ar. ars. 3'* Jaargang. Maandag 3 April 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS P« 8 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dageljjks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft O. Utrechts chest raat 1. Intercomm. Telephoonnummer 00. PRIJS D£R ADVERMOmfir: Tn 1—8 mgria ïlk. regel Groot© lettert naar jfTaalmiltata. Voor handel en bedrijf bestaan hak. herhaald advert ©ére® in dik Blad bjj circulairs, bevattend# de voorwaarden, toegezonden. Politiek Overzicht Duitsohland en frankrijk in Marokko. Het bezoek van den Duitschen Keizer aan. Tanger, de Marokkaansche havenstad, ia sleahts kort geweest; de ongunst vam het weder heeft met de overwegingen van de hooge politiek samengewerkt om het tot en kele uren te beperken. Maar de beweging, die door dit bezoek is opgewekt, zal vooreerst nog niet tot rust komen. Wat de Keizer in Tanger heeft ge zegd. is niet in alle bijzonderheden be kend. Men weet evenmin met stellige zekerheid wat hii tot den oom en afge zant van den Sultan van Marokko, sjeik Abdul Malek, heeft gezegd als wat de brief van den Sultan aan den Keizer bevat. Van de woord an, die de Keizer tot de vertegen woordigers van de Duitsche kolonie in Tanger heeft gezegd, zijn verschillende lezingen ver spreid. Volgens de eene lezing, heeft hij ge zegd, dat hij gekomen was om Duitscblands be'angsbelling te doen kennen voor Marokko, dat een vrij land is em moet blijvenvolgens eene andere, dat het hem verheugde de ver tegenwoordigers te kunnen begroeten van Duitsclilands handel en nijverheid, die hem zullen helpen in het streven om in een vrij land ten allen tijde de belangen van het Duitsche moederland hoog te houdenvolgens eene derde, dat rijn' bezoek de gedachte moet die nen van de gelijkgerechtigdheid van alle na tiën. Hoe verschillend d ze lezingen ook kiinken, er is toch in alle drie dezelfde grond gedachte te onderkennende belangstelling van Duitsch.la.nd voor Marokko en de onaf hankelijkheid van dat land. Op den dag van het bezoek vam den Düit- schen Keizer aan Tanger gaf eene interpel latie van bevriende zijde in den Senaat den minister van buitenlandsohe zaken van Frankrijk gelegenheid, om licht te versprei den over het standpunt van zijne regeering in de zaak. Veel wijzer is men daardoor ech ter niet geworden De minister begon met te verklaren, dat niets in de Marokkaansche politiek van de Fransche regecriing de opge wondenheid kan verklaren, die is gewekt, maar wat Frankrijk met zijne staatkunde in Marokko eigenlijk beoogt, daarover heeft hij mnets losgelaten. Er vertoeft na juist een Fr an scli gezantschap in Fez, dat volgens de algemeen© verwachting uitvoering moet ge ven aan de bevoegdheden, die Frankrijk kan ontleenen aan het verdrag, dat den 8en April van het vorige jaar met Engeland gesloten werd. Maar over de opdracht, die aan dat gezantschap is meegegeven, vond de Fransche minister het raadzamer bet stilzwijgen te be waren. Men is daarover nu nog even wijs als vóór de interpellatie. De geruchten, die daar over loopen, houden in, dat in hoofdzaak drie edsohen door Frankrijk aan den Sultan van Marokko worden gesteld: reorganisatie van het Marokkaansche leger onder leiding van Fran&che officieren, invoering van Fransch toezicht op het bestuur en opdracht van het financieele en het belastingbeheer aan Fran sche ambtenaren. Maar iuist die geruchten zetten kracht biï aan het verlangen om meer te weten omtrent Yamkrijks voornemens, want eene inwilliging van de hier genoemde eischen zou een 'ramsob protectoraat in Ma rokko tot werkeli'kheid maken, dat voor de andere natiën den weg zon versperren om aan de economische ontginning van Marokko op gelijke wijze deel te nemen als de Fran- Bohem. De oorrespondent vzm de Vossdsche Ztg. te Parijs verwijt minister Delcassé, dat hij eene ernstige fout heeft begaan, door te meenen, dat hij een grooten onafh an kei ij ken staat bij het