rs
A
SS7.
Dinsdag 18 April 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
3"" Jaargang:.
MERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Pay 3 maanden roor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant versohijnt Dagelijks, met uitzondering ran
Zon- en JPeöstdagen.
Adrertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTBÜTIËlf
Van 1—5 regel*Jtt-ïS.
EUre. regel meer OiX5»
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen, tót
het herhaald adverteëren in dft.Blad bjj 'abonnement. Bene
circulaire, bevattende de toorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort,
Gelet op art. 31 der Kieswet,
Brengen ter openbare kennis, dat de ver
zoekschriften tot verbetering van de Kiezers
lijst 19051906 ingekomen, op de Secretarie der
gemeente voor een ieder ter inzage liggen en
in afschrift, togen .betaling der kosten, ver
krijgbaar gesteld.
Amersfoort, den 17. April 1905.
Burgemeester en "Wethouders voornoemd
De Secretaris, De 'Burgemeester,
J. G. STENiFBRT KROESE. WE IJ TIERS.
Politiek Overzicht
Dn agrarische beweging in Rusland.
II. (Slot).
Do tegenwoordige onlusten onder de boe
renbevolking roepen de herinnering wakker
aan de opstanden, die in der laatsten tijd van
dein Krim-oorlog in Zuid-Rusland plaats had
den en die bloedig onderdrukt werden. Even
als destijds, heeft de ongelukkige loop van
den oorlog in de centrale regeeriug te Peters
burg eene zekere verwarring en verslapping
teweeg gebracht, waarvan de invloed zich
ook in de provinciën doet gelden. Men voelt
daar, dat er geen vaste hand aan de Newa
regeert, en dat maakt le overheden zwak en
besluitelooszij weten met goed, hoe zij zich
tegenover de beweging moeten gedragen.
De voorname oorzaak van de onlusten is,
evenals voor vijftig jaren, de ontzettende
ellende van de bevolking ot> het platteland.
Eene aangrijpende voorstelling van den toe
stand der boeren in de centrale gouvernemen
ten van. Rusland bevat een boek, dat een
paar jaren geleden is uitgekomen. De schrij
ver, Bechtejew genaamd, is vele jaren amb
tenaar in een der landschappen, daarna vre
derechter, eindelijk adelsinaarsckalk geweest
hij is, ook naar het oordeel van de regeering,
eene autoriteit op dit gebied, zooals blijkt
uit het feit, dat de gouverneur van Cherson
hem verleden jaar heeft uitgenoodigd tot
deelneming aan de werkzaamheden van eene
tot onderzoek van den toestand van den land
bouw ingestelde staatscommissie.
Blijkens de verklaringen van Bechtejew is
het land verarmd; de grondbezitters geraken
steeds dieper in schulden en de achterstand
van de belastingen, die de boeren moeten op
brengen, groeit aanhoudend aan. Van de 103
millioen desjatinen bouwland geven 39 pet.
in 't geheel geene opbrengst zij liggen braak
of worden woest gelaten. De welstand onder
de boeren daalt. Zoo bedroeg ;n. het district
Jelez (gouvernement Orel), waar ook nu boe
ren onlusten plaats hebben, het aantal hof
steden zonder paarden in het jaar 1880 22,8
pet., in het jaar '"J3 38,7 pet. van het ge
heele getal boerenhof stéden, terwijil het getal
hofsteden zonder koeien in denzelfden tijd
van 31 tot 42pet. gestegen was. Er wordt
wel meer graan uitgevoerd, maar de winst
wordt steeds kleiner, omdat de graanprijzen
dalen. De veestapel gaat achteruit en de hoe
danigheid van het vee vermindert.
Het beeld van eene typische boerenhofstede
in de centrale gouvernementen schildert
Bechtejew aldusEene kleine, meest verval
len hut, waarin het gezin slechts vegeteert.
