5*, «I».
<»',c Jaar^aiis.
Dinsdag 28 Januari 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE SVENSSONS.
RSFOORT
ABONNEMENTSPRIJS!
it 3 maanden toot Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post1.75.
Vonderlijke nnmmers- 0.05.
ize Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran
r,'<m- en Feestdagen.
hertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'tj morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
FBIIS DER ADVERTENTIfiN:
Van 15 regelsf 0.75,
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De Fransclieu in Marokko.
Het debat over do Marokko-interpellatiën
de Fransche Kamer heeft een breeden
pang aangenomen. Twee vergaderingen
n er aan besteed; en nog is het debat
et uitgeput Heden wordt het voortgezet.
Het optreden van den oud-minister Del-
ssé. die in 1905 wegens zijn politiek be
jel in Marokko is gevallen, heeft op het
rste gedeelte van dit Idebat den stempel
drukt. Het is bekend, dat zijne eigen
ïbtgonooten destijds zijn verder aanblij-
n ais een gevaar voor den staat beschouw-
Tkans heeft hij de Kamer blijkbaar
i dien indruk gebracht van zijne woor-
Aan liet einde van zijne rede werd hiji
warmte toegejuicht, waarbij het in'tus-
aen twijfelachtig blijft of die 'bij'val gold
welsprekendheid van den redenaar of de
nkbeelden, die hij verkondigde.
Iel Journal des Débats, dat blijkbaar
r gezien had, dat Delcassé gezwegen
i, zegt er van: ,,De rede was ongetwij-
d schitterend, maar het was toch de vraag
zij op hare plaats was." Dezelfdegedaohte
%edt men ook terug in eene blijkbaar offi-
ïuse correspondentie van de Köln. Ztg.
t Berlijn, waarin wordt gezegd: ,,Of het
gen woordige tijdstip voor Frankrijk ge
hikt is om de oude geschilpunten op te
kelen, zij aan de beoordeeling van de
•arische regeering en de Franscken overge-
en. Wij zouden 't voor beter gehouden
'bben de oude geschillen niet weer te ber-
te breiv i, vooral omdat de Marokkaan
se kwestie nog niet met den koelen blik
.n den geschiedschrijver kan worden be-
houwd, maar geheel in het middelpunt van
levendigste belangstelling staat. Zij kan
>g tut vele gedaohtenwis&ei'ingen tusschen
raakrijk en Duitse hl and leiden, die niet
irgemakkelijkt worden, wanneer van Fran-
ihe zijde een staatsman van 'beteekenis als
ekassé tonen aanslaat, die duidelijk ohau-
ntstisch klinken."
Van eene andere vpva/tvtrig-gioafv -uioUtoijjo
ijk die de hoop uitdrukt, dat de rede van
Kilcassé tot eene vermindering van de
vanning zal bijdragen. De verzekering van
elcassé, dat ihij de voort-durende verstor
ing van Frankrijk's internationale positie
echts als krachtig vredesiinstrument wil ge-
rm'ken, kan niet onopgemerkt blijven. Na
ruk legt ie Temps overigens op de waar-
huwing aan liet slot van Deloassé's rede,
at het grootste gevaar, dat Frankrijk's be-
.ngen in Afrika kunnen loopen, gelegen is
Let in het gevaar van buiten, maar in dat,
at uit de eigen tekortkomingen zou voort-
loeien. „Het is de taak van de regeering om
ie belangen te verdedigen. En het eenige
landaat, dat de Kamer haar moet geven,
i dat om het noodige te doen, niets dan
.et noodige, maar al het noodige om ze te
e waren."
Nu blijft natuurlijk de vraag, wat men
U'kr het noodige verstaat. Dat zal men
ïisschien minder nog leeren kennen uit do
ïotie, waarin de Kamer hare meening uit
rukt tot besluit van detze debatten, dan
it de handelingen, dio daarop zullen vol-
en. Wat verluidt over de in den laatsten mi-
.isterraad genomen besluiten, maakt het
annemolijk, dat de loop, dien de gebeur-
enissen in Marokko genomen hebben, tot
groote omzichtigheid stemt. Er zullen geone
j nieuw© troepen naar Marokko gezonden
worden, en het sluiten van eene Marokkaan-
soke leening zal niet begunstigd worden,
j Dio leoning zou aan sultan Abdeil Aziz ten
I goede gekomen zijn, wiens credietwaardig-
beid nu allerbedenkelijkst geschokt is, zoo
dat de Fransche regeering zelve waarborgen
zou moeten geven, als zij hem geld wilde
verschaffen. Daarop nu laat zij zich niet in,
ofschoon Clemenceau nog niet lang geleden
hem den ©enigen werkelijk erkenden sultan
noemde, en daar zij ook hare kleine leger
macht in Marokko niet versterkt, hetgeen
onvoorwaardelijk noOdig zou zijn om hem
hulp te verkenen, beteekent het laatst ge
nomen besluit, dat Frankrijk den in nood.
