814. Eerste Eilad.
Zaterdag 2 Mei 1908.
6"' Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Een praatje over Reisverhalen.
ABONNEMENTSPRIJS:
p#r 3 maanden voor Amersfoortf 1.60.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
J)#ze Courant verschijnt dagelijks, behalve ep Zen- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vdér 11 uw
morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgeverij VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PEÜS DHR ADVBRTKNTIËN:
Van 1regels f 0.50.
Elko regel meer - 0.16.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents b| veeruitbetalinf.
ttroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeliae bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
eireulairebevattende de voorwaarden,
toegezonden.
Bene
'wordt op aanvraag
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 33 der Kieswet
Brengt ter openbare kennis, dat de door het
Gemeentebestuur genomen beslissingen op de
ingekomen verzoekschriften- om verbetering der
kiezerslijst 19081909 voor deze gemeente, voor
een ieder ter Secretarie zijn nedergelegd en in
afschrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar
I gesteld.
Amersfoort, 30 April 1908.
I)e Burgemeester voornoemd
k WÜIJTIEKS.
Politiek Overzicht
De taalstrijd in Boliemen.
Nergens in Europa is de taalstrijd feller
dan in Oostenrijk. Een Nederlandsche dich
ter heeft gezegd: ,,De taal is gansch liet
volk." Voor Oostenrijk kan dat echter niet
gelden, want het Oostenrijksche gebied
wordt bewoond door een achttal velschillen
de volken, die ieder een eigen taal er op
nahouden. Wanneer al die volken zich voor
zich handelen naar den stelregel: ,,De taal
is gansch het volk", dan ligt het voor de
hand, dat er een chaotische toestand
moet ontstaan, eene moderne ba by Ionische
spraakverwarring.
Vooral Bohemen is het tooneel van een
verwoeden strijd op het gebied der taal.
CJzecheu en Duitschers staan daar tegen el
kander over als twee vijandige partijen. De
f strijdlustige stemming, die beide partijen
bezielt, maakt het tot een lastig en dikwijls
ondankbaar werk tusschen hen te bemidde
len. De Czechen strijden met- onverzwakten
ijver voor de gelijkstelling van hunne taal
met de Dudtsche in den inwendigen dienst.
Daartegenover geven d© Duitschers nauw
lettend acht, dat den Czechen geen stap
wordt toegegeven op het gebied van de taal,
-omdat zij niet zonder reden vreezen, dat
wat onder de leus van gelijkstelling wordt
verlangd, feitelijk moet neerkomen op over-
heersching. Wanneer er iets gebeurt wat-
bun voorkomt eene concessie aan de Cze
chen te zijn, dan nepen zij ach en wee.
In deze dagen weergalmt de lucht van
klachten der Duitschers. In twee takken
van den rijksdienst klagen zij over achter
uitzetting en over bevoordeoling van de
Czechen tegenover henhunne grieven be
treffen ©enerzijds de posterijen, anderzijds
het rechtswezen. Zonderlinge incidenten
doet de taalstrijd ontstaan in den post
dienst; men zou geneigd zijn er om te
lachen ab zij niet zulk een ernstigen achter
grond hadden. Een enkel voorbeeld ontke
nen wij aan de Neue Freie Presse.
