Donderdag 22 |uni 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. S". 34». 3d® t£ "Mil. FOORTSCH DAG ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERrEHTIÉN: Van 1—5 regels0.75. Elke regel meer-0.13. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eern» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hendie met I Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien de missive van den heer Kolonel, Militie-Commissaris in de (provincie Utrecht, d.d. 21 Juni 1905, no. 33, en art. 130 der Mili- tiewet 1901 Doen te weten, dat de verlofgangers AtDTOflAiNlUS OOKNHLIS VAN" BALKOM, van het le regiment. Yeld-Artillerie, der lich ting 1899, en HENDRIK SPIJKERMAN van het 5e regiment Infanterie, der lichting 1903, op Vrijdag, den zevenden Juli 1905, des voormiadags ten tien uur, in het Militair Loge ment Lange Nieuwstraat te Utrecht, gekleed in uniform en voorzien van de kleeding- en uit rustingstukken. hen bij vertrek met groot ver lof medegegeven, van hunne zakboekjes en ver lofpas, ter nk-inspectie voor den gemelden Mili tie-Commissaris moeten verschijnen. De aandacht van gemelde verlofgangers wordt gevestigd op .art. 131 der Militiewet 1901, hetwelk o. m, bepaalt, dat de verlofganger, die niet overeenkomstig art. 130 der gemelde wet voor den Militie-Commissaris verschijnt, in wei'kelijken dienst wordt geroepen en daar in gedurende ten hoogste drie maanden gehou den. Amersfoort, dén 21. Juni 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd De .Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEX'FERT KltOKSE. WUUTTERS. Politiek Overzicht D« Czaar en het volk vnn Rusland. De ontvangst van de deputatie van het Moskousche congres van leden der zemstwo's uit geheel Rutland ia een nieuwe stap in he1, groote historische drama, dat zich thans in Rusland afspeelt. Het merkwaardigste van deze audiëntie is, dat zij werd verleend. Er werd op dat congres, dat bijeengekomen is ondanks het verbod van overheidswege, eene zóó scherpe taal gevoerd, het tot dusver ge volgd regeeringsstelsel werd zóó nadrukkelijk veroordeeld, dat in vroegere tijden de woord voerders zeker niet tot eene audiëntie bij dein Czaar toegelaten, maar gestraft zouden zijn op de in Rusland gebruikelijke wijze. Ook op de audiëntie zelve is den Czaar klare wijn geschonken. Prins Troebetzkoi, dezelfde man, die een half jaar geleden den Czaar in zijin paleis heeft opgezocht om liean te herinneren aan het histori sche woord, dat Lodewijk XVI iim Versail les te hooren kreeg van den hertog van Lian- court: „Ce n'est pas une emeute, Sire, c'est la revolution", was de woordvoerder van de deputatie. Onomwonden legde hij den v'nger op de wond:vrijmoedig legde hij het zonden- register bloot van de mannen, die onder het huidige stelsel de macht in handen hebben, het stelsel dat het land ten verderve gevoerd, tot eem rampzaligen oorlog en tot regee- ringloosheid heeft gebraent. Hij drukte zijne vreugde uit over de belofte, die de Czaar reeds had afgelegd, maar voegde er bij„Helaas L> de uitvoering er van opgedragen aan men- schen die besloten rijm haar ite verijdelen, die gezworen hebben u te misleiden en u wan trouwen jegens uwe onderdanen iin te boeze men. „Die mensclien zeggen, dat wij niet veel beter zijn dan anarchisten, en toch wenechen wij oprecht de belangen van uwen troon te bevestigen, welke niet. te scheiden zijin van die van het land. „Houd op, met aan kuipers uw oor te lee- nen, roep de verkozenen des volks bijeen, luis ter naar henDaarop is onze eenige hoop gevestigd om te ontkomen aan een burgeroor log en een schandelijken vrede. „Gij alleen kunt Rusland opnieuw eensge zind. maken." Het antwoord van don Czaar bevatte de stellige belofte, dat er eene nationale vergadering zal bijeenkomenhet is de uit drukkelijke vrl van den Czaar, dat de geko zenen des volks zullen toegelaten worden tot deelneming aan den arbeid ten behoeve van den staat, en