I*. 3198. Tweede Blad.
5de Jaargang.
Zaterdag 1 Juni 1907.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amer«foortf 1.35.
Mem franoo per poit. 1.75.
Aftonderityke nummora0.05.
Dene Courant rersohgnt Dagelijks, met uitsondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advêfienliön, medodeelingen ent,, gelieve men vóór 10 nar
1b morgens by de Uitgevers m te nenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 Co.
Uirechtschestraat 1. Intercomm. T.lephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
f 0.73.
- O.IS.
Van 1—5 regels r
Elke regel meer
OTöote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordelige bepalingen tot
het herhaald adverteert in dit Blad t>fl ftDonnêmw Bone
oircnlaire, bevattende de voorwaarden,- wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Vrijidag was aan de orde do voortzetting
der liekandeliug van de interpel 1 atie-Hugen-
fioltz naar aanleiding- van de weigering van
den minister van marine om een request
van den Algemeenen Marindersib'o'nd iai zake
toestanden dn de Mariniersiltazenne te Wil
lemsoord in behandeling te neonen.
Twee moties waaien naar aanleiding van de
reeds gevoerde discussie ingediend en wel
lo. van den heer Hugenholtz, luidende:
,,De Kamer, constateerende dat de minis
ter van Marine, weigerende een request van
den Algemeenen Mariniersbond in behan
deling te nemen, daarmede gehandeld heeft
in strijd met de uitdrukkelijke verklaring
der regeering op 26 September 1905, gaat
over tot de orde van den dag."
2o. van den heer Marchant, luidende
,,D© Kamer van oordeel, dat de Regee
ring de organisatie onder militairen behoort
to erkennen, betreurt de weigering van den
minister van Marine, om het verzoek van
den Mariniersbond in overweging te nemen
en gaat over tot de orde van den dag."'
De heer Marchant beoogde met zijn
motie de discussie te bekorten, maar nu hem
bleek dat men er aanleiding in heeft ge
vonden een breede discussie op te zetten,
wijzigde hij zijne motie, zoodat die thans
luidde
,,De Kamer betreurende de weigering van
den Minister van Marine om het verzoek van
den Algemeenen Mariniersbond in overwe
ging te nemen, gaat over tot de orde van
den dag."
De heer Talma meende, dat men kon
volstaan met ziclh te houden aan de motie-
Hugen'iholtz, en giaf daarom den heer Mar
chant ds- raad zijn motie in te trekken.
Spr. ha-u de discussie van verleden week
nog eens nagelezen en was getroffen door de
onzekerheid in de verklaringen van den Mi
nister. De min. verklaarde eerst, dat de
'bestaande organisatie voldoende is om de
klachten en wenschen ter kennis te brengen
van degenen, die het weten moeten en het
volgende oogenbldk toonde de minister in zijn
rede aan, dat hij daarvan niet overtuigd is.
De Minister van Marine (de heer
Colhen Stuart) antwoordde, dat de Mariniers
bond geen rechtspersoonlijkheid heeft en
nooit aanraking met het bestuur van Marine
heeft gezocht. De Minister bleef van olor-
deel, dat het hier geen algemeen, maar een
huishoudelijk belang gold.
De minister erkent, dat het goed en nut
tig kan zijn, dat klachten en wenschen door
bestaande organisaties ter zijner kennis wor
den gebracht, maar dij. kan zich niet uit
strekken tot allerlei kleine zaken den dienst
betreffende. De minister heeft meermalen
blijk gegeven dat hij de organisaties niet
ongenegen is, maar als minister kan en zal
hij nooit met die organisaties in onderhan
deling treden. De min. verklaart ten slotte,
dat zijn handelwijze tegenover den Mari
niersbond geen afbreuk doet aan zijn wensch
om tegenover de organisaties eene tegemoet
komende houding te volgen. Hij' hoopite dat
na deae verklaring daaromtrent geen twijfel
meer zal bestaan.