verkeerenden heerscher aan zich zelf over
laat. Hem te ondersteunen, zou eene des te
mooie)ijker taak zijn, nu zijn aanhang, blij
kens de berichten, dagelijks meer inkrimpt.
Wat aan zijne populariteit den mees ten af
breuk heeft gedaan, is trouwens de aan
klacht, dat hij 't met Frankrijk houdt. Ook
Spanje zal, blijkens de verklaring van den
Spaunschen minister van 'buitenlandsch© za
ken zijn wettelijk gezag eeibiödigen, maar
zich tegenover de geschillen om den troon
onzijdig houden. Abdel Aziz zal zich onder
deze omstandigheden bezwaarlijk op den
duur kunnen handhaven; hij is een slacht
offer van hot buitenlanld.
Frankrijk.
F a r ij s, 2 7 J a n. De Kamer zette heden
de leraadslaging voort over de in ter pel la-
tiën omtrent Marokko. Raiberti drukte de
meemug uit, dat de staatkunde in overeen
stemming moet blijven met de acte van Al
geciras, maar dat de wijze van toepassing
moet veranderd worden.
Na eerst mei ingenomenheid te hebben ge
wezen op de toenadering tusschen Rusland en
Engeland en geconstateerd te hebben, dat
het verkieslijk geweest zou zijn de moeilijk
heden in de algemeen© politiek, ontstaan
ten gevolge van het Marokkaansche vraag-
stuK, te vermijden, zeide Dcsohanel, dat hij
noch een politiek van verovering wensclit,
ji,iv*l>x3prijsgeven, die een
aiodicatie van Frankrijk
ramp voor Aigerië. Europa heeft Frank
rijk's speciale belangen erkend. De Fran
sche politiek is behoorlijk bepaaWdzij moet
ld© veiligheid van Aigerië en de waardigheid
van Frankrijk waarborgen.
Tournade 'breekt een lans voor eene poli
tiek van waardigheid en nationale fieibeid.
Dubief zegt, dat men anders over eene
politiek van fierheid kan denken dan Del
cassé. Hij vraagt, dat ide regeering nauw
keurig het deel van de bewegingen der troe
pen om Casablanca zal doen kennen. Het
zou dwaasheid zijn Abdel-Aziz weder naar
Fez terug te brengen. Wij moeten ons be
perken tot het uitoefenen van politie-toe
zicht in de havens.
Dolafosse kwam in verzet tegen den door
Jaur s gegeven raad om zioh terug te trek
ken.
De minister van buitenlandsche zaken
Piihon verklaart, dat de politiek wordt be-
heeischt door de akte van Algeciras, die
echter slechts onvoldoende palliatieven aan
de Land doet. Frankrijk heeft niets te ver
belgen voor Europa, dat voortdurend op de
hoogte 'gehouden wordt van wat Frankrijk
doet. Maar het is niet noodig steeds op te
letton of niet de eene of andbre mogend
heid zal protesteeren.
ij hebben aan generaal Drude instruo-
tiën gegeven om de rust in Casablanca en
omstreken te herstellen, zonder zich in het
binnenland te wagem. Ook was hem mach-
tiging gegeven tot de inneming van de
kasbab der Mddioeua's.
De minister bracht hulde aan de door
generaal Drude betoonde volharding. Onze
taak te Casablanca is slechts van tijdelijken
aard. De regeering heeft er reeds over ge
dacht de Fransche troepen te vervangen
door mehallah's van -lea Sjerif (Beweging).