hij drukt de hoop uit, dat daar door de band tusschen Rusland en den Czaar zal worden hersteld en eene staatsorde zal worden gevestigd, gegrond op Russische natio nale beginselen. Dat zijn. uitmuntende woor den. en het behoeft ons niet te verwonderen, dat do deputatie onder den indruk van d;e woorden zich zeer voldaan heeft uitgesproken over de ontvangst, die zij bij den Keizer heeft Niet uit 's Keizers mond alleen is de plech tige verzekering gegeven, dat de bijieenroe- ping van eene volksvertegenwoordiging aan staande is. Nog m een anderen vorm is die belofte afgelegd, en wanneer die vorm geheel afwijkt van al wat tot dusver gebruikelijk was, dan is de belofte daarom des te opmer kelijker. In Krasnoje-Selo hebben eenige hon derden garde-officieren eene vergadering ge houden, om te beraadslagen over de positie, die liet leger thans inneemt in de samen leving. Wat wij van die vergadering weten, dat is ons bekend gemaakt door het Peters- burgsche telegraafagentschapmen kan dus aannemen, dat daarin de zaak niet al te on gunstig is voorgesteld. Maar in die voorstel ling kan tusschen de regels gelezen worden, dat het met de tucht in het leger niet ail te best gesteld De officieren willen z;ch niet meer laten gebruiken als werktuigen va» het regeeringsstelsel. dat in Plehwe en grootvorst. Sergius belichaamd is geweest. Het is een teeken des tijids. dat zij niet op de aanma ning, namens den opperbevelhebber grootvorst Wladimir door generaal Rehbinder gegeven, gehoorzaam zijn uiteengegaan, maar met na druk te kennen gaven, dat zij niet langer hand langers van de politie willen zijn en geen. beuisdiensten tegen het volk meer w'llen. ver richten. En wat is daarna geschied? Generaal Rehbinder heeft de toezegging gedaan, dat bi»men zeer korten tijd eene „wettige verga dering" zal worden bijeengeroepen. Inderdaad, de tijden zijn veranderd in Rus land. Deze belofte, tegelijk op tweeërlei wijze, onafhankelijk van elkaar, gegeven, levert het bewijs van de groote verandering, die sints den dood van minister Plehwe onder den ;n- vloed van de rampzalige oorlogsgebeurtenissen gekomen is in de verhouding tusschen regee ring en volk van Rusland. De belofte is gege ven en de tijd nadert met rassche schreden waarop zij in eene daad moeit worden omgezet. Frankrijk* Parijs, 21 Juni. Het is onjuist dat Rou- vier besloten heeft om een 'nternation .le conferentie betreffende Marokko aan te nemen. De goedkeuring van Frankrijk is af hankelijk van de uitkomsten der onderhan delingen, die in gang zijn. De gewezen gezant in Marokko Revoil, die thans als medewerker van den minister president Rouvier in het departement van buitenlandsehe zaken werkzaam gesteld is, zal waarschijnlijk als vertegenwoordiger van Frankrijk naar Marokko teruggezonden wor den, eventueel echter vooraf Frankrijk ver tegenwoordigen op de internationale confe rentie. Namens den Franschen vredesbond, heeft de voorzitter van dien bond Emile Arnaud eene oproeping uitgevaardigd ten gunste van de internationale Marokko-oonferentie in het belang van de handhaving van den vrede en het recht van Marokko om zelf over zijn lot te beschikken. ttageland. De Frankf. Ztg. bericht uit Londen, dat het huwelijksplan van den Koning van Spanje met de prinses van Connaught mis lukt is Rij het besluit van de prinses viel zeer in het gewicht de omstandigheid, dat zij niet van geloof wilde veranderen. Londen, 21 Juni. Minister Balfour deelde mede, dat de Regeering voornemens was eene koninklijke commissie te benoemen om een onderzoek in te stellen naar de onlangs ont dekte schandalen, betreffende den aankoop van voorraden en de contracten voof het leger in Zuid-Afrika. Bij de behandeling der begrooting voor In- die deelde minister Brodrick mede, dat de opbrengst van Indië in het laatste dienst jaar de grootste was, die ooit was verkregen. Do militaire uitgaven zouden dit jaar ver meerderen met 2,440,000 