JS°. 977.
6de Jaargang.
Maandag 30 Maart 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE SVENSSONS.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort .......f 1.35.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, meded eelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Cf C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
II
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eone
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toocezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort;
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
ingevolge beschikking van den heer Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel, d.d. 26
Maart, no. 2841, afdeeling Veeaarteenijkundige
Dienst, met ingang van 27 Maart 1908 is i n-
getrokken do beschikking van voornoemden
Minister van 14 Maart 1908, Directio van den
Landbouw, no. 2439, Afdeeling Veeartsenijkun-
dige Dienst (Nederlandsche Staatscourant van
15 en 16 Maart d. a. v., no. 64), waarbij verboden
werd het vervoeren of doen vervoeren van her
kauwende dieren en varkens uit, naar of binnen
een kling, omvattende gedeelten der gemeenten
Barneveld, Amersfoort, Hoogland, Nykerk, Hoe
velaken en Stoutenbnrg.
Amersfoort, 28 Maart 1908.
De Burgemeester voornoemd
WU1JTIERS.
Politiek Overzicht.
Vorst IStilow te Weeuen.
Het vovrbeeld van Keizer Wilhelm iB
spoedig door zijn kanselier gevolgd. Zoodra
zijne begrooting wae algetlaau en liij dus Ber
lijn kon verlaten, heelt vorst Biilow zijne
koffers gepakt, en thans bevindt hij zich
te Weeneu, waar hij volgens sommigen tot
lieden avond, voigeus eone andere infor
matie tot Woensdag zal vertoeven.
Tot een correspondent van de Néue Freie
Presse beeft vorst Bulow vóór zijn vertrek
zich over het doel van zijne reis aldus uit
gelaten „Mijne reis naar Weeneu heeft in de
eerste plaats het doel baron Aehrenthal te be
danken voor de bezoeken, die hij in Novem
ber 1906 en in het voorjaar van 1907 te Ber
lijn hoeft gebracht, en hem een tegenbezoek
te brengen. Dit tegenbezoek zou reeds vroe
ger geschied zijn, als niet ambtsbezigheden
van allerlei aard mij in Berlijn teruggehou
den hadden. Ilc zal natuurlijk in Weeuen
ook eeue audiëntie bij Keizer Frans Jozef
verzoeken, om den vriend van onzen Keizer
en den souverem van den met Duitschland
nauw bevrienden en verbondon Oosten
rijkse k-Hongaarse u en staat mijne vereering
te bewijzen. Eene bijzondere politieke aan
leiding brengt mij niet naar Woenen. Het
spreekt echter van zelf, dat ik met baron
Aehrenthal over een aantal vragen van in
ternationale politiek van gedachten zal wis
selen".
.11 et ligt voor dr hand, de ontmoeting tus-
schen de beide monarchen in Venetië met
de reis van vorst Biilow in verband te bren
gen. Immers Duit&chland en Oostenrijk-Hon-
garije zijn niet alleen met elkaar, maar ook
met Italië verbonden. En reeds wordt uit
betrouwbare bron bericht, dat de Duitsche
kanselier, wanneer hij uit Weeuen is terug
gekeerd, weldra weer de koffers zal pakken
en zijne Paaschvacautie in Home en Vene
tië zal doorbrengen. Daarbij zal hij ge
legenheid hebben zijue opwachting te maken
aan Koning Victor Emanuel en aan den
Italiaaiischen minister Tittoni, gelijk bij dit
nu doet aan Keizer Frans Jozef en aan
baron Aehrenthal, en met hen overleg te
plegen. Deze ontmoetingen staan onmisken
baar niet elkaar in verbandde eene is als
eene aanvulling van de anderen te beschou
wen. Eu "tot besluit zal bij do aanstaande
komst van Keizei Wilhelm to Weeneu eene
ontmoeting plaats hebben tusscben de beide
Keizers.
De Vossische Ztg schrijft naar aanleiding
van deze ontmoeting: „Niet altijd heeft
in de laatste jaren tusscben de staten van
den driebond de gewenschte eensgezindheid
geheersebt. Wel was tusscben Duitschland
Oostenrijk-Hongarije alles zooals het
moest zijn. Maar tusscben hen en Italië vras
het niet zoo. Dat hebben de gebeurtenissen
van Algeciras en ook de kleine wrijvingen
tussclien Weenen en Rome bewezen. Nu en
dan wekten de militaire toebereidselen aan
de Oostenrijksch-Hongaarsche grens en an
dere incidenten de verdenking, dat de dagen
van den driebond geteld waren. Deze vrees
is gelukkig ongegrond gebleken. Het ver
trouwen is weder algemeen geworden, dat
de driebond, die als een waarborg voor den
Europeeschen vrede zijne deugdelijkheid
beeft bewezen, ook tegenwoordig er ver van
daan is zijne ontbinding tegemoet te gaan.
