IV. «se. 8"* Jaargang. Maandag 17 April 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Ptr 8 maanden roor Amersfoortf 1.80. Idem (raneo per post1.70. Afzonderlijke nummersO.OO. Deze Courant rersohgnt Dagelijks, met nitsondering ran Zon- en Feestdagen. Adrertentiën, mededeelingen eni., gelieve men vódr 10 nur 's morgens bij de Uitgevers in te senden. Uitgever»: VALKHOFF ft O. Utrechtachestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmcr 66. PRIJS DER ADVERTBNTÜÜT: Tan 1—8 regels Jl Elke regel meer 8.11» Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel es bodrgf bestaan voordeeHce bepalingen.MÉ het herhaald advertetren in dft Blad 1$ abonnement. Eeae eirealaire, bevattende de voorwaarden, wordt ep aantrap toegeconden. Politiek Overzicht De agrarische beweging in Rusland. Bij de vele staatoco m missiëndie thans in Rusland werkzaam zijn om de middelen te bestudeeren, die kunnen worden aangewend om door verstandige hervormingen de diep gaande beweging, die alle standen der be volking heeft aangegrepen, binnen de wette lijke perken te houden, is in de vorige week weer cene nieuwe gekomen. Aan eene com missie, als welker voorzitter de oud-minister Goremkin is aangewezen, is opgedragen be palingen te ontwerpen tot regeling van het grondbezit van den boerenstand. De Ozaar verlangt, dat er maatregelen zullen worden genomen om aan de boeren betere middelen te verschaffen tot het gebruiken van hunne landerijen, om aan hen, die weinig grondbe zit hebben, de mogel kbeid te verschaffen hun bezit uit te breiden of zich naar elders te begeven, en voorts dat het grondbezit van boeren en van andore landeigenaars nauw keurig zal worden uitgemeten om het ver trouwen van het volk in de onschendbaar heid van alle privaat bezit te versterken. Deze staatscommissie is opgetreden in de plaats van eene andere, die onder voorzit terschap van den voorzitter van het minister comité Witte werkzaam was en nu is opge heven. Aan de Frankf. Ztg. wordt uit Pe tersburg bericht, dat men daar de zaak op vat als eeno door de bofcamarilla tegen Witte gesponnen intrige. Maar'hoe dit zij, er blijkt uit de benoeming van deze com missie, dat het bestaan van de beweging onder de boeren van regeeringswege wordt erkend. Ondanks de preventieve censuur, die een -tijdlang soherp gehandhaafd is, heeft men uit de Russische pers veel vernomen wat kan bijdragen om licht te verspreiden ever de agrarische onlusten, die in verschil lende deelen van het uitgestrekte rijk het hoofd hebben opgestoken. Zoo werd over de onlusten, die aan de Wolga voorkomen, be richt, dat een der redenen daarvan hierin ge legen is, dat de regeering, ondanks,de ernstige eoonomische crisis die de bevolking door maakt, <^e achterstallige belastingen tracht binneu te krijgen. In vele dorpen van het gouvernement Saratow hebben, volgens de Sewernyi Krai, met dit doel veilingen plaats gehad, waarop de treurige overblijf selen van have en goed der boeren onder den hamer gekomen zijn. Natuurlijk werden slechts spotprijzen verkregen. Een paard, dat 50 roebel waard was, werd voor 18 a 20 roe bel verkocht. Eene koe, die 30 roebel kostte, bracht slechts 10 roebels op en bet pluim gedierte kon men voor haast niets krijgen. Het is haast onncodig van de hartverscheu rende tooneelen te verhalen, die daarbij plaats hadden. Maar ook andere tooneelen kwamen voor. In een dorp werd den woe keraars, die op de veilingen geboden hadden, des nachts de roode haan op het dak gezet. Den leider van de verkooping ging het niet beter. Men stak des nachts zijne schuur in brand, waarin voor meer dan 300 roebel graan geborgen was. Den volgenden dag kwamen er geen koopers meer op de veilin gen. Naast deze bedenkelijke verschijnselen is eene beweging tegen alle ontwikkelden waar te nemen. In oen district, zoo verhaalt een ander aan de Wolga verschijnend plaatse lijk blad, verschenen verscheidene verdachte lieden, die de