f°. 296. Eerste Blad.
a" Jaargang.
Zaterdag 29 April 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
RSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per, S maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm* Telephoonnammer 66.
PRIJ8 DBB AJ>VEBTEBCLÉN
▼u 1—rapli
Elk» regel meer
Groote letters j» «ra»-*- in-
Voor buill en twdrflfbeetua TOêfJerftf. bep^tnp.:
het herhaald advertéèrep in dH Blad bjj abonnemeha
circulaire, bevattende de ioonraardén, werdFop aaaffs
toegesondea.
Politiek Overzicht
De samenkomst te Venetië.
De minister van buitenlandsche zaken van
)oste»rijk-Hongarije, graaf Goluchowski,
cojnt heden te Venetië om een bezoek te
jrengen aan zijn ambtgenoot n Italië, den
leer Tittoni. In April van hat vorige jaar
jezooht de heer Tittoni te Abbazia graaf
ïoluchowskideze reis van den Oostenrijk
ehen staatsman dient dus tot het brengen
ran een tegenbezoek. Maar men wil er toch
Dog iets meer in zien dan enkel eene daad
van beleefdheid tusschen de voor het buiten-
laudsch b leid verantwoordelijke bewindslie
den van de twee naburige en verbonden
staten.
Wanneer men een gerucht mag gelooven,
dat de correspondent van de Temps te Wee-
nen vermeldt, dan zou de Duitsche Keizer
itoen hij onlangs te Napels was dit bezoek
hebben uitgelokt met bet doel daardoor mis
verstand uit den weg te ruimen, dait tusschen
de beide landen bestaat en dat, als het bleef
voortwoekeren, den driebond zou kunnen
schaden. De bestaande boudgenoatschappe-
lijke verhouding kan j.amelijk het feit niet
te niet doen, dat in verschillende interna
tionale 'kwestdën de belangen van Italië en
die van Oostenrijk uiteen loopen. Zoo op het
Balkan-schiereiland, waar t i aanspraken van
Italië op Albanië als domei.:, waar zijin in
vloed overheerscliend moet zijin, ingaan tegen
het streven van Oostenriik-Hongarije. Onder
die omstandigheden kan eene ontmoeting
tusschen de twee ministers, die de buiten
landsche politiek van de beide landen bestu
ren, oen gunatigen invloed uitoefenen om op
den voorgrond te brengen de belangen, die
de beide landen gemeen hebben en waarvoor
zij bij elkaar steun kunnen vinden.
De pers te Weenen heeft het plan tot deze
reis met veel symjpathibegroet en den Oos-
tenrijkschen minister hare beste wenschen
mee op reis gegeven. De persstemmen uit
Rome hebben hierop een weerklank gegeven.
Over het doel van de reis deelt vde Neue
Freie Press© mede. dat in de diplomatieke
kringen te Weenen wordt aangenomen, dat,
evenmin als in het. vorige jaar te Abbazia,
ditmaal te Venetië bijzondere afspraken tus
schen de beide bevriende regeeringen zullen
worden gemaakt. Ook op den Balkan is niets
gebeurd wat bijzondere stappen tot oplossing
van de daar bestaande moeielkijheden zou
vorderen. De be;de verbonden regeeringen
willen aan den status quo onder alle omstan
digheden z;en vasthouden, hetgeen trouwens
ook de wensch van de overige Europeesche
staten is.
Natuurlijk zullen in Vc etië de gebeurte
nissen aan den Balkan nader besproken wor
den. Maar zoo min Oosten rijk-Hongarije als
Italië hebben thans de behoefte, voor nieuwe
formatiën in de Balkanlanden op te komen.
