tot li<l on voorzitterdr. H. P. Wijsman,
hoogleeraar te Leiden
tot lid en secretaris: dr. P. A. Vos, apothe
ker te Rotterdam
tot ledendr. A. P. N. Franchimont en dr.
J. M. Janse, beiden hoogleeraar te Leiden
tot plaatsvervangende ledendr. M. Gres-
hoff. directeur van het Koloniaal Museum te
Haarlem dr. A. Robertson, apotheker te Rot
terdam. en mej. Aleida Grut ter ink, apotheker
in het gemeentelijk ziekenhuis te Rotterdam
van de commissie, welke zitting zal houden
te Groningen
tot lid en voorzitterJ. F. Eykman, hoog
leeraar te Groningen
tot lid en secretaris: dr. H. G. dc Zaaijer,
apotheker te Groningen
tot loden d*\ J. W. Moll en dr. F. J. P.
van Calkcr, beiden hoogleeraar te Groningen
tot plaatsvervangende ledendr. H. Ver
meulen. assistent voor de scheikunde aan de
Rijks-universiteit te Groningen, en M. J. Schro
der, apotheker te Groningen
in do commissie, welke zitting zal houden te
Amsterdam
tot lid en voorzitter: dr. Ed. Verschaffeit,
hoogleeraar te Amsterdam
tot lid en secretaris: P. van der Vielen, lec
tor te Amsterdam
tot leden Jac. Polak, apotheker en dr. N.
Schoorl. lector, beiden to Amsterdam
tot plaatsvervangende leden dr. A. F. Hol
leman, hoogleeraar te Amsterdam J. Jelger-
huis Swikiens, apotheker te Amsterdam, en C.
J. Koning, apotheker te Bussum
Men schrijft uit Soestdijk
Aanvankelijk was het vertqek vtan het
Kon. Echtpaar naar het Loo gisteren avond
op 5 uur bepaald, zoodat de auto's op dat
tijdstip voorkwamen. Evenwel werd het ver
trek uitgesteld tot 10 minuten voor zeven
uur. De Koningin-Moeder nam op het bordes
hartelijk afsoheid van haar kinderen, terwijl
de Koningin uit den auto nog de prinsesjes
von Erbach vriondelijk toewuifde. Het Kon.
Echtpaar nam in den eersten auto plaats,
heit gevolg in dien tweeden, terwijl nog een
derdo wagen als reserve meereed. De Koning
in droeg een paar fraaie bouquetten.
De hertogin Marie van Mecklenburg,
moeder van Prins Hendrik, heeft, naar de
N. R. Ct. weet mede te deelen, de Koningin-
Moeder «t<er gelegenheid van haar verjaardag
c*m kostbaar geschenk gtegcvieln., bestaande
in antiek Mecklenburgsch koperwerk.
Het bezoek van den Shah van Perzië
aan ons land is, zoo 't dit jaar al niet geheel
achterwege blijft, althans deze maand niet
mevr te verwachten.
Do uitspraak in het geschil tusschen
Engeland en Frankrijk betreffende het sulta
naat van Mascato wordt binnenkort tege
moet. geziendo scheidsrechters en gedele
geerden in deze zaak blijven tot zoolang in
Don Haag vertoeven.
Gisterenmiddag hield het scheidsgerecht
vergadering in het gebouw van het Hof van
Arbitrage.
De Franscho gezant bij ons Hof, de heer
Monbel, biedt Zaterdag a. 9. aan de leden
van het scheidsgerecht, de vertegenwoordi
gers der beide hierbij betrokken mogendhe
den en verdere genoodigden, een gastmaal
aan.
De Belgische rogcfcHiig lifcpft prof.
Earnest Nys, hoogleeraar in het volkenrecht
aan de universiteit te Brussel, benoemd lot
lid van het Haagsche Hof van Arbitrage,
ih de plaats van wijlen baron Lam berm ont.
Do Turkse he gezant is uit het buiten
land te 's Gravenhagc teruggekeerd.
Men meldt uit 's-Gravenhage
Het Kamerlid' mr. Rink -heeft tijdens zijne
aanwezigheid hier ter stede, welke in ver
band gebracht wordt met de a.s. oplossing
der crisis, besprekingen gehouden met zijne
mede-afgevaardigden mr. Goeman Borgesius,
mr. Fock en Hubrecht.
De heer Goeman Borgesius begaf zioh gis
teren wederom naar 'het uoo.
