9S4. Tweede Blad. 5de Jaargang. Zaterdag 16 Maart 1907. KOLONIËN. BINNENLAND. FEUILLETON. De Kranige Chauffeur. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummersU.U5. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor 's morgens bij de Uitgevers m te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 15 regels0.75. Elke regel meer0.15. Oroote letters naar plaatsrnimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bil abonnement Eena circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat op Woensdag. 3 April 1907, van des middags 12 tot 12£ ure, ten Raadhuize gelegenheid zal wor den gegeven om ten overstaan van eene Com missie uit het College van Gedeputeerde Staten van Utrecht, bezwaren in te brengen tegen de door het Departement van Oorlog voorgenomen uitbreiding van de Hoefsmidschool in net per ceel, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, «ectie B, no. 1792, ter vermeerdering van de bestaande vuren met twee dubbele smidsen. Amersfoort, 15 Maart 1907. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESK. WUIJTIERS. Buige me es ter en Wethouders van Amersfoort-, Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge de wet van 8 November 1815 (Staats blad no. 51) alle vorderingen ten laste van het Rijk over het jaar 1906 vóór den 1. Juli e. k. moeten worden ingedaend bij de autoriteiten, door wie de bevelen tot het doen van leveran- tien zijn gegeven, en dat de belanghebbenden, die hiertoj^_van de tusschenkomst van het ge meentebestuur wensohen gebruik te maken hunne declaration vóór den 30. Juni a. s. ter Secretarie behooren in te leveren. Amersfoort, 15 Maart 1907. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. OOST-INDlE. Midden-Celebes. Blijkens een uit ederlandsch-Indië ontvamgen telegram is bij de vermeestering van het Allah rotacomplex in Midden-Celebes 1 inlandsche militair gesneuveld, en zijn ewaar gewond 2 Europoeeche en 1 inland sche, era liohit gewond 7 i-.landsche militai rera, allen beneden den vang vara officier. De vijiamd liet 280 Wooden, waaronder vele hoofden van het verzet, e 65 geweren ach ter. Gevangen genomen were. 72 mannen en 200 vrouwen. „Het Allah-rotsoomplex is te zoeken in de z.g. Sidenrengsche Toradjalanden te wieten in het midden der lijn, welke te trekken zou zijn tusschen de Golf van Mandar en de Paloppo-baai. Uit een telegram d.d. 13 Februari j l weten wij, dat de beruchte Poeang Tikoe zich naar dat rots-complex teruggetrokken had, nadat hij uit andere in den omtrek gelegene was verdreven. Of hij thans, levend of dood in onze han den gevallen is, blijkt uit het ontvangeu telegram niet. Het is niet waarschijnlijk, an ders zou het er wel bij vermeld staan. Gelijk men zich herinneren zal, is hij het invloedrijk Toradja-lioofd, die van de eene versterking naar de andere verjaagd, onze krijgmacht maandenlang bij Baroepoe bezig hield, welke buitengewoon sterke vesting eindelijk door een geregeld beleg bedwongen werd (26 October). Poeang Tikoe werd toen door den gouverneur van Celebes, overste Swart, die zelf bij de overgave tegenwoordig vas geweest in genade aangenomen hopen de van zijn invloed ten bate van het bestuur gebruik te kunnen maken. In het begin van Januari echter ontvluchtte hij uit het hem tot verblijfplaats aangewezene Tondong, en hoewel men aanvankelijk meende, dat hij zich geen aanhang meer zou weten te ver werven, heeft de ondervinding anders ge leerd. Welk een invloed hij nog bezat blijkt ge noegzaam uit de groote massa volk, welke zicli mot hem in het thans vermeesterde Al lah-complex had teruggetrokken. Het