IV*. SS4. Tweede blad.
Zaterdag 7 Maart 1908.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
O** Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pst S maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per poet.- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen ena., gelieve men vóór 10 uur
't morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»: VALKHOFF C°.
Utrechtscheotraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.79.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel eu bedrijf bestaan voordeeligs bepalingen let
het herhaald adrerteeren in dit Blad bg abonnement Eene
circulaire, bevattende de toorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
O OST-INDIE.
De regent van Lebak.
In het Decembernummer vfltn het Tijd
schrift voor het Bimieniandsch Bestuur koant
een zeer waardeerend artikel voer over den
onlangs over loden regent van Lebak (Ban
tam) Raden Adipati Aria Soeria Nataningiat
officier in de orde van Oranje-Nassaiu en
verder begiftigd met de kleine gouden ster
van Trouw en Verdienste, en gerechtigd tot
het voeren Van het gele zonnescherm (een
hoog© (onderscheiding aan regenten toege
kend).
Daaraan ontLeenen wij het volgende
Deoe iulandische ambtenaar heeft zich steeds
dóen kennen als een trouw' dienaar van den
landje.
„De overledene was nog. een inlandsch
hoofd van den ouden stempel en bewoog zich
gaarne onder beschaafde Europeanen, die
hem wegens zijn hoffelijke en innemende ma
nieren hoogschatten.
Ouderdomsgebreken blejletten hem, zeer
tegen zijn zin, in de laatste tijden zijn re
gentschap, dat voor een deel uit zeer geac
cidenteerd terrein bestaat, persoonlijk te be
zoeken, hetgeen niet wegnam, dat hij zijn
dienstplichten, zooveel zijn gezondheidstoe
stand hem dit ook maar eenigszins veroor
loofde, met de oude toewijding bleef vervul
len.
Reeds geruimen tijd aan asthma lijdende,
welke kwaal hem steeds meer ea meer plaag
de, voegdJe zich daarbij ten slotte nog een
borstvliesontsteking, waardoor bij ten grave
werd gesleept.''
Deze woorden hebben te meer beteekenis
omdat zij. gevloeid zijn uit de pen van den
heer Overduijn, resident van Bantam, die in
deze betrekking meer den iemand anders de
verdiensten van den ontslapene heeft kunnen
leeren kennen en waardeeren.
Da pratSNdent-sultan van Atjeh.
De pretendent-sultan van Atjeh is den
24eu Januari per ss. ,,Baud" naar Ambon
vertrokken. Door een of andere nalatigheid
bij de bureau's, misschien wel te Batavia,
was voor het echtpaar, evenals voor het
gevolg, bij het agentschap der Koninklijke
Paketvaartmaatschappijl te Soerabaja, zoj
lezen wij in de Soer. Ct., 3e klassepassage
aangevraagd, doch 's middags kwam, nadat
telegrafisch te Batavia instructies waren ge
vraagd, van daar het bericht, dat toeangkoe
Daoed en zijn vrouw in de 2e klasse moesten
reizen. Nog juist bijtijds, omdat de boot
zooveel later is vertrokken dan het vaarplan
eerst aanwees.
De reis tot Soerabaja deden de ballingen
over land.
Te Maos verzocht de pretendent aan schout
Geertsema om niet in het staatshotel maar
in een inlandsch hotel te mogen overnach
ten, daar hij bang was dat hem misschien
varkensvleeoch zou worden opgedischt. Dit
werd hem natuurlijk toegestaan.
De-schout betaalde den dag voor zijn ver
trek van Batavia aan den pretentent f 1200
en aan Pangeran Hoessin f 400 uit, welk
bedrag ook te Batavia iedere maand is uit
betaald geworden.
Met ingang van den len Februari a.s.
zijn de, van regeeringswege aan Toeankoe
Moe ham ad Dawot en aan Toeankoe Üesen,
respectievelijk hoofd en lid van het ge
slacht der voormalige sultans van Atjeh,
toegekende onderstanden verminderd. Aan
eerstgenoemde zal voortaan maandelijks
f 700 (waarvan f 200 aan zijn voornaamste
te Bandoeng vertoevende echtgenoote), aan
den ander f 200 worden uitgekeerd.
