Maandag 29 Mei 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
S". 326.
3de Jaargang
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden Toor Amersfoortf 1.25,
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels0.75.
Elke regel meer- ü.15.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Bescherming van de mijnwerkers in
Pruisen.
Het is bij de derde lezing van het- door
do Pruisische regeering ingediende wetsont
werp tot wijziging van de mijnwet gelukt
daaraan een vorm te geven, waardoor het
zoowel voor de meerderheid van het huis van
afgevaardigden als voor de regeering aanne
melijk is geworden. Graaf Bülow heeft hier
mede een nieuwe proeve van zijr diploma
tiek talent afgelegdhet is hem gelukt al
thans de belangrijkste bepalingen van het
wetsontwerp, die door het resultaat van de
tweede lezing ernstig werden bedreigd, te
redden.
Als ïesultaat van de onderhandelingen,
die tusschen de regeering en de gemachtigden
van de vrij-conservatieven, de nationaal-libe-
ralen en het centrum, welke partijen samen
de meerderheid van het huis uitmaken, zijn
geyoerd. zijn bij de derde lezing eenige in
grijpende veranderingen aangebracht in het
wetsontwerp zooals bet uit de tweede lezing
was voortgekomen. In de eerste plaats werd
liet zoogenaamde „nullen" van wagens, waar
in het in de mijn uitgehouwen materiaal naar
boven wordt gebracht, verboden en daarmede
eene bestendige oorzaak van bezwaren weg
genomen. Verder is gehoor gegeven aan het
verlangen van de mijnwerkers, dat bij iedere
onderneming werklieden-commissiën zullen
worden ingesteld, die de wenschen en be
zwaren van bet personeel ter kennis van ue
werkgevers zullen brengen. De meerderheid
had in de tweede lezing de instelling van
deze commissiën illusoir trachten te maken
door de bepaling, dat zij bij openbare ver
kiezing moesten worden samengesteld en
zouden kunnen ontbonden worden, wanneer
zij zicli in de politiek mochten begeven. De
regeering heeft echter voet bij stuk gehou
den, en daaraan is het te danken, dat het
compromis-voorstel, dat is aangenomen, be
paalt, dat de werklieden-commissiën bij ge
heime stemming worden gekozen, terwijl het
verbod van politieke werkzaamheid, dat door
zijne onbestemdheid tot chicanes zonder
eind had kunnen leiden, is geschrapt. Wel
is de bepaling opgenomen, dat commissiën,
die de hun bij de wet toegekende bevoegd
heid overschrijden, kunnen worden ontbon
den die ontbinding kan echter niet door
de werkgevers, maar slechts door dc overheid
uitgesproken worden.
Geschrapt is de zoogenaamde sanitaire
maximum-werkdag, die in het oorspronke
lijke ontwerp voorkwam, waardoor de werk
tijd ïd mijnen met hooge temperatuur be
perkt werd. Intussohen hebben de compro
mis-voorstellen althans de instelling van een
saritairen adviseur bij alle mijnen gebracht
en zijn ook bepalingen g maakt, die de over
heid de verplichting opleggen zich meer dan
tec dusver met den sanitairen toestand in
do mijnen te bemoeien.
De compromis-voorstellen zijn de vrucht
geweest van langdurige overleggingeneerst
op het laatste oogenblik, weinige minuten
voordat bij in de zaal kwam, kon het resul
taat daarvan ter kennis van graaf Bülow
verden gebracht. De minister-president was
ia de vergadering de eerste verdedig r van
deze voorstellen, waarvoor hij, volgens zijne
verklaring, kon opkomen omdat zij zoo niet
wat den vorm dan toch wat den inhoud be
treft, weergaven wat de regeering met hare
wetsvoordracht had beoogd. Met bijzonde
ren nadruk wees hij er op, dat de regeering
bij de staking in Westfalen haar woord ge
geven had om aan algemeen erkende grie
ven tegemoet te komen, en dat het huis van
afgevaardigden de regeering niet mocht be
letten haar woord gestand te doen.
