W°. 888. Jaargang. Woensdag 19 April 1905. ^BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRIS4SES. AMERSFOORTSCH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Pm 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franeo per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Dese Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen, Adrertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 nur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnommer 66. PRIJS DEK ADVERTENHÊN: ▼*n 1—5 regolif a.Ta. Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tét het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Hat apoorwegvraagatuk in Italië. In Italië is weer de werkstaking onder het spoorwegpersoneel uitgebroken. Dat is het antwoord van dat personeel op de voor dracht van het nieuwe kabinet tot regeling van bet spoorwegvraagstukMen zal tot de nieuwe regeling, die nu niet lang meer op zich kan laten wachten, want de 30e Juni is de fatale termijn waarop zij haar beslag moet hebben gekregen, niet kunnen komen zonder dat de strijd met het personeel is uitgestreden. De nieuwe regeeringsvoordracht onder scheidt zich van die van het vorige kabinet door hare kortheid. Zij bestaat uit slechts 24 artikelen, waarin de nieuwe minister van openbare werken Terrari heeft saam gevat wat dringend regeling behoeft om de staats exploitatie van de spoorwegen te kunnen be ginnen, onder voorbehoud van uitvoeriger regeling in een lateren tijd op grond van de dan opgedane ondervinding. De eerste artikelen bepalen den omvang van het door den staat te exploiteeren net, geheel in over eenstemming met de voordracht van Te- de9co, en de noodige beschikkingen over de organisatie van het nieuwe bestuur, de be noeming van een directeur-generaal en de beschikbaarstelling van de noodige midde len om het bedrijf gaande te houden in hot dienstjaar 190506 en de terstond gevor derde vernieuwingen van het materieel te bestrijden. In de dan volgende bepalingen worden de best ande tarieven voorloopig be stendigd. Omtrent het vast en tijdelijk aan gestelde personeel wordt bepaald, dat het zijne tegenwoordige rangen, bezoldigingen en aanspraken op bezoldiging onveranderd be houdt, alsmede zijn recht op pensioen en ondersteuning uit de bestaande kassen, voor welker beheer voorloopig de bestaande voor schriften blijven gelden. De steen des aanstoots voor het personeel is art. 21, dat in de plaats gekomen is van de zoo hevig aangevallen artikelen 71 en 72 van het ontwerp van Tedesco. Hierin, z.jn de disciplinaire voorschriften opgenomen, die op dezen grondslag zijn geregeld „Alle bij de door den staat geëxploiteerde spoorwegen aangestelde personen, van eiken rang en iederen diensttak, worden als openbare ambtenaren beschouwd. Van kracht blijven de disciplinaire voorschriften en de daarop betrekking hebbende waarbor gen, die vervat zijn in de dienstreglemen ten, behoorende bij het koninklijk besluit van 4 Aug. 1902, no. 379, tot uitvoering van de wet van 7 Juli 1902, no. 291. Wie den dienst eigenmachtig verlaat of hem niet ver- ric1 of zijn werk doet op eene wijze, waar door hij de nauwkeurigheid en regelmatig heid van den dienst stremt of stoort, wordt beschouwd als ontslagen en door ander per soneel vervangen. De directeur-generaal kan echter, den raad van bestuur gehoord en de persoonlijke omstandigheden en de bijzon dere verantwoordelijkheid in aanmerking nemende, in plaats daarvan disciplinair te werk gaan." In gevolge art. 24 is de bepaling van art. 21 ook van toepassing op de nog in parti culiere exploitatie zijnde spoorwegen, voor zoover daar nog geene gelijkwaardige bepa lingen bestaan en de ondernemers aan het personeel niet eene billijke behandeling waarborgen. Het spoorwegpersoneel wordt dus gelijk ge steld met openbare ambtenaren. Het zal voortaan de rechten genieten, die aan die po sitie verbonden zijn, maar zal