„In Algeciras heeft Oostenrijk-Hongarije
tegenover Duitschland in ruime mate bond
genootschappelijke gezindheid aan den dag
gelegd. Met dezelfde bereidwilligheid is
Duitschland nu opgekomen voor het aan de
belangen van cultuur en beschaving bevor
derlijke plan, betreffende den Bandsjak-
apoorweg. Met voldoening heeft men waar
genomen, dat ook Tittoni dit plan onbe
vangen beoordeelt en de uitbuiting er van
tot uitingen van wantrouwen tegen de
il? bsburgsche monarchie bestrijdt. De
pogingen, om zich van de woelingen in het
oosten te bedienen om den driebond te doen
uiteengaan en aan Oostenrijk-Hongarije on
overwinnelijke moeielijkheden te berokke
nen, zullen, naar het zich laat aanzien,
vruchteloos zijn. Deze opvatting zal bij de
ontmoetingen van vorst Bülow met- baron
Aehrenthal en den heer Tittoni zeker be
vestiging vinden
„Over 't geheel zal overal de meening
gedeeld worden, dat de reizen van den rijks
kanselier, ook al vinden zij geen aanleiding
in eene actueele behoefte van do politiek,
toch de uitwerking zullen hebben, dat zij
op nieuw openlijk getuigenis afleggen van
de hartelijke betrekkingen tusscben de ver
bonden rijken en daarmee bet vertrouwen
bekrachtigen, in eene vruchtdragende ont
wikkeling van de Europeesche politiek".
Duitschland en Italifii
Corriere della Sera wil uit de beste
bron v/eten, dat de rijkskanselier vorst Bii
low met zijne gemalin den lüen April voor
vijf dagen naar Home zal komen en de rest
van zijne Paaschvacantie, omstreeks veer
tien dagen, in Venetië zal dop-brengen.
Frankrijk.
In de credietaanvrage voor de reis van
president Fallières naar Londen worden de
kosten op 130,000 frs. berekend. In de
memorie van toelichting wordt medege
deeld, dat het bezoek gesohi- dt op eene
vriendschappelijke uitnoodiging van Koning
Eduard en dat Engeland aan het hoofd
van den Frans-enen staat de hartelijkste
ontvangst zal bereiden, die, gei ijk vroegere
dergelijke bezoeken, de gGede betrekkingen
tusscben de beide landen slechte kan bevor
deren
Minister-pi'ea'dent heeft aan ertog Clau
de Lan'nes de Moutebello laten wotcu, in
antwoord op diens blief uaar aan ie! ling van
de bijzetting van Zola in het Pantheon, dat
slechts een wet machtiging zou kunnen vc-
leeneu om het stoffelijk overschot an maar
schalk La mi es uit het Pantheon naar oen
kerkhof over te brengen en diat do regee
ring meent, niet het initiatief te moeten ne
men, tot het voorstellen van zulk eene, wet.
Met de bijzetting van Zola gaat Let ove
rigens zonderling toe. Toen in April 1903 het
hof van cassatie de rehabilitatie van Alfred
Dreyfus had bewerkt, besloot de Kamc-r in
Juli van dat jaar geheel spontaan, Mp or-
stel van een socialistischen afgevair iigie
oon Zola's overschot, dat op den Mcnt-
mastre begraven ligt, naar het Pantheon
over te brengen. De Senaat nam in de na
jaarszitting eveneens deze wet aan, die den
15. December 1906 werd afgekondigd. Deze
wet wacht nog op hare uitvoering. De ver
tragi ug is voor een deel te wijten aan den
wensoh van Zola's weduwe, die de overbren
ging wiide vermijden voordat er een groeve
gereed was om hot lijk duurzaam op te ne
men. Dit bezwaar is echter sedert drie maan
den opeebeven en de regeeriug koos als dag
voor de plechtige overbrenging den 2. April
op dien dag van heb jaar 1898 vernietigde
namelijk het bof vau cassatie het vonnis van
heb Parijsake hof van assdees, waardoor Zola
wegens zijn beroemden brief „J'aocuse" met
gevangenisstraf was bestraft. De Kamer
hoeft voor weimige dagen het geld voor deze
plechtigheid toegestaan. Maar nu is de re
geering plotseling van meening geworden,
dat tien Senaat den tijd ontbreekt om dit
wetsontwerp af te doen, en daarom is beslo
ten de plechtigheid tot 4 Juni uit te stel
len. De nationalistische pers laat niet na
zich de verdienste daarvan toe te schrij
ven en verkondigt, dat de regeering bang is
voor de door haai' aangekondigde protest-
betoogingen.
