304,
Maandag 8 Mei 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
ïfde Jaargang.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
f 0.75.
- 0.15.
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Oe soheiding van Kerk en Staat
in Frankrijk.
Wanneer de Fransche Kamer den 15en Mei,
ma het einde van hare Paaachvacantie, den
arbe'd hervat en voortgaat met de behande
ling van het wetsontwerp tot regeling van de
scheid'ng van Kerk en Staat, dan heeft zij
het voornaamste werk, dat daaraan is te
doen, reeds achter den rug. De grondslag is
gelegd in de vier artikelen, die reeds rijin
aangenomen. Daarvan werd het vierde arti
kel aangenomen met 509 tegen 44 stemmen,
welke uitslag door den afgevaardigde Jaurès
werd begroet met den uitroep,,De scheiding
is voltrokken*'.
Dit artikel, dat Ci belangrijke vraag regelt
der overdracht van de kerkelijke goederen
van de tegenwoordige wettige houders aan de
toekomstige nieuwe kerkelijke vereenigingen,
is in den volgenden vorm aangenomen„Bin
nen een jaar na de afkondiging van deze wet
worden de roerende en onroerende goederen
van de bisschoppelijke tafels, de kerkfabrie
ken, presbyteria!© rad n, kerkeraden en an
dere openbare instellingen van eeredienst
met alle op hein rustende lasten en verpach
tingen. en met het doel van hunne bijzondere
bestemming door de wettige vertegenwoor
digers van deze instellingen overgedragen aan
de vereenigingen, die zich met inachtneming
van de regelen van de algemeen© organisatie
van den eeredienst, waarvan zij de uitoefe
ning willen verzekeren, ingevolge de bepalin
gen van art. 17 voor de uitoefening van dezen
eeredienst in den vroegeren werkkring van
de genoemde instellingen zullen hebben ge
vormd."
Het artikel is in dezen vorm aangenomen
met medewerking van alle partijen. Slechts
een© geringe minderheid, waarin, de beide
uitersten, de onverzoenlijke principieele tegen
standers en eenige ultra-radicale voorstan
ders van de scheiding, elkaar de hand
reikten, heeft ach er tegen verklaard. Men.
heeft dus het in deze zaak, die tot
zoo feilen striiid aanleiding gegeven heeft,
zeer merkwaardige verschijnsel, dat een der
hoofdbepalingen der regeling van den nieuwen
toestand, die de scheiding tot grondslag zal
hebben, is bot stand gekomen met nagenoeg
algemeen© instemming.
Dit resultaat is verkregen door verschil
lende wijzigingen, die net artikel in den loop
van de beraadslagingen heeft ondergaan.
Daarvan is de fcew'chtigste de invoeging van
het laatste gedeelte van het artikel, waarin
wordt bepaald, dat de goederen worden over
gedragen aan vereenigingen die zich zullen
hebben gevormd ..met inachtneming vaan de
regelen van de algemeen© organisatie van den
eeredienst, waarvan zij de uitoefening willen
verzekeren". Dat wil dus zeggen, dat de nieu
we kerkelijke meenten, wanneer zij op hun
deel van de kerkelijke goederen aanspraak
maken, zich niet vrij zullen kunnen vormen,
maar zich hebben te voegen naar de alge-
mee ne regelen van het kerkgenootschap,
waarvan zij tot dusver deel hebben uitge
maakt. Met andere woorden aan de organen
van algemeen bestuur der kerkgenootschap
pen, dus voor de katholieke kerk aan de bis
schoppen, is een waarborg verschaft, dat de
kerkelijke goederen slechts aan zoodanige ver
eenigingen zullen worden overgedragen als zij;
aanwijizen en erkennen als de nieuwe kerke
lijke gemeenten.