Fransche bézit kaai inlijven zonder daartoe de toestemming van het Duitsche rijk te bekomen. Hij schrijft: ,,De Fransche regeering maakt zich gereed tot de verwezenlijking van het verdrag over te gaan. Hij heeft den heer Saint-René Tail- landier in buitengewone zending near Fez ge zonden, om den Sultan Frank rijks voorstel len mede te deelen. Het oogenbhk is dus ge komen om Frankrijks positie tegenover Ma rokko naar alle zijden zeker te stellen. Wan neer de heer Delcassé dezen weg thans niet inslaat, dan zal hii hem later veel moeielijker kunnen betreden. Intusschen schijnt de heer Delcassé andere bewegingen te beramen. Op den rechtmafcigen wensch van Duitschland. hardefcbelaagtti in Marokko wor den geëerbiedigd, wil hij antwoorden met eene veel zeggende verwijzing naar zijn invloed in Madrid en naar zijne -iendschap met Enge land. Dat laat slechts ééne verklaring toe „Wanneer Duitschland 't met ons aan den stok wil krijgen, dan moet het weten, dat wij in de wereld niet alleen staan. Rusland kan ons voor 't oogenblik misschien niet van veel nut zijn, maar wij hebben in ieder ge- va Engeland, misschien ook Spanje voor ons" De heer Delcassé ia sedert jaren er aan bezig door het aanknoooen van zoo vriendschappe lijk mogelijke betrekkingen nut alleen met Engeland en, met Spanje, maar ook met den .--dvtrft Ttabë Ductschland te isolee- ren. Zou hij thans bet oogenblik gekomen achten, om de vruchten van zijne geduldig et» fijn gesponnen diplomatie te plukken? Wan neer hii in deze zelfmisleiding bevangen is, dan zullen de helder ziende en beproefd vre delievende elementen der Kamer gelukkig vormen die de groot© meerderheid goed doen, den heer Delcassé daaruit wakker te schudden tot de kennis van de werkelijkheid, voordat betreurenswaardige complication het op onzachter wijze doen." Duitschland. Tanger, 81 MaartDe oorrespondent van Wolff's bureau bericht nog, dat de Keizer bij de landing de tot zijne ontvangst aan wezige Duitsche kolonie begroette met eani- ge woorden in de Duitsche taal, waarin hij; deed uitkomen, dat zijn bezoek in Tanger dienstbaar zou zijn ^an de gedachte van gelijk recht -< ot alle natiën. De toespraak van d«n Keizer werd met groot gejuich ontvangen. Over 't geheel be groette Duitschera, Spanjaarden en Engel- schen de Keizer met de grootste vreugde en met betuigingen van sympathie. Vele op schriften heetten den' Keizer welkom en lie ten het vaderland en de onafhankelijkheid wan Marokko leven. In het Duitsche gezantschapsgebouw had de Keizer een lang gesprek met den 3jeik Abdel Malek, die hem een eigen handigen brief van den Sultan overbracht. De Keizer antwoordde op de toespraak van Abdul Ma lek. De Keizer begroette hier ook vriend schappelijk den oud-minister vam oorlog El Monebhi en den tegenwoordigen minister Macleam Oruder saluutschoten van de forten en van de Fransche oorlogsschepen, vertrok de kei zerlijke stoomboot met het begeleidende oor logsschip bij somber weer naar Gibraltar. Tanger2 prilVolgens berichten uit vertrouwbare bron zeide Keizer Wilhelm tot Sheik Abd-el-Malek, dat liij den Sultan een bezoek kwam brengen im diens hoedanigheid van onafhankelijk souveredm en hoopt, dat Marokko onder di^is bestuur zal worden opengesteld voor den vreedzamen wedijver van alle volken, zonder monopolie of uitsluiting. kn een brief, die in het Duitsche gezante schapshotel werd voorgelezen, zege de Sultan, dat hij zich de vriendschap herinnert, die steeds heeft bestaan tusschen zijne voorvade ren en Duitschland. Hij wenscht deze vriend schap uit te breiden en te versterken, zooveel in zijn vermogen is. De eizer antwoordde met den wenach uit te drukken voor den voorspoed van Marokko en voor het welzijn van de Europeeeche vol ken, dio met Marokko handel drijjven en, naar hij hoopt, op den voet van volkomen gelijkheid zullen staan. Ten slotte zeide de Keizer, dat zijn bezoek aan Tanger aan duidt, dat hij besloten