Bij de onthulling van eene buste van Zola
in Suresna zou de minister Viviani de feest
rede houden. Hij heeft die toezegging echter
ingetrokken en zegt tot verklaring, dat hij
in de meening had verkeerd, dat de ont
hulling zou plaats hebben na de plechtigheid
in het Pantheon, waarop hij niet wil voor-
ui bloopon.
Engeland.
In het Engeilscihe Lagerhuis aftelde de heer
Ashley aan Sir Edward Grey den minister
van binnenlandsche zaken, de vraag, of de
Engolache regeoring door de een of andere
buitenlandsohe mogendheid gepolst was om
trent buitenwcrkingsibellling of wijégkig van
de akte van Algeciras, waarop de min'st-r
het lakonieke antwoord gaf: „Neen mijn
beer 1"
De plaats, die in het lagerhuis, vacant is
geworden, doordat de lieer Vidtor Caven
dish, de afgevaardigde van West Derbyshi
re, hertog van Devonshire is geworden, zal
waarschijnlijl. vervuld worden door zijn
brooder Richard Cavendish. De liberalen
stellen hem gaarne candidaat, uit 'ngeno
nieuhe1 1 met het feit, dat een lid .au het
huis Cavendish bereid is als hun vertegen
woordiger op te treden; de unionisten zul
len hem niet bestrijden uit eerbied voor dit
aai zienlijke geslacht.
In eene vergadering van vertegenwoordi
gers van vereenigingen tot drankbestrijding
in Engeland en Wales, in de Queen's Hall
te Londen gehouden, heeft de minister
Lloyd George aangekondigd, dat de regse-
ring, ondanks do nederlaag van Peokliam,
hare ontwerp-drankweb handhaaft en met
alle macht zich voor hare aanneming in de
bres zal stellen. De kleine tegenspoed, aan
de stembus geleden, moest eer-der een
spoorslag tot volharding zijn. „Zou het in
Engeland gezegd kunnen worden, dab de
drank, die huisgezinnen in 't ongeluk stort,
regeeringen kan doen mislukken? Hier is
althans eene regeering gij moogt haar
kritiseeren of veroordeelen zooveel als gij
wilt die berend is haar bestaan op 't
spel te zetten om te staan tusscben den
drankhandel en de gezinnen, die er door
worden verwoest."
Uit de wijze, waarop deze bewindsman
zich uitsprak, is af te leiden, dat hij sprak
met machtiging van het kabinet, waartoe
h; .afhoort.
De leider van de Iersche nationalisten,
John Redmond, heeft eene motie ten gunste
van homerule ingediend, die heden in be
handeling komt. De heer Redmond heeft
verklaard, dat zijne bedoeling met dit voor
stel is de regeering te nopen hierin kleur
te bekennen. De liberale imperialisten heb
ben het besluit genomen, onafhankelijk
van de regeering in deze zaak te stemmen.
Zweden.
S t o c k h o 1 m, 2 8 Maart-. De rijksdag
heeft het regeeringsontwerp tot verhooging
van de suiker belasting aangenomen. De ver
hooging bedraagt van 1909 tot 1911 2 öre en
daarna 3 ore per K.G., met evenred'ge ver
laging van het invoerrecht op suiker.
Italië.
Fogg ia, 30 in a a r t. Te San Severo
is een opstootje voorgekomen bij gelegenheid
der verkiezing van een lid van het provin
ciaal bestuur. De menigte wierp met stee-
nen naar de gendarmen en de troepen, die
daarop antwoordden. Een betooger werd
gedood, twee soldaten en verscheidene gen
darmen werclen gewond.
Spanje.
Madrid, 28 Maart. De republikein-
sohe minderheid in de Kamer had besloten
met kalmte, aandacht en onpartijdigheid aan
-de beraadslaging deel te nemein over heb ont
werp op de plaatselijke besturen, maar ge
geven de ongerechtvaardigde heftigheid door
de regeeriug aangenomen, nader besloten op
haar beurt eene vrijmoedig» en energieke
obstructie tegen het ontwerp te voeren, zoo
lang de regeering in hare houding blijft
volharden.