Deni geest, die heeft voorgezeten bij het
tot stand brengen van deze nieuwe regeling,
kan men het best leeran kennen uit de rede,
die de rapporteur van de commissie, Arisride
Briand, heeft gehouden kort vóór de stem
ming over art. 4 in de Kamerzitting van
22 April. Daarin merkte hij op, dat liet in
het wezen der zaak slechts eene geldkwestie
was, die werd gesteld, en ging daarna voort:
„Gij hebt de belangen van de katholieke
kerk te regelen, van de kerk niet zooals gij
haar misschien kunt wenschen, maar zooals
zij is. Deze kerk kan morgen veranderen,
maar vandaag heeft zij priesters, bisschoppen
en een paus. Deze woorden doen misschien
de lippen van eenige collega's pijn, maar zij'
beantwoorden daarom toch niet minder aan
de feiten. Deze priesters, deze bisschoppen
en deze paus vormen de hiërarchie, die gij
niet kunt ignoreeren op het oogenblik, waar
op gij de goederen vereffent, die gij aan de
kerk wilt overlaten. Deze goederen bestaan
b.v. uit schenkingen voor missenzij zijn voor
dit doel geschonken en gij wilt ze voor hun
doel behouden. Aan wie zuilen zij komen?
Klaarblijkelijk aan de priesters en de "bis
schoppen, dus aan de katholieke organisatie,
die u bekend is. Ik heb wel gemerkt, dat gij
door eene zekere jurisprudentie van onze bur
gerlijke rechtbanken naast de constitutie van
dkatholieke erk eene andere, nieuwe con
stitutie zoudt willen vormen. Er zou morgen
een pastoor zijn, die door den bisschop is
benoemd, en daarnaast een pastoor, die door
een of ander gerechtshof benoemd is; wij- zou
den een dubbele kerk hebbeneene met pas
toors, van de rechtbanken afhangende en
door hen gewijd, en de andere. Deze geniale
combinatie heeft ons niet overtuigd, en wan
neer, gij voorbeelden wilt nemen, zal het blij
ken. dat gij de logica van uwe voorstellingen
niet tot het einde durft uit te denken. De
priester, die in de parochie zijn geestelijk ambt
uitoefent, heeft zich volkomen vrij onderwor
pen aan de tuohit van de kerk; hij heeft ge
weten welke waarborgen zij hem kon geven
en welke plichten zij hem oplegde. Men heeft
hem niet uitgeleverd, maar hij heeft zich zelf
aan de kerk overgegeven, en zoolang hij in
de katholieke organisatie blijft, waauifc liij
overigens naar zijn goeddunken kan uittre
den. moet hij rich aan hare regelen onder
werpen.... Er ziim in het verleden priesters,
die zich tot de vrijheid ontwikkeld hebben
zij treden uit de organisatie waartoe zij be
hoord hebben, rij gaan weg en verlaten het
huis; gij echter wilt hun het recht geven
de meubelen mee te nemen."
Ten slotte eleveerde de rapporteur het
verwijt van een zijner vrienden, dat zijne
straf was, dat het oe. ^rum en de rechter
zijde hem toejuichten. Daarop antwoordde hij
dit: „Wanmaeer ik hier mijlne meeningen
voordraag, dan bemoei ik mij er niet mee
te weten, wie mij toejuicht. Ik heb den leven.
digen wensch met mijne vrienden in de nauw
ste voeling te blijven. Maar wanneer men
meent, dat onze vrienden in dwaling verkee-
ren, en wanneer men vast overtuigd is zelf in
de waarheid te rijn, dan mag men vooral niet
aarzelen hun de waarhed te zeggen, zelfs op
gevaar af hun te grieven."
De bedoeling van deze woorden is duidelijk.