Flor*».
Nu de zigzag-excursie van kapitein H.
Ghristoffel op Flores ten einde is gebracht, is
de taak van den grooten padvinder der Oom-
pen i© aldaar afgeioopen
Ghristoffel zelf gaat naar Tjimahi terug,
om een poosje uit te rusten en aich voor te
bereiden op zijn nieuwe taak: het opsporen
van onvindbare djahat-aanveerders in At
jeh, en kapitein P. J. Sprayt, die eerstdaags
van verlof uit Nederland aJhier terugver
wacht wordt, is aangewezen, om den pacifi
catie-arbeid op het bloemen-eiland te vervol
gen en te rbeogen in een zoodanig stadium,
dat civiel bestuur kan worden ingevoerd en
orde gebracht in het anarchisah leventje on
zer half wilde vazallen.
Kapitein Sprayt is de welbekende adju
dant van den toeumailigen generaal Van
Heutsz, gouverneur van Atjeh en dus nourri
dans le sérail, of m. a. w. uit de Van Houtsz-
■ohool. Laatstelijk is hij l'eeraar geweest aan
de hoogere krijgsschool en voor de baak, die
hem wacht, en die verre van licht geacht
mag worden, wordt hij beechouwd te zijn
de ware man. Want al moet aan de actie
van Christoffel, den moedigen sabreur, die
bliksemsnel en overweldigend door vlugheid
van beweging en met onvermoed succes het
land is doorgetrokken, brekende het eerste
verzet, groote waarde worden toegekend, de
arbeid der bevestiging van het behaalde
voordeel schijnt niet minder zwaar en in elk
geval van broeder afmetingen. En juist voor
zulk werk van consolidatie hoorden wij ka-
i pitein Sprayt noemen als the right man;
stoutmoedig, overleggend, vasthoudend, met
j helder oordeel en in staat om mot kleine mid-
delen veel tot stand te brengen.
Aan een brief uit Endeh (Flores) aa nhet
i Soera-b. Hbl. wordt het volgende ontleend
I betreffende de tochten van kapitein Chris-
toffel
De vruchtbare hoogvlakte van Midden-
Flores is uitnemend geschikt voor verschil
lende cultures. Reeds nu groeien er koffie,
kaneel, groenhout en klappers, maar de uit
voer is uiterst gering. Als deze cultures wor
den bevorderd en vooral als de berg bevol
king haar producten kan uitvoeren, zonder
vrees dat de strandbewoners liaar afzetten en
lom,oven, lijdt het geen twijfel of hier kan
mettertijd een levendige handel ontstaan.
Tot nu toe werden de producte i naar Endeh
j gebracht.
Het ligt in het voomnemen van kapitein
Ghristoffel om hierin verandering te bren
gen. De Endehers zijn een roofziek en onbe
trouwbaar volkje, dat de bergbevolking al
heel wat nadeel berokkend heeft. Waar nu
de Aimerebaai een betere landingsplaats aan
biedt dan Endeh en bovendien een grooter
en beter achterland heeft (de geheele hoog
vlakte van Midden-Floris en Zuid-Mangarij),
daar ligt het voor de hand om de grootste
uit voerplaats aan de Amerebaai te vestigen.
Daartoe is het noodzakelijk, dat de Aime
rebaai maandelijks door de Paketvaart-
maatscliappij wordt aangedaan. Als zij haar
medewerking in dezen verleent, kan de maat
schappij daar niets anders dan wel bij varen.
In het bivak in kampong Leke djere, waar
de hoofden zich kwamen melden, speelde
even voor den afmarsch zich het volgende,
grappige tooneeltje af.
Een kampongbewoner kwam zich bekla
gen, dat hem een goudstuk ontstolen was.
Onmiddelijk werd onderzocht, wie het ge
waagd had, het strenge verbod van den ka
pitein te overtreden om iets, hoe gering ook,
te rampassen. Gelukkig was het geen mar-
chaussee, maar het, de colonne vergezellende
hoofd Sikka uit Ngada, die als de dief werd
aangewezen. Onder algemeene vroolijkheid
werd het goudstuk te voorschijn gehaald en
ieder amuseerde zich met den roover, die het
heel onnatuurlijk vond, dat hij- niets mocht
meenemen.
