S®. 373. Tweed© blad.
G"* Jaargang.
Donderdag 26 Maart 1908.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE SVENSSONS.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertenticn, raeded eelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
f 0.75.
O.IS.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Een»
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
trtO(rfl7,onden.
OOST-INDIE.
Gisting in Indië.
Men seint uit Batavia aan de Nieuwe
Courant
Zondag bad een anti-belastingbetooging
plaata te Fort De Koek. De hoofden zijn
gearresteerd. De gevangenis wordt door mi
litairen bewaakt.
In Loeboehasoeng heeft de bevolking de
gehoorzaamheid opgezegd. Het bestuur liet-ft
militaire hulp gevraagd.
Gisteren is eeu compagnie daarheen ge
zonden. Te Padang zijn oproerige plakateu
gevonden, aanzettende tot den prang sabil
(den „heiligen ooriog".)
Het blad teekent o. a. hierbij aan
Gelijk men weet heeft met 1 Ma irt jl.
de invoering in dat gouvernement een aan
vang genomen van een directe be'aoltng,
welke in de plaata zou treden van do, tege
lijkertijd afgeschafte, gedwongen kofficul
tuur. Een zeer billijke maatregel, aangezien,
sedert het geleidelijk verdwijnen dier cul
tuur, de koffieplautende bevolking in het
feheel niet meer tot de staatslastbij -
roeg, terwijl do niet-plantende eenvoudig
nimmer in de lasten had gedeeld.
Lang is het p'an van zulk een belasticg-
invoering hangende geweest. Reeds in 1891
was er sprake van, maar men d"i;fde het
nooit goed aan, omdat men be vree vl was
voor gisting onde- de bevolking en de daar
uil fe volgen groote moeilijkheden
Geleidelijk was die vree3 echter vermin
derd en verleden jaar he^ft de regeering
den knoop doorgehakt en een voostel to;
heffing van een zeer matige inkomstenbelas
ting op do ontverp-begrooting voor 1908
gebracht. Zondjr eenige discussie hebben
de Staten-Generaal zich met het voorstel
ver&enigd.
Dat <le invoering dezer belasting tot ern-
stigo moeilijkheden zou leiden, hebben wij
destijds geschreven te betwijfelen. En on
danks het gepubliceerde telegram blijven
wij voorloopig bij ons oordeel. Een ernstige
welvarende gezeten bevolking begeeft zich
niet in oproerige avonturen om een belas
ting van enkele guldens per hoofd, die van
haar als eenige bijdrage in de aanzienlijke
kosten barer huishouding wordt gevraagd.
Mogelijk is echter dat de roerige en onte
vreden losse elementen onder de bevolking
de gelegenheid aangrijpen om kwajongens-
werk te doen. En geheel is een andere
mogelijKneid ook niet buitengesloten, n.l.
dat emissarissen van de Atjehsche partij
van verzet hier aan het werk zijn geweest
en nog zijn om het gouvernement moe. jK-
heden te bezorgen.
Loeboehasoeng, waar de bevolking, naar
luid van het telegram de gehoorzaamheid
zou hebben opgezegd, is een onderafdeelmg
van de af deeling Priaman in de beueden-
landen.
De gouverneur Heckler heeft den naam
een zeer energiek man te zijn.
Naar wij hopen en gelooven zal de gisting
op slot van rekening blijken niet van zeer
ernstige» aard te zijn. Mocht het echter
anders loopen, dant dient door den zuren
appel heen gebetende belasting'.o voering
was noodig en billijk, geduld is lang, mis
schien 'anger dar wel voorzichtig was, ge
oefende In het algemeen belang van Indië
moet hier worden doorgetast.
Jhr. de Lannoy.
De chef van het wapen der cavalerie,
jhr. L. D. C. de Lannoy, wien aanvanke
lijk het voornemen werd toegeschreven om
'u het a. 8. voorjaar den dienst te verla
ten, heeft zijn vertrek uitgesteld tot in Oc
tober a-3. Als hij heengaat, zal hij het re
giment cavalerie achterlaten, bezield met een
goeden geest bij de minderen, met een ver
jongd en vlot ofiicierskorps, goed bereden
en voorzien van een stel up tio date regle
menten.
Tot zijn opvolger als wapenohef is be
stemd de majoar C. G. Daniels, want nooh
de regeering noch de legercommandant den
ken er aan zich iets aan te trekken van Let
ondeskundig advies der commissie van rap
porteurs uit de Tweede Kamer om het be
weerde, aan den gepensioneerden majoor A.
