V. 179. Tweede Blad. 4"' Jaargang. Zaterdag 30 December 1905. KOLONIËN. BINNENLAND. RSFOORTSCH DA ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoort 1.25. Idem franco per post- 1./5. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering 'van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. TeleDhoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: f 0.75. - 0.15. Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tol het herhaald adverteeren in dit Blad bij aoounement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden) wordt op aanvraag toegezonden. OOST-INDIË. Mr. Gastman n. De correspondent van de Nieuwe Courant te Batavia seint: „Mr, Gastmann is benoemd tot directeur van het departement van justitie." Mr. A. L. E. Gastmann is thans presi dent van den Raad van Justitie te Batavia en bevindt zich met verlof te 's Gravenhage. Hij vervangt den tcgenwoordigen directeur, mr. J. W. Th. Cohen Stuart. Brandmerken v a n koelies op B a n k a. Bij de behandeling der Indi sein begrooting in de Tweede Kamer werd o a. streng, afgekeurd, dat de Chineesche koelies voor de tinmijnen werden gebrand merkt. De minister van koloniën heeft toen tegengesproken dat dit geschiedde. Wel wer den de koelies gemerkt, doch op een andere wijze, waaraan echter ook een einde zou worden gemaakt. Naar aanleiding hiervan schrijft de heer E Middel berg, ingenieur 2e kl. bij het mijn wezen in Ned.-Oost-Indië, thans tijdelijk ge detacheerd in Suriname, in een ingezonden stuk het volgende in de Nieuwe Rott. Ct. ,,Laat ik u eens vertellen hoe 't gebeurt en waarom 't gebeurt. In het daarvoor gunstige jaargetijde, nl. Januari en Februari, komen de Chineesche wankangs met nieuwelingen naar Muntok gezeild, doorgaans verscheidene tegelijk en voeren honderden, soms duizenden Chinee- zen aan. Na een inspectie aan boord begint de ontscheping. Dc koelies moeten de lom pen, waarin zij zijn gekleed, op een hoop werpen, waar zij worden verbrand, ontvan gen een stuk zeep en worden uitgenoodigd zich behoorlijk te baden. Daarna krijgen zij een nieuw stel kloeren, hoed en handdoek en komen dadelijk voor den met de keuring belasten officier van gezondheid. Zij woi'den daar meteen gevaccineerd en dan gaat het gruwelstuk beginnenEen Nederlandseh ambtenaar, officier van gezondheid in het Ned. Indisch leger, ontziet zich niet per soonlijk het brandijzer te banteeren in den vorm van een penseeltje, dat in een oplos sing van lapis infernalis wordt gedoopt en waarmede den goedgekeurden koelies een kruis op den rug wordt geteekend. Dat geeft na een dag een zwart teeken, dat, geloof ik, ongeveer 10 a 14 dagen zicht baar blijft. Voor de verwijdering van een wratje of iets dergelijks bent u, geachte redacteur, misschien zelf wel eens op deze wijze ge brandmerkt en zult dan kunnen oordeelen over het even pijnlijke als mcnscbonteerende van die behandeling. En waarom dat nu gebeurt? Nadat de nieuwelingen zich eenige dagen hebben te goed gedaan, aan kwantiteiten voedsel, zooals ze dat in hun leven nog niet hebben ondervonden, vertrekken zij in af zonderlijke transporten naar de verschillende districtshoofdplaatsen, om daar in de ont ginningen te worden ingedeeld. Deze trans porten gaan zonder geleide, behalve dat der Ch'neesche werf agenten, die voor het aan tal nieuwelingen verantwoordelijk zijn tot de aankomst. Daar trekken die stroomen van geheel onbekende menschen in alle rich tingen over liet eenzame eiland en liet is wenschelijk om gedurende dien tijd toch eenige controle uit te oefenen en de men schen te kunnen identificeeren. Wel, dat zwarte kruisje op den rug, waarover ze trotsch hun nieuwe baadje aantrekken, dat een korten tijd zichtbaar is, geeft daartoe een eenvoudig en prakt-'scli middel in de hand. Ik heb er nog nooit iemand over hoo- ren klagen, zelfs niet den beroemden Mun- tokschen correspondent en dat zegt wat Het verraadt trouwens een zeer bescheiden mat; van kennis van liet karakter van den Chineeschen koelie, dat men durft veronder stellen, dat hij zich in werkelijkheid zou la ten brandmerken." WEST-INDIË Curapao, 1 December. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn vier dwangarbeiders, die wegens diefstal en een wegens moord veroordeeld, uit de gevan genis ontvlucht Waarschijnlijk hebben zij het eiland mot een visscherslcano, die gemist wordt, verlaten. Ilct stoomschip Chistiansted op Zondagochtend, tot opsporing der ont vluchten uitgezonden, heeft geen sporen van hen kunnen ontmoeten. Dinsdagochtend heeft het hier sterk gewaaid. De schoener Alcira Rosa, die van Porto Rico naar Bonaire op weg was, is aan de Noord-Westkust van Curapao vergaan Dc opvarenden kondon zich gelukkiglijk red den. Een visscherskano is dienzelfden och tend op zee omgeslagende visschcrs, die zich daarin bevonden, konden zicli rvcnc.ns gelukkiglijk redden. Kameroverzicht Eerste Kamer. Vrijdag begon de Eerste Kamer eerst met enkele kleinere wetsontwerpen, af te doen, o. a. dat tot wijziging van artikel 65 der 1 rankwet, die zonder stemming werden goedgekeurd. Daarna werd de behandeling der Indi sche begrooting voortgezet. De heer Waller constateerde met genoe gen, dat bij deze begrooting gestreefd is naar bezuiniging. Bevorderd moet worden het toevloeien van kapitaal naar Indië 6n tegen gegaan het wegvloeien van kapitaal uit In dië. In den breode zette Spr. uiteen, welke middelen daartoe kunnen worden aange wend. De heer H o v y wees op misstanden, die bestaan, o. a. de slavernij op Floresen juich te toe de verbeteringen, welke de minister wil brengen in de rechtspositie der inlan ders, in de hospitalen en in het onderwijs. De heer Van Houten meende, dat de achteruitgang van den levensstandaard van den Javaan niet aan de Regeering, maar aan den Javaan zelf is te wijten. Trouwens die achteruitgang is niet alleen op Java, waar te nemen, maar bijna overal waar gemis aan werkkrachten zich doet gevoelen. Niet te ontkennen is het, dat het zelfbe wustzijn van den Javaan gestegen is en daarmede dient naar het oordeel van be voegde zijde rekening gehouden te worden. Spr. hoopte, dat voor goed zal worden afgezien van het heffen van 6 gulden hoofd geld van den Atjeher, ten bate van de ceu trale kas. In de eerste plaats moet het geld aangewend worden voor plaatselijke verbete ringen. De hoer Franssen wenschte bestrijding van het concubinaat in de kazernes en wee-i er op, dat nog maar altijd inkomsten worden getrokken uit de Ohineesche dobbelspeler en de opium. Verbetering van het onder wijs juiohte ook deze spreker toe. De m in i s t e r van Koloniën, de heer Fock, beantwoordde de gemaakte op merkingen. Hij verklaarde niet zoo pess: mistiscli te zijn gestemd ten aanzien van de financiën als de heer Van uer Biesen. De weder-invoering der koffie-culbuur is in on derzoek. De woeker wordt tegengegaan. Naar 'sMin. meening kan met de be- staando wettelijke bepalingen reeds nu zelf standig door Indië worden geleend, maar waar anderen die meening niet deelen, moet het door een wet worden vastgesteld. Nederland zal daarbij niet, ge-lijk de heer van Houten vreest, aansprakelijk zijn voor dc rentebetalir- van het geleende geld, Ten slotte de quaestie der Nederl. Han- del-Maatscliappij. De heer Plate heeft in de Tweede Kamer gezegddat niemand de N. H. Mij. verdenkt posten in rekening te bren gen, die niet door haar zijn betaald. De mi nister betreurde het, dat de heer Scliolten dit wel deed. Voor den minister staat het ■vast, dat de N. H. Mij. op loyale wijze de belangen heeft behartigd, welke haar zij a toevertrouwd. De twee subsidies in quaestie zijn reeds in getrokken op initiatief van den minister Idenburg. De N. II. Mij. kan in deze geen enk;' verwijt treffen en in de bureaux was men volkomen op de hoogte met deze subsidies. Na replieken, waarbij de Min. van Ko loniën overleg met de Nederl. Handel- Maatij. toezegt ten aanzien der opheffing van de geheimhouding der stukken, worden de