Dank zij het bedaard optreden vaai ka
pitein Christoffel, die alleen van de wapenen
gebruik laat maken bij onvermijdelijke nood
zakelijkheid, werden bijna overal vriende
lijke aanrakingen verkregen met de, nog zoo
ruwe bevolking.
Zoo was het merkwaardig otm te zien hoe
de weifelende houding van den Kraeng van
Toddo, het voornaamste hoofd, in enkele da
gen over ging in grooter vertrouwen en vriend
schap toen de kapitein onze wijze van bestu
ren had uitgelegd. Vooral de belofte om spoe
dig de vaccinatie in te voeren, gaf veel blijd
schap. De bevolking vreest de pokken der
mate, dat zij gaten in den grond graaft en
zich in kisten verbergt oan bij een naderende
epidemie aan de gevreesde ziekte te ontko
men. Men ziet er opvallend veel pokdaligen
en dte sterfte aan pokken moet zeer groot
ziijn.
Dit hoofd geloofde zich schatplichtig aan
den sultan van Bima, wien hij jaarlijks 37
slaven, 37 kip(pen en 37 bandane'iras moet
opbrengen ais hoogheidsrecht. Het leveren
dezer slaiven werd door kapitein Christoffel
dadelijk op de meest besliste wijze verboden.
Door a'lerlei omstandigheden had de oo-
lonneconmnandant geen gevolg kunnen geven
aan een, met den resident overeengekomen
plain oan op een afgesproken dag te Potta
te zijn, waar het gouvernemen tast oomschip
„Spits" met vivres lag te wachten. Men had
zich toen aan boord ai ongerust gemaakt over
het lang uitblijven van eeni? bericht der
colonne.
Men zag, de toekomst voor den troep, die
door de groote evacuaties nog maar 54 ka
rabijnen sterk was, blijk baai' donker in. Van
den resident werd een schrijven ontvangen,
waarin hij den kapitein den raad gaf, zich
niet verder in het binnenland te wagen en
zich met de gehele colonne maar in te sche
pen. Was het soms de politieke tegenslag
van den tweeden aanval op Endeh, die den
resident zulke sombere ideeën gaf? Waarom
zou de tocht afgebroken moeten worden
Een groobere troepenmacht had Christoffel
niet noodig; bovendien bevondt er zich nai
Laboean Badjo geen enkelo zieke in de co
lonne.
De raad van den resident werd dan ook
voor kennisgeving aangenomen en den 9en
November werd van Potta in oostelijke rich
ting afgemarcheerd. Den volgenden dlag kwa
men wij in Rioeng, een broeinest van onge
rechtigheden, afzetterijen en afpersingen.
Va.n de waterscheiding zag men de vlakte
van Bai, waar in 1890 de Noorder-oolonne
der expeditie in carrés met open saillanten
marcheerde, waarin stukken geschut!
Nadat de „Spits" te M. Embo de brigades
marechaussee had ingescheept om ze naar
Endeh terug te brengen, wilde de kapitein
echter eerst nog een oezoek brengen aan
het bivak te Badjowa. Kenschetsend voor het
vertrouwen, dat hij in zijn eigen politiek stelt,
mag het zeker wel genoemd worden, dat
hij dien 35 KM. langen tocht zonder één
enkelen man dekking wenschte te maken.
Alleen vergezeld van het hoofd Roga Nole
en het hoofd van Badjowa, reed hij door de
ze streek, waarvan de bevolking vier maan
den te voren te wapen liep om de Cam-penie
te bestrijden, Wat een verschil in zoon kort
tijdsbestekOveral kwam hem de bevolking
begroeten en bewees hem de grootste eer.
Een der hoofden vroeg wanneer nu de be
loofde obat tjatjar kwam ew waarnaar zij met
het oog op den naderenKfi regentijd reik
halzend uitzagen. Is dit niet het schoonste
bewijs, dat de bevolking vol verwachting i»
van het nieuwe bestuur en dat wij dit na^
tuurvolk ten zegen kunnen zijn?