pond sterling ter uitvoering van Kitchener's reorganisatieplan, waardoor Indië de beschikking zal krijgen over 9, in plaats van 4 divisiën en het In dische veldleger van 80,000 op 140,000 man zal worden gebracht. Zweden. Stockholm, 21 Juni. In het wetsontwerp, dat de regeering heden bij de in buitengewone zitting bijeengekomen rijksdag heeft inge diend, vraagt zij machtiging om met den storthing van Noorwegen in overleg te treden en eene voorwaardelijke regeling vast te stel len van de zaken, welker vaststelling noodig geacht wordt in het geval van de scheiding. De voorzitter van don ministerraad ver klaarde iio de vergadering, waarin dit wets ontwerp werd vastgesteld, dat het volstrekt niet in het belaing van Zweden was zich van dwangmiddelen te bedienen. Hij beval daar om onderhandelingen aan, want het is wen- schelijk, dat door eene overeenkomst waarbor gen worden verkregen om vreedzaam naast elkaar te leven. In ;eder geval worden onder handelingen gevorderd voor de definitieve scheiding en deeling. Dat zou zeer goed door gemachtigden kunnen geschieden. Eerst na deze voorwaardelijke regeling en nadat den rijksdag haar zal hebben onderzocht, zal Zwe den zich hebben bezig te houden met de vraag of het zijne eindtoestemming zal geven aan de ontbinding en vernietiging van de unie akte. De overige leden vaai den ministerraad slo ten. zich bij den minister-president aan. Do Koning verklaarde vervolgens: Het ie een pijnlijken stap, dien de staatsraad mij raadt te nemen. Mijn geweten zegt mij, dat ik gedurende mijne lange regeering gestreefd heb naar het doel, dat ik bij mijne komst aan de regeering heb voorgesteldhet welzijn van de beide broeder-volken. Het is werkelijk pijn lijk voor mij, mede te werken tot de ont binding van eene unie, waarin ik gemeend heb de onafhankelijkheid, de veiligheid en het geluk van de vereenigde koninkrijken te zien. Wanneer ik niettemin bereid ben zoo te han delen-, dan is dat om een nog grooter kwaad te voorkomen en in de overtuiging, dat eene unie zonder wederzijdsche overeenstemming voor Zweden geen enkel werkelijk voordeel zou teweegbrengen. Stockholm, 21 Juni. In de troonrede hij de operanng der zitting van den rijksdag pro testeert de Koning tegen de beschuldiging, dat hij. door de grondwet te schenden, de maatregelen ;n Noorwegen in 't leven heeft geroepen. Het bij den rijksdag ingediende wetsontwerp doelt er nit - op, door dwang maatregelen het door Noorwegen begane on recht ite beantwoorden. De unie is niet de offers waard, die dwangmaatregelen zouden noodig maken. Het Zweedsche volk moge rich door een geest van kalmte en bezonnenheid laten leiden. God moge het. kracht en eens gezindheid schenken, opdat het binnen de eigen grenzen zal terugwinnen wat het door de ontbinding van de unie verliest. Stockholm, 21 Juni. De opening van den Rijksdag werd ook bijgewoond door den kroonprins en verscheidene ander© prinsen. Dd voorzitter van de Eerste Kamer drukte den wil van de Kamer uit om mede te wer ken tot eene voor Zweden gerustste'lende op lossing van de quaestie, die aanleiding had gegeven tot het bijeenroepen der Kamer, en betuigde daarop de gehoorzaamheid en ie onwrikbare trouw van de Kamer. De voorzitter van de Tweede Kamer oeed uitkomen, welk een pijnlijke verrassing voor Zweden de boodschap was geweest, dat Noor wegen den band wilde verbreken, die eens tot geluk van beide volken van gelegd. _n dit uur van beproeving zou liet volk zich scha ren om den Koning. Italië. Rome, 22 Juni. De Kamer heeft het wets ontwerp tot vermeerdering van de uitgaven voor leger en vloot aangenomen met 190 tegen 48 stemmen. De verklaring van den minister-president Fort-is in de Kamer, dat de Italiaansche re geering, al heeft zij niet het initiatief ge nomen tot de pogingen om den 'rede tus schen Rusland en Japan te herstellen, teoh al haar best in dien zin heeft gedaan, is af|ge- legd, naar aanleiding