B. W. J. Posuo aangedane onrecht te her
stellen door dezen weder in actieven Indi
sch eu dienst op te nemen.
De geest onder officieren en minderen
zou dan binnenkort weer voor jaren bedor
ven worden.
Deze jonge oud-majoar zal zich misschien
verblijd zien met een militie-commissa
riaat.
(J ava-Bode.)
WEST-INDIË.
Kulde aan den Gouverneur.
Zaterd&fc' 22 Februari, 's morgens om
half tien, vervoegde zich ten gouvernements
huize te Paramaribo de uit de Koloniale
Staten benoemde commissie om don gouver
neur geluk te wenschen met ziju benoeming
tot minister en dank te brengen voor zijn
ahbeid in het belang der kolonie.
De commissie bestond uit de heeren Gef-
ken, Curiel en Ooutin'ho, onder leiding van
den voorzit te den heer J. da Costa, bijge
staan door den griffier, den heer A. S. J.
Fernandes.
De gouverneur verklaarde zeer getroffen
te zijn, verzocht zijn dank over te brengen
aan heb ooJloge, en bracht hulde aan den
voorzitter voo" zijn welsprekende woorden.
Voorts deed*»Z.Exc. de belofte de belangen
der kolonie met hart en ziel te zullen blij
ven voorstaan
De afsohei.ls-audiëntie werd door onge
veer /O personen bezocht, onder wie gede
legeerden van enkele corporatiën, en ver
scheidene mindere ambtenaren.
Onder de bezoekers bevond zich een twin-
tal BritsCh-Indiërs, onder leiding van den
heer Luchmansing, die een koperen blad en
eenige vazen aanboden, als herinnering.
Ook vier mark., rouwen kwamen ter
audiëntie, gewapend met een vlag.
De gouverneur had voor alle bezoekers
een welwillend woord tot afscheid.
Blijkens het verslag in de Kolen. Staten,
heeft de gouverneur de commissie, die hem
namens de Staten hulde kwam brengen
voor hetgeen door hean werd tot stand ge
bracht, geantwoord dat, indien er iets tot
stand kwam dit goeddeels te danken was
aan de medewerking der Staten. Zijne Ex
cellentie verklaarde met leedwezen de ko
lonie te verlaten. Alleen plichtsbesef deed
hem de eervolle roeping in Nederland aan
nemen. De banden iu de kolonie aange
knoopt, beschouwde de gouverneur als öiet
lioht verbrekelijik, eu hij deed de toezegging
dat hij met warme belangstelling de zaken
'zou blijven vo'gen en die steeds naar vermo
gen zou bevorderen. Hij eindigde met den
wenscfh dat d- in de laatste jaren ingesla
gen weg zou leiden tot den bloei der ko
lonie.
Ramp op St. Hartin.
Een Reuter-telegram meldde ons gisteren,
dat in de Antillen weder een cycloon heeft
gewoed, ten gevolge waarvan de eilanden
Sint-Martin en Barthélemy verwoest zijn.
Het eiland St. Martin, een der eilanden
Boven den Wind, is ongeveer zoo groot als
Noord-HolLaud en Utrecht samen en het
kleinste, zuidelijkste gedeelte daarvan, Phi-
lipsburg genaamd, behoort tot de Neder -
landsche bezittingen. Het is door een berg
keten gescheiden van het Fransche gedeel
te Marigot.
De bevolking van blanken en negers
pl.m. 3000 op het Hollandsche en pl.m.
1500 op het Fran&che gedeelte houdt
zich bezig met handel, vischvangsfc en zout-
industrie, even-ris die van het veel kleinere
Barthélemy, dat op ongeveer 1^ mijl af-
stands van St. Martin ligt en geheel Fransch
is.
Het Hbld. heeft te 's Gravenhage geïn
formeerd, waar bleek dat bij bet departe
ment van Koloniën geen telegrammen uit
West-Indië ontvangen zijn.
Waarschijnlijk moet dit worden toege
schreven aan het feit, dat St. Martin, het
welk met Aruba, Bonaire, St. Eustatius en
Saba tot de kolonie Curayao behoort, geen
telegraphische verbinding met de koloniale
hoofdplaats bezit, zoodat telegrammen even
tueel per boot naar het naburige Britsche
eiland St. Chriatoffel of St. Kitts moeten
worden overgebracht.
