T houden worden toegezien. Het meegeven van «Ie geweren is slechts een proef en voldoet die niet, wolnu. dan zullen de geweren wor den opgelogu. De minister heeft wel vertrou wen in hot volk. Enkele kwaadwilligen kun nen wat doen, maar toch niet tegenover de groote massa. Blijkens een correspondentie mot don burgemeester van Amsterdam eer biedigt de burgemeester den door den minis ter genomen maatregel betreffende do gewc- ren. al kan hij er zich niet nieo vereenigen. Thans komt de minister tot enkele detail punten. Van sluiting der kazernes is slechte gesproken in den zin van vermindering van IkI blijvend gedeelte. Do kleeding blijft 'n de kazernes als magazijn. Do rede van den heer Vermeulen heeft de minister met ver hoging gehoond. Hij bestreed een malitiewet welke nog niet is ingediend, en verdedigde «■on logerorganisatio welko in strijd zou zijn mot de mintiewet. Verschillende opmerkin gen werden gemaakt- welk© de minister roeds in zijn antwoord op het V. V. heeft- beant woord. Het doel der wet- ligt. in de wet zelve Do heer T hooft. In de Grondwet. D© Minister meent dat daaruit alleen do geest dor wet kan worden afgeleid Voor hetgeen de heer Borgeaius heeft geschreven ever oen volksleger is do minister niet ver antwoordelijk. Do minister wil oen good volksleger, en of het volksleger van den heer Borgesius goed is of niet. kan de minister niet uitmaken. De minister is bij het op leggen van straffen aau cadetten alleen op gekomen tegen het stolsel. De minister heoft oen beroep gedaan op de commandanten om moor langs vaderlijken weg te straffen, dan met- provoost. Hot tekort aan vrijwilligers bij de cavalerie heeft niets te maken met do inkrimping van het blijvend gedeelte Daar voor zijn ander© oorzaken. Ook voor do be reden wapens zal men tot de militie moe ten komen. Wat de can tines aangaat, de Staat is niet verplicht can tines to onderhou den. Uit de overwinst kan gemakkelijk bur ger-personeel bekostigd worden. En er zijn miliciens» of vrijwilligers die zich voor een Irieino vergoeding wei beschikbaar willen stellen als bediende. In Zwitserland wordt dat stelsel ook gevolgd. De verpachting ge- schoedt onder militairo controle, eveneens het beheer, zoodat voor drankmisbhutk geen vrees behoeft, to "bestaan. Ook do houding van den heer Van Wae-so- naer begrijpt d© minister niet. Deze wil hem ooit crediet opdringen, maar de minister heeft ge©n crediet noodig. Waar in 1903 het blijvend gedeelte niet voldoende bleek is daarin voorzien door da delijk 1000 man meer onder do wapenen te kunnen brengen. Do verhoogiug bij bet re monte-depot heeft niets met het blijvend gedeelte to maken. Zij geschiedt slechts om to voorzien m do verzorging van paarden bij mobilisatie. Do minister zet daarna nader uiteen de be toeken is der cijfers in de gisteren door hem o verge legden staat. Don minister wond verweten dat hij zijn mond wel eens 'voorbijsprak. Do minister is geen parlementair man, on in dat opzicht moet hij dus de clementie inroepenmaar hij zegt. toch steeds wat zijne bedoeling is. Dit geschiedde ook ten aanzien van do pensioen aanvrage van den generaal Smeding. In de pensioenwet staat dat men 40 jaar dienst moet hebben om in aanmerking te komen voor pensioen wegens langdungen dienst. Toen generaal Smeding pensioen aanvroeg •wegens langdurigen dienst had hij daarop nog geen aanspraak. Daarom vroeg generaal Smeding toen oen maand verlof die hem werd «toegestaan, Ton aanzien van de kosten per man per dag heeft de N. Courant zich vergist-. Daarna komt de minister tot- het