het rijden van de cokes hetzij publiek aan te besteden, hetzij) beurteling aan die andere vrachtrijders op te dragen. !De heer C e 1 o s s e. Mijnheer de voorzit ter, het voorstel van B. en W. is het adres aan hen terug te zenden en het in overleg met de gasoommissie af te doen. De zaak is besproken in de vergadering van B. en W. en daar zijn verschillende meeningen geuit Ik geloof, dat het goed zal zijn, dat de raad zich uitspreekt wat hij zou wenschen, dat in deze zaak zal wordén gedaan. Het komt ook mij voor, dat het vervoer van de cokes zeker eene zaak is, die met zorg moet gebeuren, maar toch niet van zoodanig gewicht, of an deren dan de tegenwoordige vrachtrijder zou den dat ook wiel kunnen doen. De gasconv missie is van eene andere meening. Maar het komt mij niet- noodig voor, dat dezelfde per soon met dat vervoer altijd belast zal wor den. Nu reeds uit te maken, dat het advies van die commissie, zal worden gevolgd en dat daarvan niet zal worden afgeweken, lijkt mij nog al bezwaarlijk- De Voorzitter. Wenscht de heer Ger ritsen een voorstel te doen? De heer Gerritsen. Neen, mijnheer de voorzitter; ik wilde B. en W. alleen in over weging geven of 't niet raadzaam is, waai* wij hier te doen hebben met een artikel dat niet voor aanbesteding vatbaar schijnt te zijn, ook eens met een ander eene proef te nemen. Dat is niet eene kwestie van drie maanden, het moet eene deugdelijke proef zijn. Ik moet dat aan B. en W. overlaten. Ik begrijp, dat de gasoommissie er bezwaar in zal zien om voor een korten tijd de leve ring van den een op -den ander te laten over gaan. Maar als er een aanvrager komt, die hc<t vervoer van de cokes voor een half jaar of een jaar op zich wil nemen, dan ben ik overtuigd, dat die het evengoed, misschien zelfs beter zal doen dan dc tegenwoordige vrachtrijder. Vandaar de onbillijkheid, die in de tegenwoordige regeling gelegen is. Als men zeker was, dat de anderen totaal on geschikt zijn, dan zou 't iets anders zijn- Maar wanned* die menschen, die hetzelfde bedrijf uitoefenen, vragen,,Stel ons ook in de gelegenheid het te doen!" dan is er in die vraag niets onbillijks. Bij alle andere tak ken van dienst wordt ook zoo gehandeld. Aan de gasfabriek zelf doet men 't ook; wanneer dan koiporslageirswerk of smidswerk te verrichten valt, dat niet vatbaar is voor aanbesteding, dan zal men dat werk geven aan verschillende personen, ieder op zij(n beurt. Niet aan een, want dat is onbillijk. De heer Visser. Mijnheer de voorzatter, ik moet er op attent, maken, dat er eene proef genomen is met een van de rekwestran ten. Men kan dat lezen in een van de stuk ken, dio zijin overgelegd. 'Die heeft de gasfa briek niet behandeld op de wijze, zooals hij dat moest doen. Nui hangt de wijze van af levering van de cokes nauw samen met de opbrengst van dat artikel. De tegenwoordige vrachtrijder heeft nog nooit aanleiding ge geven tot klachten over de bezorging van de cokes. Men is over hem zeer tevreden en daarom wil men liever niet van vrachtrijder veranderen. Is dat nu voor dien man eene groote, winstgevende zaak Och neen, vol strekt niet. Als men ten allen tijde een wa gen met paard en twee man ter beschikking van de ga&fabriek moet hebben en de zak ken moet bijleveren, dan is dat' eene zeer zware verplichting, die op den vraohtrij|der rust. De zakken kunnen niet langer dan 3 a 4 weken worden gebruikt. Daarop wordt streng gelet, opdat de aan de fabriek opge laden hoeveelheid niet vermindert, en de af nemers die cokes netjes in huis bekomen. A]s men. nu om de drie of zes maanden de levering aan een ander opdraagt, dan is het de vraag of dl© vrachtrijder