„Het Vad." bevestigt: lo dat een op
lossing der crisis in voor vrijzinnigen gun-
stigen zin binnen enkele dagen te wachten la';
2o dat het vrijwel zeker is, dat de heeren.
Staal, Veegens en Rink deel zullen uitmaken
van een»to vormen kabinet;
3o dat de heer Goeman Borgesius heden
aan H. M. de Koningin hot resultaat heeft
medegedeeld van zijn voorbereidend werk om
tot een oplossing der crisis te geraken.
In de Dinsdag gehouden vergade
ring van den Raad van State heeft mr. W.
F. H. von Weckherlin als Staatsraad in bui
tengewonen dienst den eed afgelegd in han
den van den vice-president.
Er is thans officieel bericht gekomen
van het voornemen van do Engclscho kanaal -
vloot cn het kruisers-eskader om in de helft
van Augustus eenigen tijd te IJmuiden te
kamen.
Toelating tot de K. M. A.
Ten gevolge van den uitslag van hot
onlangs door cadetten dor Cadettenschool
afgelegd vergelijkend examen voor toelating
als cadet bij de Koninklijke Militaire Acar
demie, komon voor eeno plaatsing bij) die in
richting op 2 October o. k., in aanmerking
hij:
a. infanterie hier te lande:
W. K. R. Dieanont, A. F. Borren, J. F.
Obeiholzer, L. F. E. Coblijn, B. A. W.
Schlimmer, C. A. van Keulen, Th. J. Ree-
ser, S. E. Palache, A. J. C. Buysman, A. D.
van Steenbergen, J. E. Land;
b. cavalerie liior te lande:
jhr. F. Boelaarts van Blokland, L. baron
van Heeckereu van Brandseuburg
a artillerie hier te lande:
J. H. A. van der Hoeven, P. H. Schoute,
J. H. C. Smelt2»r, A. G. van der Hout, V. E.
Wilmar, G. Wegarif, J. A. Alma, L. E. M.
Ketting Olivier, P. Ch. van Aken;
d. genie bier to lande:
Ch. C. Grosjean;
o. infanterie in Nederlandsch-Indië
W. P. II. van ZutpEen. K. Ch. W. Rotte-
vool, W. E. Boere, E G. Döbkon, A. E. Bru-
not de Rochebrune, G. D. E. J. Hotz, F. H.
J. Engelman, D. D. de Jongh, K. van Erpo-
ciun, J. J. van Delden, W. F. Eisma, L. J.
Willemsen, J. C. F. Ohlhardt, J. A. Leger
stee, II. P. Maasson. A. A. Golpko
f. cavalerie in Nederlandsch-Indië:
J. G. J. van Loo, L. P. J. Savallo;
g. artillerie in Ncdorlandsch-Indië
H. L. Mauror, J. Th. Krol, H. ter Poorten,
P. C. Hoolboom, C. P. C. Bartels, J. Ouwe
hand
h. genie in Nederlandsch-Indië:
R. L. A. Schoemaker, L. F. Geerligs, J.
Paalman, J. H. Bosch.
Dezer dagen werd onder verschillende
andere geruchten vermeld, dat de heeren J.
H. Blum, districts-schoolopziener en mr. J.
A. Philipse, advocaat te 9 Gravenhagc, be
noemd zouden zijn of worden tot directeuren
van tuchtscholen.
Met beslistheid kan worden verzekerd dat
ook dit gerucht geheel uit de lucht is ge
grepen.
Krachtens Kon. besluit van 29 Augus
tus 18S3 no. 25, zijn bij beschikking van den
minister van koloniën, dd. 1 Augustus 1905,
no 33, de heeren mr. E. H. de Graag, mr.
H. J Canter Visscher. mr. H. A. Helb,
mr. H. Lamberts, mr. P. N. van der Stok,
jhr mr. II. J. van Vierssen Trip, mr. D.
Rutgers en mr. A. J. H. L. Adam, ter be
schikking gesteld van den gouverneur-gene-
raad van Nederl. Indië, om in rechterlijke
betrekkingen daar te lande worden geplaatst.
In Land en Volk deelt de heer M. van
Raalte mede, dat hiji om redenen van zuiver
persoonlijken aard als directeur-hoofdredac
teur van Land en Volk aftreedlt. O]) zijn
uitdrukkelijkcn wensch is hem door com
missarissen een eervol ontslag verleend.