De generaal, die thans het bevel voert,
zet de taak van generaal Drude voort. Te
Settat werd geen nederlaag geleden, zooals
de heer Jaurès beweerde. De mekallah van
Moelay Rachid werd teruggedreven met een
verlies van 150 doode.n. Dit gevecht heeft
den vijand een indruk gegeven van onze
macht. De minister verklaarde niets dan
lof te hebben voor generaal d'Amade, die
snel en krachtig had ingegrepen. Hij neemt
de onzijdigheid in acht tegenover de Sul
tans, maar doet o.pmerken, dat de akte
van Algeciras meer neigt naar de zijde van
Abdel-Aziz. Onder het gelach van de Kamer
leest hij de proclamatie van Moelay Hafid
voor en zegt-: Abdel-Aziz is nog steeds de
eenige erkende Sultan; hij is de eenige
borstwering tegen de anarchie. Tot nader
order vertegenwoordigt hij nog de Marok
kaansche belangen en h-j heeft ons de vol
doening beloofd, waarop wij recht hebben en
die in overeenstemming is met de akte van
Algeciras. Moelay Haiid daarentegen heeft
den heiligen oorlog afgekondigd. De ophef
fing van het maghzen zou ue anarchie ten
troon verheffen.
Al deze overwegingen raden ons tot voor
zichtigheid. Hot accoord met Spanje
legt ons de verplichting op, het mandaat te
vervullen, dat Europa ons heeft toever
trouwd. In overeenstemming met de ver
klaring van den Spaanscben gezant, dat de
souverein van Marokko de internationale
overeenkomsten moet eerbiedigen en dat
Frankrijk en Spanje volkomen eenstemmig
zijn, lean met Moelay Hafid niet worden on
derhandeld. Daarom ijn wij ■>-<*»«- r*-~wo
gegaan, om direct, met Hen Sultan te spre-
Jaurès heeft ten aanzien van de leen in g
zich de kapitalistische belangen aangetrok
ken. Er is echter geen sprake van een lee
ning en er zal geen leening gesloten wor
den. Toch kan ik niet de verbintenis aan
gaan, dat de financiën \an den Sultan geen
behoefte zullen hebben aan een leening over
eenkomstig de akte van algeciras. Met die
akte is ook onze politiek in overeenstem
ming. Onze zaak is do zaak van Europa, be
halve wat de Algerijnsche grens betreft,
waarvoor ons bijzondere rechten zijn toe
gekend.
In antwoord aan Delcassé zeide de minis
ter, dat het Marokko-vraagstuk verban'd
houdt met- de algemeene Fransche politiek.
„Onze loyauteit kan niet in twijfel worden
getrokken. Wij- hebben deze politiek niet
uitgevonden, maar hair geërfd. Laten wij
ons dus verzoenen onder vaststelling van de
plaats, die Frankrijk zich hecA veroverd".
De minister verklaarde daarna zich te ver
heugen over de bondgenootschappen, over
eenkomsten en vriendschapsbanden van
Frankrijk met talrijke mogendhedenDeze
overeenkomsten zijn tegen niemand gericht.
(Levendige toejuiching links).
Onze politiek draagt bij tot den wereld
vrede. Wanneer Frankrijk zich vrijwillig
naar do conferentie heeft turven, dan was
liet om voor het hooge beginsel van het be
houd van den vrede op te komen. Men moet
niet zeggen, dat het land f' -ardoor verzwakt
is. Het ropublikeinsche Frankrijk, versterkt
door zijne bondgenootschappen en zijne
vriendschapsbandenza: nooit iets to vree-
zen hébben wegens zijn buitenlandsche poli
tiek". (Herhaalde toejuichingen links).
Morgen voortzetting i ,.n deze debatten
Parijs, 28 Jan. De aartsbisschop van
Parijs, kardinaal Richard, is heden morgen
om half zeven gestorven.
Engeland.
De vice-minister Winstor Churchill heeft
in eene rede, die hij te Birmingham hield,
gezegd, dat hij niet dacht, dat er in de
eerste drie jaren algemeen© verkiezingen,
1 :i gevolge van ontbinding van het parle
ment, zouden komen. Maar wat niet ver
wacht world, kan toch wel gebeuren.
Denemarken.
Kopenhagen, 27 <- an. Ritaau's Bu
reau verneemt, dat de Koning en de Ko>-
ningin van Gnoot-Briittann en Ierland bin
nenkort een officieel bezoek aan het Dëen-
sehe Hof zullen brengen.
De minister van landsverdediging heeft
bij het Folkething een wetsontwerp inge
diend, waarbij 460,000 kronen worden aan
gevraagd tot aanschaffing van eene onder-
zoesche boot, die in het buitenland gekocht
en in den Oeresond gestationeerd zal wor
den.
Italië.
Rome, 27 Jan. Bij besluit van den
minister van de schatkist is de rente van dis
conto's en voorschotten van emissaebaaxken
van 5J tot 5 pet. terug gebracht en de mi
nimum-discontorente van wissets der le cate
gorie van 5 tot 4£ pet.