tele gram maakt toch melding van 280 dooden ei een ovefn groot aantal gevangenen. Waar het te bejammeren valt., dat zoovele slachtoffers worden geëischt, heeft het an- dtrsdeels zijn goede zijde, dat deze, wat ter rein en bevolking betreft, tot de moeilijkste doelen van Celebes behoorende landstreek, een bijzonder flinke beurt zou krijgen en men gedwongen zij den eenen hoek na den anderen terdege schoon te maken. Onze krijgsmacht blijkt tot dit moeilijke werfc zeer goed in staat en lijdt daarbij slechts zeer geringe verliezen. Eenmaal meester van de schuilhoeken zijnde, zal de arbeid om ord« en rust ra het land te bewaren ons bestuur veel min der inspanning kosten." Het opstootje te Btron. De Soerabajasohe dagbladen, die speci ale correspondenten zonden naar de plaats der onlusten, bevatten uitvoerige verslagen van het gebeurde. De Java-Bode heeft er het volgende relaas uit samengesteld De extra-trein, die den 30en Januari 's mor gens om 11 uur van Soerabaja vertrok, nam te 7*ert,06ono den resident van Kediri op en kwam te 1.45 in den middag bij Baron aan. Op ver zoek van den resident werd doorgestoomd naar een i unt, 3 kilometers voorbij Baron waar men zich vlak bij het terrein van het oproer bevond, op nauwelijks één kilometer afstand. Op de spoorbaan werd uitgestapt. Hier vond men den c. ïiroleur van Kertosono, den recent van Ber- bek en eenige politiemacht. Verder waren in zeer grooten getale gewapende bevoL:ngspa- trouilles aanwezig, die de .-erwegen -■> den spoorweg en de signalen bewaakten en verder een cordon vormden om het huis, waarin zich de oproerlingen bevonden. Tot van een afstand van 25 paal was de bevolking opgeroepen en naar schatting werd het cordon gevormd door circa 5000 man. Gelijk gezegd, was de afstand van de spoor baan tot het bamboehuis, yaarin zich de op roerige lieden ophielden, zeer gering, zoodat de troepen reeds omstreeks 2 .ur in den middag vóór de woning stonden. Alvorens te verhalen, hoe het verzet gedempt werd, het een en ander over het in den morgen gebeurde. De assistent-resident un Berbek, de regent van Berbek. de controleur van Kertosomo en eenige wedono's met hunne oppassers na derden het huis. Toen de heer Henny-de lieden sommeerde zich over te geven, kwamen zij naar buiten en omringden de bestuursambtenaren met hunne weinige helpers. Dezen bevonden zich toen in een benarde positie. De assistent-resident Henny werd aangegre pen en, vóór hij zich verweren kon, zwaar ver wond eenige oppassers droegen hem weg. Een d wedono's, die van Berbek, ontving een zwa- r.i houw met een klewang onder in den hals en was kort hierna een lijk. i/e wedóno van N.gan <ek werd aangegrepen en naar binnen gesleept, waar hij -.rera getintjangd. De onge lukkige werd gekorven als een visch o. a. had hij breede s.ieden over de borst zijn later in de open lucht gevonden lijk bood een afgrijse lijken aanblik. Een aasistent-wedono werd op liet erf gewond. De controleur had er bijna et leven bij inge schoten één der oproerlingen had hem reeds in «'e borst gegrepen om hem een slai toe te brengen, toen de regent ztin revolver op den aanvaller richtte en den i an neerlegde. De controleur en de regent zagen z'ch genood zaakt te retireeren. Er as geen tijd om ae leeg geschoten revolvers opnieuw te vullen. In twee richtingen trok liet gesplitste troepje terug, op de spoorbaan af. Toen hier een trein uit het Westen aankwam, wenkte de controleur om halt. te houden, hetgeen geschiedde. Men begaf zich nu naar Kertosono, om hulp te gaan halen en de bevolking te waarschuwen Van alle kanten kwamen lieden toesnellen