In hun traktaat van bondgenootschap staat
geschreven, dat geen staat iets op den Bal
kan zal ondernemen, zonder den ander daar
van kennis ite geven, en dat zij overigens den
status quo in het oosten willen. Door deze
bepaling op zich zelf is de weg aangewezen
voor de Italiaansche en de Oostenrijksclie po
litiek op den Balkan. Wat- Albanië betreft,
bestaat er nog eene bijizondere overeenkomst,
waardoor de beide Adriatische staten elkaar
den status quo aldaar waarborgen. De samen
komst te Venetië zal zich binnen de door
deze overeenkomsten aangeduide perken hou
den, en dit te meer omdat de leden van den
driebond in dezen tijd, nu er eon vreeselijke
oorlog in Oost-Azië woedt. i;i het. bewustzijn
van hunne verantwoordelijkheid alles willen
bijdragen om het op d~n Balkan tot geene
complicatiën te laten komen.
V at Kreta betreft, meenen de vier mo
gendheden, die de bescherming van dat eiland
op zich genomen hebben, ook daarom eene
afwachtende houding tegenover de Helleen-
sche neigingen te mogen innemen, omdat
vertrouwbare inlichtingen volstrekt niet den
indruk geven, dat de beste elementen van
Kreta eene inlijving bij Griekenland zonder
meer wenschen, maar veeleer eene unie met
Griekenland bij handhaving van eene be
trekkelijke autonomie van het eiland.
Evenals de toestand aan den Balkan, zal
ook het groote drama, dat zich afspeelt in
de wrateren van Oost-Azië, het onderwerp
uitmaken van de besprekingen. Wel kan van
eene vredesbemiddeling in een ©enigszins
tastbaren vorm voor 't oogenblik geen sprake
zijn. Daarmede is echter volstrekt niet ge
zegd, dat de beide ministers de eventualitei
ten van eene bemiddeling in de toekomst
op het daartoe geschikte tijdstip niet zou
den kunnen overwegen. Zelfs is de mogelijk
heid, dat de driebond, die toch eene bij uit
stek vreedzame missie in Europa moet heb
ben, als zoodanig de vredesbemiddeling in
den strijd tusschen Japan en Rusland op
zich neemt, volstrekt niet uitgesloten, al is
zij ook in een ver verschiet-.
In ieder geval moet door de samenkomst
van de beide ministers aan alle praatjes over
beweerd misverstand tusschen Italië en Oos
ten ri jk -II on ga r ij e de grond weggenomen en
opnieuw e onwrikbaarheid van de driebond-
gedachte bezegeld worden. Het voortbe
staan van den driebond is, voor zoover de
Italiaansche opvatting in aanmerking komt,
volstrekt niet vastgeknoopt aan personen of
aan regeeringen, maar boven dezen verheven.
Niet eens op den persoon van den Koning
van Italië komt het aan. De driebond is zoo
danig ingeweven in het belangencomplex van
do Italiaansohe politiek, dat het voor hem
bijna onverschillig is of Koning Humbert
of Koning Victor Emanuel in het Quirinaal
resideert. Slechts wanneer het in Italië kwam
tot eene geheele omverwerping van het be
staande, wanneer bv. de republiek de mo
narchie verving, dan zou dit beslissend zijn
voor het zijn of niet zijn van den driebond.
Daar echter thans de toestand in Italië ge
heel geconsolideerd is, staat ook de drie
bond onwrikbaar.
Dat de militaire credieten, die eerlang van
dc Italiaansche Kamer zullen worden ge
vraagd, geenszins tegen Oostenrijk gericht
zijn, daarvan is men nergens meer overtuigd
dan in Oostenrijk zelf. Do regeering van Oos-
tenrijk-Hongaxije is o er deze eiscben even
weinig verontrust als de Italiaansche regee
ring 't geweest is toen de Oostenrijksch-Hon-
gaarsche verleden voorjaar met nog veel
grooter credietaanvragen zioh tot de de-
legatiën wendde. Ook niet-Italiaansclie mili
taire autoriteiten zijn van meening, dat de
militaire organisatie van Italië, vergeleken
met die van de beide verbonden staten, veel
to wenschen overlaat, en dat de driebond
zelfs zou moeten winnen in militaire sterkte,
wanneer de legerorganisatie van Italië, voor
zoover zij leemten bevat, wordt aangevuld.
