JS#, 151. Eerste Klad. 5" Jaargang. Zaterdag 1 December 1906. BUITENLAND. FEUILLETON. Op „Berkenrode ÜERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTENTIEN: f Q. 75. - 0.18. Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, woedt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht België en de Congostaat. Dc debatten, die thans in de Belgische Kamer worden gevoerd, zijn te beschouwen als <le voorbode van de overneming van de on afhan kei ijken Congostaat door België. De regeering is daarvoor gunstig gestemd, en ook een groot deel van de oppositie verzet zicli in beginsel daartegen niet. De woordvoerder van de liberalen, de lieer Hymans, heeft uitdrukkelijk ver klaard: Wij zijn voorstanders van de over neming.'' Maar hij verbond daaraan ver schillende reserves, om doen uitkomen, dat de regeering verplicht is, wanneer zij van de volksvertegenwoordiging een votum vraagt over de overneming, haar vooraf vol ledig licht te verschaffen over de omstan digheden, waaronder de overneming zal ge schieden, en over de verbintenissendie de staat daarbij op zich zal nemen. Nog iets anders stelde de heer Hymans op den voorgronddc beslissing over de overneming zou moeten geschieden geheel zelfstandig, los van elke pressie van buiten. Hij ze»de ,,Tk luister alleen naar de belan gen van mijn land. De nationale eer zou er onder lijden, indien onze uitspraak of onze beslissingen door drukking van buiten wa ren ingegeven." Deze verklaring bevat, indirect een ant woord op den stap, dien de in Engeland be staande Vereeniging tot hervorming van den Congostaat onlangs heeft gedaan om de an nexatie door België te bevorderen. Eene de putatie van dïe vereeniging is bij den En- gelsohen minister van buitenlandsche zaken op audiëntie geweest en heeft van dezen be windsman de verklaring verkregen, dat de Rritsclie regeering te Brussel aandramg zal uitoefenen ten gunste van de naasting van het Oongoland door België. Daartegen heeft.' men in de Belgische Kamer bij voorbaat willen p rot es toeren men heeft er prijs op gesteld te doen uitkomen, dat, wat België hierover ook moge beslissen, in ieder geval het geheel vrij is om te beslissen zooals het wil. Men gaat in Engeland van de opvatting uit, dat de staten, die den Congostaat heb ben opgericht, ook het recht hebben toe zicht uit, te oefenen op de wijze, waarop hij wordt bestuui-d. De Congostaat daarentegen beschouwt zich als geheel onafhankelijk en aan geen controle onderworpen. Eingeland heeft reeds sedert eenige jaren pogingen aan gewend, tot dusver steeds vruchteloos, om eene conferentie van de betrokken staten tot onderzoek van den toestand in liet Congo- gebïed bijeen te brengen. Het schijnt int-us- schen niet, dat Engeland zich thans heeft gewend tot andere staten, die belangen be zitten in den Congostaat. Welke 'houding die staten eventueel zullen aannemen tegenover bezwaren, die van Engelsehe zijde worden geopperd, zal niet eerder beoordeeld kunnen worden dan als Engeland zijne bezwaren in den vereisohten vorm heeft opgesteld en ont wikkeld Eerst dan zullen de andere staten kunnen beoordeelen of en in hoever zij zich bij Engeland zullen aansluiten. Afgescheiden hiervan lieeft het beleid van de bestuurders van den Congostaat sedert lang reeds scheme critiek gevonden zoowel in België zelf als in den vreemde. De Ver eeniging tot hervorming van den Congo staat heeft zich daarvoor speciaal gevormd en zij heeft in haren secretaris E. D. Morel ee:i man, die onvermoeid te velde trekt tegen de misbruiken, die de exploitatie van het. land, inzonderheid de wijze waarop caout chouc wordt gewonnen heeft doen ontstaan. Vertoogen van de Britsche regeering en de druk van de openbare meening in België zelf hebben bewerkt, dat in het vorige jaar eene commissie van drie juristen