en de Europeanen deden braaf mee. Hun wapens vertoonden een bonte verscheidenheid, zooals licht te begrijpen is. Onderweg, voordat men voor het erf van Dermodjojo kwam. zag men op verschillende plaatsen de vreeselijk verminkte lijken van 2 kampongpolitiemenschen on den weg liggen. Ove 1 heerschte een drukkende stilte. Aan de velden werd niet gearbeid, de huizen waren pot dicht gesloten, op de erven, waar men langs schreed, nergens bewoners tzien hef was een lange warme tocht. Luisterde men goed, dun kon men een zacht gegons van menschelijke stemmen vernemen, ian tijd tot l d afgewisseld door gefluit, 1 lijkbaar signalen van de muiters. Nog een hoek van den weg omgeslagen, werd (iet gegons sterker in tusschen zag men al het kolossale huis van Dermodjojo. den hoofdmui- ter, staan meer nabij gekomen zag men vóór den ruimen pendopo, van voren slechts ge opend, tal van menschen. oogenschijnlijk een dertigtal, met lansen, krissen en zwaarden heen en weer loopend. La illalah roepend, anderen weer krijgskreten uitstootend. Eindelijk kwam men voor het uitgestrekte erf. van den weg door een lagen levenden pagger gescheiden, ae erf poort was geopend. Heel ra de verte zag men hier en daar, ver in den omtrek van de woning, de punten van de lansen der dcsapoliti' in de felle zon schitteren. Het wa6 toen bij half drie. Dermodjojo stond vooraan, met zjn zwaard zwaaiende, omringd door zijn volgelingen, maar schreed niet vooruit, led v een zweeg, net was een drukkende stilte. Toen hoorde men door den resident in goed Ja- .vaansch de bende toespreken, hen aanmanend de wapens neer te leggen daarna de regent toen weer de resident, steefe herhaalde malen afwisselend. De troepen werden onderwijl in twee verspreide gelederen voor den pagger ge plaatst Wij, niet-militairen, allen tusschen de man schappen. Vele minuten werden nog gewacht 6terker zwaaiden de muiters met hunne zwaar den. Men mocht niet langer talmen en de geweren werden geladen, een kort bevel „vuur!" een knetterend geluid daarop, en een 10-tal muiters beten in 't zand. De hoofd... titer viel onmiddellijk dood i eer met een kogel in het hoofd. Verscheidene die neervielen, richtten zich weer op, weer zwaaiende met de zwaarden en krissen- Nogmaals werd hun toegeroepen zich te onderwerpen, maar vergeefs, een tweede salvo knetterde nog meer vielen ter aarde. Velen vluchtten in het huis, slechts twee ble ven blijkbaar ongedeerd, standhouden, maar een paar goed gerichte schoten deed hen ter aarde tuimelen. Het vermoeden, dat de muiters van vuurwa pens waren voorzien, bleek niet bewaarheid. Voorzichtig, stap voor stap, drong een gedeelte van de troepen het erf binnen bet grootste ge deelte bleef voor het erf, om voor een overval in den rug op zijn qui vive te blijven. Het eerst, wat men od het erf een weinig link6 zag. was het vreeselijk verminkte lijk van den wedono van Ngandjoek. Het hui6 werd om singeld, een van *de getroffen muitere trachtte n g met zijn zwaard om zich hem te slaan, een goed gericht genadeschot maakte een einde daaraan. Toen werd het huis-staande uit een drietal vrouwen familieleden van den hoofdmuiter, en nog enkele vluchtenden, die min of meer gewond naar de sawahs en riettui- i,en trachtten te loopen, maar door het cordon van de desapolitie werden opgevat. Op het erf naast dat van Dermodjojo, in een atappen hui6. werden nog tal van vrouwen en kinderen en een 3-tal muitere verborgen gevon den w. o. ook een hoofdmuiteling. Men zou hem kunnen noemen den 2en chef van de ben de. een familielid van Dermodjojo, genaamd Sonidi, die een schampschot aan