f'. 175. 5* Jaarganf. Donderdag 27 December 1906. BUITENLAND. FEUILLETON. De Gezegende dag. FOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Pm 3 ma wide* reor A*»r»fssrtf 1.15. Idem fians» per poet1.75. Afionderljjke nimmess0.05. Deae Coarent reriohya* Dageljke, net «atasaësriag r*a Zon- es Feestdagen. Adrertentiin, mededeeliagen en*., gelieve dm véër 13 war 's morgen» by de Uitgevere in te zenden. Uitg.rer.: VALKHOFF C». UtrechtecheotHUAt 1. Intercoram. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADV ER IENTIEN Yen 15 regel»0.75. like regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeeline bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Een» cirenlaire, bevattende de veenraarden, wordt op aanvraag toegenondes. Aan kendie mei I Janu ari a. s. op dit blad inteeke- nen, worden de nummers die gedurende de maand Decem ber nog zullen verschijnen KOSTELOOS toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 37 der Drankwet Brengen ter openbare kennis lo. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift om verlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan eterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door W\ N. Janeen. in do melksalon van het perceel Stationstraat no. 9, alhier 2o. dat binnen twee weken na deze bekend making ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wet houders kan inbrengen. Amersfoort, den 24. December 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester. .1. G. STEXFERT KROESE. WUUTIHRS. Politiek Overzicht De Balkan-overeenkomst tusschen Oostenrijk en Italië. Wij hebben de verklaringen vermeld, die de nieuwe minister van buitenlandsclie zaken van Oostenrijk-Hongarije, baron Ajöhrentfhad, in de delegation heeft afgelegd over de Balkan-politiek van Oostenrijk en Rusland en de resultaten, die daarmee tot dusver zijin verkregen. Eene gewensohte aanvulling daarvan heeft de Italiaansohe minister van buitenlandsche zaken, de heer Tittoni, gegeven in zijne verklaringen aan do Italiaansohe Kamer, omdat zij inlich tingen geven over Albanië, het deel van het Balkangebied, dat meer bijzonder de verhouding tusschen Oostenrijjk en Italië raakt. Onder herinnering aan de indertijd tus- sohen de ministers Visconti-Venosta en Go- luohowski gesloten overeenkomst betreffen de Albanië, zedde de heer Tittoni: „Tal rijke geïmproviseerde specialisten hebben ons hunne geheime middelen aangeboden om de Italiaansohe belangen met die van Oostenrijk-Hongarije in het oosten in over eenstemming te brengen. Maar wij behoe ven dat alles niet. Wij zijn tot dusver in volledige verstandhouding met Oostenrijk- Hongarije opgetreden en zullen ons ook in do toekomst daarnaat gedragen. Men beweert, dat het bondgenootschap en de bijzondere overeenkomst over Ai- banie zuiver negatief zijn, en wel omdat daarin geen andere wederzijidsche verplich ting zou zijn opgenomen dan die om in het oosten den status quo te handhaven en in zonderheid van Albanië in geen geval be zat te nemenen men heeft den wensch uitgedrukt, dat er tusschen de beide staten positieve schikkingen tot stand zouden ko men. Ik zou hen, die deze wenschen uit spreken, kunnen antwoorden Wat gij ver langt, is er in opgenomen. Inderdaad hebben mijne besprekingen met graaf G-oluchowski, die niet enkel plet- ziertochtjes waren, zooals iemand heeft ge lieven te insinueoren, maar die positieve, 'nuttige en praktische uitkomsten hadden, geleid tot de volledigste overeenstemming in onze inzichten in dier voege, dat, als de handhaving van den status quo niet meer mogelijk zou zijn, Italië en Oostenrijk ge zamenlijk overleg zouden plegen over eene oplossing, die in de politieke autonomie van het Ba 1 kan -schier ei land op grond van het nationaliteiten-beginsel moet