is het mogelijke te doen om Duitsch land's rechten in Marokko doeltreffend te verzekeren en dat hij zich met den Sultan, den volkomen vrijen souverein, zal verstaan over de middelen om daartoe *e geraken. De Keizer zeide nog, dat bij de door den Sultan voorgenomen hervormingen groot© voorachtigGiead in acht genomen moet wor den. Gibraltar, 1 A-pril- De Duitsche Keizer is om half zes naar Port Mahon vertrok ken. Frankrijke Parijs1 April. De senator Launay deed minister Delcassé eemge vragen over de Franaeh-Ethiopische spoorwegen. De minister antwoordde, dat de negus Menelik, die reeds machtiging had gegeven tot den aanleg van het eerste gedeelte van den weg, nu ook toestemming heeft verleend voor den aanleg van het laatste gedeelte. Die regeerirag zal niet medewerken om een dier beide deelen vaai dezen weg internationaal te maken ziji heeft subsidie verleend opdat de geheel© spoorweg een Framsoh karakter zou bewaren. De regeering zou van Djiboeti slechts een vrijhaven maken, wanneer zij dat geraden acht, zonder zich op dat punt dootr interna- tionnale overeenkomsten te binden. Zij zal alle maatregelen bevorderen, die strekken om de onafhankelijkheid van Ethiopië te verze keren. Hongarije. Kossuth, de leider van de oppositie, be veelt thans eene vreedzame oplossing van de crisis aan, wanneer de Kroon de verhooging van het recruten-contingent en de voorgeno men hoogere uitgaven zóó lang terug stelt, totdat de appositie haar programma betref fende de binnenlandsehe bestuurshervonning en de voorbereiding der splitsing van het toigebied ten uitvoer kan brengen. Tot aoo- lang moet de oppositie haren eiscli der invoe ring van het Hongaarsdh al» oommandotaal hij het leger laten varen. Het uitvoerend comité van de oppositie heeft over dit compromis-voorstel vergaderd, maar het wordt betwijfeld of het voorstel tot besluit zal worden verheven. Eene omstreeks" 60 leden tellende fractie van de oppositie houdt vast aan den eiseh der onveranderde aanneming van de eischen. Het wordt daar om betwijfeld of de vrede op dezen grond slag zal tot stand komen. Rusland. Petersburg1 April. Volgens de inlichtin gen van het Petersburgsche telegraaf agent schap is de inschrijving op de nieuwe binnen- landscho leening bij de banken met groot 9ucc©3 voltrokken. Tweede bericht. De leening is zoo sterk overteekend, dat op grond van de op 1 April in de hoofdsteden bekende insdhrij- vingen, den inschrijvers niet meer dan 40 percent kan worden toegewezen. De heilige synode heeft besloten, de toe stemming van den Keizer tot bijeenroeping vau een concilie van de orthodoxe Russische kerk te verzoeken. Wat dit bericht te betee- keneu heeft, blijkt uit het volgende telegram uit Petersburg: Den 22. Maart zou in heb minister-oomité eene bespreking plaats hebben over de her vorming van de orthodoxe kerk. Op verlan gen van den voorzitter van het minister-co mité stelde de metropoliet Antonius een her- voraungsontwerp op, dat rekening hield met de wenschen van do geestelijkheid en waarin was. bepaald, dat de kerk den bestuursvorm van de 16. en 17. eeuw weer zou aannemen. De procureur van de heilige synode Pobjedö- uoszew was het niet eens met dit ontwerp en verzocht den Keizer, de behandeling van deze zaak in het minister-oomité te verbiedlen, om dat de zaak uitsluitend tot de bevoegdheid van de synode behoorde. Aan dit verzoek werd gevolg gegeven, en de vraag werd naai» de synode verwezen. Pobjedonoazew verklaar de daarna alle hervormingen voor onnut. De synode deelde deze meening niet en verklaar, de het integendeel voor onvermijdelijk noo- dig, terug te keeren tot het bestuur van de' kerk door één persoon; zij besloot dén Keizer te verzoeken om goedkeuring der bijeennoe- ping van een sobor, waarin die verkiezing van oen patriarch zal geschied i. De leden van de heilige synode wenschen dus in tegenstelling tot Pobjedonosaew, dé wedei-invoering van de Russische