W°. 158e Eerste Blad.
Jaargnng.
Zaterdag 8 December 1906.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op Berkenrode
FOORISCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort 1.95.
Idem franco per post1.7s.
Afzonderlijke nummer»©.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met «itzonderine ran
Zon- en Feestdagen.
AdrertentiSn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nar
'a morgen» bij de Uitgevera in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 Co.
lltrechtschestreat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENT!»*!
f 9.7S.
- O.IS.
Van 15 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepaling*? tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvsaag
toegezonden.
Kennisgeving.
Do Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat de door den Directeur van. *6 Rijks
directe belastingen, enz. te Utrecht executoir
verklaarde kohieren Nos. 8 en 9 van de Penso-
neele belasting over het dienstjaar 1906. aan
den Ontvanger van 's Rijks directe .belastingen
alhier zijn ter hand gesteld, aan wien ieder
verplicht ns zijnen aanslag op den bij de wet
bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 7. December
1906.
De Burgemeester voornoemd,
WUXJTIERS.
Politiek Overzicht
De toestand in het Balkangebied.
Do nieuiwe minister van buitenlandsche
zaken van Oostenrij'k-Hongarije, baron Lexa
von Aehrenthal, heeft reeds kort na zijn
optreden gelegenheid gehad zijne inzichten
over de betrekkingen van Ooslenrijk-Hon-
garije ,tot do overige g-eote mogendheden
mede te deelen. Hij heeft dat in bondige»
vorm gedaan voor de nu in Budapest ver
gaderde delegatiën van de heide parlemen
ten der monarchie. De algemecne politieke
toestand komt den nieuwen bewindsman niet
onbevredigend voor, omdat aan alle zijden
zicli eene vreedzame gezindheid vertoont en
zoom'n de Fra.nsch-Russi.iche tweebond als
de Fransch-Engelsche intimiteit iemand be
dreigen. Wat den driebond betreft, komt
het door baron Aehrenthal gezegde overeen
met hetgeen vorst Bülow onlangs in den
rijksdag heeft verklaard. Hij stelt de bond
genootschappelijke verhouding van Oosten
rijk-Hongarije met^Duitschland en Italië op
den voorgrond en knoopt daaraan terstond
vast de samenwerking van Oostenrijk-Hon
garije met Rusland :n het Oosten. Daarmede
levert hij het bewijs, dat hij de grondslagen
van de buitenlandsche politiek van Ooeten-
rijk-Hongarije, zooals hij ze van zijn voor
ganger heeft overgenomen, onveranderd in
wezen wil laten. De nauwe vriendschap met
üuitschland is de onwrikbare as, waarom
alles draait. Ook met Italië bestaan „har
telijke en oprechte betrekkingen" en „vol
ledige harmonie" in alle groote vragen. Wat
Italië betreft, wordt nauwkeurig onderschei
den tussclien de regeering en do „aan heide
zijdon menigmaal nerveus geworden en op
een dwaalspoor gebrachte openbare mee
ning", welker afdwalingen de minister niet
al te tragisch schijnt op te nemen.
Bij de gebeurten'ssen in het Balkan-gebied
is Oostenrijk altijd in de eerste plaats be
trekken, en wat de nieuwe bewindsman heeft
gezegd over den toestand, dien hij daar ge
vonden heeft, verdient daarom alle aandacht.
Wij laten dit gedeelte van zijne mededee
lingen hier woordelijk volgen
„De betrekkingen tot Turkije hebben van
oudsher de grootste oplettendheid van het
ministerie van buitenlandsche zaken gevergd.