Door elkaar opnieuw te .ontmoeten, too-
nen de ministers Goluchowski en Tittoni,
dat zij volstrekt niet zijn aangegrepen door
het wantrouwen, dat zich van tijd tot tijd in
de pers van beide landen doet gelden. Dit
wantrouwen heeft zioh zelfs bij gelegenheid
van de ontmoeting te Napels van Keizer Wil
helm en Koning Victor Emanuel geuit in
eene kritiek van den feestdronk van den
Koning en heeft daaraan eene uitlegging ge
geven, alsof de Koning het bondgenootschap
met Duitschland anders taxeert dan dat met
Oostenrijk-Hongarij e. De ontmoeting van
graaf Goluchowski met zijn Italiaanschon
ambtgenoot moet, zoo besluit do Neue Freie
Presse, aan al dergelijke willekeurige en on
gelukkige uitleggingen oen einde maken.
België.
De internationale tentoonstelling te Luik
is gisteren geopend in tegenwoordigheid van
prins Albert en zijne gemalin als vertegen
woordigers van het koninklijke huis, den kar
dinaal-aartsbisschop van Mechelen met de
bisschoppen van Geut en van Luik, d^ minis
ters on de leden van het corps diplomatique.
De voorzitter van het tentoonstellingsbe-
stuur, den heer Digneffe, knoopte aan de
herinnering aan het 75-jarige bestaan van
België als zelfstandige staat een overzicht
vast van de ontwikkeling der Belgische nij
verheid, waarvan ook deze tentoonstelling een
beeld geeft. Op het terrein der tentoonstel
ling, dat eene oppervlakte van 70 H.A. be
slaat, zijn j ar dan honderd paleizen, hallen
en paviljoenen gebouwd, die samen eeue op
pervlakte van ruim 130,000 vierk. M. in
nemen.
De minister van openbare werken voorde
namens de regeering het woord Prins Albert
huldigde in zijne rede de weldaden van den
vrede en de ontwikkeling van België en ver
klaarde daarop namens den Koning de ten
toonstelling voor geopend. Een rondgang door
het tentoonstellingterrein, waar nog veel on
afgewerkt is, besloot de jdeehtigheid.
Frankrijk en Duitschland in Marokko.
Ook aan het departement Van buiten
landsche zaken te Parijs wordt ontkend,
dat men iets te maken heeft gehad met
het artikel in de Matin, waarop de gis
teren onder de telegrammen vermelde
nota van Havas betrekking .had. Men ver
zekert, dat er in de diplomatieke betreK-
kingen tusschen Parijs en Berlijn nice
het minst is voorgevallen, wat aanlei
ding kan geven tot een zoo agress.evru toon
als in de Matin werd aangeslagen. De minis
ter-president Rou-ïer, die den dag in Ver
sailles bad doorgebracht en per telegraaf was
onderricht, dat het artikel aan de beurs ee i
daling van de koersen ten gevolge had ge
had, verklaarde, dat voor het artikel in do
Matin alleen het blad zelf verantwoordelijk
kon worden gesteld. Den avond te voren had
Rouvier, na een diner, dat ter zijner eere op
het Duitsche gezantschap gegevc-. werd, zich
met groote voldoening over het uiterst Hoffe
lijke karakter van de officieele betrekkingen
tusschen Duitschland en Frankrijk uitgespro
ken.
De correspondent van de Times re Tanger
deelt mede, dat het Duitsche gezai tschap ai
oaar reeds in November van het vorige jaar
den Franschen gezant er op opmerkzaam heeft
gemaakt, dat de door Frankrijk gesloten
overeenkomsten betreffende Marokko (met
Engeland en met Spanje) aan de Duitsche
regeering niet officieel medegedeeld werden
en dat Duitschland ook niet vooraf geraad
pleegd was; daarom zou de Duitsche politiek
Marokko onafhankelijk van deze overeen
komsten zou worden voortgezet. Daarop was
geen antwoord gekomen.