Vruchteloos deed graaf Bülow zijn best
ook de conservatieve partij te bewegen baar
steur, te verleenen aan dezen maatregel. Do
conservatieven bleven bij hun verzet volhar
den als hun woordvoerder verklaarde graaf
Limburg-Stirum, dat de staat zijn gezag on
dermijnt, wanneer hij toegeeft aan door de
werklieden gestelde eischen. Daar echter van
do overige partijen ue groote meerderheid
d?r leden zich voor det compromis-voorstellen
verklaarde, kon het verzet van de conserva
tieven de aanneming van het wetsontwerp
niet beletten. Intussohen moet dit ontwerp,
voordat zijn tot stand komen verzekerd is,
nog de vuurproef doorstaan van de behande
ling in het heerenhuis. Het blijft te bezien
of de conservatieve meerderheid van dezen
tak van den landdag van Pruisen aan de
zaak nog moeielijkheden in den weg zal leg
gen
Da Zweedsch-Noorweegsche unie.
Spoediger dan verwacht werd, is de beslis
sing van den Koning van Zweden en Noor
wegen over de door den Noorweegschen stor
thing aangenomen wet tot instelling van een
eigen consulaaren dienst voor Noorwegen ge
vallen. Men dacht, dat de Koning zioh nog
enkele dagen bedenktijd zou voorbehouden,
en in verband daarmede besloot de storthing
verleden Donderdag de behandeling van een
voorstel om aan het ministerie op te dragen
de Zweedsche regeering mede te deelen, dat
de gemeenschappelijke consulairs dienst met
l April 1906 zal ophouden, tot de volgende
week te verdagen. Maar de Koning heeft geen
bedenktijd ncodig geachteergisteren reeds
heeft hij de verklaring afgelegd, dat hij wei
gert de door den storthing eenstemmig aan
genomen wet te bekrachtigen.
Onverwacht is dit koninklijke veto den
Noorwegers blijkbaar niet gekomen. Toen in
het begin van de vorige week bericht werd,
dat de Koning Vrijdag do regeert aak zelf
weer zou aanvaarden, die hij tijdelijk aan
zijn oudsten zoon had opgedragen, vroeg men
zich met bezorgd'-v-ij af wat dit r oest be-
teekenen. Morgenbladet schreef„Wij kun
nen ons niet goed voorstellen, dat d^ oude
Koning, wiens zoon hem geruimen tijd den
last van de kroon heeft verlicht, nu plot
seling tegen Noorwegen zou ingrijpen en
daarmede in den avond van zijn leven eene
misschien ongeneeslijke wond zou toebren
gen aan ce betrekkingen tusschen Koning en
volk. Maar even mooielijk is het te verkla
ren, dat hij de eer der bekrachtiging van de
consulaat-wet zou willen onttrekken aan hem,
die de pijnlijke verantwoordelijkheid en last
van de langdurige crisis heeft gedragen,"
Meu voelt uit deze woorden de bezorgd
heid, dat de Koning slechts daarom de weder -
aanvaarding van de regeering heeft verhaast
oin zelf de beslissing in deze zaak te nemen.
Ook het Noorweegsche ministerie heeft blijk
baar het veto van den Koning zien aanko
men. Dat bewijst het voorwaardelijke ver
zoek om ontslag, dat het den Koning op den
dag waarop de monarch weder zijne functiën
op zich nam, heeft doen toekomen. Dit ver
zoek is vervat in de volgende termen
„Voor het geval dat Uwe Majesteit niet
gezind mocht zijn in gunstigen zin te be
schikken op het verzoek van de Noorweegsche
regeering tot goedkeuring van de door den
storthing aangenomen wet over den Noor-
weegschen consulairen dienst, veroorloven wij
ons onderdanig te verzoeken, dat wij terstond
worden ontslagen van onze functiën als ledcn
van den raad van Uwe Majesteit, omdat
geen van ons een besluit wil contrasigneeren,
dat wij als klaarblijkelijk nadeelig voor het
rijk beschouwen. De afwijzing van het door
de regeering eenstemmig gedane verzoek
ten aanzien van de Noorweegsche wet, die
door den storthing eenstemmig werd aan
genomen cn waarvan het geheele Noorweeg
sche bevolking de uitvoering verlangt, kan
naar onze meening niet met het belang van
Noot wegen gemotiveerd worden. Zij zou veel
eer cen0 bedreiging van de souvereiniteit van
het rijk in zich sluiten, ,en dc uitdrukking
van een persoonlijk koninklijk gezag, dat in
strijd is met de grondwet en met de consti
tutioneel© praktijk."
Tegelijk met de verkondiging van zijn veto
tegen de consulaat-wet, heeft de Koning ver
klaard, dat hij weigerde dit verzoek om ont
slag aan te nemen. Wat er nu verder gebeu
ren zal, is niet r^oht duidelijk. Dit alleen is
volkomen duidelijk. dat "nip tusschen de
beide Skand:navische rijken hiermede is
blootgesteld aan eene nieuwe zware beproe
ving. Zal zij haar kunnen doorstaan?