Voorloopig zal de hoofdredactie door den
heer J. E. van der "Wielen, de directie der
vennootschap Land en Volk door den uitge
ver, den heer J. Hoekstra, worden waargeno
men.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
van 14 tot 25 September a.s. te Luik een
internationaal congres in zake den bouw van
openbare werken zal worden gehouden. Na
der*» inlichtingen zijn aan liet departement
van buitenlandsche zaken verkrijgbaar.
In verband met den feestdag te Londen
op Maandag 7 Augustus a. s., wordt door
do stoomvaart-maatschappij „Zeeland" op Za
terdag 5 en Zondag 6 Augustus geen vleesch
verscheept, pièritengevolge zal de snelgoede-
rentrein van Groningen en Leeuwarden naar
Vlissingen op Zaterdag 5 Augustus niet loo-
pen.
Do Schevoningsche haring
vloot. Het stille weder belemmert eeniger-
mate den terugkeer van de eerste reis der
Scheveningscbe haringvloot. De vangst is ook
tot dusver niet overdadig, maar tegen half
Augustus moet het grootste getal binnen'
zijn, hetzij voor nieuwen leeftocht, hetzij tot
herstel van de vleet enz. Het langst dat een
bom of logger uitblijft is 13 weken, maar
do meesten keeren na 11 weken huiswaarts.
De aanbrengst der Schevoningsche vloot, het
zij in de Maashavens, hetzij in de Sclïevening-
sehe haven is nog zeer klein, maar daarom
treurt men ndet. De priizen zij» tot dusver
goed en zullen vermoedelijk bij de aanstaande
groolc vangsten stijf blijven.
Over het honinggewin uit de Gelder-
sche vallei schrijft men
Hoewel de traditioneele dag (St. Laurens,
8 Augustus) nog niet is aangebroken, begin
nen sommige imkers reeds nu de korven te
ledigen. Dit jaar is hot gewin bizonder ruim,
dank zij den zeer g\ilistige 11 zomer voor het
nijvere bijenvolkje. Na de minder goede jaren,
die voorafgingen, schenkt deze zomer den
bijenhouders weer eenige vergoeding.
De moord bij Berg-en-Dal voor het Hof
van Gezworenen te Luik.
Vervolg van het requisitoir.
De afctvocaat-generaalmr. Préat, wenscht
geenszins absolute waarde toe te kennen aan
do soli rift-e x|x>rtis'e<ie ervaring heeft daar
toe te veel dwaasheden aan het licht ge
bracht. Wanneer hij dan ook niets had dan
bewijzen van die krachthij zou er van
afgezien hebben bekl.'s verwijzing naar de
Assises te eischen. Maar in verband ge bra uit.
met de getuigenverklaringen van andoren
aard hebben de conclusion der schriftkun
digen groote complementaire boetekenis. Ea
dan wil de adv.gen. er op wijzen, dat de
eene schriftkundige,-die van het Parket, be
slist verklaart, dat het schrift in het hotel-
register te Nijmegen, diat van Cherpion is,
terwijl die der verdediging zegtTiens, het
heeft er veel van, of do schrijver Cherpion'i
hand heeft willen nabootsen. „Juist",
zegt do adv.-gen. „dat is het. Gij levert
mij sterker materiaal dan uwe confrère.
Want het is niet denkbaar, dat degene, cv
opzettelijk een valsehen naam inschreef, ook
niet de voorzorg zou hebben genomen om
zijn hand te verdraaien."
Mr. Préat koant vervolgens tot het getui
genis van Carlier, de eenige, die beweerd
heeft, althans bij de openbare behandeling,
dat Cherpion op 18 Februari 's avonds :h ik
is geweest. Al liadlden do chef van den vei
ligheidsdienst Laurent en de twee respecta
bele officieren van het Belgisohe leger b't
getuigenis niet voor suspect verklaart, dan
nog zou het als een meineed moeten ge.iis-
qualifioeerd worden. Immers, toen de oom
van Cherpion en zijn vriend Krantzen op
19 Februari hem niet. thuis troffen en hun
ongerustheid aan Carlier kenbaar maakten,
heeft deze gezwegen. Nooit heeft nij ze'fs
aan zijn eigen vrouw (terwijl deze quaestio
toch van het hoogste belang was) verteld, dat
Cherpion Zaterdagsavonds wel degelijk thuis
was geweest.
