W°. 158e Eerste Blad. Jaargnng. Zaterdag 8 December 1906. BUITENLAND. FEUILLETON. Op Berkenrode FOORISCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort 1.95. Idem franco per post1.7s. Afzonderlijke nummer»©.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met «itzonderine ran Zon- en Feestdagen. AdrertentiSn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nar 'a morgen» bij de Uitgevera in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 Co. lltrechtschestreat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENT!»*! f 9.7S. - O.IS. Van 15 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepaling*? tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eena circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvsaag toegezonden. Kennisgeving. Do Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat de door den Directeur van. *6 Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht executoir verklaarde kohieren Nos. 8 en 9 van de Penso- neele belasting over het dienstjaar 1906. aan den Ontvanger van 's Rijks directe .belastingen alhier zijn ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht ns zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 7. December 1906. De Burgemeester voornoemd, WUXJTIERS. Politiek Overzicht De toestand in het Balkangebied. Do nieuiwe minister van buitenlandsche zaken van Oostenrij'k-Hongarije, baron Lexa von Aehrenthal, heeft reeds kort na zijn optreden gelegenheid gehad zijne inzichten over de betrekkingen van Ooslenrijk-Hon- garije ,tot do overige g-eote mogendheden mede te deelen. Hij heeft dat in bondige» vorm gedaan voor de nu in Budapest ver gaderde delegatiën van de heide parlemen ten der monarchie. De algemecne politieke toestand komt den nieuwen bewindsman niet onbevredigend voor, omdat aan alle zijden zicli eene vreedzame gezindheid vertoont en zoom'n de Fra.nsch-Russi.iche tweebond als de Fransch-Engelsche intimiteit iemand be dreigen. Wat den driebond betreft, komt het door baron Aehrenthal gezegde overeen met hetgeen vorst Bülow onlangs in den rijksdag heeft verklaard. Hij stelt de bond genootschappelijke verhouding van Oosten rijk-Hongarije met^Duitschland en Italië op den voorgrond en knoopt daaraan terstond vast de samenwerking van Oostenrijk-Hon garije met Rusland :n het Oosten. Daarmede levert hij het bewijs, dat hij de grondslagen van de buitenlandsche politiek van Ooeten- rijk-Hongarije, zooals hij ze van zijn voor ganger heeft overgenomen, onveranderd in wezen wil laten. De nauwe vriendschap met üuitschland is de onwrikbare as, waarom alles draait. Ook met Italië bestaan „har telijke en oprechte betrekkingen" en „vol ledige harmonie" in alle groote vragen. Wat Italië betreft, wordt nauwkeurig onderschei den tussclien de regeering en do „aan heide zijdon menigmaal nerveus geworden en op een dwaalspoor gebrachte openbare mee ning", welker afdwalingen de minister niet al te tragisch schijnt op te nemen. Bij de gebeurten'ssen in het Balkan-gebied is Oostenrijk altijd in de eerste plaats be trekken, en wat de nieuwe bewindsman heeft gezegd over den toestand, dien hij daar ge vonden heeft, verdient daarom alle aandacht. Wij laten dit gedeelte van zijne mededee lingen hier woordelijk volgen „De betrekkingen tot Turkije hebben van oudsher de grootste oplettendheid van het ministerie van buitenlandsche zaken gevergd. De moeielijkheden van de positie der Turk- sclie regoering heeft Oostenrijk-Hongarije nooit miskend. Aan den anderen kant heeft de monarchie hare vriendschappelijke stem verheven, wanneer bet er om te doen was opkomende bezwaren en verwikkelingen uit den weg te ruimen. Op de rechtsbasis van het Berlijnsche verdrag staande, konden wij de treurige toestanden niet negeeren, die zich in <enige vilajets van Europeesch Tur kije deden kennen. Om zooveel doenlijk deze bctreurenwaardige toestanden uit den weg te ruimen, stelden Oostenrijk-Hongarije en Rusland zekere