3L\ 333. Eerste Blad.
3" Jaargang.
Vrijdag 26 Mei 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
«SFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTEHTIÈN
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement Een»
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks
directe "belastingen enz. te Amsterdam execu
toir verklaard kohier No. 6 van de personeele
belasting over het dienstjaar 1905/1906 aan den
Ontvanger van 'sTijks directe belastingen alhier
is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is
zijnen aanslag op den biji de wet bepaalden voet
te voldoen.
'Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 25. Mei 1905.
De Burgemeeester voornoemd,
YVUUTEERS.
Politiek Overzicht
Bescherming van de mijnwerkers
in Pruleen.
Toen eenige maanden geleden aan de werk
staking in het Westfaalsche steenkolen-
district een einde kwam, is daarop van groo
te n invloed geweest de toezegging, die door
graaf Bülow zelf, als minister-president in
Pruisen, werd gegeven, dat door indiening
van een voorstel tot wijziging van de mijn
wet aan eenige grietven van de mijnwerkers,
waarvan de gegrondheid werd erkend, zou
worden tegemoet gekomen. Aan deze toe-
aegging is voldaan; het beloofde wetsont
werp is ingediend bij den landdag en de
behandeling in heit huis van afgevaardigden
heeft de verschillende voorbereidende stadia
doorloopen. Heden wordt het wetsontwerp
in derdie lezing behandeld, waarbij voor de
zen tak van de wetgevende maolit de beslis
sing over aanneming of verwerping zal val
len.
De kans voor de aanneming schijnt niet
bijzonder gunstig te staan. De meerderheid
van het huis schijnt maar weinig te voelen
voor den gedachtengang, die de regeer in g
heeft geleid bij de samenstelling van dit
wetsontwerp. Zij heeft het bij de beraadsla
gingen in de commissie en bij de behande
ling in de tweede lezing zoodanig veranderd,
dat de oorspronkelijke vorm eir haast niet
uit te 'herkennen is. Zooals het wetsontwerp
daar nu ligt, is het voor de regeering be
paald onaannemelijk, en het is de vraag of
het bij de derde lezing gelukken zal er een
vorm aau te geven, die het voor de regee
ring weder aannemelijk zal maken en waar
mee ook de meerderheid zich zal kunnen
vereenigen.
Een hoofdpunt van verschil wordt ge
vormd door de werklieden-ooimmissiën, die
heit wetsontwerp, zooals het oorspronkelijk
luidde, wil instellen. De regeer"ng verlangt
verplichte, permanente commissiën uit de bij
eene mijn in dienst zijnde werklieden, die
zullen voortkomen uit geheime verkiezingen,
medewerken bij het bestuur van de onder
steuningskassen en de inrichtingen van alge
meen nut, gehoord worden bij regelingen
omtrent de uitvoering van het werk en bij
wijziging van de daaromtrent bestaande be
palingen en die de bevoegdheid zullen heb
ben, wemsdhen, bezwaren en voorstellen van
het personeel ter kennis van den werkgever
te brengen. De oommissie van de Kamer
beeft aan deze oommissiën veel gesnoeid.
Van de verkiezing bij geheime stemming wil
zij niet weten. De bevoegdheid van de oom
missiën wil zij beperken tot zaken, die het
bedrijf en de omstandigheden waaronder het
werk wordt verricht, betreffen. Zij wil ver
ify*'1-
der aan deze commissiën de verplichting ©p-
1 eggen, als geheel en door hunne individueelo
leden er naar te streven, dat de goede ver
standhouding onder het personeel en tus-
schen het personeel en den werkgever niet
wordt gestoord en dat inzonderheid verbre
king van contracten en geweldplegingen
vermeden worden. Speciaal wil zij aan de
commissiën elke pol-'tieke werkzaamheid ver
bieden en zij bedreigt hen wegens plichtsver
zuim met ontbinding en met schorsing, die
tot drie jaren toe zal kunnen duren.