Cherpion zou liet Vlaamsch niet machtig
zijn? Aliens done! Zeker, hij zou geen twee-
do Conscience worden 011 «en redevoering
in do Tweede Kamer te 's Gravenhagc zou
hij misschien niet verstaan, maar de gewone,
banale taal over eten cn drinken en het weer
wel degelijk, zoo goed als spreker in Nijmegen
de menschen wel begreep en de Duitschsrs
wel verstond, toen hij eenmaal in Duiiech-
land ging jagen. Bovendien, Cherpion «rhre°f
aan zijn meisje..De Regeering biedt mij
een betrekking in Gent aan, omdat ik het
Vlaamsch zoo goed keu."
De adv.-gen. behandelt nog meer van der
gelijke detailpunten. Zoo toont mr. Préat
o.a. nog aan, dat de briefkaarten, die Mme.
Schaal kreeg van Mario Droixhe, toen deze
reeds lang verdronken was, door nieimand
auders dan Cherpion zijn verzonden; hij
is daarvoor opzeitolijk naar Namen gereisd
en de leugens die hij omtrent die reis heeft
opgcdischt, zijn door het ijverig on onpar
tijdig onderzoek van den president volko
men vaneengeschourd. Spr. brengt in 't open
baar en van deze plaats don voort roffel ijken
president daarvoor warme hulde.
De beschuldiging is door al de verha'en
van Cherpion geen oogenblik aangetast. Het
gebouw zijner verdediging is tot stof ver
gaan.
En indien de gezworenen nu nog moch
ten twijfelen, laten zij dan letten op Cher-
pions houding na de daad, hier in Luik. La
ten zij dan goed nota nemen van hetgeen
Krantzen heeft medegedeeld over die dagen
laten zij dan niet vergeten dat Cherpion öe-
weert, radeloos door de velden gcloopen te
zijn toen' hij de „Mouse" van 8 Maart had
gelezen. Wat had gelezen? Nota bene, dat
de moordenaar van den Hexentanz 111
Duitschland was gevat' Gelooft gij iets van
die radeloosheid, mijne heeren gezworenen?
Ik niet zegt de Adv.-Gen.
Neen, Cherpion hervatte met zijn perver
se kalmte zijn studiën, maar de schim van
zijn arm slachtoffer achtervolgt hem, nu cn
voor immer.
Cherpion z'ret doodsbleek vanjdaagbij
heft zijn oogen niet op, maar geen spier op
zijn gelaat beweegt.
De adv.-gen. eindigt zijn requisitoir ran
ruim 5 uren met de overtuiging uit te spre
ken, dat de gezworenen deze misdaad niet
ongestraft zullen laten, „opdat ellendelingen
als Cherpion niet straffeloos onze kinderen
zullen kunnen ontvoeren en vermoorden."
Pleidooi der verdodiging.
Het is ruim vier uur, wanneer mr. Arthur
Detry het woord verkrijgt voor zijn pleidooi.
Met spanning is dit oogenblik ver be. d.
Groote verwachtingen worden gekoesterd van
den jongen advocaat met zijn intelligenten,
gedistingeerden kop hij geniet groote ach
ting bij de magistraten, de balie en het pu
bliek. Hij is een ernstig, conscientious man.
Roods heeft hij naam gemaakt met menig
gelukkig ten einde gebracht strafproces,
zonder daarbij iéts van zijn reputatie als
man van eer in te boeten.
Men zal opgemerkt hebben, dat hij nog
weinig op den voorgrond is getreden in dit
proces. Dat is m.i. minder een systeem dan
wel een uitvloeisel van zijn karakter, voor
zoover ik gelegenlieid had on die bcod zich
in ruime mate bij menig gezellig onderhoud
dat ik met den jovialen advocaat in de
rechtszaal en daar buiten had dat waar te
nemen.
Zijn heelc optreden heeft niets van bet
uitdagende, het pedante, dat aan bekende
advocaten in strafprocessen, die zich bewust
zijn van hun meesterschap, nog al eens eigen
is. Met groote bescheidenheid-, op bijzonder
sympathieke wijze, heeft hij gebruik gemaakt
van de ruime recht,on der verdediging, die
ook de Belgische wet toekent. Daar, waar
het noodig was, verzuimde hij niet acte to
uemon van een vorklaring, een getuige aan
den t/,nd te voelen of te intervenieeren, met
to wijzen op tegenstrijdigheden en onvolledi-
digo verklaringen. Maar wanneer hij dit ook
deed, altijd was het bezadigd, waardeerond.
zonder trucs.