Het Hbld. is om nadere inlichtingen bi
treffende den mogelijken omvang van de
door Reuter vermelde ramp uitgegaan naar
iemand, die de verschillende zoo-^ven ge
noemde eilanden en de toestanden daar goed
kent, den heer J. J. Jonckheer, die vele
jaren gezagvoerder was van Saba een
positie, welke mnz die van resident in Oost-
Indië overeenkomt en herhaaldelijk St.
Martin heeft bezocht.
Deze vertelde aan het blad verschillende
bijzonderheden.
De eilanden daar zijn van vulkanischen
aard en de huizen zijn er dan ook alle met
het oog op mogelijke aardbevingen van hout
en op palen gebouwd. Edoch, van een aard
beving schijnt thans geen sprake te zijn
geweest: de telegrammen spreken van een
on weder".
Nu is, zoo deelde ons de zegsman mede,
de tijd voor de teisterende orkanen nog
niet aangebroken. Die doen zich voor de
eilanden „boven den wind" meest van Juni
tot September in groote hevigheid voor, en
uitzondering op dien regel is met Let oog
op het vaste klimaat van deze in den Noord
ooster passaat gelegen eilanden niet waar
schijnlijk.
Het on weder" zal daarom wel een wolk
breuk zijn gewee3t, zooals er daar ter. plaatse
meer voorkomen en die de rivieren zwellen
doen eu de wegen en landerijen vernielen
Mogelijk is, dat zoo eenige huizen zijn
vernield eu in de overstrooming enkele men-
scnen zijn omgekomen, maar de zegsman
van het blad vond, kennende de plaatse
lijke gesteldheid van de getroffen eilanden,
geen reden om aan een groote, veel slacht
offers eischende ramp te deuken.
Intusecheu zal do gezagvoerder van St.
Martin, de heer A. Brouwer, zich wel reeds
met het koloniale bestuur in Curasao m
verbinding hebben gesteld en zu len offi
cieele berichten ons wel spoedig bereiken.
B. er W. van Amsterdam deel en aan
den gemeenteraad het technisch advies mede
van den direateur van het Gemeentelijk
Bouw- en Woningtoezicht over de vraag, of
de woningen die worden voorgesteld voor on-
bewoonhaarverklaring, werkelijk ongeschikt
zijn tot bewoning of door het aanbrengen
van verbeteringen in bewoonbaren staat kun
nen worden gebracht.
Uit het uitvoerig rapport van den direc.
tour blijkt, dat hij van oordeeJ is, dat de
advieze i der Gezondheidscommissie alle moe
ten worden gevolgd, wijl in geen der per-
ceelen een bewoonbare toestand is te verkrij
gen do: het. aanbrengen van verbeteringen
u. den zin der Woningwet.
Gewijzigde datum van aan
vang versterking b 1 ij vend ge
deelte. De minister van Oorlog heeft het
navolgende schrijven gericht tot de com-
mandeerende officieren van de onderschei
dene regimenten infanterie, van welk schrij
ven afschrift is gezonden aan de commis
sarissen der Koningin, ter mededeeling aan
de burgemeesters.
Zooals u uit den gang van het wetsont
werp tot versterking van het blijvend ge
deelte zal zijn gebleken, staat het reeds
thans vast, dat dit onderwerp niet meer tot
wet zal kunnen zijn verheven vóór 27 Maart
a.s., datum waarep ik mij had voorgesteld
die versterking te kunnen doen ingaan.
Mitsdien wordt de inwerkingtreding van
dien maatregel nader bepaald op 1 April a.s.
Aan de miliciens, die zich he^oen aange
meld en in aanmerking komen om tot het
vrijwillig verblijf te worden toegelaten,
moet door u worden medegedeeld, dat zij
eerst op laatstgenoemden datum behoeven
op te komen, maar dat de einddatum van
het verblijf blijft bepaald op 25 Juli a.s.
en dat in weerwil van de vertraging in de
opkomst, het premiebedrag voor ben, die
voor den vollen tijd van 1 April tot 25 Juli
ouder de wapenen zijn, behoudens nadere
goedkeuring van de Koningin, op f 120
blijft bepaald.