De kleeding bestaat uit het allerslechtste ka
toen voor het geheele gezin is één halve pels
en één paar vetlaarzen beschikbaar. Als slaap
plaats dient een kale bank het hoofdkussen
wordt vervangen door een opgerolde rok of
jak; een deken ontbreekt. Het voedsel be
staat uit kool, aardappelen en zwart brood
als drinken dient een gezuurd aftreksel van
roggemeel, een voorbehoedmiddel tegen
scheurbuik. Vleesch, vet of hennepolie krijgen
de boeren slechts 3 a 4 maal in het jaar op
de groote feestdagen. Het huisraad is zeer
schraal, want de boeren hebben, om hunne
belastingen te kunnen betalen, alles verkocht
wat zij maar konden verkoopen. „De boer'',
zegt Bechtejew, „betaalt thans aan belastin
gen slechts zóó veel als hii zelf naar het be
lastingkantoor brengt en niet zooveel als hij
behoorde te betalen, omdat het ondenkbaar
geworden is de belastingen dcnr dwahg te
innen. Dé boer, op wiens hoeve achterstallige
belasting drukt, wacht zich wel iets aan te
schaffen wat tot dek'ring van den achter
stand in beslag zou kunne., genomen
worden."
Het is begrijpelijk, dat een onder zulke
omstandigheden levende boerenstand de hand
uitsteekt naar den door den grondeigenaar
verzamelden voorraad levensmiddelen, zoodra
hij meent dit ongestraft te kunnen doen. Bij
de laatste onlusten in de gouvernementen
Koersk, Orel en Oharkow is bij herhaling
gebleken, dat de boeren het hoofdzakelijk op
graan gemunt hebben, want geld is van de
grondbezitters bijna ooit verlangd. In eene
district liepen de boeren van dertig dorpen
te hoop en plunderden in den loop van eene
week 21 goederen. In de meeste gevallen
werden de landheeren door eene deputatie
van boeren in kennis gesteld van den over
val, dien zij hadden te verwachten, met
nauwkeurige opgave van den dag. Een op een
hooger gelagen punt aangestoken hoop stroo
gaf den boeren uit den omtrek het sein, en
dan verschenen zij inet uunre voertuigen, bra
ken de schuren open en laadden het koren
op hunne wagens. Mishandelingen tegen 'Je
laudheeren kwamen niet voor; wel werd de
politie met slagen weggedreven. Ziekenhui-
ze i en scholen werden in de gouvernemen
ten van Midden-Rusland steeds ontzien
menige landheer zocht daarin eene toevlucht.
Evenals in de betrekkingen tusschen de
fabrikanten en hunne werklieden de houding
van de eersten heeft bijgedragen om de be
weging onder de laatsten te bevorderen, zijn
ook de landheeren niet zonder schuld aan
de beweging, die zich van de boeren bema Vti-
tigd heeft. Het ligt voor de hand, dat eene
verbetering van de betrekkingen tusschen
de landheeren en de boeren niet door de af
kondiging van den st -t van beleg en door
lichamelijke bestraffing van de boeren kan
worden teweeggebracht, maar slechts door
eene humane behandeling en bovenal door
verbetering van hun aterieeleu toestand.
Boerenopstanden zijn in Rusland niets zeld
zaams; nooit echter waren zij tegen de re
geering of tegen den Czaar gericht, en de
opruiers hebben er tijd het meeste succes
mee gehad, wanneer zij de boeren influister
den, dat de Czaar hun had vergund en zelfs
bevolen, het eigendom van de landheeren
weg te nemen. Maar met geweld kan nu niet
meer zooveel tegen hen worden uitgericht als
vroeger. De kennisgeving van den gouverneur
van Wladimir, dat den lOen Maart in den
streek van Orochewo-Soejew een militair com
mando door boeren overvallen is, verraadt
een toestand, zooals 'n Rusland nog niet is
voorgekomen. De gewone middelen van de
l reaucratie missen ditmaal hunne uitwer
king. Wat Rusland behoeft om uit den be-
staanden chaos een uitweg te vinden, is een
man van den ruimsten blik en de grootste
kracht.