het. hoofd be komen heeit. In het geheel heeft men15 gesneuvelden 7 zwaar gewonden 66 gevangen genomen. Lit maakt 88 lieden. Waarschijnlijk moeten hierbij nog enkelen worden opgeteld, doch dui delijk is het, dat het getal oproerlingen beneden 100 is geweest. Het getal 500, dat genoemd werd, is dus voor vier vijfden het resultaat van de menschelijke verbeelding. De gewonden zagen er vreeselijk uit. Eén van de lieden had een schot in den schouder ge kregen dat gedeelte van het lichaam was uit- eengesciieurd en de arm hing er bij te bengelen. Behalve de officier van gezondheid De Koek. die met een ziekenoppasser (geen verpleegster, zoo lö gemeld werd) naar Baron was mecjegaan. hadden zich derwaarts begeven de geneesheer van Kediri, dr. Van 3uuren. en een pleegzus ter De laatsten keerden des avonds naar Ke diri terug de heer De Koek en zijn helper zijn nog gebleven. Te kwart over vijf mancheerde de troep van Baron af en om 6 uur vertrok de extratrein, die zoo lang gewacht had De Chinecsche adminis trateur van do suikerfabriek Barong had, ge dreven door zijn dankbaarheid, gezegd voor rijst met vleesch, alsmede de noodtgc dranken. Te 8.40 in den avond was de troep te Soerabaja terug. Onder de oproermakers was een jongetje, dat merkwaardigerwijze door geen enkelen Icogel ge raakt werd. Het ventje liep na het tweede salvo kalm weg en werd kort daarna opgevat. Hij was uiterst rustig geen zweem van onwinding werd bij hem waargenomen. Nadat de oproerige lieden gevlucht waren deden zich nog eigenaardige tooneelen voor. Zóó werd er één opgebracht door een penghoeloe. die niet minder dan 200 mensch. a om zich heen had. Het is begrijpelijk dat de gevangene niet ontvlucht is. De lijken der gesneuvelden waren op rijen ge legd dat van Dermodjojo bevond zich in net midden. Hij was een oude man met grijze haren, zeer welgesteld, zooals de aanwezigheid van koeien, karbouwen, enz. op het erf bewees. Sommige lijken waren vreeselijk verminkt, van een was de kaak weggeschoten. Achter het huis bevindt zich een riviertje, dat men moet overgaan om ra de riettuinen te ge raken. Wanneer een oproerling werd gevonden, ging een gejuich op. Met de gewonden werd door de inlanders even ruw omgesprongen als de geneesheeren hen zorgvuldig behandelden Ik zag een gewonde, die ternauwernood nog leefde, en die toch nog werd geslagen en bij zijn haren voortgetrokken- Een ander werd aan zwakke bamboes 'gebonden en zoo door politie oppassers weggebracht. Bij sommigen kwamen de ingewanden te voorschijn, doch dit scheen de Javaan6che rpeurdere met pieken gewapend, koud te laten. De eigenlijke bevolking dit is klaar ge bleken had met 't opstootje niet te maken- Ontevredenheid is niet aan 't licht gekomen. Men deelt aan de Nieuwe Soerab. Courant mede. dat wellicht een verklaring voor het op roer kan verkregen worden door het volgende feit Dermodjojo was bij herhaling, tegen den zin van het inlandsch bestuur, bij meerderheid van stemmen, tot petinggi gekozen, doch telkens was de verkiezing te niet gedaan en werd een ander benoemd. Dat heeft kwaad bloed gezet, niet alleen bij Dermodjojo, maar ook bij de bevolking. Te recht? Dat dient onderzocht. Nu wilde het geval dat de zoon van Dermod jojo niet lang geladen droomde dat zijn vader, de rijkste man van de desa, radja worden zou. Dat was een gebeurtenis en Dermodjojo ge loofde daaraan x>zeer, dat hij twee karbouwen slachten liet. zonder vergunning van het be stuur. Dat was niet meer noodig, naar ztjn oor deel. Daarvoor werd hij voor de rol gebracht. Toen was de maat vol en werd nog slechts gewacht op een