Ook moeten zij worden onderricht, dat
het hun vrij staat, toch op 27 dezer op te
komen, onder vooi-waarde, dat zij alleen
dan recht op premie krijgen, zoo de wet
gevende macht de daarvoor aangevraagde
gelden toestaat. Mocht een der hiervoreu
bedoelde manschappen uit onbekendheid
met deze nadere bepalingen op 27 Maart
a.s. opkomen, zoo moet 1 :j worden onder
richt in voege als bij den vorigen volzin is
vermeld. Aan de miliciens, die zich hebben
aangemeld, maar van wie nog niet vast
staat of zij wel voor bedoeld vrijwillig ver
blijf in aanmerking komen, moot eene me
dedeeling uitgaan, waarin hun, behalve
van de hiervoren bedeelde datumverande
ring, tevens wordt kennis gegeven, dat van
hunne beschikbaarstelling aanteekening is
gehouden, eu dat huu zoo spoedig doenlijk
zal worden bericht of zij voor het vrijwillig
verblijf worden toegelaten.
Een nieuw soort briefkaar
ten. In den loop van do maand April a.s.
zullen bij wijze van proef briefkaarten voor
het binnenlandsch verkeer op alle kanto
ren der posterijen verkrijgbaar zijn, aldua
ingericht, dat de linkerhelft der «dreszijda
voor schriftelijke mededeeungen kan wor
den gebezigd.
School- en Kerknieuws.
25jarig bestaan der Practu
Bche Ainbachfcsschoool te Leiden.
Eene commissie van oud-leerlingen der Practx-
soho Ambachtsschool te jUeiden i-.eft een feest
programma vastgesteld ter herdenking van het
23-jarig bestaan der school. De feesten zulle»
plaats hebben op Woensdag 29 en Donderdag
30 April a. 6.
Des avonds van den eersten dag zal ocne ten
toonstelling van teekeningen eu werkstukke»
dor oud-leerlingen in het gebouw der Prao-
tieohe Ambachiscliool worden geopend en een
gedenkplaat onthuld. Donderdagmorgen tus-
schen li en 12 uur zullen de reu.usten samen
komen in Zomerzorg aan den b&auousweg, bij
welke gelegenheid oen marine ïnusiealo zal plaat»
hebben. Te half een 's nam. zullen de oud-leer'-
lingen en leerlingen zich in optocht begevea
naar de Stadszaal ter by woning van een verga
dering van het bestuur der school, terwijl al
daar een blijvend aandenken van de oud-leer
lingen aan het bestuur zal worden overhandigd
en door de leerlingen een banier worden aange
boden. Te 4 uur gaat men weder in optochb
naar Zomerzorg en to halfzes zal aldaar een ge
meenschappelijke maaltijd plaats nebben, waar
aan zullen deelnemen de oud-leerlingen, de di
recteur der school eu de leeraren, terwijl het ge-
heel zal gesloten worden met een feestelijke bij
eenkomst in de Stadszaal waartoe ook de da
mes der oud-leerlingen en anderen tot bijwoning
zullen worden uitgenodigd.
Alweer een onder w ij zer ontr
slagen. Te IJsselstein is de heer L. Petera
onderwijzer aan de opeubaro school aldaar, eer
vol uit zijne betrekking ontslagen niet iugang
van 1 Juli a.s. Door bet Hoofdbestuur van den.
Bond van Neder landsche Onderwijzers is. naat
aanleiding van dit ontslag, aan ieputeerde
Staten van Utrecht een adres verzonden, waarin
het om vernietiging van dit raadsbesluit ver
zoekt: lo. omdat het besluit tot schade mag,
geacht worden van de belangen van het open
baar lager onderwys te IJsselstein en van doa
betrokken onderwijzer, eu 2o. omdat bovendien
het ontslag niet is verleend naar de voorschrif
ten, aangegeven bij art. 3D, sub c van de wet
op het lager onderwijs. In eene bijgaande mo-
morie van toelichting wordt er op gewezen, dak
aanleiding tot het voorstel van ontslag, in da
zitting van den Raad van {Jsselstein van 6
Maart, is geweest de vermindering van het aan
tal schoolgaande kinderen van 280 tot 221. Al*
iets zeer bijkomstigs is toen maar aangemerkt
het gevolg, dat een zoodanig besluif zou hebben,
voor het onderwijs. Nu moeten 2 klassen onde»
één onderwijzer komen, wat voor de vorderiugen
der leerlingen nadeelig is. Het grootste deel va»
de ouders der schoolgaande kinderen heelt dik
ingezien en dan ook bereids een adres tot de»
gemeenteraad gericht, om op het besluit tot
ontslag terug te koinen. Door 't verminderen
van 't aantal leerlingen zal de gemeente IJssel-
stein minder aan rijksbijdrage voor, 't onderwijs
ontvangen dan vóór 1 Januari 1908 en dus meer
aan hot lager onderwijs moeten ten kosie leg
gen; het geheele voordeel van het ontslag vooi
de gemeentekas is dan ook slechts f 190, welk.
voordeel geen reden mag zijn, om een ambte
naar, die aan de gemeente eenige jaren goede
diensten heeft bewezen, in zijn inkomsten te
treffen, want al moge een hem toe te kennen
wachtgeld hem iu staat ..«-sLn, iu zijn levens
onderhoud te voorzien, de ontslagen onderwijzer
heeft vermindering van inkomsten en dat geheet
buiten eigen schuld.