naar het Congogebied gezonden werd om den toestand te onderzoeken en middelen aan de hand te doen tot wegneming van do gebreken, die zij mocht ontdekken. Nadat deze commissie zich van hare taak gekweten had, werd eene ge- heele reeks besluiten afgekondigd, die met handhaving van de rechten van het heer- schende blanke ras tegenover de inboorlingen ten doel hadden dezen eene menschel ij ke be handeling te verzekeren. Wat deze hervor mingen zullen uitwerken, zal1 de tijd moe ten leeren. IntussChen duren inzonderheid in Engeland de aanvallen tegen den Congostaat voort. Hoofdzakelijk steunen deze op ver klaringen van protesbantsche zendelingen, die zich. benadeeld voelen door de concessie- politiek en door de bevoorrechting, die aan de katholieke missiën geschonken wordt. De critiek van de politieke toestanden gaat hand in hand met eene critiek van het concèssie- en het domeinwezen, dat aan de vrije mede dinging in den weg staat. In dit opzicht, staat de Congostaat tegenover degenen, die in België en in het buitenland critiek uit oefenen op zijn beleid, op het standpunt, dat de economische exploitatie van het land door kleine ondernemingen niet mogelijk is en dat de financieele toekomst van de kolonie slechts kan worden gewaarborgd, wanneer oenerznds de inkomsten van de staats- en k roondomeinen die te zamen een derde van het gebied van den Congostaat uitmaken verzekerd zijn en anderzijds de deelneming van den staat aan de groote handels- en verkeersondernemingen blijft bestaan. Aan den anderen kant is dit een factor, die een voorname rol speelt bij het onderzoek van de vraag, of de naasting van den Congostaat door België onder de bestaan- do omstandigheden voor den staat voordeelig is. Dat is eene vraag, die een ernstig onder zoek vordert, waarbij elk© overhaasting moet worden vermeden. Duitschland. Berlijn, 30 Nov. Volgens een bericht uit Parijs moet in Rio de Janeiro het. gerucht in omloop gebracht zijn, dat Du'tschland aan het werk geweest is tegen de deelneming van de Zuid-Amerikaansche staten aan de Haagsche conferentie. Van bevoegde zijde wordt dit gerucht ais geheel onwaar geken schetst. Er wordt bijgevoegd, dat juist Duitschland zonder dralen het voorstel van Amerika heeft ondersteund om het tijdstip van de conferentie zoo te bepalen, dat ook de Zuid-Amerikaansche staten er aan kun nen deelnemen. Het domkapittel van Gnesen heeft tot be stuurder van het aartsbisdom tijdeus de va cature gekozen niet een Duitschen candidaat, zooals men meende met het oog op het vrij groote aantal Duitsche domheeren in dat kapittel, maar den Poolschen domheer D'orszeroski. Men -erwacht stellig, dat het Posensche kapittel den wijbisschop Likowski zal kiezen, die v.an zijne Poolsch© gezindheid reeds de bewijzen geleverd heeft. Stuttgart, 30 Nov. In de heden gehouden vergadering van het centrale landbouw-ool- legie, waarin de kwestie van de hooge vleesch- prijzen behandeld werd, verklaarde de mi nister van binnenlandsche zaken Pischek, dat de eenige naburige landen, uit welke den invoer van vleesch in aanmerking kon ko men, Eenemarken en Nederland waren. De minister verklaarde zich voor eene gedeelte lijke openstelling van de Nederlandsche giens, omdat de wetelijke bepalingen tegen de besmettelijke veeziekten goed zijn in Ne derland en den veestapel daar vrij van ziekte is. Het college verklaarde zich echter na eene langdurige beraadslaging eenstemmig tegen de openstelling van de grenzen van Neder land en Denemarken. België. Brussel, 30 Nov. De heer Woeste zette zijn beschouwing over het bestuur van den Con go uit een oogpunt van het absolute be heer, voort ©n is van meening, dat het par lementaire 9telsel niet geschikt is voor sta ten die pas zijn in hun eerste ontwikkeling- Voor het overige merkte hij op, dat iedere