2
er voorstellingen op zullen worden, gegeven,
is piet bepaald.
De heer van Eek. Mijnheer de Voorzitter,
ik wensch ook met een enkel woord mijne
opinie te zeggen. Ik geloof, dat dè bezwaren,
die hier kunnen worden ingebracht, zich be
palen tot de vraag of het hinderlijk zal zijn
als do grond aan den openbaren, dienst ont
trokken wordt, omdat men dan niet over
den grond zal kunnen gaan en hem niet als
publieke weg kan gebruiken. Of er bezwar
ren zijn van anderen aard', gaat ons niet aan.
Het oordeel daarover moet aan den burger
meester worden overgelaten.
De heer Jorissen. Maar dat zijn toch
evengoed bezwaren, die bestaan.
De heer van Eok. Mijnheer de Voor
zitter, de heer Jorissen begrijpt mij; ver
keerd. Met gemoedsbezwaren heeft de raad
niet te maken, alleen met de technische be
zwaren, hieruit voortvloeiende dat de straat
niet gebruikt kan worden.
De heer Jorissen. Mijnheer de Voor
zatter, de technisake bezwaren, zooals de
heer van Eek Zq noemt, en de gemoedsbezwa
ren zijn toch all© beide bezwaren. Men moet
dg gemoedsbezwaren even goad kunneun laten
gelden. Waarom zouden die bij de anderen
moeten achterstaan.
De Voorzitter. Ik zal gaarne de be
zwaren tagen het geven van voorstellingen op
Zondag buiten den raad vernemen en, als
het mogelijik is, trachten ze op te 'heffen.
De heer J orissen. Dank u. Dat was de
bedoeling van mijne vraag.
2. De Voorzitter. Ik stel voor nog als
spotdeischend te behandelen do voorziening
in de functie van plaatsvervangend voorzit
ter in de stembureaux van het tweedy, en
derde district. Daarin is niet voorzien, en or
bestaat eemge vrees, dat de benoemde voor
zitters niet zullen kunnen, zitten. Ik verzoek
daarom over te gaan tot de benoeming.
De heeren Ceioss© en van Es veld worden
uitgenoodigd als stemopnemers te fungeeren.
benoemd worden de heer Tromp van Holst
tot plaatsvervangend voorzitter van het
tweede, en de heer van Esveld tot plaats
vervangend voorzitter van het derde stem-
uistrict.
3. De Voorzitter. Eindelijk stel ik
voor als spoedeischend te behandelen; een,
voorstel tot vaststelling van oninbare posten.
Wordt z. h. o. conform besloten.
Aan de orde is:
1. Benoeming van twee regentessen in het
college van Regentessen van het Burgerwees-
huis ter voorziening in de vacatures, ontstaan
door periodieke aftreding:
Voorgedragen worden
a. Vcor de vacature mevr. M. E. Reynders
mevr. M. E. ReyndersCalkoen, mevr. Ha-
gedoornSchutte en mevr. Meiners.
b. voor de vacature mevr. J. C. G. de
Jong: mevr. J. C. G. de JongGeerlings,
mevr. van Beyma thoe Ivingma en mevr.
Tolboom.
Benoemd worden mevrouw Reynders, met
11 en mevrouw de Jong met lO stemmen.
Op mevrouw van Bevma thoe Kingma was
één stem uitgebracht.
2. Benoeming van twee regenten1 in het- col
lege van Regenten van het Burgerweeshuis
ter voorziening in de vacatures ontstaan door
periodieke aftreding.
Voorgedragen worden
a. voor de vacature mr. P. J. F. van Voorst
Vader mr. P. J. F. van Voorst Vader, W.
H. E. Vrijdag en H. C. van Dam
b. voor de vacature J. H. Krudop: J. H.
Krudop, dr. F. A. E. Groneman en G. Door
man.
Benoemd worden de heeren mr. P. J. F.
van Voorts Vader en J. H. Krudop, beiden
met 10 stemmen.