Het raadsbesluit is in strijd met do wet op
het lager onderwijs, daar ecu voordracht om»
den onderwijzer Peters te ontslaan, niet door
Burgemeester en Wethouders van JJsselstein bij
den Raad is ingediend.
Naar het Zweedsch
49 DOOB
PH. IV IJ 8 N A Ui,
Maar natuurlijk zouden er onder de burgers
van Skraluy sommigen gevonden worden, die
geen aanspraak konden maken op een uit-
noodiging op Store Sundeby, maar die toch
genoeg belang stelden in dc kunst en in ker
kelijke aangelegenheden om, ter eere van
,,Hct Bad te Retiheada", gaarne aan een
feestmaaltijd te willen deelnemen. Voor
dez>.n was het jammer.
D oude baron Harmingsköld legde nu,
in vertrouwen, zijne uitnoodigingslijst ter in
zage der bestuursleden en, het dient gezegd,
men stond verbaasd over de uitbreiding die
daaraan gegeven was.
Tlcn, zelfs de predikant, was tevreden
hij zeide, dat behalve de horlogemaker, die
de klok iu der. kerktoren onderhieJd, inder
daad niemand waa overgeslagen van wien
men kon veronderstellen dab hij lust zou
hebben gotoond om aan een kerkelijk feest
bij inteekening deel te nemen.
Natuurlijs schreef de baron dladelijk den
klokkenman ook op de Lijst; maar toch werd
er bekend gomaaikt dat er een vroegmaal bij
Gastis, bij inteekening, zou gegeven wor
den.
De kassier Klafve, wiens ontbijttuur ge
woonlijk tot den volgenden dag gerekt werd,
vreesde lat de tijd voor dit vroegmaal te
kort moest zijn. Ja, dit was waar, wanneer
men zijn gewoon onbbijtuur op negen uur
behield en de godsdienstoefening om tien.
Maai- wanneer men nu eens bij uitzonde
ring om acht uur dit vrcegmoal aankondig
de en de kerkelijke plechtigheid om elf, zoo
als dit in vele steden gebruikelijk was, zou
n.en toch behoorlijk kunnen genieten van
alle goede gaven die de kastelein voor 2 kro
nen per couvert geven kon, daarbij mede be
rekend een flesch sherry voor elke vier per
sonen en een cognacje na de koffie.
Dit voorste, van dokter Lars werd met al
gemeene stemmen goedgekeurd. Trouwens,
u-et elk voorstel van den dokter in de laat
ste een-en dertig jaren was dit te Skralby al
tijd zoo gegaan.
Het meest van den geheelen omtrok schit
terde Store Sundeby in feestglans. Eerebo-
geu waren aan elk hek opgezet en daarboven
nog vier op de plaats zelf, die ook neg op
andere wijze versierd was.
Er waren ook gasten aangekomen: Tante
Mal'vïna-, de meisjes Storm-Tihurn, oom
Poutus Jager lans en een jonge Jagerlans,
een tolbeambte, die een neef van do Har-
■mihgskölda was, in een nog verderen graad
dan oom Pontus.
Een gewon verloving zouden de fijne
neuzen der Skralbyers zeker dadelijk op
eenige mijlen afstand gespeurd heblben,
■wanneer die in de lucht hing. Maar de
jonge baron en Svenssons Thiüdal Neen,
hierover had niemand ooit iets gezegd dan
mevrouiw Rollen en deze toch ook maar een
enkel los woordje.
De aanzienlijke gasten zouden miseohien
iets hebben kunnen merken. Maar dit lag
zoo geheel buiten hunne hocg-aristocrati-
sche opvatting, dat zij gewillig met Gerda
Sköldgien, de meisjes Strandin, en nog een
paar dames, Zaterdag medewerkten aan
„het groen maken" in de kerk. Tante Mal-
vina zag mevrouw Lovisa gewoon voorbij
zij noemde Thilda „kindlief" en vroeg
„juffrouw Strandin" hoe zij over dit of
dat ornomenl dacht.