keer als, er misbruiken gesignaleerd waren in den Congostaat, men zich daarmee heeft beziggehouden. Hij zal den dag zeer prijzen, waarop het mogelijk zal zijn het stel sel van den vrijen arbeid in te voeren. Spre kende over de mogelijkheid, dat Engeland consulaire rechtspraak in den Congostaat zal invoeren, zegt Spr. dat er geen voorbeeld is van de instelling van dergelijke rechtspra ken zonder medewerking van het hoofd van den staat. Brussel, 30 Nov. In het voortgezette debat over de Gongo-interpellatiën verdedigde Woeste (katholiek) de instelling van een nationaal domein, door een bestuursraad be heerd. Hij critiseerdo do handelingen van Engeland in Uganda. Hij drukte den wensch uit, dat België en de Congostaat tot over eenstemming zouden komen binnen een vast te stellen termijn. Renkin (katholiek) vroeg zich af, of de Koning een land zou afstaan, door eene roof zieke exploitatie uitgeput hij beschouwt echter de naasting als onvermijdelijk. i«ieil lastert den Koning, wanneer men zegt, dat hij den Congostaat ten eigen bate exploi teert. Brussel, 30 Nov. Het mond- en klauwzeer onder het vee neemt zeer toe in België. Frankrijk. Parijs, 30 Nov. De Kamer heeft met 298 tegen 218 stemmen het bedrag van 15,000 francs als schadevergoeding voor hare leden aangenomen. In de Kaoner ia ter sprake gebracht een grap, die door een drietal dagbladschrijvers is uitgehaald, die des nachts eene kazerne hebben geïnspecteerd, waarbij zij zich uit gaven voor den vice-minister van oorlog met twee zijiner secretarissenOnder algemeen e vroolijikheid werd dit geval vergeleken mot het door den kapitein van Köpenick be dreven stuk. De vice-minister Cbéron gaf de verzekering, dat de instruction waren ver scherpt om eene herhaling van dergelijke grappen te voorkomen. Toulon, 30 Nov Het eskader is héden naar Marokko vertrokken. Engeland. Op de in het lagerhuis gedane vraag of de bepalingen van het Parijsche verdrag van 1855 op Noorwegen niet meer van toepas sing zijn tengevolge van de afscheiding van Zweden, antwoordde minister Sir Edward Grey: Het verdrag is n;et afgeschaft, maar het is gesloten onder omstandigheden, die nu geheel veranderd zijn. De Britsche re- goering overweegt thans, in vereeniging met de genoemde staten en met- andere landen, welke stappen moeten worden gedaan om een nieuw verdrag te sluiten ter vervanging van het oude. Tot beantwoording van eene vraag over een op een Engelsehman te Tanger ge pleegden aanval zeide de minister, na mede- deeling van de bijzonderheden van het gebeurde: Het schijnt niet noodig geweest te zijn, dat vreemde troepen landden. Wij hooren, dat Frankrijk en Spanje bereid zijn, als het noodig is, zoolang eene geregelde politiemacht nog niet is opgetreden, alle voorloopige maatregelen, die noodig mochten zijn tot bescherming van de vreemdelingen, te nemen. Het is niet noodig of wenschelijk, dat. de Britsche regeering bovendien nog wat doet. en het is niet het voornemen, Britsche oorlogsschepen ter medewerking te zenden. Spanje. Madrid., 30 Nov. De minister van justitie Eomanones nam zijn ontslag en is vervan gen door Barrosa, die als minister van bin nenlandsche zaken vervangen zal worden door Quirogne Ballasteroe. Oostenrijk. If eenai, 30 Nov. Het huis van afgevaar digden keeft de amendementen van Pergeit en Kramarcz op het wetsontwerp betreffende da indeding der kiesdistricten verwoapen. Het vooiïtel van de commissie, waarbij Bo booien w*rdt verdeeld in 75 Ozeohisdhe en 55 Duitsoie kiesdestrieten, werd daarop aan- De Kamer verwierp daarna een amende ment van Zazowka (Czechisch agrariër), dat strekte om eene Ozechiische gemeente van een Duitsoh district af te scheiden. De radi cale Gzeohen twijfelden aan de juistheid van de stemming - zij snelden naar de tafel van den president en