De Kamer is bij de tweede lezing niet tot
een besluit kunnen komen hoe deze arbeiders-
commissiën moeten worden georganiseerd
zij heeft daarom alle voorstellen, die daarover
waren gedaan, verworpen. Dat heeft dit voor
deel, dat nu de gelegenheid bestond om tus
schen de tweede en de derde lezing overleg
te plegen om de verschillende tegenstrijdige
meeningen tot elkaar te brengen. De offi
cieus© Nordd. Allg. Zeitung heeft er op ge
wezen, dat de hoop om tot een vergelijk te
komen, voornamelijk hierop steunt, dat er bij
de derde lezing eene meerderheid zal te vin
den zijn, die genoegen neemt met de verkie
zing der arbeiderscommssiën bij geheime
stemming. Verder schijnt zij wel iets te ver
wachten van den persoonlijken invloed van
graaf Bülow. Die is bij de tweede lezing af
wezig geweest, omdat hij deu Keizer op zijne
reizen heeft moeten vergezellen. Maar bij de
derde lezing, die aan de eindstemming voor
afgaat. zal hij zelf de verdediging voeren van
het wetsontwerp, waarmede hij eene door hem
zelf gedane toezegging heeft ingelost.
Slaagt graaf Bülow daarin niet en gelukt
het hem niet in den landdag van Pruisen
zijn wil door te zetten, dan blijft hem nog
de uitweg over, om 'te beproeven als rijks
kanselier eene regeling van de zaak bij rijks
wet tot stand te brengen. Dit uitzicht wordt
door de Deutsche Aibeitgeber-Zeitung ge
bruiktals een schrikbeeld om de meerderheid
van het huis van afgevaardigden tot toege
vendheid jegens do regeering te verma
nen. Zij schrijft..Komt. er in den landdag
niets tot stand, dan hebben de ondernemers
wel eene oogemblikkelijke overwinning be
haald, doch slechts eene Pyrrhus-overwin
ning, want zij zetten zich door deze overwin
ning schrap itegen de regeering op eene wijze,
die moeielijk is goed te maken, en dringen
haar met geweld naar links. In het andere
geval, bij de aanwezigheid van den ernstigen
wil om zich te verstaan en bij bet slagen
van de pogingen daartoe, waartoe trouwens
de regeering ook het hare zou moeten bijdra
gen, zou de moreele invloed op de regeering.
die zich zeker niet- in een zeer benijdenswaar
dige n toestand bevindt, allicht deze zijn, dait.
voortaan, het zwaartepunt bij de beoordeeling
en de behandeling van de arbeiderskwestic
zich min of meer va.n het rijk naar Pruisen
zou verolaatsen, hetgeen toch zeker de wenseli
van alle werkgevers, diende te zijn. Te be
vorderen. dat er thans in den landdag niets
tot stand komt. zou zijn op kortzichtige en
eigenzinnige, door en door onpolitieke wijze
de mogelijkheid van eene blijvend gunstige
positie voor de Duitsche werkgevers tegen
over het revolutionaire opdringen van de pro.
letariër&massa ten offer te brengen aan eene
blootc schijn-overwinning."
Duitschland.
De Duitsche Keizerin wordt beschouwd als
hersteld van haren val. Bulletins worden niet
meer uitgegeven.
In den Duitschen rijksdag, die in daze
dagen bij uitzondering en nombe is, werd
eergisteren het voorstel gedaan om voor Don
derdag aan de orde te stellen eenige voor
stellen, die uit den boezem van het huis zijn
gedaan met betrekking tot de mijnwetgeving.
Het voorstel ging uit van het centrum en
werd door de linkerzijde gesteundhet had
ten doel een debat over de bescherming der
belangen van de mijnwerkers in den rijksdag
uit te lokken aan den vooravond van de derde
lezing van het wetsontwerp tot wijziging van
de Pruisische mijnwetgeving, die op heden
is bepaald. Men wilde trachten daardoor in
vloed uit te oefenen op de eindstemming, die
aan het slot van de derde lezing in het Prui
sische huis van afgevaardigden over het wets
ontwerp moet plaats hebben. Er stemden 143
voor en 37 tegen het voorstel, dat dus zou
zijp aangenomen, als niet eeni aantal conser
vatieve leden de zaal hadden verlaten eu
daardoor hadden gezorgd, dat de vergadering
onvoltallig werd. zoodat geen geldig besluit
kon worden genomen.
Frankrijk.
Blijkens eene mededeeling uit Parijs, ver
wacht men. dat de debatten over het wets
ontwerp tot regeling van de scheiding van
Kerk en Staat nog een paar weken zullen
duren. Wanneer het wetsontwerp niet voor
den lOen of Hen Juni bij den Senaat mocht
komen, dan zou het niet neer mogelijk zijn
het in den loop van de gewone z'tting in
behandeling te nemen en zou het debat in
h:t Luxembourg niet voor November kunnen
beginnen, laar de Senaat waarschijnlijk ver
anderingen zal brengen in den door de Ka
mer vastgestelden tekst, zou het in dat ge
val niet te voorzien zijn. dat do zaak vóór
het einde van het jaar voor goed beslist zal
zijn. Dan zou het jn werking treden van de
wet uitstel ondergaan tot "a de algemecne
verkiezingen in Mei 1906.