Sedert jaar en dag stonden de spoorweg
postkantoren, die de brievenmalen vervoe
ren van Weenen naar Praag en verder naai
de Duitsche grens, ouder toezicht van de
hoofddirectie te Weenen. Dat is veranderd,
nu een Czechisclie minister aan het hoofd
staat van het departement van handelin
Deutsch Rrod, een station in 't zuidoosten
van Bohemen, worden de onder Weenen res-
sorteerende postambtenaren, die belast zijn
met- de overbrenging van de post, afgelost-
door anderen, waarover do directie te Praag
te zeggen heeft. Dat zijn Czechen, terwijl het
personeel, dat onder Weenen ressorteert, in
hoofdzaak uit Duitschers bestaat. In
Deutsch-Brod moet de dienst worden over
gegeven. Nu staan de Czechen op hunne
taal, en zij vullen hunne staten en borde
rellen in het Czechisch in. Zij gaan daarin
zelf zóó ver, dat zij de getallen niet in
cijfers invullen, maar in letters. Dat willen
de Duitschers niet verdragenzij weigeren
de Czechisch ingevulde staten in ontvangst
te nemen en voor gezien te teekenen. Omge
keerd doen de Czeckische ambtenaren het
zelfde met de Duitsche statenzij zijn Cze
chen en willen niet anders dan van Oze-
chische stukken kennis nemen. Het onver
mijdelijke gevolg daarvan is vertraging en
zélfs stagnatie in den diensthet is eenige
malen voorgekomen, dat de brievenmalen
zijn blijven liggen engovolge van de strub
belingen over de overneming in Deutsch-
Brod.
Bij het rechtswezen in Bohemen hoeft men,
den taalstrijd in een andoren vorm. In een
gedeelte van Bohemen is de bevolking over
wegend D'uitsch, in een ander gedeelte over
wegend Czecbisok; de districten met eene
gemengde bevolking zijn betrekkelijk weinig
talrijk. Nu heeft tot diusver altijd de regel
gegolden, dat in het Duitsche taalgebied
de taal, waarin recht wordt gedaan, de
Duitsche is terwijl in 't Oaechische taalgebied
recht wordt gesproken in de Czeohische
taal. Daarover vceleu de Ozeohen zioh in
den iaatsteu tijd bezwaard; zij willen, dat
op Czechische klachten en verzoeken in het
Czechisch reolit wordt gedaan, ook in het
Duitsche taalgebied. De kantongerechten in
het Duitsche gebied hebben tot dusver ge
weigerd kennis te nemen van zaken, die in
eene andere taal dan de Duitsche bij hen
worden aangebracht; de rechtbanken, die
in hooger beroep daarover hadden te beslis
sen, eveneens, De Ozecbisahe advocaten na
men daarop hunne toevlucht tot liet Ober-
landesgeriont te Praag, het hoogste rechts
college in Bohemen, en trachtten van den
voorzitter van dat college eene disciplinaire
■beschikking uit te lokken, die de kanton
gerechten gelastte in het Czechisch gestelde
klachten en verzoeken aan te nemen en die
in hef Czechisch af te doen. Dat gelukte
eerst nietde voorzitter was niet gezind den
Czechen hun zin te doen. Maar nu werd de
minister van justitie in den arm genomen
het gelukte van dezen een beschikking te
krijgen waarbij den voorzitter vali het hof,
den heer von Wessely, een verlof werd ver
leend. Zijne function worden thans waarge
nomen door den vioe-president Rinesoh, een
Duitsoher van geboorte, maar die tot de
andere partij is overgegaan en nu, zooals
veel a met bekeerden het geval is, een Cze
chisclie ij veraar. Eu zietnu was in eens
het bezwaar verdwenen, om aan het van
Czechisclie zijde gestelde verlangen tegemoet
te komende lagere Duitsche rechtscolle
ges ontvingen den last, van in het Czechisch
gestelde klachten kennis te nemen.
Het gevolg hiervan is, dat nu de Duit
schers op hunne achterste beenen staan.
Het Boheeansclie geschil neemt grootere af
metingen aan en dreigt eene Oostenrijksche
regeermgsorisis te worden. De Duitsche af
gevaardigden in den rijksraad vragen den
minister-president wat er nu wordt van den
godsvrede, dien de regeering heeft verlangd
om den tijd te hebben tot het ontwerpen
van eene wettelijke regeling van de taal
kwestie in den inwendigen dienst. De mi
nister zonder portefeuille, die in het kabi
net ziHing heeft, om te waken voor de Duit
sche belangen, vraagt zich af, of het hem
nog mogelijk is zijn ambt verder te vervul
len. Kortom, de minister-president baron
Beok zal al zijn beleid moeten aanwenden
om be verhoeden, dat uit deze episode in
den Boheemschen taalstrijd zich eene regee-
ringscrisis ontwikkelt.