Men heeft er naar gestreefd voor den over
gang der kerkelijke goederen van den ouden
op den nieuwen toestand een vorm te vinden,
die voor de kerkgenootschappe.i aannemelijk
was. En de stemming over artikel 4 wijst uit,
dat men er m geslaagd is daarvoor eene op
lossing te vinden, die de overgroot© meerder
heid van de Kamer bevredigde. Daarmede is
niet alleen de weg aangewezen om te komen
tot eene vreedzame oplossing van de groote
kwestie der scheiding van Kerk en Staat, die
zoolang eene strijdvraag in Frankrijk is ge
weest, maar tevens een belangrijke stap op
dien weg gezet.
Duitschland.
De Duitsche rijksdag beert deze week van
de Paaschvacantie naar rijn arbeid terug. Hij
zal zich in de eerste plaats hebben te be
moeien met dè wetsontwerpen tot wijziging
van de militaire pensioenwetten en tot her
ziening van de beurswet. Dat is het voor
naamste werk, dat thans op afdoening wacht.
In de najaarszitting, die in October zal be
ginnen, kouien de hervorming van de rijks
financiën en liet vlootontwerp aan die orde.
Frankrijk.
Er hebben geruchten geüoopen, diat het af
treden van den minister van buitenlandsche
zaken Delcassé aanstaande is, hetgeen werd
toegeschreven aan verschillen van meening,
die zouden rijn voorgekomen tusschen hem
en de minister-president Rouvier. Die Temps
spreekt die berichten tegen onder verzeke
ring, dat sedert de heer Delcassé nu veertien
dagen geleden rijn verzoek om ontslag heeft
aangeboden, er niets is voorgekomen wat die
geruchten kan rechtvaardigen. Eergistenen-
morgen heeft de heer Delcassé rich zelfs naar
het ministerie van financiën begeven, waar
hij met den heer Rouvier een lang gesprek
heeft geihad over de buitenlandsche aange-
OostenrijK.
Het huis van afgevaardigden heeft met
groote meerderheid besloten over te gaan tob
de behandeling der artikelen van het tarief
van invoerrechten.
Hongarije.
De uitdrukking, waarvoor de minister
president graaf Tisza zijne getuigen gezon
den heeft aan den afgevaardigde Poszgay,
luidde: „Er behoort werkelijk het geduld
van een Hongajar toe om aan te hooren hoe
onbeschaamd een gevallen minister-president
zich gedraagt." Het is üitusschen niet tot een
duel gekomen.
Ras land.
Moskou, 6 Mei. Aan de hier vergaderde
Zemstwo-vertegenwoordigers is eene Memo
rie vooi gelegd, waarin de volgende maat-e-
gelen als prealabele oisch van vrije verkie
zingen voor de voorgenomen volksvertegen
woordiging worden genoemd: Afarimfiiag
van den kleinen staat van beleg er van
den discretion aire macht van de hoofden
der besturen op het land over de V'-ercu,
voorts vrijheid van vergadering, vrijjheid van
vereeniging, vrijheid van spreken, vrijheid
van de pers.
De voornaamste taak van de eerste verte
genwoordigende vergadering moet rijn het
in 't leven roepen van een rechtstoestand,
de verkondiging dor rechten van de Rus
sische burgers, de uitwerking van eene
grondwet voor de organisatie en defunctiën
van eene wetgevende vergadering. Deze moet
bestaan uit twee Kamers, waarvan eene de
Kaaner der volksvertegenwoordigers is, ge
kozen door alle minstens 21-jarige onbe
sproken mannen, behalve de dienstdoende
soldaten en de politie-agenten, en de an
dere Je Semskaja palata (Kiamer der land
standen) waarin de gouvernements-zemstwos
en de doema's van die belangrijkste steden
vertegenwoordigers kieizen. De verkiezing
van de volksvertegenwoordigers, waarvoor
noch een vermogens- noch een beschaivings-
census kan worden toegelaten, moeten, naar
het territoriale beginsel worden gehouden.
Daartoe moet het rijk verdeeld worden in
kiesdistricten in dier voege, dat ieder dis
trict dooreenge nomen één vertegenwoordiger
kiest voor omstreeks 200,000 inwoners.