De tocht door Mangarij was dus hiermee
Wat waren de resultaten? vraagt de cor
respondent van het Soer Handelsblad. Wij
mogen zeggen, dat dezen niet schitterender
hadden kunnen zijn, want alle hoofden ten
westen van N. Dora hdbben zich onderworpen
en den eed van trouw afgelegd, terwijl dit
succes zonder één enkelen man verlies is ver
kregen. Geografische kennis van dit nog
grootendeels onbekende gebied is verworven
en de grondslagen voor ons bestuur zijn ge
legd.
Aan de missie te Larantoeka werd ver
zocht, haar arbeid ook tot Mangaxij uit te
strekken, want overal bleek de wenschelijk-
heid om de heidensche bevolking aan den
invloed van den Islam te onttrekken. Alle
hoofden werden gewezen op de gunstige ge
legenheid, die de Aimenebaai biedt voor
den uitvoer dier producten, terwijl buu be
loofd werd, dat er van bestuurawege voldoen
de toezicht zou zijn oan hun tegen afpersin
gen te beschermen.
Om de verkregen resultaten te ccntoli-
deeren, is kapitein Christoffel voornemens
een vaste bezetting van 2 brigades in Man
garij te plaatsen. Welke plaats zal worden
gekozen voor het bivak, teven i standplaats
van een luitenant gezaghebber, is nog niet
bekend.
De politieke partijen enhet volksleger
Kapitein W. C. Schönstedt, van het 10e
regiment infanterie te Haarlem, heeft in
een vergadering van de Kiesveneeniging
Liberale Unie aldaar een rede gehouden
met het onderwerpDe pollitidke partijen
en hel volksleger.
Blijkens het verslag dier bijeenkomst in
de O. Haarl Ot. betreurde spreker de een
zijdige critiek op het leger en, al moge de
erotiek aan de eene zijde nuttig zijn, men
wachtte zich voor overdrijving.
Na aangetoond te hebben, dat de leger-
organisatie nimmer een partij-zaak meeat
worden, zioh hierbij o.a. beroepende op den
heer De Sa/vornin Lobman, toerden' de pro
gramma's der verschillende politieke par
tijen ten opzidhte van het legervraagptuk
beschouwd meer bepaaldelijk die van de
Vrijizamüg- Dem oeratischeu Bond en den
Bond van vrijo liberalen die van de laatste
jaren zijn en dan ooik de nieuwere denkbeel
den belichamen.
Vooral hot eerstgenoemde programma
wordt aangevallen en aangetoond welke 'las
ten op de natie zouden drukken om 900,000
man marscbvaiardig te maken en met alle
hulpmiddelen voor den strijd, uit te rusten,
terwijl de aanvoering .m«t vanzelf op den
voorgrond tredende aanvoerders" ales te
wenschen zou overlaten. De troepen van den
Vrijz.-Dem. Bond aouden worden een bende
zonder 'kracht en samenhang, maar geen
leger.
Een oefentijd van 42 dagen wordt geheel
afgekeurd en geweaen op Zwitserland, dat
Zoo juist zijn oefentijd van 45 op 70 diagen
gebracht heeft, wat nog veel te weinig is.
Het soldaatje spelen voor de indiensttre
ding brengt hierin geen verandering. Wel
zou het leger ten goede komen indien de
jeugd meer gymnastisch ontwikkeld werd.
De theorie van den Vrijz.-Dem. Bond
zal ons dau ook niet uit het moeras bren
gen, maar er ons voorgoed in doen verein-
ken. Mot een treffend voorbeeld udit den oor
log van 1870 wordt aangetoond wat in oor
logstijd van een aanvoerder geëdscht kan
worden en gevraagd hoe het dan in het
leger van den Vrijz.-Dem. Bond gesteld zal
zijn. Spr. acht het ontwerpen van zulk een
program gevaarlijk en moeaif dat de ver
antwoordelijkheid der leiders in dezen grodt
is.