gunstigen dag om de beweging te beginnen. De Locomotief van 2 Februari schrijft aan het slot van een hoofdartikel over den opstand te Baron ,,Wij hebben vooralsnog onze beschouwingen beperkt tot het feit dat ook de opstand te Ba ron voor het Europeesch bestuur eene verrassing was dat men tevoren niets wist en pas ge waarschuwd werd door de inlandsche beambten, toen het te laat was. Naar de oorzaken van het oproer en in 't bizonder naar den. invloed dien de nabyhe-id der Chineesche suikerfabriek Baron op het gebeurde kan hebben, hebben wij een onderzoek ter plaatse ingesteld, dat echter op dit oogenblik nog niet geheel beëindigd is. Zoo spoedig mogelijk zullen wij den uitslag van dat onderzoek mededeelen." •rettaHratla van a«n au4e kark. Men schrijft uit Epe op de Veluwe aa.ii De TeJ. Dooi kerkvoogden en notabelen der Her voin.de gemeente is alhier uit de inwoners» een commissie aangewezen, met het doel gelden 'bijeen te zamelen tot liet horstellen van bei" overoude kerkgebouw, dat t.haras in vrij vervallen toestand verkeert, en, hoewel in- en uitwendig eenvoudig van vorm, toch uit een bouwkundig oogpunt zijn belangrijk heid heeft.. De kerk is hoofdzakelijk uit tufsteen op gebouwd en bestaat uit een vierkanten to ren. waarin vroeger de hoofdtoegang was, een middenschip met twee zijschepen, door steeueu kolommen in vier traveeën verdeeld en een in 't verlengde van 't middenschip gelegen koor, hetwelk door een halven zes hoek wordt afgesloten De toren is door een achthoekige spits bekroond, terwijil do schepen en 't koor on der éér dak zijn geplaatst. 'I Jaar der stichting is niet bekend Maar uit een schrijven, van Godefridus, bisschop van Utrecht, in 't jaar 1176, blijkt, dat het toen reeds bestond. In het Privilegiën'boefc, biz 7, word het de moederkerk genoemd van Hergke (Heerde), Gaesberg en Verrichten, aan welke doppen veroorloofd werd, zioli af te scheiden en een eigen kerspelkerk te Heb ben, terwijl aan Fasen (Vaassen) en Unen (Oene) werd bevolen de kerk te Epe als hun moederkerk te beschouwen en mee te onder houden Uit de architectonische vormen blijkt, dat. het voorgedeelte met toren 't oudste is later iö 't middenschip met de zijschepen en eindelijk 't koor gebouwd. In den toren komen nog Romaansohe vormen voor De commissie heeft zich verzekerd van do voorlichting en raad van den heer I. C. van Dorssen Az., architect en hoofdleeraar aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotter dam. die bereid is bevonden de noodige planner te ontwerpen. De in- en uitwendige herstelling zal to taal f 10.000 kosten, waarvan reeds een be drag van f 3708.25 aar» vrijwillige giften, is toegezegd. School- en Kerknieuw*. Na het overlijden van professor Bakhuis Roozeboom is <len heer J. J. van Laar, privaat docent in de mathematische chemie aan de ge meentelijke unirereiteit te Amsterdam, voorloo- pig de voortzetting opgedragen van prof. Rooze- boom's college over de phasenleer. Na het bedanken van prof. Sehreinemakere voor den hem aangeboden leerstoel is voort-s dezer dagen door de doctorandi en candidaten in de chemie te Amsterdam tot curatoren oen adres gericht dat ondersteund zal worden door een adres van adhaesie, geteekend door ccn aantal oud-leerlingen van tien heer Van Laar waarin aan curatoren verzocht wordt, onafhankelijk n de vervulling der hoofdvaca- ture, vooretellen te willen doe» tot het instellen van een buitengewonen leerstoel voor de theore tische chemie en eventueel tot het bezetten daarvan den heer Van Laar, den j&renlangen raadsman op theoretisch gebied van wijlen prof. Roozeboom, uit te