Voor de Semskaja palata moeten de gouver
nementen en de groote steden een tot vijf
afgevaardigden kiezen naar mate van het
getal inwoners. Het geheele aantal verte
genwoordigers zou omstreeks 1000 zijn. Die
mandaten moeten drie jaren duren en de
staat moet vergoedingen betalen aan de
volksvertegenwoordigers en de afgevaardig
den.
Bij 't verleenen van de godsdienstige ver
draagzaamheid zijn de geünieerde orthodoxen
over 't hoofd gezienzij hebben niets gie
kregen, hoewel volgens den correspondent
van de Koln. Ztg. te Petersburg openlijk ver
zekerd wordt, dat alle dwangmaatregelen, die
tegen hen genomen rijn, hunne vereeniging
met de orthodoxen niet in de hand gewerkt
hebben. Men voorriet, dat de regeer in g spoe
dig genoopt zal rijn ook deze vraag te rege
len en de geunieerden zal moeten vrijstel
len of zij in den schoot van de orthodoxie
willen blijven of rich openlijk bij de katho
lieke kerk willen aansluiten.
Den 5en Mei werd te Tsjita eene verga
dering van de Lamaiben geopend, op welker
agenda behalve de wensch naai- godsdienstige
vrijheden ook het verlangen staat van maat
regelen tot verbetering van den eoonomischen
toestand.
Warschau, 6 Mei. De Poolsche socialistische
parbii heeft heden een manifest uitgegeven,
dat de werklieden aanspoort naar hun werk
terug te keeren. De tijd is nog niet gekomen
om de revolutie te beginnen. De werklieden
moeten zich echter geduldig voorbereiden op
de eindworsteling voor de vrijheid.
Servfé.
Generaal Groeics ia uit Belgrado naar Get
ting! vertrokken, naar men zegt om een
traktaat van bondgenootschap tusschen Ser
vië en Montenegro te sluiten. Servië zal van
de snelvuronde wapenen, die worden aange
kocht, 10 bergbatterijen en 30,000 repeteer
geweren aan Montenegro afstaan.
Turkije»
De Neuo Freie Presse bericht, dat de op
stand in Yemen zich ernstig schijnt uit te
breiden. De Turksche regeering heeft 50 ba-
tadlons, ter sterkte van 40.000 man, gemobi
liseerd, die per schip naar Yemen vertrek
ken. Verder zal oen gedeelte van de thans in
Macedonië liggende troepen naar Yemen
worden gezonden. Volgens geloofwaardige
berichten werden alle ambtenaren van de ad
ministratie in Yemen door de oproerlingen
vermoord. Te hunner vervanging zal binnen
kort een hervormingscommissie rich naar
Yemen begeven.
Kreta.
Prins George heefit te Kanea de begrafenis
bijgewoond van een gendarme, die te Voeko-
lies doodelijk gewond was. Hij hield eene toe
spraak waarin hii de gewapende macht aan
spoorde, in dezen troebelen tijd haar plicht
te doen, ook al werden hun vaderlands'ieven-
de gevoelens daadbij gekwetst: de tijd zou
komen dat het najtionale streven voldoening
zou vinden.
Ook de Engelsche consul en een afdeeling
van de internationale troepen woonden do
begrafenis bij.
Marokko.
Do Matin hoeft uit Fez, via Tamgear, be
richt ontvangen, dat de regeering van Ma
rokko, de noodzakelijkheid erkennende van
de hervormingen, door den Fraaischen gezant
voorgesteld, deze ten uitvoer zal leggen zoo
dra de Europocsche mogendheden (dus niet
Frankrijk alleen) daartoe gezamenlijk mede
werken.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichten
In het paleis te Zaxskoje Selo heeft de
bevordering van kwookelingen van de mili
taire academiën tot officieren plaats gehad'
en wel, zooaüa de Keizer in zijne toespraak
aan de bevorderden heeft, verklaard, wegens
de zware verliezen aan officieren in Mand-
sjoerije, vier maanden vroeger dan gewoon
lijk- Er werden in 't geheel ruim 1150 ka-
detten tot officieren bevorderd, waarvan
867 bij de infanterie, 148 bij de Kavallerio
en 153 bij de genietroepen werden ingedeeld.