dan ook ge bonden zijn aan de plichten, die openbare ambtenaren hebben na te komen, en wan neer er leden onder zijn, die zich aan ver zuim van die plichten schuldig maken, dan zullen die leden daarvoor ter verantwoording geroepen kunnen worden op de wijze, die de wet voor openbare ambtenaren bepaalt. Als protest daartegen is nu een Jee-l van het spoor wegpersoneel in staking gegaan. De minister president heeft zich daartegen over in de Ka mer er op beroepen, dat niemand het recht heeft zijne bijzondere belangen boven het al gemeen landsbelang te stellen. Hij drukte de hoop uit, dat dit inzicht ook onder het spoor, wegpersoneel zou doordringen, en vertrouwde daarom, dat de werkstaking, die is begonnen, niet algemeen zal worden. Er is wel reden om te verwachten, dat deze hoop niet beschaamd zal worden. Het blijkt uit de berichten over den loop van de sta king, die Maandag om zes uur voormiddags begonnen is, dat men niet met eene algemee- ne staking te doen heeft. Een deel van het personeel doet niet mee. Aan het station te --ome b.v. staakt alleen het treinpersoneel; do anderen zijn aan het werk gebleven. On der hen, die wel meedoen, zijn er, die duide lijk te kennen geven, dat zij er niet van heeler harte bij zijn. Dat voorspelt aan de stakings beweging geen langen duur. De regeering doet wat zij kan om met die middelen, die zij tot hare beschikking heeft, den dienst, zoo goed als dat gaat, gaande te houden. Zij vindt een krachtige moreelen steun in de uitgebreide protestbeweging, die tegelijk met de staking i? begonnen. De stremming, die het bedrijfsle ven door de staking ondervindt, heeft aanlei ding gegeven tot tal van protesten van' Ka mers van Koophandel, nijverheids-vereenigin- gen, landbouw ge nootschappen, havenarbeiders enz., die in motion, adressen en brie ven aan de pers het optreden van de spoor- wegmannen brandmerken en van de regeering krachtige maatregelen verlangen. De Kamer heeft, onder den indruk van het feit dat de staking is geproclameerd, beslo ten het wetsontwerp waarover de reeds vroe ger benoemde commissie met bekwamen spoed rapport heeft uitgebracht., terstond in behan deling te nemen. De werkstaking van de spoorwegmannen heeft dus op de volksverte genwoordigers juist de tegenovergestelde uit werking zij worden er door geprikkeld om het tot stand komen van de nieuwe regeling zooveel mogelijk te bespoedigen Frankrijk; De door den Senaat op slechts weinige punten gewijzigde staatsbegrooting voor 1905 is thans weder bij de Kamer teruggekomen, die de behandeling van h<wetsontwerp tot regeling vain, de scheiding van Kerk en Staat zal moeten schorsen om te zorgen, dat vóór de Paaschvacantie de begrooting voor het dienstjaar, waarvan nu reeds bijna een derde om is, wordt vastgesteld. Tot een cenigsrins uitvoerig debat zal waarschijnlijk alleen de begrooting van buitenlandsclie zaken aanlei ding geven, Jaurès, de leider der socialisten in het parlement, dringt er in de Humanité op aan, dat de Marokkaansche kwestie zal worden behandeld. Hij beschouwt het als plicht van de Kanier, ophelderingen van mi nister Delcassé te verlangen, Eene duidelijke, verzoenlijke en de rechten van allen eerbie digende politiek zal het gezag van de Fran sche diplomatie bij de verdediging van de rechten van Frankrijk slechts vermeerderen. Parijs, IS April. In de Kamer wordt een interpellatie gehouden over de onlusten te Limoges. Parijs, 18 April. In zijn antwoord op de interpellatie wegens de onlusten te Limoges sprak de minister van binneulandsche /.aken Etienne zijn leedwezen uit over .et gibeu'- de. Hij wees er op, dat van de betoogers 2 waicn gedood, maar dat 68 solda.en. waar onder 8 officieren, gewond waren. De minis ter deed een beroep op de eendricht, hij beloofde met vastheid te zullen hanleec Minister-president Rouvier verklaarde, dat de regeering in haar geheel de verantwr* rd ï- üjkheid voor