1°. 174. Tweede Blad. 4de Jaargang. Zaterdag 23 December 1905. BINNENLAND. SFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden roor Amersfoort 1.25. Idem franco per post1./5. Afzonderlijke nummers- V.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN f 0.75. 0.19. Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag Kameroverzicht. Tweede Kamer. Vergadering van Vrijdag 22 December. Geopend 10|- uur. Deparement van La n d b o u w, Nijverheid en Handel. Aan de orde is de wettelijke voorziening naar aanleiding van het Kon. besl. van 7 September 1905. De heer Tal-ma ontwikkelt bezwaren te gen dit wetsontwerp, dat een gebouw optrekt waarin zich nu reeds scheuren vertoonen. Spr geeft in overweging om het wetsont werp te splitsen zoodat de begrootings-artike- len een afzonderlijk geheel vormen. Een van de fouten van het Kon. besl. van 7 Septem ber is dat het feitelijk twee Departementen schept. Spr. betoogt de wenschelijkheid om de comptabele quaestie thans af te doen, om dat men anders stagnatie krijgt, en de prin- cipieele quaestie later te behandelen. De heer Nolens sluit zich aan bij| de beschouwingen van den heer Talma. Ook Spr.'s hoofdbezwaar is de naamsverandering bij dit ontwerp, hetgeen bij kon. besluit had behooren te geschieden. De eenige oplossing ziet Spr. in wijziging van het kon. besluit. Voorloopig vindt Spr. geen vrijheid voor het ontwerp te stemmen. De Minister van Landbouw, Handel en N ij verheid (de heer Vee- gens) betwist dat de regeering heeft voort gebouwd op ondeugdelijken grondslag, n.l. op het kon. besluit van 7 September 1905. De heer De Savornin Lohman acht dit tijdstip zeer ongeschikt om deze belang rijke quaestie principieel te bespreken, waar toe zij zich overigens bijzonder leent. De minister begrijpt intusschen, dat de regee ring art. 7 van het ontwerp niet kan missen en daarom stelt hij de volgende motie voor ,,De Kamer, van oordeel dat de tegen woordige stand der werkzaamheden een be hoorlijke behandeling van het wetsontwerp in zijn gehee'l zeer bemoeielijkt, noodigt de regeering uit de artikelen voorloopig terug te nemen, met uitzondering van artt. 7 en 10, en gaat over tot de orde van den dag." De Minister verzoekt de motie niet dadelijk te behandelen, waarna besloten wordt haar na cle pauze te behandelen. La ter werd de behandeling uitgesteld tot Za terdag. H oofdstuk Waterstaat Gelijk ieder jaar werden bij de behande ling van dit hoofdstuk allerlei particuliere districtsbelangen besproken. Tal van afge vaardigden ftringen op verbetering aan van werken of toestanden in hun district. Al die wensehen liet uë minister kalm langs zich heen gaan. Hij zou hst noig wel eens rustig nalezen in de Handelingen. Enkele opmerkingen van meer algemeen belang volgen hier. Bij art. 35 (Verbetering van de Dordtsche waterwegen) zegt de heer Van G ij n met angst vervuld te zijn door een paar zinsne den in de Mem. van Antw. De minister zegt dat verbetering van den Dordtschen Water weg verhand lioTidt met de defensiebelangen Spr.. vraagt wat de kosten van een dam en fort zullen zijn. De Minister antwoordt 5jr millioen. Tegen die kosten wordt opgezien en daarom zal gezien worden of niet op andere wijfce in de belangen van den Dordtschen waterweg kan voorzien worden. Bij art. 53 (voorziening in de verdediging van de Noordzeekust in de provincie Noord- Holland) wijst de heer Van F o r e e s t er op, dat geen hoofden moeten aangelegd wor den voor versiering, maar