slot zijner rede. De minister erkentelijk voor den hem gegeven raad zegt niet to kunnen komen tot opschorting van zijn maatregel. Eerlijk en oprecht zal bij do werking daarvan na gaan en mocht hot blijken dat hij gefaald hoeft in zijne inzichten, dan zal hij tijdig maatregelen nomen om op zijn besduit terug to komen. (Het adres van den heer Van Heeckeren van Keil wordt gedeponeerd ter griffie ter inzage voor de leden). Do beraadslaging over de oorlogsbegroo ting wordt voortgezet. De heer Van der Foltz brengt hulde aan den minister voor diens uitmuntende rede en verklaart zich als mederapportour niot verantwoordelijk te stellen voor don zijns inziens ounoodig scherpen toon van het Voorl. Verslag. IX- meening, dat 's minis ters plannen en maatregelen in strijd zijn met art. 181 dor Grondwet, kan Spr. niet onderschrijven. Evenmin gaat z. i. op hot beroep van den lieer Thooft op art 185 der Grondwet, daar het hier uitsluitend geldt een quaestie van meer of minder. Spr. kan ook volstrekt niot inzien, dat. do minister gehandeld zou hebben tegen do Militiewot, die hem een facultatieve bevoegdheid geeft, waarvan hij gebruik heeft gemaakt door niot moer manschappen onder do wapenen te houden dan hij noodig acht Hetgeen de hoer Thooft heeft gezegd over den geest dor Militiowet in verband met de Grondwet acht Spr. niet ter zake dienende. Het geldt hier slechts een verschil van opvatting, waarbij niet is aangetoond dat do opvatting van den hoer Thooft do juiste is. Den eisch om terug te komen op den genomen maat regel gaat Spr. verder dan do grens om in lichtingen te vragen. Daardoor plaatst d© Kamer zich op den zetel der regeering. Zij kan zich slechts bepalen tot verwerping der begrooting om de regoering te beletten haar verdere plannen uit te voeren, maar tot- zulk een maatregel gaat geen Kamer over buiten strikte noodzakelijkheid, welke, naar Spr.'s oordeel, niet bestaat. Het geldt hier eenvoudig de quacsti© of men den minister al dan niet vertrouwen schenkt. Spr. doet dit wel. Als loek onthoudt Spr. zich van cono bespreking onzer militaire organisatie, tnaar waar Spr. toejuicht verlichting van, lasten, daar zou hij het betreuren als de mi nister d«e gelegenheid word benomen zijn plannen uit te voeren. Hij aanvaardt s mi nisters inlichtingen zonder ecnig wantrou wen on houdt zich overtuigd, dat de minister trouw zal blijven aan de belofte, dat hij torus» zal komen als hij ziet- dat zijn proef taalt ook al is do begrooting aangenomen. Verder geeft Spr. in overweging de land weer in twee bans te verdoelen, gehuwden en ongehuwden, opdat de eersten bij mobili satie niet den eersten schok ontvangen. Replieken. De lieer Reekers zegt dat de heer Vermeden volkomen bevoegd was onr te spreken namens de katholieke partij. Intus- schen wil hij nog opmerken dat. de oppositie tegen "s ministers beleid vrij wel algemeen is Ouder anderen wijst Spr. op de heeren Van Wcldcreu Rengers. Stork. Het- con st ïtutionneel advies van den heer S«tork heeft Spr. niet, bekeerd De leden van de Eerste Kamer behoeven het oog niet gericht- te houden op de leiders der partijen aan do overzijde van hot Binnenhof. Door d«®e begrooting niet. aan te nemen zou deze Ka mer do zaak niet in den war maar juist vlot brengen. Spr. meent dat oen minister die nu eens blijft met- een uitstel van de eone zijde, dan weer met- een uitstel van de andere zijde niet op zijn plaa/ts is als hoofd van zijn de partement. Wan eer de minister zegt dat- er geen verband is tusscven zijn -maatregel on later volgendo wetten, dan