38.
4de Jaargang.
Maandag 7 Augustus 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.^
Speelbal van Wind en Golven.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'b morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PKIJ8 DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels0.75»
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement -Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De vredesonderhandelingen.
Het heeft verscheidene weken geduurd,
voordat het voorbereidende werk voltooid
was, dat de aanneming meebracht van de
uitnoodiging, door president Roosevelt tot de
beide strijdende partijen, gericht, om samen
van gedachten te wisselen over de mogelijk
heid om tot het herstel van den vrede te
geraken. Maar nu zijn de gevolmachtigden
van Rusla.no en Japan dan toch bijeen in de
Amerikaanfche havenstad Portsmouth, om te
onderhandelen over het sluiten van den vrede.
Heden houden zij daar hunne eerste samen
komst.
Met spaaning wordt uitgezien naar het
resultaat van deze onderhandelingen. Niet
omdat men al te ongerust behoeft te zijn,
hoo do einduitslag zal zijn Voor Japan is het
einde van den oorlog in liooge mate ge-
weuficht. Voor Rusland is het ecne droevige
noodzakelijkheid vrede te sluiten. De weinige
weken, die verloopen zijn sedert de aanneming
van Roosevelt's uitnoodiging, hebben dat
voor ieder duidelijk gemaakt. In dien tijd
valt de verovering van het eiland Sachalin
door de Japanners. Schier zonder slag of
stoot hebben de Russen zich hier *n het on
vermijdelijke moeten schikken den 31en Juli
heeft de gouverneur van het eiland zich met
wat hem aan troepen restte, overgegeven. Ook
wat op het tegenover Sachalin gelegen vaste
land voorvalt, duidt aan, dat als de oorlog
nog langer duurt het gebied van den Amoer-
moud spoedig het lot van Sachalin zal volgen.
Slechts door zoo spoedig mogelijk vrede te
sluiten, of althans de officieele staking van
de vijandelijkheden te bewerken, kan Rus
land ontkomen aan het voldongen feit, dat
zijn kustgebied aan den Grooten oceaan go-
heel in Japansck bezit is overgegaan. De
schoonste overwinningen, die Linewitsch mo
gelijk nog zou kunnen behalen in Mandsjoe-
rije, zouden niet in 9taat zijn dat feit te niet
te doen.
De toestand is dus deze, dat als de oorlog
onverhoopt mocht worden voortgezet, voor
Rusland nieuwe verliezen met zekerheid zijn te
verwachten, en daartegenover de voordeelen,
die bet zou kunnen behalen van slechts
twijfelachtig nut zijn. Inderdaad, het gezond
verstand schrijft Rusland gebiedend voor
dezen oorlog, waarin het niets dan rampen
heeft ondervonden, te beëindigen.