voor versterking. Voorts komt Spr. terug op de beplanting der zeewering in Noord-Holland. Volgens ver trouwbare inlichting is daar in den laatsten tijd weinig of niets aan gedaan en als er zware stormen komen zal men de de nadee- len daarvan ondervinden. De duin voet neemt in de laatste jaren gemiddeld 2 meter per jaar af. Het verheugt Spr. dat de minister nu eene regeling heeft toegezegd het college va^n de Hondsbossche zeewering heeft belang bij die regeling en zal zich ongetwijfeld of fers willen getroosten. Spr. dringt aan op spoedige regeling. De M i n i s t e r zal zelf een bezoek bren gen aan de zeeweringen langs de kust in Noord-Holland en hoopt de regeling spoe dig tot stand te brengen. De Minister wil dit wel eens na, gaan. Blij art. 62 (aanleg van een buitenhaven, toegang gevende tot a!e binnenhaven te Sche ven,ingen) wijst de heer Dolk er oip dat do binnenhaven goed was, zoolang de buiten haven er niet was. Naarmate de buitenhaven vorderde werd de binnenhaven slechter en slechter, waaruit Spr. afleidt dat de com binatie niet deugt. Nu mag de Regeering zich niet stellen op het standpunt. Het Rijk heeft de buitenhaven gemaakt en is er af, maar moet trachten tot verbetering te komen door eeiti, kleine wijiziiging. De Minister is als ingenieur bierton niet overtuigd. De Min. is bereid de geme-n- telijl": commissie inzage te geven van de be scheiden de haven betreffende. Avondvergadering van Vrijdag 22 Dec. Geopend te 8 uur. Waterstaat. In de avond-vergadering betoogde bij artikel 100 (wegen en bruggen in Noord-Hol land) de heer Passtoors, dat als de Vel- zerbrug wordt afgebroken, de communicatie wordt afgebroken tusschen de twee deelen van den Rijksweg van de grens van Zuid- Holland naar Nieuwediep. Spr. dient een motie in, waarbij de Kamer, van oordeel, dat het niet wenschelijk is, dat een beslissing omtrent het afbreken van de Velzerbrug worde genomen, alvorens een beslissing is genomen omtrent het wetsont werp betreffende de Velzerpont-, tot de orde van den dag overgaat. De heer van For eest vraagt of de Min. thans precies wil zeggen, wat zijn plannen zijn omtrent de Velzer ponten. Dan kan de heer Passtoors wellicht zijn motie intrekken. De Minister zegt, dat hij het in het belang van de zaak acht, dat den Minister vrijheid van handelen wordt gelaten, opdat hij de volle verantwoordelijkheid kunne dra gen. Het is allerminst zijn bedoeling een deel van de verantwoordelijkhei 1 op de Kamer over te dragen. Zijn gedragslijn staat vast. Omtrent de bijzonderheden wenscht hij zich echter niet te binden. De proefne mingen met de Kennemerland hebben hem de overtuiging geschonken, dat als de beide ponten in gebruik zijn, ze de communicatie geregeld zullen kunnen onderhouden. Ze zullen elkaar kunnen afwisselen en om beur ten kunnen worden schoongemaakt. Zoolang de aanlegsteiger er niet is, zou de dienst echter wel eens iets te wensehen kunnen overlaten. De minister stelt zich voor met het afbreken van de brug eerst te beginnen als de tijd van het ijs voorbij is. Als inge nieur, die geheel vrij is aan de lijdensge schiedenis van de pont, meent de Minister een beroep te mogen doen op het vertrou wen der Kamer. Mocht de ervaring leeren, dat de vernuftige wijziging aan de ponten aangebracht, niet voldoet en de eischen van het landverkeer onvoldoende worden bevre digd of de exploitatiekosten te hoog zijn, dan kan worden overwogen wat voor de ponten in de plaats kan worden gegeven. Het is