waardigheid; van liet patriarchaat. Dit w^ i in 15 door Ion Czaar Boris Godoenow, toen hij die Russische kerk van het patriarchaat te Konstantinopel losmaakte, gesticht en in 1721 door Peter den; Groote weder opgeheven. Sedert berust het opperbestuur van <d» geestelijke zaken dér Russische kerk bij de heilige synode, terwijl het kerkelijke oppergezag, dat vroeger den patriarch toekwam, ten deel gevallen is aan den Gzaar, die de „handhaver van de dogma's en hoeder van- de rechtgeloovigheid en' van de geheele kerkelijke orde" ia. Petersburg, 1 April. (Petersburgsch tele- graaf-agenteehap)Het ijs van de Newa is bij. SchlüsBelburg over eene lengte van 3 K.M. losgegaan. Saratow, 1 April. In den stadsschouwburg alhier onstonden gisteren groote opstootjes, toen twee advocaten over de vragen van «en dag wilden spreken en de politie hun dit wil de beletten. De politie riep infanterie te hulp en de menigte verliet onder demonstraties dcff schouwburg. De troepen versperden den weg aan dV menigte, uit wier midden revolve»scboten ge lost werden. 39 personen zijn gearresteerd, bij wie re volutionaire geschriften gevonl m werden Lodz. 1 April. Naar den commissaris van pol'tie is een bom geworpen, waardoor hij, zwaar gewond is. De man, die d bom wierp, werd door de politieagenten, die hean gevan gen wilden nemen, gewond en daarna als ar restant naar het ziekenhuis gebracht. De ontploffing was zoo sterk, d'at a'.le rui ten van de naburige huizen vernield werden. Warschau, 2 April. Heden avond had «en ernstig gevedht plaats tuaschen de troepen f n de socialisten. De Israëlitische socialistische bond had eene betooging georganiseerdde troepen rukten op om de menigte te versprei den en vuurden, waardoor twee personen: werden gedood en aeven gewond. Er hebben ook andere ongeregeldheden plaats gehad. Den geheelen dag trokken sterke patrouilles door de straten, omdat de overheid voor verdere rustverstoring be ducht is. Petersburg, 2 April. In de Finland Gaseta is een keizerlijk besluit opgenomen, waarbij, naar aanleiding van het verzoek van den Finschen landdag, de in Juli 1901 voor Fin land uitgevaardigde militiewet tijdelijk bui ten werking wordt gesteld, totdat de kwestie door de wetgevende macht zal zijn beslist. Hetzelfde blad beriaht, dat bij keizerlijk besluit van 29 Maart de bepalingen betref fende het ontslag van Fineohe reciterlijke ambtenaren rijn opgeheven. Japan. Londen, 1 April. Hét Japanse he geeamt- schap heeft uit Tokio een telegram ontvan gen, dat voor de tot een bedrag van 100 mil lioen yen uit te geven schatkistbiljetten is ingeschreven voor 500 millioen, waarvan 70 millioen boven den inschrijvingsprijs. Zuid-Afrika Johannesburg, April. Loixi Milner nam lieden to Johannesburg afscheid em vertrok naar I*>renzo Marouee am van daar naar Engeland terug te keeren. Johannesburg, 2 April. Twee duizend Ghi- neezen van de Noord-Rondfontein hij Kru- gersdorp hebben gisteren den arbeid ge staakt. Zij zijn ontevreden over hunne loo- nen, maar de neehtsbreekaohe oorzaak van de staking wias hunne weigering om meer dan 12 inches per dag te boren. Vam de agenten, die: wanen ontboden om rustversto ring tegen te gaan, wenden eenogen gewond, doch niemand' ernstig. 53 koelies werden ge vangen genomende overigen keerden naar hun kamp terug. De oorlog in Oott-Aziè. Van den oorlog rijn de volgende beriaht»# Londen, 1 April. Het Japansche gezant schap maakt het volgende telegram uit Tokio van heden bekend: Een bericht, gisteren ont vangen van een inboorling, komende uit de richting v .n Hailucg, 87 mijlen zuidwestelijk va-. Kirin, meldt, dat d Russische Tsoengoe- zen onder bevel van kolonel Madikow uit de buurt van- Hailung noordwaarts zijn getrok ken. Deze vijand concentreert zioh nu in Ki- De Börsenzeitung en de Russ berichten uit Goensjoelin een levendagen verkenningadienst van de Japanners. Particuliere berichten, int Goensjoelin te