Tokio. 7 Mei. Er wordt bericht, dat Oya-
raa's uiterste redhter- en linkervleugel een
merkbaar eind vooruitgetrokken rijn.
Petersburg, 6 Mei. De Pctersburgsky Iistok
bericht uit eene vertrouwbare militaire bron,
dat generaal Koeropaitkin spoedig zal terug-
keeren naar Rusland, waar hij rich op rijn
landgoed zal terugtrekken. Tot bevelhebber
van het eerste Mandsjoerijsche leger is de
commandeerende generaal van bet vierde
Siberische legerkorps, luitenant-generaal Sa-
roe bajew, bestemd.
Tokio, 7 Mei. Officieel wordt het volgen
de medegedeeldOnze troepen trokken van
Toenghoea in noordelijke richting voor
waarts, verstrooiden de cavalerie van den
vijand en bezetten Koeyatai, 28 mijlen ten
Noorden van Toenghoea.
Maandag trokken onze troepen van Ta-
koemen tot Fenchoea, verstrooiden den
vijand in de buurt van Erhsiaotoen en Ta-
siaotoen, dertog mijlen ten noordoosten van
Takoemen, en bezetten in den avond van
den 4en Papaotoeu.
Hongkong, 6 Mei- Do stoomboot „Tsing-
tau" heeft een-en-twintig schepen van het
Oostzee-eskader ter hoogte van Vanfong
en 14 kruisers ter hoogte van Three Kings
gezien.
Woensdag werd ook een Fransch linieschip
gezien, dat Vanfong verliet.
De correspondent van do Matin te Pe
tersburg bericht, dat men zich daar er wel
©enigszins over begint te verwanderen, dat
de zoo lang aangekondigde en zoo vurig ver
langde vereeniging der beide vloten nog geen
feit is geworden. Maar men troost rich met
de gedachte, dat deze niet lang meer kan uit
blijven; het feit dat Rodjestwensky rijn ver
blijf ter plaatse, waar hij ligt, zoo lang heeft
kunnen rekken, bewijst dat de Japanners liet
plan niet koesteren hem daar op te zoeken
en tot een gevecht te dwingen, maar dat
zij hem zullen opwachten op een van de pun
ten, die hij moet passeeren en dat rij slechts
dan een gevecht zullen trachten to leveren,
wanneer zij geheel en al mot hunne toebe
reidselen gereed rijn.
Tokio, 6 Mei. Vier toorpedobooten uit Wla-
diwostok verschenen gisteren ten westen van
Hokkaido op de hoogte van Soeteoe. Zij be-
56 Jtornan van
MORITZ VON REICHENBACH.
Inmiddels was men de trappen afgedaald
en stond men in het eerste vertrek.
„Nu, graaf, hoe vindt ge dat?" vroeg tante
Anna, op de muurschildering doelend.
„Juist zooals ik vermoed had," antwoordde
Kurt Mellow. „M»n heeft door dat werk be
proefd, het oog omtrent de ruimte van 't ver
trek te misleiden. Ziet ge, een verguld' hek
sluit deze ruimte schijnbaar in en daarachter
heeft men weer een prachtig vergezicht op
een tuin, met een blauwen hemel, een fraai
bosob van masthout, palmen en vrucht-
boomen door elkander, en dat alles omflad-
Serd door een menigte bonte, getrouw naar
de natuur geschilderde vogels. Ik verbeeld!
mij, dat de keizerlijke tuinen er zoo moeten
hebben uitgezien en dat ze den schilder ouder
't werken voor den geest hebben, gestaan."