toch niet te verwachten, dat voor 1 Januari 1907 een nieuwe brug in elkaar ge toverd is. De proefnemingen met de Ken nemerland, zal de minister met Kerstmis doen staken. Zij hebben bewezen wat de pont kan. Het personeel moet nu rust heb ben. Wanneer de Yelzen, de tweede pont, onder de ketting is, zullen daarmede proe ven worden genomen. Voldoen ook deze, dan zullen de tweede paar aanlegsteigers worden aangebracht en zal de brug worden afge broken. Het bestek voor het afbreken der brug vond de Minister al bij zijn optreden aan zijn departement. Hij heeft toen niet gegund en wil het nog niet doen, alvorens de proef met de tweede pont bevredigend is De heer Passtoors repliceert niets nieuws te hebben vernomen. Reeds 4, 5 jaar beroepen de Ministers zich op hun verant woordelijkheid. Spr. deelt mede, dat 4 Nov. de pont goed ging, 5 November niet; 6 November wel, 7 November weer niet, enz. En nu was er nog niet eens ijsgang! De Minister repliceert, dat de pont thans een kettingpont is en de tram uit stekend overbrengt, al bestaat hiertoe thans de verplichting niet. De motie-Passtoors wred na voortgezette discussie goedgekeurd' met 43/34. Vóór de heerenDe Ridder, Van Nispen., Van Veen, Bolsius, Van Sassen va.n Ysselt, Arts, Van Asch van Wijck, Van Heemstra, Van Alphen, Kooien. Van Styrum, Hugen holtz, Van Limburg Stirum, De Stuers. Van Uylandt, Van Wichen, Ruys, Beckera, No lens, Van den Borcih van Verwolde, Duyu- s!ee, Brummellcamp', De Waal Malefijt, Van Yutvren, Lucafseen, Janssen (Maastricht), Van Vlijmen, Okma, Van den Betch van Heem stede,. Regout, Van de Velde, Brants, Duy- niaer van Twist, Vaiu Dtodean, Van der Zwaag, Passtoors, Van Wassenaer van Cat wijck, Ter Laan. Fruvtier, Schaper, Van Foreest, Van den Heuvel. Tegen de heerenPlate, Smeemge. Sehok- king, Hubrecht, Dolk, Van Id&aüga, Druckea-, Va.n den Berch (Heldier), Treub, Roodhuy- zen, Zijlma., De Boer, Reyne, Verhey, Tyde- rnan, Van Gijn, Heemskerk, Talma, Van Deventer., Jansen (I)en Haag), Roeesingh, Parijn, Ketelaar, Tak, Nolting. .'Janniuk, IJzerman, Limburg, Van Doorn, Smidt, De Klerk, Mees, Die Beaufort, Roëll. Bij de afdeeling c (Landsgebouwen) be- s.pi eekt de heer D1 e Stuers de electrische tram over het Binnenhof. Het komt Spr. ge- wer.scht voor dat een ondergrondsche gelei ding wordt aangelegd1. ITet aesthetische be zwaar wordt door den minister wel wat ge- Het beste zou Spr. ecihter ach ten als de geheele tram van het Binnenhof verdween, met het oog op het rumoer die de ti air. rr»c.-.kt\ '-*-*l.ke bWrrink is voor de bu reaux O'O hiOjf TP'V"-" "tof. De Minister zegt dat de plannen voor de tram nog niet rijn ingekomen van de ge meente. Het zal den minister ook aangenaam zijn als de verkeers'quaostie kon worden op gelost, zonder dat de tram over het Binnen hof gaat. Bij art. 119 b (bureaux voor de Landoge- bouwen) verdedigt de heer De Stuers een amendement om op het Binnenhof geen nieuwe bureaux voor den Rijksbouw meester in het tweede district te vestigen. Op het Binnenhof is slechts geringe ruim te. De Kamer dient eerst een plan d'ensem ble te zien voor den bouw der landsgebou- wen, doch in elk geval dienen de bedoelde bureaux voor den Rijksbouwmeester niet op het Binnenhof gevestigd te worden. Er >s geen enkele afdoende reden denkbaar om dit bureau van den Fluweelen Burgwal over te brengen. We krijgen anders weer lapwerk. De beschikbare ruimte zal in de eerste plaats noodig zijn voor uitbreiding der ministeries. Met