onbeschaafde volksmassa tot vernieling van de scholen en vermoording vat. de onderwijzers ophitsten. Den boeren werd o. a. verteld, dat de onderwijzer de antichrist was en aan God niet geloofde, om dat hij beweerd had dat de aarde zich be woog en er vlekken waren op den zon. Den 27en Maart had er eene boeren-bijeen- komst plaats, waarbij voor 600 roebels bran dewijn gedronken werd. Na de bijeenkomst stormde de berooide troep naar de school, joeg de kinderen op de vlucht, en vernielden den boel. De onderwijzer kon zich slechts door een wonder redden. In de Köln. Ztg. wordt, tot verklaring van d» beweging, gewezen op de ellende van de plattelandsbevolking, die in de laatste jaren zeer is toegenomen. Dit verschijnsel is aan verschillende oorzaken te wijitenvooral speelt daarbij het gemeenschappelijke be zit van den grond eene rol, die het individu niet toelaat op eigen grond en bodem te werken en de drijfveer van het rechtmatige eigenbelang uitschakelt. De lage stand van de volksontwikkeling is niet minder eene be lemmering voor de ontwikkeling en het bu reaucratische stelsel verhindert de bevredi ging van de economische behoeften. De op heffing van de lijfeigenschap is vergezeld ge weest van gevolgen, die wetenschappelijk misschien terecht konden worden verklaard als een noodzakelijk overgangsstadium, maar die de boeren zwaar hebben getroffen. En nu woelt in hunne hoofden de gedachte, dat de ellende slechts door eene verdeeling van het groote grondbezit, kan worden uit den weg geruimd. De onlusten in verschillende deelen van het rijik, vooral in het zuiden, richten zich niet zoozeer tegen de regee- ring, dan tegen de grondbezitters, en het bankroet van het staatsgezag, dat door den loop van den oorlog tegen Japan zoo duide lijk aan het licht is gebracht, doet de kluis ters wegvallen, die tot dusver de plattelands bevolking in bedwang hielden. Graaf Leo Tolstoi, de grijze philantroop, die beter dan iemand weet wat er in het ge moed van de Russische boeren omgaat, heeft onlangs geschreven „Wat de boeren sedert lang venvachten én verlangen, waaraan zij denken en waarvan zij steeds spreken waarvan echter alle liberale adressen geen woord bevatten en wat de revolutionaire en socialistische programma's ter nauwernood aanroeren dat is de bevrijding van den grond van het bezitrecht, de socialisatie van den bodemDe groote massa van het volk gelooft n 'g aan de autocratie, uit traagheid en omdat zij aanneemt, dat alleen de auto cratie haar eenig .erlangen, de socialisatie van den grond, verwezenlijken kan. Alleen dc Ozaar, die de lijfeigenschap ophief, kan de grond aan de grondbezitters ontnemen en aan de boeren geven." Dat graaf Tolstoi hiermee do wenscben en meeningen van de boeren juist heeft weerge geven, is buiten kwestie. Daarmede krijgt men een inzicht in het gevaar, dat het grond bezit dreigt. Frankrijk en Duitschland In Marokko. liet i'iner, dat minister De'cassé verleden Donderdag heeft bijgewoond in het Duitsehe gczantschapspaleis te Parijs, is blijkbaar dienstig gemaakt om over de zaak, die nu hangende is. van gedachten tc wisselen. De correspondv nt van de Frankf. Ztg. verneemt, dat de minister zeer ijverig met den gezant gesproken heefthet gesprek werd zelfs ge dijende twintig minuten in het particuliere kabinet van den gezant onder vier oogen voortgezet, waaruit men zonder gevaar van een démenti mag afleiden, dat het onderhoud een ernstiger inhoud had dan het gesprek, dat een paar dagen te voren in het ministerie van buitenlandsche zaken v as gevoerd. Nog twee andere ministers woonden het diner bij, t i uit de wijze waarop verscheidene politici, die met deze ministers ia betrekking staan, zich hebben uitgelaten, mag men opmaken, dat Delcassé werkelijk tot het besluit ge komen is, met den Duitschen gezant eene ge dachtenwisseling over Marokko :.au te knoo- pen. Nadere bijzonderheden over den loop van deze gedachtenwisseling