van een verzoekschrift van die strekking, dat door 400,000 Italianen onderteekend was. Men is in Rome 't er over eens, dat de nieuwe encycliek van den paus van groote beteekenis is, omdat daarin wordt gebroken met den door de beide vorige pausen aan de Ital'aansche katholieken voorgeschreven stelregel van volkomen onthouding op staat kundig gebied. Oostenrijk. Wtenen, 21 Juni. Het heerenhuis heeft het tarief van invoerrechten aangenomen. In den loop vani het debat drukten alle sprpekers de hoop uit-, dat men er ter elfder ure nog in zal s'agen de economische unie met Hongarije voort te zetten en dat de regeering in staat zal zijn bijtijds de econom-'sche betrekkingen met het buitenland te regelen. Weenen, 21 Juni. De politieke kringen >n Weenen wijden groote aandacht aan den toe stand in Hongarije, die ten gevolge van de zitting van heden zeer verergerd is. De „..eue Freie Presse" schrijft, dat de moeilijkheden vermeerderd rijn door de verdaging van de Kamer. Het blad wijst er op, dat er bij de voorlezing van 's Keizers brief tooneelen voor vielen in de Kamer van zuiver revolution airen aard. In eene vergadering van voorzitters der in den rijksraad vertegenwoordigde fractiën is besloten in deze zitting nog do credietwet voor het tweede halfjaar van 1905 en het handelsverdrag met Duitschland af te doen. Eene vergadering van de club der Jong- Czëahen was voorafgegaan, waarin besloten werd let verzet tegen het Duits oho handels verdrag te laten varen met het oog op den toestand in Hongarije. Hongarije. Boedapest, 21 Juni. Toen de leden van het nieuwe kabinet de zittingzaal binnen kwamen, werden rij met teekenen van af keuring ontvangen. De minister-president Fejetwary verzoekt den voorzitter van de Kamer den brief van den Koning te doen voorlezen, waarin de benoeming van bet nieuwe m;materie wordt medegedeeld. De voorzitter leest de verklaring voor over de omstandigheden, waaronder de benoeming van het kabinet plaats had. Fejervary ver toont daarop een tweeden brief van den Koning, waarvan hij, eveneens voorlezing verlangt. Hierop ontstaat grooto opgewon denheid en tumult. De afgevaardigden on derstellen, dat de brief een besluit tot ver daging van de rittingen der Kamer bevat; zij willen de bekendmaking van dit besluit verhinderen, totdat de vergadering een vo tum van wantrouwen tegen het nieuwe ka binet heeft uitgebracht. De ritting wordt, geschorst. Nadat de vergadering heropend is, wordt besloten eerst de orde van den dag af te doen en dan over te gaan tot de lezing van den tweeden brief van den Ko ning. De ministers verlaten de zaal. Frans Kossuth stelt in naam van de meerderheid een motie van wantrouwen voor tegen het kabinetdeze motie wordt met, groote meer derheid aangenomen. Daarna wordt de brief van den Kon'ng voorgelezen, waarbij de Kamer wordt verdaagd tot 15 September. De brief veroorzaakt groote opgewondenheid. Men schreeuwt Tisza toeDat is eene scha i- de. een schandaal! lie zitting wordt gesloten te midden van groot rumoer. Na de voorlezing van den brief des Ko nings in de Kamer van afgevaardigden, pro testeert baron Banffy namens de coalitie te gen de verdaging van de Kamer als eea maatregel, strijdig met het grondwettig recht van het volk. Hij verklaarde: De handhaving van het kabinet na het votum van afkeuring is in strijd met de grondwet en de regeering heeft niet het recht recru- ten op te roepen, belastingen te heffen of te onderhandelen over handelsverdragen. In den namiddag begaf baron Fejervary zich naar de Magnatenkamer. Hij las daar dezelfde verklaring voor als in de Kamer van afgevaardigden Ook de magnatenkamer nam een votum aan van wantrouwen in de anti-parlementaire en anti-grondwettige re geering. Rusland. De correspondent van de Tempa te Peters burg gewaagt van den diepen indruk, dieoi de ontvangst van de deputatie van het zemstwo-congres van Moskou heeft gemaakt. Men verwacht eene indrukwekkende betoo ging van gehechtheid aan den Ozaar in eene buitengewone zitting van de Petersburgsche duma, waarin de burgemeester verslag zal doeai van do audiëntie en de redevoeringen van den Ozaar en van prins Troebetzkoi. 