oogenblik
af, waarop Frankrijk feitelijk eene soort
voogdij in het bestuur van Marokko zou uit
oefenen.
„Marokko is nog een van de weinige lan
den, waarin de Europeesch© landen zich niet
alleen door den handel in engeren zin, maar
ook door economische ondernemingen in dë
gedaante van kustscheepvaart, den aanleg
van wegen en spoorwegen, het doen van leve-
rantiën en voorts door de exploitatie van de
minerale schatten van het land in vrije me
dedinging kunnen doen gelden. Voor al deze
zaken waarborgt het bestaande verdrag van
meestbegunstiging, wanneer eerst Frankrijk
de leiding in Marokko aan zich heeft ge
bracht, aan Duitschland geen gelijke rech
ten, en er behoort daarom weinig voorspel
lende wijsheid toe om tot het besluit te ko
men, dat die het dan ook practisch niet zullen
worden verleend, want het is daarbij te doen
om dingen, die niet van een verdrag van
meestbegunstiging, maar in hoofdzaak van
bestuurshandelingen afhangen. Het is daar
om ten volle begrijpelijk, dat de rijksregee-
ring in dit opzicht waarborgen voor de toe
komst verlangt te hebben.
„Te oordeelen naar de w ze waarop de
Fransche pers zich uitlaat, moet men aan
nemen, dat de Fransche regeering daartegen
principieel niets zou hebben in te brengen.
Ook de vorm daarvoor kan niet moeielijk te
vinden zijn. De Sultan van Marokko is en
dat mag men niet vergeten souverein en
moet het ook, zooals de heesr Delcassé ge
zegd heeft, blijven. Het is daarom eene
minst genomen eenzijdige opvatting, wan
neer men aanneemt, dat derde staten zich
over hunne economische belangen in Marokko
met Frankrijk zouden moeten verstaan. Het
meest voor de hand liggende is, dat zij 't
met den Sultan van Marokko doen. Daarbij
behoeft het eene het andere niet uit te slui
ten^ Over Duitschlands bedoelingen kan geen
twijfel van misvatting bestaan, omdat het
aan 't verkrijgen van gebied nooit gedacht
heeft en nooit denken zal."
Duitschland.
Lissabon, - Maart. De Keizer kwam lieden
in de Taag. Koning Carlos, de kroonprins, do
hertog van Oporto en de ministers van bui-
t.-nlandsche zaken, en van marine begaven
zich terstond aan boord om den Keizer te
begroeten en naar de landingsplaats te ge
leiden.
Berlijn, 27 Maart. Bijj de behandeling van
het wetsontwerp tot wijziging van eenige be
palingen van dë mijnwet in het Huiis van
Afgevaardigden, wees de minister-president
graaf Bülow er op dat de regeering voor bet-
uitbreken van de jongste mijnwerkers-staking
reeds bezig was met het ontwerpen van ver
schillende maatregelen. Graaf Bülow erken
de de goede houding van de arbeiders gedu
rende de stakinghierdoor wordt echter niets
veranderd aan het feit, dat contractbreuk ia
gepleegd. De staat moet zijne beschermende
hand over dat gebied uitstrekken. (Toe
juichingen).
In den loop van het debat betuigde graat
Bülow zijne voldoening over het feit, dat alle
partijen gezindheid tot toenadering toonen.
De mijnwet-novelle moet dienen tot ophef
fing van de misstanden, die bij de sta Icing
zijp gebleken. Maar zij zou slechts een nood
wet zijn. De rogeering verlangt deze noch
op kosten van de arbeiders noch op die der
werkgevers; zij wil slechts eene nieuwe sta
king voorkomen. Het loonverlies bij de laat
ste staking beliep mil li oenende schade, door
handel en nijverheid geleden, was nog grooter.
Zweden.