De heer Troel stra zette nog
eens de feiten uiteen. Die minister
heeft het bestuur van den Mariniers
bond niet geantwoord en daarin ligt de af
wijzing van den bond in plaats van de er
kenning. Wat 'ware eenvoudiger geweest het
bestuur te antwoordende zaak, waarmede
gij, u bemoeit, is reeds geregeld of komt mij
van te huidhoudelijken aard voor om er u
mee te bemoeien. Dan ware de zaak afge
daan en bad de minister blijk gegeven den
Bond te erkennen, terwijl hij nu blijk heeft
gegeven het bestaan to ïgnoreepeu. De ver
klaring van dem minister valt eenvoudi'g
niet te rijmen met de door hem aangenomen
houding tegenover den Mariniersbond.
Do heer H ugenholtz verklaarde, dat
ate men klaagt bij zijn meerderen, die klach
ten wel eons wordopi achtergehouden of aan
leiding geven tot straf.
Naar Sprekers meening .begrijpt deze
minister niet de .beteekenis eax het wezen, der
vakorganisaties. En wanneer het geen abso
luut gieniis aan inzicht is, lijdt deze minister
aan een© groot© mate van dubbelzinnigheid.
Deze minister is $pr., gehoord de* discussies,
volmaakt obbebrofuwbaijir gebleken.
Nadial de heerem Van Wi assen a e r
van C a t w ij o k en Ma reliant nog het
woord .gevoerd hadden, wees de Iheer Goe
man BoTgesius erop, dat er z.i. geon
enkele reden meer is om zijne afkeuring over
'smin. houding, uit -te spreken 11a diens toe-
zqgging dat hij eene welwillende houding te
genover organisaties'- wil aannemlen. De Boud
welke het -hier giold, had geen rechtspersoon-1
'HjBdheid en bij' dien bond zijn reeds feiten
'voorgevallenwelke niet. overeen zijd te
brengen niet eeu goedé" krijgstucht.
De beraadslaging werd gesloten en het
eerst in stemming gebracht de motie-Mar -
eiliant, welke werd verworpenmet 47 tegen
15 stemmen.
De motie-Hugenholtz werd daarna ver
worpen met 57 tegen 7 stemmen.
Aan de orde was vervolgens het wets
ontwerp. tolt wijziging en verbooglingi der
begroeting van uitgaven van Nederlandsah
Iuddë voor 1907 (Oprichting van een depar
tement van Gouvernements-bedrijiven.)
De heer De Waal Male f ij t consta
teerde dat met de instelling van dit depar
tement wordt beoogd takken van dienst,
welke gelijksoortig© kundigheden eischen in
eeu hand te brengen, waartegen wel nie
mand bezwaren za.1 hebben. Of de minister
echter met de voorgestelde organisatie zijn
dool zal bereiken, betwijfelde Spr., voor wel
ken twijfel hij nader zijn redenen uiteen
zette.
De heer Van Kol herinnerde er aan hoe
hij in 1904 gewezen heeft op de urgentie
een er reorganisatie der velschillende bedrij
ven., daar do tegenwoordige organisatie niet
meer voldoet aan de hooge eischen van ko
loniaal beheer.
Door don Minister van Koloniën wordt
dit- thans zelf in de stukken erkend, waaruit
blijkt, dat Spr.'s grieven, in 1904 geuit,
juist waren.
Maar zal het nu aangeboden wetsontwerp
ver beter ring brengen in den toestand? Spr.
betwijfelde het.
Alle bedrijven moeten streng commercieel
en industrieel gedreven worden onder één
•centrale leiding, zooals particuliere indus
trieën.
V r a g e n d a g.