Hij was er weder geheel bij, en de prinses
daareven nog onaangenaam gestemd, omdat
hij het gesprek op Berlijn had gebracht, er
gerde zich nu bijna, dat hij zoo gemakkelijk
had kunnen afstappen van dat thema om een
nieuwen gedachtenloop te volgen. Het ging
haar, gelijk 'thaar altoos in Kurt Mel low's
gezelschap gingze was onrustig en met rich
zelve in tegenspraak, en daarbij, was 't haar
nog het pijnlijkst, dat rij een zonderlinge en,
gelijk rij 't noemde, een geheel ongemotiveer
de blijdschap gevoelde, wanneer hij: aan hare
rijde was, en dat rij toch steeds wensch te, dat
er aan dit samenzijn spoedig een einde mocht
komen.
Nu, terwijl rij' hem nog in de beschouwing
der muurschilderingen verdiept waande,
stond hij opeens dicht bij; haar en zeide zacht
sprekend
„Ge hebt gelijk om boos op mij te rijn,
prinses, ik weet het en ik meende, dat
men ook stilzwijgend om vergiffenis kon
vragen. Thans rie ik, dat zulk een bede door
u niet Wordt erkend en zoo vraag ik u dan:
Wilt ge mij vergeven? Wilt ge beproeven om
in uw gedachten iets als waardeloos ter zijde
te leggen, dat uw geheugen niet vergeten
kan
'Dat hadi zij niet verwacht. In verwiarring
hield zij 't oog gevestigd op het schilderwerk
vóór haar, maar rij begreep er niets van.
Haar hart bonsde zoo hevig, dat rij slechts
met moeite kon ademhalen en toen was 't
plotseling, of haar een duizeling overviel
een gevoel, dat sterker was dan haar wil,
bracht haar deze woorden op de lippen:
„Ik heb ook iets gedaan, waarmede ik u
heb gekwetst. He heb uw trouwen oppasser,
met wion gij reedis als kind had gespeeld;
overgehaald omi van u vandaan te gaan en
mij te volgen en eerst nu weet ik, welk een
degelijke brave jongen hijl is en hoeveel gij
aan hem zult verloren hebben."
Was de prinses door Kurt Mellow's woor
den'verrast, hij werd het in nog hooger mate
door de hare.
„Prinses," zeide hij met innigheid, „wat
door u werd gedaan, was eigenlijk een daadi
van menschlievendheid, want ik had den
armen Friedrich de keus gestold tusschen
mij en rijn meisje. Ec daarentegen, geloof
het vrij, voel mij zeer schuldig
Mascha was zichzelf weer meester.
„Mijn geheugen is, geloof ik, toch niet
zoo goed, als ik daareven wel heb durven be
weren," 'zeide rij, lachend naar hem opziend.
„Dwalingen vergeet ik gemakkelijk 1"
Hij greep haar hand.
„Zijn we dus verzoend?" vroeg hij.
„Was er dan. een verzoening noodig?"
„De meen van ja
Hij drukte haar hand vast in de zijne, en
terwijl zij daar tegenover elkander stonden,
viel 't hun eensklaps op, dat het zoo stü en
eenzaam in de Livia-villa was geworden en
zij herinnerden zich gelijktijdig, dat rij niet
alleen waren hier gekomen.
„Waar is tante Anna?" vroeg de prinses,
haar hand terugtrekkend.
„En waar is mijn moeder?" voegde Kurt
Mellow er bijl.
De beide dames waren verdwenen en de
gids insgelijks.
Een blos vloog Mascha naai- 5t gelaat, rij1
spoedde zich naar de trap en vloog de tre
den op.
Kurt volgde haar.
Boven gekomen, vonden zij, tante Ahna
en do gravin, die op eenigen afstand van
den ingang der villa pratend bij elkander
stonden.
„Zoo, zijt go daar?" zeido tante Anna,
Masoha lachend aanziende, terwijl de gravin
iets vertelde van het mooie uitzicht, dat men
op dit punt had.