Wanneer men dit in het oog houdt, dan
zal men niet te veel gewicht hechten aan de
pessimistische berichten, die in de laatste da
gen uit New-York en uit Petersburg zijn
gekomen Van Japansche zijde tracht men den
indruk te verwekken, dat Japan zeer matige
vredesvoorwaarden zal stellen en dat het dus
niet de schuld van. Japan zal zijn, wanneer
de vrede niet mocht tot stand komen. In
Rusland kan men zich nog niet schikken n
de gedachte, eene oorlogsschadevergoeding te
moeten betalen, en de Czaar zelf heeft voor
een paar dagen nog verklaard, dat hij nooit
„een vernederenden of het groote Rusland on-
waardigen vrede zal sluiten". De vraag is
echter wat als „vernederend" en als „onwaar
dig" is te beschouwen. Prins Mestsjerski
merkt in de Grashdanin op, dat Peter do
Groote toch zeker de eer van Rusland beter
begrepen heeft, dan de „bouillants Achilles"
van de pers, maar dat dit hem toch niet
heeft belet, zich bij Narwa en aan de Pruth
voor overwonnen te verklaren en toe te stem
men in vredesvoorwaarden, omdat hij begreep,
dat Rusland niet beleed'gd is en dat
het door een enkelen ongeluikkigen oor
log niet te niet kan gaan. Alexander I
heeft den vrede van Tilsit, Alexander n den
vrede van Parijs gesloten. De Japanners heb
ben Rusland niet beleedigd e.n het op deze
wijze tot den oorlog gedwongenintegendeel,
zij hebben, terwijl zij zicb tot den oorlog
voor' ereidden, naar de mogelijkheid gezocht
hem to vermijden door zich vreedzaam met
Rusland te verstaan. Bijgevolg kan, wanneer
het oorlogsgeluk aan hunne zijde geweest is,
de eer van Rusland niet alleen niet lijden
onder een vrede, die steunt op de erkenning,
dat Rusland overwonnen is, maar zij zal zich
integendeel verhooge.n als nationaal gevoel,
„wanneer wij voor de gansche wereld onze
verplichting erkennen, ons tot redding van
den staat en tot zijne wedergeboorte te onder
werpen aan den last van den vrede, om door
de zwaarte van het oogenblik eene lichte toe
komst te koopen."
Het is niet zonder beteekenig, wanneer een
goed conservatief Russisch blad, zooals de
Grashdanin is, verklaart, dat Rusland door
Japan volstrekt niet beleedigd is. En in ver
band daarmee verdient de verklaring a© aan
dacht, die de Russische vedesonderhandelaar,
do heer Witte, toen hij den voet zette op
den Amerikaanschen grond om daar over het
herstel van den vrede te onderhandelen, door
tusschenkomst van prof. von Martens aan -Je
tot zijne ontvangst gereed staande dagblad
schrijvers heeft afgelegd. Daarin komen deze
zeer opmerkelijke woorden voor: „Ik merk
uitdrukkelijk op, dat het mijn ernstigste
wensch is, dat elke der beide ridderlijke na
tiën, die hunne eerste nadere kennismaking
op net slagveld maakten., bij de andere eigen
schappen, die te waardeeren zijn, moge heb
ben ontdekt, waardoor zij zullen worden be
wogen deze kennismaking verder aan te hou
den, totdat zij zich tot duurzame vriendschap
ontwikkelt." Bedriegen wij ons niet, dan is
dat de hand der verzoening, die door Rusland
aan Japan wordt toegestoken en die, nog
voordat de vrede is gesloten, het uitzicht
opent op de betere toekomst, die daarachter
ligt en waarin een duurzame vriendschap»
betrekking de beide voormalige vijanden zal
vereenigen. Wanneer dat de gezindheid is,
waarmee Ruslands eerste gevolmachtigde zich
begeeft naar de zaal, waar hij de Japansche
vredesgemaehtigden zal ontmoeten, dan mag
men aannemen, dat de formule wel te vinden
zal zijn. die het herstel van den vrede moge
lijk zal maken.
Frankrijk en Rusland.
Het bericht, dat Frankrijk en Rusland het
samen eens geworden zijn over een nieuw han
delsverdrag, kan nog aangevuld worden in
dien zin, dat Fraukrijk zich verbindt de rech
ten, bestaande op de goederen, waarbij Rus
land belang heeft, onveranderlijk vast te stel
len en geen rechten te heffen op die, welke
t-hans vrij worden ingevoerd. Rusland doet
verschillende concession op het tarief betref
fende wijnen, geestrijke dranken, reukwaren
en aromatische wateren, zeep, handschoenen,
schoenen, hoeden en kaas, uit Frankrijk 'n-
gevoerd.
Noorwegen.
Volgens een bericht uit Kopenhagen komt
de candidatuur van prius Karei van Dene
marken voor den troon van Noorwegen meer
op den voorgrond. Verscheidene Noorwegers,
waaronder Nansen, zijn te Kopenhagen in
dien zin werkzaam. Van eene beslissing kan
echter vooreerst geen sprake zijn, reeds om
dynastieke redenen, zoolang Koning Oskar
niet do aanbieding van don troon voor een
prius uit het Zrweedsche koningshuis defini
tief geweigerd heeft.