Trouwens, het openbaar ministerie en de
president hebben hem ook geen oogenblik
aanleiding gegeven tot een ander© houding.
Met zeldzame onpartijdigheid is aan al zijne
weuscheu tegemoetgekomen. Eu zoo cl© pres.
een ongewoon ruian gebruik heeft gemaakt
van de aanzienlijke discretionnaire bevoegdhe
den, welke dj© wet hem toekent, waardoor zij,u
invloed op de procedure overwegend ie, dan is
het in hoofdzaak geweest ten behoeve van
de verdediging, opdat de waarheid aan het
licht zou komen. „Mr. Detry, ik ben geheel
te uwer beschikking," zoo klonk het altijd
uit den mand van den nobel en magistraat,
van wion een Nederlandsch rechterlijk amb
tenaar in de laatste dagen als belangstellend
toehoorder in die zaal aanwezig, mij heden
morgen verklaarde, dat hij hom uniek vond,
en van wilen ik zou willen zoggenZiedaar,
een compleet man.
Mr. Detry heeft al zijn kracht gespaard
voor het pleidooi. Daarin wil hij zijn gan-
ecluen stormloop op de sterke vesting van
de beschuldiging conoentreeren. Een zware
taak. Maar hij is vol moed. Zijn vrienden
en kennissen bewijzen hem de eer van hun
tegenwoordigheidhet aantal elegant-gekleo-
de dames, advocaten en rechterlijke ambte
naren was nog niet zoo groot als vanmiddag.
Eene dame in ritselende witte zijde, getooid
met kostbare briljanten, om dc rechterhand
een breeden gouden armband, waaraan een
zwarte gouden ketting met een prachtige
„face-a-main", waarmede zij den beklaagde
zit op te nemen, heeft zich met een vrien
delijk woord van oen plaatsje op de vooreto
persbank naast een verslaggever meester ge
maakt en de gendarme durft haar dat niet
ontnemen, want men zegt, dat zij de echt-
ge noote is van een hooggeplaatst sftaats-
staatsdienaar.
Het aantal vertegenwoordigers der imagi
naire pers is weeir grooter dan dat der judi-
ciaire. Een „mijnheer" biedt mij geld, als ;k
hem toegang bezorg, bijv. door hem voor een
eellega te doen doorgaan! De toga-doozen
dor advocaten moeten zelfs bewaakt wor
den, want er zijn al snaken in toga's out-
dekt, die in nauwer betrekking staan tot
de „baliekluiverij" dan tot de balie.
Mr. Detry begint zijn ploidooi met een
woord van warmen dank aan het parket en
het hof voor d.e wijze waarop de zaak ge-
instrueerd is en behandeld wordt. Dan wijdt
hij een gevoelvol woord aan de nage
dachtenis van het ongelukkige meisje, Marie
Droixhe. „Ik zal haar gevoelens niet in ver
denking brengen" zegt hij „maar in
dien ik eenige harde woorden over haar moet
zeggen, dan moge zij het mij vergeven, omdat
ik een lioiligen plioht heb te vervullen."
PI. kamt nu terstond tot de basis van zijn
pleidooi do ondermijning tevens van de
grondslagen der beschuldiging. Hij begint
met oen meesterlijke schildering van het ua-
tuurschoon der omgeving, waarin het droe
vig drama is afgespoeld, een landschap, Jat
op hem bij zijn bezoek va.u onlangs don n-
druk maakte van welvaart, geluk eu vreug
de. Die schildering heeft echter een bepaald
doel. Pleiter wil doen uitkomen, dat do naas
te omgeving van don Hexentanz voor den
onbidachtzamen wandelaar, vooral in den
winter, groot gevaar kan opleveren om
uit te glijden, te vallen en in den vijver te
recht te komen. Hij beroept zich op een ver
klaring van den Kleefschen Gerichtsrat, die
erkende zelf, van die steile helling bijna naar
beneden getuimeld te zijn. Do bedoeling is
duidelijk. PI. wil hot denkbeeld ingang
doen vinden, dat Marie Droixhe een ongeluk
is overkomen. Dat het lijk aan de
tegenovergestelde zijd© van den vijver
gevonden, is h©m daarbij geen beletselhet
zal door den vrij sterken stroom van die beek,
die den vijver voodt eu door de verlaging
in het niveau zijn weggespoeld. Geen sporen
van geweld zijn op het lijk govonden, noe
men ook heeft gtzooht. E11 de blauw© strie
men komen juist na den dood sterk uit, zegt
pl. Ook de kleeren toonen geen sporen van
een worsteling. De natuurlijke gevolgtrek
king moet in zoo'11 geval altijd zijn en :s
het ookgeen misdaad, maar ongeluk of
zelfmoord». En nu is dit volgens spr. een
ernstige lacune iu het rapport der Duitsche
medici, dat men niet onderzocht heeft het
stadium der digestie om nauwkeurig het uur
van den dood te kunnen constateeren. De
inhoud van de maag is slechts chemisch on
derzocht Oim te constateeren, dat het
slachtoffer geen vergif had ingenomen
Maar niet is uitgemaakt of het meisje niet
gestorven is aan een plotselinge verstikking
of een beroerte, tengevolge van den val m
het ijskoude water. Pleiter beroept zioh op
velschillende sammiteiten op 't gebied Jer
gerechtelijke geneeskunde en beveelt de le
zing van hun werken aan d© gezworeneii aan.