zegt Spr. dat er verband hau behooren te zijn. De heer Thooft ontzegt- aan den heer Van der Feltz het formeele recht niet- om op dut oogenblik in het debat te komen, maar dan heeft ook Spr het formeele en roóele recht om op heit gesprokene niet in te gaan. Tegenover den minister zegt de spreker dat het doel der wet ligt in de Grondwet. Een wet die lasten oplegt kan nooit haar doel hebben in zich zelf Dat dool is in cae»u be scherming van de belangen van den Staat. Spr handhaaft zijn verwijt over gemis aan deferentie tegenover deze Kamer, en over het- niet toe pa seen der wet- gelijk zulks be hoort. Met leedwezen hoorde Spr. de verkla ring van den heer Rengers, dat de-ze met leedwezen het V. V. mede liad onderteek end De heer Rengers had zijn grieven behooren kenbaar te maken, opdat zij in het verslaj hadden kunnen worden opgenomen. Waar mon deze vergadering steeds zoo opvijzelt als een hoog© vergadering en haar steeds hooger verheft, waarschuwt Spr. er tegen dat men haar zoo hoog wil verheffen, dat zij ten slotte uit het gezicht verdwijnt. De heer Van Leeuwen zegt, dat de minister er in is geslaagd enkelen van zijne bezwaren weg te nemen. Niet echter wat betreft ten aanzien van de voldoendheid der militaire macht. Wel kan Spr. zich vereeni gen met hetgeen de minister gezegd heeft omtrent hot optreden der militaire macht bij onlusten. Niet evenwel de minister, dooh de burgemeester zal hebben te bepale«n of er geweld zal worden gebruikt bij rustver storingen Spr. handhaaft zijne bezwaren te gen hot inodegeven dor geweren aan de land weer. Niet in de massa heeft Spr. wantrou wen, doch wel in de raddraaiers, die altijd klaar zijn om van troebelen te profiteeren Met genoegen heeft spr. 's ministers ant woord gehoord en hij zal voor d© begrooting stemmen, omdat de minister nog zijn ver trouwen hoeft. D«! heer van Zinicq Borgmann geeft tot op zekere hoogte toe dat de Tweede Kamer bij het aannemen van wetten de lei ding moot hebben maar de Eerste Kamer be houdt het recht van verwerping ©n moet daarvan gebruik maken, wanneer zij dit in het belang noodig acht. Dat dit thans noo dig was heeft de heer Stork gisteren het sterkst bewezen toen hij zijn ernstige be zwaren tegen 's ministers maatregelen ont wikkelde. Allerminst kan spr. toegeven dat deze Kamer te ver gaat en zdch plaatst op den zetel der regeering. Spr. wijst er op, dat wij in dozen driedaagsehen strijd alle niinis- tois achter de groene tafel hebben gezien, hetgeen zoker getuigt, van groote belangstel ling Spr stelt er prijs op dat eon afkeu rend votum over deze begrooting niet treft het beleid der geheel© regeering. De bezwa ren die Si>r. had tegen do oorlogsbegrooting zijn door den minister niet. weerlegd en daar om zal hij togen die begrooting stemmen De heer Van Löben Seis constateert dat de zaak-Smeding door do oppositie met groote discretie is behandeld. Geen oogen blik heeft Spr. don minister gewantrouwd. Dat heoft hij gisteren reeds gezegd en dat herhaalt hij. Hij heeft alleen gezegd dat de minister zich wel eens te veel liet irapression- neeren Mot zijn beroep op do Staatscom missie meende de minister als triomphator uit den strijd te treden, maar hij vergat een groot ding. Toen was geen blijvend gedeelte bij de bereden wapens noodig. omdat er zoo veel vrijwilligers waren. De hoor Van Houten zegtdat de bo- teekenis van het beraad, dat de heer Ree kers in overweging gaf. geen andere kan zijn dan dat de Kamer een weg werd gewezen om alsnog voor de begrooting te kunnen stemmen Die weg is niet geopend. De