Rusland.
Over de beraadslagingen, die thans te Pe
terhof gevoerd worden over het gewijzigde
plan tot samenstelling eener nationale ver
gadering, bericht de correspondent van de
Temps
Den len Augustus heeft in het paleis te
Peterhof de eerste zitting plaats gehad van
eene buitengewone vergadering, die onder
voorzitterschap van den Keizer is bijeenge
roepen tot behandeling van het ontwerp-
Boelygin. Zeven grootvorsten, het geheele
minister-comité met graaf Solski als voorzit
ter, bijna alle leden van den rijksraad, drie
senatoren en de professoren Kloetsjewinski
en Paw low namen deel aan de conferentie.
Na het opdragen van eene mis, waarin
vader Johannes van Kroonstad voorging, ver-
k'aarde de Keizer de zitting voor geopend;
hij noodigde de aanwezigen uit zich vrij uit
to spreken over het voorgestelde ontwerp. De
meerderheid der leden verklaarden zicli aan
stonds ten gunste der hervorming, maar do
hedren Pobjedonoszew, Manoektin en graaf
Lamsdnrff hebben zich verklaard tegen de
bijeenroeping op dit tijdstip van de rijks-
dcema.
De beraadslagingen van de volgende dagen
zullen slechts loopen over detailpunten, en
aan de beginselen, waarop het verkiezings
stelsel van den heer Boelygin rust, zal niet
meer getornd worden. Om het einde van de
werkzaam heden te verhaasten, zullen de leden
van do conferentie niet naar Petersburg terug-
keerenzij zullen te Peterhof blijven tot
aan den dag der afkondiging van de ukase,
<"e steeds wordt verwacht op den 12en Augus
tus, den dag der geboorte van de Cesarewitsch.
Nader bericht deze correspondent, dat de
hoeren Pobjedanoszew en Stichinski er tot
dusver niet in geslaagd zijn de debatten in een
reactionairen zin te sturen. Naar verluidt, zou
de kiesoensus nog verminderd zijn. Op deze
verzekering is men in Petersburg hoopvol ge
stemd men beschouwt de samensteling als
verzekerd van eene nationale vergadering,
waardoor het land zonder schokken en zon
der binnenlandsche rampen zal komen tot
©ene grondwet en tob den vooruitgang. In-
tusschen doet de Birshewija Wjedomosti op
merken, dat de agrarische kwestie dreigend
zal blijven, en constateert de Russ, dat een
zoo verschrikkelijke hongersnood als die van
1891 den toestand zeer ingewikkeld zou ma-
k.n.
Volgens een bericht van Reuter uit Peters
burg, is in deze beraadslagingen het plan in
hoofdzaak onveranderd gebleven. Dé krach
tige bestrijding van het ontwerp door Pobjc-
donoszew, die aanvoerde dat het den genade
slag zou toebrengen aan het autocratiscl 3
stelsel, heeft niet mogen baten. Als een warme
verdediger van de invoering van hervormin
gen heeft zich doen kennenTrepow. De
Czaar blijft bij zijn gevoelen, dat alleen het
begin van een tijd van vrijheid den binnen-
landschen vrede zal herstellen.
Het dagelij ksch bestuur van het zemstwo-
congres heeft de oproepingen verzonden voor
het oongres, dat den 24en Augustus te Mos
kou zal worden gehouden. Aan dit congres
zullen, behalve de gemachtigden van de
zemstwo's en de steden, vier afgevaardigden
deelnemen van iedere provincie, die nog goen
zemstwo bezit. Het doel van het congres is,
dé door het plan-Boelygin voorgestelde her
vormingen te onderzoeken en de logische ge
volgen, die het zal hebben, te bespreken.