Pl. concludeert uit een en ander, dat de
hypotheseongeluk of zelfmoord, minstens
even veel waarde heeft als die van de mis
daad en meent, dat aan den grondslag van
do beschuldiging door de bewuste lacune bet
meest essentieele ontbreekt. Dat moet den
gezworenen, waar het hier geldt het leven
en de eer van een mensch, tot voorzichtig
heid aansporen. Zekerheid, mij|ne heeren,
zegt pl., hebt gij niet.
Pl. verzocht zijn ploidooi Donderdagoch
tend te mogen voortzetten. Het is ruim 5
uur. De pres. vreest dat men dan Donderdag
niet gereed zal komen. Mr. Detry hoopt Don
derdag voor de pauze zijn eersten termijn ie
besluiten. Mr. Tschoffen verklaart voor den
tweeden termijn niet meer dan één uur noo
dig te zullen hebben. De pres. hoeft dan
nog hoopt, dat Donderdag de gezworenen uit
spraak zullen kunnen doen, waarmede dezen
instemmen. „De zaak is ernstig," zeide dc
pres., „laat ons mr. Detry in geen enkel op
zicht zijp. taak bemoeilijken." De ztliting
wordt verdaagd tot Donderdag half tien.
Gisteren werd uit Luik geschreven
Het is heden de negende dag van het pro
ces. Zal het de laatste zijn? Waarschijnlijk.
I11 elk goval wijst de buitengewone toeloop
van nieuwsgierigen er op, dat het oogenblik
der beslissing nadert.
Op de breede gangen, die naar de zitting
zaal leidt-n, stellen de gendarmen de menig
te, die niet meer in de zaal kan wordlen toe
gelaten, in rijen van 8 a 10 en queue >.p.
opdat zij geduldig kunnen wachten tot dat
eenigen er binnen genoeg van krijgeu. Maar
die hoop is gering.
In de zaal zelve waant men zich in een
schouwburg; het decolleté ontbreekt er nog
maar aan. Onder de dames in de voorste
advooaten-banken zilt mevrouw Detry, de
intelligente jonge vrouw van den verdediger,
welke dame nog geen zitting heeft overgesla
gen.
Mr. Detry hervat zijn pleidooi met te re-
su mee ren de argumenten, gisteren door hem
aangevoerd, 0111 vast te stellen dat de dood
vail Marie Droixhe veeleer een gevolg is
van ongeluk of zelfmoord dan van misdaad.
Het eenige element, dat zekerheid zooi kun
nen geven, ontbreekt in dieze zaak sinds
haren opzet.
De hypothese van zelfmoord is geoorloofd,
zelfs al neemt men aan dlat Oberp:on in
Nijmegen geweest is. Had Marie Droixhe
niet meermalen verklaard aan Mad. Pirnay,
dat zij, als haar zoon haar verliet, de hand
aan haar leven zou slaan Was zij niet zwan
ger? Verkeerde zij niet in de onzekerheid wie
de vader van haar kind was?
Pleiter komt nu tot de verhouding tus
schen Marie Droixhe en Cherpion. Mane
Droixhe was mooi, lief, trotsch, hartstochte
lijk, een beetje perfide.