verschillende hoofdstukken en daarna de geheéle begrooting voor Koloniën z. h. s. aangenomen. Bij de begrooting voor Suriname besprak dc heer Van Houten d ecacao-cultuur. De Minister van Koloniën ant woordde, dat de toestand inderdaad zorgwek kend is. Kunnen wij de Britsch-Indische koelies niet in dienst houden voor de baco- vencultuur, dan zullen wij hen op onze kosten naar Britsch-Indië moeten terugvoe ren, hetgeen zal leiden tot groote kosten en verlies van werkkrachten, welke wij later wellicht weer zouden betreuren. Omtrent de vooruitzichten van de cacaocultuur valt op dit oogenblik niets te zeggen. De toestand is zorgelijk. Het wetsontwerp werd aangenomen. Verhooging der begrooting voor Suriname 1906 (bacovencultuur). De lieer Van Houten klaagde over den spoed, die met dit wetsontwerp wordt ge maakt en vroeg of de Kamer goed doet in den staat van onzekerheid waarin zij ver keert, tot dien spoed mede te werken Spr. stelde voor het ontwerp aan te houden tot nader te bepalen dag. De Minister zou uitstel zeer betreuren. Deskundigen zien den toestand der caca:> niet rooskleurig in en een uitstel zou niets baten. De uitvoering van dit wetsontwerp zal niet geschieden voor nadere gegevens om trent den cacaouitvoer zijn verkregende h ooven cultuur is in verschillende streken rced3 ten goede gekomen en langer wachten zou de markt voor ons kunnen bederven. De motie-Van Houten werd verworpen met 23 tegen 16 stemmen. Het wetsontwerp werd in stemming ge bracht en aangenomen met 31 tegen 9 st. De definilievo, vaststelling van de kolo niale huishoudelijke begrooting van Curajao voor 1906 werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Nog werden aangenomen een aantal klei nere wetsontwerpen. Heden te 11 uur voortzetting. Berichten. Middelenwet. Blijkens het Eind verslag der Eerste Kamer over de Middelen wet waren zeer vele leden ernstig gegriefd dat de opcenten heffing niet afzonderlijk, maar in Middelenwet is voorgesteld, waar om een zelfstandige uitspraak der Kamer wordt belet; een handelwijze der Regeering niet getuigende van juiste opvatting van de grondwettige taak der Eerste Kamer. Daarom onthielden velen zich thans van beschouwingen. Enkele leden wenschten geen verzwaring van directen belastingdruk en andere achtten de middelen nog toerei kend. Anderzijds werd de houding der Re geering verdedigd, hoofdzakelijk wegens het tijdelijk karakter der opcentenlieffing. Slechts enkele leden wilden om bovenver melde redenen de Middelenwet verwerpen. Anderen reserveerden zich hsn stem, na be antwoording der vraag aan de Reg. welke gevolgen, verwerping der Middelenwet zou hebben. De stakende leden van den Kolonialen Raad van Curasao. In de Memorie van Antwoord der Regee ring deelt zij naar aanleiding van liet ver zoek om nadere inlichtingen ten aanzien van de gespannen verhouding tusschen den gou verneur en den Kolonialen Raad het vol gende medeVolgens bericht van den gou verneur gevoelde de Raad zich reeds in ze kere mate ontstemd, sedert door minister Idenburg, bij de behandeling van de Suri- naamsche begrooting voor 1904, in de Twee de Kamer was opgemerkt, dat het wensche lijk werd geacht het eergevoel der wetge vende lichamen in de West-Indische kolo niën te prikkelen. Deze ontstemming zou zijn verhoogd door het meermalen aanbren gen van wijzigingen in door den Raad goed gekeurde begrootingen, waarbij weer kre dieten op de begrooting werden gebracht, die door den Raad waren afgestemdvoorts door de toelichting, die de minister gaf bij art. 52 der begrooting van Cura9ao voor 1906 en ten slotte door den gebezigden stijl in de stukken betreffende de in de kolonie in behandeling zijnde inkomstenbelasting. Zes leden van den Raad vonden in een en ander aanleiding om' dadelijk hun ontslag te nemen, terwijl vijf andere leden verklaar den dit te zullen doen, zoodra daardoor geen stremming in de werkzaamheden van den Raad veroorzaakt zou worden. Alleen de voorzitter en de