De heer Limburg stelde aan den Minis
ter van justitie de volgende vragen
lo. Is bet waar dat een Hongaar, die op
weg was naar Harderwijk teneinde als kolo
niaal te worden aangenomen en wiens pa
pieren niet geheel in orde warem, sinds oij-
geveer tien weken te Groningen in verze
kerde- bewaring wordt gehouden-. Zoo ja,
zijn in deze de wettelijke "bepalingen nage
leefd
2o. Ware het niet mogelijk geweest den
langen duur van deze aanhouding te voor
komen
3o. W-elke maatregelen heeft de Regee-
iring genomen om te zoir gen dat die toe
stand zoo spoedig mogelijk ophoudt.
De Minister van Justitie ant
woordde dat bedoelde persoon te Groningen
werd aangehouden omldat zijm papieren be
scheiden niet in orde waren en hij slechts 6
mark bij ziob lia-d en dus geen voldoende
middel van bestaan had. Er is dus volkomen
vogoiiiS de wet gehandeld. De lange duur der
aanhouding is te wijten aan die Oosteurijk-
ech© regeering, welke zoo lang gewacht heeft
met haar antwoord o de genoemde corre
spondentie. Den 24 Mei jl. is de bedoelde
persoon via Rotterdam naar zijne woon
plan' vertrokken.
Overleg wordt gepleegd om zulke perso
nen voortaan beter te huisvesten dan in een
Huis van Bewaring en ze spoediger naar
hun land te zenden.
De heer Van Wassenaar van Cat-
w j c k zegt daarna het- volgende
In de vergadering van 17 Dec. 1906 (Han
delingen Blz. 1067 2e kolom) heeft de mi
nister van Marine verklaard niet te kun
nen aannemen, dat de Gouw.-Gen. van Ned.-
Indië zich omtrent de werkzaamheid van
het korps zeeofficieren op "de minder waar-
deerende wijze zou hébben uitgelaten als in
diezelfde vergadering werd beweerd:
1. Heeft misschien de minister van Ma
rine in veilband met de ontstemming die,
gelijk Z.Elxc. wel niet zal zijn ontgaan, door
de bovenvermelde bewering in den krinig
der zee-officieren is ontstaan, aanleiding ge
vonden oan den Gouv.-Generaal te verzoe
ken zioh omtrent de voormelde bewering te
willen verklaren.
2. Zoo ja, met welken uitslag?
De Minister van Marine ant
woordt, dat de Gouw.-Gen. opmerkzaam is
gemaakt op de uitdrukking door den heer
Van Kol gebezigd 17 December 1906 en
waarop de Gouv-Geueraal geantwoord heeft
dat die uitdrukking onjuist was.
Da-arna werd de discussie over de Gouver-
nementsbedrijiven voortgezet.
De heer Van By landt ondersteunde
het betoog van den heer De Waal Malefijt,
Dien nieuwen directeur zou een taak wor
den opgedragen, welk© hem eenvoudig
krankzinnig zou maken als hij haar getrouw
wilde nakomen.
De heer Boogaard't gaf een z.i. noo-
dige wijzigjing in overweging.
Dinsdag 11 uur voortzetting.
Berichten.
Staatscommissie voor den
rn i d d e n 6 t a n d. Ouder voorzitterschap van
den heer R. P. J. Tutein Nolthenius werd in
het Pavi 11 oen van -het Vondelpark te Amster
dam een langdurige vergadering gehouden van
de staatscommissie vgor den middenstand, welke
werd bijgewoond door nagenoeg alle leden. Het.
Hbl. deelt omtrent deze vergadering hot vol
gende mede
Zooals men weet, maakt hot belangrijke vraag-
gtuk van de iniddenstandsvertegenwoordigin'g
een dor vele onderwerpen uit. welke deze Staats
commissie aan con nauwgezette bcstudeering
heeft onderworpen. Drie leden van deze com
missie maakten in verband met deze quaeGtie
onlangs een buitenlandsche reis ter verzame
ling van het noodige materiaal om ook hier te
lande met de resultaten van elders reken'ng
te kunnen houden.