Parijs, 20 Mei. Baron Alphonse Rothschild
is heden morgen om zes uur overleden.
Engeland.
Bij de aankondiging door Sir Henry Camp
bell Bannerman van een motie van afkeuring
itegen de regeering, wegens hare houding in
de fiscale kwestie, toen de heer Campbell
Bannerman m mededeeling had gedaan van
deze motie, stond eerst de oonservatieve afge
vaardigde Hart-Dyke op. De oppositie gaf
door kreten en rumoer te kennen, dat zij den
minister zelf eerst wilde hooren. zoodat de
heer Hart-Dyke groote moeite had om zich
verstaanbaar te maken. Hii verzocht den» eer
sten minister, indien deze de discussie over
de motie van afkeuring aanvaardde, van. den
leider der oppositie verontschuldigingen te
edsohen voor de obstructie van den vorigen
avond en de beleedigingen, die toen tot de
leden der regeering gericht waren. Hierop
volgde een groot rumoer, dat eerst bedaarde
nadat de onder-voorzittter had verklaard, dat
geen beleedigingen waren geuit en de heer
Hart-Dyke zijn woorden had i.igetrokken.
Daarna stond minister Balfour op om te
verklaren, dat hij de discussie aanvaardde,
mits de besprekingen op betamelijke en on
partijdige wijze zouden worden gevoerd.
Londen, 25 Mei. In antwoord op de vraag
van den leider der oppositie Campbell Ban-
nermann, wanneer gelegenheid zou worden
gegeven voor debat over de voorgeleide mo
tie van afkeuring, zeide minister Balfour, dat
Bannerman in gebreke was gebleven, te ant
woorden op de voorwaarde, die de minister
hem den 23en Mei had gesteld. „Ik ben ver
plicht er voor te waken, dat tooueelen, die
ons vernederen, niet herhaald worden." (Toe
juichingen. De oppositie roept: Zij hebben
u vernederd).
Campbell Bannerman verklaarde, dat Het
incident van Maandag te wijten was aan de
schuld van minister Balfour, die van de jtel-
lige parlementaire gewoonte was afgeweken.
Hij weigerde eenigen waarborg te geven
Minister Balfour zeide, dat de regering
zich voorstelde dezelfde gedragslijn ie volgen
tegenover de motio van afkeuring als verle
den Maandag. Nadat nog eenigen tijd met
warmte was gedebatteerd, wees Campbell
Bannerman er op, dat bij de beraadslaging
over de motie van afkeuring de andere minis
ters redelijkerwijze konden spreken voor Bal
four. Er was dus geen reden, dat de leden
den gebruikelijken weg zouden verlaten, ten
zij de heer Balfour hiertoe aanleiding gaf.
Minister Balfour verklaarde daarop, dat,
nu de heer Bannerman, hoezeer in woorden
die van zijn weerzin getuigden, den verlang
den waarborg had gegeven, hij bereid was
den aanstaanden Dinsdag voor de behandeling
van de motie van afkeuring te bestemmen.
Er heerschte groote opgewondenheid in de
vergadering gedurende dit incident. Een zoo
vinnige persoonlijke strijd tusschen den leider
"ii de crpositie en den eersten minister i«
haast zonder voorbeeld.
ItallB.
Rome, 25 Mei. In de Kamer diende de
minister van posterijen en telegraphie Mo-
relli Gualterotti een wetsontwerp in tot
herziening van het posttarief.
De Kamer beraadslaagde over het ont
werp betreffende de financiecle maatregelen
noodig met het oog op de liquidatie der
spoorwegmaatschappijen en de staatsexploi
tatie van spoorwegen. De minister van de
schatkist Carcamo verklaarde, dat hij met
voorzichtigheid gebruik wil maken van de
hem toegestane middelen voor de aflossing
der schuldbrieven van de spoorwegen, en
zette uiteen hoe hij met de spoorwegmaat
schappijen, met emissiehuizen en met de
spaarbank die aan de regeering allen
mogelijken steun verleenen de zaak ge
regeld heeft.
Na eene korte beraadslaging nam de Ka
mer alle artikelen van het ontwerp aan.
Hongarije.