bestaan. En dit is geen negatief programhet ;s positief in den volsten zin van het woord. Het is ook daarop wil ik wijzen een onbaatzuchtig programmaar in het oos ten juist hier kan men het zeggen is he$ de onbaatzuchtigheid, die ons door onze levensbelangen wordt opgelegd. Ik moet dus den raad afwijzen, die mij gege ven is, oon aan Oostenrijk-Hongarije eene verdeeling van gebied voor te stollen en het te bewegen tot gebiedsuitbreidingen behal ve die, welke het door het Berlij-nsclie ver drag zijn toegestaan, en gelijktijdig vOor ons op gebiedscompensatiën aanspraak te maken. Zulk eene handelwijze zou in strijd zijn met de beginselen, waardoor Italië zijne eenheid verkregen heeft, in strijd ook met de ideeën, die onze handelwijze tot dus ver bestuurd hebben; zij zou ook aanlei ding geven tot gevaren in de toekomst, om dat. een precedent zou worden in 't leven geroepen, dat men ons zou kunnen tege moet voerenzij zou in één woord onze ge- heele oostersche politiek verduisteren. De tusschen mij; en graaf Goluchowski tot stand gekomen overeenstemming zal zonder twijfel door vriendschappelijke gedachten- wisseling met baron Aehrenthal nog stel liger en vollediger geformuleerd kunnen worden. Maar het grondbeginsel van deze entente zal geen verandering mogen onder gaan, want het is het best geschikt om de overeenstemming tusschen Italië en Oosten rijk-Hongarije te handhaven en te bevesti gen." Een weerklank op deze verklaringen heeft de rijksminister van financiën van Oostenrijk-Hongarije, baron Burian, gege ven in de Hongaarsche delegatie, die daar namens zijn ambtgenoot van buitenland sche zaken heeft bevestigd, dat het ken-: merk van de tusschen de beide staten tot stand gekomen overeenkomst ook betref fende Albanië is het streven om de inte griteit van het gebied van Turkije, zoolang het mogelijk is, te handhaven. „Deze over eenkomst, die nog door de voorgangers van de tegenwoordige ministers van buitenland sche zaken gesloten is, sluit de gedachte uit, dat wij of Italië dit gebied in bezit nemen. Wanneer dus te eeniger tijd hier de status quo niet meer kan worden gehandhaafd, dan kan eene nieuwe regeling slechts in den zin van de autonomie tot stand komen." Deze gelijkluidende verklaringen van de wederzijdsche verantwoordelijke bewindslie den zijn van beteekenis, vooral omdat men, enkel lettende op de wijze waarop de Ita liaansohe en de Oostenrijksche pers dikwijls elkaar in de haren zitten, geneigd zou zijn do verhouding anders op te vatten. Zinspe lende op den strijidlustigen toon, die deze peispolemieken kenschetst, zeide minister Tittoni: „Baron Aehrenthal zeide onlangs in de delegatiën, dat de openbare meening in Italië zoowel als in Oostenrijk soms ner veus is en op een dwaalspoor gebracht wordt. Ik deel volkomen deze meening. Ik zal mij alleen veroorloven een kleine vari ant te leveren op deze uitdrukking, door te zeggenWanneer de openbare meening soms nerveus is, dan geschiedt dit omdat zij op een dwaalspoor gebracht wordt Ik moet nu met- alle duidelijkheid verkla ren, dat wij\ baron Aehrenthal en ik, be sloten zijn in alles in volkomen overeen stemming op te treden, ieder incident, dat mocht voorkomen, koelbloedig en met de gevoelens van oprechte wederzijdsche wel willendheid te behandelen, en van manifes- tatiën, die wij beide betreurd hebben en die wij altijd betreuren, geen notitie te nemen." DMtacMftfid. Volgens de berichten uit Brunswijk zou de regc-ntschapsraad nu voornemens zijn de kwestie van de troonsopvolging in het her togdom ;gmaals voor den bondsraad te brengen. Men zegt, dat de zaak van den hertog van Cumberland sympathie zou ont moeten bij Beieren, Saksen. Mecklenburg- Schwerin en misschien Baden. De houding van de regeering van laatstgenoemden staat is