noodtgen. (N. v. <L D.) van C. N. en W. M. WILLIAMSON. Naar het Amerikaanseh 20 DOOR Mrvrouw HEUVELINCK En de gedachte diait Brown in de schuur snep en als het ongeluk daar gebeurd was, hij in zijn slaap ha<d kunnen verbrandengaf me een gewaarwording (als zou ik flauw vallen, enkel maar dloor het mij voor te stellen Maar ilk viel niet flauw. Ik vloog de ka mer uit .zoodra dik mijin langen], met bont gpvoerden rijibuigimanteli, over mijn „nacihit- costuum" ihiad aaulgetroikken, en schreeuw de zoo hard ik kk>n „Brand maar ik ver gat in helt Fransch te sobreeuwenl, dlus kooi den de menschen ,.in dé boerderij niet. wetten wat er te dloen was, .tenzij ze van uit hunne rameni thed Jicht hadden gezien. Hoewdl liet donken was in het huis, wisM, ik de trap af te komen en ,de deur te vinden, die wij den vorige» avond alien tegelijk waren binnen gegaan Niemand was nog vereclienen, (wel meende ik tante Mary ails een dólle te hoo- ren gillen) waaruit ik opmaakte, dat voor den boer en zijn vrouw de dagtaak op het land al was begonnen, want de Pnansche boeren staan geflïjk met den dageraad op, soms nog vroegen-. Ik rukte de deur open. en het licht van het ,*Uur scheen me vlak in de oogen», die juist gewend waren aan de duisternis in de gang. Daar verhief zich de vuurkolom, jooo hel en recht en .hoog als oodt, zonder dat mwdidenin zelfs ihe|t geringste spoor van den wagen te zien wias, .maar scherp afgeteekend tegen het gouden schijnsel van dë vlam, zag ik een lange, izwarite figuur Brown Hij stond onbeweeglijk, bedaard itoe/zicmle en op vdat oogenibliik met zijn handen in. zijn zak, in plaats'van 'te trachten het vuur te 1 doovenIk was als niet .stomheid geslagen, want onder alle omstandigheden had hij al tijd raad weten .te schaffen. Ooi: ik 'bleef onbeweeglijk staan, want werkelijk, ik was verbaasd. Tante Mary had een van de vensters opengemaakt en leed i aan een. .zenuwtoevalmeneer Talleyrand j scheen me op "de hielen gevolgd, 2ooals later bleek, maar op dat oogen blik jpiét ik hól niet Het. luid geloei van do vlam, gevoed! dioor gallons benzine, klonk inl mijn ooren, maar het eeniige ,wat werkelijk indruk op me maakte, was Brown met zijm handen in zijm zak, terwijl anijn auto in ,brand stond. Ik hield niét van hdt ding. tenhninste n'iet meer, en den vorigen avond had ik 't op al les behalve damesachtige manier behandeld, maar 't zou me onmogelijk geweest zijn Jhot ra vlaimmen ite aienl opgaan zonder hulp .te bieden „O Brown'" hijgde ilk, .naar hem toeloo- i pend, zoo dicht bii hem dat he*, vuur haast 1 mijn gezicht schroeide. „O, Brown, hoe kun je dat doen? Iedereen zal denken, dat je blij bent." I „En dat is hij'" ,riep een stem in het i Fransch acKter mij. „Hij heeft' uw auto- mobiel in brand gestoken, mademoiselle. Ik zelf zag het liera doen." Ik draaide mij, om, en daar stond meneer Tallevrand, er zeer schilderachtig uitziende in een tooneël-negligé en beschenen door den hellen vuurgloed precies een vertoonüng op de planken. Birown keerde zich oan, en op hetzelfde oogenblik ginlgen, zeker door gclbrek" aan benzine, de vlam/men ploitselling] uit; en 't werd wonderlijk étiil na. het wioeden. van het vuur, dat als een stormvlaag had gehuild. Hot. houtwerk van het .rijituig, de banken, het bovengedeelte, dé houten wielen; alles was verdwenende vlammen hadden het verzwelgen en verteerd Van mijn mooi ge lakte, deftig© automobiel .was niets overge bleven dan wat gebogen, en gekronkelde stukjes rood-g.loeiend ijeer. En wij zelf zullen er ,111 den valen morgeuHtoud wel uitgezien hebben als heksen, vorschijnlemcl op een ge