Duiteohland.
De taalstrijd doet zich ook in Elzas-
Lotharingen gelden en verbittert daar de
gemoederen. Te Mülhausen heeft de recht
bank den redacteur van heb in Elzassische
dialect uitgegeven spotblad Dur's Elsass,
Zislin genaamd, wegens beleediging van
officieren van het 22e regiment dragonders
te Mülhausen en van onderwijzers tot acht
maanden gevangenisstraf veroordeeld met
bevel tot dadelijk© gevangenneming.
Zeslia had onderwijzers belachelijk go-
maakt, die, met een beroep op hunne bui
tengewone verdiensten voor de verduit-
sching van de aan hun zorg toevertrouwde
jeugd, om traktementsver hooging hadden
gevi-aagd De officieren, die door hem aan
de kaak gesteld waren, hadden een reke
ning, die hun in een hotel te Mülhausen
werd aangeboden, verscheurd en waren zon
der betalen heengegaan, omdat die rekening
in het Fransch was gesteld. Van beide fei
ten werd voor de rechtbank het bewijs van
de waarheid geleverd.
De regeering van het rijkstand heeft eene
verordening uitgevaardigd, waarbij het ge
bruiken van de Fransche taal in openbare
vergaderingen in Elzas-Lotharingen algemeen
wordt toegestaan. Bij den bondsraad zal een
voorstel aanhangig gemaakt worden om art.
7 van de nieuwe rijkswet voor Elzas-Lotha-
ringen geheel buiten werking te stellen.
De raad van tucht van de orde van advo
caten te Berlijn heeft geen gevolg gegeven
aan het verlangen van het hoofd van het par
ket om den sociaal-democrakischen advocaat
dr. Liebk'jecht te schrappen als lid van de
orde tengevolge van zijne veroordeeling door
't Reichsgerioht te Leipzig tot anderhalf jaar
vestingstraf wegens eene brochure, waarin
hij zijne denkbeelden tegen het militarisme
had uiteengezet'. De raad kwam tot vrij
spraak omdat, al was hij door het vonnis
van het Reichsgericht in zóó verre gebonden,
dat hoog verraderlijke handelingen van Lieb-
knecht moesten worden aangenomen, er toch
geen reder, bestond hem daarom de bevoegd
heid te ontzeggen om verder het advocaten-
beroep uit te oefenen. Juist in dit geval
moest de politieke gezindheid van den be
klaagde in aanmerking worden genomen, en
wanneer hij daarvoor opkwam in woord en
schrift, dan lag daarin nog geen schending
van de beroepseer, zelfs al waren zijne han
delingen in tegenspraak met het staatsbelang.
Aan dr. Liebknecht, die zijne straf on
dergaat in de vesting Glaitz, was toegestaan
zelf zijne verdediging te voeren. Het hoofdi
van het parket verscheen zelf om te pleiten
voor zijne uitsluiting uit den advocaten-
stand. Hij zal van de genomen beslissing in
beroep komen bij de lioogere instantie, die
te Leipzig is gevestigd en waarvan de presi
dent van het Reichsgericht voorzitter is.
Trankrijk.
Ook in Parijs zijn suffragettes, die zich
de verkiezingen voor den gemeenteraad ten
nutte willen maken om te mauifesteereu
voor hare beginselen. Eene dame, mej.
Laloe, treedt als candidaat voor eene plaats
in den gemeenteraad op. Zij heeft gedaan
gekregen, dat voor eene kiezersvergadering,
waarin zij hedenavond zal optreden, een
schoollokaal tot hare beschikking is gesteld;
in die vergadering wil zij bewijzen, dat in
de gemeentewet met geen woord gesproken
wordt van het geslacht der leden van den
gemeenteraad en dat er as geen wettelijk
bezwaar bestaat tegen de verkiezing van
eene vrouw.