wierpen de stukken, die daarop lagen, op den grand. Verschillende leden geraakten handgemeen met elkaar. Daar het tumult aanhield, schorste de voor zitter de vergadering. Nadat de zitting was hervat, drukte hij zijne verontwaardiging en zijn leedwezen over het gebeurde uit, waar tegen de radiaale Gzechen protesteerden. Sobotka verlangde, dat de stemming over zou worden gedaan, hetgeen de voorzitter weigerde omdat de stemming goed was ge schied. De vergadering werd daarna voortgezet zonder dat verder ernstige incidenten voor vielen. Hongarije De minister van koophandel Kossuth ver klaarde bij de behandeling der begrooting van zijn departenent, dat hij' zich- iedere gelegenheid zou ten nutte maken om de zelf standigheid van Hongarije op economisch gebied te verkrijgm en te verzekeren. Dit zal inzonderheid hierin zijne uitdrukking vinden, dat Hongaiije onder alle omstandig heden met Oostenrijk een handelsverdrag zal sluiten en niet 4en tolverbond. Wel kan aan de heffing van tolrechten aan de grens van' Oostenrijk en Hongarije niet gedacht worden zoolang het handelsverdrag zal gel den, maar tolrechtei zijn niet het eenige kenmerk van de zelfstandigheid. De jaren van nu tot 1917 zullen besteed wor den om de economische onafhankelijkheid ->an Hongarije zeker te, stellen. On des de wetsontwerpen, die werden aangekondigd, is ook een tot het aanleggen van waterwegen om den Hongaarschen in- en uitvoer over Fiume te leiden en van Oostenrijk onafhan kelijk te maken. Rusland. De Russische bladen vermelden met ver ontwaardiging grave onregelmatigheden, die bij de van staatswege gedane bestellingen van graan zijn gepleegd. De adjunct-minis ter van binnenlandsche zaken Goerko is in deze onregelmatighelen betrokken. Hij heeft eenigen tijd geleden eene firma, die zich tot dusver in 't geheel niet met den graanhandel heeft bozig gehouden, opgedra gen voor de hongerlijdende boeren 10 mil- lioen poed graan te leveren. In plaats nu van deze firma te nopen tot het storten van den gebruikelijken borgtocht, heeft de ad junct-minister haar onmiidldelijk door de kas tot ondersteuning van die noodliidende boeren 80.000 roebel als voorschot op da te verrichten leveringen laten uitkeeren. Nu heeft tot dusver de firma geen enkel poed graan geleverd, terwijl de berichten over den hongersnood uit verschillende gouver nementen steeds erger worden. Het mooiste komt echter nog. Minister president Stolypin, die als hoofd van het departement van binnenlandsche zaken de onmiddellijke chef is van den adjunct-mi nister Goerko, heeft van hem rekenschap ver langd over zijn beleid in deze zaak. Daarop heeft Goerko geantwoord, dat hij alleen aan den Czaar rekenschap verschuldigd was en zich bij dezen wel zou verantwoorden. Dat heeft hij dan ook gedaan, maar hij heeft zich bij den Czaar als een slachtoffer van Jood- sche verdachtmaking voorgesteld, wien men op deze wijze zijn trouwe diensten betaald wit zetten. Het omgaan van deu Bond van het Russische volk neemt diriest de partij van Goerko ou en verklaart, dat de leider? van 3e oppositie met den dood er voor zul len boeten, wanneer dit loverantieschan- daal onaangename gevolgen voor Goerko mocht hebben Marokko. Een nog onbevestigd, maar waarschijnlijk bericht, spreekt van de afzetting en gevan genneming van Ben Mansoer, den vertegen woordiger van Raisuli te Tanger. Dit zou geschied zijn op last van Raisuli zelf, wegens Ben Mansoer's uitdagende houding tegen de Europeanen en de geringschatting van hun ne rechten en internationale verdragen. Over de zaken in Marokko bericht de Temps, dat in Tanger de toestand, stationair blijft. De in den loop van deze week tus- schen afdeelmgen vaf twee in de buurt van Tanger wonende stammen geleverde gevech ten hebben in de stad geen terugwerking gehad, maar