Het vraagstuk nu van de z.g. middenetands-
kamers, mede naar aanleiding van het door be
doelde commissieleden uitgebracht rapport was
de aanleiding tot de bijeenkomst der Staats
commissie.
Aan de vergadering werd ter -beoordeeling
voorgelegd een ontwerp van wet voor de ver
tegenwoordiging van den middenstand, door de
subsommissie uit haar midden ontworpen. Bij
de breedvoerige gedachten wisseling, welke zich
vervolgens over hot vraagstuk in zijn geheelèn
omvang ontspon, werd o. m. te berde gebracht
of met de behandeling van deze materie niet
moest worden gewacht totdat bekend zal zijn
geworden het resultaat der enquête, die binnen
kort door de Staatscommissie naar den toestand
van don Nederlandschen middenstand zal wor
den aangevangen. Daartegenover werd de mee
ning verdedigd dat in afwachting dezer resul
taten gevoegelijk kon worden voortgegaan met
de beetudeering van de aangelegenheid der
middenstandisvertec '"-^oordiging.
In dien geest werd ton slotte door de ver
gadering besloten. Het bedoelde ontwerp van
wet zal thanG onmiddellijk door de leden in
studie worden genomen, met de bedoeling hun
eventueele bemerkingen of beschouwingen in
een spoedig te beleggen nieuwe vergadering
kenbaar te maken.
Ruiling van grond tusscben
den staat en de gemeente 'sGra-
venhag1©. B en W. der residentie leg
gen aan den Raad een voorloopige schik
king voor door hen met den minister van
waterstaat getroffen omtrent ruiling en ver
koop van grond tusscben de gemeente en
den Staat.
Volgens dit concept zou de gemeente
's Gravenhage aa.n den staat voor f 94672
den gr end. verk dopen, die van haar eigen
dom tegenover de Hoogewa-1 over zal zijn
na de doortrekking van de Korten aerkade
tot de Zeestraat en van de Bagalaan naar
de aldus verlen g de Korten aer kade en verder
voor f 4316.50 hetgeen t-us9chen dien grond
en de doorgetrokken Kortenaerkade mocht
overblijven van de te onteigenen peroeelen.
Anderzijds zou de Staat aan de gemeente
voor f 85.630 de gedeelten veakoopen, die
zij van de gebouwen van het- departement
van Buitenandsche Zaken aan het Buiten
hof en den Hofsingel en aan het z. g. .,Bas-
secour" behoeft voor den aanleg van den
nieuwen verkeersweg Spui-Buitenhof.
Naar men weet is het reeds lang op uit
voering wachtende voornemen van de ge
meente om deze verbindingsweg tot stand te
brengen en beeft de staat reeds lang be
hoefte aan nieuwe dep artementsgeb ouwen.
De voorloopige regeliug 9trekt nu om de
verwezenlijking van beide plannen te be
vorderen
Over en weer zouden ook de noodige faci
liteiten worden gegeven.
-'Keuring van levensmidde
len. In den gemeenteraad van Nijmegen
werd bij de behandeling der aldaar sedert
enkele maarden geldende verordening cvp
den handel in en den vérkoop van melk,
aangedrongen.' op liet invoeren van een alge
meenen gemeentelijken keuringsdienst- van
alle eet- en drinkwaren.
De commissie voor de strafverordeningen,
die zulks evenzeer wenschelijk achtte, heelt
nu het ontwerp eener verordening op de
keu ting van eet- eu drinkwaren den raad
aangeboden. De ontworpen verordening laat
onverkort d-e bepalingen betreffende het keu
ren van visch (politie-verordening) de bepa
lingen der verordening tot wering van den
verkoop van ondeugdelijk vleesoli en die van
de verordening op den handel in en den
verkoop van melk.
Wordt de voorgestelde verordening aange
nomen, alsdan achten 'burg. en wetli. den
tijd gekomen tot het ijist ellen en inrichten
van een algemeenen keuringsdienst, waarbij
dan de ambtenaren met do keuringen, belast,
onder een centra1© leiding dienen te worden
gebracht.