Spanje.
Op eene vraag van Moret verklaarde de
minister^ ^k.de. j&ree-
roirl, dat over twee of drie weken zal ver
schijnen.
De minister van onderwijs heeft bij de
cortes een wetsontwerp ingediend, tot ver
hindering van den uitvoer van kunstwer
ken.
Onder de monarchalen te Madrid heerscht
groote verontwaardiging, omdat dc gemeen
teraad van Barcelona geweigerd heeft, op
den naamdag van den Koning de vlag uit
te steken. In ieder geval is dit kenschetsend
voor de d r heerschende stemming.
Oosten rijk-Hon garije.
Weenen, 27 Januari. In eene ver
gadering van de commissie voor buitenland
sche zaken o'oi Hongaarsche delegatie, gaf
do minister van buitenlandsche zaken ba
ron Aerenthal een overzicht van de buiten
landsche politiek der monarchie.
Sedert de laatste zitting der delegatie
zeide hij is er niets in de wereld voorge
vallen, dat een ongunstigen invloed heeft
gehad op de stelling van Oostenrijk-Hon-
garije De tegengestelde stroomingen, die
zich krachtig openbaarden in het Europee-
sche statenstelsel zijn niet verdwenen, maar
verzacht. De vreedzame ontwikkeling der
natiën is versterkt. De vrede is door veel
vuldig© waarborgen omgeven, welk© d© vol
ken moeten geruststellen. Talrijke bijeen
komsten van vorsten en ministers hadden
plaatsdo neiging is steeds de betrekkingen
tusschen de staten nauwer toe te halen. De
politiek van toenadering strekt zich ook uit
tot de betrekkingen tusschen Engeland en
Duitschland. Wij verheugen ons daarover,
want het stelt ons gerust te zien, dat En
geland de meest vriendschappelijke betrek
kingen met Duitschland, onzen krachtigen
bondgenoot, onderhoudt. De pogingen om de
betrekkingen met Ita vriendschappelijker
te maken, werden met succes bekroond.
Ouzo vriendschapsbetrekkingen met deze
mogendheid zijn van groot gewicht. Alle
incidenten, die kunnen voorkomen, zullen
in de toekomst vriendschappelijk worden op
gelost.
De minister sprak langdurig over den
stand van zaken in de Balkanstaten. Hij
bracht het groote nut in herinnering van
het Oosten rijksch-Russdsclie comité, met
name met bet oog op de bescherming van.
de Christenen tegen de Turken. Hij rekent
in dé toekomst op dë eerlijke medewerking
van de Turksclie regeoring. Uit Belgrado,
Sofia en Athene ontvingen wij geruststel
lende verzekeringen, dat zij op hun gebied
de vorming van benden niet zullen toelaten.
Onze politiek wordt geleid door welwillend
heid jegens allen.
Dc minister roemde de Rumeensche poli
tiek.
Wat Frankrijk betreft, de aote van Al
geciras heeft ons de gelegenheid geschonken
het bewijzen van onze vriendschap ©n ons
vertrouwen te schenken. Frankrijk ©n Span
je eerbiedigen het beginsel der conferentie
van Algeciras. Wij hebben geen redenen
on6 te verzetten tegen hunne tijdelijke mili
taire maatregelen.
Met voldoening maakte ide minister gewag
van du vriendschappelijke betrekking der
Vercenigde Staten eu Japan.
De Haagsche conferentie heeft, al kon zij
de moeielij'kheden der kwestie van do ont
wapening niet japlossen. tgch efm„T>ita»hiv»lH
het internationale recht. Zij hoedt de rich
ting aangegeven, waarin men in de toe
komst zal moeten voortgaan om de onder
linge betrekkingen tusschen de leden van
de beschaafde menscliheid tot ontwikkeling.
te brengen
Getrouw aan onze Balkanpolitiek hande
len wij niet ter verkrijging van grondge
bied. Onae taak is daar van oeconomischen
aard.
Vervolgens sprak hij over de oecouonxische
kwestie en eindigde met de hoop uit te spre
ken, dat de delegatie uit het overzicht, dat
hij van den toestand had gegeven, de over
tuiging zou putten, dat de regeering in de be
handeling der buitenlandsche aangelegenhe
den trouw is gebleven aan de steeds door
de delegatie goedgekeurde beginselen, die
strekken om de bondgenootschappen te hand
haven eu de vriendschapsbetrekkingen te
onderhouden tot versterking van deu alge
meen en vrede.