De Zweedeche Rijksdag heeft, op verlan
gen der regeering, eeu geheime commissie be
noemd, om met de regeering te overleggen,
zoo vaak deze dat verlangt ter zake van dë
kwestie met Noorwegen. De commissie telt
zes leden uit ds Eerste en zes van de Tweede
Kamer.
Italië.
Rome, 27 Maart. In zijp consistoriale toe
spraak drukte de Paus, gewagend© van de be
trekkingen van den Hedhgen Stoel met Frank
rijk, tot zijn leedwezen zijn vrees uit aan
gaande de verwezenlijkte breuk. De Paus ver
klaarde zich tegen deze breuk, waartegen
steeds geopponeerd zal worden. De Heilige
Stoel wensoht goede betrekkingen met
Frankrijk te hebben en is in werkelijkheid
genegen door zijn daden te getuigen van zijin
wensch tot het onderhouden van goede be
trekkingen met het Fransche gouvernement.
Rusland.
Warschau27 Maart. (Petersburgsch Teler
graaf-agentsohap). De aanslag op het politie
bureau schijnt ondernomen te zijn met het
doel het hoofd der politie zich daarheen të
doen begeven. De persoon, die de aanslag op
het hoofd der politie uitvoerde, moet bij zijn
vlucht zelf gewond zijn.
Orleken land
■Athene, 27' Maart. De Koning opende he
den 3e zitting van de Kamer. In de troon
rede wordt aangekondigd, dat de financieel©
toestand zal worden verbeterd door bezuini
gingen en dat leger en vloot zullen worden
gereorganiseerd
Creta.
Kanea, 27 Maart. Uit ontevredenheid over
de absolutistische regeering van den prins
zijn in do nabijheid van Kanea 600 gewa
pende Kre te users bijeengekomen; zij hebben
zich gevormd tot eene voorloopige nationale
vergadering onder voorzitterschap van Pa-
payannakis. Deze vaardigde een proclamatie
uit, waarin de vereeniging van Kreta met
Griekenland wordt afgekondigd en op de mo
gendheden een beroep wordt gedaan om geen
geweld te gebruiken tot instandhouding van
het tegenwoordige stelsel.
Prins Gêorge vaardigde eene proclamatie
uit, waarin hij de. bevolking aanspoort zidh
niet bij de beweging aan te sluiten.
Ben Russische kanonneerboot bracht ver
sterkingen voor de gendarmerie te Kanea
van andere doelen van het eiland.
Marokko.
Het bezoek van den Duitschen Keizer aan
Tangor zal den 31. reeds vroeg op den dag
plaats hebben. Om acht uur 's morgens
komt de Hamburg in de haven. De Keizer
zal bij de werf aan land gaan, waar dë af
gezanten van den Sultan, onder wie ook de
onlangs tot gouverneur benoemde, door de
Perdic&ris-zaak bekend geworden gewezen
rooverhoofdman Raisuli, en het corps diplo
matique zich zullen bevinden. Do voorstellin
gen geschieden in eene daarvoor ingerichte
zaal. Van daar zal de Keizer door de groote
moskee, de klein© socco (markt) en de Goud
smedenstraat zich naar hot Duitsobe gezant
schap legeven. Op het Marehand-veld wordt
een grootefantasia (ruiterfeest) ter eere van
tien Keizer gegeven, waarop een bezoek van
d^n kashall al volgen. Om twoo uur 's na-
mjddags geselii het vertrek naar Gibraltar.
De Fransche minister van marine iaat be
kend maken, dat het gerucht der uitzending
van een Fransch eskader naar Tandger on
gegrond is.
Tanger, 27 Maart. Do correspondent van
de Tïmes, Harris, kreeg heden een dolksteek
in, de maagstreek, terwijl hij biuiïtem het En-
gelsche postkantoor stond. Dë dader was een
Moorsche hotelgids. Do dolk gleed af en
bracht slechte eene licht© wonde toe. De reden
van den aanslag is onbekend.