De jeugdige Jagerlans begon aan „dat
meisje Svensson" zijn hof te maken en wel
zoo druk, als de aard der plechtigheid, de
■manier van den jongen Sbockholmer en
Thdlda's bijzonder lief uiterlijk, desnoods
konden wettigen. Maar geen hunner kon
in de verste verte vermoeden dat dit hun
ne aanstaande verwanten waren, die zij al
dus voorbijzagen of uit de hoogte behan
delden
Maar nu was het ZondagmorgenHet
feestelijk schoongemaakte Skraliby lag op
de kleine verhooging boven de vlakke om
geving als een nieuw geschuurde knoop op
eeu sohoongestreken boord.
Juist toen de oude blok ouder aan den
■kansel, die n den zomer, als de olie dun
was, meest even bij de torenklok voor was,
begon te ratelen, om half acht te slaan, ont
moetten Thilda en Tborsten elkander bij de
zooeven doo.- den koster ontsloten kerk
deur Dlit was hunne eerste afgesproken
samenkomst
De zon schitterde ot> de kerkramen eu
speelde met het groen en cp het fijne witte
zand waarmee de vloer bestrooid was
met de kransen iu het koor en aan den
preekstoelen zij lichtte ook op het van
vreugde stralende gelaat van den held van
het feest.
Plechtig gaven die twee elkander do
hand, alsof gij reeds nu voor het altaar
hunne belofte van trouw wilden uitspre
ken.
„Heden zal het zijn!" juichte Tborsten
hartelijk.
„Ja, heden is het jou feestdag en mijn
vreugdedag," zeide Thilda terwijl zij, haar
blik met een schat van een teedenheid op
het dierbaar gelaat liet rusten.
„In 't vervolg zal er geen feest en geen
plechtigheid meer zijn, voor een van ons
afzonderlijk."
„Neen Goddank! Wij zullen alles ge
meenschappelijk vieren."
En nu liepen zij over het groene strooi
sel en het witte zand, tusschon de afgesle
ten kerkbanken door, tot waar het altaar
in het afgebakende halfrond was te zien.
Aohtcr het altaar hing „Het bad te Be-
thesda" in do breede vergulde Ijjst en de
zegenende engel zag uit zijne wolk op hen
neer
Een paar uren later zouden honderden
oogen op het stuk worden gericht en even-
zoovele ooren zouden het liooren hoe de
predikant den gever den dank dor Ge-
m eon te bracht Tborsten richtte zioh hoog
op, zijne oogen straalden en zwijgend druk
te hij nog eens de hand van zijne Thilda.
„Wat is het prachtig!" riep zij bewonde
rend uit.
„Als wij in het leven blijven zullen wij
hier menigen Zondag zitten, jaren lang
en dan zullen wij denken aan onze jougd
en aan onze liefste droomen, <Lio ten laat
ste werkelijk geworden zijn. En dan zul
len wij naar het stuk blijven alen, al wordt
het door niemand meer mooi gevonden en
al deuken de mensdhen er niet meer aan,
dat het er hangt. Want wij zullen nooit
vergeten dat het verjaart op denzelfden dag
waarop ons geluk geboren werd."
„Neen, Tborsten, dat zullen wij nooit,
vergeten
Zij liepen ei nog een poos rond en stre
ken met de vingers over de vergulde lijst
als kinderen die een prosent gekregen hen
ben. Thorsten wees naar de kransen.
„Zoo zal het er hier ook uitzien op
onzen trouwdag."
„Welk ecu zonderlinge gedachteonz«
trouwdag! God geve dat geen van ons bei
den voor dien dag sterft; wij zullen Hen»
daarom bidden, want, o Tborsten, het zou.
nu onmogelijk ziju altijd buiten te moe tea
blijven I"
Weer ratelde het uurwerk in de oud®
'klok en toer verkondigde zij, dat het acht
uur -was.
Thorsten moest naar liet vroeg maal in
het logement, want hedbn was hij overal
de hoofdpersoon. Toen hij weg was liep
Thilda, iu haar eentje nog eens rond. Zij
had de kerk op die manier -wel meer ver
sierd gezien men maakte er jaarlijks veel
werk van bi, het „aannemen". Maar bij
het oude was toöh zooveel voor haar nieuw.
Het altaarstuk was nieuw; haar eigen
plechtige stemming was nieuiwen nieuw
was ook de wereld die zich met eiken dag
ruimer en breeder voor haar gezichtskring
opende. De koster keek even om. het hoekje
van de sacristie.
Wordt vervolgd.