f'. 175.
5* Jaarganf.
Donderdag 27 December 1906.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Gezegende dag.
FOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Pm 3 ma wide* reor A*»r»fssrtf 1.15.
Idem fians» per poet1.75.
Afionderljjke nimmess0.05.
Deae Coarent reriohya* Dageljke, net «atasaësriag r*a
Zon- es Feestdagen.
Adrertentiin, mededeeliagen en*., gelieve dm véër 13 war
's morgen» by de Uitgevere in te zenden.
Uitg.rer.: VALKHOFF C».
UtrechtecheotHUAt 1. Intercoram. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADV ER IENTIEN
Yen 15 regel»0.75.
like regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeeline bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Een»
cirenlaire, bevattende de veenraarden, wordt op aanvraag
toegenondes.
Aan kendie mei I Janu
ari a. s. op dit blad inteeke-
nen, worden de nummers die
gedurende de maand Decem
ber nog zullen verschijnen
KOSTELOOS toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 37 der Drankwet
Brengen ter openbare kennis
lo. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan eterken drank, voor gebruik
ter plaatse van verkoop, door W\ N. Janeen. in
do melksalon van het perceel Stationstraat no.
9, alhier
2o. dat binnen twee weken na deze bekend
making ieder tegen het verleenen van het verlof
schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wet
houders kan inbrengen.
Amersfoort, den 24. December 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester.
.1. G. STEXFERT KROESE. WUUTIHRS.
Politiek Overzicht
De Balkan-overeenkomst tusschen
Oostenrijk en Italië.
Wij hebben de verklaringen vermeld,
die de nieuwe minister van buitenlandsclie
zaken van Oostenrijk-Hongarije, baron
Ajöhrentfhad, in de delegation heeft afgelegd
over de Balkan-politiek van Oostenrijk en
Rusland en de resultaten, die daarmee tot
dusver zijin verkregen. Eene gewensohte
aanvulling daarvan heeft de Italiaansohe
minister van buitenlandsche zaken, de heer
Tittoni, gegeven in zijne verklaringen aan
do Italiaansohe Kamer, omdat zij inlich
tingen geven over Albanië, het deel van
het Balkangebied, dat meer bijzonder de
verhouding tusschen Oostenrijjk en Italië
raakt.
Onder herinnering aan de indertijd tus-
sohen de ministers Visconti-Venosta en Go-
luohowski gesloten overeenkomst betreffen
de Albanië, zedde de heer Tittoni: „Tal
rijke geïmproviseerde specialisten hebben
ons hunne geheime middelen aangeboden
om de Italiaansohe belangen met die van
Oostenrijk-Hongarije in het oosten in over
eenstemming te brengen. Maar wij behoe
ven dat alles niet. Wij zijn tot dusver in
volledige verstandhouding met Oostenrijk-
Hongarije opgetreden en zullen ons ook in
do toekomst daarnaat gedragen.
Men beweert, dat het bondgenootschap
en de bijzondere overeenkomst over Ai-
banie zuiver negatief zijn, en wel omdat
daarin geen andere wederzijidsche verplich
ting zou zijn opgenomen dan die om in het
oosten den status quo te handhaven en in
zonderheid van Albanië in geen geval be
zat te nemenen men heeft den wensch
uitgedrukt, dat er tusschen de beide staten
positieve schikkingen tot stand zouden ko
men. Ik zou hen, die deze wenschen uit
spreken, kunnen antwoorden Wat gij ver
langt, is er in opgenomen.
Inderdaad hebben mijne besprekingen
met graaf G-oluchowski, die niet enkel plet-
ziertochtjes waren, zooals iemand heeft ge
lieven te insinueoren, maar die positieve,
'nuttige en praktische uitkomsten hadden,
geleid tot de volledigste overeenstemming
in onze inzichten in dier voege, dat, als de
handhaving van den status quo niet meer
mogelijk zou zijn, Italië en Oostenrijk ge
zamenlijk overleg zouden plegen over eene
oplossing, die in de politieke autonomie
van het Ba 1 kan -schier ei land op grond van
het nationaliteiten-beginsel moet bestaan.
En dit is geen negatief programhet ;s
positief in den volsten zin van het woord.