Graaf Andrassy verklaarde betreffende
zijne audiëntie bij den Keizer, dat die niet
tot een resultaat had geleid. Hij h^d den
Keizer het oude programma van Ie opposi
tie voorgelegd, m. r de Keizer had terstond
verklaard „In de militaire kwestie doe ik
geene concessiën.'' Andrassy zeide, dat hij er
niets van kon zeggen, welken vorm do crisis
nu zou aannemen. Hij had den Keizer alleen
het programma van de oppositie moeten voor
leggen de Keizer had dit programma niet
aangenomen, en daarmede was zijne (Andras
sy's) zonding volbracht.
Aan de Frankf. Ztg. wordt uit Budapest
bericht, dat het volkomen mislukken van de
zending van graaf Andrassy in de kringen
der oppositie eene terneerslaande uitwerking
heeft gehad. De coalitie zal in ieder geval
de verdere besluiten uit Weenen afwachten,
voordat zij er toe besluit positie te kiezen.
Men verwacht nu de benoeming van een
cabinet d'affaires, dat den rijksdag, wan
neer hij zich niet tot samenwerking gezind
toont, tot het najaar zou verdagen.
De leider van de oppositie, Kossuth, heeft
een voorstel ingediend, dat ten doel heeft te
besluiten tot de samenstelling van een zelf
standig Hongaarsch tarief van invoerrechten,
waarmee dus de bestaande toestand, waarbij
Oostenrijk en Hongarije te zamen een tolge-
bied vormen, zou ophouden.
Rusltnd.
Het minister-comité heeft bepaald, dat het
Duitsch als onderwijstaal toegelaten wordt in
de bijzondere middelbare scholen, in de Oost
zee-provinciën. Om de rechten, aan het bezit
van het eindexamen-diploma verbonden, te
kunnen uitoefenen, moet echter een aanvul-
lings-examen in het Russisch worden afge
legd.
Petersburg, 25 Mei. Onder voorzitterschap
van den adjunct-minister van financiën
Kutler zijn de beraadslagingen begonnen van
eene commissie, die de kwestie van de in
komstenbelasting moet behandelen. De com
missie, die uit ambtenaren van het ministe
rie van financiën en professoren bestaat,
nam eenstemmig het besluit, dat de invoe
ring van de inkomstenbelasting wenschelijfk
en uitvoerbaar is als aanvulling van de be
staande directe belastingen.
Marokko.
Fez, 25 Mei. Het Duitsche gezantschap
woonde gisteren het Haodia-feest bij. Graaf
Tattenbacli heeft laten weten, da/t Duitsche
financiers gezind zouden zijn eene belangrijke
leening tegen lage rente aan Marokko te
verschaffen.
Vereenlgde staten.
De commissie voor de landverhuizing in de
Vereenigde Staten heeft het plan opgevat, hefc
binnenkomen van vreemdelingen nog meer te
beperken door een belasting van 25 per
hoofd te heffen en een maximum vaat' ite stel
len voor het aantal landverhuizers dat binnen
zeker tijdvak toegelaten wordt. Naar het
schijnt is president Roosevelt reeds voor het
denkbeeld gewonnen, en zal een wetsontwerp
in dien geest aan het Congres voorgelegd
worden.
D« oorlog in Ooti-Azil.
Van den oorlog rijn de volgende beriohtea
Petersburg, 25 Mei. (Petersburgsch tele-
graaf-ageutschap). Generaal Linewitsch meldt
den Czaar in een telegram van gisteren:
Dén 22en vielen onze afdeelingen het dorp
Nautsjentze en de vijandelijke stellingen op
den linkeroever van de Kaohe, ten zuideni
van Sjandaohe aan. Na een hevig geweeis
vuur werd Nautsjentze door de Japanners \er-
laten, die ruim tien dooden en gewonden,
hadden.
Eene Russische afdeelrng viel vervolgens
de Japanners aan in hunne stellingen ten
zuiden van Sjandaohe. De Japanners werden,
uit het voor de stellingen gelegen dorp ver
dreven.
De correspondent van de KöLn. Ztg. Beirut
uit Heiloentsjing, dat het leger van Koeroki
den opmarsch tegen Tasaloe, 60 K.M. ten
noordoosten van Kaijuan, schijnt te rijn be
gonnen. Ook rukt Japansche kavallerie op
naar het noordoosten tegen Takata.