Zweden.
Stockholm, 28 Mei. In verband met de
staking van de werklieden bij de straatrei
niging, hadden Zondagnacht ongeregeldhe
den plaats. De menigte wierp met steenen
naar de politie en vernielde de lantaarns.
De politie moest herhaaldelijk van de wa
penen gebruik maiken. Om half drie des
ochtends was de rust herstelddertig rust
verstoorders werden in hechtenis genomen.
De werklieden der gemeente-reiniging be
sloten beden avond het werk te hervatten.
Servifi.
Belgrado, 28 Mei. Het hoofd van de onaf
hankelijke radicalen Ljoebenxir Stejanowitsch
is er in geslaagd een nieuw kabinet te stel
les, waarvan hij voorzitter en minister van-
binnenland che zaken is.
Het kabinet zal overgaan tot ontbinding
van de Skoepsjtina en tot nieuwe verkiezin
gen.
Rusland.
Nachitsjewan, (gouv. Erivan), 27 Mei. In
de gevechten van eergisteren zijn 22 Arme-
irërs en twee Mohamedanen gedood. Vier
personen zijn verbrand gevonden. Het aantal
gewonden is onbekend.
Sedert twee dagen is het hier rustig.
In het dorp Dshabraoh is een Armeniër
gedood.
Siedlce, 27 Mei. Heden morgen waren in
het bosch in de nabijheid der stad eenige
honderden jonge Israëlieten bijeengekomen.
Zij werden door troepen omsingeld en naar
de gevangenis gebracht. Daarbij werden vijf
tig personen gewond. van wie zeven zwaar.
Turkije,
Constantino pel, 27 Mei. Naar aanleiding
van geruchten omtrent krijgstoerustingen in
Bulgarije besloot, naar men zegt, Turkije,
ondev voorwendsel van manoeuvres, de re
servisten van twee legerkorpsen onder de
wapens te roepen.
Te Sofia komen aanhoudend berichten over
misdaden van Grieksche landen tegen weer-
Iooze Bulgaren. O. a. moet eene Grieksche
vrijischaar in de buurt van Jenidsche Ward as
t on Bulgaren aan elkaar gebonden en in den
Wardas geworpen hebben, waar zij allen den
dood "évondeh hebben.
Oe oorlog in Ooot-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, 27 Mei. Van regecringswege wordt
bericht, dat in den namiddag van den 25.
de Japansche cavallerie, de vijandelijke rui
terij in noordoostelijke richting drijvende,
Hsumientejeng, 18 mijlen ten noorden van
Sjangtu, «heeft bezet.
Petersburg, 27 Mei. Generaal Linewitsch
bericht van gisterenDen 24en rukten de
Japanners aan onze linkerflank van Ebrda-
goc- uit op naar het westen in de richting
van Bankhegoe. Onze vrijwillige jagers lok
ten een vijandelijke compagnie in een hin
derlaag en stelden door hun geweervuur op
korten afstand meer dan dertig man buiten
gevecht. De Japanners rukten niet verder
op dan tot Bankhegoe.
Petersburg, 28 Mei. Het Petersburgsche
Telegraaf-agentschap bericht uit het hoofd
kwartier van generaal Linewitsch onder dag-
tcekening van gisteren
„Tegenover de officieele Japansahe berich
ten omtrent de tocht van generaal Mistsjen-
ko, waarin berweerd wordt dat diens ruiterij
Jpantsin te voet aanviel en na een gevecht
van één uur tot- op grooten afstand naar het
zuidwesten is teruggetrokken met achter
lating van driehonderd dooden en gewonden,
kan worden medegedeeld, dat volgens nauw
keurige inlichtingen van den staf van ge
neraal Linewitsch van 14 tot 23 Mei bij de
afdeeling van Mistsjenko slechts één soldaat
vermist werd. Alle dooden en gewonden, 37
iu getal, werden medegevoerd.
„Het Japansche beriaht verzwijgt de Ja
pansche verliezen. Den 20en Mei liet de af
deeling van -liet 49e Japansche regiment,
die uit de loopgraven verjaagd werd en op
de vlucht sloeig, op eene plaats honderd
gesneuvelden achter. Twee compagnieën van
dit regiment werden door kozakken neer
gesabeld een geheele compagnie en 10 offi
cieren werden gevangen genomen.