Onze stem in het concert der volkeren
zal zich alleen kunnen doen gelden als onze
arm krachtig is. Daarom verzoaht de minis
ter de begroeting van buitenlaoidsohe zaken
goed te keureu en ook de zeer matige kre
dieten voor oorlog en marine.
Tweede telegram. Do commissie uit
d© Hongaiarsche dedegatie heeft heden met
Naar het Zwtedtch
1 »OOR
PH. M' IJ S M A X.
Het was zijne illusie alle bezwaren der
menschen te vernemen, alle harten voor
hem geopend te zien. Als 'het kon geschie
den gaf hij hier een verstandigen raad, daar
een kleine tegemoetkoming; maar altijd
een. hartelijken handdruk en een deelnemen-
den blik uit een paar grijze oogen, die bijna
schuil gingen tusschen de dikke wangen en
de zware wenkbrauwen. Hij was de koning
zonder kroon van Skralby. Als het er om
te doen ware geweest Zijne Majesteit te
Stockholm te veronachtzamen, den Burge
meester boos te maken of dokter Sköldgrem
verdriet te doen, dan zouden niet vele
Skralbyers langen bedenktijd voor eene be-
Islissing noodig hebben gehad.
„De nieuwe Kantonrechter" werd! nog
zoo genoemd, toen hij reeds jaren lang zijne
betrekking bekleed had; maar dè Sfkxalby-
sche burgerij kon nog maai- niet aan zijne
deftigheid1 gewend raken. De oude, nu over
leden Kantonrechter Klaberg was ook zeer
voornaam geweest en hij had liet ontzag
voor zijn ambt er in weten te houden door
luidl schreeuwen op straat en plein; door
het afranselen van spotvogels, eu dOor het
afsnauwen der boeren. Ieder die een natte
plek op zijne vloer maakte werd eenvoudig
de deur uitgesmeten.
Ja, zulk een vorm van bureaucratie was
verstaanbaar voor de bewoners van het
stadje. Maar toen mijnheer Stanger recht
op, mager, stroef en trotsch als een pauw
zijne verbaasde oogen over de eerste verga
dering liet glijden met eene uitdrukking
alsof hij niet menschen, maar wormen voor
zich had; en toen hij eene akelig geleerde
toespraak hield, geeuwden de goede Skral
byers en lachten hem achter zijn rug uit.
Toch zorgde men wel dat hij 't niet merkte
want mijnheer Stanger verlangde bepaald
dat- iedereen diep voor hem zou buigen als
voor den eersten persoon in eene plaats als
Skralby, waar geen Bisschop of Landraad
een nog grooter glans verspreidde.
Veel later, toen Stanger gestorven was en
de menschen, die zestien jaren lang achter
zijn rug om hem gelachen hadden, rondom
zijne groeve stonden, voelde menigeen met
bevreemding een traan in de oogen opwel
len. Dit kwam doordien „de nieuwe Kan
tonrechter" zich al dien tijd had laten ken
nen als een man vaö eer, dien onder zijne
wel wat dwaze, trotsche manieren, niemand
ooit, op een onwaardig woord, of een on
billijke handeling had kunnen betrappen.
Patroon Klafve was achtereenvolgens
koopman in het groote grijze huis aan de
markt 'Skralby en keldermeester in het loge
ment aldaar geweest; nu was hij kassier op
het kantoor van de stadsbank. Zijne zwakke
zijde was in de richting van buffet en toon
bank voor sterke dranken geweest. Maar nu
was er van die verkeerde neiging niet anders
overgebleven dan. de jicht. Zijne gebreken
waren vergeten en zijne overige deugden
werden overstraald door zijne ongeëverxaar-
de en onbeperkte gastvrijheid. Zijne eischen
aan het menschdom bepaalden zich ertoe,
dat zij flink met hem wilden eten en drin
ken en dat zij zich bereid verklaarden met
hem te gaan ontbijten, op elk uur van den
dag, 't zij 's middags, of 's avonds. Hij was
kort, en dik en rood. Hij was op een ver-
trouwelijken voet met ieder mannelijk lid
der burgerij, van de hoogste tot de laagste
klasse, als men maar met hem wilde smul
len. De bij die maaltijden geschonken bran
dewijn had den naam van „begrafenis-
drank" 'gekregen, omdat eene veeljarige on
dervinding van de menschel ijk© zwakke na
tuur, Klafve geleerd had, dat zijne gasten
die gezond en wel bij hem gekomen waren,
na het gebruik van zijn brandewijn als spoe
dig „lijken" waren, zooals het in de platte
volkstaal genoemd werd.