minis ter blijft vasthouden aan zijn maatregel, al zegt hij toe terugkeer, wanneer mocht blij ken dat de proef heeft gefaald. Van Spr wordt nu gevraagd dat hij zijn stom zal geven aan een maatregel, welko beletten zal on. oen goed politieleger te hebben en dat kan hij niet doen Voor al de millioenen, welko wij geofferd bobben voor ons leger en nog offeren, is toch wel het minste wat wij eischen kunnen, verzekeren van orde en rust. De Militiewot is naar Spr 's meening volmaakt duidelijk, maar zij wordt door den minister verkeerd geintorpreteord. Er moet een voldoende militaire maoht zijn tot handhaving van hot belang van den fKaat. Die bepaling in onze Grondwet ziet de Minister voorbij. Men mag het graag niet dosorganiseerendaar zal spreker zich tegen verzotten bij dc eerste gelegenheid die hem geboden wordt. Liever zou spreker zijn hand verbranden dan zijn stom geven aan een maatregel als deze De decoratieve aan wezigheid van alle ministers leidt spr. tot hot afleggen der verklaring dat zijn afkeu rende stom alleen geldt den maatregel van den Minister van Oorlog en niet het kabi net. De heer Van Weideren Rengers heeft van de rode van don Minister niet den indruk gekregen, dat hij hem op don duur aan het hoofd van hot departement van oor log zou wonschon, maar niettemin zal hij voor deze begroot ing stemmen. De heer St ork herhaalt dat hij voldoen de vertrouwen heeft in de meerderheid die in de Tweede Kamor de begroeting aannam, daarom zal hij voor de begrooting stemmen. De heer H a v e 1 a a r laat alle quaesties rusten, maar hij meent dat de slagvaardig heid van ons leger zal vermindoren, dat do mo-bilisaliedekking niet voldoende verzekerd is en dal er geen voldoende troepen zullen zijn tot handhaving van orde en rust., daar om zal hij togen de begrooting stemmen. De heer Brouwers acht don maat regel niet in het belang van land en kroon on zal dus tegen stemmen Do Minister van Oorlog ant woordt, dat de afwering van den eersten schok niet behoort tot do taak van de land weer en indeeling in twee bans dus niet noodig is. Do minister vraagt voor zijn maatregel geen uitstel aan deze Kamerhij vraagt aan de Kamer niets. Vroeger verweet men den minister dat hij allerlei geheimen had en dan is het weer dat hij allerlei ge heimen openbaart, wat wil men dan toch. D© Minister blijft ontkennen, dat hij aan de waardigheid der Kamer heeft te kort ge daan. De minister houdt vol, dat orde. vei ligheid en rust, voldoende verzekerd blijven. Do Minister van Financiën (de heer De Meester) waardeert de verklaring, dat het afkeurend votum niet hem en zijno ambtgenooten treft. Wanneer het eenvoudig deze verklaring gold, zou spreker het woord niet hebben gevraagd, maar de aanwezig heid van het kabinet was niet louter be langstelling. De inkrimping van het blijvend gedeelte is hier niet alleen op technische gronden bestreden en daarom zal bet kabinet zich het tot plicht rekenen ernstig te over wegen. welke politieke ge-volgen van het votum zullen zijn. De beraadslaging wordt gesloten, de ver booging van het hoofdstuk 8 wordt z .h. s. aangenomen, eveneens de vesting-begrootiaig. Het. hoofdstuk Oorlog" wordt daarna verworpen mot 27 togen 17 stommen. Tegen stemden de heeren Franzen, Merc- kel bach, Waterschoot, Brouwers, Regout, Godin, Bosch van DrakonstoynHeerkens, Michiels v. Kessenich, Havelaar, v. Lams- weerde, v. Fisenne, Van Löben Seis. Prin- zen, v. Velzj'i, v. Houten, 't Hooft, Vermeu len, v d. Does de Willobois, Woltjer, Hovy, Bevers, Van Asch van Wyck, Van Wasse- naer