hervormingen voor, die voor vier jaren in de oonferenliën .te Weenen en Mürzsteg geformuleerd werden. De hei-vor mingen zijn gedeeltelijk eds in uitvoering gedeeltelijk worden zij nog voorbereid. De zekerstelling van liet Macedonische budget, die onlangs is geschied, waardoor de aanwending der inkomsten van deze provin ciën voor de daar bestaande behoeften wo -dt gewaarborgd, kan als een groote stap voor uit aangemerkt worden. Het zal nu er op aankomen, ook het dorde punt van liet pro gramma van Mürzsteg, de verbetering van bet rechtswezen, nader tot de verwezenlijking t«» brengen. Ik zou echter reeds heden er nadruk op willen leggen, dat zulke hervor mingen slechts geleidelijk en behoedzaam vooruit gebracht kunren worden. Wanneer nen zich de toestanden herinnert, dia v*cr jaren geleden in- dat deel van Turkije heorschten, dan kan, in vergelijking met heden, wel is waar gezegd worden, dit de toestand minder ongunstig is. De geringe beterschap is natuurlijk slechts eene betrek kelijke en heeft in de eerste plaats hierop betrekking, dat de klachten, die vroeger zoo talrijk waren, over do misbruiken van het plaatselijke bestuur, zeldzamer gewer den zijn. De moeielijkheden, waarmee ons handelend optreden lo oft te strijden zijn in het oog springend. Wij hebben dikwijls met de bedenkingen van "birkije, jnet den slee penden gang van zaken aan de Porte en met het ingewikkelde mechanisme van de onderhandelingen >usschen de mogendheden t.1 rekenen. Wij nebben de toestemming en ordorsteuning van a II mogendheden noo- dig, hetgeen niet 'tijd gemakkelijk en soms zeer tijdroovend is. Eindelijk wordt het op treden zeer belemmerd door de hartstochte lijke rivaliteit, die I sschen de verschillen de christelijke natiën is uitgebroken en die ook buiten Macedonië zich deed voelen. Ik wil op die zaak heden niet nader ingaan en slechts dit opmerken, dat er moet worden onderscheiden iassi'ien do houding van at regeeringen in AUiene, Sofia en Belgrado en die van zekere, zeer vaderlandslievend gezinde kringen in de betrokken landen. Zoo heb ik met bevrediging aan de verklariu gen van den Bulgaarschen minister van bui tenlandsche zaken ontleend, dat de regee ring van den vorst het streven van de groote mogendheden, om door de hervormingsmaat regelen verbetering te krijgen van den toe stand in Macedonië, juist opvat en hoopt, dat dit werk, hoezeer langzaam, toch steeds meer zal vorderen. Terwijl dus de houding van de regeeringen eene correcte is, waren tot, mijn leedwezen rn de laatste maanden onder de christelijke bevolkingen verschijn selen van wederzij clsclie verbittering en zelfs gewelddadigheden te constateeren Het vor men van benden heeft hela-.s ook nog niet opgehouden. Ik wil echter vasthouden aan de hoop, dat er bevrediging zal komen. Li dit opzicht reken ik op het gezond verstand der bevolkingen, dat hen tot- het- inzicht zal brengen, dat deze o log van allen tegen allen slechts tot hun eigen nadeel moeit uit vallen. Deze mijne hoop is misschien niet al ie optimistisch. Volgens de berichten, die aij hebben ontvangen van onzen civielen agent, begint in vele deelen van Macedonië de be volking vertrouwen te krijgen in het her- mitigswerk en wendt zij zich met hare be zwaren en wenschvu tot de civiele agenten en de consuls, die hun best doen om daar aan tegemoet te k. T en. Het is kensche'. send voor den toestand, dat dit beginnende inzicht in het streven van do mogendheden meest van de Bulgaarsche bevolking uit gaat. De Grieksche e.. d- Servische bevolking toonen zich helaas nog altijd zeer terughou dend." Duitschland. Herlijn, 7 Dec. Bij de behandeling van het wetsontwerp tot bekrachtiging van de akte van Algeciras verklaart de staatssecre taris van buitenlandsche zaken von Tschirschky, dat d< akte van Algeciras de grondslag zal zijn eene verder vreed zame ontwikkeling van do zaken in Marok ko. Ook op de nieuwe s'aatsbank van Marok ko heeft deze akte betrekking. Ovej het