S®. 373. Tweed© blad. G"* Jaargang. Donderdag 26 Maart 1908. KOLONIËN. BINNENLAND. FEUILLETON. DE SVENSSONS. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertenticn, raeded eelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. f 0.75. O.IS. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Een» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag trtO(rfl7,onden. OOST-INDIE. Gisting in Indië. Men seint uit Batavia aan de Nieuwe Courant Zondag bad een anti-belastingbetooging plaata te Fort De Koek. De hoofden zijn gearresteerd. De gevangenis wordt door mi litairen bewaakt. In Loeboehasoeng heeft de bevolking de gehoorzaamheid opgezegd. Het bestuur liet-ft militaire hulp gevraagd. Gisteren is eeu compagnie daarheen ge zonden. Te Padang zijn oproerige plakateu gevonden, aanzettende tot den prang sabil (den „heiligen ooriog".) Het blad teekent o. a. hierbij aan Gelijk men weet heeft met 1 Ma irt jl. de invoering in dat gouvernement een aan vang genomen van een directe be'aoltng, welke in de plaata zou treden van do, tege lijkertijd afgeschafte, gedwongen kofficul tuur. Een zeer billijke maatregel, aangezien, sedert het geleidelijk verdwijnen dier cul tuur, de koffieplautende bevolking in het feheel niet meer tot de staatslastbij - roeg, terwijl do niet-plantende eenvoudig nimmer in de lasten had gedeeld. Lang is het p'an van zulk een belasticg- invoering hangende geweest. Reeds in 1891 was er sprake van, maar men d"i;fde het nooit goed aan, omdat men be vree vl was voor gisting onde- de bevolking en de daar uil fe volgen groote moeilijkheden Geleidelijk was die vree3 echter vermin derd en verleden jaar he^ft de regeering den knoop doorgehakt en een voostel to; heffing van een zeer matige inkomstenbelas ting op do ontverp-begrooting voor 1908 gebracht. Zondjr eenige discussie hebben de Staten-Generaal zich met het voorstel ver&enigd. Dat <le invoering dezer belasting tot ern- stigo moeilijkheden zou leiden, hebben wij destijds geschreven te betwijfelen. En on danks het gepubliceerde telegram blijven wij voorloopig bij ons oordeel. Een ernstige welvarende gezeten bevolking begeeft zich niet in oproerige avonturen om een belas ting van enkele guldens per hoofd, die van haar als eenige bijdrage in de aanzienlijke kosten barer huishouding wordt gevraagd. Mogelijk is echter dat de roerige en onte vreden losse elementen onder de bevolking de gelegenheid aangrijpen om kwajongens- werk te doen. En geheel is een andere mogelijKneid ook niet buitengesloten, n.l. dat emissarissen van de Atjehsche partij van verzet hier aan het werk zijn geweest en nog zijn om het gouvernement moe. jK- heden te bezorgen. Loeboehasoeng, waar de bevolking, naar luid van het telegram de gehoorzaamheid zou hebben opgezegd, is een onderafdeelmg van de af deeling Priaman in de beueden- landen. De gouverneur Heckler heeft den naam een zeer energiek man te zijn. Naar wij hopen en gelooven zal de gisting op slot van rekening blijken niet van zeer ernstige» aard te zijn. Mocht het echter anders loopen, dant dient door den zuren appel heen gebetende belasting'.o voering was noodig en billijk, geduld is lang, mis schien 'anger dar wel voorzichtig was, ge oefende In het algemeen belang van Indië moet hier worden doorgetast. Jhr. de Lannoy. De chef van het wapen der cavalerie, jhr. L. D. C. de Lannoy, wien aanvanke lijk het voornemen werd toegeschreven om 'u het a. 8. voorjaar den dienst te verla ten, heeft zijn vertrek uitgesteld tot in Oc tober a-3. Als hij heengaat, zal hij het re giment cavalerie achterlaten, bezield met een goeden geest bij de minderen, met een ver jongd en vlot ofiicierskorps, goed bereden en voorzien van een stel up tio date regle menten. Tot zijn opvolger als wapenohef is be stemd de majoar C. G. Daniels, want nooh