T'anger, 28 iaartf Wolff's bureau.) De
Arabier, die de heer Harris, correspondent
van de Times, licht verwondde, vluchtte naar
den sjeik van Wasau, die ouder Fransche
protectie staat. De publieke meening alhier
helt er toe over dien overval te beschouwen
als eene intrige, om zoo mogelijk het bezoek
van den Duitschen Keizer aan Tanger te
verhinderen.
Midden-Azië.
Aschabad27 Maart. (Petersburgsch tele-
graaf-agentechap). Uit Koteohan is per tele
graaf naar hier bericht, dat de bevolking al
daar zich in oproer bevindt. De Russische be
woners zijn gevlucht.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichten
Grootvorst Nico laas zal het onderzoek naar
den toestand van het leger, dat hem is op
gedragen, niet ter plaatse verrichten, maar
in Petersburg. Voordat zijn rapport over de
militaire middelen, waarover Rusland be
schikt, bij den. Cfeaar worden ingediend, zul
len er nog conferentiën plaats hebben, waar
aan de Russische gezant in Denemarken,
Iswolsky, en de gewezen Russische gezant in
Tokio, baron Rosen, zullen deelnemen. Men
beweert in Petersburg, volgens de Temps, dat
Iswolskv verscheidene bezoeken aan het Fran
sche gezantschap heeft gebracht en dat ook
Rosen met dat gezantschap in betrekking
za! eden.
Petersburg, 28 Maart. (Petcrsburgsqh tele-
graafagentechap.) Van regeeringswoge wordt
bericht, dat de bevelhebber van het derde
Maudsjoerijsche leger, de generaal der caval-
lerie Kauibars, het commando heeft gekre
gen over het tweede leger, en in zijn vroeger
commando vervangen is door den generaal
der i nfanterie Batjanow.
Uit het Russische hoofdkwartier te Goen-
sjoeling wordt bericht
Dë zware artillerie heeft geen deel genomen
aan dën slag bij Moekden. De veldartillerie
verloor omstreeks 60 stukken, geschut, hoofd
zakelijk bii de paniek tijdens den terugtocht.
Het geheel© verlies aau dooden en gewonden
wordt op 100.000 man begroot.
De Russki Inwalid verdedigt den. staf
tegen de beschuldigingen, dat hij niet het
noodige zou gedaan hebben, om troepen naai'
Oost-Azië te zenden. Het (officieuse) blad
berekent, dat sedert het begin van den veld
tocht 13,087 officieren, 761,467 soldaten,
146,408 paarden en 1521 kanonnen zijn uit-
De Japansche legatie ontving heden het
volgende telegram uit Tokio:
Van de Russische non-combattanten, die
in onze handen zijn gevallen in den slag bij
Moekden, worden de volgende vrijgelaten
vrijgelaten in het front van onze voorhoede
47 man met den rang van officier, 359 offi
cieren op non-activiteit, 9 verpleegsters, 2
priesters, 4 kooplieden, aan het leger ver
bonden. Op hun verlangen te Chefoe of
Shanghai werden vrijgelaten Ü3 personen
met den rang van officier, 23 verpleegsters,
298 officieren op non-activiteit.
Petersburg27 Maart. Naar aanleiding van
het berioht van Reuter, dat Vrijdag in het
minister-comité de quaestie van den vrede is
besproken en dat de meerderheid in beginsel
liad verklaard dat thans het oogenblik gun
stig was voor het aanknoopen van vredeson-
handelingen, verklaart het Petersburgsche
Telegraafagenteohap, dat dit bericht reeda
hierom onjuist is, omdat Vrijdag geen verga
dering van het minister-comité gehouden
werdi.