al gemeen is de akte reeds vatbaar om in wer king te treden, maar sommige artikelen be hoeven nog de toestel-.ning van den rijks dag. Spr. hoopt, v -t deze toestemming niet zal worden ge weiger c In antwoord op de vraag van Bassermann of do regeering 111 staat is mededeelingen te doen over den inhoud van de door l>et Franscbe en het Spa_nsche gezantschap in het departement n buitenlandsche zaken overhandigde gelijkluidende vlootdemon- stratie in de Marokkaansche wateren en of d'j overige staten hunne instemming nebben betuigd met deze Fransch-Spaansche actie, verklaart de heer von Tschirschky De door de beide staten overhandigde nota bevat eene verklaring, inhoudende dat het doel van de Franssh-Spaanscke maatregelen enkel is een geruststellenden in'-'oed uit te oefenen op de Marokkaansche bevolking Deze nota werd aan alle betrokken s ten overhandigd. Het Duitse he rijk heeft geen aanleiding om te gen het gemeenschappelijk hande'en van Frankrijk en Spanje op te komen. Nadat de meeste sprekers zich in gunsti- gen zin hadden uitgelaten Over de conven tie van Algeciras, werd het daarop betrek king hebbende wetsontwerp in eerste en tweede lezing aangenomen. Blijkens de mededeelingen van de Poolsche bladen bedraagt het aantal der in de pro vinciën Posen, West-Pruisen en Silezie sta kende schoolkinderen in een rond getal 120,000. Op het graf van den overleden aartsbisschop Von Stablewski is door Pool sche kinderen een metalen krans neergelegd, die het. opschrift draagt: „Den onbevrees- den verdediger van de nationale rechten. De Poolsche schoolkinderen in het koninkrijk Polen." BelgtA» Brussel, 7 Dec. De Kamer zette het Con- go-dobat voort. De socialist Van der Velde gaf toe dat er bij de Congo-onderneming iets grootsch was, maar hij keurde de sterke onderdrukking van de inboorlingen af. Hij vergeleek den Koning van België met de lei ders der Amerikaansche trusts. De in den Congostaat gevolgde politiek maakt de in boorlingen tot slaven. Indien morgen de Congostaat een Belgi sche kolonie werd, zouden de Belgische soci alisten haar verdedigen tegen de vermeeste ring der financieele ondernemingen. Hij nam het op voor Morel van Liverpool en hen die met hem de campagne tegen den Congo leiden. Brussel, 7 Dee. In het vervolg van zijne rede zeide Van der Velde, dat do vraag van de overneming moet worden gesteld, want de tegenwoordige toestand is zwanger van gevaren. H. zou een onbegrijpelijke fout zijn het tot een breuk te laten komen. Spr. verlangt een volledige» inventaris; hij zal stemmen tegen eene mot'e, waardoor het tegenwoordige stelsel zou worden bekrach tigd. Hij verweet den Koning zijne groot heid te hebben gegrondvest op. het aan zijn dienst, onderwerpen van een geheele bevol king. Frankrijk. Parijs, 7 Dec. De Kamer hervatte heden de beraadslaging over de naasting van het Westerspoorwegnet. Minister Barthou zeide, dat de regeering de naasting van het Zuider- net niet voorstelt, omdat dit zich niet in den toestand van het Westernet bevindt. De minister wendt al zijn invloed aan om de naasting voor 31 December tot stand te doen komen. Hij verwijt de bestuurders dier lijn het algemeen belang, waarvoor zij zorg had den te dragen, niet in het oog te hebben ge houden. De regoering verzocht de Kamer zich uit te spreken ten gunste van de naasting, daar deze deel uitmaakt van het program der re geering. Twee artikelen worden aangenomen. Gauthier stelde voor daaraan nog een derde toe te voegen, waarbij aan afgevaardigden verboden wordt deel uit te maken van den Raad van Bestuur. Nadat Gauthier zijn amendement had in getrokken, werd het wetsontwerp aangeno men met 364 tegen 187 stemmen. De gemeenteraad van Parijs, die met één stem meerderheid besloten heeft niet over 'te gaan tot het nemen van de gasbereiding iu eigen beheer, zooals door de prefect werd voorgestaan, heeft zich daarna vereenigd met een stelsel van gaslevering, waarbij de ge mcente een deel van de