onder-voorzitter, die de handelwijze van de elf leden ten zeerste af keurden, zijn aangebleven. In een reeds in de dagbladen gepubliceerd schrijven aan H. M. de Koningin geven de afgetreden leden als reden van hun ontslag opi dat door het bestuur der kolonie met het oordeel van den Raad in nagenoeg geen enkele zaak van eenig gewicht rekening wordt gehouden dat de meeste maatregelen door het bestuur aan den Raad voorgesteld en door deze niet goedgekeurd, toch aan do Regeering. werden voorgedragen, om langs dien weg te worden ingevoerd; dat tal van posten, gebracht op voorloopige koloniale huishoudelijke begrootingen, aan welke de Raad zijn goedkeuring meende te moeten onthouden, omdat er naar zijn inzien geen heil kan worden verwacht van de voorge stelde maatregelen, door het bestuur aan den min. van Kol. ter wederopbrenging op de definitieve begrooting werden voorgedra gen dat geen rekening werd gehouden met de zienswijze van den Raad, maar deze, hoe wel den steun van het moederland ter ver betering van den oeconomischen toestand in de kolonie dankbaar aannemende, zich ver plicht achtte het bestuur te ontraden gelden uit 's Rijks schatkist te gebruiken voor som mige proefnemingen en tot het verrichten van eenige werken, waarvan de mislukking en het weinige nut door ieder, die met «le plaatselijke toestanden bekend is, met ze kerheid voorzien konden worden. Hoewel de Min. door de drukke werk zaamheden aan zijn departement, in ver band met de behandeling der begrootingen, nog geen gelegenheid heeft gehad om zich een definitief oordeel over deze zaak te vor men, kan hij wel reeds mededeelen, dat door de kennisneming van de over de inkomsten belasting tusscnen den gouverneur en den Raad gewisselde bescheiden, bij hem de in druk is gevestigd, dat de aanleiding tot de gelieele zaak is gelegen in die belasting, tot welker tot stand koming de Raad niet wilde medewerken. Opmerkelijk is het echter, dat het besluit om af te treden werd genomen op het oogenblik, dat de voorzitter van den Raad op het punt stond den griffier op te dragen het. convocatiebiljet gereed tc ma ken tot het bijeenroepen van een openbare vergadering, waarin de genoemde belasting zou worden behandeld. Dat overigens de verzekering der vijf le den, die voorloopig zijn aangebleven, dat zij zulks deden om geen stremming in de werk zaamheden te veroorzaken, niet ernstig ge meend was, blijkt wel uit het feit, dat op de voordracht voor zes nieuwe leden door den Raad meerendeels personen geplaatst zijn, van wie algemeen bekend was, dat zij of wegens hun ouderdom, bf om andere re denen geen benoeming zouden aannemen. B e r n e r-C onventie. Door den Berner-Conventie-Bond is aan de beide Ka mers van de Staten-Generaal een adres ge zonden van den volgenden inhoud Geeft eerbiedig te kennen de Vereeniging ,,De Berner-Conventie-Bond", erkend bij Kon. besluit van 13 Februari 1899, no. 4, gevestigd te Amsterdam dat naar haar meening de wetgever ten spoedigste maatregelen behoort te nemen ora te doen ophouden den volgens de hedendaag- sche rechtsovertuiging onzedelijken toestand waarin, zoowel hier te lande fegeno/sr bu«- tenlanders als in den vreemde tegenover Ne- derlandsfche irigëzetenen, straffeloos inbreuk kan worden gepleegd op een in de Neder- landsche wet erkend privaatrechthet auteursrecht dat, volgens haar oordeel, de beste immers de meest eenvoudige en snelst doel treffende maatregel zou zijn het aanne men van een wet, waarbij Nederland toe treedt tot de „Union internationale pour la protection des oeuvres littéraires et ar- tistiques", opgericht te Bern den 9. Sept. 1886. van welk verbond thans, behoudens enkele uitzonderingen (waaronder heiaar1 Nederland), alle staten van Europa deel uit maken dat toetreding van Nederland tot de Ber- ner-Conventie herziening van onze auteurs wet alleen in zóóverre noodig zou maken, als genoemde wet inconsequent is, waar zij, het vertaalrecht erkennend als integreerend on derdeel