4
gewenscht, ©n wordt aangegeven, dat ©en
reden daarvoor ook geweest is, dat gehoor
gegeven is aan weuschen, die zijn u'tgedrukt
door hoog staande gemeente-ambtenaren,
misschien zelfs van den hoogst geplaatsten
ambtenaar, daar vind ik, dat in zulke om
standigheden de halve boete nog te veel is.
Ik stel daarom voor de boete geheel kwijt
te schelden.
De heer Visser. Mijnheer de voorzit
ter, ik moet opmerken, dat de heer Hage-
doorn in het vuur van zijne verdediging
twee zaken verwart. De aannemer Kuntz
heeft soms met werken moeten ophouden op
verzoek van den directeur van het gedeelte
der Hoogere Burgerschool, dat in het Werk
huis gevestigd is; maar hij heeft dat nóóit
gedaan ten behoeve van het werk op het ge
meentehuis. Dat is wel het geval geweest
met den aannemer van de verbouwing van
het stadhuis; en die tegenslag is toen wel
degelijk in rekening gebracht. Ik moet er
echter tegen waarschuwen, om in dit geval
d? boete geheel kwijt te schelden. Dat zou
iu de eerste plaats onbillijk zijn tegenover
de andere aannemers en in j tweede plaats
nadeelig voor de gemeente, want het zou er
too leiden,' dat de aannemers den prikkel
misten om het werk spoedig af te maken;
zij zouden zeggen: „Het is voordeeliger
voor ons om langzaam te werken, want wij
krijgen^ het geld van de boete toch terug.
B en W. meenen, dat zij al .er royaal han
delden, door voor te stellen de boete voor de
helft kwijt te schelden. De te late opleve
ring is alleen veroorzaakt, aoordat de pomp-
wel te laat is geboord. Maar daarin had de
aannemer op andere wijze kunnen voorzien.
Dat is een reden, die er vrijwel bij gezocht
is. Wij gaan van het denkbeeld uit, dat wij
do menschen niet te veel moeten knijpen.
Daarom hebben wij voorgesteld, de halve
boete kwijt te schelden. Maar ik moet iu
overweging geven, niet de goedheid te ver
te drijven. Dat zou op den duur tot onaan
genaamheden voor do gemeente kunnen lei
den. Overigens erken ik gaarne, dat de aan
nemer goed werk heeft geleverd.
De heer J orissen. Mijnheer de "Voor
zitter ik kan meegaan met het denkbeeld
om de boete in dit geval geheel kwijt te
schelden, omdat meer dan voldoende blijkt,
dat de aannemer zelf geen schuld heeft ge
had aan de te late aflevering van het werk.
Dat heeft buiten zijn wil gelegen. Hij had
het boren van de pijpwel door een ander
laten aannemen, en die heeft hem teleur
gesteld; het blijkt, dat de aannemer zelf
daaraan niets heeft kunnen doen.
De heer Visser. Mijnheer de Voorzit
ter. ik moet nog opmerken, dat men de pijp
wel had kunnen boren, toen het gaheele ge
bouw klaar was. De aannemer had de pijp
wel noodig, om gemakkelijk water te krij
gen. Daarom heeft hij met de voortzetting
van het werk gewacht, totdat de pijpwel
gereed was. Maar hij kon het huis kant en
klaar opmetselen en het dak afschieten, en
eerst daarna de pomp boren.
De heer Jorissen. Mijnheer de Voor
zitter, in het schrijven van den gemeente
architect lees ik dit: Indien de pompwel
een maand vroeger gereed ware geweest, dan
zou het bouwwerk veel sneller voortgang
gehad hebben; de bekapping had dan in de
schoo -vacantie opgetimmerd kunnen worden,
waardoor van oponthoud door of hinder voor
de lessen aan de Hoogere Burgerschool (in
het „Werkhuis") dan geen sprake ware ge
weest. De beste tijd en de langste dagen
waren inmiddels voorbij gegaan ziedaar
de ooi-zaak van de te late oplevering." Dat
is dus juist het tegenovergestelde van wat
nu de heer Visser zegt. Als de pompwel eer
der klaar geweest was, dan zou het werk
vroeger zijn opgeleverd.
De heer Plomp. Mijnheer de Voorzit
ter, d© redeneering van den heer Joriseen
gaat, naar mijne meening, niet op. De per
soon, die de pompwel niet bij tijds geleverd
heeft, is een onderaannemer geweest. I1©
gemeente echter heeft te maken met dei
aannemer. Die is tegenover haar de aan
sprakelijke persoon. Dat is een reden te
meer, om in dit geval de boete niet kwijt
te schelden. Als de redeneering van den
heer Joiissen opging, dan zou de gemeente
de dupe worden van het verzuim, niet van
den aannemer, maar van den onderaan ie-
mer. Dat moet voorkomen worden. Dat is
votmij een voldoende reden, om tegen de
kwijtschelding van de geheele boete te zijn.
De heer Visser. Mijnheer de Voorzitter,
het spijt mij, dat de heer Jorissen den brief
van den gemeente-architect slechts voor een
gedeelte heeft voorgelezen. In een volgende
alinea staat: „Ik geef toe, dat ieder aan
nemer verplicht is goed werk te leveren en
daarom bovenstaande argumenten weinig
kracht bezitten, doch het schijnt mij toe, dat
zij als verzachtende omstandigheden toch wel
mogei. aangemerkt worden. Het is dan ook
enkel en alleen op grond daarvan, dat ik u
zou willen adviseeren, de boete tot de helft
te verminderen."
Wanneer de heer Jorissen verder gelezen
had, dan zou hij dat ook gezien hebben.
