f°. 296. Eerste Blad. a" Jaargang. Zaterdag 29 April 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. RSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per, S maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm* Telephoonnammer 66. PRIJ8 DBB AJ>VEBTEBCLÉN ▼u 1—rapli Elk» regel meer Groote letters j» «ra»-*- in- Voor buill en twdrflfbeetua TOêfJerftf. bep^tnp.: het herhaald advertéèrep in dH Blad bjj abonnemeha circulaire, bevattende de ioonraardén, werdFop aaaffs toegesondea. Politiek Overzicht De samenkomst te Venetië. De minister van buitenlandsche zaken van )oste»rijk-Hongarije, graaf Goluchowski, cojnt heden te Venetië om een bezoek te jrengen aan zijn ambtgenoot n Italië, den leer Tittoni. In April van hat vorige jaar jezooht de heer Tittoni te Abbazia graaf ïoluchowskideze reis van den Oostenrijk ehen staatsman dient dus tot het brengen ran een tegenbezoek. Maar men wil er toch Dog iets meer in zien dan enkel eene daad van beleefdheid tusschen de voor het buiten- laudsch b leid verantwoordelijke bewindslie den van de twee naburige en verbonden staten. Wanneer men een gerucht mag gelooven, dat de correspondent van de Temps te Wee- nen vermeldt, dan zou de Duitsche Keizer itoen hij onlangs te Napels was dit bezoek hebben uitgelokt met bet doel daardoor mis verstand uit den weg te ruimen, dait tusschen de beide landen bestaat en dat, als het bleef voortwoekeren, den driebond zou kunnen schaden. De bestaande boudgenoatschappe- lijke verhouding kan j.amelijk het feit niet te niet doen, dat in verschillende interna tionale 'kwestdën de belangen van Italië en die van Oostenrijk uiteen loopen. Zoo op het Balkan-schiereiland, waar t i aanspraken van Italië op Albanië als domei.:, waar zijin in vloed overheerscliend moet zijin, ingaan tegen het streven van Oostenriik-Hongarije. Onder die omstandigheden kan eene ontmoeting tusschen de twee ministers, die de buiten landsche politiek van de beide landen bestu ren, oen gunatigen invloed uitoefenen om op den voorgrond te brengen de belangen, die de beide landen gemeen hebben en waarvoor zij bij elkaar steun kunnen vinden. De pers te Weenen heeft het plan tot deze reis met veel symjpathibegroet en den Oos- tenrijkschen minister hare beste wenschen mee op reis gegeven. De persstemmen uit Rome hebben hierop een weerklank gegeven. Over het doel van de reis deelt vde Neue Freie Press© mede. dat in de diplomatieke kringen te Weenen wordt aangenomen, dat, evenmin als in het. vorige jaar te Abbazia, ditmaal te Venetië bijzondere afspraken tus schen de beide bevriende regeeringen zullen worden gemaakt. Ook op den Balkan is niets gebeurd wat bijzondere stappen tot oplossing van de daar bestaande moeielkijheden zou vorderen. De be;de verbonden regeeringen willen aan den status quo onder alle omstan digheden z;en vasthouden, hetgeen trouwens ook de wensch van de overige Europeesche staten is. Natuurlijk zullen in Vc etië de gebeurte nissen aan den Balkan nader besproken wor den. Maar zoo min Oosten rijk-Hongarije als Italië hebben thans de behoefte, voor nieuwe formatiën in de Balkanlanden op te komen. In hun traktaat van bondgenootschap staat geschreven, dat geen staat iets op den Bal kan zal ondernemen, zonder den ander daar van kennis ite geven, en dat zij overigens den status quo in het oosten willen. Door deze bepaling op zich zelf is de weg aangewezen voor de Italiaansche en de Oostenrijksclie po litiek op den Balkan. Wat- Albanië betreft, bestaat er nog eene bijizondere overeenkomst, waardoor de beide Adriatische staten elkaar den status quo aldaar waarborgen. De samen komst te Venetië zal zich binnen de door deze overeenkomsten aangeduide perken hou den, en dit te meer omdat de leden van den driebond in dezen tijd, nu er eon vreeselijke oorlog in Oost-Azië woedt. i;i het. bewustzijn van hunne verantwoordelijkheid alles willen