De redder u't den nood, waarvan Bechte
jew gewaagde, is tot dusver nog niet ver
schenen. Maar de Russische regeering is blijk
baar tot het inzicht gekomen, dat er iets moet
worden gedaandat bewijst de benoeming
van de staatscommissie, die haar hierover
zal moeten voorlichten.
Frankrijke
Limoges, 18 April. Deelnemers aan eene
betooging hebben getracht de deuren der ge
vangenis open te breken om hunne gevangen
makkers te bevrijden. Zij hielden duchtig
huis op het kermisveld, waar zij verwoestin
gen aanrichtten en huizen pluuderden. De
troepen gaven vuur; naar men zegt viel tr
één doodo en werden drie personen gekwetst,
waarvan één doodelijk. Voordat er geschoten
werd, werd de menigte driemaal gesommeerd
uiteen te gaand© betoogers antwoordden
met een regenbui van steeneneenige ver
woede soldaten schoten toen, zonden' het be
vel daartoe ontvangen te hebben. 30 perso
nen werden gearresteerd; verscheidene sol
daten werden door steenworpen gewond.
Italië.
Rome, 17 April. De Kamer is begonnen
met de beraadslaging over het ontwerp tot
overneming van de exploitatie der spoor
wegen door den Staat.
Zweden.
Stockholm, 18 April. Omstreeks 500 leden
van heb spoorwegpersoneel in Stockholm en
omstreken hielden gisterenavond eene pro
test-vergadering tegen het regeeringsontwerp
van eene stakingswet. Er werd een besluit
aangenomen, dat een scherp protest bevat
ti.gen het regeeringsontwerp en het spoor
wegpersoneel aanspoort zich bij de overige
werklieden in den strijd tegen de klassen-
politiek van de regeering aan te sluiten. Aan
de in Italië stakende spoorwegmannen werd
ecu telegram van sympathie gezonden.
Rusland.
In het verslag van de commissie tot inza
meling van vrijwillige giften voor de Russi
sche vloot wordt vermeld, dat tot 19 Februari
ontvangen zijn bi ma 17 millioen gulden en
daarvoor besteld achttien torpedokruisers,
met een snelheid van 25. knoopen en water
verplaatsingen loouende van 500 tot 615 ton,
benevens vier onderzeesche booten.
Op bevel van den Czaar zal do eerste reeks
dezer nieuwe schepen onderscheidenlijk ge
doopt wordenEmil Bocharski, Finn, Stavro-
polski, Troechmenets, Kasanets, Woiskowoj
on Oekraina. Beide laatstgenoemden hadden
eigenlijk reeds met de eerste afdeeling van
het derde eskader moeten uitstoomen, maar
de werkstakingen en onlusten der laatste
maanden hebben dit verijdeld. Dezen zomer
hoopt men ze echter alle gereed te hebben om
zee te kiezen.
Bij het bericht, dat de Czaar de afdoening
van het verzoek van de synode der orthodoxe
kerk tot bijeenroeping van een concilie om
hervormingen te brengen in het kerkbe
stuur en een patriarch te kiezen, heeft uit
gesteld tot een rustiger en meer gelegen tijd,
teekent de Neue Freie Presse aan, dat de al
machtige Pobedowoszew ook ditmaal over
winnaar gebleven is. Eerst weinige dagen ge
leden had de procureur van de synode den
Czaar verklaard, dat voor het bijeenroepen
van een concilie het tijdstip niet geschikt
was, en reeds nu is het verzoek afgewezen.
De zitting van den landdag van Finland
is gesloten. De boodschap van den Czaar,
waannee dit is geschied, houdt in, dat dit
gedaan is omdat de voor de werkzaamhe
den van de stenden bepaalde tijd verstre
ken is. De Czaar beveelt de leden van den
landdag aan in de bescherming van den Al
lerhoogste en verzekert het Finlandsohe volk
van zijne voortdurende welwillendheid.