het oog op een en ander is het amen dement zóó geredigeerd, dat de Minister de gelegenheid behoudt in de bureaux te voor zien, mits niet door bouw op het Binnenhof. De Minister zegt, dat een plan d'en semble bestaat. De twee Rijksbouwmeesters komen nu bij elkaar, in de nabijheid van het Departement van Waterstaat. Dit 's ook van belang waar zij zich bezig hebben te houden met den bouw van post- en tele graafkantoren. Zonder de toelichting zou de Minister het amendement zeer gaarne accep teeren Hij zou dus de voorstellers n overweging willen geven, de toelichting te wijzigen. (Gelach). Na repliek van den heer De Stuers, die zegt dat wat de minister als plan d'ea- semble hier vertoont, niets is dan een ri- tuatiekaart, dat geen algemeen beschou wingsplan kan genoemd worden, en dat ook het bureau voor den anderen Rijksbouwmees ter, die tijdelijk op heé Binnenhof is ge vestigd, daar niet dient gecristalliseerd, te meer waar de twee Rijksbouwmeesters heel weinig relatie tot elkaar hebben, zegt de heer Van Foreest, dat de Comm. van Rapp. eenparig het amendement aanriedt. De Minister neemt het amendement ever, om dei Kamer stemming te besparen. Bij de lilde afdeeling (Spoorwegen) con stateert de heer J a n s s e n (Maastricht), dat de Minister verklaard heeft omtrent verschillende punten nog geen gevestigd oor deel te hebben. Met het oog hierop en op den beperkten tijd zijn eenige leden te rade geworden een motie van orde voor te stel len, welke behandeld kan worden afgeschei den van de motie-Bos, betreffende de Staats exploitatie van spoorwegen. In afwachting bestudeere de minister de zaak en brenge inmiddels zooveel mogelijk verbetering aan in den toestand van het spoorwegpersoneel. D'e motie luidt ,,De Kamer, overwegende dat het wen schelijk is, den toestand van het spoorweg personeel weder aan de orde te stellen, gaat over tot de orde van den dag." Zij is door Spr. voorgesteld met de hee ren Talma, Treub en Troelstra. De heer N o 11 i n g vraagt of hierbij ook aan de orde zal komen de quaestie van het oude Rhijnspoorwegpersoneel. De heer Van Nispen tot Sevenaer zal tegen de motie stemmen. Er zijn tal van grieven bij het spoorwegpersoneel. De quaestie is urgent. Men dient de zaak ter stond te bespreken en de quaestie niet we- weder uit te stetllen. Waar we voor allerlei kanalen vandaag den tijd hebben gevonden, dient zeker hiervoor de tijd gevonden. De heer Janssen (Maastricht) repli ceert, dat de belangen van het spoorwegper soneel beter worden gediend als de zaak na gezette overweging kan worden besproken. Spr. erkent dat de grieven dagelijks grooter worden. Maar de Minister kan den toestand inmiddels verbeteren. De heer Talma sluit zich hierbij aan. De quaestie van het Rhijnspoorwegpersoneel kan daarentegen thans worden behandeld. De Minister zal antwoordendaaraan kan ik niets doen. Maar de quaestie waarover de motie» loopt' is een concreet onderwerp en betreft de regeling der diensttijden van het personeel. De heer Tak vereenigt zich met het be toog van den-heer Janssen. Ook Spa-, gevoelt veel voor de belangen van het spoorwegper soneel, maar meent, dat deze zaak later veel beter valt te behandelen, - De motie wordt goedgekeurd met 71 tegen 5 stemmen. Tegen de heerenVan Nispen tot Seve naer, Kooien, Van Wijnbergen, Regout, Duymaer van Twist. Bij de behandeling dezer afdeeling wees de heer Smeenge op de gecompliceer de tarieven op de spoorwegen, waar door alleen de man van