bijdragen om het op d~n Balkan tot geene complicatiën te laten komen. V at Kreta betreft, meenen de vier mo gendheden, die de bescherming van dat eiland op zich genomen hebben, ook daarom eene afwachtende houding tegenover de Helleen- sche neigingen te mogen innemen, omdat vertrouwbare inlichtingen volstrekt niet den indruk geven, dat de beste elementen van Kreta eene inlijving bij Griekenland zonder meer wenschen, maar veeleer eene unie met Griekenland bij handhaving van eene be trekkelijke autonomie van het eiland. Evenals de toestand aan den Balkan, zal ook het groote drama, dat zich afspeelt in de wrateren van Oost-Azië, het onderwerp uitmaken van de besprekingen. Wel kan van eene vredesbemiddeling in een ©enigszins tastbaren vorm voor 't oogenblik geen sprake zijn. Daarmede is echter volstrekt niet ge zegd, dat de beide ministers de eventualitei ten van eene bemiddeling in de toekomst op het daartoe geschikte tijdstip niet zou den kunnen overwegen. Zelfs is de mogelijk heid, dat de driebond, die toch eene bij uit stek vreedzame missie in Europa moet heb ben, als zoodanig de vredesbemiddeling in den strijd tusschen Japan en Rusland op zich neemt, volstrekt niet uitgesloten, al is zij ook in een ver verschiet-. In ieder geval moet door de samenkomst van de beide ministers aan alle praatjes over beweerd misverstand tusschen Italië en Oos ten ri jk -II on ga r ij e de grond weggenomen en opnieuw e onwrikbaarheid van de driebond- gedachte bezegeld worden. Het voortbe staan van den driebond is, voor zoover de Italiaansche opvatting in aanmerking komt, volstrekt niet vastgeknoopt aan personen of aan regeeringen, maar boven dezen verheven. Niet eens op den persoon van den Koning van Italië komt het aan. De driebond is zoo danig ingeweven in het belangencomplex van do Italiaansohe politiek, dat het voor hem bijna onverschillig is of Koning Humbert of Koning Victor Emanuel in het Quirinaal resideert. Slechts wanneer het in Italië kwam tot eene geheele omverwerping van het be staande, wanneer bv. de republiek de mo narchie verving, dan zou dit beslissend zijn voor het zijn of niet zijn van den driebond. Daar echter thans de toestand in Italië ge heel geconsolideerd is, staat ook de drie bond onwrikbaar. Dat de militaire credieten, die eerlang van dc Italiaansche Kamer zullen worden ge vraagd, geenszins tegen Oostenrijk gericht zijn, daarvan is men nergens meer overtuigd dan in Oostenrijk zelf. Do regeering van Oos- tenrijk-Hongaxije is o er deze eiscben even weinig verontrust als de Italiaansche regee ring 't geweest is toen de Oostenrijksch-Hon- gaarsche verleden voorjaar met nog veel grooter credietaanvragen zioh tot de de- legatiën wendde. Ook niet-Italiaansclie mili taire autoriteiten zijn van meening, dat de militaire organisatie van Italië, vergeleken met die van de beide verbonden staten, veel to wenschen overlaat, en dat de driebond zelfs zou moeten winnen in militaire sterkte, wanneer de legerorganisatie van Italië, voor zoover zij leemten bevat, wordt aangevuld. Door elkaar opnieuw te .ontmoeten, too- nen de ministers Goluchowski en Tittoni, dat zij volstrekt niet zijn aangegrepen door het wantrouwen, dat zich van tijd tot tijd in de pers van beide landen doet gelden. Dit wantrouwen heeft zioh zelfs bij gelegenheid van de ontmoeting te Napels van Keizer Wil helm en Koning Victor Emanuel geuit in eene kritiek van den feestdronk van den Koning en heeft daaraan eene uitlegging ge geven, alsof de Koning het bondgenootschap met Duitschland anders taxeert dan dat met Oostenrijk-Hongarij e. De ontmoeting van graaf Goluchowski met zijn Italiaanschon ambtgenoot moet, zoo besluit do Neue Freie Presse, aan al dergelijke willekeurige en on gelukkige uitleggingen oen einde maken. België. De internationale tentoonstelling te Luik is gisteren geopend in tegenwoordigheid van prins Albert en zijne