Servië.
De raad van state heeft met op één na
algemeene stammen besloten de Skoepschtina.
de aanneming van het handelsverdrag met
Oostenrijk-Hongarije aan te bevelen. Slechts
één lid van den raad verklaarde het han
delsverdrag voor zeer onvoordeeiig en beval
aan het te verwerpen. Het verdrag is thans
met het advies van den raad van state bij
de skoepschtina ter bekrachtiging ingediend
Rusland.
Graaf Witte heeft in eene vergadering
van leden van de centrumgroep van den
rijksdag eene scherpe critiak geleverd van
de Russische financiën. Hij verklaarde, dat
de uitgawen van den staat reeds voor den
oorlog de inkomsten hebben overtroffen, en
sedert is dat nog erger geworden. Wanneer
er nu nog op groote schaal schepen moeten
worden gebouwd, dan zou Rusland in de
eerste zes jaren minstens een lilliard roe-
..Is moeten leenen. Men moet zich daarom
beperken tot de versterking en betere be
wapening van het landleger,
Turkije.
De sultan heeft den Italiaanechen generaal
de Robilant, wiens verkiezing tot opvolger
van Degiorgis Pacha ais chef van de Mace
donische gendarmerie door dé mogendheden
bekrachtigd, is, tot divisie-generaal benoemd.
Het antwoord op het voorstel, dat het
Russische kabinet heeft gedaan, is door de
regeering van Oostenrijk-Hongarije verzon
den. Het voorstel, dat de instelling van
eene internationale bestuurscommissie in
Macedonië ten doel heeft, is, zooals bekend
is, het eerst onderworpen aan het oordeel
van de regeering van Oostenrijk-Hongarije,
en men neemt in diplomatieke klingen aan,
dat wanneer tusscben de beide regeeringoa
overeonstemming verkregen is omtrent het
nieuwe Russische plan, dit aan de mogend
heden gemeenschappelijk zal worden voor
gelegd, of dat Rusland zijn voorstel
namens de beide kabinetten bij de
andere mogendheden zal indienen. Uit
Petersburg wordt aan de Neue Freie
Pneseo bericht, dat de nota "van Oostenrijk-
Longarije, die in zeer tegemoetkomen de a
toon is vervat, met groote voldoening door
het Russische ministerie van buitenlandsohe
zaken is ontvangen. Minister Iswolski zal
haar spoedig in het algemeen toestemmend
beentwoorden. Dan is or eene rode van den
Russisehen minister van buitenlajidsoke za
ken in de rijksdoema over de Balkanpolitiek
te verwachten.
K o n 81 an t i n opel, 29 Maart.
De vreemde consuls te Van hebben eene
nota gekend gemaakt, waarin zij zeggen, dat
verleden Maandag de muzelmannen, door de
politie opgehitst, de Armeniërs hebben aan
gevallen. Zij doodden 23 menscheu en woud-
den ei 7. Op verzoek van den vali 'ijn twee
hataildouB naar Van gezonden.
Marokko.
De Madridsche Liberal bericht, dat do
Spaansche regeering plan beeft, twoe uit in
boorlingen bestaande Marokkaansche ba-
taallons op te richten, die onder bevel van
Spaansche officieren en onderofficieren den
dienst s. -Hon verrichten in Oeuta en Meli'lla.
China.
Peking, 28 Maart. Tot gezant in
Nederland is beneemd Lu Cheng Siang ter
vervanging van den tegenwooidigen titula
ris Tsien Sun, die naar Italië is or.-roe
plaatst.
Vereenigde Staten.
N e w-Y ork, '28 Maart. De politie joef
eene menigte van 10,000 menscheu uiteen,
die was samengekomen om aan eene be too
ging van werkloozen deel te nemen. Enkele
betoogera droegen vaandels met anarchisti
sche opschriften. Nadat de menigte was
verstrooid, wierp een man een bom, waar
door een aantal mouschen werden gedood
of gewond. De bommenwerper is, volgens
de politie, eon zokere Silberstein, die ster
vende werd opgenomen met een weggesla
gen been.
Tweede telegram. Slechte één man,
een arbeider, werd door de bom gedood,
maar Silberet-ein werd doodelijtk gewond.