De voorzitter van den landdag heeft, in
antwoord daarop, do verknochtheid en de
trouw van den landdag aan den Czaar doen
kennen en do vreugde uitgedrukt, waarmee
door de bevolking de tijding was begroet, dat
de Czaar sommige deelen van het verzoek
schrift van de stenden had toegestaan. Hij
hoopte en wenschte, dat de rest van het ver
zoekschrift eveneens zou overeenkomen met
de bedoelingen van den Keizer.
De graven Creutz, dio verbannen waren,
hebben vergunning gekregeD in Finland te
rug te koeren.
In een verzoekschrift, dat udt Litauen aan
het minister-comité gezonden is, wordt de
vorming van een Russisehen federatieven
staat gevraagd, met een zelfstandig Litauen.
Creta.
Ten gevolge van de gevangenneming van
opstandelingen door troepen van de staten,
die het protectoraat uitoefenen, en van de
gevangennenrng van aanhangers der uniebe
weging in Kanea, door de regeering, is vol
gens een bericht uit Athene de verbittering
gestegen. Het volk vordert de vrijlating van
de gevangenen. De opstand breidt zich uit.
De internationale troepen houden de opstan
delingen te Therisso ingesloten en verhin
deren de proviandeering. Door de opstande
lingen te Therisso zijn hier gendarmen ge
vangen genomen.
Bij de verkiezingen voor de vertegenwoor
digers van Kreta is het op twee plaatsen
(Varnos en Drepanics) tot botsingen geko
men, waarbij dooden moeten zijn gevallen.
Op twee andere plaatsen (Lakha en Prase)
werd de verkiezing door gewapende ontevre
denen verijdeld. De prins-commissaris wil de
Kamer den 20en laten bijeenkomen.
De opstandelingen hebben van den com
mandant der troepen een nieuwen bedenktijd
van acht dagen verlangd. Een Oostenrijksch
oorlogsschip is in Rethimo aangekomen. Italië
zendt eene vlootdivisie.
Thibet.
Tengevolge van besprekingen tusschen de
regeeringen te Londen en te Peking is het
ontwerp-verdrag ten aanzien van Tibet gewij
zigd. De wijzigingen betreffen o. a. het uitstel
van de regeling, waarbij markten in Tibet
voor den handel geopend zouden wordende
Engelsche regeer in" ?al geen rechten heffen
van goederen uit Tibet voordat de geheele
overeenkomst tot stand gekomen is.
Vereen igde Staten.
Naar aanleiding van den wensch, die on
langs werd uitgedrukt, dat de regeering der
Vereenigde Staten het programma vau de
onderwerpen, die door de tweede internatio
nale vredesconferentie moeten worden over
wogen, nader zal aanduiden, wordt in het
staatsdepart-ement verklaard, dat het depar
tement wel is waar gaarne gevolg zou geven
aan dit verlangen, maar van meening is, dat
als het dit doet, aan het succes van de confe
rentie daardoor afbreuk kan worden gedaan,
omdat sommige mogendheden in twijfel zou
den kunnen trekken, dat voorstellen, uit
gaande van de Vereenigde Staten, geheel be
langeloos zijn. Het staatsdepartement meent
dus thans zijne taak in zóóverre vervuld te
hebben, dat het de onderhandelingen daar
over opdraagt aan den raad van bestuur van
het internationale scheidsgerechtshof te
's Gravenhage.
De oorlog in OttbAzli.
Van den oorlog *ijn de volgend» berichte*
Prins Karei ^.nton von Holienzollern keert
morgen uit het "-^nusche hoofdkwartier naar
Duitschland terug. Generaal Okoe heeft ter
eere van den prins een afscheidsmaal gegeven.
Tokio, 17 April. Volgens een officieel tele
gram rukten in den nacht van 15 April vijl
vijandelijke escadrons Sanjenching, op deu
weg van Fakoemen naar Fhengwa, binnen.