van het auteursrecht, dat vertaal recht slechte gedurende 5 jaren bescherming waarborgt, terwijl zij: het auteursrecht in zijn vollen omgang 50 jaar lang sanctioneert; dat overigens bedoelde toetreding slechts zou beteekenenerkenning en bescherming van het recht van den vreemden auteurs in gelijke mate als waarin dat van den Neder landschen erkend en beschermd is, m. a. w. doorvoering van een thans door elk welden kend mensch als elementair beschouwd be ginsel van privaatrecht. Requestrante, hoewel van oordeel, dat de noodzakelijkheid van wettelijke erkenning door Nederland van internationaal auteurs recht geen verder bewijs behoeft, acht het niettemin wenschelijk uw aandacht te vesti gen op nog tal van andere overwegingen, op grond waarvan toetreding van Nederland tot de Berner-Conventie wordt aanbevolen. Zij veroorlooft zich u die overwegingen te doen kennen door bij dit verzoekschrift als „Bijlagen" te voegen lo. een kopie van het adres door de „De Berner-Conventie- Bond'' in 1899 gericht tot Z. E. den Min. van Buitenlandsche Zaken dat verwees naar een, wat de hoofdzaken betreft, gelijk luidende petitie aan H. M. de Koningin en 2o. afdrukken van requesten dezer dagen ingediend bij de Regeering of bij de volksver tegenwoordiging door verschillende belang hebbende of in de materie belangstellende vereenigingen. Ten slotte zij het requestrante vergund uiting te geven aan haar overtuiging, dat toetreding tot de Berner-Conventio vrijwel uitsluitend wordt ontraden op grond van argumenten, die weinig gewicht in de schaal leggen, althans niet als zwaar wegend b; schouwd mogen worden, omdat commercieel eigenbelang de éénigo drijfveer schijnt van lien, die ze aanvoeren; en bovendien die be strijders grootendeels dat eigenbelang rr- keerd begrijpen tengevolge van hun onjuiste voorstelling der beteekenis en der gevolgen van wettelijke erkenning van het internati onaal karakter van auteursrecht. Hoogst aangenaam zou het requestrante zijn, indien uw vergadering besloot een af doende verklaring omtrent haar standpunt in zake de Berner-Conventio van de Regee ring te vragen; en zij hoopt, dat, wanneer die verklaring wordt gegeven doch daaru't blijkt, dat de regeering de noodzakelijkheid van toetreding van Nederland tot do Berner- Conventie niet inziet, dat dan een votum der Kamer van haar instemming althans met den wenscli van adressante het bewijs moge leveren. Bij dit adres zijn gevoegd requesten van de Maatschappij van Ncd. Letterkunde, het Ned. Tooneelverbond, de Maatschappij Arti et Amicitia, de Kon. vereen. Het Neder- landscho Tooneel. den Nederlandschen Uit geversbond. den Haagschcn kunstkring, en de vereeniging van Letterkundigen. Door God. Staten van Zeeland zijn do adjunct-commiezen ter prov. griffie le kl. J. F. H. Rest, mr. M. M. dc Lange Boom, J. K. van Heuven en A. Hammachcr. be vorderd tot commies, terwijl aan alle ambte naren ter griffie de traktementsverhooging is toegekend, zooals door do Prov. f.ntcn in dc laatste najaarsvergadering is besloten. School- en Kerknieuw». 's-G ravenhage, 28 December. Examen Wiskunde, L. O-, art. 65. Op geroepen 5, opgekomen 5, teruggetrokken 1, af gewezen 2 candidaten. Geslaagd de heer 8. Snel, uit Heemstede, en mej. M. Boonstra, uit Dragten. Examens Middelbaar Onderwijs. Hoogere Wiskunde, KV. Opgeroepen 2, opgekomen 2 candidaten. Geslaagd de heeren T C. W. van Mierlo, uit Den Helder, en P. Visser, uit Schoonhoven. Hoogere Mechanica, enz., K VI. Opgeroe pen en opgekomen 1 candidaat. Geslaagd de heer H. Gouwenlak, uit Venlo. Boekhouden, K XII. Opgeroepen en opge komen 17 candidaten, teruggetrokken 1, afge wezen 9 candidaten. Geslaagd dc heeren 8. P. M. Beunders, uit Rotterdam S. Mijcrson, uit Borne mej. I. P. Meinema, uit Deventer, en voor huisakte de heeren J. A. van der Wagt, uit Rotterdam G. H. Seckei, uit Enschedé A J. Uiterwijk, i it 'kmaar, en A. J. J. van Riemsdijk, uit Den Haag. Fransch, akte B. Geëx. 1 mann. en 1 vr. cand. Toegelaten mej. D. Jonker, van Wilder- rank. Akte A. Goëx. 1 mann. en 3 vr. cand. Toegelaten de heer H. Boddcndjjk, van Haar lem, en mej B Wubbo, van Amsterdam. 