Prins Chilkow, de Russische minister van
openbare werken, die heeft te zorgen voor die
spoorweggemeenschap met het verre oosten
en daarvoor herhaaldelijk naar Mandsjoerije
geweest, is, is thans van zijne laatste reis te
P tersburg terug. Hij heeft, over zijne bevin
dingen in Mandsjoerije, dat hij eec paar
weken geleden verliet, eeuige mededeelingen
gedaan aan den correspondent van de Mar
tin. Gaston Leiroux.
Hij zegt, dat de menschen in. Europa er
69 Roman van
MORITZ VON REICHENBACII.
't Was tante Anna, die bij Mascha haar
troost kwam zoeken en telkens haar oogen
weer moest afdrogen met het kleine fijne
zakdoekje, dat rij nu als een prop in de
hand hield.
D© prinses trad de goede ziel te gemoet.
„Kom," zeide rij, zich naar de deur kee-
rend.
„Wilt ge weggaan, Mascha En die arme,
ongelukkige rouw ligt in een zenuwtoeval!"
„Dan zal het zeker 't verstandigst rijn,
dat u hier blijft, tante Anna, en dat u doet
wat er gedaan moet worden. Om den dokter
heb ik al gestuurd."
Tante Anna stond versteld van zooveel
koelheid bijl zulk een gebeurtenis, maar de
vrouw, die de prinses had laten roepen,
scheen tante Anna's hulp noodig te hebben
en wenkte haar, en zoo deed rij verder .geen
moeite meer om Mascha terug te houden,
die zich in de richting van 't heerenhuis al9
altijd met vasten tred verwijderde.
Al viel er weinig of niets aan Masoha's
uiterlijk te bespeuren, voor 'toogenblik was
haar wilskracht gebroken. Wat zij thans
vernomen had, was voor haar zelfkennis en
haar gevoel van eigenwaarde van de groot
ste beteckenis geweest.
Waaraan zij op dit oogenblik behoefte ge
voelde, was rust eu eenzaamheid. Voor ziah-
zelve moe6t rij den rechten weg, dien rij had
in te slaan, wedervinden. Alles kwam haar
zoo verward, zoo onbegrijpelijk voor. Zij had
zij begreep dat maar al te goed alleen
te steunen op eigen kracht. En zij begon
die kracht te wantrouwen, nu 'thaar geble
ken wias, hoe haar keuze was gevallen op
twee onwiaardigen, die zij geheel en al ver
keerd had beoordeeld en die haar hadden
bedrogen en bestolen. Haar geloof in ande
ren, 't vertrouwen op zichzelf, haar door-
richt in zaken, al die dingen, ze waren nu
vernietigd met één slag. Mascha gevoelde
zich hulpeloos.
HOOFDSTUK XXVT.
Nanni was tegelijkertijd vertoornd en be
angstigd door het met zooveel beslistheid
uitgesproken bevel der prinses om in de
eikenlaan te blijven, en had. toen rij een
maal op de bank was neergevallen, die zon
derlinge vrouw met groote oogen nage
staard.
Maar toen rij eenigsrins was bekomen van
den schrik, had haar drift weder de over
hand gekregen, haar drift en haar veront
waardiging.
O zeker, het was verschrikkelijk wat daar
in 't paöhtershuis moest gebeurd zijn, maar
had rij zelve ook geen recht oin zich te be
klagen? Had rij niet reeds lang vermoed,
dat de verhouding, die tusschen Egbert en
de prinses bestond, van geheel anderen aard
was dan d© verhouding na een vluchtige ken
nismaking en zoo had de prinses het toch
laten voorkomen tusschen twee menschen
van geheel verschillenden rang en stand?
Had de zooeven verkregen zekerheid, dat de
prinses brieven ontving van Egbert, Waar
van zij, Nanni, hoegenaamd niets wist, haar
niet in dat vermoeden bevestigd?
Neen, neen, haar vermoeden was niet on
gegrond, het kón dat niet zijn, als zij dacht
aan 't eerste bezoek der prinses aan haar ge
boortestad, als zij dacht aan Egbert's ver
rukking. aan 't portret, dat hij van haar,
van Nanni zou maken en dat onder 't werk
was gaan gelijken op die blonde Poolsche
dame
Geen twijfel meer Egbert had haar we
der gezien, de oude dweepzucht was opnieuw
ontwaakt en haar had men opzettelijk van
weerskanten dat alles verzwegen.
Plotsejmg ging haar de gedachte door 't
hoofd„Maar zoo nu eens Egbert liefde
had opgevat voor de prinses, zonder dat zij
die liefde had' beantwoord, want wat kon
hij, de arme schilder, die zich nog. een weg
door 't leven moest banen, voor haar, de al
om gevierde prinses zijn?"