De moeielijkheden van de positie der Turk-
sclie regoering heeft Oostenrijk-Hongarije
nooit miskend. Aan den anderen kant heeft
de monarchie hare vriendschappelijke stem
verheven, wanneer bet er om te doen was
opkomende bezwaren en verwikkelingen uit
den weg te ruimen. Op de rechtsbasis van
het Berlijnsche verdrag staande, konden wij
de treurige toestanden niet negeeren, die
zich in <enige vilajets van Europeesch Tur
kije deden kennen. Om zooveel doenlijk deze
bctreurenwaardige toestanden uit den weg
te ruimen, stelden Oostenrijk-Hongarije en
Rusland zekere hervormingen voor, die voor
vier jaren in de oonferenliën .te Weenen en
Mürzsteg geformuleerd werden. De hei-vor
mingen zijn gedeeltelijk eds in uitvoering
gedeeltelijk worden zij nog voorbereid.
De zekerstelling van liet Macedonische
budget, die onlangs is geschied, waardoor de
aanwending der inkomsten van deze provin
ciën voor de daar bestaande behoeften wo -dt
gewaarborgd, kan als een groote stap voor
uit aangemerkt worden. Het zal nu er op
aankomen, ook het dorde punt van liet pro
gramma van Mürzsteg, de verbetering van
bet rechtswezen, nader tot de verwezenlijking
t«» brengen. Ik zou echter reeds heden er
nadruk op willen leggen, dat zulke hervor
mingen slechts geleidelijk en behoedzaam
vooruit gebracht kunren worden. Wanneer
nen zich de toestanden herinnert, dia v*cr
jaren geleden in- dat deel van Turkije
heorschten, dan kan, in vergelijking met
heden, wel is waar gezegd worden, dit de
toestand minder ongunstig is. De geringe
beterschap is natuurlijk slechts eene betrek
kelijke en heeft in de eerste plaats hierop
betrekking, dat de klachten, die vroeger
zoo talrijk waren, over do misbruiken van
het plaatselijke bestuur, zeldzamer gewer
den zijn. De moeielijkheden, waarmee ons
handelend optreden lo oft te strijden zijn in
het oog springend. Wij hebben dikwijls met
de bedenkingen van "birkije, jnet den slee
penden gang van zaken aan de Porte en
met het ingewikkelde mechanisme van de
onderhandelingen >usschen de mogendheden
t.1 rekenen. Wij nebben de toestemming en
ordorsteuning van a II mogendheden noo-
dig, hetgeen niet 'tijd gemakkelijk en soms
zeer tijdroovend is. Eindelijk wordt het op
treden zeer belemmerd door de hartstochte
lijke rivaliteit, die I sschen de verschillen
de christelijke natiën is uitgebroken en die
ook buiten Macedonië zich deed voelen. Ik
wil op die zaak heden niet nader ingaan en
slechts dit opmerken, dat er moet worden
onderscheiden iassi'ien do houding van at
regeeringen in AUiene, Sofia en Belgrado
en die van zekere, zeer vaderlandslievend
gezinde kringen in de betrokken landen. Zoo
heb ik met bevrediging aan de verklariu
gen van den Bulgaarschen minister van bui
tenlandsche zaken ontleend, dat de regee
ring van den vorst het streven van de groote
mogendheden, om door de hervormingsmaat
regelen verbetering te krijgen van den toe
stand in Macedonië, juist opvat en hoopt,
dat dit werk, hoezeer langzaam, toch steeds
meer zal vorderen. Terwijl dus de houding
van de regeeringen eene correcte is, waren
tot, mijn leedwezen rn de laatste maanden
onder de christelijke bevolkingen verschijn
selen van wederzij clsclie verbittering en zelfs
gewelddadigheden te constateeren Het vor
men van benden heeft hela-.s ook nog niet
opgehouden. Ik wil echter vasthouden aan
de hoop, dat er bevrediging zal komen. Li
dit opzicht reken ik op het gezond verstand
der bevolkingen, dat hen tot- het- inzicht zal
brengen, dat deze o log van allen tegen
allen slechts tot hun eigen nadeel moeit uit
vallen.