Ook de militaire paragraaf van den Bond
van vrije liberalen, vermoedelijk ontworpeu
door den luitenant-kolonel der artillerie
Bosboom, wordt thans nagegaan en met
name afgekeurd dat er zouden zijn 4-, 6-
en 8-maandere, terwijl de aanwijzing tot
'kadevplicht li' het bestaan van zoo n kor
ten oefentijd, onbillijk zal werken.
Na dc eischon te hebben nagegaan, waar
aan een leger moet voldoen, gaf Spr. de
volgende definitie, gebaseerd op het begin
sel van Sociale rechtvaardigheid, dat door
de Liberale Unie steeds zooveel mogelijk
hooggehouden wordt
„Het volksleger is een leger, waarbij de
op te leggen lasten zooveel mogelijk gelijke
lijk drukken op de schouders van die ge
heele mannelijke bevolking voor zoover die
bannen den kring van de finanoieele draag
kracht der natie en de eischen van licha
melijke ontwikkeling tot zekere jaargrenzen
beperkt is en waarbij die lasten niet zwaar
der drukken dan met de eisdhen van
militaire geoefendheid van het geheel is
overeen te brengen, zullen door hen, die
wegens bepaalde redenen niet in het leger
worden opgenomen, door het verrichten van
diensten ten behoeve van het leger of het
voldoen ©ener krijgsbelasting een equivalent
ten opzichte van hen die wel dienen, wor
den gegeven."
De Spr. ontwikkelt zijn denkbeelden hier
omtrent nader en vraagt een eersben oefen
tijd van acht maanden met zes ploegen
blijivend gedeelte van burgerlijk© sterkte
ieder gedurende 2 maanden.
Hierdoor komt men tot een verblijf on
der de wapenen, vioor ieder Van 10 maan
den in tegenstelling met thans van 4, 8,
8$, 12 en 16 maanden.
In zeer bijzondere gevallen zal vrijstel
ling van het blijvend gedeelte kunnen wor
den toegieötaan. echter tegen storting van
©en bedrag iu 's rijks schatkist. Onderling©
ruiling van ploeg kan worden toegestaan,
doch ook hier zal de Staat eenig geldelijk
voordeel moeten genieten.
Door 10 maanden wapen-dienst bestaat
geen bezwaar meer tegen aanwijzing voor
opleiding tot militiekader, want in 10
maanden kan oen militie-sergeant gevormd
wordon. Het reserve-kader, de voorber. mil.
oefendngen en de schietoefeningen tot ver
hooging van 's lands weerkracht vervallen.
De loting wordt afgeschaft en de keuring
zoo verscherpt, dat de lichting op pl.m.
20,000 man gebracht wordt. Do militie-
diensttijd wordt van 8 op 7 jaar terugge
bracht, waardoor de derde herhalingsoefe
ning komt te vervallen. In het 3e en 5©
jaar komt ©er herhalingsoefening van een
maand of iets minder, waardoor eindelijk
in on9 ilegor een toestand zal geboren wor
den, waarbij ieder bevelvoerder jaarlijks
gedurende een maand zijn afdeeling op oor-
ïogisstrekte zal zien en aanvoeren.
Dit Stelsel (wordt aan de hand van een
gekleurde grafische voorstelling aan den
wand toegelicht en aangetoond hoe een en
ander nuttig zal werken zonder de kosten
te werboogenUitgebreide becijferingen
worden ten 'bewijzen hiervan gegeven en
vermeld hoe de gelden, voortkomende uit
de weorbelasfcrng, zonden kunnen worden
aangewend.
Hiermede is kapitein S. het eind© van
zijn voordracht genaderd, maar alvorens te
eindigen geeft hij nog een beeld van ons
land, toen hot zuchtte onder vreemde over-
heersching, om te doen uitkomen hoe treu
rig het lot k van een volk, dat vaJfe door
eigen zwakte en krachteloosheid
■De naaste toekomst, spreekt, meent de
heer S., van Mausers, kegels, lansen en
bajonetten. Europa is tot de tanden gewa
pend. Wij moeten er op voorbereid zijn,
dat een felle strijd kan losbranden tusschen
Engeland en Duitschland. Als wij dan zwak
staan, zullen wij het gelag móeten beta
len.