Van Londen en van Petersburg uit worden
weder berichten verspreid over vredesonder
handelingen, waarop kans zou zijn. Het
schijnt een feat te zijn, dat er thans in
Petersburg ernstig beraadslaagd wordt over
de kwestie van oorlog of vrede, en dat in
deze conferentiën ditmaal niet alleen mili
tairen maar ook staatslieden betrokken wor
den. De Czaar schijnt gezind te zijn groote
offers aan gebied te brengen; daarentegen
schijnt men in Petersburg geen lust te liel>
ben aan Japan eene oorlogsschadevergoeding
te verleenen. De schadevergoeding in contant
geld schijnt echter juist de voorwaarde te
zijn, waaraan men in Japan de grootste
waarde hecht, omdat men den toekomstigen
vrede slechte als een wapenstilstand beschouwt,
en den durur daarvan zich. ten nutte wil
maken om eene geduchte zeemacht te bou
wen, die Rusland eens voor al den lust moet
benemen te dingen naar de oppermacht in
den Grooten oceaan'.
Misschien kan het als een toeken ten gunste
van den vrede beschouwd worden, dat do
onderhandelingen over eene Russische leening
in Frankrijk hervat zijn. In ieder geval hou
den de vredesgeruchten aan. De Central
News meent zelfs te kunnen zeggen, dat meer
of minder officieus in de beide laatste weken
vredesoverleggingen zijn gevoerd en dat do
voorwaarden, waaronder men in bepaalde on
derhandelingen zou kunnen treden, behandeld
zijn in een bijzonderen ministerraad, door
den Czaar gepresideerd. De ministers advi
seerden tot, het aanknoopen van onderhan
delingen, maar do Czaar hoeft zijne beslissing
nog niet bekend gemaald.
Allerlei
vVan 710 Augustus zal te Luik tor
gelegenheid van de internationale tentoon
stelling aldaar een internationaal congres
voor woninghygi ne, meer in het bijzonder
voer de bevordering van den bouw van goed-
koope woningen, worden gehouden onder lei
ding van den heer Lepreux, directeur-gene
raal van de rijksspaarbank. Aan de orde wor
den o. a. de volgende quaestie© gesteldon
derzoek naar de wijpe waarop de staat den
bouw van goedkoop© woningen, in het bij
zonder voor de armsten, bevorderen kan; in
vloed van de belastingen op de huur; ge
neeskundig staatstoezicht op de woningen
invloed van het particulier initiatief op do
verbetering der womingen in sanitair opzicht
oprichting van openbare speeltuinen en
cités jardins; middelen om de arbeiderswo
ningen oen gezelliger aanzien te geven, zon
der den prijs ervan te verhoogen; woning-
statistiek, enz.
vIn de Vereenigde Staten zijp, thans
alle oude veeten vergeten van den burgeroor
log tusschen Noord en Zuid.
De beide huizen van het Congres hebben
met algemeen© stemmen besloten tot terug
geven van de oorlogsvaandels van de troepen
der Unie en de Geconfedereerden, welke
thans in het departement van Oorlog wor
den bewaard.
Toen president Cleveland in 1887 een be
sluit van die strekking nam, verwekte hij
een storm van verontwaardiging.
30 Roman- van
MORITZ VON REICHEN BACIL
Mascha verklaarde daarop, dat zij het be
zichtigen van/ 't museum tot een volgende
gelegenheid wilde uitstellen.
„De hoofdindruk, dien ik van 't geheel ge
kregen heb," zei de ze, „is zóó mooi eni zóó
harmonisch, dat ik dien nu niet veranderen
wil voor een meer gedetailleerde beschou-
wing;" emi ook graaf von Mellow vond, dat
hij voor vandaag genoeg had gezien.
Zoo daalden zij dan naast elkander de
door bont gekleurde vensters tooverachtig
vorlohte trap af, die in de vestibule van het
gebouw uitkomt.
Een oiogëtnbliik nog bleef Mascha staan oirn
op te zien naar het prachtige, donkere beeld-
li ouwiwerk in eiken hout, dat eertijds tob den
Buoentaur, de pracht galerij der dogen van
Venetië, heeft behoord en thans in dit mu
seum een waardige plaats hoeft gevonden.
Onwillekeurig volgde Kurt Mellow haar
blik.