heime god'delooee samenkomst. Het uitgaan van het .licht maakte een eeniigiszins belache lijk effect. Toen meneer Talleyrand zijn be schuldiging' Browm naar het hoofd slinger de, ging zijn kin de luoht in en deed de vuurgloed zijp oog en glinsteren als vonken. Maar tegelijk mett het. diooven vart hdt vuur stierf de glans wog en een loelijlke asch-grijze kleur overbopg zijn gelaat. Een minuut later kéék ik naar Brown, nu glooiden zijn oogen. maar hdt licht soliecó inwendig te branden. Ik weet .niet. of ik u schroef dat Brown zoo'n knap uiterlijk hoeft, eigenlijk veel te luiap voor iemand die chauffeur is. Zijn ge zicht ii als zijn maam. bruin, zijn oogen zijn. ook bruin en kunnen bijna spreken. Onwil lekeurig lat. men! die dingen1 op, al ds ,het dan ook bij je eigen chauffeur ,\Vas hij geen chauffeur, dan zou mem hem voor een heer kunnen houden. Ja enkele dingen ui het le ven zijn werkelijk jammer! Enfin, niets aan •te doen. Brown koek meneer Talleyrand strak aan en aeade: „U 'bemt een leugenaar." Lieve hemel, ik dacht, dlat er moord pp zou vóligera. Meneer Talleyrand sprong op hem af. 1 „Schurk, verachtelijke kérel, canaille!" siste hij tusscJien zijjni tandem, en 'bevend over zijn geheele lichaam. c„Beleedigct te wordei cloor een Enigelsohen ploert, een ge wonen chauffeur, die .door een heer niet ter verantwoording kan, wordeni genoepen, eera brandstichter Hier viel Brown hom in de rede mét een „zwijg'" waardoor ik bijna opsprong. En de vermakelijke zijde van het geval .was, dat hij de heer scheen en me peer Talleyrand de ploert precies een kleine, gemeene ploer. ofschoon hij werkelijk mooi is en wimpers heeft, die men met de el zou kun nen uitmeten D!ait ontzagwekkende „zwijg!" smeed de iwoorden .van zijn. lippen, als nam do wind ae .mee. en terwijl! hij Itrachtt© op adem te kamen., deed Brown een tweeden uitval, ditmaal gericht tot mij. „Gelooft u wat die lafaalrd' zegt?" .wierp hij me toe, zonder er „juffrouw" bij te voegen. Ontsteld door den strijd tusschen de twee mannen, snokte ik in mijn opge wondenheid in plaats van tc antwoorden weiiicht dacht hij, zwijgen is koestemmen een heel ouderwotsche theorie, vooral als het meisjes bétreft Hoe <Tau ock, hij scheen drie of vier duim grootcr te worden en zijn kin werd zuiver vierkant. „iMijilen ver van de gedachte om uw automobiel te verbranden," zei hij (elk woord leek wel een ét uk ijs). „Ik ben naar Amboise geweest />m een motor rijtuig voor u to huren en prees mcoelf al gelukkig dat tk dien van mijn ouden mees ter heb kunnen krijgen.. Aangezien die tocht den geheelen nacht in beslag' heeft geno men, ontbraïk hot mij werkelijk aan tijd om zulk .een plan itc smeden!, zélfs al was er redci» ivoor geweest-, en 'behoorde ik tot die soort mannen, geschikt en (genegeni voor zulk werkIk hoopte dait u me tot zoo iets niet in eitaait zou achten. Maar daar" hij wees tiaar dé openstaande poort „staat de auto van mijn meeéter op den weg en de motor is nog warm genoeg om u te 'bewijzen „Ik heb geen bewijs noodng," -ein delijk 'had tk inijn étcm weer tot mijn ge bruik „Naituwrlijk weet jk dat je mijn wagen niét an 'brand liébt gestoken „En als ik p toch zeg dat ik het hem zag doen," viel meneer Talleyrand in. „Bfu!" zei ik, omldait gieen enkel woord in mijn geest- kwam cl alt. beter" doel kon tref- fom Mét een ,paar passen, etoidd ik naast Brown en vervolg)d© haasitiig „Het- hinderde me zoo je met je handen in je ,zak or bij tc zien staan. Dat /leek hoelemaal niet. op je manier vanl doen 7' Word vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1907 | | pagina 1