Zij schudde het hoofd. Hoe de verhouding
ook wezen mocht, zoo of zoo, voor haar was
Egbert toch verlorenEn had zij t niet al
lang opgemerkt, hoe hij te haren opzichte
veranderd wias? Waren, vooral de laatste
weken, zijn brieven niet telkens korter ge
weest?
Zij: drukte de koud geworden handen te
gen het gloeiende voorhoofd.
„O God, o God, als ik maar iets wist, als
ik maar eenige zekerheid liadl" klaagde rij
bijna met luide stem. Die rust. die eenzaam
heid, die algeheele verlatenheid werd haar
onverdraaglijk.
Zijl stond op, om zich 't mocht dan al
of met met het uitdrukkelijk bevel der prin
ses in strrld rijn eveneens naar de pacht
hoeve te begeven. Zij was geen kind meer
en verkoos zich ook niet als zoodanig te la
ten behandelen.
Ratelend kwam een rijtuig haar achterop.
Het rollen der wielen over het kiezelzand
en de hoefslag der paarden klonken thans
vlak achter haar. zoodat zij onwillekeurig op
zijde ging en naar het rijtuig omzag.
Met groote oogen keek zij op naar den
open iv swagen en vooral naar den eenza
men reiziger, die er in zat. Haar lippen be
wogen zich, doch haar stem weigerde haar
den dienst. Zij was onmachtig om luide den
naam te noemen, die diep in haar hart
Weerklonk en een storm van leed en geluk
daarin deed ontwaken.
Maar ook de jonge man in het rijtuig had
van zijn kant naar haar omgezien. Ook hij
had de slanke gestalte, die daar voor hem
uit liep, herkend en met een jubelendeu
kreet van blijdschap sprong hij, nog voor de
wagen behoorlijk stil stond, op den grond
en had in 't volgend oogenblik het sidde
rende meisje vast en innig in zijn armen
omkneld. „Nanni, lieve, lieve Nanni, ja, ja,
ik ben het- wel
Hij kuste haar mond, haar oogen en haar
wangen, terwijil zij nog altijd als bezwijmd in
zijini armen. lag.
Eindelijk vond zij woorden.
„Egbert gij rijft gij 't werkelijk
kwam het zacht, over haar lippen.
„Ja, natuurlijk ben ik het Kijk mij maar
eens goed aan, als je 't. wog niet gelooven
kuntEn zij heeft dus niets gezegd, niets ver
raden? Maar waar is ze? Ze zou mij in
't park afwachten
„Zij? Spreek je nu van de prinses?"
„Ja, van wie anders? Vani mijn mooie, mijn
lieve vriendin! O, lieve, je weet nog niet
half maar nu ben ik hier, en ia 't met alle
geheimzinnigheid gedaan, en jij zult mijn ver
standige, lieve, kleine Nanni zijn o, ik ben
zoo in mijn schik en verheug mij zoo ia 't we
derzien 1"
Djgt kwam hem alles als een stortvloed over
de lippen, terwijl hij Nanni in> zijn armen
hield omklemd eni zijn van vreugde stralende
oogen aan het zoo lang gemiste gelaat van 't
beminde meisje gekluisterd bleven.
Maar Naniu zag die oogen niet, rij zag
slechts Egbert 's hand, die over haar schouder
lag en aan die hand fonkelde de sphinxring,
dezelfde. dien de prinses van haar vader had
gekocht, de ring, waarnaar zij zielve eens de
prinses had gevraagd en waarvan deze toen
eenvoudig had gezegd, dat zij hem. had weg-
gegeveni, zonder meer. Toch was zij, geheel iu
strijd met haar aard, op dat oogenblik zicht
baar verlegen geweest, de prinses!
Nanni herinnerde 't zich duidelijk, maakte
rich met een beweging, die bijna van onge
duld getuigde, uit Egbert's omhelzing los en
wees naar den noodlottigen ring.
„Waarom heb je mij nooit iets daarvan ge
zegd V' vroeg rij, slechts met de grootste in
spanning het beven barer stem eenigsrins be-
heerschend.
„Waarvan? Van' dien ring? Ja, zi© je, dat
wta& eigenlijk erg dom en we hadden zeker
veel beter gedaant met dadelijk alles eerlijk
te bekennen, maar die historie kunnen wij
iui laten rusten. We zullen nog tijd in over
vloed hebbeni om heel ernst'g over al die din
gen te redeneeren."
Wordt oormlfd.