daarmee altijd kan uitkomen. De een zal de goede maandbn van het coke.s vervoer krijgen, de ander de slechte. Dat maakt het onzeker of zulk eene proef slagen zal. Zeker zal de vrachtrijder niet zooveel belang er in stellen, en zal de gasoommissie genoodzaakt! zijn tot aanstel ling van een controleur voor do aflevering, hetwelk die gemeente allicht op f 400 a f 500 onkosten per jaar zal komen te staan. De heer Gerritsen meende, dat dit eene zaak was, die niet vatbaar was voor aanbe steding. Dat is echter niet gezegd- Integen deel, ik. zeg nu: Laat ons het vervöer van dè cokes dan- maar publiek aanbesteden! Maar dan moeten er strenge voorwaarden worden gemaakt-, opdat wij de zekerheid hebben, dat de vrachtrijder zijne verplichtingen volledig nakomt. Wij kunnen de afnemers niet laten wachtenwij moeten zorgen dat de bestel lingen op tijd worden uitgevoerd. Anders gaan de menschen met hunne bestellingen van cokes naai- een ander en de gemeente heeft de schade. Het is volstrekt niet waar, dat het vervoer van de cokes niet kan worden aanbesteed. Dat kan best gebeuren, als er maar gezorgd wordt, dat goede conditiën wor den gesteld. De heer Gerritsen. Mijnheer de voor zitter, ik ben den geachten wethouder dank baar voor zijne mededeelingen. Ik ben over tuigd, dat B. en W. hier nu spoedig zullen komen met een voorstel om het vervoer van de cokes in de stad aan te besteden. Ik neem dankbaar aan wat de wethouder heeft gezegd over de mogelijkheid, van aanbeste ding. Ik zal geen voorstel doen. Ik wtil alleen nog zeggen, dat ik gaarne aanneem alles wat de wethouder gezegd heeft ten gunste van den vrachtrijder, die nu met het vervoer he iast is. Maar het is best mogelijk, dat een ander 't nog beter zal doen. Bn alsdie 't verkeerd mocht doen, dan kan de gemeente hem den volgenden dag ontslaan. Het is al leen maar de vraag, dat er controle zal war den uitgeoefend, dat de voorwaarden op het vervoer van de cokes worden nagekomen. De heer vanEck, Mijnheer de voorzitter, ik beu het geheel eens met wat door den heer Gerritsen over deze zaak is gezegd. Er wondt door den wethouder aangevoerd, dat met een der rekwestranten eene .proef genomen is. Maar wat is dat voor een proef geweest? Er staat in het advies van de commissie: „Het rijden van twee losse vrachten is door den directeur der gasfabriek ais proef eens opge dragen in Mei 1902 aan een der ondertee kenaars van het verzoek.-' Nu geef ik den heer Gerritsen volkomen gelijk, aat als de proef een jaar of een liaif jaar duurt, de menschen 't wel anders zullen doen; dan zullen zij niet zeggen „Ik heb nu geen- tijd."' Ik vind het wel gek, dat dit geval in het advies is gezet. Dat levert- geen bewijs. De lieer Kleber. Mijnheer de voorzit ter, ik was eerst niet vam plan het woord over deze zaak te voeren; maar will nu toch een enkel woord zeggen. Ik geloof niet, dat er bij de gasoommissie 'bezwaar zal bestaan om het vervoer van de cokes ook eens aan een ander te geven». Het is alleen do vrees ge weest dat men zou worden teleurgesteld in de verwachting, en dat de aflevering te wen schen zal overlaten, die ons daarvan tot dusver weerhouden heeft, niet de gedachte, dat de tegenwoordige vrachtrijder t alleen zou mogen doen. "Wat de heer van Eek heeft medegedeeld over de proef, die genomen ;a met een van de rekwestranten, was niet ge heel juist. De man was aangenomen om een paar vrachten te rij|clen op zijin dringend ver zoek. Hij, was niet begonnen de wagons aan het station te lossen. Toen hij na twee dagen werd aangemaand zulks te doen, heeft Hij» gezegd, dat hij daarvoor geen tijd had. Als /men zoo'n boodschap krijgt, dian wordt