het gebeurde op zich necn-t De gewapende macht is niet in diea»t .an den een of den ander, maar in den diens;, van de openbare orde. Eerst toen de gevangenis bedreigd werd, heeft uien de troepen lai?D optreden. Deze hebben geschoten zonder daartoe bevel te hebben ontvangen, na gent. rende uren overstelpt te zijn met projectie len. Bij het einde van de debatten werden drie motiën bij den voorzitter ingediend. De mi nister-president aanvaardde alleen de motie- Codet, waarbij de sympathio van Kamer en regeering voor alle slachtoffers zonder on derscheid wordt uitgedrukt. Het verlangen tot het instellen van een onderzoek werd ver worpen met 369 stemmen tegen 173. Nadat de prioriteit van de motie tot afkeuring van het regeeringsbeleid -as verworpen met 444 tegen 70 stemmen, werd de motie-Codet aan genomen met 422 tegen 58 stemmen. Over de onlusten, die eergisteren te Limo ges zijn voorgekomen, bericht de Eclair, dat, toen de stakers van de porcelein-fabriek niet gedaan hadden gekregen dat de gevangenen werden, vrijgelaten, zij naar de gevangenis trokken, om er de poort in te beuken. Twee eskadrons dragonders en een afdeeling be reden gendarmes werden te hulp geroepen u nog door meer ruiterij versterkt. De staken» plunderden verscheidene winkels, trachtten tramwagens omver te werpen en wierpen dwars over een plein barricades op. De rui terij kwam met den blanken sabel tusschen- beide, maar vele paarden struikelden over ijzerdraden en touwen, die over het plein waren gespannen. Daarna yerdreef het voet volk de menigte en vuurde onderwijl met losse patronen. De stakers wierpen een hagel bui van steenen terug. De troepen schoten nu met scherp, waarbij een man in de menig te gedood, een tweede doodelijk gewond werd. Pas om tien uur 's avonds was de menigte ;n de naburige straten teruggedrevenom half elf was het plein geheel ontruimd. Léon Bourgeois, de vroegere voorzitter van de Kamer, hoeft zijne kiezers kennis gege ven, dat hij in het volgende jaar zijn Kamer zetel zal prijs geven om eene candidatuur aau te nemen voor den Senaat. tingeland. Londen18 April. De minister van binnen- landache zaken. Aker Douglas, diende de wet op de vreemdelingen (Aliens Bill) in, waar van de voornaamste bepalingen zijn Geen immigrant zal mogen lauden anders dan in een haven, waar een landverhuizings- ambtenaar is, en alleen met vergunning van dien ambtenaar. Aan den immigrant kan de toestemming om aan wal te gaan geweigerd worden als hij niet kan aantoonen, dat hij in staat is in zijn onderhoud te voorzien; als hij krankzinnig is of de waarschijnlijk heid bestaat, dat hij tot volslagen armoede zal vervallen als hij buitenslands veroordeeld ;s wegens een misdrijf, waarvoor uitlevering is toege staan dat niet van politieken aard is. Het verlof zal niet worden geweigerd alleen op grond van gebrek aan middelen, indien de immigrant het Nawijs levert, dat hij eene ver volging voor politieke misdrijven tracht te ontkomen. De minister van binnenl. zaken verkrijgt door deze wet de bevoegdhei i een ongewensch ten vreemdeling het land uit te zetten op advies van den rechter. De kosten van de uitzettn.' kunnen wor den verhaald op den kapitein of den eigenaar van het schip, dat hem aanbracht, mits de uitzetting plaats vindt binnen zes maanden na de aankomst. De eerste lezing van dit wetsontwerp heeft 'plaats gehad. Italië. Rome, 18 April.. De dienst op de spoorwe gen is sedert van morgen uitgebreid. Maat regelen zijn genomen voor de aankomst der geregelde Indische mail. Foggia, 18 April. Heden avond om zes uur, terwijl de salarissen aan het spoorwegperso neel werden uitbetaald, beproefden boeren het station binnen te dringen. Zij vielen de soldaten met steenworpen aan. De troepen maakten van hunne wapenen gebruik. Drie boeren werden gedood, een tiontal gewond. Portugal. De minister an binneulandsche zaken heeft in den Senaat op de vraag wat