3
aan den Hdligen.b©rgerweg op liet perceel
kadastraal bekend sectie B. no. 1534 eene
woning te mogen bouwen. Ais voren.
p. Een adres van A. van der Pol, daar
bij verzoekende hem teruggave te willen
verleen en van het bedrag, dat door hem zou
zijn betaald boven, de kosten van uitvoering
van. bestrating en andere werken, nabij den
TJtiechtschen straatweg. Alsvoren.
q. Een adres van het Bestuur van het
Diaconie sohoolfonds der Ned. Herv. Ge
meente, daarbij verzoekende voor toegang
van een te stichten onderw ijzerswoning een
uitgang aan hef. plantsoen te mogen maken.
Alsvoren
r Een adres van den directeur der Hoo-
gere Burgerschool, daarbij verzoekende ken
nis te willen nemen, van alle stukken die in
den laatsten tijd op de Hoogere Burger
school betrekicing hebben en verschillende
maatregelen te willen nemen. Ter secre
tarie ter inzage van de leden.
Aan de orde is:
1 Voorstel van B. en W. tot goedkeu
ring van de rekening van de Kamer van
koophandel en fabrieken over 1906.
Wordt z. h. o. conform besloden.
De Voorzitter. In afwijking van de
volgorde dar agenda, wordt thans het 9e
punt aan de orde gesteld, omdat de beslis
sing daarover moet vooraf gaan aan de be
handeling van punt 2.
Voorstellen van B. en W. tot het doen
van eenige betalingen uit den post „onvoor
ziene uitgaven", dienst 1906.
Wordt z. h. o. conform besloten.
2 Voorstel van B. en W. tot het geven
van eene buitengewone subsidie over 1906
aan de Industrie- en Huishoudschool.
In afwachting van de beschikking over
het verzoek tot stichting van een eigen
schoolgebouw, heeft het bestuur, oan te
voorzien in liet gebrek aan ruimte een per
ceel in de Hendrik van Viandenstraat ge
huurd en dit voor schoollokalen doen in
richten. B. en W.. stellen voor in de kosten
voor een bedrag va.n f 150 bij te dragen.
De heer Heyligers. Mijnbeer de voor
zitter, ik kan mij niet vereenigen met het
voorste! van B. en W., om de kosten die
gemaakt zijn voor de inrichting van nieuwe
tijdelijke schoollokalen, slechts voor een ge
deelte te voldoen. Die kosten zijn door het
bestuur gemaakt met medewerking van B.
en W.omdat, wegens het' groote gebrek
aan plaatsruimte in de school, een vijfde
percee1 moest worden ingericht oan helt on
derwijs te kunnen voortzetten. Te dier ge
legenheid hebben B. en W. hun steun toe
gezegd bij het bestrijden van de kos
ten Dat. is een half jaar geleden
gebeurd. Nu komen B. en W. met
een voorstel om de kosten voor de helft te
nemen voor rekening van de gemeente. Ik
vind daarin iets wat strijdt met mijn bil
lijkheidsgevoel. Beter zou ik mij er mee
kunnen vercenigen, als het bedrag der kos
ten geheel door de gemeente werd ver
goed. Dat de Industrie- en Huishoudschool
daardoor eene bate zoude genieten, be
hoeft men niet te vreezen. De rekening over
1906 sluit nu reeds met een nadeelig saldo
van f 289.76. En die zon dan ,nog bezwaard
worden met de helft van de inrichtingskos
ten van het tijdelijk schoolgebouw. Het
kon", mij voor een eisch van billijkheid te
zijn, dat die kosten in haar geheel vergoed
worden door de gemeento.
De heer J orissen. Mijnheer de voorzit
ter, ik zou gaarne een kleine vraag willen
doenIs door het dagelijksch bestuur aan het
bestuur van de Industrie- en Huishoudschool
toezegging gedaan, dat de gemeente eene bij
drage zou geven in de kosten of dat. die
kosten geheel voor rekening van de gemeente
zouden worden genomen Dat staat niet dui
delijk in de toelichting.