de regeering noch de legercommandant den ken er aan zich iets aan te trekken van Let ondeskundig advies der commissie van rap porteurs uit de Tweede Kamer om het be weerde, aan den gepensioneerden majoor A. B. W. J. Posuo aangedane onrecht te her stellen door dezen weder in actieven Indi sch eu dienst op te nemen. De geest onder officieren en minderen zou dan binnenkort weer voor jaren bedor ven worden. Deze jonge oud-majoar zal zich misschien verblijd zien met een militie-commissa riaat. (J ava-Bode.) WEST-INDIË. Kulde aan den Gouverneur. Zaterd&fc' 22 Februari, 's morgens om half tien, vervoegde zich ten gouvernements huize te Paramaribo de uit de Koloniale Staten benoemde commissie om don gouver neur geluk te wenschen met ziju benoeming tot minister en dank te brengen voor zijn ahbeid in het belang der kolonie. De commissie bestond uit de heeren Gef- ken, Curiel en Ooutin'ho, onder leiding van den voorzit te den heer J. da Costa, bijge staan door den griffier, den heer A. S. J. Fernandes. De gouverneur verklaarde zeer getroffen te zijn, verzocht zijn dank over te brengen aan heb ooJloge, en bracht hulde aan den voorzitter voo" zijn welsprekende woorden. Voorts deed*»Z.Exc. de belofte de belangen der kolonie met hart en ziel te zullen blij ven voorstaan De afsohei.ls-audiëntie werd door onge veer /O personen bezocht, onder wie gede legeerden van enkele corporatiën, en ver scheidene mindere ambtenaren. Onder de bezoekers bevond zich een twin- tal BritsCh-Indiërs, onder leiding van den heer Luchmansing, die een koperen blad en eenige vazen aanboden, als herinnering. Ook vier mark., rouwen kwamen ter audiëntie, gewapend met een vlag. De gouverneur had voor alle bezoekers een welwillend woord tot afscheid. Blijkens het verslag in de Kolen. Staten, heeft de gouverneur de commissie, die hem namens de Staten hulde kwam brengen voor hetgeen door hean werd tot stand ge bracht, geantwoord dat, indien er iets tot stand kwam dit goeddeels te danken was aan de medewerking der Staten. Zijne Ex cellentie verklaarde met leedwezen de ko lonie te verlaten. Alleen plichtsbesef deed hem de eervolle roeping in Nederland aan nemen. De banden iu de kolonie aange knoopt, beschouwde de gouverneur als öiet lioht verbrekelijik, eu hij deed de toezegging dat hij met warme belangstelling de zaken 'zou blijven vo'gen en die steeds naar vermo gen zou bevorderen. Hij eindigde met den wenscfh dat d- in de laatste jaren ingesla gen weg zou leiden tot den bloei der ko lonie. Ramp op St. Hartin. Een Reuter-telegram meldde ons gisteren, dat in de Antillen weder een cycloon heeft gewoed, ten gevolge waarvan de eilanden Sint-Martin en Barthélemy verwoest zijn. Het eiland St. Martin, een der eilanden Boven den Wind, is ongeveer zoo groot als Noord-HolLaud en Utrecht samen en het kleinste, zuidelijkste gedeelte daarvan, Phi- lipsburg genaamd, behoort tot de Neder - landsche bezittingen. Het is door een berg keten gescheiden van het Fransche gedeel te Marigot. De bevolking van blanken en negers pl.m. 3000 op het Hollandsche en pl.m. 1500 op het Fran&che gedeelte houdt zich bezig met handel, vischvangsfc en zout- industrie, even-ris die van het veel kleinere Barthélemy, dat op ongeveer 1^ mijl af- stands van St. Martin ligt en geheel Fransch is. Het Hbld. heeft te 's Gravenhage geïn formeerd, waar bleek dat bij bet departe ment van Koloniën geen telegrammen uit West-Indië ontvangen zijn. Waarschijnlijk moet dit worden toege schreven aan het feit, dat St. Martin, het welk met Aruba, Bonaire, St. Eustatius en Saba tot de kolonie Curayao behoort, geen telegraphische verbinding met de koloniale hoofdplaats bezit, zoodat telegrammen even tueel per boot naar het naburige Britsche eiland St. Chriatoffel of St. Kitts moeten worden overgebracht. Het