Het is ook daarop wil ik wijzen een
onbaatzuchtig programmaar in het oos
ten juist hier kan men het zeggen
is he$ de onbaatzuchtigheid, die ons door
onze levensbelangen wordt opgelegd. Ik
moet dus den raad afwijzen, die mij gege
ven is, oon aan Oostenrijk-Hongarije eene
verdeeling van gebied voor te stollen en het
te bewegen tot gebiedsuitbreidingen behal
ve die, welke het door het Berlij-nsclie ver
drag zijn toegestaan, en gelijktijdig vOor
ons op gebiedscompensatiën aanspraak te
maken. Zulk eene handelwijze zou in strijd
zijn met de beginselen, waardoor Italië
zijne eenheid verkregen heeft, in strijd ook
met de ideeën, die onze handelwijze tot dus
ver bestuurd hebben; zij zou ook aanlei
ding geven tot gevaren in de toekomst, om
dat. een precedent zou worden in 't leven
geroepen, dat men ons zou kunnen tege
moet voerenzij zou in één woord onze ge-
heele oostersche politiek verduisteren.
De tusschen mij; en graaf Goluchowski tot
stand gekomen overeenstemming zal zonder
twijfel door vriendschappelijke gedachten-
wisseling met baron Aehrenthal nog stel
liger en vollediger geformuleerd kunnen
worden. Maar het grondbeginsel van deze
entente zal geen verandering mogen onder
gaan, want het is het best geschikt om de
overeenstemming tusschen Italië en Oosten
rijk-Hongarije te handhaven en te bevesti
gen."
Een weerklank op deze verklaringen
heeft de rijksminister van financiën van
Oostenrijk-Hongarije, baron Burian, gege
ven in de Hongaarsche delegatie, die daar
namens zijn ambtgenoot van buitenland
sche zaken heeft bevestigd, dat het ken-:
merk van de tusschen de beide staten tot
stand gekomen overeenkomst ook betref
fende Albanië is het streven om de inte
griteit van het gebied van Turkije, zoolang
het mogelijk is, te handhaven. „Deze over
eenkomst, die nog door de voorgangers van
de tegenwoordige ministers van buitenland
sche zaken gesloten is, sluit de gedachte uit,
dat wij of Italië dit gebied in bezit nemen.
Wanneer dus te eeniger tijd hier de status
quo niet meer kan worden gehandhaafd, dan
kan eene nieuwe regeling slechts in den
zin van de autonomie tot stand komen."
Deze gelijkluidende verklaringen van de
wederzijdsche verantwoordelijke bewindslie
den zijn van beteekenis, vooral omdat men,
enkel lettende op de wijze waarop de Ita
liaansohe en de Oostenrijksche pers dikwijls
elkaar in de haren zitten, geneigd zou zijn
do verhouding anders op te vatten. Zinspe
lende op den strijidlustigen toon, die deze
peispolemieken kenschetst, zeide minister
Tittoni: „Baron Aehrenthal zeide onlangs
in de delegatiën, dat de openbare meening
in Italië zoowel als in Oostenrijk soms ner
veus is en op een dwaalspoor gebracht
wordt. Ik deel volkomen deze meening. Ik
zal mij alleen veroorloven een kleine vari
ant te leveren op deze uitdrukking, door te
zeggenWanneer de openbare meening
soms nerveus is, dan geschiedt dit omdat
zij op een dwaalspoor gebracht wordt
Ik moet nu met- alle duidelijkheid verkla
ren, dat wij\ baron Aehrenthal en ik, be
sloten zijn in alles in volkomen overeen
stemming op te treden, ieder incident, dat
mocht voorkomen, koelbloedig en met de
gevoelens van oprechte wederzijdsche wel
willendheid te behandelen, en van manifes-
tatiën, die wij beide betreurd hebben en
die wij altijd betreuren, geen notitie te
nemen."
DMtacMftfid.
Volgens de berichten uit Brunswijk zou
de regc-ntschapsraad nu voornemens zijn de
kwestie van de troonsopvolging in het her
togdom ;gmaals voor den bondsraad te
brengen. Men zegt, dat de zaak van den
hertog van Cumberland sympathie zou ont
moeten bij Beieren, Saksen. Mecklenburg-
Schwerin en misschien Baden. De houding
van de regeering van laatstgenoemden staat
is in dit geval van bijzonder belang, omdat
het Badensche hef met ue beide huizen van
Cumberland en Hohenzollern nauw verwant
is. De hoogbejaarde groothertogin van Baden
is eene zuster van wijlen Keizer Wilhelm I
en prins Max van Baden, een neef van den
groothertog, is met eene dochter van hertog
Ernst August getrouwd. Men weet nog niet
of Pruisen zijn standpunt zal handhaven,
dat er voor den bondsraad geen aanleiding
is om deze zaak nogmaals ter hand te ne
men. In ieder geval is het zeker, dat het
niet van meening veranderd is, dat het ge-
heele Cumberlandsche uis moet afzien van
zijne aanspraken op Hannover, voordat een
zoon van den hertog den troon van Bruns
wijk kan teklimmen.