De Voorzitter. Er staat alleen dit in
de toelichting„Wij hebibein de toezegging
gedaan, te zullen overwegen of, en zoo ja,
in hoeverre wij redenen konden vinden uwe
vergadering voor te stellen een deel der bui
tengewone kosten voor inrichting te zullen
dragen".
De heer J orissen. Voor mij bliift deze
vraag bestaan Heeft het dagelijiksch bestuur
uitzicht gegeven, dat het geheele bedrag der
kosten zou worden voldaan, zoodat het be
stuur gemeend heeft, dat het op die terug
gave kan rekenen
De Voorzitter. Ik kan hierop ant
woorden, dat niet gezegd is, dat de geheele
som zou worden voldaan. Er is alleen toege
zegd, dat zou worden overwogen in hoever
steun zou worden verleend in de kosten. Ik
zal den secretaris verzoeken uit het notulen
boek der vergaderingen van B. en W. voor
te lezen hetgeen over deze zaak in de ver
gadering van B. en W. is 'besproken.
De secretaris leest het volgende voor uit
de notulen vaü de vergadering van B. en W.
van 8 November 1906: „Besloten wordt, dat
het bestuur eene opgave zal inzenden van de
meerdere kosten en meerdere ontvangsten,
die met deze uitbreiding in verband staan.
B. en W. wenschen evenwel vrij te blijven in
hoeverre zij later den raad zullen voorstellen
dat te kort geheel of gedeeltelijk te betalen."
De Voorzitter I'k wil er nog op wij
zen, dat de financiën van de gemeente niet
zoo schitterend zijn, dat zij de 'betaling van
het geheele bedrag zonder bezwaar op zich
'kan nemen. Met het oog daarop meenden wij,,
dat met eene vergoeding van de helft der
gemaakte kosten kan worden volstaan.
De heer Heyligers. Mijnheer de voor
zitter, ik gelooi niet, dat het de gemeentekas
zal schaden of zij f 150 meer of minder be
taalt. Op billijkbeidsgronden is het zeer goed
te verdedigen, dat de gemeente het .geheele
bedrag op zich neemt. Hier bestaat eene mo-
reele verplichting om dat te doen.
De Voorzitter. Ik moet opmerkendat
het niet juist is van eene moreele verplich
ting te spreken. Het gebouw was reeds ge
huurd, voordat het bestuur met B. en W.
over de zaak gesproken heeft. De toezegging,
die gedaan is om de helft in do kosten bij
te dragen, geeft blijk, dat bedoeld is steun
te verleenen, meer niet. Ik zal echter het
voorstel van den heer Heyligers in omvraag
brengen. De vergadering )can dan beslissen.
De heeft* van Duinen. Mijnheer de
voorzitter, ik vind, dat de Industrie- en
Huishoudschool 'bewezen heeft zóó zeer in
eene algemeene behoefte te voorzien, dat,
nu zij voor het fait accompli was gesteld om
zich plotseling te moeten uitbreiden, de ge
meente haar dit kleine bedrag wel kan ter
handstellen. Ook omdat de rekening van de
school in het vorige jaar met een nadeelig
saldo sluit. Het is wenschelijk, dat nadee-
lige saldo niet grooter te maken, te meer
omdat het bedrag, dat gevorderd wordt, niet
van overwegenden aard is voor de gemeente.
Ik kan mij volkomen vereenigen met de mee
ning van den heer Heyligers, dat wij het ge
heele bedrag van deze extra-kosten best voor
rekening van de gemeente kunnen nemen.
De Voorzitter. Ik stem toe, dat op
zich zelf de som op eene begroeting van vijf
ton gering ,-s. Maar dat neemt, niet weg, dat
do begrooting toch niet zoo schitterend is,
dat wij niet zouden moeten letten op de
kleintjes, wanneer wij op den duur belasf'ng-
veriiooging willen vermijden. Maar ik zal
het voorstel van den heer Heyligers in om
vraag brengen
In stemming gebracht, wordt het voorstel
van den heer Heyligers aangenomen met 6
tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren
Visser, Veis Heyn, van Eek, Celosse en Jo-
rissen.
De Voorzitter. Er zal dus een subsidie
verleend worden van f 290.94, in plaats van
f 150.