in dit geval van bijzonder belang, omdat het Badensche hef met ue beide huizen van Cumberland en Hohenzollern nauw verwant is. De hoogbejaarde groothertogin van Baden is eene zuster van wijlen Keizer Wilhelm I en prins Max van Baden, een neef van den groothertog, is met eene dochter van hertog Ernst August getrouwd. Men weet nog niet of Pruisen zijn standpunt zal handhaven, dat er voor den bondsraad geen aanleiding is om deze zaak nogmaals ter hand te ne men. In ieder geval is het zeker, dat het niet van meening veranderd is, dat het ge- heele Cumberlandsche uis moet afzien van zijne aanspraken op Hannover, voordat een zoon van den hertog den troon van Bruns wijk kan teklimmen. Berlijn, 26 Dec. Van het oorlogstooneel in Zuidwest-Afrika is het officieele bericht ontvangen, dat de stam der Bon del zwarts zich heeft onderworpen. De hoofdman Jo hannes Ghristiaan heeft met zijne naaste volgelingen zich overgegeven aan luitenant kolonel Estorff te Hedrachabis. In 't ge-# heel zijn 120 mannen in onderwerping ge komen, die 105 geweren hebben ingeleverd. In de bestuurskringen koestert men thans het vertrouwen, dat de oorlog weldra ten einde zal zijtn. Engeland. De benoeming van den minister voor Ier land, James Bryoe, tot gezant bij de regee ring der "ereenigdo Staten wordt als ver zekerd beschouwd. In vVashington vindt de keuze van dezen staatsman en historicus als opvolger van Sir Mortiner Durand veel bij val. In Canada had men echter liever de benoeming van een Canaaiër gezien met het oog op verschillende vragen, die aanhangig zijn tusschen de Vereenigde Staten en Britsch-Columbia, en op de Newfoundland- sche visscherijkwestie. In Portsmouth heerecht nog gisting on der de matrozen der oorlogsvloot. Een ma troos werd tot- 42 dagen arrest veroordeeld, omdat hij luid gelachen had, toen de nieuwo commandant op een nacht de marine-kazerne inspecteerde. Een ander werd tot 14 dagen arrest veroordeeld, omdat hij in de instructie verklaringen had afgelegd, die met de waar heid in strijd waren. De commandant heeft bekend gemaakt, dat hem buitengewone be voegdheden zijn gegeven in 't belang der handhaving van de tucht. Alle wapenen zijn in bewaring genomen; voor mogelijke ge beurtenissen worden honderd man mariniers gereed gehouden ItalK. De Duitsohe gezant graaf Monts ©n de Oosfcenrijksch-Hongaarsche gezant graaf v. Lützow hebben uit naam van hunne re geeringen aan Tittoni, don Italiaansohen minister van buitenlandsche zaken, een be zoek gebracht, om hem te bedanken voor en geluk te wenschen met zijn© laatste rede in de Kamer over den Driebond. Spanj*. Barcelona, 26 Dec. Op de Rambla is een bom ontploft. Een persoon werd gewond, drie leden zijn gevangen genomen. Rutland. De krijgsraad, waarvoor admiraal Nebo gatow en zijne onderhebbende officieren heb ben terechtgestaan wegens de overgave van het eskader in den slag van Tsoesjima, is tot een veroordeelend vonnis gekomen. Ad miraal Nebogatow en de kapiteins ter zee Lichne, Gregoriew en iSmirnow, van de linie schepen Apraxin, Son ja win en Ni colaas I, zijn schuldig verklaard en ter dood veroor deeld. De veroordeelden zullen in tusschen aan de genade van den Keizer worden aan bevolen, en men verwacht, dat hun dood vonnis zal worden verzacht in tien jaren gevangenisstraf. Er zijn nog verschillende andere veroor deelingen uitgesproken; tegen 13 officieren was schuldigverklaring geëischt. De bevel hebber van dë Orel is niet veroordeeld1. De verdediging, die de beklaagden voer den, kwam hierop neer, dat de schepen door hunne slechte uitrusting in 't geheel niet bekwaam voor den strijd waren en dat er geen andere keus bleef dan de overgave. Ne bogatow verklaarde, dat hij geen recht had cenige duizenden jonge mannen nutteloos op te offeren en