Volgens de Slowo zullen de oonferentiën
te Peterhof nog een dag of veertien aanhou
den. Het keizerlijke manifest, dat daaruit zal
voortvloeien, zal niet op den verjaardag van
den kroonprins verschijnen, maar eerst den
19en Augustus. Dus in ieder geval nog vóór
het congres van 24 Augustus.
Do Nasha, Shisn, opkomende tegen do pogin
gen van regeeringswege tot vergoelijking van
do berichten der dagbladen over den slechten
oogst, deelt nader mede, dat verscheidene
provinciën, inzonderheid Woronesoh, geheel
met hongersnood geslagen zijn en de zomstwo
van de provincie Rjasau de noodzakelijkheid
erkend heeft de slachtoffers van leeftocht te
voorzien.
Talrijke districten in de provinciën Toela,
Orel en Saratow zijn getroffen door misge
was van winter- en voorjaarskoren; ook
daar heersoht een ware hongersnood.
Moskou, 5 Aug. De moordenaar van den
Moskouschen prefect van politie Schoewalow,
Koobkowsky, is heden door den krijgsraad
tot den dood door ophanging veroordeeld.
Hclsingfors, 5 Aug. Do senaat van Finland
had in een verzoekschrift aan den Keizer er
op g -wezen, dat de door de regeering voor-
gr nomen onttrekking van de politieke mis
drijven aan do competentie van de plaatse
lijke rechtbanken, om ze te verwijzen naar
R .-ssische militaire rechtbanken, in strijd is
met de grondewt- van Finland, daar de dood
straf, zooals de militaire rechtbank kan uit
spreken, sedert 1825 niet is toegepast. Toen
bede- bekend werd, dat de Keizer het ver
zoekschrift had geweigerd, kwamen vertegen
woordigers van de arbeiderspartijen bijeen en
besloten eenstemmig, na een aantal scherpe,
verbitterde redevoeringen, te zullen protestee
ren tsgen de maatregelen van de regeering,
waaruit ernstige en noodlottige gevolgen drei
gen te ontstaan. Eerstdaags zal eene groote
oetooging worden gehouden.
Turkije*
De Bulgaarsche regeering heeft hare toe
stemming verleend tot de opneming van het
woord Oost-Rumelië in de met Turkije te
sluiten post- en telegraafovereenkomst. De
weigering van Bulgarije om Oost-Ru mei ië af
zonderlijk te vermelden, had tot dusver het
tot stand komen van de overeenkomst ver
traagd.
Een man van Finsche nationaliteit, die ge
houden wordt voor den dader van den moord
aanslag op den Sultan van Turkije is, in
weerwil van do zorgen der politie te Belgra
do, er in geslaagd de grens tusschen Servië
en Hongarije te passeeren.
Een ander bericht, uit Wecnen afkomstig,
zegt daarentegen weer, dat een der als ver
dacht gearresteerden heeft medegedeeld, dat
de daders een Russisch Armeniër, een Bulgaar
en een Turk geweest zijn, en dat ze na den
aanslag op een Engelsch schip gevlucht zou
den zijn.
Het rechte weet men er nog altijd niet
van.
Vereenigde Staten.
New-Orleam, 5 Aug. De chef van het
marine-hospitaal verklaart, dat er minstens
veertig geneesheeren nood-ig zijn om maatrege
len te nemen tegen de gele koorts.
Washington, 5 Aug. De chef van den genees
kundigen dienst Wyman heeft ee,n telegram
van president Roosevelt ontvangen, waarin
hem wordt bevolen alles te doen wat in zijne
macht is om aan den toestand in New-Orlcans
het hoofd te bieden.
Afrika.
Berlijn, 5 Aug. De Norddeutsche Allgem.