Zij pakt Cherpion in, is het wonder? Maar
vast staat, dat Marie Droixhe verscheeidene
amourettes tegelijkertijd onderhield. En
waarvan leefde zij Haar „beauté du diable"
maakte haar ongeschikt voor den harden
arbeid; zij was langzaam en lui, getuigen
de dames bij wie zij in dienst is geweest.
Pleiter sommeert de gezworenen over d;t
belangrijk punt eens na te denken.
Hij gelooft niet de woorden van den quasi
naïeven Pirnay, die hier de mooie rol van
l>eschermer van de deugd van Marie Droixhe
wilde spelen, maar die, naar zijn eigen be
kentenis, in het verborgen met haar uitging
naar eenzame plaatsen, en die haar duizend
francs leende. Maai' wie betaalde dan Je
kamers, de kleeren, de Menus-Plaisirs van
het kokette meisje, toen Pirnay, volgens zijn
beweren, met haar gebroken had Cherpion
stolbg niet, 011 thuis was zij weggejaagd cn
trok men zich niets meer van haar aan.
Haar vader wist niet eens haar adres.
Ook wil pleiter erop wijzen, dat Marie
Droixhe naar doctor Maidl van 't Hoff ging
op raad van Pirnay. Waarom vroeg zij dat
toen (Oct. 1904) niet aan haren verloofde
Cherpion
Ook dit houcle de jury wel in het oog, want
het geeft te nken.
Vervolgens tracht pleiter aan te toonen
dat de aanwezigheid van Cherpion te Nijme
gen niet bewezen is. De beschuldiging be
roept zich op het getuigenis van menschen,
maar pleiter heeft een uitgebreide literatuur
in zijn arsenaal, die loert welke ontzaglijke
rechtelijke dwalingen het gevolg reeds zijr
geweest van zoogenaamde herkenningen dooi
getuigen. Pl. beroept zich op Berliton's jong- f
sto studie over deze materie, en toont ie 1
photo's in dat werk voorkomende, die be-
wijzen hoe de sprekende gelijkenis van vcr-
schillendo personen tot de jammcrlijkste ver
gissingen heeft geleid, aan de gezworenen, 1
die er echter slechts een matige aandacht aan t
wij don.
Ten opzichte van de verschillende exper-
t:ses poogt pleiter wantrouwen te zaaien bij j
de gezworenen.
Dat de bekl. zijn alibi onmogelijk bewijzen
kan acht pl. zeer verklaarbaar. Wie, die zich
van geen kwaad bewust is, beweegt zich door
steden en dorpen, nauwkeurig lettende «p
de menschen die hij ontmoet-, zoodat hij ze
laler nog precies kan aanduiden?
Pl. concludeert aan het slot van zijn plei
dooi, dat, de besehuldiging niets heeft dan
vage aanwijzingen on onzekerheid, maar dat
de verdediging der feiten de zekerheid aan
haar zijde heeft, die de onweerlegbare bewij
zen zijn van Cherpion's onschuld.
De replieken.
Mr. Tschoffen, advocaat der civiele partij,
constateert in zijn repliek, dat de verdediging
11a 5 maanden voorbereiding, nadat van de
zijde van beklaagde allerlei invloed is ge
oefend op getuigen, o. a. door middel van per
sonen, die zich uitgaven voor ambtenaren van
het parket, uitgeloopen is op een volslagen
terugtocht. Mr. Detry is gebleven beneden
de hoogte, waarop zijn pleidooien plegen te
staan. Hoe komt dat? Omdat het een hope-
looze zaak is, waaraan hij zijn naam heeft
verbonden. Helderder dan de dag is Cher
pion's schuld aan het licht getreden.
Pleiter koestert de goede gedachten van
zijjn confrère, dan dat deze in staat zou zijn
in zijn repliek argumenten aan te voeren, die
pl. niet meer zou kunnen achterhalen. Hij
protesteert er tegen, dat de verdediger twee
systemen van verdediging dooreen mengt;
een van beiden of Cherpion was in Nijmegen
en hij. heeft het meisje vermoord, of hij was
er niet. Maar te pleiten, dat hij er wel kan
geweest zijn, maar dat Marie Droixhe een on
geluk is overkomen, dat gaat de grenzen van
het ridicule zelfs te buiten. Pl. betwist met
alle kracht, dat het rapport der Duitsche ge-
neesheeren onvolledig zou zijn geweest. Hij
herinnert er aan, dat de .L/uitsche medische
wetenschap op dit oogenblik hooger staat dan
eenige andere ter wereld.