Engeland.
Koning Eduard van Engeland wordt ook
aan het Russische hof verwacht, maar om
trent het tijdstip van zijn bezoek bestaat
nog onzekerheid. In diplomatieke kringen
te Weenen verluidt, dat als er geen onvoor
ziene beletselen tusschenbeide komen, do
Koning reeds in de volgende week met den
Czaar zal samenkomen. Volgens een bericht
uit Petersburg aan de Vo&s'sche Ztg. zal
het bezoek waarschijnlijk in Augustus plaats
hebben de onderhandelingen daarover zijn
eoliter nog niet gesloten. Het wordt voor
waarschijnlijk gehouden, dat het bezoek een
privaat karakter zal dragenplechtigheden
wil de Koning liefst uit den weg hebben.
Naar aanleiding van de rampen, die in
den jongsten tijd de Engelsche marine ge
troffen hébben, heeft de afgevaardigde
Menzies in het Lagerhuis de vraag gedaan,
of het noodig is, dat de oorlogsschepen, om
op de hoogte van hun taak te blijven, tij
dens de manoeuvres 's nachts de vuren
doven, dat zij handelen in strijd met de
maritieme voorschriften en de veiligheid der
handelsvloot bedreigen, terwijl zij de En
gelsche zeelieden zelf aan groot gevaar
blootstellen
De minister Mackenna antwoordde dat,
als de Engelsche marine op de hoogte van
hare taak zal blijven, niet vermeden kan
worden, dat zij nu en dan eenig gevaar
loopt.
liaiië en Oostenrijk.
De correspondent van de Voesische Ztg.
te Weenen heeft, van authentieke zijde ver
nomen, dat de Oostenrijksch-IIongaarsche
gézant aan het Vaticaan, graaf Szecsen, in
eene bijzondere audiëntie den Paus ©eft
verzocht aan den aartsliertog-troonsop volger
toe te staan, dat hij een bezoek bracht in
het Quirinaal. De Paus verklaarde beslist,
dat hij zijn principieel verbod voor katho
lieke vorsten om den Koning van Italië in
Rome te bezoeken, niet kan opheffen.
Onlangs heeft ook de gewezen minister
van buitenlandsche zaken van Oostenrijk-
Hongarije, graaf Goluchowski, met eene ver
trouwelijke opdracht over dezelfde zaak in
Rome heeft vertoefd.
Oostenrijk.
De Duitsch-Boheemsche afgevaardigden
hebben eene deputatie gezonden naar mi
nister-president Beek. In het onderhoud, dat
ook werd bijgewoond door de ministers
Derschotta, Marchet en l'esohka, verlang
den de afgevaardigden positieve mededeelin
gen over de in te dienen taalwet, omdat
de Duitschers daarnaar hunne taktiek wil
den bepalen. Baron Beek deed zijn beet de
Duitsche Bohemers tgt bedaren te brengen,
maar dat gelukte liem niet. In Duitsoho
kringen wordt daarom de toestand als zeer
ernstig beschouwd; een zeer gematigde af
gevaardigde uit Duitsoh-Bohemen verklaar
de, dat er een wonder zou moeten gebeu
ren als er een uitweg word gevonden uit
dezen kritieken toestand.
Dr. Lueger, de burgemeester van Wee
nen, heeft als voorzitter van de groep der
christelijk-socialc afgevaardigden in den
rijksraad een brief gezonden aan deu voor
zitter der commissie van negenen, die door
de overige Duitsche partijen gezamenlijk is
ingesteld tot behartiging van de nationale
belangen, waarin hij verklaart, dat de chris-
telijk-sociale partij vast besloten is de rech
ten van de Duitsche natie, gelijk tot dus
ver, met nadruk te verdedigen en bereid ia
solidair op te treden met de andere Duitsche
partijen.