winst zal genieten. Engeland. In antwoord op eene vraag, die hem in het lagerhuis werd gedaan, heeft de minister van buitenlandsche zaken Sir Edward Grey medegedeeld, dat de Engelsche regeering niet van plan was eenigen stap met betrekking tot den Oongostaaf te doen, zoolang het re sultaat van de beraadslaging, die nu. in de Belgische Kamer gevoerd wordt, nog niet beslist is. In ieder geval zal de eerste stap, dien de regeering in dfeze zaak zal doen, daarin bestaan, dat de andere staten zullen worden geraadpleegd. Het ligt voor de hand, dat een optreden van België alleen of een gemeenschappelijk handelen met andere sta ten eerder zal le"den tot eene werkelijke ver andering van stelsel, dan zou kunnen ge schieden bij een afzonderlijk optreden van eeu enkelen staat- zonder België. Noorwegen. De gezant van Noorwegen te Kopenhagen, de gewezen miaister-president Hagorup, heeft in een onderhoud met een correspon dent van de Vossische Ztg. de geruchten over de onzijdigverklaring van Noorwegen voor barig genoemd. '.Vel Leeft de Storthing in dertijd een besluit genomen, waarbij de re geering wordt uitgenoodigd, als de gelegen- jheid daartoe gunstig is, met de groote mo gendheden te onderhandelen over de erken ning der onzijdigheid van Noorwegen. Een nieuw garantieverdrag zal zoodanig moeten zijn ingericht, dat het niet eene pointe heeft tegen oen bepaalden staat, zooals vroeger. Italië. Het hof van cassatie te Rome, in hoogste instantie uitspraak doende in do rechterlijke beslissingen over het kiesrecht van vrou wen, heeft het arrest van het hof van appèl Ie Venetië bevestigd, dat op grond van do bestaande wettelijke bepalingen den vrou wen het kiesrecht ontzegt. Hongarije. De minister-president Wekerle heeft eeu wetsontwerp ingediend over de opneming van do akte der conferentie van Algec:ras in de Hongr.-.rsche wetten. In de toelichting van het wetsontwerp wordt gezegd, dat de akte aan de betrokken staten, behalve de rechten die zij reeds genoten, nieuwe econo1- mischo voord'eelen verzekert en rechten, die eene rechts!reeksche inmenging in de open bare zaken van Marokko mogelijk maken. Daar dit ook den Hcngaarschen handel, hoe gering die ook met Marokko moge zijn, tot voordeel strekt, is het geiwenscht- de akite onder de Hongaarsche wetten op te nemen. Budapest, 7 Dec. De begrooünigscoimmissie van de Oo6tenrij-ksche delegatie heeft de voor Bosnië en Herzegowina gevraagdo cre- dieten toegestaan. Do commissie voor de 1 egeibegrooting van de Hongaarsche delegatie heeft dae begroo ting aangenomen. Budapest, 7 Dec. De minister van land bouw heeft in de Kamer verklaard, dat hij in het geval van eene landbouwstaking maatregelen zal nemen om beroeringen te onderdrukken, de tot- werken gezinden te beschermen en zoo ncodig de werklieden vor- eenigingen te onlb'nden. Rusland. Petersburg7 Dcc TV Czaar ontving heden g»"aaf Witte, naar aanleiding van diens te rugkomst uit het buitenland. T we ode telegram. Tegenover an dersluidende geruchten, verspreid door do buitenlandsche en de Russische pers, ver zekert het Peterbuigscho Telegraaf agent schap, dat graaf Witte alleen wegens zijn gezondheidstoestand eerst thans oen audiën tie- bij den Czaar heeft kunnen aanvragen. Volgens een bericht uit Petersburg aan de New-York Herald as de datum voor de Doema-verkiezingen bepaald op 1 Januari (oude stijl). Het centrale bestuur van de partij dor vreedzame vernieuwing heeft een besluit go- nomen, waarbij met liet oog op de belem meringen, die de oppositiepartijen ondervin den in hun arbeid, het verbod aan de amb tenaren om zich bij politieke partijen aan te sluiten, de beperkende uitleggingen van den Senaat op de kieswet en den wetgeven- den arbeid, dien do regeering verricht zon der medewerking van dc doema, wordt ge zegd, dat deze schendingen van de wet door de regeerinsr de onlusten vermeerderen en den eerbied voor de wet onder de bevol ken en haar vertrouwen in de regeering