intellect, d. w. z. de man met spoorwegreiskennis, goedkoop reist. De heer Van Idsinga brengt ter sprake de quaestie van den internationalen trein van 4.14, die te Haarlem stopt. Dit zou zijn toegestaan door de regeering op ver zoek en ten behoeve van een Kamerlid. Spr. kan niet gelooven, dat dit waar is en vraagt daaromwat is or waar van dat bericht, dat in de bladen de rondte heeft gedaan. Eten tweede vraag betreft het ongelukkige stationsgebouw te Woerden. (Gelach). Spr. begrijpt niet waarom men zoo lacht (groote hilariteit)integendeel, het is om van te hui len (applaus, daverend gelach) zoo slecht en treurig daar de toestand is. De minister make daar een nieuw station. Een derde punt betreft den stoomtram Gouda Schoonhoven. Zijn na de Memorie van Ant woord nadere berichten bij den minister in gekomen, die het vooruitzicht wettigen, dat binnen zeer korten tijd de zaak in orde zal komen. De heer Ter Laan vraagt uitbreiding van het aantal maanden gedurende welke vacantiekaarten te krijgen zijn; in Mei, Juni, de Kerstweek, de week van Nieuw jaar, dienden zij ook verkrijgbaar te zijn. De waarborgsom voor de lalometerboekjes dient afgeschaft. De Minister zal gaarne de verschil lende wenken rustig in de Handelingen na lezen, en bevorderen, dat alles met bekwa men spoed tot stand komt. Wat den trein 4.14 betreft, de Minister heeft toegestaan d!at de trein te Haarlem stopt wel naar aanleiding van een verzoek van den heer Hugenholtz doch niet ten be hoeve van den heer Hugenholtz. De trein stopt te Haarlem niet alleen tot het uitlaten van reizigers, doch yan alle reizigers (gelach.) De Minister heeft geïnformeerd bij de amb tenaren van zijn departement die hem mede deelden, dat er vroeger bij een normale Ka merzitting gelegenheid was voor Kamerleden om te Haarlem uit te stappen. De Minister heeft toen het advies ingewonnen van den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, die het verzoek zóó rationeel vond, dat zij dadelijk tot inwilliging adviseerde. De Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij had bezwaar met het oog op den internationalen dienst Dat de dienstregeling tusschentijds is ge wijzigd, gebeurt wel meer, ook tegen het advies der 'Spoorweg-maatschappijen. Aan sluiting met het buitenland wordt niet ge mist. De trein komt te 5 uur 6 te Amster dam aan. Wat het- station-Woerden betreft, zal met bekwamen 5-poed verbetering worden aange bracht. Aan het Rijnspöorwegpersoneel zal de Mi nister gaarne zijn aandacht wijden. Het onderzoek inzake de Duit-sch-Friesche plannen duurt nog voort. Met het oog op het vergevorderde uur ziet de Minister af van verdere beantwoor ding der sprekers. De heer van Idsinga repliceerende, keurt af dat enkel het optreden van een Kamerlid te weeg heeft kunnen brengen bij den Minister wat niet was te verkrijgen door het gezamenlijk optreden van belang hebbenden. Uit den brief van den heer Hu genholtz blijkt dat hij zijn verzoek alleen deed in zijn eigen belang. De inwilliging van het verzoek heeft zijn bedenkelijke zijde. Spr. wil aannemen, dat .de genomen maat regel in het belang van het publiek is> maar de verdediging van den Minister van dep genomen maatregel is zwak. De heer Hugenholtz wenscht v g even over de zaak te spreken, omdat hij vreest dat de Minister wellicht door het ge sprokene door den heei van Idsinga ter hg zal komen op de goede richting, door hem ingeslagen. Met het "oog op het belang der bevolking van Haarlem is Spr. nog