Hij verdedigt met warmte de nagedachtenis
van het slachtoffer tegen de blaam, door den
verdediger daarop geworpen, en toont aan,
dat zij wel degelijk door haar vader met vrij
belangrijke geldsommen werd gesteund. Mr.
Detry heeft niet bewezen, dat zij relatiën met
Pirnay aanhield, toen zij met Cherpion ver
loofd was. Pl. meent, dat niemand kan twij
felen aan de schuld van Cherpion, wiens ver
dediger niet in staat is geweest, zijn alibi te
bewijzen, en die over al de verpletterende
elementen der beschuldiging een verrassend
stilzwijgen bewaart.
Zeker, het menschelijk getuigenis is feil
baar daarom juist zal de jury onderscheiden
tusschen het vertrouwbare getuigenis van al
len, met wie' Cherpion in aanraking geweest
is, en die hem allen herkennen, en heb getui
genis van den bevooroordeelden, belangheb
benden Carlier, met wiens hulp Cherpion zich
heeft trachten te redden. En de drijfveer, dio
beklaagde had, en de feiten zelf en zijn ma
noeuvres voor en na de misdaad stellen zijn
schuld onbetwijfelbaar vast.
Pleiter eindigt met een zeer treffende pero
ratie. Het zijn oogeniblikken van groote emo
tie in deze stikhitte atmosfeer.
Gij hebt, mijne heeren gezworenen, zegt
pl., dezen man hier gezien, die met een glim
lach is verschenen voor de justitie van zijn
land, die de getuigen heeft uitgelachen en
met wiskundige berekeningen getracht heeft
hun verklaringen te ontzenuwen, te corrigee-
ren. Gij hebt hem gezien, ijskoud als marmer.
Protesteer dan toch, riep de president hem
toe, zoo menigmaal, maar hij zweeg en lachte.
Geen enkele gru du ooeur, geen de minste
manifestatie van zijn onschuld.
Mijne heeren, ik weet het, gij zijt in uw
hart overtuigd eu gij zult hem veroordeel en,
die een misdaad heeft begaan voor God en de
menschen, en die hier de laaghartigheid tot
het uiterste heeft gedreven door zijn slacht
offer te belasteren op de infaamste wijze. De
openbare meening heeft gesproken en Cher
pion geschandvlekt. Thans aan u de beurt,
om uw plicht te doen tegenover het vaderland,
dat u geroepen heeft tot de ernstigste taak,
die aan een burger van België kan worden
toevertrouwd.
En aan de Hof do taak, om den misdadiger
de straf te geven, die bij verdient.
Bravo's weerklinken in do zaal. De presi
dent, die er zeer bewogen en afgemat uit
ziet, beveeltSilence, pas un mot. Cherpion
ziet als een lijkmet moeite houdt hij zich
overeind.
De zitting wordt 5 minuten na éónen ge
schokt tot 3 uur.
Bij de replieken verdedigt advocaat-gene
raal de rapporten der Duitsche genoesheeren
on betoogt nader, dat hypothese omtrent on
geluk of zelfmoord absurd zijn. Spr. doet
een laatste poging om Cherpion, bcm herin
nerend aan zijn vader en moeder, aan het
spreken te krijgen. Deze antwoordt echter:
Ben nooit in Nijmegen of in de -.ingeving
geweest.
Mr Preat eindigt met de jury gerechtig-
he'd te vragen.
Om half vijf begint mr. Detry zijn twee
den termijn Hij is zeer nerveus, zijn toon
s heftig, zijn taal gezwollen en donderend
ziïn stem. Hij houdt zijn stelling staande,
z.ch beroepend op de coryphee der gerechte
lijke geneeskunde, Brouardel, dat er geen
misdaad, maar een ongeluk heeft olaats ge
had. Pl. wijst ten slotte op Cherpion's on
berispelijk verleden. Hij is overtuigd, dat de
jury niet luisteren zal naar de stem der
wraak doch naar de feiten en haar geweten
eu Cherpion zal vrijspreken.
Cherpion verklaart hieraan niets toe te
voegen te hebben.
Om half zes gaat de jury in raadkamer.
Na 20 minuten beraadslagen keert zij in de
zaal terug en even daarna bet bof. Het
hoofd der jury leest het verdict voor.
De uitspraak.
De gezworenen hebben op beide vragen
Is Cherp'on schuldig aan moord? Heeft hij
dien gepleegd met voorbedachten rade? ge
antwoord: Ja!