Het komt hun voor, dat. deze leiding moet
worden opgedragen aan den directeur van
het openbaar slachthuis, die reeds met de
keuring van het versclie vléesdh en de melk
is belast. D'e keuringsdienst kon worden ge
vestigd in het slachthuis, waar het laborato-
riura en de meest© instrumenten, reeds zijn.
De directeur van het slachthuis zal dan
voor de keuring een toelage krijgen van
f 1000.
Eenheid van tijd.
Te 'Amsterdam is Woensdag in een bij
eenkomst van hot Departement van Nijverheid
eene bespreking gehouden van het vraagstuk van
de tijdseenheid.
Eerete spreker was prof. A. A. W. Hu-
b recht, die op dezelfde gronden als hij den
avond te voren te Utrecht had gedaan, den
Midden-Europ. tijd verdedigde.
Daarna verkreeg liet woord mr. Joh. En-
se li e d die op zich had genomen de ver
dediging van den W.-E.-tijd. Hij stelde intue-
Gchen op <len voorgrond dat hij tegen den
Amsterd. tijd geen bezwaar zou hebben, dien
hij zou beschouwen als overgangsmaatregel, om
later tot W.-E.-tijd te komen. Immers allee
wijst er op, dat de gordeltijd ten slotte overal
zal ingevoerd worden. Terecht meent spreker,
dat Nederland den W.-E.-tijd heeft aangeno
men. Immers in 1892 ie deze tijd door de regee
ring voor zooveel van haar afhing, voor ons land
aangenomen en alleen de omstandigheid, dat
prof. Hubrecht met een lange lijst van
namen zich tot de gemeentebesturen gewend
heeft .heeft'gemaakt dat- de a'lgemeene invoe
ring dc-etijdr, achterwege is gebleven in afwach
ting eener wettelijke regeling.
Ten onrechte, en zulks is in den laatöten tijd
wel zeer duidelijk gebleken, heeft men daaruit
afgeleid, dat men algemeen voor invoering van
den M.-E.-tijd. wa-s. Die laatste voorstelling
heeft intuGGchen de Regeering 'bewogen op het
gedane terug te komen om aan de zaak een
einde te maken en voor Nederland den W.-E.-
tijd door den M.-E.-tyd te vervangen. In de
Mem. van Ant-w. staat te lezen, dat de Regee
ring meende, dat de W.-E.-tijd hier te lande
door niemand voorgestaan werd. Had zij de
werkelijke stemming gekend, voorzeker zou zij
haar voorstel niet gedaan hebben.
Voor de verandering van W.-E.-tijd in M.-E.-
tijd zouden al zeer overwegende redenen moeten
worden aangevoerd. Welke nu zijn deze? Aan-
filuiting bij Duitschland en vervroeging van het
leven-
Terwijl wij met W.-E.-tijd aangesloten zijn bij
Belgic, zouden.we ons daarvan losmaken en
overgaan naar Duitschland. Dit nu wil nie
mand. Alleen zou het voor sommigen, naar zij
meenen, eenig gemak geven; maar spr. gelooft
daar met- aan, dan zou men niet in -.-.astricht,
dat zooveel betrekking met Duitfichland hoeftI
al dien tijd den V .-E.-tijd aangehouden heb
ben.
Vervroeging van het leven. Spreker betwist,
dat invoering van hetzij W.-E. of M.-E.-tijd in
vloed op het leven moet hebben. Alle tijdsaan
wijzingen in verordeningen, reglementen enz.
zoo openbaar air, privaat, blijven gesteld in den
tijd, waarin zij bedoeld ziin. De wet kan en niag
daarin geen verandering brengen. Alleen kan
zij bepalen, dat in het vervolg waar een uur ge
noemd wordt, dat in den wettelijken tijd zal
zijn. Maar als de openbare uurwerken overal
den wettelijken tijd aanwijzen, zullen alle auto
riteiten, besturen en particulieren wel zorgen
hun verordeningen en regelingen Gpoedig daar
mede in overeenstemming te brengen. Spr. ver
oordeelt het wetsontwerp, dat tot vervroeging
wil dwingen ale zoodanig.