Zweden.
De rijksdag heeft in eene gemeenschappe
lijke zitting van de beide Kamers met 193
tegen 165 stemmen 4,914,900 kronen toege
staan voor het bouwen van oorlogsschepen.
De minderheid stemde voor het toestaan van
5,420,900 kronen.
Italië en Tripoll.
Het gerucht, dat de Porte aan eene Fran-
sclie maatschappij concessie heeft verleend
voor het bouwen en exploitceren van eene
Frausche haven in Tripoli, verontrust de
openbare meening in Rusland zeer. Het ge
rucht is het eerst verspreid in liet Giornale
cli Lavore publico en het is overgenomen dooi
de Messagero, die ineendie het te kunneu be
vestigen. De belangrijkste avondbladen laten
zich gereserveerd uit over de zaak. Het Gior
nale d'Italia daarentegen constateert, dat de
regeering nog niets heeft tegengesproken, en
laat zich uit Parijs berichten, dat aan den
Quai d'Orsay wordt toegegeven, dat de Sul
tan zich reeds vroeger ten behoeve van de
havenverbetering tot Frausche ingenieurs
heeft gewend. Volgens de Italië moet de Ita
liaansche gezant in Konstantinopel geseind
hebben, dat de iradé betreffende den haven-
bouw nog niet afgekondigd is en dat de af
kondiging nog kan worden verhinderd.
De Temps zegt van dit gerucht, dat men
iii handelskringen zoowel als in diplomatieke
kringen van meening is, dat het bericht ge
heel ongegrond is en van eene vrij doorzich
tige strekking. „Het is dus goed terstond een
einde te maken aan deze poging om misver
stand te zaaien
Deze mededeeling wordt bevestigd door de
Agenzia Stefani, die bericht
De Itilaansche regeering wist niets van het
bericht, dat Turkije aan een buitenlandsche
maatschappij een conctssic voor het gebruik
van de haven van Tripolis had verleend en
moest het daarom als een puur verzinsel be
schouwen. Zij heeft echter nog den Italiaan-
schen gezant ts Konstantinopel opgedragen
bij de Porte om inlidhtingen over deze aan
gelegenheid te vragen. De Porte verklaart nu,
dat het bericht volkomen onjuist is en voegt
er bij dat een daartoe strekkend verzoek niet
eens aan de Turksche regeering is gedaan.
Spanje.
Madrid, 28 April. In een onder voorzitter
schap van den Koning gehouden ministerraad
is de datum, waarop de Cortes hare zittingen
zal hervatten, vastgesteld op den 14. Juni.
Rusland.
Petersburg, 28 April. De onlusten in Ba-
toem worden steeds erger en uiten zich in
eene reeks van moorden en gewelddaden,
waarvan de bedrijvers niet te vinden zijn. De
autoriteiten zijn machteloos.
Montenegro.
De bij het traceeren van de spoorlijn van
Antivari naar het meer van Skutari in
dienst zijnde Italiaansche en Montenegrijn-
sche ingenieurs, ontmoetten aan de grens
een groot aantal gewapende Albaneezen, die
de werkzaamheden wilden beletten. Het es
corte dreef de Albaneezen zonder bloedver
gieten uiteen.
Turkije,
Hodtida, 26 April. Hier is bericht ontvan
gen, dat Sanae in den avond van den 2Oen
aan den imam is overgegeven. De opstande
lingen gaan nu over tot de belegering van
Mcnakka, dat een garnizoen bevat van 5000
man. die echter gedeeltelijk in muitenden
toestand zijn.
Kreta.