3 ROMAN VAN ANNA WAHLENBERO. Zoodra Ada1 hem zag, bukte rijj rich tot hem over en zeide: „Ben je daar, Soerre, mijn beste jongen?-' De toon waarop zij dit zeide was zóo zacht en innig, er lag zóóveel teederheid in de ma nier waarmede zij: het groote zwarte dier op tilde, in haar armen nam en haar gelaat tegen zijn glanzend zwart vel drukte, dat Ruth nog het tooneeltje vóór zich zag, toen het meisje met Soerre reeds lang in huis was verdwenen. „Soerre schijnt 'tgoed met haar te kun- ne.i vinden," zeide zij. „Ja, dat. is ook een eigenaardigheid van onze juffrouw. Alle dieren houden van haar. De musschen komen de stukjes brood uit hare hand p'kken en de honden van do straat loopen haar na en wille» mede naar binnen." Ruth liet hare gedachten een oogenblikje dwalen. Misschien was er toch meer in dat meisje dan men op den eersten blik denken zouzij' scheen mensclien en dieren aan te trekken hoe, en waardoor? Inmiddels verliep de avond en de volgen de d'ag ook, zonder dat er van eenige toena dering tusschen de beide meisje sprake was geweest. De tantes wiaren recht in haar schik over Ruth's bezoek die gedrukte stemming verbeterde door haar bijzijn, en nu wilden zij haar geen minuut lang missen. Eenige tegemoetkoming in tegenwoordigheid der gestrenge oude dames wtasi buiten kwestie onder de hier heerschende eigenaardige ver houding; deze zou niet te pas komen. Toch had zij er een flauw vermoeden van dat de gezelschapsjuffrouw haar zocht; niet door dit in haar gedrag te toornen, maar alleen door de smeokende uitdrukking in de groote bruine oogen, wanneer zij deze op Ruth ves tigde. Zoo was nu ook de tWeodie dag voorbij, en Ruth wenschte goeden nacht en ging naa# hare kamer. Het onnoodig achtend om licht aan te steken, vergenoegde zij zich met het zwakke avondlicht, dat nog was overgeble ven langzaam verwisselde zij haar kleedje met de losse ochtendjapon en maakte zij hour lang blond haar los, om het voor den naoht. ineen te strengelen. Terwijil zij nu de kam er door heen liet. glijden, stond zij voor het raam en zag in den tuin, die sluimerde in volmaakte rust, onder het bleeke licht, der maan. Onwillekeurig dwaalden hare gedach ten nu weder af naar het jonge meisje dat zich ook zoo stil en droomerig door het huis bewoog, in overeenstemming met den nu eenzamen tuin bij maneschijn. Plotseling werd baar gediaehtengang ge stoord door hot vrij luiddruchtig opengaan van eone deur in har© buurt. Er kloijken voetstappen op het portaal. Nu hoorde zij de gangdeur die naar den tuin leidde opendoen en daar zag zij het stille meisje, waarmed'e zij zich juist in hare verbeelding bezig hield, op het kiezelpad loopen. Langzaam, en zon der om rich heen te zien, wandelde zij voort; het onbedekte hoofd voorovergebogen en in de vingers oen zakdoekje wringend, dat slap en nat van tranen scheon. Zij sloeg niet do richting naar den koepel in, maar verdween langs een zijpad, onder de dichte takken van het geboomte. Ruth bleef bij het- raam staan en wachtte op haar terugkomst. Dit zou niet lang duren, want zoo dun gekleed als Ada was, zou zij het in de kille avondlucht zeker spoedig te koud krijgen. Maar de eone minuut na de andere verliep en zij kwaan niet te vaorschijin. Er was nu meer dan een kwiartier verloopen sedert zij haar had zien gaan. Het tref Ruth dat rij die kamerdeur zoo luid had dichtgetrokken. Zóo doet iemand die onopgemerkt wil wegsluipen zeker niet. Zou zij het er mis schien op hebben aangelegd; haar, Ruth, naar buiten te lokken? Zat zij daarginds mogelijk te wachten, in de hoop dat zij' komen zou? Zij', herinnerde zich nu die smeekende uit drukking in Ada's oogen. Ja, zij had' voor zeker goed geradendie list