Ztg. schrijft: Volgens een telegram van den
Ke'zerlijkon gouverneur van Duitsoh-Oostr
Afrika zijn onder de inboorlingen van do
Matoembis, noordelijk van Kilwa, onlusten
uitgebroken, waarvan de oorzaak nog niet
volledig opgehelderd is.
In het aan de kust gelegen plaatsje Sa-
manga zijn verscheidene huizen door de in
boorlingen verbrand. Tot onderdrukking der
onlusten, die, naar de gouverneur met na
druk verklaart, van lokaal karakter zijn, zijn
de beide compagnieën uit Lindi on Dar-es-
Salam naar Kilwa gezonden.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog sijn de volgende berichten
Het reeds vermelde adres van de doema
van Chabarowsk (Siberië) waarin den Czaar
wordt verzocht niet eerder vrede te sluiten
„dan tot het taaie verzet van den vijand
gebroken is", zegt tot ondersteuning van dit
verzoek „Wij zijn overtuigd, dat deze vij
and reeds de laatste krachten inspant en de
laatste eigen en geleende middelen verbruikt
terwijl de krachten van Rusland nog lang
niet uitgeput zijn. Zooals ons bokend is,
dorsten uwe troepen naar de overwinning en
zijn gereed te zegevieren. Wij, uwe trouwe,
onderdanige inwoners van Chabarowsk, zijn,
ondanks de nabijheid van het gevaar en zwaro
ontberingen, gezind tot het einde lijdzaam to
zijn, en goed en bloed op te offeren voor het
welzijn van het vaderland. Wij kunnen ons de
gedachte niet voorstellen, dat het Russische
rijk zich voor overwonnen verklaart en in
gaat op gobiedsafstand en op de bepaling
van eene oorlogsschadevergoeding. Geen voet
breeds Russischen grond en geen roebel
schadevergoeding dat is de eenigo moge
lijke grondslag voor het begin van vredes-
o nderhandelingen
Op dit adres heeft de Czaar den 3öen Juli
eigenhandig de kantteekening gezet..1 -
deel geheel de gevoelens, die de doema van
Chabarowsk bezielen, en ik dank haar."
De Japansche legatie ontving heden het
volgende telegram ut Tokio:
Het leger op Sachalin rapporteerteen ca-
valeriekorps, onafhankelijk van de hoofd
macht opereerende, viel den vijand» aan en
dreef hem op de vlucht ten zuiden van Paleo,
in den namiddag van* den 28sten, waarbij
twee stukken veldgeschut, benevens ammuni-
tiewagens, geweren en schietvoorraad worden
buitgemaakt.
Den 29sten trok dezelfde macht, samenwer
kende met versterkingen, op vervolging van
den vijand uit naar het zuiden van Tauran.
Om 5 uur 's namiddags van den 30sten kwam
een parlementair van den vijand met een
schrijven van generaal Liapunov, militair gou
verneur, geadresseerd aan oen bevelhebber
van het leger, waarin stond» dat gebrek aan
kleederen, medicijnen, en de onmogelijkheid
om de gewonden te verplegen, generaal Liapu
nov dwong, om redenen van humaniteit be
ëindiging der vijan de 1 ijk heden te verzoeken.
De commandant van het leger antwoordde dat
alle militaire voorraden, alle roerende en on
roerende goederen behoorende aan de regee
ring en alle bescheiden met betrekking tot
37 BOHAN VAN
ANNA WAIILENBERG.
Hiji ging er been 'n de lioop dat zijne moe
der d'e stoornis in hunne verhouding te hin
derlijk vond en daarom ecne toenadering
wenschte; maar reeds bij zijn binnenkomen
zag hiji dat dit niet het geval was.
Na een kort© wedei-zijdsche .begroeting,
ging zij: naar de schrijftafel en nam daaruit
een opengebroken brief, dien zij beon niet
een stroeve uitdrukking op het gelaat over
handigde.
„Dezen wilde ik je laten lezen; dan kun
je allthans ook van een andere zijde dan van
Svanelund hooren wie zij) is, die jij, voor een
arm, vervolgd onsichuldje houdt."