schokken. De onmisbare voorwaarde voor het tot rust komen van het land is, dat 't staats gezag zich stipt houdt aan de wet. 71 Romas door JAN STORK. Niets heerlijkers dan, na een drukkend lieeton dag, een stille avond aan zee. Noode gaf ik dan ook order den poney in te span nen, om weer huiswaarts te rijden, na slechts een paar uurtjes in Noordwijk ver toefd te hebben. Maar Minnie verbeeldde zich, dat ik er slcoht uitzag van vermoeid heid, en stond er op, dat ik vroeg naar bed zou gaan. Daarom wilde zij ook, dat wij haar in het voorbijrijden, meteen thuis brachten. „Het is goed, dat ik je nog spreek, Paul," zei Karei, toen wij op Lindenheuvel kwa men. „Ik heb nog vergeten, je te vragen, wanneer je hier met het werk een aanvang denkt te maken." „De eerste dagen is 'het mij onmogelijk. Vóór dat wij een anderen meesterknecht heb ben, kan ik niet van huis. Als alles loopt zooals ik bet wenscli, dan denk ik de volgen de week een paar dagen hier te blijven, om alles uit (e meten, af te palen en het. werk op gang te brengen, zoodat je verder, vol gons je wensch, er zelf het opzicht over kunt houden." „Nu, hoe eerder hoe liever, hernam hij. Denk er aan, wij hebben nu al half Augus tus en in het. begin van October trouwen wij. Het moet dus vóór dien tijd geroed zijn." „Geheel klaar komt het werk dit jaar toch niet, daar wij met gras en bloemen moeten wachten tot het voorjaar. Maar ik beloof je, dat het zóóver klaar zal zijn, dat je, vóór dat je je huwelijksreis onderneemt, zult kun nen zien, hoe het worden moet." Hierop nam ik afscheid en reed met Mies naar Berkenrode. Zooals ik wel gedacht had', was Jan Rek kers bizonder ingenomen met mijn voorstel, om in de plaats van Willem Stemberg tuin baas op Berkenrode te worden. Met algemeen goedvinden zou hij 's Woensdags reeds naar A gaan om een paar dagen met Willem sa men te werken en goed op de hoogte gebracht te worden van zijn nieuwen werkkring. Hij zou, even als zijn voorganger, 'bij Arie in den kost komen. Onverwachts kreeg i'k een langen brief van tante Bertha, waarin de goede vrouw mij voorzichtig mededeelde, dat zij zich ernstig bezorgd maakte over Minnie. Niet alleen over hare gezondheid1, maar voornamelijk over 'haren gemoedstoestand. „Ik vrees eene herhaling," dus schreef zij, „van de ziekte, die Minnie in Mei, na je vertrek naar Engeland', gehad 'hoéft. Ten minste volgens mij doen zich dezelfde ver schijnselen voor. Reeds een tijd lang vond ik dat zij er slecht uitzag. Maar vooral vandaag trof mij dat zóó, dat ik naar dokter Van den Berg ben gegaan, om er met hem over te spreken. Hij wist nog van niets. Hij. was niet op Lit/denbeuvel ontboden en had' Minnie in eenigen tijd niet gezien. Maar als altijd be langstellend in alles wat haar betreft, be sloot hij direkt eene visite te maken, om zich van haren toestand op de hoogte te stellen. Na zijn bezoek kwam bij op Berkenrode aan en vertelde mij, dat hij haar koortsig en in hooge mate zenuwachtig vond. „Ik veronder stel," dus zei :hij mij, „dat er iets is of ge- woest is, wat haar innerlijk geweldig heeft aangegrepen. Haar gemoed, hare ziel is ziek j en de strijd, dien zij daartegen schijnt te voeren, gaat hare lichaamskracht te boven. Hetzelfde als van 't voorjaar. Hol is echter nog niet- zóó ernstig, maar wij moeten ook eene herhaling daarvan voor komen. Wiji moeten weer samenwerken, tan te. u moet de ziel opereeren en dan maak ik het lichaam weder gezond." Morgen, Zaterdag, komt zij hier. Dan zal ik eens ernstig met haar spreken, in de hoop, dat zij evenals van. het voorjaar mij haar vertrouwen zal schenken en ik je bij je thuis komst nader zal kunnen inlichten." Deze tijding viel als oen donderslag in een heerlijk kalm en zomernacht. Waarover kon mijn lief meisje zoo ernstig tobben Wolk lievig verdriet kon zij hebben Wie kon haar iets in den weg gelegd hebben Welke verschrikkelijke oorzaak kan hare ge zondheid bedreigen, hare gemoedsrust versto ren en waarom