gemalin als vertegen woordigers van het koninklijke huis, den kar dinaal-aartsbisschop van Mechelen met de bisschoppen van Geut en van Luik, d^ minis ters on de leden van het corps diplomatique. De voorzitter van het tentoonstellingsbe- stuur, den heer Digneffe, knoopte aan de herinnering aan het 75-jarige bestaan van België als zelfstandige staat een overzicht vast van de ontwikkeling der Belgische nij verheid, waarvan ook deze tentoonstelling een beeld geeft. Op het terrein der tentoonstel ling, dat eene oppervlakte van 70 H.A. be slaat, zijn j ar dan honderd paleizen, hallen en paviljoenen gebouwd, die samen eeue op pervlakte van ruim 130,000 vierk. M. in nemen. De minister van openbare werken voorde namens de regeering het woord Prins Albert huldigde in zijne rede de weldaden van den vrede en de ontwikkeling van België en ver klaarde daarop namens den Koning de ten toonstelling voor geopend. Een rondgang door het tentoonstellingterrein, waar nog veel on afgewerkt is, besloot de jdeehtigheid. Frankrijk en Duitschland in Marokko. Ook aan het departement Van buiten landsche zaken te Parijs wordt ontkend, dat men iets te maken heeft gehad met het artikel in de Matin, waarop de gis teren onder de telegrammen vermelde nota van Havas betrekking .had. Men ver zekert, dat er in de diplomatieke betreK- kingen tusschen Parijs en Berlijn nice het minst is voorgevallen, wat aanlei ding kan geven tot een zoo agress.evru toon als in de Matin werd aangeslagen. De minis ter-president Rou-ïer, die den dag in Ver sailles bad doorgebracht en per telegraaf was onderricht, dat het artikel aan de beurs ee i daling van de koersen ten gevolge had ge had, verklaarde, dat voor het artikel in do Matin alleen het blad zelf verantwoordelijk kon worden gesteld. Den avond te voren had Rouvier, na een diner, dat ter zijner eere op het Duitsche gezantschap gegevc-. werd, zich met groote voldoening over het uiterst Hoffe lijke karakter van de officieele betrekkingen tusschen Duitschland en Frankrijk uitgespro ken. De correspondent van de Times re Tanger deelt mede, dat het Duitsche gezai tschap ai oaar reeds in November van het vorige jaar den Franschen gezant er op opmerkzaam heeft gemaakt, dat de door Frankrijk gesloten overeenkomsten betreffende Marokko (met Engeland en met Spanje) aan de Duitsche regeering niet officieel medegedeeld werden en dat Duitschland ook niet vooraf geraad pleegd was; daarom zou de Duitsche politiek Marokko onafhankelijk van deze overeen komsten zou worden voortgezet. Daarop was geen antwoord gekomen. Zweden. De rijksdag heeft in eene gemeenschappe lijke zitting van de beide Kamers met 193 tegen 165 stemmen 4,914,900 kronen toege staan voor het bouwen van oorlogsschepen. De minderheid stemde voor het toestaan van 5,420,900 kronen. Italië en Tripoll. Het gerucht, dat de Porte aan eene Fran- sclie maatschappij concessie heeft verleend voor het bouwen en exploitceren van eene Frausche haven in Tripoli, verontrust de openbare meening in Rusland zeer. Het ge rucht is het eerst verspreid in liet Giornale cli Lavore publico en het is overgenomen dooi de Messagero, die ineendie het te kunneu be vestigen. De belangrijkste avondbladen laten zich gereserveerd uit over de zaak. Het Gior nale d'Italia daarentegen constateert, dat de regeering nog niets heeft tegengesproken, en laat zich uit Parijs berichten, dat aan den Quai d'Orsay wordt toegegeven, dat de Sul tan zich reeds vroeger ten behoeve van de havenverbetering tot Frausche ingenieurs heeft gewend. Volgens de Italië moet de Ita liaansche gezant in Konstantinopel geseind hebben, dat de iradé betreffende den haven- bouw nog niet afgekondigd is en dat de af kondiging nog kan worden verhinderd. De Temps zegt van dit gerucht, dat men iii handelskringen zoowel als in diplomatieke kringen van meening is, dat het bericht ge heel ongegrond is en van