Tot dusver had Justus Svensson nog niet
anders met Skralby en zijne bewoners ken
nis gemaakt dan biji gelegenheid, als zijne
knechts met speenvarkens, koren en andere
waren naar dë markt waren gereden. De
samenleving aldaar was voor hem nog een
boek met zeven sloten. De drie hier boven
beschreven merkwaardige personen kende hij
alleen maar van aanzien. Ilij zat nu voor
dé schrijftafel in dë voorkamer naast de
sorrekamer van zijn nieuwe woning.
Kantoorboeken, die er alle keurig uitza
gen, groot en dik en in een verbazend ge
tal voor eene nog zoo kleine en nieuwe zaak,
ilagfen op de tafel en op de beidë stoelen.
Door de openstaande deur naar de andere
kamer zag men eene lange gedekte tafel
midden in 't. vertrek. Onder die tafel lag
een zeildoekmaar do verdere vloer was be-
strooid met zand en frisch, geurig thijm.
In do voorkamer die, behalve door Svens
son en de schrijftafel, versierd was door
stoelen met rechtopgaande leuningen, en
kleine vierkante tafels langs dë muren, pla
ten in kleurendruk en spiegels in broede
vergulde 1 ijsden, 'benevens een reclame-plaat
voor de moest in gebruik zijnde voortbreng-
i selen der wereldnijverheidwerd „Kantoor"
j gehoudenen hier was daarenboven het
J groote buffet voor verfrisschendo dranken,
i Svonsson was niet- weinig trotsch op zijne
„breed opgevatte wijze van boekhouden"
hij zat bijna altijd voor zijne schrijftafel,
gereed zijn belangrijk wex-k te doen. Toch
had hij tot heden niet. veel op te schrijvon. j
Op den mooien Aprildag, waarvan wij nu j
spreken, had hij alleen maar kunnen notee-
ren: „Karamelliza, 1 koffie met doop";
i en 'twas toch reeds twee uur.
Daar kwam een klein roodwangig heertje
niet dun haar binnen loopen, hing zijn vil-
ten hoed bij de deur op en ging met veel
drukte aan oen der tafels voor het raam
i zitten.
1 „Een halfje bier!"
Een man van iSvenssons beschaving en
zelfbewustheid beantwoordt geen knikje van
een hoer dio zicb niet aan hem heeft voor-
i gesteld; maar hij doet zijn plicht. Hij nam
1 ©en op de tafel staande koperen schel in de
hand', schudde deze met geweld en riep,
toen hij de binnendeur hoorde opengaan,
zonder om te zien:
„Een gewoon ontbijt en halfje bier 1"
1 „lk heb geen eten besteld," schreeuwde
i de gast aan 'traam.
Svensson veinsde dit niet te hooren; hij
trok zijne schouders op en schreef op de
lijst van dien dag:
„Onbekend half heertje, oen boterham en
een bier15.
Na twintig minuten verschoen Anna-
Stina, mager en lang maar grof en stevig,
met bruin verweerd gelaat, grijze haren,
een. verbazend grooten neus en groote ver
standige oogen. Zij droeg een blad', waarop
een nog niet ontkurkt half fleschje bier,
een kurkentrekker en een ontbijtbordje
troonden. Op dat bord lag een sneedje brood
van twee duim in doorsnee, belegd met een
stukje pekelvleeech van dezelfde grootte,
zonder meer.
Anna-Stina droeg houten muiltjes en een
blauw „lijfstuk" met klampjes, maar zon
der mouwenwitte mans-hemdsmouwen
met boordjes, die om de polsen werden
dichtgeknoopt en een schitterend, oranje
kleurig zijden shawltje, coquet om den hals
gestrikt. Dit doekje was de eenige gave die
de oude keukenmeid van Flugebo gok regen
had, bij haar overgang tot Heb© in de buf
fetkamer van Skralby, op do uren als zij
niet kookte
Met Noorsche kracht plaat-ste Anna-Stina
het blad op de tafel van den onbekende;
ziji draaide den kurkentrekker in den hals
van dë flesch; riep „hei!" toen er een paf
gehoord! werd, op 'toogenblik dat do kurk
eruit kwam en zette de flesch daarna hard
handig weder op het blad, met een moeder
lijk welgemeend: „As-je-blieft!"
Wordt vervolgd.