Spr. hoopt dat er niet aan getwijfeld be
hoeft te worden of we in 1913 het 100-
jarig feest onzer onafhankelijkheid zullen
vieren Dat moet vaststaan. Hij roept de
vrije burgers van het vrij© vaderland op om
hun plichten te. vervullen in 't belang van
Neerland's onafhankelijkheid, in het belang
van on9 Vorstenhuis en 'het dierbare vader
land. (Levendig applaus).
Ds. Matthews te 's Graven-
ha ge. Voor een klein, doch uitgelezen pu-
bliek hield ds Edward B. Matthews, al
gemeen secretaris der „British and foreign
sailors sociotv' bijgenaamd „de a artsbis-
edhop der zee' Donderdagmiddag half vier
in de groote zaal van „Diligentia" zijn aan
gekondigde voordracht, in het belang van
het w'eik van de Rotterdaonsdhe branche van
genoemde vereeniging.
De bijeenkomst werd vereerd met de
aanwezigheid van H. M. de Koningin -
Moeder en Haar gast, de vorstin van Teek.
die in een loge achter in de zaal plaats
namen. Voorts werden onder de aanwezigen
;omorkt de gezant van Engeland bij ons
nol, sir Henry Howard: de heer C. D.
White, secretaris der Amerükaansöhe lega
tie; de voonritter der Eerste Kamer, baron
Schimmelipenninck van der Oye; liet lid
der Tweede Kamer graaf Van Bylandt;
baron Van Wassenaer van Rosande, lid der
Eerste Kamer; jhr. Repelaer van Driel,
administrateur van het Kroondoaneimde
oud-minister van Bui tenlan doch e Zaken,
Me'lvil barou van Lijnden, en jhr. Van
Tets van Goudriaan en andere autoriteiten.
Nadat H. M. de KoningBn-Mdeder en de
vorstin van Teek door de aanwezigen staan
de ontvangen, hadden plaats genomen ©n
rev. Thompson de bijeenkomst had ge
opend met een gebed, waarin hij Gods
zegen afsmeekte voor de vereenogLug, voor
H. M de Koningin, Z. K. H. den Prms,
H. M. de Koningin-Moeder en de soeverei
nen van Engeland en Amerika, zoomede
voor al1 en, dir in deze landen de verant
woordelijtóheiJ der regeering hebben mede
te dragen, bekwam dr. Cramer het woord,
om op verzoek van ds. J. Irwin Brown,
hon. secr. van de Rotte rdamsche branche,
ds. Matthews bij het gehoor te introducee-
ren. Hij dankte in zijne ia uitnemend
Engelsch uitgesproken rade H. M. de Ko
ningin-Moeder en H. K. H. de prinses van
Tedk voor de belangstel lang, welk© zij koes
terden voor dit werft in 't belang der zee
lieden, een werft, dat uitdrukking geeft
aan het gebed „Uw koninkrijk kome".
Ds. Matthews ving alsnu zijn voordracht
aan met de voorlezing van telegrammen
van graaf Bentinck, voorzatter van de Rob
terdamsdhe branche (waarvan H.H. M.M.
de Koningin en de Koningin-Moeder be
schermvrouwen zijn), en van een Engdlsch
geestelijke, die tot hun leedwezen verhin
derd waren om de bijeenkoanst bij te wonen.
9pr. zeide schertsend, dat de jongens van
Nederland hem hadden begroet, niet ala
„aartsbisschop van de zee", maar als 8t.
NiooLaas, (wegens zijn langen witten baard).
Zoo begroeten in alle landen de jongens en
meisjes hem op een bijzonder© wijze, maar
steeds even hartelijk, aoodait hij zacth overal
kan verheugen in de medewerking zijner
jeugdig© vrienden voor dit werk van God1,
door hem ondernomen.
Hij deelde mede, dat president Roose
velt hem, vóórdat hij, op zijn jongste reis
om de wereld, Amerika verliet, hartdlijk
dank bad gebracht voor hetgeen hij in 't
belang der zeelieden heeft verricht. Ook
bradht hij in herinnerin© met weMc een
sympathie zijn arbeid steeds is gevolgd
door het Engeflsche, zoowel als door het
Nederlandschv Vbrstenhuds.