Kanea28 April. Er heeft een hevig ge
vecht plaats gehad tusschen opstandelingen
en gendarmes in het dorp Voekolics, provin
cie Kissamos. Drie opstandelingen werden ge
dood, zes gewondeen gendarme werd ge
wond. Later 9tak de bevolking van het dorp
het politiebureau in brand. Veertien gendar
mes worden vermist; do boeren in de buurt
vatten de wapenen op.
Marokko.
Lowbher, de Engelsche gezant in Marokko,
zal binnen drie weken ziime geloofsbrieven te
Fez gaan overhandigen.
Tanger, 28 April. Benige officieren zullen
den Britsehen gezant in Marokko, den heer
Lowther, bij zijn vertrek over drie weken
naar Fez, vergezellen.
Over de laatste onlusten in Marokko wor
den uit Tanger de volgende bijzonderheden
berichtDe Kabylen in den omtrek van Ca
sablanca. omsingelden de stad en verlangden
van den gouverneur de uitlevering van zes
gevangenen en eene som gelds, ondier bedrei
ging met geweld, wanneetr de gouverneur
hieraan geen gevolg mocht willen geven. De
bewoners en de vreemdelingen geraakten in
groote ontsteltenis. De consuls hielden eene
bijeenkomst in het Engelsche consulaat en
stelden zich later met den gouverneur in
verbinding Deze wist de Kabylen te kal-
meeren, door hun geld te geven en een brief
aan den Sultan te schrijven, waarin hij den
raad gaf de gevangenen vrij te laten.
De Gil Bias bericht de bevrijding van den
markies de Segonzac, die in de gevangenschap
van Marokkaansche roovers was geraakt.
Vereen led. Staten,
De wetgevende vergadering van den staat
New-York heeft het wetsontwerp betreffende
de exploitatie van den Niagarawaterval voor
nijverheidsdoeleinden verworpen.
Zuid-Afrika
Uit de nieuwe grondwet van Transvaal
worden nog de volgende bijzonderheden mede
gedeeld: De beslissing over bezwaren tegen
de kiezerslijsten berust bij de rechtbanken.
De candidaten zijn verplicht ter bestrij
ding der verkieczingskosten 100 pond sterling
te deponeeren; de kanselier van de kolonie
verdeelt de kosten gelijkmatig over alle
candidaten
de leden van den wetgevenden raad krijgen
2 pond sterling vergoeding voor eiken dag
dat zij een vergadering bijwonen, tot een
maximum van 200 pond per jaar;
de vergadering zal te Pretoria worden ge
houden';
de plaatsvervangende gouverneur kan zioh
als voorzitter van den Wetgevexfden Raad
in deze betrekking doen vervangen
wetten betreffende uitgaven of belastingen
moeten door den gouverneur worden inge
diend
de Wetgevende Raad kan ten allen tijde
en moet na vier jaren door den gouverneur
werden ontbonden;
de leden moeten, voor hunno toelating een
korten eed van trouw jegens den Koning
afleggen
de wetten worden in den regel door den
gouverneur in den naam des Konings ten
uitvoer gelegd;
de gouverneur heeft het recht na de aan
neming van eene wet veranderingen te
eischen
als hij de invoering van een wet tot na de
51 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
Dteze in goed Duitsch gesproken woorden
ontrukten Kurt Mellow: op t onverwachtst
aan zijn mijm-ring en noodzaakten hem de
Oogen op te slaan om het eerlijke gezicht van
Friedrieh voor zich te vinden.
„Zoo, Friedrieh, ben jij hier?"
„Om u te dienen, mijlnhcerIk ben hier
met mijn, hoogheid en met mijn hij bleef
steken en verbeterde den zin door te zeggen
„en is de graaf ook nier gekomen? Ik kan
mijnheer niet zeggen, hoe igoed het mij doet,
mijnheer weer eens te zién. al gelooft mijn-
hei het dan misschien niet."
„Nu, ieder is op stuk. van zaken zichzelf het
maast en ik ben niet boos op je, omdat je ge
kozen hebt, wat je het beste leek en hoe
maak je 't nu al zoo? Split het je nog niet,
dat Gusta je liever was dan ik"
Friedrieh draaide zijn hoed verlegen om.