niet content met dien éénen trein. Er gaan er nog 11 Haarlem voorbij. Ook van deze moeteu er nog meer in Haarlem stoppen. De verzoe ken van $e andere belanghebbenden, die nul op het request kregen waren niet gericht tot den minister maar tot de H. IJ. S. M. De Minister heeft dus het algemeen belang beter gediend dan de H. IJ. S. M. D<e heer Ketelaar acht bet- ongewenscht na dit middernaohtêrMjjk uur, waar zooveel sprekers zijn ingeschreven, den toestand van het personeel van de posterijen thans te be spreken. Met de andere heeren die hierover het woord wilden voeren, de heeren Tak, Dé Klerk, Dolk, Nolting, Smeenge. Passtoors, Van Doorn en Treulb, dient Spr. daaroan de volgende motie in dé Kamer, overwegende dat het gewemsclit is, den toestand van het personeel bij de pos terijen en de telegraphic nader aan de orde te stellen,, gaat over tot de orde van den dag. De heer Ter Laan dankt den minister voor de toegezegde vermeerdering van het aantal brievenbussen ten plattenlandie en dringt aan op het maken van Don Haag en Scheveningen tot één postkring. Bij art- 164 (jaarwedden van den directeur- generaal enz.) licht de heer VanForeest een amendement toe van de Commissie van Rapporteurs om de f 1000 persoonlijke toe lage aan den directeur-generaal Pop niet toe te staan. Dit zou op de ambtenaren een slech ten indruk maken. De lieer Van Bylandt zegt dat het zelfde herhaaldelijk is toegestaan. Spr. heeft nog nooit gezien dat de Kamer een- tracte ment dat vastgesteld is, ging venninderen. Keurde de Kanier dit amendement goed, dan zou de heer Pop, met het Koninklijke besluit in de hand, waarbij hem deze toe lage is toegekend, naar den rechter gaan, die hem in het gelijk zou stellen. De heer Van Wichen betoogt, dat de post-directeuren te Amsterdam en te Rot terdam evenveel genieten als di directeur- generaal; de directeur van den Mijndienst heeft f 7500. Er zop dus alle reden zijn, het tractement van den directeur-generaal te verhoogen, met het bedrag zijner toelage. (Spr. is door het toenemend rumoer onver- De Voorzitter verzoekt Spr. zich te bepalen tot het punt, dat aan de orde is. De heer Van Wichen eindigt zijn rede onder gelach en geklapper' der leden met de deksels van inktkokers. De Minister is tegen het amendement. Het geldt hier een daad der vorige regeering. De vorige regeering heeft een zeer stellige toezegging gedaan. Laat nu deze Regeering in staat gesteld worden die toezegging te verwezenlijken. Het amendement wordt verworpen met tegen 25 stemmen. Na nog eenige discussie werd de begroo ting zonder stemming goed'gekeurd. De vergadering werd te 1 uur 5 na mid dernacht gesloten. Heden 10 uur was de, Middelenwet aan de orde. School- en Kerknleuwa. Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Onderwijzers-genootschap heeft in zijn orgaan ,,Het Schoolblad" aan de leden -er vereeniging zijn oordeel te kennen gegeven over het ont slag van de twee Amsterdamsche onderwijzers. Het heeft willen wachten tot na de berechting van de quaestie, om zijne j.ieening uit te spre ken. Dit zwijgen mag geenszins worden toege schreven aan gebrek aan belangstelling in eene zaak, die de hoofden en harten van zoo vele onderwijzers in beroering heeft gebracht, noch aan geringschatting van het feit. dat de open bare school en hare onderwijzers in. den laat sten tijd zooveel besproken zijn. Toen de Bond van-Nederlandsche onderwijzers de leiding had genomen van het onderzoek der tegen de beide onderwijzers ingebrachte beschuldigingen, en ten gevolge van dat onderzoek blijkbaar meen de, de leiding van de verdediging der beschul diging op zich te moeten nemen, toen gebood gebrek aan kennis onthouding van iedere in menging. Thans echter acht het H.