dat hij daarom besloten had te capituleeren. Tegen deze opvatting kwam de openbare aanklager, generaal-majoor Wo- gak, met nadruk op. Al werd toegegeven, dat de uitzending van het eskader do aller grootste fout was, dat de schepen slecht wa ren, de kanonnen oud, de bemanning onge oefend, dat admiraal Rodjestwenski fouten had begaan door met niemand van zijne on- derhoorigen raad te plegen, geene verspie ders uit te zenden, den verkeerden weg te kiezen, niet tijdig maatregelen te nemen tot aanwijzing van zijn vervanger als hij stierf of gewond werd, dan bracht dit alles nog geen verandering in do vraag der verant woordelijkheid van Nebogatow en zijne offi cieren. Zij hadden eerder hunne schepen moeten doen zinken dan zich over te geven. Verzachtende omstaiftligheden liet het O. M. gelden. De beklaagden hadden vxeeseliike dingen moeten doorstaan. Kans op overwin ning was er niet. Dit alles gaf den beklaag den recht op zachtheid in het vonnis. Niet op de mate van straf kwam het aan, maar op eene veroordeeling, die den beklaagden de mogelijkheid zou benemen om in het be wustzijn van hun recht de gerechtszaal fier te verlaten. De veroordeelende beslissing zou eene opvoerende uit,working hebben; zij zou het bewijs leveren, dat men zich niet met den mantel der menschcnliefde mag dek ken, wanneer men de sedert eeuwen gehei ligde levensbeginselen van het leger met voeten treedt, en ook dat men zich niet er mee mag rechtvaardigen een blind werktuig te zijn geweest in de hand van misdadige bevelhebbers. Studenten van de universiteit te Moskou, die wilden beraadslagen over eene staking van drie dagen tot herinnering aan de ge beurtenissen in December van het vorige jaar, werden door de politie in het houden van die vergadering belemmert Zij gingen rustig uiteen. Marokko. De troepenmacht, of om de Marokkaan- sche uitdrukking te gebruiken, de mehalla "an den minister van oorlog Gebbas, is den 23en December in de buurt van Tanger aan gekomen, en heeft bij Bubana, tot bescher ming van de voorsteden, drie K.M. buitc-n de stad een kamp betrokken. Aan de Temps wordt daarover bericht De colonne ziet er tamelijk bevredigend uit. Hare sterkte is ruim 2000 man, waar van bijna 600 ruiters. Men voelt, dat het xr.aghzen zich buitengewoon ingespannen heeft en dat de contingenten, die de colon ne uitmaken, met zorg zijn uitgezocht. Gebbas heeft, nog niet officieel aanraking gehad inet de Marokkaansche overhedee van Tanger. Onder het publiek hoerscht groote opgewondenheid over de opcfatiën van de mehalla. Het eeuige wat men stellig weet over zijne betrekking tot Raisuli, is dat deze, toeh de troepen van den sultan de or zijn gebied trokken, zich niet ter be schikking van den minister van oorlog heeft, gesteld en ook niet de gebruikelijke levens middelen aan de troepen heeft verschaft. Aan don anderen kant is men zeer ver baasd, dat Gebbas, toen hij langs Arzila kwam, die stad niet militair heeft laten be zetten. Een garnizoen van 300 man zou ruim voldoende geweest- zijn om de stad te be schermen tegen elke vijandig© onderneming van Raisuli of van de naburige stammen, terwijl de gelijktijdige bezetting van Arzila en van den omtrek van Tanger den terug tocht van Raisuli naar allo kanten zou af snijden. Dat dit is nagelaten, wordt be schouwd al- een bewijs, dat de aan Gebbas gegeven instructiën onduidelijk zijn en dat op de gevoelens van het maghzen tegenover Raisuli geen peil is te trekken. V#r»»nigde StatMi. Findlay (Ohio), Dec. De Standard Oil Trust, heeft heden een proces gewonnen. Rechter Duncan van do ..common pleas", heeft beslist, dat het „probate court" geen rechtsmacht bezat in het geding tegen do Trust op grond van eene aanklacht wegens belemmering van den handel. Deze beslissing vernietigt