De club der Rutheeii9ohe afgvaardigden
heeft een besluit genomen, waarin wordt ver
klaard, dat de benoeming van Bobrzynski
tot stadhouder van Galicië als eene uitda
ging van de Ruthenen is te beschouwen, om
dat de nieuwe stadhouder enkel als het uit
voerend orgaan van de Poolsdhe club moet
worden beschouwd. De club sprak verdei
eenstemmig uit, dat de wanhoopsdaad van
Siczynski enkel mag worden beoordeeld als
een uitvloeisel van den ondragelijken vie
stan d van het Rutheensch© volk in Galicië.
Rusland.
Zarskoje S e 1 o, I Mei. Heden avond
werd ter eere van deu Koning van Zweden
oen feestmaal gegeven, waarbij Keizer Nico-
laas en Koning Gustaaf feestdronken wis
selden. De Czaar wees er op, dat deze brui
loft werd gevierd op een oogenblik, waarop
Rusland en Zweden naast elkander zijn toe
getreden tot een verdrag, dat het evenwicht
en den vrede in Europa moet verzekeren.
Ook de Koning drukte de hoop uit, dat
de Oostzee-overeenkomst do vriendschappe
lijke betrekkingen tusschen Rusland en Zwe
den nog meer tot ontwikkeling zal brengen.
Turktj*
De Turksohe gezant te Sofia Sad ik Pacha
is teruggeroepen naar aanleiding van eene
klacht van den vorst van Bulgarije over de
houding van den gezant bij de ontvangst van
vorstin Eleonora, waarbij hij in burgerklee-
ren verscheen. Ook wordt hem tot grief ge
maakt, dat hij door zijne tendentieuze rap
porten op de Turksch-Bulgaarscke betrek
kingen een slechten invloed heeft uitge
oefend.
Marokko.
De pacha van Fez heeft de mannen, die
de Euro'peesche postkantoren aangevallen
hebben, in hechtenis genomen, maar hij
durft hen niet te straffen, omdat het volk
op hunne hand is. De schade is door werk
lieden van de wapenfabriek hersteld.
De mehalla van sultan Abd-el-Aziz, die
den 27sten April van Rabat naar Fez op is
gebroken, heeft twee officieren uit Algerië,
die sedert eenige jaren drilmeesters in dienst
van den Sultan zijn, bij zich. De mehalla.
beschikt over vier kanonnen en 800 grana
ten. Volgens een bericht uit Rabat is de me
halla van Moeley Haf id op weg naar Fez
door een sjerif tegengehouden.
Volgens een te Marakesch ontvangen be
richt hébben de gezanten, die Moeley Hafid
naar Parijs en naar Londen heeft gezonden
een verdrag bij zich, dat in 1808 gesloten
zou zijn tusschen Groot-Brittannië, Frank
rijk en Marokko en dat onlangs in de ar
chieven ontdekt is.
In dit verdrag verbinden zich Frankrijk
en Engeland zich nooit meester te maken
van dit land, zoolang het geen vloot bezit.
De gezanten hebben de opdracht de betrok
ken mogendheden te verzoeken, dat men
zich aau dit verdrag zal houden.
Britsch-Indië.
Allahabad. Er is etn bom geworpen
naar het rijtuig van een Engelsche dame,
DOOK
ANTON SMIT.
Sinds eeuwen zendt Satan, in zijn wan
gunst, zwermen van duiveltjes naar onze
6choone wereld1, zwermen, zóó dicht, dat we
vaak de zon niet zien schijnen, al staat zij
ook in al haar glans aan den hemel.
Ach, die kleuterkens uit het oude
deuntje, hoe menige bloem hébben zij reeds
afgeplukt
Ze nauwkeurig van elkaar te onderschei
den, de bizondere karaktertrekken van
ieder afzonderlijk op te kunnen merken ia
slechts aan enelen, zeer weinigen onder ons
menschen gegeven; toch zijn er eenige dui
veltjes zóó karakteristiek, z99 in het oog
vallend, zóó populair, dat ieder ze terstond
herkent.