-B. spre ken plicht. Met leedwezen en verontwaardiging dan heeft het kennis genomen v~.n de. feiten, zooals ze in. de officiëele bescheiden zijn medegedeeld. Namens de 8000 leden van het Ned. Ond.-Gen. durft het H.-B. wei de verklaring af te leggen, dat de strijdmiddelen, die in genoemde stuk ken zijn gereleveerd, door elk ernstig onder wijzer behooren te worden afgewezen en komt het met klem op tegen hen, die vergeten, dat zij aan den goeden naam van het onderwijzers corps en aan de belangen der school, die zij behooren te dienen, verplicht zijn, zich streng te onthouden van het gebruik van iedere on ridderlijke strijdwijze. Ten slotte spreekt het H.-B. het vertrouwen uit, dat de meerderheid der leden van het N. O. G. zal willen meewerken, om de paedago- gische quaestie van het bestuur der school en van een goede verhouding tusschen dé leden van het onderwijzend personeel tot eene snelle beslissing te voeren. 's-Gravenhage, 21 December. Examens Wiskunde, L. O., art. 65: Opge roepen en opgekomen 3 candidaten terugge trokken 1, afgewezen 2 candidaten. Examens Middelbaar Onderwijs. Nederl. taaien letterkunde, K Y Geëxa mineerd twee candidaten. Toegelaten mejonkvr. J. A. C. Wichers, an Voorburg. Mechanica, K II. Opgeroepen, opgekomen en afgewezen 1 candidaat. Boekhouden, K XII. Opgeroepen en op gekomen 11, afgewezen 7 candidaten. Geslaagd de heer M. A. A. van Mook, uit Oosterbeek J. Fabricius, uit Amsterdamen voor huis- acte de heeren P. Meereboer en A. Ruyter, béi den uit Amsterdam. Fransch, akte A. Geëx. 2 mann, en 2 vrouw. cand. Toegelaten dg heeren Ch. Th. Sasse, van 's-Gravenhage, en L. »V. Deshay, van Parijs, en mej. A. C. van Eek, van 's-Gra venhage. Akte B. Geëx. en toegelaten mej. H. J. Reesink, van Groningen, en de heer W. van der Molen, van Sneek 's-G ravenhage, 22 December. Examens Middelbaar Onderwijs. Hoogere Wiskunde, KV. Opgeroepen en opgekomen 2 candidaten. Afgewezen 1 candi daat. Geslaagd de heer D. A. Vermeulen, uit Leiden. Boekhouden, K XII. Opgeroepen en op gekomen 12 candidaten. Teruggetrokken 1 cand. Afgewezen 4 candidaten. Geslaagd de heeren J. van Straten, uit UtrechtL. F. Junge, uit Krommenie G. Langelaar Jr., uit Rotterdam de dames H. O. Haak, uit ZutphenI. C. Leverlam, uit Rotterdam en voor huisakte de heer H. Zondervan, uit Zutphen mej. M. M. A Smits, uit Naarden. Staatsinrichting, K XI. Geëxamineerd drie cand. Toegelaten de heeren W. J. M. Benschop, van 's-Gravenhage, en A. Buriks, van Amster dam. Fransch, akte A. Geëxamineerd 3 vr. en 1 mann. cand. Toegelaten de dames S. E. Deyll, van Amsterdam A. M. M. Wiessing, van 's-Gravenhage, en M. Oh. Pape, te De Bildt (Utr.)akte B: geëx. 2 mann. candidaten. Beiden afgewezen. Examen Wiskunde, O., art. 65. Opge roepen en opgekomen 3 candidaten. Afgewezen 2. Geslaagd de heer N. W. A. Brugmans, uit Groningen. Legaat. Door wijlen den heer M. J. Ph. Elsensahn (roomsch-katholiek), over leden te Ter borg, zijn groot huis met f raaien tuin en een som van f 2000 vermaakt aan de Ned. herv. Diaconie aldaar. Bovendien ontving de bewaarschool, onder beheer van de Diaconie, een legaat van f 10,000, alles vrij van successie-rechten.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1