v. Rosande, Reekers, Van Zinnicq Borg mann en de Voorzitter. Voor de heeren De Jong. v Beyma, Ra- husen, Laan. Kist, Willinge, Rreohaart, Do- jes, v. d. Feitz, Scholten, v. Leeuwen, Sic- kenga, Welt, Rengers, Stork, v. Nierop en Veiling Meinesz. Heden half twee Landbouw Berichten. De Staatscourant van Zondag 10 en Maandag li Februari 1907, bevat de volgen de Kon. besluiten: benoemd tot grenscommisF-ris van rijks politie C. Tli. Jas, burgemeester van NieuweschansD. D. Bounder, commissaris van politie te Enschedé; B. J. L.Forceville, commissaris van politie te Venlo, en Ch. de Jongh, onbezoldigd veldwachter te Zevenaar op verzoek eervol ontslagen mr. G. W. Th. baron van Dedem, ambtenaar van het O M bij de kantongerechten in het arron dissement. Zierikzee bevorderd E. van Konijnenburg, inge nieur bij den Rijks waterstaat te Maastricht, tot officier in de Oranje-Nassau-orde op verzoek eervol ontslagen de luitenant ter zee 2o klasse bij do marine-reserve W. K J. Uhlcnbroek uit den dienst bij die reserve; op verzoek eervol ontslagen I. J. J. van Alphen, laatstelijk hulpprediker bij de In- landsche christengemeente te Waai. wegens physieke ongeschiktheid, met pensioen. Het jaarlijksohe diner, dat H. M. de Koningin zal geven voor burgerlijke autori teiten, zal .plaats hebben niet Maandag 11, (zooals abusievelijk is gemeld), maar Maan dag 18 Februari a.s. In het paleis van H. M. de Koning in werden, naar „De Ingenieur" meldt, op 7 Fobruan verschillende technische mannen ontvangen door den intendant der Kon. pa leizen, jhr J. P. E. Hoeufft van «eisen b. i. tor bezichtiging van de nieuwe Indische zaal, het geschenk van de bevolking van Ned. Oost-Indië qa-n de Koningin. Aanwezig wa ren o.a. als administrateur, ohef der afdee- ling Kunsten en Wetenschappen bij het departement van binnenl. zaken, rijks-bouw meester, hoofdingenieur van de gevangenis sen en recht «gebouwen, hoofdambtenaren en oud-hoofdambtenaren van den waterstaat, bouwkundige, hoogleeraren van de T. H. S., directeur der Academie van Beeldende Kun sten, directeur, onderdirecteur en bouwkun dige der gemeentewerken, president en al gemeen secretaris van het Kon. Instituut van ingenieurs Het Comité van kinderkleedmg en -voeding te Apeldoorn, mocht van H. AL de Koningin een bijdrage van f 50 ontvangen. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal Donderdag a.s. niet hebben. plaat-s Ridder an Rappard, thans gezant- schapsraad to Brrlijn en die genoemd wordt als aanstaand gezant te Tanger, is te 'sGra- venhage in hotel des Indes aangekomen. cMen meldt uit 's Gravenhage Er was weer zooveei belangstelling van ac zijde van het publiek voor do vergade ringen van de Eerste Kamer, dat arme men- schen weer wat konden verdienen door hun ne plaatsen iu de rij af te staan aan liefheb bers. di© er gaarne geld voor over hadden Op de gereserveerde tribune waren weder vele leden van de Tweede Kamer, officieren. A -iatslieden en dames. De ziektetoestand van den heer mr. J W. van den Biescn is. naar het Dbl. v. N.