men moest denken van het bericht van de Temps, dat Portugeesch Timor aan Duitschland zou worden verkocht, geantwoord, dat deze me- dedeeling absoluut onjuist was. Rusland. Moskou, 18 April. (Petersburgsch telegraaf- agentschap). Koltajew, de moordenaar van grootvorst Sergius. is ter dood veroordeeld. Tweede telegram. Het proces tegen Koltajew is Lu den Senaat met gesloten deu ren behandeld. Toen de president, senator Dener, de gebruikelijke vragen aan den be schuldigde deed tot vaststelling van zijne identiteit, betwistte de beklaagde de bevoegd heid der rechters tot het stellen dezer vra gen hij beschouwde zich als een krijgsge vangene, en zou slechts als zoodanig ant woorden. De president liet daarop den be schuldigde, wien als verdedigers de advocaten Mandelstamm en Schdanow ter zijde stonden, wegleiden. Nadat de beklaagde was weggeleid, werd de zitting voor korten tijd geschorst. Nadat de zitting heropend was. verklaarden de ver dedigers, dat zij slechts dan de verdediging zouden voortzetten, wanneer de bscliuldigde weder in de gerechtszaal werd gebracht. De beschuldigde verbood zijne moeder en zijne zuster een verzoek om gratie in te dienen. Aan het verlangen van de Russische regee ring, dat Finland aan de Russische staatskas van 1905 tot 1908 voor militaire behoeften jaarlijks 10 millioen mark zal betalen, werd door den landdag van Finland voldaan met deze beperking, dat de uitkeering slechts zal geschieden voor 1905. Balkan-Staten. Uit Sofia wordt bericht, dat het Griek - sche bloedbad in Zagoritsami daar klimmen de verontwaardiging verwekt. Het dorp, voor heen een steunpunt van het Bulgaarsche element in het district Kasterië, werd den 2en Augustus 1903 door Turkscho troepen in brand gestoken en vernield. 139 bewoners worden gedood en 14 meisjes weggesleept. Sedert woonden de bewoners in barakken, omdat van de 600 afgebrande huizen slechts omstreeks 20 weder zijn opgebouwd. Be trouwbare berichten over de slachting van 7 April jl melden, dat daarbij 80 mannen zijn gedood, meorendeels grijsaards, verder 17 vrouwen, 2 jonge meisjes en 39 kinderen. Een uitvoeriger bericht uit Saloniki over dit bloedbad, dat in Bulgarije eene zoo diep gaande verbittering heeft verwekt en ós kreet naar represaille heeft doen opgaan, houdt in, dat. het gebeurde wordt aangeduid als eene daad van wraakoefening van het Grieksche bendehoofd Vardas, wegens eene in de hoog ste mate oomenschelijlko daad van eenige le den van eeno Bulgaarsche 1 jende tegeu den prior Panaretos van het Grieksche klooster St. Joannes, niet ver van Zagoritsami, die omstreeks vier weken geleden i~erd gepleegd. De komitadji's vielen destijds het genoemde klooster bij nacht aan zij plunderden het, doodden verscheidene monniken, staken het gebouw in brand en sleepten den prior Pana retos, een negentigjarige, in verschikkelijk verminkten toestand in gevangenschap mede. Onderweg bezweek Panaretos aan zijne won den en zijn lijik, d?t spoedig daarna gevon den werd, kon plechtig begraven worden. Vardas moet nu van Grieksche rijde de op dracht gekregen hebben, voor deze euveldaad bloedige wraak te nemen. Het gelukte bem eenige Grieksche benden te vereenigen en voor zijn doel omstreeks 250 man te vereeni gen. Eene kleine Bulgaarsche bende van den hoofdman Kolo met 18 man, die bun in de richting van Kastoria tegemoet kwam, werd door Vardas ingesloten en vernietigd. Den 17en in het vroege morgenuur bereikten de Grioken Zagoritsani, dat van do hoogte kon worden beschoten. Er ontstond een zeer bloe- digen strijd, die tot den middag duurde. De in Zagoritsani aanwezige komitadji's bedien den zich van bommen. In 't eind vloog het munitie-, kruit- en dvnamietdepót in de lucht. Slechts weinige huizen bleven voor het vuur gespaard. Volgens eeno tot dusver nog niet gecontroleerde schatting, bedragen de ver liezen aan Bulgaarsche zijde niet minder dan 150 man alleen