Deze mijne hoop is misschien niet al ie
optimistisch. Volgens de berichten, die aij
hebben ontvangen van onzen civielen agent,
begint in vele deelen van Macedonië de be
volking vertrouwen te krijgen in het her-
mitigswerk en wendt zij zich met hare be
zwaren en wenschvu tot de civiele agenten
en de consuls, die hun best doen om daar
aan tegemoet te k. T en. Het is kensche'.
send voor den toestand, dat dit beginnende
inzicht in het streven van do mogendheden
meest van de Bulgaarsche bevolking uit
gaat. De Grieksche e.. d- Servische bevolking
toonen zich helaas nog altijd zeer terughou
dend."
Duitschland.
Herlijn, 7 Dec. Bij de behandeling van
het wetsontwerp tot bekrachtiging van de
akte van Algeciras verklaart de staatssecre
taris van buitenlandsche zaken von
Tschirschky, dat d< akte van Algeciras de
grondslag zal zijn eene verder vreed
zame ontwikkeling van do zaken in Marok
ko. Ook op de nieuwe s'aatsbank van Marok
ko heeft deze akte betrekking. Ovej het al
gemeen is de akte reeds vatbaar om in wer
king te treden, maar sommige artikelen be
hoeven nog de toestel-.ning van den rijks
dag. Spr. hoopt, v -t deze toestemming niet
zal worden ge weiger c
In antwoord op de vraag van Bassermann
of do regeering 111 staat is mededeelingen
te doen over den inhoud van de door l>et
Franscbe en het Spa_nsche gezantschap in
het departement n buitenlandsche zaken
overhandigde gelijkluidende vlootdemon-
stratie in de Marokkaansche wateren en of
d'j overige staten hunne instemming nebben
betuigd met deze Fransch-Spaansche actie,
verklaart de heer von Tschirschky De door
de beide staten overhandigde nota bevat eene
verklaring, inhoudende dat het doel van de
Franssh-Spaanscke maatregelen enkel is een
geruststellenden in'-'oed uit te oefenen op
de Marokkaansche bevolking Deze nota werd
aan alle betrokken s ten overhandigd. Het
Duitse he rijk heeft geen aanleiding om te
gen het gemeenschappelijk hande'en van
Frankrijk en Spanje op te komen.
Nadat de meeste sprekers zich in gunsti-
gen zin hadden uitgelaten Over de conven
tie van Algeciras, werd het daarop betrek
king hebbende wetsontwerp in eerste en
tweede lezing aangenomen.
Blijkens de mededeelingen van de Poolsche
bladen bedraagt het aantal der in de pro
vinciën Posen, West-Pruisen en Silezie sta
kende schoolkinderen in een rond getal
120,000. Op het graf van den overleden
aartsbisschop Von Stablewski is door Pool
sche kinderen een metalen krans neergelegd,
die het. opschrift draagt: „Den onbevrees-
den verdediger van de nationale rechten. De
Poolsche schoolkinderen in het koninkrijk
Polen."
BelgtA»
Brussel, 7 Dec. De Kamer zette het Con-
go-dobat voort. De socialist Van der Velde
gaf toe dat er bij de Congo-onderneming
iets grootsch was, maar hij keurde de sterke
onderdrukking van de inboorlingen af. Hij
vergeleek den Koning van België met de lei
ders der Amerikaansche trusts. De in den
Congostaat gevolgde politiek maakt de in
boorlingen tot slaven.
Indien morgen de Congostaat een Belgi
sche kolonie werd, zouden de Belgische soci
alisten haar verdedigen tegen de vermeeste
ring der financieele ondernemingen. Hij nam
het op voor Morel van Liverpool en hen
die met hem de campagne tegen den Congo
leiden.
Brussel, 7 Dee. In het vervolg van zijne
rede zeide Van der Velde, dat do vraag van
de overneming moet worden gesteld, want
de tegenwoordige toestand is zwanger van
gevaren. H. zou een onbegrijpelijke fout
zijn het tot een breuk te laten komen. Spr.
verlangt een volledige» inventaris; hij zal
stemmen tegen eene mot'e, waardoor het
tegenwoordige stelsel zou worden bekrach
tigd. Hij verweet den Koning zijne groot
heid te hebben gegrondvest op. het aan zijn
dienst, onderwerpen van een geheele bevol
king.