Maar ook de vervroeging keurt hij af. Hij is
overtuigd dat de dagindeeling is zooals zij in
verband met- allerlei invloeden moet zijn. Een
van die invloeden is liet^zonlicht, maar liet gaat
niet aan daaraan uitsluitend te denken. Een
even belangrijke factor is al dadelijk de zonne
warmte. We zouden immers onze zomeravonden
niet willen missen en evenmin 's winters den
dag aanvangen vóór of even na bet opgaan der
zon. Zooals alles ingericht ie. is het een com
promis tusschen tegenstrijdige belangen. Bij
verbreking daarvan zal liet evenwicht zich her
stellen. Prof. Hubrecht heeft het in zijn „Gide"-
artikel zelf erkend.
Hoe dat nu precies zal gaan weet spr. niet
en beschouwingen daarover acht spr. vrij on
vruchtbaar. Het maatschappelijk leven vormt
zoozeer een geheel. Men zegt dat de landbouw
zich alleen aan de zon stoort. Spr. gelooft, dat-
ook de gelieele nijverheid zich grootendeels naar
de zon regelt ook de openbare verlichting zal
er niet goedkooper om worden. Veel zal dus
denkelijk niet aan de vervroeging mededoen en
het overige zal langzaam aan ook weder tot het
oude terugkeeren. En in dien tusschen tijd zal
men al de lasten ondervinden van het niet op
elkaar passen van de verschillende verrichtin
gen in het maatschappelijk leven.
Sprekers conclusie is dus voer in den wette
lijken tijd zonder dwang, dan schikt zich allee
van zelf. Wilt ge daarentegen het leven dwin
gen met het vespringen der wijzers mede te
gaan, kies dan den tijd, die zoo min mogelijk
bij onzen zonnetijd verschilt. In de veronder
stelling, dat ge thans den gordeltijd wilt in
voeren, neem clan W.-E.-tijd, al dan niet met
vervroeging der tijdsaanwijzingen in wetten en
verordeningen met een halfuur.
Mr. L. J. Plemp van Duiveland trad
vervolgens als derde spreker op. ter verdedi
ging van een wettelijk va6tgestelden Amsterdam-
schen tijd. Zonder bepaalde studie van liet
vraagstuk gemaakt te hebben, vraagt spreker
zich, evenals liet gros der burgerij, af, "welke uit
werking de plannen der Regeering zullen heb
ben. Hij stel daarbij echter voorop, dat wij ein
delijk een6 van al het gehaspel, door de dub
bele tijdberekening veroorzaakt, moeten wor
den verlost. Spreker wijst op de verkeerde op-
vatt'ng, zoo herhaaldelijk gebleken, als zou er
een keuze dienen gedaan te worden tusschen
Midden-Europeesc'hen en Greenwichtijd, en con
stateert, dat de beide vorige sprekers erkenden,
de vaststelling van een wettelijken Ani6terdam-
schen tijd. voor het rationeelste te houden.
In verband hiermede bespreekt hij voort6 de
gevolgen van de invoering eener kunstmatige
tijdregeling, die finantieel evenveel nadeel kan
veroorzaken als de voordeelen door verminderd
gasverbruik opleveren. De bezwaren van den
Amsterdamschen tijd voor de spoorwegen die
hun regelingen bij internationale tractaten
treffen, acht spreker ten «slotte niet heel groot.
Hierop volgde eenige gedachtenwisseling en
een repliek van de drie woordvoerdere.
School- en Kerknieuws.