aan dooden. Het moet den Grieken gelukt zijn, 60 man gevangen te nemen. Eene commissie, waarbij de van Mo- nastir gevestigde consuls zich gevoegd heb ben, beeft zich op weg begeven om den toe stand nauwkeurig op te nemen. Marokko. De Fransche missie te Fez heeft gedaan gekregen, dat de gezant met den vertegen woordiger van den Sultan, Mohammed el Tor res, over bijzonderheden va" zijn programma mag onderhar delen. De Fransche pers begroet dit als een succes. Volgens den correspondent van de Kóln Ztg. te Tanger verwekt de Fransche blijdschap slechts vroolijkheid on der de Marokkanen, dio groot vertrouwen hebben m de diplomatieke handigheid van den ouden Torres. Kapitein Gambetta, <ue aan de missie is toegevoegd, is te Tanger aangekomen en naar Parijs verder gereisd. Hii komt over eeine maand terug, waaruit men afleidt, dat de missie nog geruimen tijd in Fez zal blijven. 45 Roman van MORITZ VON KEICHEN BACIL „Zeg eens, Nanni," vroeg hij, ,,is 't eigen lijk niet heel dwaas van ons dat wij, die toch zulke oude kameraden rijin, nu op eens zoo stijf en zoo vormelijk met elkander omgaan Als kinderen hebben wij ons nooit veel om de anderen bekommerd, maar altijd onze eigen spelletjes gehad. En nu wij groot zijn, niet waar, nu gaan wij ook weer onzen eigen weg en< voelen beiden, dat de Neurenbergsche om geving te klein voor ons geworden is. Waar om zouden wij niet weder goede kameraden zijn als destïj<ds?" Nanni schudde het hoofd, en uit haar oogen straalde weer iets van de oude schalkschheid, terwijl zij antwoordde: „Wat zouden wij er aaji hebben? We kun nen nu tooh op straat geen toovergeschiede- nisjes meer afspelen zooals toen?" „Maar we kunnen daarentegen deelnemen in elkanders wel en wee, in onze plannen voor de toekomst. We kunnen over alles wat ons op het hart ligt, met elkander spreken als goede vrienden of vergis ik mij, als ik geloof, dat go op de kostshool aan een an dere wijze van leven, ja zelfs van denken zijt gewoon geraakt, dat ge u nu in het ouder lijk huis al even vreemd en eenzaam gevoelt, als ik het thuis doe?" „Ik heb het kind hier,'' antwoordde zij zacht, terwijl zij het haar van het stief- broertje streelde, dat met zijp hoofd op haar schoot in slaap was gevallen. „Maar een kind is geen vriend) of geen vriendin en beiden mist ge." Nanni zuchtte. „Ja, dat's waai', en dikwijls kan 't mij oob een waar genoegen zijn, maar ik zal immers niet altijd hier blijven. Zoo lang het kind mij noodig heeft, zal ik het uithouden. Ver beeld u, ik heb op kostsschooi een kanarie vogel gehad, waar ik voor zorgde en die van niemand voedsel aannam dan van mij. Pre cies zoo komt nu Matthes mij voor. Hij laat zich ook door niemand iets zeggen of iets geven dan door mij en als ik dat bedenk, zet ik mij weer over heel veel dingen heen." „En ge denkt zoo uitsluitend aan hem, nietwaar, dat er voor mij geen plaatsje in uw gedachten meer over is?" vroeg Egbert. „Wilt ge uw ouden kameraad vergeten, als hij weg is, wilt ge niet aan rijn streven en aan rijm vooruitkomen, zoo hem dat ooit ge lukt deelnemen? Moeten wij werkelijk vieemdeu voor elkander zijn en blijven?" „Lieve deugd, mijnheer Egbert, ant woordde Nanni haastig, „dat heb ik toch niet gezegdO zeker, ik zal aan u blijven denken." „Ja, als aan een vreeand monsch, die u tamelijk onverschillig is, dien ge „mijnheer Egbert" hebt' genoemd en van wien ge ver- langdet, dat hij zijn vroeger speelkameraad je als „jufrouw Nanni" zou aanspreken neen, dat was heuscib niet mooi van u!" „Stil, stil, maak het ventje niet wakker ik heb het heusob niet zoo kwaad ge meend, en als ge 't liever andera hebt, dan kan 't ook weer anders worden." „Zooals vroeger? En hoe was dat dan?" „Nu Egbert „En verder?" „Wat nog meer?" „Wel, daar hoort nog iets bij We gingen ook gemeenzaam met- elkander om en waren ook niet. bang om elkaar jij en jou te noe men. Weet je 't nog wel, Nanni? Wil