Feteirijmg ontvangen, be richten over eene den vreemdelingen vijan dige houding van "e Chineeien. De Japan ners, dte vaw het zuiden genaderd rijn. zet ten den 31en Maart de omtrekkende beweging voort. In de militaire kringen te Pétersburg wordt, volgens do Rtnskoj© Slowo, de mobili satie van de tweede garde-i nfante riedivisie al» eene uitgemaakt© zaak beschouwd-; rij zal waarschijnlijk in vereeniging nzet de garde-artillerie-brigade in het veld rukken. Over de tweede garde-kavalleriedivdrie is nog □iets bekend. Peritni, 1 April. Vijf Russische. ©anlegSEche- pen en een. sleepboot passeerden gisteren tegen TPUMIIIII Wil.. .'J 1 I 34 Roman van MORITZ VON REICH EN BACH. HOOFDSTUK X. Enkele dagen later was Friedrich zoo in 'toog loopend voortvarend om zijn heer en meester te believen en draaide hij met zoo veel verlegenheid om hean heen, dat de graaf eindelijk uitriep: „Maar, kerel, wat mankeert je toch? Wat wil je eigenlijk?" „Pardon, mijnheer, maar hij kwfam niet verder. „Komaan, vooruit! Wat is er?" bromde Mellow ongeduldig. „Ja, ziet u, mijnheer zou bet toch van dokter Stein hebben gehoord en nu dacht ik, dat 't maar beter was, dat ik het mijn heer zelf zei, omdat het nu eenmaal beloofd was „Ha zoo, deugniet, heb je soms je woord gebroken?" „Tot nog toe niet, mijnheer, maar mijn heer moet niet boos zijn en t mij vergeven." „Wel, voor den duivel, zeg dan op, wat je te zeggen hebt! Wat moet ik vergeven en wat is er met dien dokter Stein?" Friedrich stond in stijf-militaire houding voor rijn meester. „Ik wou mijnheer onderdanig zeggen, dat Gusta eem anderen dbkter heeft en mijnheer verzoeken „Wat is dat nu weer voor onzin?" viel Mjellow hem bulderend in de rede. ,,'tls im mers de grootste dwaasheid, die er hegaian kan wordlen, om den hemel weet welken kwakzalver uit een. achterbuurt te gaan raad plegen, als ik gezorgd heb voor een man van gezag, zooals dokter Stein!" „Ja maar, mijnheer, het is geen kwakzal ver, die Gusta <nui bezoektHaar hoogheid de prinses Ratzitowska heeft professor Helm breekt gezonden." „Komaan, de prinses mengt zich dus in die zaak, zet mijp dokter onbeleefd ge noeg voor haar professor aan den dijk en nu kom- jij mij vertellen, met waar, dat je onder zulke omstandigheden niet meer aan je belofte gebonden bent? Een fraaie ge- sahiedenis, op mijn woord, een allerfraaiste geschiedenis." „Ik wou alleen maar mijnheer onderdanig vragen, of het mijnheer ernst was met de bedreiging, dat ik moest heengaan, zoo ik Gusta trouw blijf f' „Of mij dat ernst, wae? Natuurlijk was mij dat ernstIk bon. ik weet niet hoe lang al, je heer en meester geweest, Friedrich, en ik heb het beste met je voor! Geloof je niet meer, dat wat ik bepaal en beveel, het beste en het verstandigste voor je is, dan moet je zelf maar zien, hoe je met je domme eigen zinnigheid verder door de wereld komt Friedrich werd zoo bleek al» een doek en had moeite genoeg om stram en strak in de eenmaal aangenomen positie te blijven staan. „Ik wou mijnheer alleen zeggen," ant woordde hij, „dat ik Gusta spreken moet, want mijnheer moet niet denken, dat ik in 't geheim iets wil doen, wat mijnheel' mijl ver boden heeft." „Maak dat je weg komt, kerelIk heb van die geschiedenis met die Gusta al' meer dan genoeg. Mijn .besluit ken je en daarin komt geen verandering. Doe dus maar, wat je niet. laten kunt. Over twee dagen, wil ik weten of je bij mijl blijft of bdj Gusta uit! Geen woord meer!" Friedrich ging de kamer uit en Kurt Mel low had weer een reden te meer om zich over de prinses te ergeren. Hij was den- vorigen dag op een soiree bij generaal Wangerow ge- weest en bij die gelegenheid hadden zij elkan der ontweken. „Zij kent toch zeker mijn aandeel in die Gustadiistorie," zeide hij, „en 't i» dus alleen dwarsdrijverij van haar kant om mijn dokter door haar professor te laten verdringen en zich op te werpen als beschermengel van dat verliefde paar, dat ik zoek