Zoo is er een, een echte kwelduivel, die
terstond in het oog valt door zijn 6lepen-
den gang, zijn lodderig oog, door den reus-
achtigen pijlkoker, dien hij op zijn rug
draagt. Die koker is gevuld met millioenen
pijlen, alle verschillend van vorm, maar van
dezelfde vlijmende punt voorzien; o, het
zijn zulke pijnlijke wondon, die de duivel
Vervel ing" ont toebrengt <en de werktui
gen, die hij daartoe aanwendt, zijn zoo on-
ncome!ijk veel in getal. Of wat dunkt u, is
er wel één gebied, één plaats, 'één persoon
denkbaar, door wien wij niet gedurende
langer of korter tijd verveeld zijn
Het is mijn plan één pijl te nemen uit
deu koker van dat populaire duiveltje, dat
lievelingskind van Satan, en dien voor
eenige oogenblikken met u te 'bekijken.
'De pijl draagt den naam van „Reisver
haal".
„Het leger trekt vast in met duizen
den, een inagt,
Zoo groot als Waterland noch oit te
velde braght.'*
Beets gebruikte indertijd deze versrege
len uit. den Gijsbracht als motto voor
zijn stuk „Humoristen"; tegenwoordig
kunnen de buitenlanders hetzelfde van
de Hollanders zeggen. Als een zwerm sprink
hanen storten zij zich op 'Brussel, Parijs of
den Rijn, sommigen zoeken liet nog hoo
ger op en gaan naar het Schwarzwald,
Zwitserland, Tirol en Italië.
Nu is zulk een buitenlandsche reis voor
velen een bron niet alleen van stoffelijk,
maar ook van geestelijk genot, bij velen ver
hoogt ze den smaak, den dichterlijken zin,
het verstand, de mensc henkennisan
deren daarentegen keeren al even arm te
rug. als zij gegaan zijn, zij zijn eenvoudig
den grooten stroom gevolgd, zij; koesterden
geen reis verlangen, maar leden aan reis-
rnanie
Of iemand inderdaad ontvankelijk is voor
de grootse he indrukken, die het buitenland
geeft, of hij er werkelijk van geprofiteerd
heeft, laat zich 'het best opmaken al
thans in de meeste gevallen uit zijn reis
verhaal
Ik stel u voor de teruggekeerd© toeristen
in drie soorten te onderscheiden
1. Zij, die niets zeggen.
2. Zij, die zeer veel zeggen en toch eigen
lijk niets.
3. Zij, die iets zeggen.
Wat de eerste rubriek betreft, hier ver
veelt :het reisverhaal door zijin schier volko
men ontstentenis. Rij hun thuiskomst wor
den de reizigers van dit gehalte natuurlijk
als ieder ander met vragen bestormd.
„Dat. Zwitserland zal wel prachtig, ge
weest zijn, hè?"
„En dat meer van Genève, dat is immers
zoo blauw?"
„Deu Mout-Blanc nog op geweest? Die is
zeker reusachtig hoog, hè?"
'En de familie praat van gemzen en alpen
horens, van lawinen, van gletschens. enz.
enz.
En de thuisgekomen©? Hij is volstrekt
niet moe; hij heeft van nacht te Keulen
gelogeerd en ligt thans in een luierstoel een
kop geurige Hollandscke thee te savoureeren
en informeert al vast of er voor grok g©i
sorgd is, wlant die buiten la ndseh© was
bocht.
03n wat zegt hiji alzoo op al die vragen?
Hij zegt, dat het er mooi was en
grootsch, dat de bergen hoog, de meren
blauw1, de sneeuw schitterend, de gletschers
woest, waren, en„Och, zie je, je moet
er eigenlijk zelf geweest zijn om er een idee
van te krijgenhet is eigenlijk niet te be
schrijven."
Zou men niet denken, dat de thuisblijr
vonden de reis hadden gemaakt en de
reiziger bij het relaas zat te gapen?
Nu de tweede soort-. Dat is een taai slag
menschen het zijn echte satanskinderen.