„Generaal Mistsjenko raamt de verliezen
van den vijand op ten minste driehonderd
gesneuvelde Japanners, ongerekend do ge
vallen Tsoengoezen en de gekwetsten".
Van 28 Mei seint Linewitsch
„In de stellingen der beide legers is geen
verandering gekomen. Den 25en Mei rukte
de Japansche ruiterij te voet tot een aanval
tegen Simiaotsjen en Sinloensjoean op, ter
wijl eerstgenoemd dorp tevens door de rij
dende artillerie werd beschoten, waarom
onze voorposten van daar terugtrokken.
„Te Sinloensjoean weTd de vijand door
onze voorposten met krachtig vuur ontvan
gen en gedwongen zich naar het zuiden
terug te trekken.
„De afdeeling van generaal Mistsjenko
maakte bij den jongsten aanval een oorlogs
kas buit, inhoudende 2760 yen."
Saigon, 27 Mei. Volgens de berichten, c'.ie
hier zijn aangebracht door ledig hier terug-
keerende kolenschepen, is de vloot van Rod
jestwensky den 24en ter hoogte van Sjanghai
aangekomen. Zij zette haren tocht voort in
de richting van de straat van Korea.
Tokio, 27 Mn. des middags. Het gerucht
gaat, dat de vloten van Togo en Rodjest
wensky slaags zijin in de straat van Korea.
4.30 namiddags. Rodjestwensky is op de
hoogte van Tsushima (midden in de straat
van Korea).
Tokio, 27 Mei. Men gelooft, dat de Oost-
zee-vloot, na bij de Saddle-eilanden kolen te
hebben ingenomen, moedig den steven heeft
gewend naar Tsoeshima met het plan slag te
leveren.
Volgens een gerucht is de vloot de straat
van Korea genaderd in twee divisiën. Men
denkt, dat een deel van de Oostzee-vloot de
bestemming heeft naar Wladiwostok door
te stoomen, maar gelooft dat Togo voorne
mens is de voornaamste slagschepen ernstig
te havenen.
Tokio, 27 Mei. Het eenige wat kan wor
den geseind over de historische gebeurtenis
sen van heden in de straat van Tsoeshima,
bepaalt zich tot het feit, dat het hoofdeska
der van admiraal Rodjestwensky in twee
colonnes varende de slagschepen aaj
stuurboord de kanonneerbooten cn krv-i-
sers aan bakboordzijde in de straat van
Korea is verschenen.
Elke verdere inlichting wordt achter ge
houden of wel de overseining wordt gewei
gerd.
Tsingtau, 28 Mei Chineesche dépêches
melden, dat er oen groote zeeslag geleverd
wordt bij Tsoeshima, in de straat van Korea.
Sjanghai, 28 Mei. Vijf Russische pantser
schepen, drie kruisers en zeven torpedojagers
zijn gisteren gezien ter hoogte van Tsjoesjima.
De Russische transportschepen storen zich
niet aan China's verzoek om van Woesoeng
te vortrekken.
Tsjifoe, 28 Mei. De hoofdafdeeling van de
Russische vloot is gisteren gezien, zich be
gevende naar de straat tusschen Tsoeshima
én de Japansche kust.
Petersburg, 28 Mei. De correspondent van
het Petersburgsche Telegraaf-agentschap
seinde dringend uit Tsjifoe te 12 uur 40 min.
hedennacht.
Volgens particuliere berichten, door hot
Japansche consulaat ontvangen, ontmoette
het grootste deel van Rodjestwensky's eska
der gisterenav id het Japansche eskader in
de straat van Korea en geraakte daarmee
Washington28 Mei. De Amerikaansci.e
consul te Nagasaki inde aan iet staats-
departementDe Japanners he1 ben een Rus
sisch linieschip, vier andere Russische oorlogs
schepen en een reparatieschip tot zinken ge
bracht in de straat van Korea.
Rome, 28 MeiDe Tribuna bericht uit
Tientsin van half zes heden morgenlil
der loop van den nacht is hier ber.cht ont
vangen dat de Japanners eene belangrijke
overw'nning hebben behaald. Vier Russische
schepen ziiu tot zinken gebracht, verscheidene
andere sonepen zijn beschadigd. Het Russi
sche eskader kan als vernietigd beschouwd
worden.
Parijs, 28 Mei De Temps bericht uit
Rome, dat het ministerie van marine een te
legram uit Tsjifoe ontvangen heeft, berich
tende dat de zeeslag heeft plaats gehad bij
Tsoesima. De slag was noodlottig
voor beide part ij en, die v o r-
schrikkelijke verliezen hebben
geleden. C een enkel schip is on
beschadigd.