verzweeg zij voor mij, wat haar deerde of griefde? Ik bedacht de onmogelijkste oorzaken u kon niets vinden, dat ©enigszins aanneme lijks was. Ik ging alles na wat in don laat st en tijd was voorgevallen, wat zij mij of wat ik haar gezegd had en ik vond niets dan ge luk en vreugd en stof tot tevredenheid. Wel .had ook ik gevonden, dat zij na dien Zondag, toen wij' naar Noordwijk waren ge weest, eenigszins veranderd' was, maar daar ik er geene reden voor kon vinden, sclireef ik dat toe aan de oude wispelturigheid van mijn Aprilzon netje, welke nog nooit geheel verdwenen was. Wel veel minder dan vroe ger, maar tocb nog van tijd tot tijd ging mijn zonnetje schuil achter zwarte wolken van uit-haar-humeur-zijn, doch meestal ge lukte het mij na kalm met haar te praten, die wolken spoedig weer te verdrijven. Zoo had zij ook den Maandag, na ons ritje naar Noordwijk. zeker een of ander gehad, dat haar ontstemde. Tenminste na dien dag was zij niet meer op de bloemisterij geweest. Het bloemenbinden, waar zij zooveel plei- zier in had, werd plotseling door haar ge staakt. Het nam haar te^veel tijd weg, had zij mij geschreven, en eene andere reden gaf zij niet op. Daar ik, noch Hermine Linden, die natuurlijk ook verwonderd was over haar plotseling wegblijven, er eene oorzaak voor konden vinden, schroef ik het toe aan eene van hare oude grillen. Don Zondag daarop, toen ik 'haar voor het eerst weer ontmoette, vond ik wel, dat zij wat betrokken zag, maar zij was toch opgeruimd, soms zelfs drukker dan anders en voor mij was zij steeds dezelf de. Na weder eene gefheele week haar niet ge zien te hebben, vertelde zij mij last van hoofdpijn te hebben, toen ik opmerkte, dat zij er in het geheel niet goed uitzag. Ik bleef toen twee dagen in A. voor Karei's tuin en dineerde op Lindenheuvel, waar ik ook de avonden doorbracht. Ik bemerkte toen, dat zij zenuwachtig, overspannen en schrikachtig was. Zij kon soms ongewoon druk en vroo- lijk, en dan weer langen tijd erg stil zijn. Zonder merkbare redenon kreeg zij tranen in de oogert, en als ik naar de oorzaak vroeg, was het steeds de hoofdpijn. Zij voelde zich niet. erg lekker. „Bepaald van de warmte," zei ze, „maar dat zal wel spoedig weer over gaan." Zij wilde tenminste van geen dokter hooren spreken. Voor mij was zij lief, teer der, aanhaliger, hartstochtelijker in hare liefdesbetuigingen dan ooit, en toch was het soms of zij angstig schrok en mij bevreesd aankeek, als zij mij plotseling vóór zich zag. wat evenwel niet belette, dat. zij op htezelfdo oogenblik hare armen om mijn hals sloeg of baar kopje op mijn schouder legde, als steun zoekend, bescherming vragend tegen een denkbeeldig onheil. En meermalen herhaalde zij in die paar dagen „Ik kan zonder jou niet leven, dat weet, je Paul, ik heb je te lief.-' Hot kon dus niet iets zijn tussclien ons, dat haar zoo geweldig van streek bracht Het moest eene. andere oorzaak hebben, die ik niet kende. .Maar wat de reden ook mocht wezen, ik zou bergen verzetten en stroomon doen terugvloeien, ja, al moest ik mijn leven er voor opofferen of, erger nog, bot ellen digst denkbare loven leiden, mijn innig lief, mooi vrouwtje mocht niet ongelukkig zijn. Ik moest echter geduld hebben en wach ten tot den volgenden dag, hopende dat tante Bertha, dan mijne angstige beklemd heid zou kunnen opheffen, door mij tenmin ste do oorzaak te noemen van liet grievend leed, waaronder dat mooio blondb kopje ge bukt ging- Waï duurde die Zaterdag mij lang. Het was of er geen einde aan kwam. En zooals het altijd gaat, beletten de werkzaamheden mij juist dien dag wat vroeger dan anders heen te gaan. Eindelijk zat ik in den tram, met Willem, die nu mijn wekelijkscho reis genoot naar A. was. Toen ik met tante alleen was, vroeg ik na tuurlijk het eerst, of zij alreeds een onder houd mot-'Minnie had gehad en wat de uit slag daarvan geweest, was. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1906 | | pagina 1