zijn voorloopig niet te krijgendaarover wordt de stelregel van de diplomaten betracht, dat zwijgen goud is. Aan de jvöln. Ztg. wordt hierover uit Bel lijn bericht: Het bevestigt zich, dat de heer Delcassé op het diner bij prins Radolin do Marokkaanscbc zaak ter spr .ke heeft ge bracht, en wel op eene wijze, die de slotsom rechtvaardigt, dat ue Fransche diplomatie nu z al beproeven met Duitschland in officieeie onderhandelingen te treden. Het 's tot dus ver niet na to gaan wat de heer Delcassé aan Duitschland zal hebben t_ zeggen, en men moet daarom het oordeel over de veranderiug van de Fransche taktiek vooreerst opschor ten Wanneer het- tot eene door Frankrijk aangeknoopte wisseling .an gedachten mocht komen, dan zou daarbij het door Duitschland i de Marokkaansche zaak tot dusver vast gehouden standpunt in ieder geval gehand haafd worden, d. w z. de eisch van de eco nomische gelijkgerechtigdheid van alle staten, ■vfcgeen trouwens ook reeds door de Madrid- sche conferentie gerechtvaardigd wordt. Wan neer men thans in Frankriiik, zooais het ge val schijnt te zijn, niet meer afkeerig is van de meening, dat de Marokkaansche kwestie internationaal belang heeft voor alle bij de economische ontwikkeling van het land be langhebbende staten, dan zou de toestand veel van hare scherpte verliezen. Wat wij verlangen, doet geen afbreuk aan de belan gen van eenigei. staat, ook niet aan die van Frankrijk, voor zoover het dezen staat ernst is met de erkenning van de onafhankelijkheid van Marokko - met de niet-schending van de rechten van andere natiën. Frankrijk Het fel bestreden artikel 2 van het wets ontwerp tot regeling van de scheiding van Kerk en Staat is thans aangenomen. Het houdt in, dat de staat geen enkelen ©eredienst erkent, bezoldigt of subsidieert. Daaruit volgt dus, dat elke uitkeering, betrekking hebben de op de uitoefening van den eeredienst, op den len Januari volgende op de afkondiging van de wet ophoudt. Daaraan is echter, door de aanneming van een amendement met zes stemmen meerderheid, toegevoegd, dat hier van zijn irtgczonderd de uitgaven voor de bezoldiging van aalmoezeniers en bestemd om de uitoefening van den eeredienst te verze keren in openbare instellingen, zooals inrich tingen van onderwijs, hospitalen, asylen en gevargeniswen. Vei der houdt dit artikel nog in, dat de openbar inrichtingen van eeredienst zijn op geheven, behoudens de bepalingen, opgeno men in art. 3. Engeland. Algiers, 16 April. Koning Eduard kwam hier heden om half twee aan het jacht legde aan in Je militaire haven. De Koning ont ving om 3 uur den gouverneur-generaalhet onderhoud duurde eenige oogenblikken. De ontscheping had plaats aan het gebouw der admiraliteit; de marine-infanterie bracht de militaire eerbewijzen. De Koning begaf zich naar het paleis van den gouverneur-generaal. Italië. Rome16 April. De werkstaking der spoor wegbeambten is reeds begonnen. Op dc lijp RomeNapels zijn vier treinen uitgevallen. Te Foggia en te Salerno is eveneens de sta king begonnen In de Kamer verklaarde de minister president Fortis, naar aanleiding van een vraag van den afgevaardigde Rrunialti over de houding van de regeering ten opzichte van de staking, dat hij hoopte dat- de staking rich niet zal uitbreiden. Het spoorwegpersoneel zal tot het inzicht komen, dat de werksta king niet het middel is om zijne rechten te doen gelden. Niemand heeft het recht zijne bijzondere belangen te stellen boven het al- getmeene landsbelang. Moch deze opvatting niet de overhand krijgen, dan zou de regee ring haar plicht weten te doen. De regeering is overtuigd dat zij, met den steun der open bare meening, de orde kan handhaven en zorg kan dragen, dat do dienst zoo weinig mogelijk nadeel ondervindt. Oosten rijk-HongarfJe. In den toestand van den Oostenrijkse hen minister-president baron Gaut-sch is een gun stige keer gekomen. De zwelling van het lin ker oog wordt minder en ook de