de uitspraak van de jury van 19 October, maar tast. niet de vonnissen aan, die in November gewezen zijn tegen Rockefeller en andere bestuurders van de Trust. Allerlei. vEen oude spreekwijze zegt: Do kraaien zullen hot uitbrengen, mac - in Engeland heeft een papegaai het uitgebracht. In het station Walmer, dicht bij Deal, waren die ven binnengeslopen en hadden reeds alle voorwerpen van waarde bijeengepakt, toen een papegaai begon te roepen Harry Harry, Een verhaal van de Osterlide Pastorie 2 Uit het Deensch door BETSY BAKKER—N0RT. Arme, lieve Mina. Dikwijls had de pre dikant dien lichten zomerdag beklaagd, toen hij zijn toestemming had gegeven, dat het kind in zijn huis werd opgenomen. De hemel had hun zeker zelf geen kinderen beschoren, omdat Mina eigenlijk volkomen de rol van kind en vrouw in zijn huis vervulde, maar z eiker in de eerste plaats', omdat zij; abso luut geen begrip had van verantwoording vcor de ontwikkeling van zulk een klein weeentje. En verder glijden zijn gedachten van l>eeld tot beeld. Hij ziet een ongezeglijk, vierjarig meisje op de plaats staan, midden in den wil disten storm, die haar aan de krullen, trekt en aan haar linnen jurkje rukt Met een hal in de hand, mikt zo op de glazen van de studeerkamer van dén predi kant-. En hij ziet zioh zelf uit de deur ko men, tusschen de oude linden, en haar op den arm nemen om haar in verzekerde be waring te brengen. Maar op hetzelfde oogen- blik is zijn vrouw naast hem. „Och, Axel, niu amuseerde ik mij juist zoo over haar geef haar den bal terug, ik wil zien wat ze wil." En weer ligt de bal in de hand van het kind, en bijna op hetzelfde oogenblik barst do groote ruit van het studeervertrek met een knal. „Toe neem 'haar den bal af!" zegt mo- vrouw Mina, plotseling heftig. „Nee," antwoordt de predikant, „nu is het te laat." „Weet- je wel," had hij op zekeren dag gezegd, toen ze samen in zijn kamer zaten, „dat Anne Margrete eigenlijk de heele pa storie regeert?" „Nee Axel," had' mevrouw Mina vol ijver geantwoord, „daarin vergis je je toch. Het kind is alleen nog te klein om opgevoed te worden. Het. doet immers altijd wat ik wil. I Maar," had ze er glimlachend aan toege voegd, „ik stem toe, dat ik altijd' het liefst j wil, wat Anne Gete wil." Hot kind was opgegroeid1, en haar wil' was nog sterker gegroeid da.n ziji zelf. Toen zij zes jaar oud was, geleek ze op een tak. die recht gegroeid en niet meer ge bogen kon worden. Alle andere gevoelens verdwenen onder dien krachligen wil, haar liefde tot dieren en bloemen, zelfs haar teedorheid! voor haar ouders alles vergat ze op het oogeniblik, waarin ze iets begeerde, wat ze niet mocht hebben. En zelfs wanneer het kind!, in dén strijd om haar wil door te zettere, de belang stelling verloren had voor hetgeen er op het spel stondde tegenstand was haar reden genoeg om den strijd vol te houden, tot haar kinderwil, zegevierend als altijd', aan het langste eind had getrokken. Op zekeren dag was zijn vrouw blook en schreiend bij hem gekomen. „Neem jij haar nu om haar op te voe- i den," smeekte ze, „cn maak een monsch van haar. Roei haar wil uit, zoo dat de lief de rozen kan doen ontluiken." „Nu is het te laat!" Ihad hij gezegd), „nu is alles verstikt dat goed! was." En het kind werd' weggezonden, toen het nog maar zes jaar oud' was. Niet voor een of twee jaren, maar voor haar heele kinds heid. Alles had van verlangen naar haar ge schreid, elke plek in den tuin van de pa storie, elke hoek van de oude kamers; leeg, zooals nooit te voren) of lateer, was het ge- Worden, toen de kleine Anne Gete weg was. „Het moet," zei de predikant, „een mensch wordt niet te duur gekocht." Bovendien had de dokter verandering van luoht aangeraden het was of de koude morgenwind, die op het haar'en