3. Voorstel van B. en W. tot wijziging van
de begrooting van 1906 naar aanleiding van
punt 2 der agenda.
Wordt z. h. o. conform besloten
4. Rapport en voorstel van B. en W. tot
wijziging der verordening tot regeling van
het getal der openbare scholen voor lager
onderwijs in de gemeente Amersfoort en het
getal en de bezoldiging van het onderwij
zend personeel aan die scholen.
Het voorstel strekt om art. 8 van de ver
ordening te doen vervallen en, in verband
daarmee, art. 7 aan te vullen.
Wordt met algemeene stemmen conform
besloten
5. Voorstel van B. en W. tot wijziging der
termijnen van toelating van leerlingen tot de
school 2e soort en tot wijziging van den leef
tijd voor toe'ating voor de school 3e soort
(Koningstraat)
Het voorstel strekt om de toelating van
leerlingen aan do school 2e soort in diea*
voege te regelen, dat zij voortaan om de
acht maanden plaats heeftnamelijk 1 Mei
1907, 1 Januari 1908 en zoo vervolgens. In
verband hiermee wordt bepaald, dat kinde
ren van zesjarigen en koogeren leeftijd, als
mede kinderen die binnen 4 maanden den
zesjarigen leeftijd zullen bereiken, worden
toegelaten op de school 2e soort en op de
9chool 3e soort aan de Koningstraat, waar
voor bij raadsbesluit van 19 Februari 1901
de achtmaandelijkse he .toelating is aangeno
men.
De heer vanDuinen Mijnheer de voor
zitter, is dit het voorstel betreffende de toe
lating van de kinderen op de school 2e soort
om de acht maanden? Dan vraag ik of het
niet aanbeveling zou verdienen om de eerste
toelating niet op 1 Mei, maar op 1 Septem
ber te stellen. Er komen dan voor den eersten
keer een paar maanden bij, maar dat is een
overgangstoestand en men koont dan bij de
verdere toelating in dezelfde termijnen te
vallen, die bestaan aan de school in de Ko
ningstraat. De mogelijkheid bestaat, dat er
kinderen zijn, die van de eene school naar
de andere overgaan, en dan is het beter, dat
de cursus aan de beide scholen gelijk ge
regeld is.
J>e heer Celosse. Mijnheer do voorzit
ter, do termijnen voor de toelating van de
kinderen zijn zoo bepaald in overleg met het
hoofd van de school. Men meent, dat op
deze wijze de overgang van den ouden op den
nieuwen toestand het gemakkelijkst gaat.
Dat de termijnen verschillen met die op de
school in de Koningstraat, waar ook de toe
lating om de acht maanden geschiedt, doet
niet af. Wanneer daar de datums van de toe
lating anders zijn, dan heeft dat geen invloed
op de toelating tot deze school.
De heer van Duinen. De eerste maal
zal t misschien wat lastig zijn, wanneer de
datum van de toelating bepaald wordt op 1
September. Maar dat is een overgangstoe
stand, en als die voorbij is dan heeft men
het voordeel, dab de cursussen op deze school
tegelijk met die op do school in de Koning
straat zijn afgeloopon.
De heer Celosse. Men moet niet uit het
oog verliezen, dat de school in de Koning
straat van eono andere soort is. De maat
regel wordt nu toegepast op de school 2e
soort. Daar zai de toelating ingericht worden
op dezelfde wijze als indertijd is geschied op
de school in de Koningstraat, toen de heer
van Veen er werkzaam was als 'hoofd. Daar
werkt deze regeling uitstekend.
De h©er van Duinen. Maar de termij
nen van toelating zijn op andere datums.
De heer Celosse. Dat doet er niet toe.
Met het oog op den tijd van den nieuw te
regelen toestand, komt de voorgestelde tijd
van toelating het geschiktst voor. Hiertegen
is geen bezwaar genoemd.
Do heer van Duinen. De datum ver
springt om de acht maanden toch. Ik dacht,
dat het voor 't volgen van het onderwijs
beter was alles op één leest te schoeien.
De heer Celosse. Dat zie ik niet in.