Hbld. is om nadere inlichtingen bi treffende den mogelijken omvang van de door Reuter vermelde ramp uitgegaan naar iemand, die de verschillende zoo-^ven ge noemde eilanden en de toestanden daar goed kent, den heer J. J. Jonckheer, die vele jaren gezagvoerder was van Saba een positie, welke mnz die van resident in Oost- Indië overeenkomt en herhaaldelijk St. Martin heeft bezocht. Deze vertelde aan het blad verschillende bijzonderheden. De eilanden daar zijn van vulkanischen aard en de huizen zijn er dan ook alle met het oog op mogelijke aardbevingen van hout en op palen gebouwd. Edoch, van een aard beving schijnt thans geen sprake te zijn geweest: de telegrammen spreken van een on weder". Nu is, zoo deelde ons de zegsman mede, de tijd voor de teisterende orkanen nog niet aangebroken. Die doen zich voor de eilanden „boven den wind" meest van Juni tot September in groote hevigheid voor, en uitzondering op dien regel is met Let oog op het vaste klimaat van deze in den Noord ooster passaat gelegen eilanden niet waar schijnlijk. Het on weder" zal daarom wel een wolk breuk zijn gewee3t, zooals er daar ter. plaatse meer voorkomen en die de rivieren zwellen doen eu de wegen en landerijen vernielen Mogelijk is, dat zoo eenige huizen zijn vernield eu in de overstrooming enkele men- scnen zijn omgekomen, maar de zegsman van het blad vond, kennende de plaatse lijke gesteldheid van de getroffen eilanden, geen reden om aan een groote, veel slacht offers eischende ramp te deuken. Intusecheu zal do gezagvoerder van St. Martin, de heer A. Brouwer, zich wel reeds met het koloniale bestuur in Curasao m verbinding hebben gesteld en zu len offi cieele berichten ons wel spoedig bereiken. B. er W. van Amsterdam deel en aan den gemeenteraad het technisch advies mede van den direateur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht over de vraag, of de woningen die worden voorgesteld voor on- bewoonhaarverklaring, werkelijk ongeschikt zijn tot bewoning of door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kun nen worden gebracht. Uit het uitvoerig rapport van den direc. tour blijkt, dat hij van oordeeJ is, dat de advieze i der Gezondheidscommissie alle moe ten worden gevolgd, wijl in geen der per- ceelen een bewoonbare toestand is te verkrij gen do: het. aanbrengen van verbeteringen u. den zin der Woningwet. Gewijzigde datum van aan vang versterking b 1 ij vend ge deelte. De minister van Oorlog heeft het navolgende schrijven gericht tot de com- mandeerende officieren van de onderschei dene regimenten infanterie, van welk schrij ven afschrift is gezonden aan de commis sarissen der Koningin, ter mededeeling aan de burgemeesters. Zooals u uit den gang van het wetsont werp tot versterking van het blijvend ge deelte zal zijn gebleken, staat het reeds thans vast, dat dit onderwerp niet meer tot wet zal kunnen zijn verheven vóór 27 Maart a.s., datum waarep ik mij had voorgesteld die versterking te kunnen doen ingaan. Mitsdien wordt de inwerkingtreding van dien maatregel nader bepaald op 1 April a.s. Aan de miliciens, die zich he^oen aange meld en in aanmerking komen om tot het vrijwillig verblijf te worden toegelaten, moet door u worden medegedeeld, dat zij eerst op laatstgenoemden datum behoeven op te komen, maar dat de einddatum van het verblijf blijft bepaald op 25 Juli a.s. en dat in weerwil van de vertraging in de opkomst, het premiebedrag voor ben, die voor den vollen tijd van 1 April tot 25 Juli ouder de wapenen zijn, behoudens nadere goedkeuring van de Koningin, op f 120 blijft bepaald. Ook moeten zij worden onderricht, dat het hun vrij staat, toch op 27 dezer op te komen, onder vooi-waarde, dat zij alleen dan recht op premie krijgen, zoo de wet gevende macht de daarvoor aangevraagde gelden toestaat. Mocht een der hiervoreu