Berlijn, 26 Dec. Van het oorlogstooneel
in Zuidwest-Afrika is het officieele bericht
ontvangen, dat de stam der Bon del zwarts
zich heeft onderworpen. De hoofdman Jo
hannes Ghristiaan heeft met zijne naaste
volgelingen zich overgegeven aan luitenant
kolonel Estorff te Hedrachabis. In 't ge-#
heel zijn 120 mannen in onderwerping ge
komen, die 105 geweren hebben ingeleverd.
In de bestuurskringen koestert men thans
het vertrouwen, dat de oorlog weldra ten
einde zal zijtn.
Engeland.
De benoeming van den minister voor Ier
land, James Bryoe, tot gezant bij de regee
ring der "ereenigdo Staten wordt als ver
zekerd beschouwd. In vVashington vindt de
keuze van dezen staatsman en historicus als
opvolger van Sir Mortiner Durand veel bij
val. In Canada had men echter liever de
benoeming van een Canaaiër gezien met het
oog op verschillende vragen, die aanhangig
zijn tusschen de Vereenigde Staten en
Britsch-Columbia, en op de Newfoundland-
sche visscherijkwestie.
In Portsmouth heerecht nog gisting on
der de matrozen der oorlogsvloot. Een ma
troos werd tot- 42 dagen arrest veroordeeld,
omdat hij luid gelachen had, toen de nieuwo
commandant op een nacht de marine-kazerne
inspecteerde. Een ander werd tot 14 dagen
arrest veroordeeld, omdat hij in de instructie
verklaringen had afgelegd, die met de waar
heid in strijd waren. De commandant heeft
bekend gemaakt, dat hem buitengewone be
voegdheden zijn gegeven in 't belang der
handhaving van de tucht. Alle wapenen zijn
in bewaring genomen; voor mogelijke ge
beurtenissen worden honderd man mariniers
gereed gehouden
ItalK.
De Duitsohe gezant graaf Monts ©n de
Oosfcenrijksch-Hongaarsche gezant graaf v.
Lützow hebben uit naam van hunne re
geeringen aan Tittoni, don Italiaansohen
minister van buitenlandsche zaken, een be
zoek gebracht, om hem te bedanken voor
en geluk te wenschen met zijn© laatste
rede in de Kamer over den Driebond.
Spanj*.
Barcelona, 26 Dec. Op de Rambla is een
bom ontploft. Een persoon werd gewond,
drie leden zijn gevangen genomen.
Rutland.
De krijgsraad, waarvoor admiraal Nebo
gatow en zijne onderhebbende officieren heb
ben terechtgestaan wegens de overgave van
het eskader in den slag van Tsoesjima, is
tot een veroordeelend vonnis gekomen. Ad
miraal Nebogatow en de kapiteins ter zee
Lichne, Gregoriew en iSmirnow, van de linie
schepen Apraxin, Son ja win en Ni colaas I,
zijn schuldig verklaard en ter dood veroor
deeld. De veroordeelden zullen in tusschen
aan de genade van den Keizer worden aan
bevolen, en men verwacht, dat hun dood
vonnis zal worden verzacht in tien jaren
gevangenisstraf.
Er zijn nog verschillende andere veroor
deelingen uitgesproken; tegen 13 officieren
was schuldigverklaring geëischt. De bevel
hebber van dë Orel is niet veroordeeld1.