Onze manschappen deden een naohtelijken
aanval en dreven den vijand noordwaarts. De
door een paniek bevangen vijanden lieten acht
dooden achter. Wij verloren twee manschap
pen. Er komen herhaaldelijk op verschillen
de plaatsen cavalerie-schermutselingen voor;
overigens is er geen verandering van eenige
beteekenis.
Tokio17 April. Men berekent dat de
Oostzeevloot den 12en April des middags in
de Kamranhbaai aankwamzij moet dus 48
uren in de haven gelegen hebben toen zij
den, 14en te 12 uur werd gezien.
Het bericht van dit lange verblijf in de
watereu van Coohin-Cbina heeft verbazing
verwekt te Tokio omdat men algemeen in
twijfel trok, dat Frankrijk zou toelaten, dat
zijine havens werden gebruikt door de vloot
van een der oorlogvoerende partijen, die bezig
is operatiën te verrichten. Men verwacht, dat
Japan onmiddellijk bij Frankrijk zal protes
teeren. en het antwoord van do Fransche te-
geeriug wordt met verlangen tegemoet gezien.
Wanneer Frankrijk ontkent dat de vloot in
de Fransche territoriale wateren is, dan heeft
Japan gelegenheid de schepen van Rodjest-
wenskv aan te vallen zonder Frankrijks on
zijdigheid te schenden.
Laboean, 17 April. De Amerikaansche tor
pedojagers „Barry" en „Channy" zijn hier
aangekomen van de Philippijnen om zioh te
voegen bij den kru'ser „Raleigh", die echter
reed9 vertrokken was. De torpedojagers had
den noch van de Russische noch van de Ja*-
pansche vloot iets gezien.
Hongkong, 17 April. (Daily Mail). De
stoomboot North Auglia heeft Vrijdagavond
laat een sterke vloot van kruisers gez> >n op
de hoogte van het Bombay rif. De vloot f tuur
de zuidwaarts en maakte een druk gebruik
van zoeklichten. Of de kruisers Russen of
Japanners waren, kan men niet zeggen.
Tokio, 17 April. (Daily Telegraph.) Men
bericht, dat Zondag schepen van do Russische
vloot in de buurt van Hongkong lagen. Vijf
kolenschepen waren ook geankerd bij een
eiland op vijf mijlen afstand van Hongkong.
Volgens een telegram in de Petit Parisien
zijn de Bogatyr, de Rossia en de Gromoboj nu
geheel hersteld te Wladiwostok. Zij wachten
slechts op bevelen om uit te stoomen en
Rodjestwenski te gaan helpen.
Uit Wladiwostok wordt nog bericht, dat
daar vijf onderzeesche vaartuigen zijn aange
komen. Duizenden koelie3 worden er aan de
vestingwerken aan het werk gehouden en zoo
groote hoeveelheden levensmiddelen worden
voor het garnizoen gerequireerd, dat d© bur-
gerij gebrek lijdt.
De gepantserde kruiser Warjag, die de
Russen den 8en Februari 1904 ter reede van
Tsjemoelpo verloren, zal waarschijnlijk bin-
44 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
Egbert zag haar aan. Zij w&s weder op een
van de groote, met mos begroeid© wortels
gaan zitten, dicht bij het water; haar witte
hoed lag naast haar en terwijl zij daar zoo
voor zich heen zag, in hot eenvoudig© en
toch zoo elegante, witte kleedje, met haar
rijken, bruinen haardos, waarop het wisse
lend licht een gouden weerglans wierp, en
met het opgewonden gezichtje, waaruit de
groote, donkere oogen heden zoo droevig en
toch zoo innig opwaarts staarden, vergeleek
hij haar in gedachten met die in haar zon-
dagstooi levendig gesticuleerende en door el
kander pratende meisjes, die hij kort te vo
ren had ontmoet. Hij had Nanni nog nooit
zoo mooi gevonden en daarbij zoo geheel
anders, zoo tot oen beteren stand behoorend,
als juist op dit oogenblik, en op een toon
van volkomen overtuiging herhaalde hSji dan
ook:
„Neen, ge past niet bij die anderen;
ik pas ook niet meer bij hen, hoewtel we als
het zou vreemd zijn als 'bwel zoo was! En
kinderen met elkander speelden. Zij zijn mij
onverschillig geworden en ik ben bun met
aangenaam, daar zij gevoelen, dat mijn blik
verder reikt, dan do onbegrensde horizont
van al hun doen en laten."