bedoelde manschappen uit onbekendheid met deze nadere bepalingen op 27 Maart a.s. opkomen, zoo moet 1 :j worden onder richt in voege als bij den vorigen volzin is vermeld. Aan de miliciens, die zich hebben aangemeld, maar van wie nog niet vast staat of zij wel voor bedoeld vrijwillig ver blijf in aanmerking komen, moot eene me dedeeling uitgaan, waarin hun, behalve van de hiervoren bedeelde datumverande ring, tevens wordt kennis gegeven, dat van hunne beschikbaarstelling aanteekening is gehouden, eu dat huu zoo spoedig doenlijk zal worden bericht of zij voor het vrijwillig verblijf worden toegelaten. Een nieuw soort briefkaar ten. In den loop van do maand April a.s. zullen bij wijze van proef briefkaarten voor het binnenlandsch verkeer op alle kanto ren der posterijen verkrijgbaar zijn, aldua ingericht, dat de linkerhelft der «dreszijda voor schriftelijke mededeeungen kan wor den gebezigd. School- en Kerknieuws. 25jarig bestaan der Practu Bche Ainbachfcsschoool te Leiden. Eene commissie van oud-leerlingen der Practx- soho Ambachtsschool te jUeiden i-.eft een feest programma vastgesteld ter herdenking van het 23-jarig bestaan der school. De feesten zulle» plaats hebben op Woensdag 29 en Donderdag 30 April a. 6. Des avonds van den eersten dag zal ocne ten toonstelling van teekeningen eu werkstukke» dor oud-leerlingen in het gebouw der Prao- tieohe Ambachiscliool worden geopend en een gedenkplaat onthuld. Donderdagmorgen tus- schen li en 12 uur zullen de reu.usten samen komen in Zomerzorg aan den b&auousweg, bij welke gelegenheid oen marine ïnusiealo zal plaat» hebben. Te half een 's nam. zullen de oud-leer'- lingen en leerlingen zich in optocht begevea naar de Stadszaal ter by woning van een verga dering van het bestuur der school, terwijl al daar een blijvend aandenken van de oud-leer lingen aan het bestuur zal worden overhandigd en door de leerlingen een banier worden aange boden. Te 4 uur gaat men weder in optochb naar Zomerzorg en to halfzes zal aldaar een ge meenschappelijke maaltijd plaats nebben, waar aan zullen deelnemen de oud-leerlingen, de di recteur der school eu de leeraren, terwijl het ge- heel zal gesloten worden met een feestelijke bij eenkomst in de Stadszaal waartoe ook de da mes der oud-leerlingen en anderen tot bijwoning zullen worden uitgenodigd. Alweer een onder w ij zer ontr slagen. Te IJsselstein is de heer L. Petera onderwijzer aan de opeubaro school aldaar, eer vol uit zijne betrekking ontslagen niet iugang van 1 Juli a.s. Door bet Hoofdbestuur van den. Bond van Neder landsche Onderwijzers is. naat aanleiding van dit ontslag, aan ieputeerde Staten van Utrecht een adres verzonden, waarin het om vernietiging van dit raadsbesluit ver zoekt: lo. omdat het besluit tot schade mag, geacht worden van de belangen van het open baar lager onderwys te IJsselstein en van doa betrokken onderwijzer, eu 2o. omdat bovendien het ontslag niet is verleend naar de voorschrif ten, aangegeven bij art. 3D, sub c van de wet op het lager onderwijs. In eene bijgaande mo- morie van toelichting wordt er op gewezen, dak aanleiding tot het voorstel van ontslag, in da zitting van den Raad van {Jsselstein van 6 Maart, is geweest de vermindering van het aan tal schoolgaande kinderen van 280 tot 221. Al* iets zeer bijkomstigs is toen maar aangemerkt het gevolg, dat een zoodanig besluif zou hebben, voor het onderwijs. Nu moeten 2 klassen onde» één onderwijzer komen, wat voor de vorderiugen der leerlingen nadeelig is. Het grootste deel va» de ouders der schoolgaande kinderen heelt dik ingezien en dan ook bereids een adres tot de» gemeenteraad gericht, om op het besluit tot ontslag terug te koinen. Door 't verminderen van 't aantal leerlingen zal de gemeente IJssel- stein minder aan rijksbijdrage voor, 't onderwijs ontvangen dan vóór 1 Januari 1908 en dus meer aan hot lager onderwijs moeten ten kosie leg gen; het geheele voordeel van het ontslag vooi de gemeentekas is dan ook slechts f 190, welk. voordeel geen reden mag zijn, om een ambte naar, die aan de gemeente eenige jaren goede diensten heeft bewezen, in zijn inkomsten te treffen, want al moge een hem toe te kennen wachtgeld hem iu staat ..