te scheiden. Ja, een vrouw ziet in waarheid nooit verder dan haar neus lang ia en deze begrijpt natuurlijk niet, welke gevolgen het hriaben moet voor dien jongen, dien Friedrich, als hij met zoo'* stadsnuf je trouwtZe komt zichzelf wie weet hoe «del voor als bescheimster van dat paar en niet een enkel woord heeft rij mij giste ren van die geschiedenis gezegdJa, 'tis wear ik heb haar niet gezocht, het zou haar immers zoo vreeslijk spijten, zooals zijl zeide, om nog maals gedwongen te rijn een ridderdienst van mij aan te nemen, maar ik verbeeld mij toch, dat het niet meer dan haar plicht ware ge weest om mij iets van die dingen mede te deelen." Gedurende de eerstevolgende dagen had Kurt Mellow geen enkele ontmoeting met Ma- scha meer en hij begon de heele historie zoo langzamerhand te vergeten, toen Friedrich' hem op een goeden- morgen, met tranen in de oogen en onder betuiging van zijn onverander lijke gehechtheid, kwam verklaren, dat hij heb toch niet over zijn' hart kon krijgen om van Gusta te scheiden. „De prinses zegt ook," voegde hij er bij, „dat men rijn meisje niet in den stéék mag laten om rijn meester te gehoorzamen, al houdt men ook nog zooveel van hem. En rij wilde mij in dienst nemen en als ik met Gu sta trouwde, zouden wij. het allebei goed bijl haar hebben „Ziezoo lachte Kurt Mellow met verbe ten woede„het wordt waarachtig hoe lan ger hoe mooier. Zij heeft jou dus ook al van mij afgetroggeldNut, haast je dan> maar om naar jo prinses te gaan en te vergeten, hoe wij van kindsbeen af met elkander hebben op cn neca: gegaan, aL had ik ook altijd ge dacht, dat wij met elkander oud zouden wor den." Friedrich, wiens oogen. vol tranen stenden greep de hand van rijn heer. „O, mijnheer," stamelde hij, „ik zou met alles tevreden geweest ain, als ik maar met Gusta trouwen en op Mellow blijven mocht." De graaf schudde het hoofd. „Neen," riep hij, „je weet nu eenmaal, dat je maar hebt. te kiezen tusBcfaen dat meisje en- mijWelnu, je keus is al bepaald, rie ik. Je krijgt je rin en een goede plaat» er bdj wat wil je nog meer?" „Maar ik kan niet gelukkig rijn, als mijn heer mij uit zijn dienst ontslaat," „Wees niet gek, Friedrich! De ben niet boos op je en ik zal 't aiet vergeten, dat je mij tot heden toe een trouwe dienaar bent geweest. Maar doe mij het genoegen en spreek, zoo laeg of zoo kort als je nu nog bij mijl blijft, nooit meer van die zaak. Ik heb er nu- meer dan .genoeg van." Door 'b bedroefde gericht vami Friedrich was zijn wrevel ontwapend geworden, maar Kurt MWlow was boos op de prinses, omdat deze zich in rijn particuliere aangelegenhe den h«d> gemengd' en tegenover zijn autori teit de hare kadi gesteld. „Zoo goed1 als wij eikamder kennen, had rij voor 't minst daarover met mij eer» paar woorden kunnen sproken," bromde hij in rijn baardmaar hij moest zelf lachen over dat „goed kennen", dat hem onwillekeurig was ontvallen. Konden rij elkander dan in derdaad wel goed? Was hunne kennismaking niet «ven vluchtig geweest als honderd soort gelijke Mellow haalde de schouders op. „Och kom, ik wil mij over die heele zaak niet- meer ergeren," zeide hij, „Friedrkh kan rijns weegs gaan en die prinses insgelijks, ik wil er mijn hoofd niet verder mee breken 1" Voortaan verdiepte bij zich in zijn werk, bezocht gezelschappen, maakte deze e» gene dame zoo n weinigje bet bof en deed zijn best om niet gepiqueerd te schijnen, als hij de prinses ergens aantrof en zij met koele be leefdheid rijn groet beantwoordde, zonder een gesprek met hem te zoeken. „Het ligt op haar weg die geeehiedenia van Friedrich ter sprake te breaigen," meen de Mellow, als zijn gedachten tegen wil en dank bij de prinses verwijlden, en rij lachte, danste, werd bijeonder gevierd en scheen niets van die heele historie va» Friedrich en Gusta te weten. Zoo verliepen er een paar wintermaanden. Wpréi MTffOIfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1