Het schijnt, dat, terwijl hij op de politie
toeliep om de bom te werpen, het instru
ment ontplofte, waardoor hij verschrikke
lijk werd gewond.
Allerlei.
vNog altijd loopen er geruchten over
een aanstaande scheiding tusschen deu heer
en mevrouw Toselli. Mevrouw Toselli was
er ©enigszins over ontstemd, dat de politie
Naar het Zweedsch
SI DOOB
PU. II' IJ S M A ?r.
De jonge baron zag die kale velden en
opgelapto huizen zonder bezorgdheid, hoe
wel hij zich, wat zeer natuurlijk was,
in <Te laatste weken, met meer debet en
credit had bezig gehouden dan vroeger.
Want flinke landbouwkundigen hadden,
zonder het tegenwoordig verval te willen
vergoêlijken, -hem er op gewezen welke
bronnen van welvaart, welke rijke oogsten
uit dien zoo lang g .st hebbenden grond
te trekken warendie ongerepte, wijd uit
gestrekte bo6sohen vertegenwoordigden een
vermogen aan kostbaar hout; en sommige
alkkers konden en moesten het vierdubbele
aan graan en aardappels opbrengen. Al
bleef nu de oude baron nog e-n poos in 't
leven, zou hij toch niet lang moer in staat
zijn liet oog: over alles te houden zooals
vroeger. Met den jongen landheer zou ook
de nieuwe tijd voor Sundeby komen.
Arme HultbergWeinig vermoedde de
oude onderbaas wat hem te wachten stond
In zijn beste plunje, liep hij zelfbewust
rond; inspecteerde de vlaggen; zorgde in
de stallen voor behoorlijke ruimte <xm de
paarden der gasten onder dak te brengen
en voerde als bevelhebber den staf over
4kn echts en meiden.
Hij kon niet weten dat hij als 't ware stond
op een vulkaan vol dwaze nieuwerwetsche
dmgen, een vulkaan, die een geheel leger
van moderne landbouwkundigen zou doen
verrijzen en hier de plaats overstroomeu
zou met dorschmachines, draineerbuizen,
zaaimachines eu wie weet wat nog meer
Arme oude Hultberg! Arme menschen,
voor wie de nieuwe tijd te haastig optreedt
In de eerepoorten hingen bloemen en
bladeren en fladderende bonte linten bene
vens papieren vlaggetjes met de Zweedsche
kleuren. Elders zouden deze versieringen
misschien laf hebben gestaan, maar hier
vond iedereen, de jonge S'tockholmsohe neef
uitgezonderd, dat het hoel aardig was be
dacht.
De dames waren naar de haar aangewe
zen kamers gegaan, om nog iets in orde
te brengen aan hare overdreven mooie toi
letten. Oom Pontus versterkte ziah met ©en
slaapje. De jonge Stockholmer gaf, onge
vraagd, hier en daar welwilende wenken
voor het in orde brengen van den feest-
disdh. Toen Thilda nu ook een handje wil
de helpen en haar schort wilde voordoen,
drukte barones Sigrid haar de handen en
zeide hartelijk
„Vandaag niet, kindlief; niet op dezen
dag! Reken er op dat je nog genoeg te
doen zult krijgen in dit oude huis I Thor
sten is naar de brug gegaan..."
Een zalige gewaarwording doortintelde
haar gemoed. Het diende nu nergens voor
om den schijn te bewaren. Iedereen zou nu
toch spoedig het groote nieuws vernemen.
Met een verlicht hart ging Thilda den weg
op, dien ihaar verlangen en den wenscih van
zijne moeder haar aanwees.
Éen pair minuten later paücte tante Mal-
vina met haar beenderige vingers de zaohto
huid van Afhild Storm-Thurns molligen
arm. Zij trok haar naar het venster der
logeerkamer en fluisterde:
„Wat zeg je daar nu van?'
„Wel, tantelief, zij moet het zelf maar
weten."
Dat gold Thilda. Thilda, die daar bij de
brug van de boot stond in Ihaar mooi, licht,
eenvoudig kleedje, het bruine haar onbe
dekt en het van geluk stralende, blozende
gezichtje opgeheven tot den vriend barer
kinder jarenZij stonden dicht, zeer dicht
bij elkander. Geen van beiden sprak. Als
zij iets te zeggen hadden dan was daar geen
haast bij. Immers, zij hadden het leven
voor zich; een geheel op hetzelfde pad.
Het zag er werkelijk wel naar uit of Svens-
sons Thilda „'twel wist". Zij zou zich,
zoo-noodig, kunnen verdedigen.