den bloo- ten hals gespeeld had', op dien morgen, toen ze haar gevonden hadden, nog voortdurend in haar bloed zat want ze was altijd koud en hoestte wanneer er maar een tochtje uit een deur kwamzelfs op den warmsten zo merdag had ze geen last- van de warmte, hot was of ze nooit meer de kou kon kwijt va- kon. Mager en tenger groeide ze op, met een gelaatstint zoo teer als een maandroosje. Ze was naar de oude tante Yvonne in Ko penhagen gezonden, de lieve, verstanu'ge tante Yvonne met haar groot, warm hart. en haar gelukkige hand, die den kinderwil wist te buigen en te vormen, tot ze dien aan den bare onderwierp. Geheel onmerkbaar, en zonder dat de kleine heb voelde, was ze ovev: won non. Tante Yvonne had haar eigen manier en haar eigen gedachten omtrent zulk s<K>rt dingen. Wanneer eeu volwassen mensch een kind wil dwingen om toe te geven, verwaardigt hij zich gewoonlijk niet om den kleine vei- klaringen te geven, de eenige inlicn- ting, welke het kind: op dit punt in den regel kan afdwingen, is een kort: „Omdat een kind geen wil heeft, zonder eenige ver dere uitleggingen van cut voor hem zoo on begrijpelijk feit. Tante Yvonne versmaadde het niet, de kleine Anne Margrete te verklaren, waarom baar wil niet doorgezet mocht worden, en het kind luisterde met groote, begrijpende oogen, ere wanneer ze nog te klein was om te kunnen begrijpen, stelde zij zich langza merhand tevreden met tante Yvonne's mil de, hartelijke verzekering „Geloof mij, kleine Gete, ik zou je zoo graag willen verklaren, waaröm je dat niet mag doen, maar er is zooveel wat kleine kinderen nu eenmaal niet kunnen begrijpen Als je eens groot bent, zal je het begrijpen en dan zal je zien, dat tante Yvonne je niet het minste genot ontzegd' heeft, waarop je recht had." Toen Anne Margrete twaalf jaar was, keerde ze naar huis terug, als een vlug, ver standig kind, dat de pastorie met zon en glimlachjes vulde. Maar reedis hot- jaar daarna was dominee's vrouw overleden, en 's predikant's verantwoordelijkheidsgevoel en angst om iets te verzu'men wat hij meen de. dat hij verplicht was tegenover het kind, ontwaakten met hernieuwe kracht. Hiertoe had zeker ook het meest bijgedragen, dat haar wil opnieuw weer opkwam tusschen spel cn lach. De oude dominee moest, dik wijls denken aan ©en met bloemen bedekte rots in Noorwegen, waar hij eens geweest was hij herinnerde zich hoe hij ge waad had door de bloemen en het mos maar een paar 'keer was hij gestruikeld, en toen voelde hij, dat- hij toch op steen- aohtigen bodem lag, want toon hiji weer op stond, bloedde zijn hand, on zijn knie was gekneusd. En voor de tweede maal zond hij het kind weg, naar oen kostschool in Lausanne, vanwaar ze slechts twee maal in hot jaar thuiskwam, om de Kerst- en zomervacantie bij hem door to brengen. In den tusschen- tijd teerde hij op haar brieven. Zoo vol levenslust, .zoo 'bruisend! jong en overmoedig kwamen deze bladen papier elke week hij hem, als kwinkclcorendo trekvogels die tegen de ruiten pikken en hot thuis en hot nest groeten. „Want. bij u is hot toch het allerbeste!" besloot ze dikwijls haar brieven, „en u ge looft zeker wel, oom Axel, dat ik, wanneer ik nu den volgenden zomer weer thuis kom1 en achttien jaar word, eeuwig in uw heide- woestijn blijf. Amen." Hij haalde zelf do post 's avonds van hot station, anders moest hij wachten tot den volgenden middag, en de predikant, mocht de voorzienigheid danken, dat. hij op dio dagen heelhuids thuis kwam, want Lotte zag slecht, en de brief lag vasfc, maar do leidsels lagen slap in zijn hand', cn dommee keek rechts noch links, maar strak in don brief. I)e wagen kon heel goed redJvt in het Lidemoer rijden, vóór hij het merkte. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1906 | | pagina 1