men is toch van meening, dat de aanhoudende schermutselingen voor de poorten vau de stad er niet toe kunnen bij dragen om de bestaande ongerustheid te verminderenEenige familiën, die onder den rook van de stad woonden, hebben 't voorzichtig geoordeeld zich binnen hare mu ren te vestigen. De verandering van ministerie in Spanje zal, volgens den oorrespondent van de Temp3 te Madrid, geen invloed hebben op de stap pen, die Frankrijk en Spanje gezamenlijk zullen doen met het oog op den toestand io 67 Romax door JAN STORK. Eene poos lang bleef hij, in gedachten staan en zei toen: ,,Ja, ziet u mijnheer, er is veel vóór, maar ook voed togen. Er vóór is de meerdere verdieuste en -dat ik direct zou kunnen trouwen. Ook zou ik het erg prettig vinktenal is het dlan niet alltijd' met u samen, dan toc'h onder uw leiding te wer ken. Eln. dan wat u zegt van mijn kennis uit te breiden in een' groote 'bloemisterij en aan het hoofd te isltaan van een groot aantal ar beiders, en te zorgen, d'ab allies goéd mar cheerde; maar er is ook veel tegen. Voor- i eerst ben ik hier wel niet mijln eigen baas, maar toch meer zelfstandig dan als meester knecht. Eln dan, ziet u, Daatje en ik hebben er ons al zoo ingedacht, om altijld' hier bij: mevrouw te blijven en in het- mooie huisje van Arie te wonen. Het zal Daatje ook hard vallen van de plaats te gaan, want al 's zij getrouwd, dan zou zij mevrouw toch altijd van dienst kunnen zij<n, als het noodig was met feestjes of andere drukten. En.dan nog wat... Wij... ons soort menschen moeten ook om onzen ouden dag deuken. Als wij altijd ons best blijven doen, veronderstel ik, dat mevrouw, als ons eens een ongeluk over kwam, met ziekte, of als, wat. God geve dat nog in lang niet- gebeure, mevrouw eens kwam te sterven, in al die gevallen, denk ik, dat mevrouw ons toch niet vergeten zou. En in een groote zaak gaat men op in de menig te. Als je niet- meer bruikbaar 'bent, kan je ophoepelen en wordt een ander in je plaats genomen." „Wat dat laatste betreft," hernam ik, „daarvoor behoef je bij ons niet- bevreesd te zijn. Ik ben met- mijnheer Laux overeenge komen een pensioen-, zieken- en weduwen- fonds op te richten. Hoe dat geregeld zal worden, kan ik nog niet zeggen, maar in elk geval vinden wij' het billijk en zullen wij er dan ook voor zorgen, dat menschen, die ons trouw gediend hebben, op hun ouden dag of in ziekte voor gdbrek gespaard blijven. Zoo I ook nu met den 'dood van den meesterknecht. Dc man heeft weinig overgespaard. Als men goed verdient, wil men het ook goed heb- bon. Moet men zich dan bekrimpen, om la ter toch maar heel zuinig te kunnen rond komen, dan heeft men het ook nooit eens goed in zijn leven. Nu zullen wij; zijn weduwe en haar doch ter vrij wonen geven in een huis, dab aan de firma behoort en aan het eind van den tuin staat. Als zij dan de bovenkamers ver huren aan commensalen, kunnen zij haar eigen kost verdienen en fatsoenlijk rondko men. Maar voor alle weduwen of oude knechts hebben wij niet zulke toevallige hulpmiddelen, en daarom besloten wij een pensioenfonds te stichten. Dat bezwaar is Jdus voor je uit den weg geruimd. Dan sprak je van je toekomstige mooie huisje hier, maar de meesterknechtswoning op onzo bloemisterij behoeft, er lieusch niet voor onder te doen." „In elk geval moet ik er eerst met Daatje over spreken, mijnheer." „Natuurlijk, je behoeft nu direct ook nog geen besluit te nemen, hoewel wij er zooveel mogelijk haast mee maken, daar wij het druk hebben en niet lang zonder meesterknecht, kunnen blijven." „Weet Daatje er al iets van mevrouw?" vroeg Willem. „Nog niet," antwoordde tante, „wij wil den eerst weten, hoe jezelf er over dacht. Maar zij is in de mangelkamer, ga het haar maar eens vertellen." Toen Willem vertrokken was, vroeg tante mij „En hoe