- Brab. verneemt, niet van dien aard, dat zij tot eenigo ongerustheid aanleiding behoeft te geven Het is een gewone influenza, die weliswaar de temperatuur wat heeft doen stijgen, doch overigens geen gevaar oplevert De officier-machinist lo klasse F. H. J. Martijn. uit Indië teruggekeerd, wordt- geplaatst in de marinedirectie te Willems- oord de officier-machinist le klasse H. J A Lagaay, in de directie der marine te Wil lemsoord, wordt overgeplaatst bij den tor- pedodienst in die directie, en de officier- machinist 2e klasse G. P. F Munnik onthe ven van de betrekking bij dien torpedo- dienst- In tegenwoordigilieid van de hoofd ambtenaren van zijn departement, heeft, de minister van finainciën Zaterdagochtend' in zijn kabinet afscheid genomen van den secre taris-generaal, den heer jhr. S. Van CStters, die als zoodanig aftreedt wegens zijn benoe ming tot lid der Tweede Kamer. De minister betuigde zijn leedwezen over het vertrek van den heer Van Citters, huldigde den ijver en den tact door hem aan den dag gelegd ©n herdacht de aangename samenwerking met de verschillende hoofden van dienst. De heer Van Citters dankte inet een woord van erkentelijkheid voor de welwillende me dewerking dio hij mocht, ondervinden. De heer Maurice Goor. die tijdens den Zuid-Afrikaanschen oorlog waarnemend con sul van Nederland in Transvaal is geweest en in die betrekking destijds zich verdienstelijk heeft gemaakt op eone wijze, welke door den toenmaligen minister Melvil van Lvnden in de Tweede Kamer werd gehuldigd, is thans belast- met het beheer van liet Belgische con sulaat te Alexandrië. Door de Commissie uit het Armbe stuur te Amsterdam, belast met de zorg voor het Burgerweeshuis, is een voordracht opgemaakt voor directeur, bestaande uit de heeren G. A. Haringman, thans boekhouder, waarnemend directeur der stichting, en Ho- gendoorn, oud-onderwijzer in Indischen dienst, te Utrecht woonachtig. Do benoeming moet door den Raad ge schieden. Bij beschikking van den minister van Binnenlandsche Zaken is, met ingang van 1 Maart 1907, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. H. van Gulik, als assistent voor de pharm cie aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Lu allen eenvoud werd Zaterdagmiddag oj de algemeene begraafplaats te 's Graven hage aan den schoot der aarde toevertrouwd het stoffelijk overschot van jhr. mr. C. J. van Beresteijn, gep. vice-president der beide gerechtshoven in Nederlandsck-Indië. Ds. Bourlier had vooraf in het sterfhuis een kort troostwoord tot de familie van den overledene gericht. Aan de groeve werd. volgens het verlan gen van den overledene, niet gesproken Do oudste zoon dankte voor de laatste eer den doode bewezen. Het Carnaval te den Bosch. Voor en na het uitspreken der .troonrede' door Prins Carnaval, heden in Casino, zul len. onder leiding va.n den heer Th. van Wa rnet, feestliederen voor mannenkoor en solo, onder begeleiding van koperen instrumenten worden uitgevoerdbovendien heeft de ..Raad van Elf", liet bestuur der „Oetel- douksche Club" verschillende wedstrijden uitgeschreven Een daarvan stelt prijzen be schikbaar voor hen, die met de grootste wat ten petten op den avond van dien dag hun opwachting zullen komen maken bij Prins Carnaval. Het. ouder wetsche boerencostuumvlas pruik, stok, klompen, witte sokken enz. is daarbij verpl'cht. Een 1 uc h tb a 11 on. Omstreeks twee uur kwam er Vrijdag een luchtballon ovei Lobith. Boven den ouden Rijn waren de reizigers zoo laag, dat. zij het hoerageroep van menscnen beantwoordden met het zwaaien der vlag. Door het uitwerpen van ballast steeg de ballon en dreef in de rich ting van Nijmegen De ballon droeg den naam „Essen". De ballon is ten circa half drie te Doornen- burg neergekomen. De drie inzittenden, waaronder twee Pruisische officieren, zijn per wagen naar Eist vertrokken, De ballon was te 10 uur 's ochtends to Essen opgeste gen Voor de landverhuizers. Door de goede zorgen der H. IJ. S. M. is thans bij het station te Oldenzaal een flink steenen gebouw verrezen, in do plaats van het vroegere onoogelijke