Zijtn eenig antwoord bestond uit een min
achtend schouderophalen hij nam dén brief
aan anet het voornemen dien ongelezen op
die tafel te werpen. Maar 'het zou toch niet
kwaad zijn te weten wie de nieuwe lasteraar
of lasteraarster was; en na een© kortston
dige aarzeling haalde hij den brief uit het
omslag en las de onderteekening.
Deze was van eene der tantes van Karl
Edwin von Ilelert, van de ongetrouwde, uit
zijne geboorteplaats.
„Zoo-oo," zeidc hij, zijne moeder veront
waardigd aanziende, „dus tot haar hebt u
uw toevlucht genomen?"
Hiji badi baar doorzien. De families von
Helert en Grabe waren oude bekenden, en
vooral was er voorheen een druk verkeer ge
weest tusschen Sven's moedor en de beide
tantes van Karl Edwin, in de kleine provin
ciestad.
Mevrouw Grabe wist dat Ada een poos
bij hare vriendinnen in huis geweest was, en
natuurlijk had zijl de gelegenheid, om over
het jonge meisje iets naders te weten te ko
men, niet ongebruikt willeu laten. Zij scheen
nu eok door zijne opmerking getroffen te
zijn en zat met het hoofd over haar borduur
werk gebogen, terwijl hij dén brief keerde
en wendde en dien ook inzag; want hij wil
de nu toch weten wat die oude juffrouw to
vertellen had.
„Het is prachtig het is prachtig!" her
haalde hiji onder het lezen, telkens met groo-
ter verontwaardiging in zijn toon, tot hij
ten laatste heb papier als ecu bal in elkaar
frommelde en op den grond wierp.
„Het is edelmoedig!" barstte hij uit.
„Maar doe van mij de boodschap aan uwe
lieve vriendinnen, die zooveel zorg hebben
voor bet welzijn van jonge mannen, dat do
wereld hare hulp waarschijnlijk minder noo-
dig heeft dan zij denken. En u bedank ik
nog eens bijzonder voor uwe welwillend
heid
Zoo ging hij nu teu tweedenmale, zonder
afscheid te nemen, van zijne moeder, terwijl
hij haar vroeger nooit verliet dan met lief
kozingen, alsof hij nog een kleine jongen
geweest was. Maar zij. liet hean zeer bedaard
uit.
„Ik wist wel dat je er boos om zoudt we
zen, Sven," zeide zij; maar je zult er tooh
nog wel eens over denken, en dat was alleen
mijne bedoeling."
„Er over deuken! Neen, lieve dames, die
eer zal ik u niet bewijzen!"
Hij» had den knop van de deur nog in de
hand, toen hij dat zeide, etu nu sloeg hij deze
met een bons achter zich dicht en sprong de
stoep af, met een gevoel alsof hij stikken zou
van boosheid en van walging. Maar met hoe
veel wilskracht hij ook de gedachte aan dien
afschuwelijken brief van zich afzette, toch
kreeg zijne moeder in zekeren zin gelijk. Die
brief vervolgde hem als een schaduw. Hij
had zicb aan hem opgedrongen, zooals een
valso' e toon in een gevoelig muziekaal oor
blijft hangen om een telkens verdubbelde
kracht te ontwikkelen. Men had toch niet
meer of minder beweerd dan dat Ada, zijne
Ada, het lieve meisje met het bekoorlijke,
onschuldige gezichtje, dat hem kon aanzien
alsof zij- zich met hart en ziel aan hem gaf,
men had' beweerd, dat die een anderen
man had1 liefgehad, en wel zóó innig dat zij
er diep ongelukkig door geworden was; zóó
hartstochtelijk, dat zelfs anderen het hadden
opgemerkt. En niet een jaar geleden.; neen,
vóór enkele maanden pas. Er werd1 gezegd
dat zij hare liefde zóo duidelijk toonde, dat
de bloedverwanten van het jonge mensch er
zich mede hadden moeten bemoeien, en om
zijnentwil maatregelen tot hare verwijdering
hadden moeten nemen. Zij was toen zoo be
droefd geweest, dat Ruth, die anders niet
van een weekhartige natuur was, medelijden
miet haar gekregen en haar mee naar Svane
luud genomen had.