's-G ravenhage, 29 December. Examens Wiskunde, L. O., art. 65 Opge roepen en opgekomen 5 cand. Afgewezen 2. Geslaagd de dames H de Boer, uit Winters wijk M. W. Ham, uit Amsterdam 0. C. Hansen, uit Schiedam. Deze examens zijn afgeloopen. Examens Middelbaar Onderwijs. Zeevaartkunde, I. Opgeroepen en opge komen 2 cand. Afgewezen 1 can... Geslaagd do heer S. Hobma, uit Harlingen. Hoogere Wiskunde, KV. Opgeroepen en opgekomen 2 cand. Afgewezen 1 cand. Geslaagd mej. H. S. van Asperen, uit Groningen. Boekhouden, K XII. Opgeroepen en op gekomen 14 cand. Afgewezen 8 cand. Geslaagd de heeren H. Schol ten, uit Amsterdam B. Vreeken, uit Hilversum H. Wioringa, uit Den Haag en voor huisakte de heerenO. Plan- tema en W. van Vierhouten Kolly, beiden uit AmsterdamJ. Walpoott, uit Bloemendaal. Alle deze examens zijn afgeloopen. Fransch, akte B. Geëx. en afgewezen 1 mann. en 1 vr. cand. akte A gecx. 2 vr. en 1 mann. cand. Toegelaten de dames C. van der Velde en A. L. Maas, beiden van Rotterdam, en de heer Oh. C. Bertram, van Delft. Examen li andeu arbeid, te Haarlem. 27 en 28 December. Geëxamineerd voor diploma A 8 da. ïes en 10 heeren. Geslaagd de dames: H. O. J. P. Esink, Middelburg; A. Abresch, Amsterdam M. van Schothorst, Barneveld A. Friderichs, Bloemendaal, en de heeren: J. de Blauw, Veenhuizen J. de Vries, HoornsterzwaagJ. Beeltje, Hoenderloo bij Apeldoorn J. A. Sturm, ZoutelandeC. de Haan, RotterdamJ. K. Möller, Lage Vuur- sche A. van der Perk, Rotterdam. Diploma B. Geëxamineerd 1 dame en 8 hee ren. Geslaagd de heeren: 1). A. Poldermans, Goes C. A. EmeIjs, Rotterdam J. J. Rich mond, Amsterdam J. P. Mazure, Rotterdam, en S. de Groot, Amsterdam. Almanakken en Kalenders. De fimra Tjcenk Willink en Zn., te Haar lem, zond ons den Nederlandschen Almanak voor 1906 toe, waaraan de keurige omslag is geteekend door Theo Neubuijs en gepro duceerd door Joh. Enschedé en Zonen. Behalve een kalender, telegraaf- en post- tarieven, opgaven betreffende hooge colle- giën van Staat, koloniën, rechtswezen, in stellingen van onderwijs, consulaire ambte naren, bestuur van provinciën en gemeen ten, bevolking, spoorwegen, voogdijraden, maatschappijen voor landbouw en nijver heid, enz. enz., bevat deze almanak een be schrijving van het leven van Rembrandt, bo nevens eenige welgeslaagde reproducties van schilderijen van dezen schilder. Verder por tretten van de nieuwe ministers, van beken de staatkundige personen uit verschillende landen en van wijlen mr. A. Kerdij|k, Justus van Maurik, dr. I. A. Lamping, dr. H. O. Rogge, prof. Gagel, prof. dr. Pieter Lode- wijk Muller, kolonel G. E. V. L. van Zuij- len, enz. Wie deze almanak op zijn schrijftafel liceft liggen, zal er bijt het naslaan van ver schillende zaken veel gemak van kunnen hebben. Zeer practisch in het gebruik zal o. i. het alphabetisch register van den in houd blijken te zijn. Van de firma Van den Bcrgh's Limited te Rotterdam ontvingen wij een mooicn om slagkalender, tevens een rcclamo voor do gunstig bekende kunstboter „Vitollo". Pyttcrsen's „Nederlandsche Staatsalma nak voor iedereen", uitgave van v. d. Garde en Co., te Zalt-Bommel, is ook weer ver schenen. Deze almanak wordt met ieder jaar uitvoeriger en bevat tal van wetenswaardige inlichtingen over personen en zaken. Ook treft men er mededeelingen in op natuur kundig en aardrijkskundig gebied, enz. enz. Eveneens zijn opgenomen de verschillende staatscommissies en haar opdrachten. De stoomdrukkerij A. J. Michielsen zond ons haar Memorandum-kalender toe. Aan den voet van de wekelijks af tc scheuren bladen zijn verschillende bepalin gen opgenomen betreffende posterijen en telegrafie, tarieven, enz. De kalender is keurig gedrukt, iets dat wc trouwens van deze inrichting gewoon zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1