De verdediging, die de beklaagden voer
den, kwam hierop neer, dat de schepen door
hunne slechte uitrusting in 't geheel niet
bekwaam voor den strijd waren en dat er
geen andere keus bleef dan de overgave. Ne
bogatow verklaarde, dat hij geen recht had
cenige duizenden jonge mannen nutteloos op
te offeren en dat hij daarom besloten had
te capituleeren. Tegen deze opvatting kwam
de openbare aanklager, generaal-majoor Wo-
gak, met nadruk op. Al werd toegegeven,
dat de uitzending van het eskader do aller
grootste fout was, dat de schepen slecht wa
ren, de kanonnen oud, de bemanning onge
oefend, dat admiraal Rodjestwenski fouten
had begaan door met niemand van zijne on-
derhoorigen raad te plegen, geene verspie
ders uit te zenden, den verkeerden weg te
kiezen, niet tijdig maatregelen te nemen tot
aanwijzing van zijn vervanger als hij stierf
of gewond werd, dan bracht dit alles nog
geen verandering in do vraag der verant
woordelijkheid van Nebogatow en zijne offi
cieren. Zij hadden eerder hunne schepen
moeten doen zinken dan zich over te geven.
Verzachtende omstaiftligheden liet het O. M.
gelden. De beklaagden hadden vxeeseliike
dingen moeten doorstaan. Kans op overwin
ning was er niet. Dit alles gaf den beklaag
den recht op zachtheid in het vonnis. Niet
op de mate van straf kwam het aan, maar
op eene veroordeeling, die den beklaagden
de mogelijkheid zou benemen om in het be
wustzijn van hun recht de gerechtszaal fier
te verlaten. De veroordeelende beslissing
zou eene opvoerende uit,working hebben; zij
zou het bewijs leveren, dat men zich niet
met den mantel der menschcnliefde mag dek
ken, wanneer men de sedert eeuwen gehei
ligde levensbeginselen van het leger met
voeten treedt, en ook dat men zich niet er
mee mag rechtvaardigen een blind werktuig
te zijn geweest in de hand van misdadige
bevelhebbers.
Studenten van de universiteit te Moskou,
die wilden beraadslagen over eene staking
van drie dagen tot herinnering aan de ge
beurtenissen in December van het vorige
jaar, werden door de politie in het houden
van die vergadering belemmert Zij gingen
rustig uiteen.
Marokko.
De troepenmacht, of om de Marokkaan-
sche uitdrukking te gebruiken, de mehalla
"an den minister van oorlog Gebbas, is den
23en December in de buurt van Tanger aan
gekomen, en heeft bij Bubana, tot bescher
ming van de voorsteden, drie K.M. buitc-n
de stad een kamp betrokken. Aan de Temps
wordt daarover bericht
De colonne ziet er tamelijk bevredigend
uit. Hare sterkte is ruim 2000 man, waar
van bijna 600 ruiters. Men voelt, dat het
xr.aghzen zich buitengewoon ingespannen
heeft en dat de contingenten, die de colon
ne uitmaken, met zorg zijn uitgezocht.
Gebbas heeft, nog niet officieel aanraking
gehad inet de Marokkaansche overhedee
van Tanger. Onder het publiek hoerscht
groote opgewondenheid over de opcfatiën
van de mehalla. Het eeuige wat men stellig
weet over zijne betrekking tot Raisuli, is
dat deze, toeh de troepen van den sultan
de or zijn gebied trokken, zich niet ter be
schikking van den minister van oorlog heeft,
gesteld en ook niet de gebruikelijke levens
middelen aan de troepen heeft verschaft.
Aan don anderen kant is men zeer ver
baasd, dat Gebbas, toen hij langs Arzila
kwam, die stad niet militair heeft laten be
zetten. Een garnizoen van 300 man zou ruim
voldoende geweest- zijn om de stad te be
schermen tegen elke vijandig© onderneming
van Raisuli of van de naburige stammen,
terwijl de gelijktijdige bezetting van Arzila
en van den omtrek van Tanger den terug
tocht van Raisuli naar allo kanten zou af
snijden. Dat dit is nagelaten, wordt be
schouwd al- een bewijs, dat de aan Gebbas
gegeven instructiën onduidelijk zijn en dat
op de gevoelens van het maghzen tegenover
Raisuli geen peil is te trekken.
V#r»»nigde StatMi.
Findlay (Ohio), Dec. De Standard
Oil Trust, heeft heden een proces gewonnen.
Rechter Duncan van do ..common pleas",
heeft beslist, dat het „probate court" geen
rechtsmacht bezat in het geding tegen do
Trust op grond van eene aanklacht wegens
belemmering van den handel. Deze beslissing
vernietigt de uitspraak van de jury van 19
October, maar tast. niet de vonnissen aan, die
in November gewezen zijn tegen Rockefeller
en andere bestuurders van de Trust.