O, had hij die schandelijke kwaadspreek
ster, die dezen brief geschreven had, maar
onder zijn bereik gehadHoe zou hij op deu
grond hebben gestampt en haar voor „Leu
genaarster" en „Lastertong" hebben uitge
scholden
Maar dit was nu niet zoo. Dde geheele ge
schiedenis was 't niet waard dat hij er zich
boos over maakte, en hij! zou er met gee n
levende ziel over praten.
Met dit flinke voornamen liep hij vlug
naar een van zijne vrienden, met wien hij
over zaken spreken moest, en ondér hun
druk gesprek werd die onaangename geschie
denis allengs naar den achtergrond gescho
ven.
Maar op straat teruggekomen, schoot hem
plotseling iets in de gedachte.
Wat had Ruth toch gezegd, dien middag,
toen zij; op den sohommel gezeten haldden
Ada was ben voorbij gegaan en hij kende
haar toen nog niet en had haar voor een on-
noozel gansje gehouden. Toen was Ruth boos
geworden, en had haar verdédigd.
Zij was „hartstochtelijk" had zij» immer
gezegd, en wel op een toon alsof, volgons
haar, de genegenheid van Ada levendiger en
dieper waren dan die van andere monsclien.
En zij had toen ook den schijn aangenomen
of zij iets meer bepaalds van Ada wist.
Wat was dat bepaalde iets geweest? Mis
schien het zelfde geval waarop die gemeene
brief zinspeeldè? Als hij het Ruth eens
vroeg?
Maar zoodra hij er aan dacht, hoe stijf zij
hem voor een paar dagen, toen hij haar op
het station tegenkwam, was voorbijgoloopem,
begreep hij dit niet te kunnen doen. Zij was
met een ijskoude buiging doorgeloopen en
had onaniddéllijk een damescoupó opgezocht,
zoodat hij niet bij haar kon instappen. Na
tuurlijk wist zij wel waarom hij zoo dikwijls
naar de stad ging en nooit meer op Svane-
lund kwamen hoe zij: hierover dacht, stond
duidelijk op haar gelaat te lezen. Neon, zij
was de laatste aan wien hiji zijn twijfel kon
mededeelen.
„Twijfel I" Ruw schoof hij zijn hoed ver-
dor achterover om aan het gloeiende voor
hoofd meer lucht te gunnen.
Wat had hij toch voor twijfel? Hij was
immers een fatsoenlijk, ridderlijk man, dio
eene vrouw of een meisje altijd in bescher
ming nam, wanineer zij zijne hulp behoefde?
En nu liep hij waarlijk zijn eigen meisje in
zijn hart te beleedigen, in plaats van die ge
heele geschiedenis eenvoudig over boord te
wespen. Want natuurlijk moest die op een
misverstand berusten. Dat moest nu uit
zijn Met geen enkel woord zou hij haar la
ten vermoeden, wat hij onlangs gehoord
liad en hij zou ook wel oppassen dat zij heb
niet aan hem zien kon.
Toen hij op de afgesproken plaats kwam,
waar Ada reeds op hean wachtte, was hiji we
der even opgewekt ails voorheen.
„Weet je wat, Ada," zeide hij in Óen adem
met zijn groet, „vandaag heb ik besloten je
te schaken. Vooruit, hier in de tram instap
pen en niet vragenJe mag .niet weten waar
wij! heen gaan. Toe, vlug instappen! Anders
zet ik je er in.
Wordt vervolgd.