eene vrij doorzich tige strekking. „Het is dus goed terstond een einde te maken aan deze poging om misver stand te zaaien Deze mededeeling wordt bevestigd door de Agenzia Stefani, die bericht De Itilaansche regeering wist niets van het bericht, dat Turkije aan een buitenlandsche maatschappij een conctssic voor het gebruik van de haven van Tripolis had verleend en moest het daarom als een puur verzinsel be schouwen. Zij heeft echter nog den Italiaan- schen gezant ts Konstantinopel opgedragen bij de Porte om inlidhtingen over deze aan gelegenheid te vragen. De Porte verklaart nu, dat het bericht volkomen onjuist is en voegt er bij dat een daartoe strekkend verzoek niet eens aan de Turksche regeering is gedaan. Spanje. Madrid, 28 April. In een onder voorzitter schap van den Koning gehouden ministerraad is de datum, waarop de Cortes hare zittingen zal hervatten, vastgesteld op den 14. Juni. Rusland. Petersburg, 28 April. De onlusten in Ba- toem worden steeds erger en uiten zich in eene reeks van moorden en gewelddaden, waarvan de bedrijvers niet te vinden zijn. De autoriteiten zijn machteloos. Montenegro. De bij het traceeren van de spoorlijn van Antivari naar het meer van Skutari in dienst zijnde Italiaansche en Montenegrijn- sche ingenieurs, ontmoetten aan de grens een groot aantal gewapende Albaneezen, die de werkzaamheden wilden beletten. Het es corte dreef de Albaneezen zonder bloedver gieten uiteen. Turkije, Hodtida, 26 April. Hier is bericht ontvan gen, dat Sanae in den avond van den 2Oen aan den imam is overgegeven. De opstande lingen gaan nu over tot de belegering van Mcnakka, dat een garnizoen bevat van 5000 man. die echter gedeeltelijk in muitenden toestand zijn. Kreta. Kanea28 April. Er heeft een hevig ge vecht plaats gehad tusschen opstandelingen en gendarmes in het dorp Voekolics, provin cie Kissamos. Drie opstandelingen werden ge dood, zes gewondeen gendarme werd ge wond. Later 9tak de bevolking van het dorp het politiebureau in brand. Veertien gendar mes worden vermist; do boeren in de buurt vatten de wapenen op. Marokko. Lowbher, de Engelsche gezant in Marokko, zal binnen drie weken ziime geloofsbrieven te Fez gaan overhandigen. Tanger, 28 April. Benige officieren zullen den Britsehen gezant in Marokko, den heer Lowther, bij zijn vertrek over drie weken naar Fez, vergezellen. Over de laatste onlusten in Marokko wor den uit Tanger de volgende bijzonderheden berichtDe Kabylen in den omtrek van Ca sablanca. omsingelden de stad en verlangden van den gouverneur de uitlevering van zes gevangenen en eene som gelds, ondier bedrei ging met geweld, wanneetr de gouverneur hieraan geen gevolg mocht willen geven. De bewoners en de vreemdelingen geraakten in groote ontsteltenis. De consuls hielden eene bijeenkomst in het Engelsche consulaat en stelden zich later met den gouverneur in verbinding Deze wist de Kabylen te kal- meeren, door hun geld te geven en een brief aan den Sultan te schrijven, waarin hij den raad gaf de gevangenen vrij te laten. De Gil Bias bericht de bevrijding van den markies de Segonzac, die in de gevangenschap van Marokkaansche roovers was geraakt. Vereen led. Staten, De wetgevende vergadering van den staat New-York heeft het wetsontwerp betreffende de exploitatie van den Niagarawaterval voor nijverheidsdoeleinden verworpen. Zuid-Afrika Uit de nieuwe grondwet van Transvaal worden nog de volgende bijzonderheden mede gedeeld: De beslissing over bezwaren tegen de kiezerslijsten berust bij de rechtbanken. De candidaten zijn verplicht ter bestrij ding der verkieczingskosten 100 pond sterling te deponeeren; de kanselier van de kolonie verdeelt de kosten gelijkmatig over alle candidaten de leden van den wetgevenden raad krijgen 2 pond sterling vergoeding voor eiken dag dat zij een vergadering bijwonen, tot een maximum van 200 pond per jaar; de vergadering zal te Pretoria