De gasten begonnen te verschijnen. Vol
gens het opgemaakte programma zouden
baron Ludvig en de barones in het salon
post vatten, en zou Thorsten in de voor
kamer ontvangen. Dit sdaeen al aanstonds
mis te loopen, want ooan Pontus had mijn
heer Stauger reeds opgevangen".
Met zijne gevoeligheid voor Thildas be
koorlijk persoontje, zou oom Pontus waar
schijnlijk wél genoegen hébben willen nemen
met het nieuwe fam vittel id. Erger zou het
zijn hem te laten vergeven, dat de bloed
verwanten niet waren ingewijd omtrent
hetgeen 'hun te "Wachten stond; dat zij
evenzoo goed buiten het geheim waren ge
houden als die menschen iu Skralby
Totnogtoe was oom Pontus de beleefd
heid in eigen persoon. Hij bracht mijnheer
Stanger voor de drie familieportretten die
in de voorkamer hingen en beloofde hem
na het eten de andere in de eetkamer te
laten zien en 'hem daarvan te vertellen.
Eene welwillendheid waarmede Stanger bij
zonder ingenomen bleek te zijn. „Vermeer
dering van keunis omtrent groote en goede
menschen was zoo aanmoedigend voor
pi ichtgetrouwkeidmeende h.^
Daar kwam de oude calèche der Svens-
sous aan.
Mevrouw Lovisa was vuurrood; een wei
nig verlegen speelde zij met hare mutsen-
linten en knipte telkens een denkbeeldig
stofje van haar nieuw zwart zijden kleed
het wit kanten plooisel om den hails stond
haar keurig. Haar man stapte in 't volle
besef zijner waardigheid naar de stoep eu
toen oom Pontus hem tot welkom de hand
bood, drukte en kneep hij die met een plot
seling opgewekt gevoel van bloedverwant
schap zeggende:
„Welk een dag! Welk een heerlijke dag,
mijnheer Jagerlans! Eerst in Gods huis eu
nu bij onze lieve vrienden
Thorsten kwam aanloopen, hijgend en
rood; dat hij ook niet beter op zijn post
was geweest; wel foei! Hij schaamde zich
heusoh.
Eindelijk waren zij er allen, behalve dok
ter Lars. Hij moest een been spalken in
Ljung.
Het aantal gasten was te groot om eene
tafel voor allen te kunnen dekken, met for-
meele aanwijzing der plaatsen. De zwaar
beladen eettafel stond in de zaal, maar
verschillende kleinere tafels waren in de
aangrenzende kamers gedekt.
De meeste gasten vonden die schikking
wel aangenaam en reeds onder het gebruik
van „smörgaabordet," den eetlust prik
kelende spijzen, als dunne stukjes brood
met ansjovis, kaas, radijs, caviar enz.
was de stemming vroolijk en ongedwongen.
Met verlangen liep Thilda een paar maai
de gang in eu zag den straatweg op, naar
de komst van haar ouden vriend.
Eindelijk kwam het rijtuigje van dokter
Lars in zicht. Gelukkig kwam hij gelijk
met de visoh.
„Een heerlijk schoone dag, kindlief. God
zegene jeriep hij ontroerd, toen hij hare
handen tusschen de zijne hartlijk drukte.
Thilda bloosde tot achter haar oorenj
„Weet oom bet dan alf'
„Neen, maar hij begrijpt er allee van.
Jullie hebben toch niet onder eterk water
gestaan?"
Baron Ludvig was de beminnelijkste gast
heer dien men zich kan voorstellenen
heden deed hij nog bijzonder zijn beat. Hij
had voor ieder oen vriendelijk woord
even zeide hij tegen Thorsten, waar hij
moesrt gaan staan zoodra do kalkoen was
rondgediend eu Thilda fluisterde hij ook
iets in, waarop zij gehoorzaam antwoordde:
„Juist; naast Thorsten, vlak voor de
schaal met gelei, rechts."
Nu stond de oude baron op, en bloof op
de stoep zachtjes praten, alsof hij eene vaa
buiten geleorde les nog eens herhaalde.
„Er Bdhijnt iet» in de lucht te zetten,
dokter," zeide Wennerbom tegen doktor
Lars.
„Het zit onder Thorsten's vest, weet-je,
oude heerl" lachte de dokter goedig.
„Wel drommel» j moet de jongen een
toespraak houden F
Blot volgt-