kom ik nu zoo gauw aan een anderen tuinman, als Willem het aan neemt „Wij zullen u niet in verlegenheid laten zitten. Misschien weet ik er al een voor u. Een van onze knechts, Jan Rekkers, een fatsoenlijk jongmeiscli en vrij igoed op de hoogte van zijn vak. Hoewel wij niet gaarne onze goede knechts missen, is het- niet meer dan billijk, dat wij u wederkeerig helpen. Hij, is .juist vandaag met mij mee gekomen, om den tuin van Karei met mij op te me ten. Ik zal hem, vóór hij naar huis gaat, met een boodschap bij u zenden, dan kunt u zien, of zijn uiterlijk u bevalt. Ik geloof wel. dat, hij zelf graag hier zou willen ko men. Ten minste hij sprak mij over zoo iets, toen hij met de verjaring van Mies die bloemenmand bracht." „O, is het die? Dan heb ik hem al ge sproken. Ja, die heeft wel een gunstig uiter- liik. En zou je denken, dat hij bekwaam genoeg is?" „Zeer zeker tante. In elk geval kan ik, nu ik hier blijf wonen altijd als u het goed vindt, het toezicht hoiden. U begrijpt, hoe zeer het onderhoud \an mijn eigen werk, van mijn eerste schepping, mij aan het hart gaat." Ik stond reeds op oa heen te gaan, toen Mies uit huis kwaan diegen. „Ik hoorde van Willem, dat je hier bent. Ik iwas met Daatje aan de wasch. Waarom heb je mij niet laten roepen, en ga je nu heen, nu ik koni? Blijf je hier eten? Niet? Waarom niet? Kom je van avond Ir er s'a- pen?" Al die vragen deed zij in één adem. „Mijnheer Dubois vroeg mij ten eten Maar ik kom hier slapen," antwoordde ik haar. „Ik kwam maar even, om tante een groot en een goed nieuwste vertellen." „Noem jij dat maar een goed nieuws, om Daatje en Willem hier va» daan te troonen. 't Is wat moois „Neen dat bedoel ik niet, iets andere. Minnie en ik komen, als ve getrouwd' zijn, hier in A. wonen, en wel vlak bij. Halver wege den weg naar Lindenheuvel," „Heusch?" vroeg zij. „b 'twaar tante? O, dat is dolletjes, heerlijk, verrukkelijk! En waar? In welk huis?" „Tante zal je verder wel alles zeggen. Ik moet nu weg. Ik brand va& verlangen om hc't Minnie te gaan vertellen, die weet- het- nog niet eens. Tot van avond dus." Op Lindenheuvel gekomen, vernam ik van mevrouw Dubois, dat- mijnheer naar het- in aanbouw zijnde huis var Karei was. Ook de meisjes waren daar, Miinie, Louise eh mijn zuster Anna. „Hoe is de besprekiig afgeloopen, Paul?'' vroeg mevrouw mij. ,,It wilde er papa niet naar vragen, omdat Mnriie er bij was. Is dat land goed voor bloemisterij?'" Toen ik een bevestigend antwoord had ge geven, betuigde mevrouw mij hare oprechte vreugde, dat wij zoo in de 'buurt kwamen wonen Die vreugdébetuiging wierp voor het eerst eene schaduw op mijne zoo hoog gelukkige stemming. Ik Iliad Minnie liever wat verder verwijderd gehad van den omgang, wav meer buiten den invloed van -mijne aanstaande schoonmama. En ik moest op weg naar Ka reis huis, mij weer voor d6n geest, brengen, wat mijne lieve en verstandige tante Bertha had gezegd, omtrent Minnie's toekomstig geluk, om weer volkomen opgeruimd en te vreden te worden. „Paul, wat. voor goed nieuws 'heeft vader mij te vertellen?" vroeg Minnie, zoodra zij mij zag. „Ik moesrt. wachten tot jij' er bij was. Jij weet het. ook. Zeg het nu gauw." „Nog niet- Paul," riep mijnheer Dubois, „zij -moet wachten tot wij) thuis zijn. Het is veel te ernstig om dat- hier zoo maar eens eventjes te vertellen." „Hé, papa, wat flauw. Toezegt, u het nu," vleide zij. „Heb nu nog een beetje geduld. Laat Paul nu eerst eens zien of wij ons werk goed gedaan hebben." De meeste opmetingen, die noodzakelijk waren, had' Karei reeds gedaan. Die had_ ik dus imaar over te schrijven. Ik had echter voor mijn aanlegplan nog de juiste plaatsbe paling noodig van eenige mooie boomen, die ik wildé behouden. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1906 | | pagina 1