De heeren Van Dam en Groneman ver
wierven ieder één stem.
3. Voorstel van B. en W. tot verlenging
met één jaar van de tijdelijke benoeming
van den heer E. J. Beumer als leer aar in
de staatswetenschap aan de Hoogere Bur
gerschool.
De heer Beumer wordt benoemd met 10
stemmen; een briefje was blanco.
4. Voorstel van B. en W. tot verlenging
met één jaar van de tijdelijke benoeming
van de heeren dr. H. F. Nierstrasz en J. J.
Vermeulen als leeraar aan het gymnasium,
respectievelijk in de natuurlijke historie en
in de geschiedenis.
De heeren Nierstrasz en Vermeulen wor
den benoemd met algemeene stemmen.
De Voorzitter betuigt dank aan de stem
opnemers voor de genomen moeite.
5. Voorstel van B. en W. tot wijziging
van de verordening, regelende de jaarwed
den van het personeel, verbonden aan het
gymnasium en de Hoogere Burgerschool.
De voorgestelde wijziging strekt om de
vergunning voor het geven van privaatles
sen en het bekleeden van, bezoldigde betrek
kingen uitgezonderd die genoemd in art.
5 der verordening en die van scheikundige
bij de gasfabriek, niet meer van de toestem
ming van den Raad, maar van die van B.
en W. afhankelijk te stellen.
Wordt met algemeene stemmen conform
besloten.
6. Verzoek van den onderwijzer L. A.
Slot om zijn verlof met drie maanden te
verlengen.
Wordt z. b. o. conform besloten.
7. Voorstel van B. en W. tot wijziging
van het raadsbesluit van 31 Januari 1905,
waarbij o. a. de pensioensgrondslag voorden
onderwijzer C. J. F. Prins werd vastgesteld.
Wordt z. h. o. conform besloten.
8. Voorstel van B. eni W. tot onbewoon
baarverklaring; a. van het perceel Utrecht-
sche straat no. 20; b. van de peroeelen in
de St. Agatbastraat no. 1 tot en met 19 en
no. 2 c. van het perceel aan den Hof no. 32.
De commissie adviseert de peroeelen sub
a b en o onbewoonbaar te verklaren, even
wel wat sub o betreft, tenzij' de verbeterin
gen daarvoor aangegeven, worden aange
bracht.
De heer van Duinen. Mijnheer de Voor
zitter mag ik vragen, of mijne wetsinterpre
tatie juist is ten aanzien van wat de taak
van de raadsleden, in deze is. Die taak is,
naar mijn oordeel, zeer gemakkelijk. Do raad
heeft fn. i. niet zelf te oordeelen over de al-
of nieGbewoonbaarheidzijn besluit is
slecht; eene sanctie van wat de gezondheids
commissie en de commissie uit den raad
hebben gedaan.
De V oorzitter. De raad moet ver
klaren, op advies van de gezondheidscom
missie, of de huizen al of niet bewoonbaar
zijn.
De heer van Duinen. Juist, maar als
ik de memorie van toelichting van de wo
ningwet- goed gelezen heb, dan is de bedoe
ling var den minister geweest, dat door den
raad alleen eene sanctie gegeven wordt aan
wat door do anderen is uitgevoerd, om mo
gelijke willekeur uit te sluiten.
De Voorzitter. De raad moet de on
bewoonbaarheid uitspreken, de gezondheids
commissie en de raadscommissie moeten den
raad daarover adviseeren.
De heer van Duinen. Dus de verant
woordelijkheid berust bij den ra-ad, volgens
uwe opvatting.
De Voorzitter. Ja, de verantwoorde
lijkheid berust geheel bij den gemeenteraad
We nacht, u hoofdelijke stemming?
De heer van Duinen. Dank- u
Wordt z. h. o. besloten conform het ad
vies der commissie.
9. Reclame van J. van Schaik tegen zijn
aanslag betreffende den verkoop van ster
ken drank in^het klein.