Wat gij indertijd gezien hebt, is niets!
Als gij het waagt, na een holklinkende be
schrijving waarin de uitdrukkingen
.groszartig", „fameus diep", „schauder-
liaft", „uren ver zien", en vooral „onver
gelijkelijk" en „weergaloos" den boventoon
voeren als gij het- waagt, na zulk een be
schrijving eenige heerlijke herinneringen
aangaande den Dracheufels of Heidelberg
of de Har?, en den Rijn op te halen, dan
ontmoet gij een meewarigeu 'blik, een licht,
schouderophalen. Arme stakker! Wat zijt
gij' begonnen Uw opmerking gaat verloren
a!s een grashalmpje in den wegslependeu
bergstroom. Hoor slechts:
„De Dracheufels, nu ja, heel aardig, zeer
pittoresk, als men nog niets dergelijks ge
zien heeft.
De Rijn, een oud mannetje, dat naar
rust verlangt; neen, je moet hem bij Sohaff-
hausen zien, daar is hij. nog in zijn kracht!
Heidelberg is wel een lief plaatsje en de
Hare, och, het is toch eigenlijk zulk kin
derspel, als je war© natuur gezien hebt."
Zulke holle zweteers zijn dicht omgeven
van do heerlijkste, geurigst© bloemen op
den buitenlatidedhen bodem geplukt, zonder
dat zij iets van den geur hebben overgeno
men integendeel, zij stinken van pedan
terie, veel meer na, dan vóór "hun reis.
Dit is het hatelijke species van het twee
de genus.
Thans het gemoedelijke. Dit is zeer sterk
vertegen woordigd
„Eu zie je, je tante was wat vermoeid
van de reis, toon wij te Parijs aankwamen.
Nu, toen zei ik: „Dan blijven we stilletje?
in ons hotel (we hadden een heel nette en
gezellige'kamer) en dan driuKen we nog
een kopje thee, als we dat hier gced kun
nen krijgen-'. „Neen, zei je tante, ga jij
nou gerust de stad nog eens in, dan ga ik
stilletjes naar bod." Nou, toen heb ik nog
een kuiertje gemankt over den Boulevard
des Itaftens. Heero beware mij, wat een
herrie! Toen heb ik daar een half uurtje
voor zoo'n café .gezeten en een bokkie ge
dronken. Jongen, jongen, je ziet me daar
watl
„Den volgenden morgen waren we al
vroeg op; het ontbijt was goed; wij had
den eieren, zooveel als we wilden, en rook-
vleesck
Houd ou, houd' op, want al het andere
is precies hetzelfde; wij. krijgen niets an
dei's te hooren dan dat Parijs een drukke
stad, en vooral dat hot hotel en het eten
goed', en dat hét er goedkoop was
Daar waren uren, ja avonden voor noo
dig!
Ik heb een dame in vuur zien geraken
tengevolge van oen regenbui.
Zij 'bezocht met haar broer de Roichen-
bachfalle, bij Mei ringen. Onderweg werd eij
door een regenbui overvallen.
„En het woei, en het regende! Neen, maar
het was of het met bakken van dien hemel
werd gegotenEn broerlief kreeg zulke
natte voeten, en daar kan hij niet tegen!
En wij, hadden (maar) één paraplu ieIk zeg
„Broerlief, kom toch onder de paraplu ie!"
We konden hem met 0119 beiden mot moeite
ophouden, zoo woei hetKortom, ie
schoon© waterval werd door een regenbui
verzwolgen.
Broerlief werd doornat en deed bijl zijn
thuiskomst schoon© kousen aan", dit volgde
op de vlucht'g© opmerking, dat de water
val heel mooi was geweest.
Eu dan de dwaaltochten
Ge denkt een roman te hooren en gij
krijgt vaak niets dan een m éi denpraatje.
Ik herinner mij een dergelijk vervelend
verhaat.
Het werd opgedischt in een tamelijk uit
gebreid gezelschap. Ongelukkig heerséht© er