„Vergeef 't mij mijnheer, maar al zal ik
mijnheer ook nooit kunnen vergeten, ik
moet eerlijk getuigen, dat Gusta mij nog
geen enkele maal reden tot ontevredenheid
heeft gegeven.
„Komaan Je bent. dus goed geborgen f'
„Om u te dienen, mijnheer 1 Mijn hoog
heid is altijd zeer genadig en houdt veel van
Gusta en naar ik geloof, als mijnheer 't
niet kwalijk neemt, van mij ook wel een
beetje
„Nu, dat's bestHet doet mij pleizier, dat
het je góed gaat."
Kurt Mellow vervolgde zijn weg en Frie
drieh zag hem half opgetogen, half ontevre
den na.
„Toch een echt, een knap .heerschap,"
mompelde hij, „en een goed meester kan hij
ook zijn, als hij wil, maar hij heeft zijn
nukken, ja, die heeft-iel'
Op den namiddag van dien zelfden dag
stemde de prinses, wel met een zudht van
berusting, maar toch zonder eon;ge tegen
spraak, er in toe om deel te nemen aan een
corso tocht op den Pincdo. Tusschen haar en
tante Anna werd voor die gelegenheid vrij
wel dezelfde scène afgespeeld als tusschen
Kurt Mellow en zijn moeder. Bleiden namen
genoegen in den rijtoer om een oude dauio
ter willo te zijn en beiden gevoelden zich'
«enigermate verlicht, dat zij de verantwoor
delijkheid voor do kans vau 't wederzien op
andere schouders konden laden.
Zoo kwam het, dat tegen zonsondergang
terwijl dc militaire muzek op den Pincio
speelde en lange rijen rijtuigen zich op den
prac'htigen, steeds langzaam rijzenden weg
voortbewogen om dan voor 't raeerendeel
halt te houden op het terras, waar men zoo
goed kon luisteren naar de muziek en tevens
als. in een salon, van rijtuig tot rijtuig zoo
heerlijk oen praatje kon aankuoopen, zoo
kwiaou het, dat op de hoogte van den Pincio
de equipage van Kurt Mellow en d:e van de
prinses Mascba op een gegeven oogenolik
vlak naast elkaar stonden.
Kurt. Mellow boog zich juist voorover om
de pla d, die van de knieën zijner moeder
was afgegleden, weer "oed te leggen, toen zij
hem op half gedempten toon toevoegde
„Welk een allerliefst gezichtje hebben wij
hiernaast ons! Let eens op die jonge dame
met dat witte hoedje! Is 'tgeen beeld?"
Zoo was 't gebeurd. Nu had het wederzien
5, maar zoowel Kurt Mellow als Masdha
towska waren daaraan immers volko
men onschuldig geweest 1
Gravin MelloW was verrukt over het feit,
dat haar zoon de dames kende, en tante
Anna was eveneens verrukt, dat haar zulk
een ongezochte gelegenheid was aangeboden
om de gravin te leoren kennen.
Kurt Mellow en de prinses wisselden
enkele woorden niet veel meer dan aller-
daagsche opmerkingen werden van het eene
rijtuig naai- het andere gemaakt en toch
scheen het samenzijn iets zeer bekoorlijks te
'hebben, want de boide rijtuigen stonden nog
altijd op dezelfde plek, toen de muziek reeds
was afgeloopen.
Toen men eindelijk huiswaarts reed, had
tante Anna de zelfvoldoening met de hand
op het hart te kunnen zeggen„Die gravin
Mellow is wel zoo lief en innemend, als ik 't
verwacht heb! Je zult mij gewonnen moeten
geven, Mascba, dat onze kring van goede
kennissen door haar op een alleraangenaam
ste wijze wordt uitgebreid."