Frankrijk.
Parijs, 7 Dec. De Kamer hervatte heden
de beraadslaging over de naasting van het
Westerspoorwegnet. Minister Barthou zeide,
dat de regeering de naasting van het Zuider-
net niet voorstelt, omdat dit zich niet in den
toestand van het Westernet bevindt. De
minister wendt al zijn invloed aan om de
naasting voor 31 December tot stand te doen
komen. Hij verwijt de bestuurders dier lijn
het algemeen belang, waarvoor zij zorg had
den te dragen, niet in het oog te hebben ge
houden.
De regoering verzocht de Kamer zich uit
te spreken ten gunste van de naasting, daar
deze deel uitmaakt van het program der re
geering. Twee artikelen worden aangenomen.
Gauthier stelde voor daaraan nog een derde
toe te voegen, waarbij aan afgevaardigden
verboden wordt deel uit te maken van den
Raad van Bestuur.
Nadat Gauthier zijn amendement had in
getrokken, werd het wetsontwerp aangeno
men met 364 tegen 187 stemmen.
De gemeenteraad van Parijs, die met één
stem meerderheid besloten heeft niet over
'te gaan tot het nemen van de gasbereiding
iu eigen beheer, zooals door de prefect werd
voorgestaan, heeft zich daarna vereenigd met
een stelsel van gaslevering, waarbij de ge
mcente een deel van de winst zal genieten.
Engeland.
In antwoord op eene vraag, die hem in
het lagerhuis werd gedaan, heeft de minister
van buitenlandsche zaken Sir Edward Grey
medegedeeld, dat de Engelsche regeering niet
van plan was eenigen stap met betrekking
tot den Oongostaaf te doen, zoolang het re
sultaat van de beraadslaging, die nu. in de
Belgische Kamer gevoerd wordt, nog niet
beslist is. In ieder geval zal de eerste stap,
dien de regeering in dfeze zaak zal doen,
daarin bestaan, dat de andere staten zullen
worden geraadpleegd. Het ligt voor de hand,
dat een optreden van België alleen of een
gemeenschappelijk handelen met andere sta
ten eerder zal le"den tot eene werkelijke ver
andering van stelsel, dan zou kunnen ge
schieden bij een afzonderlijk optreden van
eeu enkelen staat- zonder België.
Noorwegen.
De gezant van Noorwegen te Kopenhagen,
de gewezen miaister-president Hagorup,
heeft in een onderhoud met een correspon
dent van de Vossische Ztg. de geruchten over
de onzijdigverklaring van Noorwegen voor
barig genoemd. '.Vel Leeft de Storthing in
dertijd een besluit genomen, waarbij de re
geering wordt uitgenoodigd, als de gelegen-
jheid daartoe gunstig is, met de groote mo
gendheden te onderhandelen over de erken
ning der onzijdigheid van Noorwegen. Een
nieuw garantieverdrag zal zoodanig moeten
zijn ingericht, dat het niet eene pointe heeft
tegen oen bepaalden staat, zooals vroeger.
Italië.
Het hof van cassatie te Rome, in hoogste
instantie uitspraak doende in do rechterlijke
beslissingen over het kiesrecht van vrou
wen, heeft het arrest van het hof van appèl
Ie Venetië bevestigd, dat op grond van do
bestaande wettelijke bepalingen den vrou
wen het kiesrecht ontzegt.
Hongarije.
De minister-president Wekerle heeft eeu
wetsontwerp ingediend over de opneming
van do akte der conferentie van Algec:ras
in de Hongr.-.rsche wetten. In de toelichting
van het wetsontwerp wordt gezegd, dat de
akte aan de betrokken staten, behalve de
rechten die zij reeds genoten, nieuwe econo1-
mischo voord'eelen verzekert en rechten, die
eene rechts!reeksche inmenging in de open
bare zaken van Marokko mogelijk maken.