„Waarom zijt ge zoo haastig weggegaan,
mama?" vroeg Kurt Mellow een weinig
norseh, terwijl Masoha haar tante Anna ver
wijtend aanzag.
„Lieve hemel, wij hadden, cr al genoeg
van," antwoordde de gravin met een slim
glimlachje, „en we wilden voor u beiden bij
de aandachtige besohouw;ng dier muurschil
deringen geen spelbreeksters rijn."
O, dat heengaan van de beide andere dar
mes was afgesproken werk geweestKurt
Mellow begreep het even goed als Mascha
maar dat ze van dat heengaan niets hadden
gemerkt, kwam beiden even onbegrijpend
voor.
Doch terwijl Mascha 'beschaamd en in het
diepst van haar hart door die scène ver
schrikt was, kwam het Kurt Mellow voor,
dat de goheole natuur een lachend, feeste
lijk aanz;en had gekregen, nu hij uit de ge
welfde vertrekken van de oude Romeinsehe
keizerin weer naar buiten Was gekomen.
Sedert rijn komst in Rome had hij zich nog
nooit zoo wel en zoo vroolijk gestemd ge
voeld als heden.
Hii zag naar het glimlachend gezicht zijner
moeder en in het hoog blozend gelaat van
Mascha, en hij: verbeelde zich opeens, dat de
zelfs in den winter zoo heldere zonneschijn
van Italië's hemel noodig was geweest, om
te doeu erkennen, dat daar waar zijn fantasie
donkere nevelen had gezien, ook niets anders
was dan de heldere zonnige hemel van een
reine maagdenriei.
Hij wist nu, waarom hij, toen hij getuige
was geweest van 't gesprek tusschen professor
Remmert en zijn neef Egbert, onmiddellijk
had willen afreizen en waarom hij toah ge
bleven was.
Hij wist opeens, dat hij op 't. punt had ge
staan, rijn levensgeluk ten offer te brengen
aan een vooroordeel, en dat thans dat voor
oordeel iu hem was vernietigd.
Hoe blijder evenwel de uitdrukking werd
van rijn gelaat, des te ernstiger werd Mascha.
Zij trok zich iu 't oog loopend terug, en do
geheel veranderde uitdrukking van haar voor
komen trof ten slotte ook den graaf, in spijt
van het jubelend gevoel, dat hem over-
heerschte.
Hij had' zoo gaarne Mascha nog eens al-
leCD willen spreken, doch rij zelve maakte
dat Ondoenlijk, daar rijt, om het samenzijn
met dé Mcllow's te bekorten, hoofdpijn voor
wendde en dadelijk huiswaarts wilde koeren.
Kurt Mellow bleef niets anders over, dan
rijn hoop tc vestigen op den volgenden dag,
als wanneer er oen groot kunstenaarsfeest
zou plaats hebben, waaraan Masoha met
haar tante zouden deelnemen.
HOOFDSTUK XX.
In 't gebouw van den Kunstkring, wtelks
rijk versierde voorpui zich achter de mar-
morgroepen van de Trovi-Foutana verheft,
hecrschtê een gezellige drukte en beweg'ng.
Reeds weken van <o voren hadden de te
Rome vertoevende kunstenaars uit alle oor
den der weield hunne voorbereidselen ge
maakt voor den dag van hedèn en thans
hield equipage na equipage voor den ingang
stil en bracht voorname vreemdelingen en
kijklu9tigerï uit allo kringen bijeen, die hier
hot „Kunstenaarsfeest" wilden komon bij
wonen.
In de artistiek gedecoreerde zalen bewoog
zich een talrijk gezelschap in bonte verschei
denheid. Kennissen zochten en verloren el
kander en vreemden maakten met elkander
kennis.
De verwachte fecstvoorstelling bood ieder
een een dankbaar onderworp voor een to
voeren gesprek aan.
Wordt vervolgd.