Prof. dr. M. A. Gooszen te Leiden, hoog
leeraar in de godgeleerdheid, vanwege de Ned.
Herv. Kerk, als zoodanig met het einde van
den loopenden leergang wegens het bereiken
van den leeftijdsgrens, eervol ontslagen, hield
Donclerdagnamiddag ziin laatste college en nam
afscheid van zijn leerlingen.
Hem werd te dezer gelegenheid aangeboden,
namens leerlingen en oud-leerlingen, een
standaardwerk in prachtband over „het wezen
van het ..Christendom gedurende het tijdperk
der Kerkhervorming-"' ..Bibliotheca Reforma-
toria", van prof. dr. Pijpers en prof. dr. J. A.
Cramer.
De aanbieding geschiedde hij monde van den
heer A. Carejens, theol. student, voorzitter der
theologische faculteit. Terder werden waardee-
rende woorden gesproken door prof. dr. F. Pij
per, namens hoogleeraren in de theologische
faculteit, en door prof. dr. L. Knappert, als
collega-hoogleeraar vanwege de Ned. Herv. Kerk.
Naar de Ned. verneemt, zijn er onderhan
delingen gaande over den verkoop van een ter
rein hoek Terrierstraat en Museumplein te Am
sterdam voor de inrichting van een nieuwe
kliniek voor prof. dr. Otto i.anz en dr. Mendes
de Lion.
Te Leiden is door de geneeskundig®
Staatscommissie bevorderd tot arts de heer B.
Kievit, te Leiden.
Door den commissaris der Koningin zijn
benoemd in de commissie, belast met het afne
men'van het te Wageningen te houden eind-,
examen van de Rijks hoogere land-, tuin- en
boGchbouwschool in -907
tot lid en voorzitter L. Broekema, directeur
van genoemde school
tot leden dr. E. Giltaij, prof. dr. J. Ritzema
Bos, S. Lalco, dr. O. Pitsch, H. C. Reimers, S.
Koenen, J. H. Aherson, A. H. Berkhout, dr.
A. van. Bijlert, T. J. Bezemer, A. J. van Scherm
beek, E. C. van der Hoek, J. Jurling, dr. J.
Valokenier Suringar. H. F. Hartogh Heijs van
Zouteveen, B. A, Plemper van Balen, A. C.
Ide, H. K. H. A. Maijer, leeraren en S. C. J.
Olivier, adsistent aan de Rijks hoogere land-,
tuin- en boschbouwschool te Wageningen R
van Romunde, oud-directeur der gouvernemente
kina-onderneming oo Java te 'c-Gravenhage
L. A. Springer, tuinarchitect te Haarlem E.
D. van Diesel, inspecteur der staatsbo6>schen
"o ontginningen te Utrecht.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
brengt ter kennifi van belanghebbenden, dat
met 1 September a. s. aan de Rijke- hoogere
burgerschool te Leeuwarden zullen te vervullen
zijn twee betrekkingen van leeraar in de wis
kunde. Het getal wekelijks te geven lesuren
bedraagt voor de eene betrekking 13. voor de
andere 18.
Zij die voor een dezer betrekkingen in aan
merking wenschen te komen, gelieven zioh vóór
12 Juni e. k. aan te melden bij den inspecteur
van het middelbaar onderwijs dr. J. Campert,
te 's-Gravenhage, eventueel met opgave van het
getal dienstjaren, door hen al6 leeraar aan eeno
hoogere burgerschool of een gymnasium door
gebracht.
De 12e zomerconferentie van de Ned.
Christ. Studenten-Vereeniging zal gehouden
worden van Maandagmiddag 8 Juli tot Zater
dagmorgen 13 Juli a. 6. op de he'de bij Hattem.
Als sprekers hopen op te treden ds. S. J.
Buytendijk, van IJsseletein, over: ,,Een blik
op den gang van het Godsrijk in deze wereld".