Daar dit ook den Hcngaarschen handel, hoe
gering die ook met Marokko moge zijn, tot
voordeel strekt, is het geiwenscht- de akite
onder de Hongaarsche wetten op te nemen.
Budapest, 7 Dec. De begrooünigscoimmissie
van de Oo6tenrij-ksche delegatie heeft de
voor Bosnië en Herzegowina gevraagdo cre-
dieten toegestaan.
Do commissie voor de 1 egeibegrooting van
de Hongaarsche delegatie heeft dae begroo
ting aangenomen.
Budapest, 7 Dec. De minister van land
bouw heeft in de Kamer verklaard, dat hij
in het geval van eene landbouwstaking
maatregelen zal nemen om beroeringen te
onderdrukken, de tot- werken gezinden te
beschermen en zoo ncodig de werklieden vor-
eenigingen te onlb'nden.
Rusland.
Petersburg7 Dcc TV Czaar ontving heden
g»"aaf Witte, naar aanleiding van diens te
rugkomst uit het buitenland.
T we ode telegram. Tegenover an
dersluidende geruchten, verspreid door do
buitenlandsche en de Russische pers, ver
zekert het Peterbuigscho Telegraaf agent
schap, dat graaf Witte alleen wegens zijn
gezondheidstoestand eerst thans oen audiën
tie- bij den Czaar heeft kunnen aanvragen.
Volgens een bericht uit Petersburg aan
de New-York Herald as de datum voor de
Doema-verkiezingen bepaald op 1 Januari
(oude stijl).
Het centrale bestuur van de partij dor
vreedzame vernieuwing heeft een besluit go-
nomen, waarbij met liet oog op de belem
meringen, die de oppositiepartijen ondervin
den in hun arbeid, het verbod aan de amb
tenaren om zich bij politieke partijen aan
te sluiten, de beperkende uitleggingen van
den Senaat op de kieswet en den wetgeven-
den arbeid, dien do regeering verricht zon
der medewerking van dc doema, wordt ge
zegd, dat deze schendingen van de wet
door de regeerinsr de onlusten vermeerderen
en den eerbied voor de wet onder de bevol
ken en haar vertrouwen in de regeering
schokken. De onmisbare voorwaarde voor het
tot rust komen van het land is, dat 't staats
gezag zich stipt houdt aan de wet.
71 Romas door
JAN STORK.
Niets heerlijkers dan, na een drukkend
lieeton dag, een stille avond aan zee. Noode
gaf ik dan ook order den poney in te span
nen, om weer huiswaarts te rijden, na
slechts een paar uurtjes in Noordwijk ver
toefd te hebben. Maar Minnie verbeeldde
zich, dat ik er slcoht uitzag van vermoeid
heid, en stond er op, dat ik vroeg naar bed
zou gaan. Daarom wilde zij ook, dat wij haar
in het voorbijrijden, meteen thuis brachten.
„Het is goed, dat ik je nog spreek, Paul,"
zei Karei, toen wij op Lindenheuvel kwa
men. „Ik heb nog vergeten, je te vragen,
wanneer je hier met het werk een aanvang
denkt te maken."
„De eerste dagen is 'het mij onmogelijk.
Vóór dat wij een anderen meesterknecht heb
ben, kan ik niet van huis. Als alles loopt
zooals ik bet wenscli, dan denk ik de volgen
de week een paar dagen hier te blijven, om
alles uit (e meten, af te palen en het. werk
op gang te brengen, zoodat je verder, vol
gons je wensch, er zelf het opzicht over kunt
houden."
„Nu, hoe eerder hoe liever, hernam hij.
Denk er aan, wij hebben nu al half Augus
tus en in het. begin van October trouwen wij.
Het moet dus vóór dien tijd geroed zijn."
„Geheel klaar komt het werk dit jaar toch
niet, daar wij met gras en bloemen moeten
wachten tot het voorjaar. Maar ik beloof je,
dat het zóóver klaar zal zijn, dat je, vóór
dat je je huwelijksreis onderneemt, zult kun
nen zien, hoe het worden moet."