Masoha antwoordde slechts met een vluch
tig. „O zeker!" en bewaarde daarop het
stilzwijgen.
Gelijktijdig zeide dc gravin tot haar
zoon„Welk een prachtig schepseltje is die
prinsesEu daarbij zoo meisjesachtig lief,
oen zeer sympathiek persoontje 1 Hoe
vreemd, dat je mij nooit met een enkel
woord van haar hebt gesproken, Kuit, daar
je haar toob te Berlijn hebt gekend."
Kuit vond de vraag, die in de opmerking
zijner moeder gelegen was; lastig genoeg te
beantwoorden.
„Och, ik heb te Berlijn zooveel kennissen
gemaakt," zeide hij, „en bovendien ben ik
nooit bi;; mevrouw Von Hollede aan huis
geweest.'
„Hoe komt de prinses aan haar Poolschen
naam? Ze zoet er zoo geheel Duitsch uit,"
meende de gravin, wier nog altijd levendige
geest zich steeds door jeugd en schoonheid
als door een lieve herinnering voelde aange
trokken.
„Haar moeder was oen Duitsohe, maar
haar vader een Pool of eigenlijk een Rus;
ze heeft Slavisch bloed."
De gravin zweeg. Haar zoon had de vier
laatste woorden uitgesproken in een bepaald
afkeurenden zin, gelijk men dat van een ge
brek of fout doet.
„Kurt, Kurt, wat bestaat er tusschen u
en dat mooie meisje?" dacht zij. „Die twee
staan met elkander op een meer of minder
vijandigen voet, dan wel, zeZij sloeg
ter sluiks een onderzoekenden blik op haar
zoon, maar vroeg nieft verder.
hxxjfdotuk xvni
De gravin von Mellow en tante' Anna had
den vriendschap "gesloten en de prinses en
Kurt Melow droegen, om zoo te zoggen, ge
laten de gevolgen dier vriendschap, n l. een
veelvuldig samenzijn, zonder dat de een of
de ander ook maar een poging deed zich daar
tegen te verzetten of zich daaraan te onttrek
ken. Maar hoe drukker de conversatie werd,
'des te ijveriger legde de prinses zich op het
schilderen toe en des te vriendelijker en har
telijker werd zijl tegenover Egbert Remmert.
Het had er allen schijn van, of zij' tegen Kurt
Mellow's invloed voor zichzelf een tegenwicht,
zochtwant dat hij, in spijt van haar lijdelijk
verzet, inderdaad eenigen invloed op haar uit
oefende, was een feit, dat zij zelfs niet poogde
te loochenen. Zij' begreep de stille bede om
vergiffenis voor zijn dwaling te Berlijn, die
gelegen was in de zachte gereserveerde hou
ding, vol van achting, die hij tegenover haar
steeds aannam, volkomen goed, en die stille
bede beviel haar beter dan iedere andere po
ging tot verzoening het bad kunnen doen.
Hier was hum omgaug van geheel anderen
aard dan te Berlijn Men maakte gemeen
schappelijke tochtjes, bezichtigde ruïnes en
kunstverzamelingen en vond daarbij meer ge
legenheid om persoonlijke inzichten en oor
deelvellingen uit te spreken en in 't alge
meen, om een meer ernsfcigen toon aan te
slaan.
De prinses had veel gelezenhaar leven
dige geest, vatte spoedig alles wat zi; zag of
hoorde en zij was or aan gewoon geraakt, dat
haar meening steeds als do juiste erkend en
bewonderd werd; maar Kurt Mellow, even
min misdeeld van geest, had veel meer gele
genheid gehad zijn opmerkingsgave te scher
pen, zoodat zij. in hem eigenlijk voor 'teerst
iemand leerde kennen met een ruimen blik,
wiens oordeel dikwijls Lijnrecht tegenover haar
meening stond en van wien zij bij rustig nar
denken moest erkennen, dat hij veelal gelijk
Wordt vervolgd.