Ds. .J. H. Adriani, van Utrecht, over: „Ja
pan en de wereldconferentie te Tokya."
L. Tnfema. phil. nat. drs. te Groningen,
over: „De gevaren van de 6tudie der exacte
wetenschappen.
Mr. JE. baron Mackay, van 's-Gravenhage,
over: „Wat mag van de gestudeerde klasse
voor de Jongelingsvereen'gingen verwacht wor
den."
Op initiatief van de Ned. Vereeniging
tot Bevordering van het schoonheidsbeginsel in
het onderwijs is door het hoofdbestuur van
deze vereeniging, benevens door de besturen,
re6p. hoofdbesturen vande Maatschappij tot
Bevordering der Toonkunst, de Ned. Toonkun-
'stenaarevereeniging, de Vereeniging van mu
ziekonderwijzers en onderwijzeressen, de veree
niging .,het Nederlandsck Lied", de Nationale
Vereeniging voor den Volkszang, een adres ge
richt aan de gemeentebesturen van de voor
naamste plaatsen in on6 land, in welk adres
een onderzoek wordt gevraagd naar de wijze,
waarop liet zangonderwijs wordt gegeven en de
resultaten, die met dat onderwijs worden be
reikt, en zoo blijken mocht dat die resultaten
ongunstig zijn (blijkens de toelichting bij het
adres, verwachten adressanten dit) naar" ver
betering van het zangonderijs te 6treven. Ais
middelen daartoe wijst het adres aan: het tot
stand "brengen en onderhouden van speciale
opleidingscumussen in het zingen ten behoeve
van onderwijzers en adspirant-ondevwijzers en
geleid door bekwame musici, en voorts, het
voorloopig aanstellen van een vak-zangonder
wijzer op die scholen, waar directe verbetering
in het onderwijs noodzakelijk blijkt.
yHet Prov. Kerkbestuur van Zuid-Hol
land heeft aan den heer dr. J. Riemens, predi
kant bij de Ned. Herv. gemeente te Rotterdam,
wegens voortdurende ongesteldheid, op zijn
verzoek, met ingang van 1 Juli a. s. eervol
emeritaat verleend.
Dr. Riemens aanvaardde zijne Evangeliebe
diening 6 Febr. 1870 te Voorthuizen en was
daarna nog werkzaam te Driebergen, te Mid
delburg en sedert 26 Aug. 1888 te Rotterdam.
Het 37e Noordelijk Evangelisch Zendings-
feest zal op 24 Juli te Oranjewoud gehouden
worden. Als «sprekers zullen optreden de vol
gende heerenbidstond ds. F. Oh. Geerling,
te Joure le openingsrede dr. L. H. Wagenaar,
te Middelburg 2e openingsrede prof. dr. C. H.
van Rhijn, te Groningen ds. H. A. van Andel,
te Zuidland ds. J. J. van Noort, te Amster
dam'; ds. H. P. Stegenga, te Wolfaartsdijk
ds. B. van der Werff, te Harlingen dr. J. W.
Pont, te Amsterdam ds. H. J. E. Westerman
Holstijn, te Waardenburgslotrede ds. J.
Groeneweg te Groningen.
Op het 10e Amsterdamsche Zendingfl-
fee6t, te houden 9 Juli a. s. aan het Tolhuis,
zullen als sprekers optredends. J. J. v.
Noort, pred. te Amsterdam, openingsrede ds.
W. D. Linthout, pred. te Amsterdam de. J.
P. Eringa, pred. te Amsterdam de heer A. van
Os, zendeling onder de Joden de heer C. van
Engelen, zendeling te Blora (Java); de heer A.
Hu et ing, zendeling op Halmaheiia dr. L. Hel
dring, pred. te Amsterdam ds. W. Breukelaar,
pred. te Zaandam ds. J. v. Stuijvenkerg.
pred. te Westzaan ds. D. Postma, pi-ed. te
Voorburg, slotrede.