worden ge houden'; de plaatsvervangende gouverneur kan zioh als voorzitter van den Wetgevexfden Raad in deze betrekking doen vervangen wetten betreffende uitgaven of belastingen moeten door den gouverneur worden inge diend de Wetgevende Raad kan ten allen tijde en moet na vier jaren door den gouverneur werden ontbonden; de leden moeten, voor hunno toelating een korten eed van trouw jegens den Koning afleggen de wetten worden in den regel door den gouverneur in den naam des Konings ten uitvoer gelegd; de gouverneur heeft het recht na de aan neming van eene wet veranderingen te eischen als hij de invoering van een wet tot na de 51 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. Dteze in goed Duitsch gesproken woorden ontrukten Kurt Mellow: op t onverwachtst aan zijn mijm-ring en noodzaakten hem de Oogen op te slaan om het eerlijke gezicht van Friedrieh voor zich te vinden. „Zoo, Friedrieh, ben jij hier?" „Om u te dienen, mijlnhcerIk ben hier met mijn, hoogheid en met mijn hij bleef steken en verbeterde den zin door te zeggen „en is de graaf ook nier gekomen? Ik kan mijnheer niet zeggen, hoe igoed het mij doet, mijnheer weer eens te zién. al gelooft mijn- hei het dan misschien niet." „Nu, ieder is op stuk. van zaken zichzelf het maast en ik ben niet boos op je, omdat je ge kozen hebt, wat je het beste leek en hoe maak je 't nu al zoo? Split het je nog niet, dat Gusta je liever was dan ik" Friedrieh draaide zijn hoed verlegen om. „Vergeef 't mij mijnheer, maar al zal ik mijnheer ook nooit kunnen vergeten, ik moet eerlijk getuigen, dat Gusta mij nog geen enkele maal reden tot ontevredenheid heeft gegeven. „Komaan Je bent. dus goed geborgen f' „Om u te dienen, mijnheer 1 Mijn hoog heid is altijd zeer genadig en houdt veel van Gusta en naar ik geloof, als mijnheer 't niet kwalijk neemt, van mij ook wel een beetje „Nu, dat's bestHet doet mij pleizier, dat het je góed gaat." Kurt Mellow vervolgde zijn weg en Frie drieh zag hem half opgetogen, half ontevre den na. „Toch een echt, een knap .heerschap," mompelde hij, „en een goed meester kan hij ook zijn, als hij wil, maar hij heeft zijn nukken, ja, die heeft-iel' Op den namiddag van dien zelfden dag stemde de prinses, wel met een zudht van berusting, maar toch zonder eon;ge tegen spraak, er in toe om deel te nemen aan een corso tocht op den Pincdo. Tusschen haar en tante Anna werd voor die gelegenheid vrij wel dezelfde scène afgespeeld als tusschen Kurt Mellow en zijn moeder. Bleiden namen genoegen in den rijtoer om een oude dauio ter willo te zijn en beiden gevoelden zich' «enigermate verlicht, dat zij de verantwoor delijkheid voor do kans vau 't wederzien op andere schouders konden laden. Zoo kwam het, dat tegen zonsondergang terwijl dc militaire muzek op den Pincio speelde en lange rijen rijtuigen zich op den prac'htigen, steeds langzaam rijzenden weg voortbewogen om dan voor 't raeerendeel halt te houden op het terras, waar men zoo goed kon luisteren naar de muziek en tevens als. in een salon, van rijtuig tot rijtuig zoo heerlijk oen praatje kon aankuoopen, zoo kwiaou het, dat op de hoogte van den Pincio de equipage van Kurt Mellow en d:e van de prinses Mascba op een gegeven oogenolik vlak naast elkaar stonden. Kurt. Mellow boog zich juist voorover om de pla d, die van de knieën zijner moeder was afgegleden, weer "oed te leggen, toen zij hem op half gedempten toon toevoegde „Welk een allerliefst gezichtje hebben wij hiernaast ons! Let eens op die jonge dame met dat witte hoedje! Is 'tgeen beeld?" Zoo was 't gebeurd. Nu had het wederzien 5, maar zoowel Kurt Mellow als Masdha towska waren daaraan immers volko men onschuldig geweest 1 Gravin MelloW was verrukt over het feit, dat haar zoon de dames kende, en tante Anna was eveneens verrukt, dat haar zulk een ongezochte gelegenheid was aangeboden om de gravin te leoren kennen. Kurt Mellow