Allerlei.
vEen oude spreekwijze zegt: Do kraaien
zullen hot uitbrengen, mac - in Engeland
heeft een papegaai het uitgebracht. In het
station Walmer, dicht bij Deal, waren die
ven binnengeslopen en hadden reeds alle
voorwerpen van waarde bijeengepakt, toen
een papegaai begon te roepen Harry Harry,
Een verhaal van de Osterlide Pastorie
2 Uit het Deensch
door
BETSY BAKKER—N0RT.
Arme, lieve Mina. Dikwijls had de pre
dikant dien lichten zomerdag beklaagd, toen
hij zijn toestemming had gegeven, dat het
kind in zijn huis werd opgenomen. De hemel
had hun zeker zelf geen kinderen beschoren,
omdat Mina eigenlijk volkomen de rol van
kind en vrouw in zijn huis vervulde, maar
z eiker in de eerste plaats', omdat zij; abso
luut geen begrip had van verantwoording
vcor de ontwikkeling van zulk een klein
weeentje.
En verder glijden zijn gedachten van
l>eeld tot beeld.
Hij ziet een ongezeglijk, vierjarig meisje
op de plaats staan, midden in den wil disten
storm, die haar aan de krullen, trekt en aan
haar linnen jurkje rukt
Met een hal in de hand, mikt zo op de
glazen van de studeerkamer van dén predi
kant-. En hij ziet zioh zelf uit de deur ko
men, tusschen de oude linden, en haar op
den arm nemen om haar in verzekerde be
waring te brengen. Maar op hetzelfde oogen-
blik is zijn vrouw naast hem.
„Och, Axel, niu amuseerde ik mij juist zoo
over haar geef haar den bal terug, ik
wil zien wat ze wil."
En weer ligt de bal in de hand van het
kind, en bijna op hetzelfde oogenblik barst
do groote ruit van het studeervertrek met
een knal.
„Toe neem 'haar den bal af!" zegt mo-
vrouw Mina, plotseling heftig.
„Nee," antwoordt de predikant, „nu is
het te laat."
„Weet- je wel," had hij op zekeren dag
gezegd, toen ze samen in zijn kamer zaten,
„dat Anne Margrete eigenlijk de heele pa
storie regeert?"
„Nee Axel," had' mevrouw Mina vol ijver
geantwoord, „daarin vergis je je toch. Het
kind is alleen nog te klein om opgevoed te
worden. Het. doet immers altijd wat ik wil. I
Maar," had ze er glimlachend aan toege
voegd, „ik stem toe, dat ik altijd' het liefst j
wil, wat Anne Gete wil."
Hot kind was opgegroeid1, en haar wil' was
nog sterker gegroeid da.n ziji zelf.
Toen zij zes jaar oud was, geleek ze op
een tak. die recht gegroeid en niet meer ge
bogen kon worden.
Alle andere gevoelens verdwenen onder
dien krachligen wil, haar liefde tot dieren
en bloemen, zelfs haar teedorheid! voor haar
ouders alles vergat ze op het oogeniblik,
waarin ze iets begeerde, wat ze niet mocht
hebben. En zelfs wanneer het kind!, in dén
strijd om haar wil door te zettere, de belang
stelling verloren had voor hetgeen er op het
spel stondde tegenstand was haar reden
genoeg om den strijd vol te houden, tot
haar kinderwil, zegevierend als altijd', aan
het langste eind had getrokken.
Op zekeren dag was zijn vrouw blook en
schreiend bij hem gekomen.
„Neem jij haar nu om haar op te voe-
i den," smeekte ze, „cn maak een monsch
van haar. Roei haar wil uit, zoo dat de lief
de rozen kan doen ontluiken."
„Nu is het te laat!" Ihad hij gezegd),
„nu is alles verstikt dat goed! was."
En het kind werd' weggezonden, toen het
nog maar zes jaar oud' was. Niet voor een
of twee jaren, maar voor haar heele kinds
heid.
Alles had van verlangen naar haar ge
schreid, elke plek in den tuin van de pa
storie, elke hoek van de oude kamers; leeg,
zooals nooit te voren) of lateer, was het ge-
Worden, toen de kleine Anne Gete weg was.
„Het moet," zei de predikant, „een
mensch wordt niet te duur gekocht."