«-sLn, iu zijn levens onderhoud te voorzien, de ontslagen onderwijzer heeft vermindering van inkomsten en dat geheet buiten eigen schuld. Het raadsbesluit is in strijd met do wet op het lager onderwijs, daar ecu voordracht om» den onderwijzer Peters te ontslaan, niet door Burgemeester en Wethouders van JJsselstein bij den Raad is ingediend. Naar het Zweedsch 49 DOOB PH. IV IJ 8 N A Ui, Maar natuurlijk zouden er onder de burgers van Skraluy sommigen gevonden worden, die geen aanspraak konden maken op een uit- noodiging op Store Sundeby, maar die toch genoeg belang stelden in dc kunst en in ker kelijke aangelegenheden om, ter eere van ,,Hct Bad te Retiheada", gaarne aan een feestmaaltijd te willen deelnemen. Voor dez>.n was het jammer. D oude baron Harmingsköld legde nu, in vertrouwen, zijne uitnoodigingslijst ter in zage der bestuursleden en, het dient gezegd, men stond verbaasd over de uitbreiding die daaraan gegeven was. Tlcn, zelfs de predikant, was tevreden hij zeide, dat behalve de horlogemaker, die de klok iu der. kerktoren onderhieJd, inder daad niemand waa overgeslagen van wien men kon veronderstellen dab hij lust zou hebben gotoond om aan een kerkelijk feest bij inteekening deel te nemen. Natuurlijs schreef de baron dladelijk den klokkenman ook op de Lijst; maar toch werd er bekend gomaaikt dat er een vroegmaal bij Gastis, bij inteekening, zou gegeven wor den. De kassier Klafve, wiens ontbijttuur ge woonlijk tot den volgenden dag gerekt werd, vreesde lat de tijd voor dit vroegmaal te kort moest zijn. Ja, dit was waar, wanneer men zijn gewoon onbbijtuur op negen uur behield en de godsdienstoefening om tien. Maai- wanneer men nu eens bij uitzonde ring om acht uur dit vrcegmoal aankondig de en de kerkelijke plechtigheid om elf, zoo als dit in vele steden gebruikelijk was, zou n.en toch behoorlijk kunnen genieten van alle goede gaven die de kastelein voor 2 kro nen per couvert geven kon, daarbij mede be rekend een flesch sherry voor elke vier per sonen en een cognacje na de koffie. Dit voorste, van dokter Lars werd met al gemeene stemmen goedgekeurd. Trouwens, u-et elk voorstel van den dokter in de laat ste een-en dertig jaren was dit te Skralby al tijd zoo gegaan. Het meest van den geheelen omtrok schit terde Store Sundeby in feestglans. Eerebo- geu waren aan elk hek opgezet en daarboven nog vier op de plaats zelf, die ook neg op andere wijze versierd was. Er waren ook gasten aangekomen: Tante Mal'vïna-, de meisjes Storm-Tihurn, oom Poutus Jager lans en een jonge Jagerlans, een tolbeambte, die een neef van do Har- ■mihgskölda was, in een nog verderen graad dan oom Pontus. Een gewon verloving zouden de fijne neuzen der Skralbyers zeker dadelijk op eenige mijlen afstand gespeurd heblben, ■wanneer die in de lucht hing. Maar de jonge baron en Svenssons Thiüdal Neen, hierover had niemand ooit iets gezegd dan mevrouiw Rollen en deze toch ook maar een enkel los woordje. De aanzienlijke gasten zouden miseohien iets hebben kunnen merken. Maar dit lag zoo geheel buiten hunne hocg-aristocrati- sche opvatting, dat zij gewillig met Gerda Sköldgien, de meisjes Strandin, en nog een paar dames, Zaterdag medewerkten aan „het groen maken" in de kerk. Tante Mal- vina zag mevrouw Lovisa gewoon voorbij zij noemde Thilda „kindlief" en vroeg „juffrouw Strandin" hoe zij over dit of dat ornomenl dacht. De jeugdige Jagerlans begon aan „dat meisje