goldi haar, en zij ging van het raam af, die kamer in, met het voornemen niet meer naar buiten te zien. Toch kon rij niet nalaten om naar voet stappen op het tuinpad te luisteren en een oogenblik later stond zi-j weder voor het raam'. Niemand was te zien. Zou. Ada nog altijd wachten? Dacht het dwaze meisje er dan in 't geheel niet. aan, dat dit lang buiten zitten, in dat dunne kleedje, haar eene geduchte verkoudheid op den hals kon halen? Nu, dat moest rij zelf weten. Zij was oud genoeg oor» voor zichzelf te zorgenRuth behoefde niet op haar te passen en zijl zou dab ook niet doen. Dat- meisje ging haar immers niet aan Maar zij had toch geen rust. Hoe zou zij kunnen gaan slapen met de wetenschap dat die andere, vlak in hare nabijiheid, zich zelf te gronde richtte? Dit mocht men. toch zijn medeinensch maar niet zoo goedsmoeds laten doen Ein hoewel half tegen haar zin, trok rij haar kleedje weder aan. sloeg haar pélerine om de schouders, hing een warmen shawl over den arm en stapte erop uit om de onvoor zichtige wandelaarster tot rede te brengen. Buiten gekomen, was het daar lichter, dsn zij in huis zijnde, gemeend hadde tuin wa» met zeer grootzaji zou haar, die zij zocht, gemakkelijk kunnen vinden. Zij had "dan ook nauwelijks het zijpad ingeslagen, waar zij Ada had zien verdwijnen, of zii werd de kleine, in het grij^ gekleede figuur op een korten afstand gewaar. Op een© lage bank, tusschen twee beuken en dicht, bij den met wingerdbladeren bedekten tuinmuur, lag de gezelschapsjuf frouw met het hoofd achterover; de vochtige, naar den hemel opgeslagen oogen glinsterden in den maneschijn. Het ritselen der kiezels en het kraken van de ter riji gebogen, takken, deden haar aan stonds het gelaat naar het tuinpad wenden, e» zoodra rij Ruth gewaar werd stond rij' op. Zij. bleef voor de bank staan in hare houding lag meer gespannen verwachting dan wel ver rassing over Ruth's komen, hier, op dit late uur. „Waarom blijft ui zoo lang builen, juffrouw Sundell?" vroeg Ruth op een berispenden toon. „Ik zag van uit. mijine kamer u den tuin ingaan en wachtte te vergeefs tot u weer naar binnen zou komen." „Het is frisscher hier dan b'nnen." „Ja, zoo frisch, dat men zeer veel kans heefifc eene flinke verkoudheid op te doen." „O neen..." Een droevig glimlachje, dat om haar mond speelde, voegde er zoo duideliik bij-: „en wat komt er dit op aan?" dat het ten cenenmale Ruth's boosheid, gedwongen te zijn op de ge zondheid van een ander te passen, op de vlucht joeg. „Nu maar, u haalt 'tmaar niet meer in uw hoofd zulke dwaze dingen te doen," zeide rij op een gemaakt meesterachitigen toon, terwijl zij den dikken wollen doek om de schouders van haar beschermelingetje legde. Het meisje sprak haar „dank u," zóo zacht, dat het. bijina niet hoorbaar was. Zij liet zich in dien shawl wikkelen zonder zelf eene hand uit te stoken. Zij scheen het een genot te vinden hot voorwerp van bezorglieid te rijln. De glimlach op haar gelaat bleef, hoewol nu nrnder droefgeestig dan straks; hij ver spreidde als het ware een veredelenden glans over de onregelmatige trekken en maakte bet gelaat schoon en innemend. Maar hij verdween spoedig weder, en nu werd het aangezicht een geheel ander, nul rij zich op de bank terug liet vallen en haar hoofd te gen hel kussen van groene bladeren drukte. Ruth wist niet recht wat zij doen moest. Maar na eene korte aarzeling overwon zij haar natuurlijken afkeer van elke overge voeligheid. Zij ging bij Ada op de bank zit ten, nam hare hand, die zij vasthield, en zeide vriendelijk „Stakkertje! Ge zijt niet gelukkig, hé?" Gelukkig?" Het antwoord klonk bevend, ala een on derdrukt snikken. „Soms heb ik het wel eens goed gehad, evenzoo als andere menschen," vervolgde zij, „maar gelukkig ik geloof niet dat ik ooit gelukkig geweest ben." „Hoe kunt u zoo treurig spreken, juf frouw Ada!" - r Wordi vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1