Hot zeldzaam fraae beeldhouwwerk stelt
dë heilige maagd voor op de plecht van eon
galjoen. Vóór haar knielen dé doge ©n diieins
schutspatroon met de doge-muits.
„Verbeeld u, dat men den laatsben doge
om ia gezegd1 had, dat dit kostbaar kuustwërk
op Markischen bodem zou worden overge
plant en. daar voor iedereen te bezichtigen
zou zijn l"
Het was de prinses, die deze halve ver
zuchting slaakte, doch de graaf bezag de
zaak van een geheel anderen kant.
,,'t Is een bedroevend iets," zeide hij(, „een
gedachte, waarbij mein zich eigenlijk hoos
maakt, dat zoo'n, levenloos ding het gedu
rende zoovele menschenlevens uithoudt en
ten slotte een reliquie wordt, die ons predikt
wat voor kleine wormen wij eigenlijk zijn."
„Aangenomen GoedMaar 't is toch iets
graotsch, dat wij, kleine wormen als we zijn,
iets scheppen kunnen, dat ons overleeft en
onzen naam tot bij het verre geslacht in eere
houdt. Anitoudo de Porië fecit en die: An
tonio dwingt óns, die in 'fc binnenland-, vet'
van de zee wonen:, na honderden van jaren,
aan zijn trotschc, do zeeën beheerschendë ge
boortestad to denken en den gedachtengang
te volgen, die hem bij zijn werk moet bezield
hebben."
Kurt Mellow had zich van den Buoentaur
afgewend en zag nu om naar de prinses,
die, door 't bonte Licht der geschilderde glas
ruiten 'bestraald, met -schitterende oogeni
voor hlem stond en op het oude 'houtsni]|Wërk
lvaar blik: gevestigd hield. Hij dacht op dat
oogenblik geenszins aan zijn vooroordeel
tegen de vrouwen van de oostelijke grens.
Hij dacht- trouwens in 't. geheel niet in woor
den, hij ondervond alleen iets, dat plotseling
zijn bart sneller deed kloppen en hem als een
l>etoo verende gewaarwording door het hoofd
ging. Het was hem, als hoorde hij 'het diion
schilder nogmaals zeggen: „Is 'tnieb een
betooverend wezen?"
De heer Stehröder was ver weg. maar dp
ergernis door Kurt Mellow, ondervonden,
teen hij die woorden hoorde, gevoelde h.j
ihans opnieuw.
Beneden gekomen, nam hij ijlings van de
dames afscheid en, eenmaal op straat zijnde,
ademde hij met volle teugen de heldere,
koude winterlucht in, terwijl hijj zich met
rasse he schreden voortspoedde.
,,'t Is ©en gevaarlijk ras, dae P'oolsche
vrouwen," mompelde hij dn zilchi zelf, „maar
ik ben er tegen bestand, o, ik ben zeker van
mijzelf en behoef er niet bang voor te zijn."
Als een vluchtige verschijning, zweefde
het beeld der prinses, gelijk hij haar kort te
voren in 't gekleurde liobt op dë trappen
van het museum had gezien, voor zijp. oog
voorbij1; maar hij zag voor zich uit in den
kouden winterzonneschijn en dacht opzette
lijk aan hetgeen er op de laatste zitting van
dén 'Rijksdag was behandeld geworden. Te
gen wil en dank hoorde hij daarbij tusschen
de ernstige redevoeringen der afgevaardig
den door in diepe tonen de zoete melodie
van „Mooi-Roodruit
„Hoe heet koning RLngolfs dochterkijn?
Roodna.it, Mood-Roüdruit
Wat dicot zij wel den gamsichen dag,
Daiar zij niet koken of spinnen mag?"
HOOFDSTUK IX.
De ijsbaan, bij het Rouseeau-eiland in den
Thiergarten was geopend, en dag aan dag kon
men daar een bont en levendig tafereel aan
schouwen.