Hij zweeg en Nanni antwoordde niet,
dbch zuchtte slechts even voor zich heen. Zij
zagen beiden naar het glanzende watervlak
en naar de bietzen aan den kant, die zacht-
kens, als droomend, zichi heen en weder be
wogen.
De stemmen van hen, die zich naar de
restauratie begaven, drongen al sinds lang
niet meer tot hen door, en diepe stilte lag
over woud) en water; slechte een zwerm
muggen danst© voor lien in den zonneschijn
en boven hen in 't geboomtezongen de vo
gels
Mat thee had het hoofdje op Nanni's schoot
gelegd. Als altijd -ersöheen ook nu, na
groote opgewondenheid, eeu groote lust tot
slapen, waaraan hij zich lijdelijk overgaf.
Eenige minuten -ingen stilzwijgend voor
bij. Aan Nanni's voeten trok langs 't watt©
oeverzand een troep mieren in rustelooze
bedrijvigheid heen en weer. Een gele vlinder
streek langs de biezen, kwam daarna met
een sierlijken bocht aangevlogen langs haar
hoofd en verdween in de duisternis van het
boscb. Egbert zag den vlinder na en toen
weer naar de nijvere mieren, waarop Nanni,
die zijn blik gevolgd had, zeide:
„Die vlijtige diertjes daar hebben het
goed. De lust, een vlinder te willen zijn en
in 't zonlicht op te stijgen komt niet bij ze
op, niets stoort ze in hun werk, en wij men
schel! kunnen er zoo vaak naar verlangen
vleugels te hebben."
Yerwond'erd zag Egbert 'haar aan.
„Wil je wel geloovem,'- zeide hij. „dat mij
iets dergelijks door 'thoofd ging? Hoe
vreemd toch, dat daar op 't zelfde oogenblik
wat ik dacht, door u onder woorden moest
worden gebracht
Toen zwegen beiden weder.
,,'t Is vandaag de laatste Zondag, dien ik
hier althans voor langen tijd, doorbreng,"
begon Egbert eindelijk weder. „Als ik hier
wieer terugkom, zal ik weten, of mijn vleu
gels sterk genoeg zijn, om mij zoo hoog te
dragen, als ik 't ïïu verlang."
„En waarom zoudt ge niet ecu groot kun
stenaar worden, want dat bedoelt ge toch,
als ge over de kracht- van uw vleugels
spreekt, niet waar?"
„Ja, dat meen ik inderdaad, en menig
maal is 't mij ook of de kracht tot het op
waarts stijgen werkelijk in mij is! Op an
dere tijden evenwel overvalt mij weder een
gevoel, alsof ik aan alles moet twijfelen, eon
hewiustzijn, dat het zoo weinig is. wat ik ken
en zoo heel veel, wat ik kennen moest."
„Ik verbeeld mij, dat het zoo ook behoort
te zijn," meende Nanni. „Als ge nu reeds
alles zoudt- kunnen uitvoeren wat gowensdht
dan hadt ge de hoogte, waarnaar ge streeft,
immers ook bereikt."
„Ge hebt gelijk, en wat ik verlang, is zeer
veel."
Nanni zag even met kinderlijke bewonde
ring naar hem op.
„Wat meet uw moeder zioh daarover ver
blijden zeide zij met innige overtuiging.
Egbert, lachte, maar schudde eenigszdns
weemoedig het hoofd.