Bovendien had de dokter verandering van
luoht aangeraden het was of de koude
morgenwind, die op het haar'en den bloo-
ten hals gespeeld had', op dien morgen, toen
ze haar gevonden hadden, nog voortdurend
in haar bloed zat want ze was altijd koud
en hoestte wanneer er maar een tochtje uit
een deur kwamzelfs op den warmsten zo
merdag had ze geen last- van de warmte, hot
was of ze nooit meer de kou kon kwijt va-
kon. Mager en tenger groeide ze op, met een
gelaatstint zoo teer als een maandroosje.
Ze was naar de oude tante Yvonne in Ko
penhagen gezonden, de lieve, verstanu'ge
tante Yvonne met haar groot, warm hart.
en haar gelukkige hand, die den kinderwil
wist te buigen en te vormen, tot ze dien aan
den bare onderwierp. Geheel onmerkbaar, en
zonder dat de kleine heb voelde, was ze ovev:
won non.
Tante Yvonne had haar eigen manier en
haar eigen gedachten omtrent zulk s<K>rt
dingen.
Wanneer eeu volwassen mensch een kind
wil dwingen om toe te geven, verwaardigt
hij zich gewoonlijk niet om den kleine vei-
klaringen te geven, de eenige inlicn-
ting, welke het kind: op dit punt in den
regel kan afdwingen, is een kort: „Omdat
een kind geen wil heeft, zonder eenige ver
dere uitleggingen van cut voor hem zoo on
begrijpelijk feit.
Tante Yvonne versmaadde het niet, de
kleine Anne Margrete te verklaren, waarom
baar wil niet doorgezet mocht worden, en
het kind luisterde met groote, begrijpende
oogen, ere wanneer ze nog te klein was om
te kunnen begrijpen, stelde zij zich langza
merhand tevreden met tante Yvonne's mil
de, hartelijke verzekering
„Geloof mij, kleine Gete, ik zou je zoo
graag willen verklaren, waaröm je dat niet
mag doen, maar er is zooveel wat kleine
kinderen nu eenmaal niet kunnen begrijpen
Als je eens groot bent, zal je het begrijpen
en dan zal je zien, dat tante Yvonne je niet
het minste genot ontzegd' heeft, waarop je
recht had."
Toen Anne Margrete twaalf jaar was,
keerde ze naar huis terug, als een vlug, ver
standig kind, dat de pastorie met zon en
glimlachjes vulde. Maar reedis hot- jaar
daarna was dominee's vrouw overleden, en
's predikant's verantwoordelijkheidsgevoel
en angst om iets te verzu'men wat hij meen
de. dat hij verplicht was tegenover het kind,
ontwaakten met hernieuwe kracht. Hiertoe
had zeker ook het meest bijgedragen, dat
haar wil opnieuw weer opkwam tusschen
spel cn lach. De oude dominee moest, dik
wijls denken aan ©en met bloemen bedekte
rots in Noorwegen, waar hij eens geweest
was hij herinnerde zich hoe hij ge
waad had door de bloemen en het mos
maar een paar 'keer was hij gestruikeld,
en toen voelde hij, dat- hij toch op steen-
aohtigen bodem lag, want toon hiji weer op
stond, bloedde zijn hand, on zijn knie was
gekneusd.
En voor de tweede maal zond hij het
kind weg, naar oen kostschool in Lausanne,
vanwaar ze slechts twee maal in hot jaar
thuiskwam, om de Kerst- en zomervacantie
bij hem door to brengen. In den tusschen-
tijd teerde hij op haar brieven.
Zoo vol levenslust, .zoo 'bruisend! jong en
overmoedig kwamen deze bladen papier elke
week hij hem, als kwinkclcorendo trekvogels
die tegen de ruiten pikken en hot thuis en
hot nest groeten.
„Want. bij u is hot toch het allerbeste!"
besloot ze dikwijls haar brieven, „en u ge
looft zeker wel, oom Axel, dat ik, wanneer
ik nu den volgenden zomer weer thuis kom1
en achttien jaar word, eeuwig in uw heide-
woestijn blijf. Amen."
Hij haalde zelf do post 's avonds van hot
station, anders moest hij wachten tot den
volgenden middag, en de predikant, mocht
de voorzienigheid danken, dat. hij op dio
dagen heelhuids thuis kwam, want Lotte
zag slecht, en de brief lag vasfc, maar do
leidsels lagen slap in zijn hand', cn dommee
keek rechts noch links, maar strak in don
brief. I)e wagen kon heel goed redJvt in het
Lidemoer rijden, vóór hij het merkte.
Wordt vervolgd.