Hierop nam ik afscheid en reed met Mies
naar Berkenrode.
Zooals ik wel gedacht had', was Jan Rek
kers bizonder ingenomen met mijn voorstel,
om in de plaats van Willem Stemberg tuin
baas op Berkenrode te worden. Met algemeen
goedvinden zou hij 's Woensdags reeds naar
A gaan om een paar dagen met Willem sa
men te werken en goed op de hoogte gebracht
te worden van zijn nieuwen werkkring. Hij
zou, even als zijn voorganger, 'bij Arie in
den kost komen.
Onverwachts kreeg i'k een langen brief van
tante Bertha, waarin de goede vrouw mij
voorzichtig mededeelde, dat zij zich ernstig
bezorgd maakte over Minnie. Niet alleen
over hare gezondheid1, maar voornamelijk
over 'haren gemoedstoestand.
„Ik vrees eene herhaling," dus schreef zij,
„van de ziekte, die Minnie in Mei, na je
vertrek naar Engeland', gehad 'hoéft. Ten
minste volgens mij doen zich dezelfde ver
schijnselen voor. Reeds een tijd lang vond ik
dat zij er slecht uitzag. Maar vooral vandaag
trof mij dat zóó, dat ik naar dokter Van den
Berg ben gegaan, om er met hem over te
spreken. Hij wist nog van niets. Hij. was niet
op Lit/denbeuvel ontboden en had' Minnie in
eenigen tijd niet gezien. Maar als altijd be
langstellend in alles wat haar betreft, be
sloot hij direkt eene visite te maken, om zich
van haren toestand op de hoogte te stellen.
Na zijn bezoek kwam bij op Berkenrode aan
en vertelde mij, dat hij haar koortsig en in
hooge mate zenuwachtig vond. „Ik veronder
stel," dus zei :hij mij, „dat er iets is of ge-
woest is, wat haar innerlijk geweldig heeft
aangegrepen. Haar gemoed, hare ziel is ziek j
en de strijd, dien zij daartegen schijnt te
voeren, gaat hare lichaamskracht te boven.
Hetzelfde als van 't voorjaar.
Hol is echter nog niet- zóó ernstig, maar
wij moeten ook eene herhaling daarvan voor
komen. Wiji moeten weer samenwerken, tan
te. u moet de ziel opereeren en dan maak ik
het lichaam weder gezond."
Morgen, Zaterdag, komt zij hier. Dan zal
ik eens ernstig met haar spreken, in de hoop,
dat zij evenals van. het voorjaar mij haar
vertrouwen zal schenken en ik je bij je thuis
komst nader zal kunnen inlichten."
Deze tijding viel als oen donderslag in een
heerlijk kalm en zomernacht.
Waarover kon mijn lief meisje zoo ernstig
tobben Wolk lievig verdriet kon zij hebben
Wie kon haar iets in den weg gelegd hebben
Welke verschrikkelijke oorzaak kan hare ge
zondheid bedreigen, hare gemoedsrust versto
ren en waarom verzweeg zij voor mij, wat
haar deerde of griefde?
Ik bedacht de onmogelijkste oorzaken u
kon niets vinden, dat ©enigszins aanneme
lijks was. Ik ging alles na wat in don laat
st en tijd was voorgevallen, wat zij mij of wat
ik haar gezegd had en ik vond niets dan ge
luk en vreugd en stof tot tevredenheid.
Wel .had ook ik gevonden, dat zij na dien
Zondag, toen wij' naar Noordwijk waren ge
weest, eenigszins veranderd' was, maar daar
ik er geene reden voor kon vinden, sclireef
ik dat toe aan de oude wispelturigheid van
mijn Aprilzon netje, welke nog nooit geheel
verdwenen was. Wel veel minder dan vroe
ger, maar tocb nog van tijd tot tijd ging
mijn zonnetje schuil achter zwarte wolken
van uit-haar-humeur-zijn, doch meestal ge
lukte het mij na kalm met haar te praten,
die wolken spoedig weer te verdrijven.