Kort na den dood van Z. M. Koning
Willem III werd in Londen een groote
fancy-fair, ten voordaele der zeelieden, ge
houden, en op dien sailors- bazar waren
schilderstukken aanwezig., geschenken van
H. M. de Koningin-Mloeder en Koningin
Wilhelaninaportretten, welk© voor twee
guinjes per stuk in korten tijd alle vtan de
hand werden geoet, en zoo zijn er meer
schakels in d" keten, die Spr.'s werk met
Nederland samenbindt.
Napoleon zeide oens„Engeland is een
natie van winkeliers". Spreker zegt: „Ne
derland is een natie van zeelieden". Bn
hij herinnerde aan de kloek© tochten door
onze groote zeevaarders Tasman, Van Die-
men en anderen ondernomen. Spr. onder
neemt ook zulke verre todhiten. maar on
der een andere vlageen vlag, in 1740 door
eeii zeeman gemaakt. Bethel staat er
op het huis Gods. En die vlag wappert
thans op alle zeeën. Die vlag werd door
Spr. vertoond
Spr. deelde mede. hoe ook de khedive
van Egypte destijds een schip heeft afge
staan. als tehuis voor de zeelieden, met de
Bet hel-vlag iu top.
Het sdhip kwam te liggen in de haven
van Alexandrië. En 'n ongelukkige scheeps
jongen, die ip zijn wanhoop niet meer wist
wat te beginnen, is daar toevallig met an
deren aan boord gegiaan. En ziet, dien mor
gen kwam Jezus Christus in Egypte en Hij
ging aan boord van dat schip, zag dien
scheepsjongen en legde Zijn hand op zijn
hoofd en zeide -, „Ik zal urw giebroken hart
lieelen. Ge zult in Mijn naam de wereld
rond reizen. En ge zult staan voor konin
gen en koninginnen en van Mij getuigen
om der wille van de zeelieden. Hef uw
hoofd op en wees vroolijk". En zoo is die
scheepsjongen heengegaan en heeft de taak,
hem opgedragen, vervult. En thans is Spr.
de verheugtdst© man in dit land, oandafc hij
hier kan zeggen: „Ja, de Bethel-vlag gaat
overal heen. En wanneer men goed doet aan
de zeelieden, doet men meer in het. belang
van den waren Vrede, dan door alle Vre-
desconferentiën'Deze vereenigdng is in
ternationaal en helpt do göhecfle „broeder
schap der zee". Overal zijn wij vertegen
woordigd, overal worden wij door de
schoolkinderen reeds in onaan arbeid bij
gestaan In Rotte-dam zijn er reeds vele
godsdienstige kapiteins, die op Zondag
hun zeelieden geen werk laten verrichten.
Spr. toonde een vlag, door meer dan 1400
kapiteins geheschen, ten teeken, dat zij op
Zondag niet laten viasohon. Wanneer uw
zeelieden goed zijn zoo betoogd© Spr.
wordt g© in alle landen op waardige wijze
vertegen woordigjd
Na deze welsprekende rede aprak ds. Ir
win Brown nog eenige woorden, om nog
maals te wijzen op de dringende behoefte
der Rotterdameche branche aan een ge
legenheid om de zeelieden bescherming en
oomfort te ver leen een,
In denzelfden geest sprak de heer G. P.
Ittmann Jr., vóór 30 jaar een der stichters
en penningmeester der Rotterdiaansche
branche, thans in Den Haag woonachtig.
Daarop werden door sir Honry Howard,
den Engelsohen gezant, en door den heer
White, den secretaris der Amorikaanache
legatie, woorden gesproken van eerbiedigen
en oprechten dank aan H. M. de Koningin-
Moeder en H. K. H. de Vorstin van Teek,
voor Hare tegenwoordigheid op deao bij
eenkomst en van sympathie met het doel
van dit samenzijn, waarna door opstaan en
handklap aan de Vorstinnen hulde weiVi
gebracht
Ds Irwin Brown sloot le bijeenkomst
hierop met dankgebed