Dbmes, die men anders slechts gewoon was
langs den gecdreeTdoui parketvloer te zien glij
den en die 'het straatpubliek nooit- anders zag
da-n geleund in de kussens van sierlijke equi
pages, zweefden hier hand aan hand met
jonge officieren van de Garde over het spie
gelgladde bnanvlak.
„Wie is die jonge dame daarginds, in dat
blauwe toilet met dat licht grijze bont vroeg
eau der bij den wal staande huzaren-officieren
aan een zijner kameraden, die vlak bij hem
bezig waa zijn schaatsen wat vaster aan te
binden.
De toegesproken© zag om.
„Die blondine?" vroeg hij. met zijn blik de
aangeduide richting volgend. „Ik ken 'r vol
strekt niet! Dat 'seen nieuwe verschijning
rijdt verduiveld goed. fameus, 't. is merk
waardig, dat ik niet weet wie zij is!"
„Dag, Brau'denstein," riep een stem achter
hem, terwijl er een hand op zijn schouder
werd gelegd.
„Ha, graaf Mellow," riep de jonge officier,
zich snel amkeerend, ,,'t is mij aangenaam' u
loof ik, tot nog toe niet naar onze baan omge-
weder bij onze ijs-sport te zienge hebt, ge
keken."
„Ik heb 1 rijden vorleerd. weet je, en ik
koon van daag ook alleen maar als toeschou
wer, maar laat ik de heeren niet ophouder»!
Ge schijnt hier zoowat op een observatie-
po at to staan, mag men ook vragen, wie er
in 't bijzonder zoo wordt waargenomen?"
„We hadden het over de nieuw© verschij
ning in ons midden. Kijk, daar is ze weer,
die blondine met dat blauwe jaquet eon
uitmuntend© rijdster daar komt ze met
een prachtigen zwaai vlak bij den walkant
zo schijnt daar bekenden te hebben."
„Zij spreekt met mevrouw. Wangerow, dë
generaalsche," voltooide de tweede officier
de mededeel ing „daar komt ook Solden
van de infanterie naar haar toe wacht,
ik moet ook nog mijn compliment- bij do
generaalsch© gaan afsteken."
„Ja, ik ook" verzekerde de huzaar, en
Kurt Mellow zeide lachend:
„Zoo 't u te doen is, heeren, om den naam
te weten van dat blauwe ijsvogelfcje, is de
omweg langs mevrouw Wangerow geen be
paald vereischte. Zij is eene prinses Rat-zi-
towska uit Russisoh-Polen,"
„Zoo? Kent gij haar?"
„Ja, ik heb haar ©en paar maal gespro
ken."
„Die Poolsche dames zijn altijd even slank
en gracieus, ik zal mevrouw Wangerow ver
zoeken, mij aan haar voor te stellen."
De twee officiëren betraden den ijsbaan
en kort daarop zag graaf Mellowi hen in ge
zelschap van eenige jonge dames onder wel
ke zich ook de prinses bevond, lustig heen-
glijden.
Kurt Mellow bromde iets in zijn baard
van een' vervelend genoegen zooals hij het
toekijken noemde en liep een, eind verder.
In het volgend: oogenblik zag hij tante Annai
die hem achterop gekomen was. Hij groette
haar en zij riep met. eenige verwondering in
haar stem:
„Graaf MellowEn aan den, wal staande
zooals ik? 'tls niet zoo prettig omi „ijemoo-
der" te zijn, men krijgt er zoo gemakkelijk
koude voeten bij Maar de jeugd/ amuseert
zich .kostelijkWaarom rijdt u niet?"
„Ik heb net vroeger wel gedaan, maar in
den laatster» tijd niet," antwoordde hij, „oa
in Indië en Egypte, waar ik mijn laateten
winter doorbracht, heeft men ©r geen gele
genheid toe, aooala u wel begrijpt. Ik wilde
hier liever geen dwaas figuur maken."
Wordt vervolgd,