„Die goede moeder," zeide hij. „zij meent
liet gewis goed met mij, maar zoo heel erg
verblijdt ziji zich toch n'et over mijn Italiaan-
sbhe reis."
„Hé, ik dacht altijd, dat zij zooveel plei-
Vroeger, toen ge er nog nas mede begon
zier had in uw werk! "Vroeger, toen ge er
nog pas mede begonnen waart, heb ik dat,
dunkt me, vaak genoeg gezien."
„Ja, ze was daarmede zeker in haar schik
want wij Neurcnbergers Weten, dat een flink
kunstenaar een hoog geacht man kan wor
den, die een rijk bestaan heeft." Hij lachte
bibter. „Dat is 't voordeel, een Ncurenber-
ger van geboorte te zijnmen wordt niet van
kindsbeen af als een deugniet beschouwd,
wanneer men wordt opgeleid voor het een
of ander kunstvak. Maar en nu komt de
keerzijde dér medaille onze zorgzame va
ders en moeders beschouwen de kunst slechts
als iets, waarmede iemand een goed stuk
brood kan verdienen, als een soort van hand
werk. De teekensöhool hier en ook nog de
academie te Münahen, dat was volgens mijn
brave mood'er alles goed en wel, maar de reis
naar Rome is haar een doorn in 'toog. Zij
verbeeldt zidh, dat ik daarginds, in Italië,
lichtzinnig en lui moet worden. Oak mijn
vader ziet me af en boe wiantrouWeudi aan.
Hij wil, zooals hij zegt mijn geluk niet in
den weg staan, maar als ik het daar ginds
niet mqcht vinden, moet ik niet denken, op
zijn zak te kunnen teren dat was onge
veer de zin zijner woorden, toen ik hem
vroeg om het reisgeld van tante te mogen
besteden."
„Ik had het mij anders voorgesteld," aeide
Nanni. „Het moet toch zoo aangenaam zijn,
dunkt me, aan het streven en aan heb voor
uitkomen van iemand, die ons nabestaat,
deel te kunnen nemen zij hield, midden
in den zin op en Egbert vroeg haar
„Geloof je dan in mijn talent, Nanni?"
„O ja,antwoorddle zij snel, „ik ben zeker
dat ge eenmaal een groot schilder zult wor
den."
„Maar vroeger, nog geen jaar geleden, ge
loofde je dat. toch niet."
„O toen ja, toen was ik erg kindcrach-
i tig en zocht u ook dikwijls te plagon. In
waarheid heb ik tochi altijd geloofd; dat gje
eens een groot schilder zoudt worden
„Ik dank u," zeide hij vol warmte, en hij
re;kte haar de hand; „ik hoop, dat ge u niet.
in mdj zult bedrogen vimden, Het doet mijl ook
zooveel genoegen, dat go zegt', mij1 vroeger met
uw wantrouwen alleen te hebben willen pla
gen. Weet ge nog wel, hoe wij! als kleine kin
deren mooie plannen voor do toekomst maak
ten en elkaar zoo goed begrepen? Maar toen
ge met vacantie van db kostschool was thuis
gekomen, toen was het, alsof er plotseling tus
schen ons -ets vreemds was ontstaan en des
tijds ik wil 't volmondig bekennen, Nanni
heb ik mij dikwijls over u geërgerd, zoo
zeer, dat ik nooit had kunnen denken" hij
bleef plotseling steken en zag op kaar hand
neer, dio kiji nog altijd m de zijn© hield en die
hij nul zachtkens drukte.
Nanni onttrok hem die hand niet, maar zij
vroeg niet een wonderlijke mengeling van
schuwheid en spijt, ten gevolge waarvan haar
stem een beetje onvast klonk
„Wat hadt ge nooit kunnen denken?"
„Dat wij eigenlijk elkander toch zoo goed
verstonden," antwoordde hij, haar in de oogen
ziende.
Nu wilde zij haar hand terugtrokken, maar
hij liet haar niet los.
Wordt vervolgd.