Zoo had zij ook den Maandag, na ons ritje
naar Noordwijk. zeker een of ander gehad,
dat haar ontstemde. Tenminste na dien dag
was zij niet meer op de bloemisterij geweest.
Het bloemenbinden, waar zij zooveel plei-
zier in had, werd plotseling door haar ge
staakt. Het nam haar te^veel tijd weg, had
zij mij geschreven, en eene andere reden gaf
zij niet op. Daar ik, noch Hermine Linden,
die natuurlijk ook verwonderd was over haar
plotseling wegblijven, er eene oorzaak voor
konden vinden, schroef ik het toe aan eene
van hare oude grillen. Don Zondag daarop,
toen ik 'haar voor het eerst weer ontmoette,
vond ik wel, dat zij wat betrokken zag, maar
zij was toch opgeruimd, soms zelfs drukker
dan anders en voor mij was zij steeds dezelf
de. Na weder eene gefheele week haar niet ge
zien te hebben, vertelde zij mij last van
hoofdpijn te hebben, toen ik opmerkte, dat
zij er in het geheel niet goed uitzag. Ik bleef
toen twee dagen in A. voor Karei's tuin en
dineerde op Lindenheuvel, waar ik ook de
avonden doorbracht. Ik bemerkte toen, dat
zij zenuwachtig, overspannen en schrikachtig
was. Zij kon soms ongewoon druk en vroo-
lijk, en dan weer langen tijd erg stil zijn.
Zonder merkbare redenon kreeg zij tranen in
de oogert, en als ik naar de oorzaak vroeg,
was het steeds de hoofdpijn. Zij voelde zich
niet. erg lekker. „Bepaald van de warmte,"
zei ze, „maar dat zal wel spoedig weer over
gaan." Zij wilde tenminste van geen dokter
hooren spreken. Voor mij was zij lief, teer
der, aanhaliger, hartstochtelijker in hare
liefdesbetuigingen dan ooit, en toch was het
soms of zij angstig schrok en mij bevreesd
aankeek, als zij mij plotseling vóór zich zag.
wat evenwel niet belette, dat. zij op htezelfdo
oogenblik hare armen om mijn hals sloeg of
baar kopje op mijn schouder legde, als steun
zoekend, bescherming vragend tegen een
denkbeeldig onheil.
En meermalen herhaalde zij in die paar
dagen „Ik kan zonder jou niet leven, dat
weet, je Paul, ik heb je te lief.-'
Hot kon dus niet iets zijn tussclien ons,
dat haar zoo geweldig van streek bracht Het
moest eene. andere oorzaak hebben, die ik
niet kende. .Maar wat de reden ook mocht
wezen, ik zou bergen verzetten en stroomon
doen terugvloeien, ja, al moest ik mijn leven
er voor opofferen of, erger nog, bot ellen
digst denkbare loven leiden, mijn innig lief,
mooi vrouwtje mocht niet ongelukkig zijn.
Ik moest echter geduld hebben en wach
ten tot den volgenden dag, hopende dat
tante Bertha, dan mijne angstige beklemd
heid zou kunnen opheffen, door mij tenmin
ste do oorzaak te noemen van liet grievend
leed, waaronder dat mooio blondb kopje ge
bukt ging-
Waï duurde die Zaterdag mij lang. Het
was of er geen einde aan kwam. En zooals
het altijd gaat, beletten de werkzaamheden
mij juist dien dag wat vroeger dan anders
heen te gaan. Eindelijk zat ik in den tram,
met Willem, die nu mijn wekelijkscho reis
genoot naar A. was.
Toen ik met tante alleen was, vroeg ik na
tuurlijk het eerst, of zij alreeds een onder
houd mot-'Minnie had gehad en wat de uit
slag daarvan geweest, was.
Wordt vervolgd