en de prinses wisselden enkele woorden niet veel meer dan aller- daagsche opmerkingen werden van het eene rijtuig naai- het andere gemaakt en toch scheen het samenzijn iets zeer bekoorlijks te 'hebben, want de boide rijtuigen stonden nog altijd op dezelfde plek, toen de muziek reeds was afgeloopen. Toen men eindelijk huiswaarts reed, had tante Anna de zelfvoldoening met de hand op het hart te kunnen zeggen„Die gravin Mellow is wel zoo lief en innemend, als ik 't verwacht heb! Je zult mij gewonnen moeten geven, Mascba, dat onze kring van goede kennissen door haar op een alleraangenaam ste wijze wordt uitgebreid." Masoha antwoordde slechts met een vluch tig. „O zeker!" en bewaarde daarop het stilzwijgen. Gelijktijdig zeide dc gravin tot haar zoon„Welk een prachtig schepseltje is die prinsesEu daarbij zoo meisjesachtig lief, oen zeer sympathiek persoontje 1 Hoe vreemd, dat je mij nooit met een enkel woord van haar hebt gesproken, Kuit, daar je haar toob te Berlijn hebt gekend." Kuit vond de vraag, die in de opmerking zijner moeder gelegen was; lastig genoeg te beantwoorden. „Och, ik heb te Berlijn zooveel kennissen gemaakt," zeide hij, „en bovendien ben ik nooit bi;; mevrouw Von Hollede aan huis geweest.' „Hoe komt de prinses aan haar Poolschen naam? Ze zoet er zoo geheel Duitsch uit," meende de gravin, wier nog altijd levendige geest zich steeds door jeugd en schoonheid als door een lieve herinnering voelde aange trokken. „Haar moeder was oen Duitsohe, maar haar vader een Pool of eigenlijk een Rus; ze heeft Slavisch bloed." De gravin zweeg. Haar zoon had de vier laatste woorden uitgesproken in een bepaald afkeurenden zin, gelijk men dat van een ge brek of fout doet. „Kurt, Kurt, wat bestaat er tusschen u en dat mooie meisje?" dacht zij. „Die twee staan met elkander op een meer of minder vijandigen voet, dan wel, zeZij sloeg ter sluiks een onderzoekenden blik op haar zoon, maar vroeg nieft verder. hxxjfdotuk xvni De gravin von Mellow en tante' Anna had den vriendschap "gesloten en de prinses en Kurt Melow droegen, om zoo te zoggen, ge laten de gevolgen dier vriendschap, n l. een veelvuldig samenzijn, zonder dat de een of de ander ook maar een poging deed zich daar tegen te verzetten of zich daaraan te onttrek ken. Maar hoe drukker de conversatie werd, 'des te ijveriger legde de prinses zich op het schilderen toe en des te vriendelijker en har telijker werd zijl tegenover Egbert Remmert. Het had er allen schijn van, of zij' tegen Kurt Mellow's invloed voor zichzelf een tegenwicht, zochtwant dat hij, in spijt van haar lijdelijk verzet, inderdaad eenigen invloed op haar uit oefende, was een feit, dat zij zelfs niet poogde te loochenen. Zij' begreep de stille bede om vergiffenis voor zijn dwaling te Berlijn, die gelegen was in de zachte gereserveerde hou ding, vol van achting, die hij tegenover haar steeds aannam, volkomen goed, en die stille bede beviel haar beter dan iedere andere po ging tot verzoening het bad kunnen doen. Hier was hum omgaug van geheel anderen aard dan te Berlijn Men maakte gemeen schappelijke tochtjes, bezichtigde ruïnes en kunstverzamelingen en vond daarbij meer ge legenheid om persoonlijke inzichten en oor deelvellingen uit te spreken en in 't alge meen, om een meer ernsfcigen toon aan te slaan. De prinses had veel gelezenhaar leven dige geest, vatte spoedig alles wat zi; zag of hoorde en zij was or aan gewoon geraakt, dat haar meening steeds als do juiste erkend en bewonderd werd; maar Kurt Mellow, even min misdeeld van geest, had veel meer gele genheid gehad zijn opmerkingsgave te scher pen, zoodat zij. in hem eigenlijk voor 'teerst iemand leerde kennen met een ruimen blik, wiens oordeel dikwijls Lijnrecht tegenover haar meening stond en van wien zij bij rustig nar denken moest erkennen, dat hij veelal gelijk Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1