koorts is minder hevig. Het huis van afgevaardigden van Honga rije heeft met g oote meerdereid eene motie aangenomen J afkeuring van de door den voorzitter van het vorige huis Perczel en door den minister-president genomen maatre gelen tot bestrijding van de obstructie.'Daar na ging het tot den 3en Mei uiteen. De Ko- n;ng zal den 5en Mei we-- naar Budapest komen. Rusland. Petersburg15 April. (Petersburgsch tele- graaf-agentschap). Volgens de tot dusver be kend gemaakte voorloopige kasopnemingen over de uitvoering van bet staatsbudget voor 1904 werden aan gewone inkomsten ontvan gen 2017 millioen roebel, d. i. 37 millioen meer dan geraamd was, 14 millioen minder dan in 1903 en 111 millioen meer dan m 1902. De gewone inkomsten overtroffen de gewone uitgaven, die 1910 millioen bedroe gen, met 107 millioen. In de begroeting van de buitengewone in komsten en uitgaven waren voor oorlogsuitr gaven aangewezen 641 millioen, voor spoor wegbouw en leeningen aan spoorwegmaat schappijen 162 millioen, te ramen 803 mil lioen. Tot dekking voor deze uitgaven wer den gebruiktheb boven vermelde batig saldo van 107 millioen, de opbrengst van de in 1904 gerealiseerd 5 pets. schatkistbiljetten en de bons van de rijksrentekas tot een be drag van 431 millioen, andere buitengewone inkorsten bedragende 3 millioen en de restanten van vroegere jaren bedragende 381 millioen, te zamen 922 millioen. In het begin van het jaar 1905 bleven aan i .ïje saldo's 119 millioen, waarbij de op brengst van de 44 pets. leening niet meege rekend is. Petersburg, 15 April. (Petersburgsch tele- graaf-agentschap). Op het verzoek van de synode om een concilie bijeen te roepen, ten einde de keuze van een patriarch en hervor mingen in het kerkelijke bestuur te onder nemen, plaatste de Keizer eigenhandig de volgende aanteekening Ik vind het onmogelijk in den tegen woor- digen onrustigen tijd eene zoo groote zaait, die rust en overweging eischt, te volbren gen. Ik behoud mij voor, wanneer het daar toe gunstige oogenbiik ia gekomen, naar het <jude voorbeeld van de orthodoxe Keizers deze groote zaak aan de orde te stellen en een ooncilie van de oud-Russische kerk bijeen te roepen tot kanonieko behandeling van de ge- loofsaangelegenfaedeD en van 1 ot kerkbe stuur. De Petersburgsche correspondent van de Echo de Paris meldt, dat de politie onder do Blauwe brug, bij, het paleis van de Keizerin- weduwe, waar zich ook de kanselarij van het keizerlijke kabinet bevindt en waar het minis ter-comité vergadert, een kist met dynamiet gevonden heeft. Petersburg, 15 April. Het Petersburgsche Telegraafagentschap deelt mede, dat de Poe- tilofwerken wegen? de voortdurend stijgende eischen der arbeiders en de eigenmachtigheid waarmee zij het werk staken, gesloten zijn Petersburg, 15 April. Het Petersburgsche f legraafagentschap verbetert zijn bericht van gisteren betreffende eene staking van haven- werklieden in dien zin, dat het niet betreft werklieden aan de haven te Petersburg, maar aan die te Libau. Een jongmensch heeft een revolverschot gelost op Oitsiewski,'commis-aris van politie te Odessahii trof den aangevallene in de borst. De dader is gevangen genomen, maar wil zijn naam niet noemen. Warschau, 16 April. Drie personen, die hebben deelgenomen aan de onlusten in Ja nuari, zijn door den krijgsraad ter dood ver oordeeld. Jekaterinenburg, 16 April. Naar Tsjelja- binsk, waar sinds drie dagen troebelen voor komen, zijn troepen afgezonden. In Tsjeljabinsk plunderden soldaten van het plaatselijk commando 16 huizen, en wer den tegen de Joden gerichte strooibiljetten verspreid. Dezen zoeken bescherming n de huizen der Christenenvelen verlaten de stad Petersburg, 15 April. De gouverneur van Bakoe verklaart het bericht; dat er te Bakoe cholera is voorgekomen, voor onwaar. Oa oorlog in Oaat-Azii. Van dan oorlog rijn de volgende berichten Petersburg, 16 April. (Russisch telegraaf agentschap). Een telegram