Tokio. 28 Mei. Admiraal Rodjestwensky
heeft den 21en Mei ter hoogte van Formosa
een onbekend gebleven Amerikaansch scbip
in den grond geboord. De opvarenden werden
gered.
71 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
Nanni zag de dame aan, zonder te begrij
pen, wat zij meende.
„Maar kindlief, wat zie je er uitZoo wit
ala marmer en zoo betrokken, alsof de koorts
je op 'tlijf was gevallen. H'er, ruik eens
gauw aan mijn fleschje! Diep ophalen, kind,
heel diep
Nanni maakte een afwerende beweging,
en daarbij overviel haar het gevoel van eigen
zielsverdriet met zulk een overstelpende
macht, dat zij de tot nu toe bedwongen tra
nen niet langer kon inhouden en in een luid
gesnik lorixarstte.
„Maar Nanni, maar kindlief goede he
mel, dat's waar ook, we zouden nog een ver
rassing hebben maar schrei dan toch zoo
niet, cm steenen harten te breken Stel
ie voor, dat Egbert je zoo eens zag, en dat
hij
Met een haastige beweging wisohte Nanni
haar tranen weg.
„O, hij heeft mij al gezien," antwoordde
zij vol bitterheid, „en u kunt hem ook zien,
mevrouw, als u dat wilt. Ga maar naar de
prinses, bij haar kunt u hem vinden! O, u
was ook in het complot! Het is versdhrikke-
lijk, schandelijk!"
„VerschrikkelijkSchandelijk?'' herhaal
de de goede tante Anna, één vei basing, daar
zij er nu hoegenaamd niets meer van be
greep. Óp eens eveniwel gng haar een licht
op en wist zij ten naasten bij, waaraan Nan
ni's tranen en harde uitdrukkingen moesten
worden boegeschreven.
„Daar hebben wij 't nu al!" riep ze uit.
„Ik heb het Mascha al zoo dikwijls voorge
houden! D'at komt nu van die ongelukkige
geheimzinnigheidEm mijnheer Egbert is
daarginds, bij de prinses, zeg je? Maar kind
lief, maar mijn. lieve juffrouw Nanni, gebruik
toch, wat ik je bidden mag. je verstand, dan
zul je züf wel inr'on, dat liet heele complot, j
zooals je 't noemt, alleem om je eigen, bestwil j
bestond,
„Mevrouw, mevrouw, kom toch spoedig, we 1
weten geen raad meer,'"' riep de opzichters-
vrouw*, die men voor de hulp van mevrouw j
von Lewüsky in 't pachtershuis had gehaald
en die nu op haai* beurt mevrouw Von Hol-
lede er bill kwam roepen.
„Lieve hemel, wat ;s dat vandaag voor een I
hui houden, alles komt zoo op eens! Ik kom j
dadelijk, hoor, ik kom dadelijk1 Nanni,
kindlief, luister nu eens ordentelijk
Maar Nanni was reeds verdwenen, en zuch
tend volgde tante Anima de opzichtersvrouw,
die haar was komen roepen. O. zeker, zij was
wel begaan met Nanni, wier teleurstell'ng zij
zich kon voorstellen; maa", Nanni moest van
daag wac'.teni tot tante Anna bij de werkelijk
lijdende menschheid liaar plicht zou hebben
vervuld.
nni had zich naar haar kamer gespoed.
In hartstochtelijke opgewondenheid viel zij op
een sWl en liet aan. haar tranen don vrijen
loop.
Tante Anna. had het dus zelf bevestigdcr
bestond een geheim tusschen de prinses en
Egbert en een complot tegen haar! Had zij
die bevestiging wel eens noodig gehad? Wan
neer Egbert haar nog liefhad, zou hij| haar
dan, toen zij wegliep, niet terstond gevolgd
zijn? Maar hij had het zeker niet eens go-
n erkt, hij had zijn prinses terug, wat bekom-
meide hij zich dan nog 0111 haar? Zij was
bier onnut, van geenerlei waarde. Geen
menscli had haar lief of verheugde zich in
haar bijzijinIn widen warrclloop gingen de
gedachten haar door het hoofd. Daar viel haar
oog op 't vel postpapier, dat zij voor haar
brief aan Matthes had bestemd, maar waar
op zij slechts enkele regels had kunnen schrij
ven. O, waarom was zij nu niet bijl het kind,
bij 't eenige wezen, dat naar haar verlangde
en veel van haar hield? Al de wrok, dien zij
tegen Egbert en de prinses had, ging eens
klaps over in een hartstochtelijk verlangen
naar het zieke broertje.