houten gebouw, ten behoeve der talrijke emigranten, die over Oldenzaal hun reis naar de Nieuwe Wereld maken en daar korter of langer tijd moeten vertoeven. Zaterdag werd het in gebruik ge nomen. Het groot© getal emigranten jaar lijks varieerende van 45,000 tot 50,000 van wie alleen voor de N. A. S. M. in 't afge- loopen jaar 28,000 dat voor korter of lan ger tijd op zijn doorreis naar Amerika te Oldenzaal moet vertoeven, vindt een uitste kend ingericht wachtlokaal, waarvoor de II IJ S. M alle lof toekomt. Maatregel bij het iV m s t e r- d. msche tramverkeer. In de rijtui gen der Amsterdamscke gemeentetram is aangebracht de volgende mededoeling „Indien een tramwagen op een afstand, niet grooter dan ongeveer 50 Meter, wordt gevolgd door een wagen van dezelfde lijn, het personeel van den voorsten wagen be voegd, indien niet voor het- uitlaten van pa>>agiors aan een halte moot worden stil gestaan, door te rijden en de wachtende pas sagiers naar den volgenden wagen te ver wijzen." Het gevolg van dezen goeden maatregel zal zijn, dat, indien het- tramverkeer is ge stremd geweest waardoor gewoonlijk wa gens van dezelfde lijn(en) elkander achter halen de voorste wagen(s) den verloren tijd kunnen inhalen, waarmede de passagiers, eenigo straten verder staan te wachten, zeer gehaat zulhn zijn. Tel. *- Dc osd minister J. T. Cremer laat binnenkort aanbesteden den bouw van een groot kaste©1 op zijn buitengoed te Sant poort. He: wordt in den stijl van dein fraaien Witten burgh onder Wassenaar, maar grooter van afmeting en de bouw is toever trouwd aan den architect van laatstgenoemd kasteel, den heer J. J. van Nieukerke, te 's Gravenhage. Het 'bestaande heerenhuis zal dan worden afgebroken. Merkwaardige vondst. In het begin van December is bij een afzandiog van de duinen te Hillegom gevonden de ruggograat van een beest van zeer groote afmetingen. Een deskundig onderzoek van prof. Dubois en den heer P. H. v. d. Le}-, beiden te Haar lem, heeft uitgemaakt, dat de gevonden wervelkolom afkomstig is van ©en walvisch- achtig dier. De vondst zal voor een nader onderzoek naar. de Universiteit te Leiden worden op- Internationale tentoon stelling van voedingsmiddelen, met eene afdeeling voor hygiëne in verband n.et geneeskunde en artsenijmengkunde te Antwerpen 1907. (AprilJuni). In aanslui ting op de berichten die wij reeds gaven omtrent de bovengenoemde tentoonstelling, kan nog medegedeeld worden, dat een co mité is gevormd om de belangen der Neder- landsche inzenders te behartigen, hetwelk bestaat uit de heeren J. A. v. d. Blergh, consul-generaal der Nederlanden te Antwerpen, eore-voorzitter mr. L. van Cranenburgh, advocaat te Am sterdam; T. Crebas, secretaris v. d. Ver- oeniging Middenstand te Gouda; Léon Del- hez, secretaris van de Belgische Kamer van Koophandel te AmsterdamM. iH. G. Th. Fiedeldy Dop, lid van don gemeenteraad te Amsterdamdr. G. Goldberg, scheikundige te AmsterdamE. Goulmy, lid van de fir ma Goulmy «t Baar, Amsterdam's Herto- genbosch; B. F. Hagen, exporteur te Rot terdam; Paul C. Kaiser, fabrikant te Am sterdam A. J. van Laar, lid der firma Wed. A. van Laar te AmsterdamW. H. Nederhoed, voorzitter v. d. Vereeniging Middenstand te Leeuwarden; Gust. Opden- berg, voorzitter van de Belgische Kamer van Koophandel te Amsterdamdr. E. v. d. Stadt, scheikundige, lid van den gemeente raad te ZaandamBern. J. Veldhuis, ge delegeerd commissaris der betreffende ten toonstelling te Amsterdam; E. Vrugtman, restaurateur te Amsterdam. Het uitvoerend comité bestaat uit de hee ren