De heer Jorissen. Dat had geen be
trekking op het voorstel van B. en W. aan
den raad.
De heer Rolandus Hagedoorn.
Mijnheer de Voorzitter, mag ik nog eene
vraag doen? Is in het bestek de voorwaarde
opgenomen, dat de aannemer met werken
moest ophouden, als dat hinderlijk was voor
de in het Werkhuis gevestigde af deeling van
de Hoogere Burgerschool?
De Voorzitter. Ik geloof niet, dat
zulks opgenomen is. Ik durf dat niet beslist
to zeggen, maar ik meen, dat dit nooit ge
beurt.
De heer Rolandus Hagedoorn.
Mijnheer de Voorzitter, ik heb wel gehoord,
dat als de aannemer had doorgewerkt, zon
der op het boren van den put te wachten, hij
tijdig gereed had kunnen zijn. Maar de wijze
van afwerken staat aan den aannemer te
beoordeelen. Hij heeft te zorgen, dat hij met
het geheel op tijd gereed is. Op welk deel
van den tijd hij de verschillende onderdeeleu
van het werk moet verrichten, bepaalt hij
zelf. Wij zien dat bij den bouw van huizen;
de een bouwt van den grond af gelijk op, de
ander trekt het huis op tot aan het dak en
moet er dan nog muren in aanbrengen. Dat
hangt van den aannemer af, als hij maar
het geheel aflevert ten genoegen van den
aanb;steder. Nu is de zaak deze: Wanneer
d? aannemer tijdig met het werk was aange
vangen, dan zou hij geen hinder veroorzaakt
hebben voor de lessen en had kunnen door
werken. Dat is waar. Maar is het billijk te
verlangen dat hij ophoudt met werken en
daardoor tijd verliest, en dan dezerzijds te
zeggenDien tijd hebt gij verloren, maar
wij zullen u toch de boete laten betalen?
De heer Jorissen. De helft natuurlijk,
volgen* het voorstel van B. en W.
De lieer van Kalken. Mijnheer de
Voorzitter, ik vind het billijk, den aan-
nemer niet de geheele boete, maar toch eene
kleine vergoeding voor de te late opleve
ring te laten betalen. De boete geheel kwijt
te schelden, daar zou ik tegen zijn. Men
moet' niet vergeten dat de overig© aanne
mers gebonden zijn aan den tijd van afle
vering. Die bepaling mag geen doode letter
worden. Er is gezegd, dat de aannemer soms
met werken heeft moeten ophouden, ornaat
de lessen in het Werkhuis er te veel hinder
van hadden. Wij weten, dat wij dezelfde
raoeielijkheid hebben gehad, hij de verbou
wing van het raadhuis. Het geklop was soms
in de raadszaal zoo hinderlijk, dat de voor
zitter en de wethouders voor de leden onver
staanbaar waren. Als men ooit om die reden
aan een verzoek om kwijtschelding van boete
gehoon had moeten geven* dan was daarvoor
toen reden geweest. Maar er is toen geen ge
hoor aan gegeven. Ditmaal is daarvoor \reel
minder reden. B. en W. houden de billijk
heid in het oog, door voor te stellen de boete
voor de helft kwijt te schelden. Maar verder
moeten wij niet gaan.
De V oorzitter. Doet de heer Hage
doorn een voorstel om de boete geheel kwijt
te schelden?
De heer Rolandus Hagedoorn
Ik trek mijn voorstel in, mijnheer de Voor
zitter
Hierna wordt z. h. o. oonform het voorstel
va.. B en W. besloten.
16. Voorstel van B. en W. betreffende de
ziekenverpleging.
B. en W. vragen bij dit voorstel
1. machtiging tot het huren van een per
ceel in de Muurhuizen, tot een prijs *an
f 350 per jaar, voor hoogstens anderhalf
jaar en met het recht om de huur binn'in
tijds te doen eindigen;
2. een crediet tot het zoo eenvoudig mo
gelijk inrichten van dit huis, ten einde er
het verrichten van operatiën en het verple
gen van patiënten mogelijk te maken
3. machtiging tot het tijdelijk aanstellen
van eene gediplomeerde verpleegster op«*<;ne
jaarwedde van f 350 met vrije kost en in
woning en tot aanstelling van eene huisDe-
waarster tegen eene nader te bepalen ver
goeding
4. machtiging tot het nemen van de maat
regelen, die voor de exploitatie van de in
richting noodig blijken.
De heer Rolandus Hagedoorn.
Mijnheer de Voorzitter, ik wil beginnen niet
hulde te brengen aan het dagelijksch i e-
stuur voor de snelle wijze waarop het deze
zaak tei hand genomen en zoo ver gebracht
heeft. Aanmerkingen of opmerkingen over
de wijze, waarop het heeft plaats gehad, zal
ik niet in 't midden brengen. Het eenige
wat ik wil vragen, betreft het onder puit
3 opgenomene. Is de bedoeling, dat de ver
pleegster, die zal worden aangesteld, de vrije
kost en inwoning zal ontvangen in het huis
zelf?
De Voorzitter. Ja, in het huis zelf
De heer Rolandus Hagedoorn
Dat was mij niet geheel duidelijk. Er zal
dus doorloopend, ook al zijn er geen zieken,
in het huis gekookt worden, om het plat-we?
uit te drukken.
Bij de stemming wordt punt 1 aangeno
men met algemeene stemmen. De heer Jo
rissen onthield zich van medestemmen.
De punten 2, 3 en 4 worden z. h. o. aan
genomen.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de
vergadering gesloten.
Stoomdrukkerij L. E. BOSCH <fe ZOON.