van generaal Linewitsch aan den Keizer bericht, dat hij de troepen van het rijfde en het zesde Siberi sche korps, alsmede van het tiende en het zeventiende legerkorps in hunne stellingen heeft geïnspecteerd. Hij vond deze korpcon en ook de pas uit Europa aangekomen troe pen in uitstekenden toestand. Deze laatsten leverden een prachtig gezicht. Singapore, 15 April. De stoomboot Marmora, van den Peninsular Oriental, is den 3en vijf Russische linieschepen voorbij gekomen, sturende naar straat Soenda op om streeks 8 graden Z.B. en 92 graden O.L. Hongkong, 15 April. Volgens een gerucht is de Russische vloot gescheiden in twee af- deelingen, een bi j de Anam bas-ei landen en een bij Java. De stoomboot Poona kwam hier gisteren aan. Zij werd tusschen Saigon en Singapore opgehouden en aangeroepen, maar kreeg la ter vergunning om verder te gaan. Ér komen vele kolenschepen aan van Durban en Cardiff, 43 Roman van MORITZ VON REICFIENBACH. Nanni stond met Matthes naast de twee jonge mannen aan den wal en keek met haar fonkelende oogen over de zonnige watervlak te, waarop het overige gezelschap zich 'nog in de bootjes bevond. Ze was zoo luchtig en vroolijk van hart als een vogel, die, na lange dagen van koude en wintervorst, weder voor 't eerst de wijd uitgespreide vleugels in het warme zonlicht baadt. iBastiaan was lang in Karlsruhe geweest. Met hem had zij kunnen spreken over de haar lief geworden stad. En de hemel lachte zoo vroolijk en helder over het blauwe wa ter, de avondlucht was zoo geurig, de gan- sche wereld vertoonde ziah zoo prachtig in haar lentedos dat Nanni meende nu over alles te kunnen lachen, zelfs over dé hate lijkheden van de meisjes, waai'aan ze zich wel goëgerd had, ofschoon zonder dat to la ten blijken. In de stemming, waarin rij nu verkeerde, viel 't niet moeilijk, haar aan 't lachen te brengen, en zoo lachte ze dan ook ongedwon gen over enkele opmerkingen der jongelui, terwijl rij toezagen hoe de anderen uit de bootjes kwamen en aan wal stapten. •Stasi en Barbel liepen dicht langs hen heen en Bastiaan sprak eerstgenoemde aan. Hiji kreeg evenwel al even weinig antwoord als Ignaats, die een poging deed cm Biarbel staande te houden. Dé twee meisjes keken een anderen kant uit en lieten haar vroegere goede vrienden staan. Nanni, die juist in voorover gebogen houding met Matthes had staan praten en niets van de kleine scène had opgemerkt, wilde zich bij de meisjes aansluiten en liep ze achterop. Daar bleven plotseling Stasi en Barbel staan, terwijl de laatste, die zich niet langer leheerschen kon, uitriep: „Wou u met ons mee? Laat dat maar! We weten nu wat wij aan u hebben en wil len liever onder ons blijven Nanni zette een paar groote oogen dp, en zoo haar nog eenigen twijfel over de beteeke- nis van Barbels, woorden mocht overgeble ven zijn, dan werd d.e volkomen opgehe ven door Stasi, want deze wendde rich thans tot Ignaats, die haar gevolgd was, met de woorden „Laat me met rust! Wij zijn geen geleer den en wij willen ook geen goevernantes wardenWij hebben op geen kostschool ge leerd, hoe men jonge mannen, die men nau welijks kent, het test kan behagen, en hoe men zich door hen heb hof kan laten mai- kcu." „Ja, en uitgelachen heb je ons ook, toen wij in de boot stapten," ging Bartel, zich meer en meer opwindend, voort. „We heb ben het wel goed gezien, hoor, en we ver kiezen ons niet door zoo iemand te laten uit lachen Nu was 't ook met Nanni s geduld gedaan. „Ik heb niet om u gelachen, riep rij uit, „en ik heb u ook niete in den weg gelegd Maar als ge denkt, dat ik zoo dom ben dat ik niets van al uiw hatelijkheden heb ge- meiOrt, dan moet ik u zeggen, dat ge u ver gist, Ik heb 'tmaar al te goed begrepen, verstaat ge, en nu ge mij zoo zonder recht of reden beleedigt, wil ik u ook de waarheid zeggen Ja, 't is waar, we hooren niet meer bijl elkander! Het, is Waar, dat gij onbe schaafde, liefdelooze meisjes zijt en ge