het wel wat lastig om dien vracht-rijder te blijven gebruiken. Maar de commissie voor de gasfabriek heeft geen bezwaar het ver voer van de cokes aan een ander te geven, mits er een behoorlijk contract gemaakt wordt en de vrachtrijder zich verbindt om iedëren dag met paard én wagen aan de gas fabriek te komen. Dat zal, denk ik, voor de anderen wel moeielijjk zijni. Maar willen zij een behoorlijk contract onderteekenen, zooals de tegenwoordige vracht-rijder heeft gedaan-, dan is er geen bezwaar 't met hen te pro- beeren. De heer van Eek. Mijnheer de voorzit ter, het doet mij genoegen te hooren, dat de heer Kleber 't volkomen met ons eens is. Hij wil een proef nemen, mits er een contract gesloten wordt. Wij ook. Maar ik kan begrij pen1, dat als 't vandaag opgedragen wordt aan den een en morgen aan een ander, er niet veel van terecht komen zal. A'ls er een contract gesloten wordt, dan moet dat voor een zekeren tijd; rijn. Dan zullen de men schen er aan kunnen voldoen. Ik geloof, dat de heer Kleber 't met ons eens is, dlat dat wc/1 gaan zal. De Voorzitter. Mag ik vragen of ce heeren zich kunnen vereenigen met het- voor stel van B. en W. Wordt z. h. o. besloten conform het advies van B. en W. 4. Voorstel betreffende afschrijvingen van inkomstenbelasting. Wordt z. h. o. conform /bes/loten. 5. Voorstel tot af- en overschrijving op de begrooting der schutterij over 1904 Wordt z. h. o. conform besloten. 6. Voorstel tot het onttrekken van ge meente-terrein aan den openbaren dienst ge durende die kermis en tot verpachting van standplaatsen. De heer vanDujnen. Mijnheer de voor zatter, mag ik eene inlichting vragen? Ik zie in de toelichting, dat er alleen growdi aan den openbaren dienst zal worden onttrokken op den Hof, de Groenmarkt, de Appelmarkt en de Varkenmarkt. Is het vroeger goedge keurde disilocatieplan opgeheven? De Voorzitter. Neen. dit voorstel is overeenkomstig het dislocatiepdan, dat in het vorige jaar is vastgesteld, opgemaakt. De heer van Duinen. Dan heb ik niets gezegd. Wordt iz. h. o. conform besloten. 7. Verzoek van den leeraar der Hoogere Burgerschool A. M. Kerkkamp om privaat lessen te mogen geven, met adviezen. Wordt z. h. o. gunstig op het verzoek be schikt. 8. Benoeming van eene leerares in de gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool en voorstel tot regeling der jaarwedden met ad viezen. De aanibeveling luidt: mej. R. Goudsmit te Amsterdam, mej. J. C. van der hkhrocff te Zeist-, mej. M. A. Rinkel te Amsterdam. De Voorzitter noodigt de heeren Celosse en van Eek uit als stemopneoners te fungeeren. De Voorzitter. Ik kan mededeelen, dat de aanbevolenen geneeskundig gekeurd en goed bevonden zijn. De heer Heyligers. Mijnheer de voor zitter, ik kan mij met de voordracht, düe is ingediend, niet vereenigen. In de eerste plaats is zij, zooals zij daar voor ons ligt, onjuist. No. 3 heeft niet gesolliciteerd. De sollicitante heet niet Rdntel, maar Rinkel. Verder is als no. 1 eene sollicitante gesteld; die jong en onervaren is. Zij- is nog maar 20 iaar en heeft eerst kort geleden de akte ge kregen. No. 2 is vijfjaar ouder en heeft reeds gedurende drie jaren praktische erva ring opged'aan. Ik w'il dit alleen zeggen om te motiveeren, dat ik no. 2 stel boven no. 1- De Voorzitter. De heeren hebben vrijheid te stemmen, zooals zij goed vinden. Benoemd wordt bijl tweede stemming mej. J. C. van dei* Schroeff met 8 stemmen tegen 3 op mej. Goudsmit en 2 op mej. Rinkel. Het voorstel van B. en W. tot bepaling van de jaarwedde op f 80 a f 100 per weke- lijksch lesuur, wordt z. h. o. aangenomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 7