M. H. G. Th. Fiedeldy Dop, voorzit ter; Paul C. Kaiser, vioe-voorzittermr. L. van Cranenburgh, penningmeester; Bern. J. Veldhuis, secretaris. Het bureau is gevestigd Damrak 97, Am sterdam, alwaar alle inlichtingen, prospec tussen etc. zijn te verkrijgen. Werkeloosheid. Naar het Hbl. vernoemt, zijm wegens gebrek aan werk 85 arbeiders van de Ned. Scheepsbouwmaat schappij te Amsterdam ontslagen. De volgen de week volgen er meer. Naar de directie mededeelde behooren de ontslagenen hoofd zakelijk tot de z.g. klinkploegen. Er is op het oogenblik veel werk aan de maatschappij doch er is gebrek aan klink werk. Niet on mogelijk is het, dat deze ongewensohte toe stand eenige maanden aanhoudt. Wel zijn er verschillende schepen in bestelling, doch er gaan allicht eenige maanden met het opzet ten der teekeningen en den aanvoer van ruwe materialen heen. De staking te Rijssen. De firma Ter Horst en Co. heeft in eon boeks- ken een overzicht gegeven van de historie der werkstaking. De firma zegt o. a. „De van sommige zijden, van enkele met kennelijk ons vijandelijke bedoeling, gegeven onjuiste voorstelling van den toestand onzer industrie, in verband met de staking van het moeren deel onzer werklieden, gefet ons aanleiding van onzen kant eon overzicht te geven „Wij blijven bij onze aan do Pers gemelde meening, dat de beweging ten onzent, niet uit den boezem der arbeiders is voortgeko men en dat de verhouding van onze werk lieden en ons goed was en geenszins van dien aard, dat daaruit een vijandelijk optreden kan worden verklaard. Voor ruim twee jaar poogde de Arbeiders vereniging „Eendracht" hier vasten, voet te krijgen en kwam eene afdeeling met een lut tel aantal ledeu tot stand, terwijl ongeveer een jaar geleden de Arbeidersvereeniging „Unitas" hier trachtte leden te verwerven, aanvankelijk met oven gering succes. Volgens eigen bewering van laatstgenoemde vereeni ging ging het in den beginne niet voor spoedig. Weldra, voegt ze er aan toe, was een groot percentage der arbeiders vereenigd. „Dit laatste wist ze door middel eener loonsbeweging te verkrijgen, maar tevens door pressio van arbeiders op arbeiders, waarvan ons door verschillenden de verzeke ring werd gegeven. ..Kenmerkend, hoewel niet bevreemdend, is het wel, dat spoedig na de oprichting der laatste afdeeling de verwachting werd uitge sproken, dat eene loonbeweging moest vol gen om de organisatie in stand te houden. Men wilde vruchten zien van zijne wekelijk- sche bijdrage. „Den 26 Mei 1906 dienden beide afdee- lingen gezamenlijk een eisch in tot loonsver- hooging van 20 voor alle arbeiders zonder onderscheid. „Ligt in dezen eisch niet bet bewijs, dat er werd gezocht naar een agitatie-middel? Nog daargelaten immers het in het algemeen volstrekt ontactische, voor allen eene per centsgewijze verhooging te vragen, ook voor de minderwaardigen met wier ontslagname de werkgever veel meer gebaat, zoude zijn, kan een dergelijke eisch kwalijk de begeerte der gezamenlijke arbeiders worden genoemd, waar velen van ben, zelfs bestuursleden, eeno verhooging van alle loonen niet nood zakelijk achtten, eene evenredige verhooging zelfs onbillijk werd gehouden." Aan het 9lot zegt de firma „Men verwijt ons, dat wij do organisatie weigeren te erkennen, de hoofdbesturen niet ter bespreking willen ontvangen, voor onze arbeiders niet toegankelijk zijn, maar men verzuimt mede te deelen. dat al onze arbei ders vel weten ons ten allen tijde te kun nen spreken, dat zelfs het- Stakingscomité

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 2