Wordt z. h. o. besloten conform het ad
vies.
10. Rapport en voorstel van B. en W. be
treffende een adres van de naamloozg ven
nootschap Volkshuisvesting.
Het adres strekt om den raad te verzoe
ken 1. het besluit van 30 Mei 1905 nog
eens te herzien2. de uitvoering van alle
bouwwerken op het terrein, waarvoor aan.
de bouwvereenigi n-g Eigen Haard vergun
ning verleend is tot het aanleggen van eene
nieuwe straat, te doen wachten tot de bouw-
vereeniging Eigen Haard een billijk voor
stel zal hebben gedaan aan Volkshuisvesting,
omtrent het in het adres genoemde strookje
grond
B en W. stellen voor aan Volkshuisves
ting te antwoorden, dat er geen termen zijn
aan haar verzoek te voldoen en aan Ged.
Staten op nieuw de goedkeuring van het
besluit van 31 Mei aan te vragen.
De heer Heyligers. Mijnheer de voor
zitter, met het oog op de afwezigheid van
den wethouder van openbare werken en do
onvoltalligheid van' deze vergadering, stel
ik voor de behandeling van deze zaak te ver
dagen tot de volgende vergadering.
De Voorzitter. De zaak is volledig
toegelicht en er kan dus, naar mijn meening,
geen bezwaar zijn haar nu te behandelen.
Maar ik zal uw voorstel in omvraag brengen.
De heer Jorissen. Waarom wil de
heer Heyligers verdaging van de behande
ling, mijnbeer de Voorzitter?
Ite Voorzitter. Zooa-ls reeds gezegd
is, omdat de wethouder van openbare wer
ken afwezig is en omdat deze vergadering
onvoltallig is.
Da heer Veis Heyn. Mijnheer de voor
zitter, eene spoedige beslissing is voor Eigen
Haard van zóóveel belang met het oog op
de wenschelijkheid van met bouwen te kun
nen voortgaan, dat het m. i. niet aangaat
eene week of drie op de beslissing te laten
wachten.
De heer Plomp. Mijnheer de Voorzitter,
wanneei ik in de vorige vergadering tegen
woordig was geweest, dan zou ik ongetwij
feld gesteund hebben het voorstel van den
heor van Esveld om de beslissing op de aan
vrage van de bouwvereeniging Eigen Haard
tot eene latere vergadering uit te stellen,
Een^ spoedige behandeling van eene derge
lijke zaak was alleen dan aannemel'jk,
neer de raad volkomen van de geheele zaak
op do hoogte was. Wanneer de raad de zaaje
niet kende, zooals toen is verklaard dan
mocht tot de behandeling niet worde a over
gegaan. Nu echter de raad uitstel niet noo-
dig geoordeeld heeft en een besluit genomen
heeft overeenkomstig de bestaande verorde
ning, gaat het niet aan, als men thans daai-
op wil terugkomen. Het spijt mij daarom,
dat B. en W. gemeend hebben aan Ged.
Staten te moeten verzoeken het raadsbesluit
terug te zenden, met de bedoeling de raad
in de gelegenheid te stellen liet op nieuw
te overwegen en, zoo nood'g, er op terug
te komen. Wanneer blijkt, dat bij B. en W.
de gevestigde meening bestaat, dat het be
sluit van den raad op wettige gronden be
rust, overeenkomstig het algemeen belang,
dan was het hun plicht geweest zoo
spoedig mogelijk te adviseeren, dat aan het
verzoek tot vernietiging geen gevolg behoort
te worden gegeven. Daartoe b stond des te
meer reden in dit geval, omdat er spoed was
en tegen het raadsbesluit geen verzet is ge
komen van de vereeniging. die liet aangaat,
maar het verzoek tot vernietiging is gedaan
door iemand, die er totaal buiten staat,
zoek tot vernietiging is gedaan door iemand,
die er totaal buiten staat.