Svensson" zijn hof te maken en wel zoo druk, als de aard der plechtigheid, de ■manier van den jongen Sbockholmer en Thdlda's bijzonder lief uiterlijk, desnoods konden wettigen. Maar geen hunner kon in de verste verte vermoeden dat dit hun ne aanstaande verwanten waren, die zij al dus voorbijzagen of uit de hoogte behan delden Maar nu was het ZondagmorgenHet feestelijk schoongemaakte Skraliby lag op de kleine verhooging boven de vlakke om geving als een nieuw geschuurde knoop op eeu sohoongestreken boord. Juist toen de oude blok ouder aan den ■kansel, die n den zomer, als de olie dun was, meest even bij de torenklok voor was, begon te ratelen, om half acht te slaan, ont moetten Thilda en Tborsten elkander bij de zooeven doo.- den koster ontsloten kerk deur Dlit was hunne eerste afgesproken samenkomst De zon schitterde ot> de kerkramen eu speelde met het groen en cp het fijne witte zand waarmee de vloer bestrooid was met de kransen iu het koor en aan den preekstoelen zij lichtte ook op het van vreugde stralende gelaat van den held van het feest. Plechtig gaven die twee elkander do hand, alsof gij reeds nu voor het altaar hunne belofte van trouw wilden uitspre ken. „Heden zal het zijn!" juichte Tborsten hartelijk. „Ja, heden is het jou feestdag en mijn vreugdedag," zeide Thilda terwijl zij, haar blik met een schat van een teedenheid op het dierbaar gelaat liet rusten. „In 't vervolg zal er geen feest en geen plechtigheid meer zijn, voor een van ons afzonderlijk." „Neen Goddank! Wij zullen alles ge meenschappelijk vieren." En nu liepen zij over het groene strooi sel en het witte zand, tusschon de afgesle ten kerkbanken door, tot waar het altaar in het afgebakende halfrond was te zien. Aohtcr het altaar hing „Het bad te Be- thesda" in do breede vergulde Ijjst en de zegenende engel zag uit zijne wolk op hen neer Een paar uren later zouden honderden oogen op het stuk worden gericht en even- zoovele ooren zouden het liooren hoe de predikant den gever den dank dor Ge- m eon te bracht Tborsten richtte zioh hoog op, zijne oogen straalden en zwijgend druk te hij nog eens de hand van zijne Thilda. „Wat is het prachtig!" riep zij bewonde rend uit. „Als wij in het leven blijven zullen wij hier menigen Zondag zitten, jaren lang en dan zullen wij denken aan onze jougd en aan onze liefste droomen, <Lio ten laat ste werkelijk geworden zijn. En dan zul len wij naar het stuk blijven alen, al wordt het door niemand meer mooi gevonden en al deuken de mensdhen er niet meer aan, dat het er hangt. Want wij zullen nooit vergeten dat het verjaart op denzelfden dag waarop ons geluk geboren werd." „Neen, Tborsten, dat zullen wij nooit, vergeten Zij liepen ei nog een poos rond en stre ken met de vingers over de vergulde lijst als kinderen die een prosent gekregen hen ben. Thorsten wees naar de kransen. „Zoo zal het er hier ook uitzien op onzen trouwdag." „Welk ecu zonderlinge gedachteonz« trouwdag! God geve dat geen van ons bei den voor dien dag sterft; wij zullen Hen» daarom bidden, want, o Tborsten, het zou. nu onmogelijk ziju altijd buiten te moe tea blijven I" Weer ratelde het uurwerk in de oud® 'klok en toer verkondigde zij, dat het acht uur -was. Thorsten moest naar liet vroeg maal in het logement, want hedbn was hij overal de hoofdpersoon. Toen hij weg was liep Thilda, iu haar eentje nog eens rond. Zij had de kerk op die manier -wel meer ver sierd gezien men maakte er jaarlijks veel werk van bi, het „aannemen". Maar bij het oude was toöh zooveel voor haar nieuw. Het altaarstuk was nieuw; haar eigen plechtige stemming was nieuiwen nieuw was ook de wereld die zich met eiken dag ruimer en breeder voor haar gezichtskring opende. De koster keek even om. het hoekje van de sacristie. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1