„O, als ik vleugels had, als ik maar weg
kon, wieg van hier, weg van hem, ver, ver
weg
Er werd aan de deur geklopt. Nanni
sprong op. O, daar was hij, daar was Egbert,
om haar to komen zeggen, dat al het andere
een dwaling was geweest en dat hiji de prin
ses .beminde haar hart klopte zoo gewel
dig, dat zij niet in staat was „binnen" te
roepen.
De deur werd geopend en met den knop
nog in de hand, vertoonde zich in de ope
ning de haar welbekende gedaante van den
jongen klerk voor de landelijke aangelegen
heden. De lang-opgeschoten. half-boersche
jongen, met zijn hoekige bewegingen en de
meer of minder uitpuilende oogen, welker
blik steeds met onverholen bewondering op
haar gevestigd bleef, zoodra hij haar slechts
in zijn gezichtskring omvatten kon, diezelfde
jongen had de dames dikwijls stof tot
vroolijkheid gegeven, en de prinses had Nan
ni met de stomme vereering van haar „trou
wen knaap Fridolin," gelijk zij 'tjonge
mensch gedoopt had, meer dan eens ge
plaagd.
Bij iedere andere gelegenheid had Nanni
zekér gelachen over die plotselinge verschij
ning van den hoekigen klerk, maar thans
zog zij hem met toorn en verbazing aan, en
stond zij zelfs op 'tpunt, hem een paar
harde woorden toe te voegen over zijn onge
hoorde vermetelheid om zoo haar kamer bin
nen te treden, toen de klerk met ecu vloed
van verontschuldigingen haar verwijt voor
kwam en daarbij zeide, dat de juffrouw on
langs den wensen had te kennen gegeven om
te worden ingelicht, zoodra er eene reisgele
genheid naar R**~* was, omdat zij 'teen en
ander uit de stad wilde laten halen. Nu was
er vandaag toevallig zulk een gelegenheid,
en daar iedereen door de droevige gebeur
tenis op de pachthoeve als 't ware in beslag
werd genomen, bad hij niemand gevonden,
die de juffrouw de boodschap kon overbren
gen en daarom, ziet u, daarom was hij; nu
maar zelf gekomen.
Met verwondering zag Nanni den altijd
maar doorpratenden jongen man aan. Alsof
zij vandaag nog aan haar commissies kon
denken, vandaag, nu hart en ziel alleen ver
vuld waren van het diepste leedgevoel!
Toen de klerk had uitgepraat, maakte
Nanni's stilzwijgen hem nog meer verlegen.
„Er moet iemand van 't gerecht gehaald
worden, om hier den stand van zaken op te
nemen en enkele getuigen te hooren," her
nam hij, „en over t'en minuten gaat het
rijtuig weg. Zoo de juffrouw het een of an
der heeft op te geven, moet zij 't mij maar
zeggen, dan zal ik wel zorgen, dat de koet
sier de boodschappen doet."
Eensklaps schoot het Nanni te binnen,
dat te R*** een spoorwegstation was en dat
het eerste geld, hetwelk zij van de prinses
bad ontvangen, nog onaangeroerd in baai-
kast lag. En even snel als die gedachte bij
haar was opgekomen, even snel had zij ook
haar besluit, genomen.
Een reisgelegenheid naar R***, op dit
oogenblik! Dat was een wenk van het nood
lot neen, ze modht die gelegenheid niet
ongebruikt laten voorbijgaan.
„Ik dank u. ik ik zal moe naar R****
rijden, en daar zelf mijn boodschappen
doen," zeide zij haastig.
„Hoe, zou de juffrouw werkelijk zelf
„Ja, ja, dat 13 tbeste! Zeg aan den koet
sier, dat hij op mij wacht. Ik kom Wel in 't
koetshuis, hot is niet noodig, dat liij met
het rijtuig hier voorkomt. Zeg ook maar aan
niemand iete van mijn plannetje 't-be
treft een verrassing voor de prinses bin
nen een uur of vier ben ik weer goed en wel
thuis, en vandaag bij die algemecne verwar
ring zal men mij niet eens missen. Maar ga
nu dadelijk den koetsier waarschuwen, nie
mand anders, hoort ge'"
„Heel goed, juffrouw, heel goed!"
Wordt vervolgd