kunt voor mijn part uw eigen weg gaan, zooals ik 'tvan dit oogenbiik af den mijne denk te doen." De meisjes standen een oogenbiik verbluft doch ook maar een heel klein oogenbiik. want reeds in 't volgend hadden de rappe tongen scherpe woorden te kust en te beur, Waarop alleen Matthes, die zich tegen rijn zuster aandrong, met gebalde vuisten en luide scheldnamen antwoordde. Te vergeefs beproefden de jonge mannen, die het evenmin met de rijke burgerdoch ters, als met de aardige Nanni, die zij wer kelijk verongelijkt vonden, te kwaad wilden krijgen, den vrede te herstellen. Nanni, die, toen zij eenmaal aan haar drift had lucht gegeven, bet stilzwijgen had bewaard, nam Matthes bij de hand en sloeg alleen) met hem den weg naar het bosch in. „Kom mee, we tebten met die mensahen niets meer uit te staan," sprak zij, trotsch het kopje in den nek werpend, en de tranen, die haar in de oogen waren gekomen, met geweld terug dringend, ,,'tls laag en laf, om iemand zonder reden zoo te beleedigen De' meisjes antwoordden ihet een sarrend gé1 ach. Vruchteloos kwamen nog twee, drie jon gelui Nanni ter rijde en beproefden haar van gedachten te doen veranderen, maar zij wees die tuschenkomst met korte, bijna ruwe woorden af, en zoo liet men haar eindelijk, begrijpend) dat er niets meer aan te doen was, maar stil begaan. Met haastige schreden liep rij een heel eind het beech in, zonder Matthes te ant woorden, die, vreeselijk opgewonden door het heftige tooneel, haar telkens met zijn 1 vragen lastig viel. Aan den randl van een kleinen, met oude eiken omgeven vijverbocht hield zij eindelijk haar pas in, en het teruggedrongen gevoel van verontwaardiging, van diep beleedig den trots, eindelijk den vrijen loop latendi, wierp zijl zich op 't moe, drukte de handen tegen het gelaat en begon hartstochtelijk te schreien. „Nanni, Nanni," riep Matthes, zijn armen om haar hals slaande, „wees toch niet zoo bedroefdWacht maar, tot ik groot ben, dan zal ik ze allemaal eens toonen, wat wij zijn en wat jij bent!" Hartelijk omhelsde ziji het kind. „Ja, jij houdt van me, Matthes, jij houdt van me," riep zij, en snel besloten veegde rij haar tranen weg. ,,Ik wil niet meer schreien," vervolgde zij. „Eens moest toch de bom losbarsten en nu weten zij en ik moteen, wat wiji aan elkander hebben." „Nanni, liefste Nanni, wil ie weggaan, nu ze je zoo boos hebben gemaakt, wil je weer naar 't kostschool terug?" vroeg Matthes angstig „O, toe, laat mij niet weer alleen, neom mijliever mee, als je weggaatvleide hij,, daar rij zweeg. Zij zag den knaap in het zeer onthutste gericht je en streek hem met de hand over zijn voorhoofd. „Wees bedaard, Matthes; zoo lang je mij noodig hebb en, vader het hebben wil, blijf ik bijjel" Een dor takje kraakte achter hen onder den voet van iemand, die daar toevallig over heen liep. Gelijktijdig wendden Nanni en Matthes het hoofd om en Nanni sprong hevig blozend, onmiddolijk overeind, terwijl Matthes vroolijk uitriep „Daar komt mijfnheer Egbert! Diat's heer lijk Maar ge hadt bier veel eerder moeten zijn, dan had Nanni rich niet aoo boos ge maakt en niet zoo lang geschreid." Egbert reikte Nanni de band. „Wat ia er gebeurd?" vroeg hiji. „Ik ben een heel troepje van Zondag*-feestvierders op den weg naar de restauratie tegengekomen en heb zoo in 't voorbijgaan gehoord, dat gij al leen in 't boscn waart, achtergebleven en dat men niet bepaald vriendelijk over u 6prak, Nanni I „O, de meiden waren grof en leolijfk tegen NanniZe mogen haar niet lijden, ornaat Nanni honderdmaal mooier en verstandiger is dan rij allen te zamen, en j „Wees stil, Mattbes! Dat begrijp j© zoo niet," viel Nanni in, en daarop zei ze een beetje bodremmeld tot Egbert 1 „Wc heblten oneenigheid gehad, do an- dere meisjes cn ik, en ik heb ronduit gezegd1, dat wij niet meer bij elkander pasten en dat 1 ik alleen verkoos te blijven." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1