je nu weer zoo gemeenzaam met mij rijn als vroe ger?" Dit zeggend, was liijj heel dicht bij haar gekomen en zag hij haar, nog altijd haai' handje vasthoudend, dat nu op rijn knieën lag, zoo smeekend, maar ook met zooveel vastheid onder de oogen, dat het volstrekt niet hielp, dat zij de hare nedersloeg. zuj voelde zijn blik en voelde rijn warmen adem op haar wang. Daar hielp niets aan, zij moest hem weder aanzien en haar blik was toornig, noch spij tig, toen zij het deed. „Toe, wees nu weer eens heel, heel fami liaar met me, smeekte hij. „Had je dat dan zoo graag. Egbert?" vroeg rij' met een blos van verrukking op de wangen „Of ik dat graag had!" zeide hij, en in 't zelfde oogenblik had hij zijn lippen op de hare gedrukt, terwijl hij de tengere meisjes gestalte met zijn armen omstrengeld hield en haar borst tegen rijn borst drukte. Nanni Bij dien hartstochtelijken uitroep en bij de beweging, onwillekeurig door Nanni ge maakt, werd Matthes wakker en zag met groote, verwonderde, slaapdronken oogen beurtelings van het eene roode gezicht naar het andere. „Was ik ingedommeld, Nanni?" vroeg hij, zijn oogen uitwrijvend, en Nanni boog zien! over hein neer en kuste hem zoo hartstochte lijk, dat Matthes met rijn hand langs haar gloeiende wangen streek en haar vroeg: „Wat is 'tNanni? Heeft mijnheer Egbert je ook boos gemaakt?" 'Daarop kreeg hij geen antwoord, maar Nanni en Egbert stonden van hun bemoste zetels op en Egbert zeide zeer zacht „Wilt ge mij een hand geven, Nanni, als een bewijs, dat ik u niet boos heb gemaakt?" Nanni werd zeer rood, maar ze deed toch, wat haar gevraagd was. „En wil je mij nu ook maar kortweg „Eg bert" noemen, kleine man, zonder dat „mijn- lieer er bij?' zeide de schilder tot het ven tje, om zoodoende de vragen, die reeds op de kleine lippen waren gekomen af te weren, „dat hoort bij zoo goede buren als wij zijn Matthes zette een ^col verstandig gezicht, terwijl hij antwoordde: „Ja, ik wil u heel graag „Egbert" noemen, dat is ook veel be ter." In den vijver weerspiegelden zich de rood- getinte wolken van den avond hemel, de zon zonk achter het geboomte weg en ziwijgend schreden Egbert en Nanni, hand aan hand, over het mostapijt daarheen, elkander nu en dan als ter sluiks aanziende, en Matthes liep naast hen en maande hen tot spoed, ornaat het al zoo laat was geworden. „De tijd gaat zoo gauw voorbij als men in 'tbosch is; dat men 'tzelf niet eens merkt," zeide hij. Egbert en Nanni zagen elkander aan. Ja, het was merkwaardig, hoe snel voor hun de tijd in het bosch was voorbij gegaan. Eerst toen rij uit de schaduw kwamen, maakte Nanni haar hand uit die van Egbert los. „De mensohen zullen zich verwonderen," zeide rij. „De menschenJa, aan de menschen had hij waarlijk niet gedacht. Wat zouden ze nu wel zeggen, als ze hem na zulk een lange afwezigheid aan Nanni's rijde uit het bosch zagen komen Een oogenblik verkeer de hij in tweestrijd, maar daarop zeide hij met vastheid in zijn stem: „Het kan me niet schelen, wat de men schen zullen denkenwij zijn oude speel makkers en het moet mij dus ook wel ver gund zijn, je naar je moeder terug te bren- gen." Nanni zweeg. Loodzwaar viel 't haar op het hart, dat ze nu weder blootgesteld zou ziju aan het smadelijk gelach en aan de har telijike opmerkingen der meisjes, die zij voor een oogenblik geheel en al vergeten had. Maar zij zelve wist cr ook irets beters op dan naar haar moeder terug te keeren en deze dringend te vragen, om toch gauw naar huis te gaan. Het wederzien van de '„vriendinnen,' waarvoor Nanui zoo bang was geweest, werd haar gelukkig gespaard. Zij kreeg haar moe der in 't oog, die, voor de restauratie staan de, haar blik op den boschweg gericht hield. Het lange wegblijven van baar dochter had haar zeker verontrust en daarom stond zij thans naar de terugkomst van de kinderen uit to zien. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1