Jf'. 817. Dinsdag 5 Mei 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. 6*' «Buargttiig;. AMERSFOORTSCH ABONNEMENTSPRIJS: Far 3 ataaadan roer Amersfoortf 1.09. Idaru franco per post- 1.50. Afzandarlgka nummers- 0.05. Deze Cauraat varsahijnt dagelijks, bekalre ep Zen- en Feest dagen. Adrertentiënnaededeelingen enz.geliere men véér 11 uur 's mergens bij de Uitgerers in te zenden. Uilgtver»: VALKHOFF C°. UtrechtachMtraat 1. Intercomm. Telcphoonnummar 66. PRUS DIK ADYKRTKMTISN: V»u 1regels f 0.50. Blke regel meer - 5.15. Dionstaunbiedingen en aanyvagen 95 oeuO bij veernitbetnling. Groot» lattaiu near plaatsruimte. Teer handel en bedryf beetaau zeer roordeelige bepalingen tel bet herhaald adverteeran in dit Blad, b$ abonnement Bene etrenlairebevabiemde de voorwaarden, wordt op aanvraag toegeienden. Kennisgeving. STUDIEBEURZEN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat blijkens ont vangen mededeel ing Bestuurders-Collatoren. van het „Hendrik Nannes en Gat rijn Epes Leen" te Bolsward voornemens zijn op een nader te bepalen dag in de maand Juni over te gaan tot een begeving. Jongelieden uit het geslacht der stichters, wier ouders niet in staat zijn uit eigen midde len hun studie te bekostigen, worden uitgenoo- digd, zich voor mededinging schriftelijk aan te melden bij den lieer S. K. Bakker, ontvanger van genoemd Leen te Bolsward, onder overleg ging van een geboorte-acte, aanwijzing van ge noten onderwijs en, zoo noodig, bewijs van af stamming, vóór of op 1 Juni e. k. Sollicitanten moeten op 1 Mei, den dag dezer uitschrijving, ten minste 12 jaren oud zijn en den leeftijd; van 24 jaren nog niet hebben be reikt. Zij zullen zich te onderwerpen hebben aan een vergelijkend examen. Reis- en verblijfkosten worden niet vergoed. Volgens artikel 8 van bet reglement des Leens worden jongelieden, ouder dan 16 jaren, die geen opleiding aan een Gymnasium, Hoogere Burgerschool of een daarmede in hoofdzaak gelijkstaand onderwijs hebben ontvangen, niet dan bij gebreke aan hen, welke die opleiding of dat onderwijs wel hebben genoten, benoemd. Amersfoort, 4 Mei 1908. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J.G.STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De afgezanten van Moeley Hal id. De afgezanten van Moeley Haf id, den Ma- rökkaanschen tegeusultan, die nu op weg zijn naar Londen en Bert ij n, schijnen de Fran- sche regeering dwars in den maag te zitten. Althans de Temp6, die dikwijls inspiration ontvangt uit het gelbouw aan de Quai d'Or- say, waar het departement van buitenland- eche zaken gevestigd is, heeft zich geroepen gevoeld eene waarschuwing te laten hooren, dat Moeley Haf id hove na 1 een vijand van Frankrijk is en-dat het eene onvriendschap pelijke daad zou zijai een gesprek aan te knoopen met de pseudo-gezanten van den opstand, dien hij bestuurt. Die waarschuwing is met name tot Duitschland gericht. Wel twijfelt de Temps niet, dat staatssecretaris von Schoen in dit geval zal doen wat de eerbied voor het in ternationale recht en de zorg voor de Fransch-Dudtsche betrekkingen hem raden. Maar verschillende Duitsche burgers heb ben eene verdachte houding aangenomen sedert langen tijd en nog zeer onlangs. Daarom moet men in de Wilhelmstrasse wen- schen, dat er volstrekt geen verdenking kan rijzen- ten aanzien van de bedoelingen, die men heeft. ,,Men zal dus zeker willen ver mijden die, welke zou voortvloeien uit offi- cieele of officieus© betrekkingen met de af gezanten van Moeley Hafid. Officieel zou den die betrekkingen rechtens uiet te recht vaardigen zijn. Officieus zouden zij ver keerd worden voorgesteld en in Marojsko dezelfde uitwerking hebben, noodlottig voor bet herstel der orde, alls officieele betrek kingen. In de andere Europ.esche hoofdste den komt de vraag niet eens op. De afge-^ zanten van bet oproer en van den vreemde lingenhaat zullen overal door eb met Frank rijk verbonden of bevriende regeeringen af gewezen worden. Het zal evenzoo zijn, daar aan twijfelen wij niet, te Berlijn, waar men er prijs op zal stellen zich te gedragen naar de „betrekkingen van goede buurschap en vriendschap'neergeschreven in de pas ge sloten overeenkomst betreffende de Noord zee". Als antwoord hierop van het departe ment van buitenlandsclie zaken te Berlijn kan worden aangemerkt eene mededeeling, die de JCöln. Ztg. uit Berlijn brengt. Daarin wordt gezegd, dat de Temps in eene „zeker zeer overbodige ongerustheid" is gebracht door het bericht van 't zenden van afgezan ten van Moeley Hafid naar Berlijn, aan wie dan eene officieele ontvangst zou worden bereid. Het blad laat daarop volgen„Over de zaakt.zelve kan hier geen nadere inlich ting verkregen worden, maar men meent, dat het volstrekt niet opvallend zou zijn of iemand werkelijk reden tot ongerustheid zou kunnen geven, wanneer eventueel boden van Moeley Hafid in Berlijn op hun verzoek door een van een officieelen last voorzien persoon ontvangen worden om hen over het doel van hunne reis te hooren. Daarentegen zou het niet gepa-t schijnen, deze zendbo den officieel hier te ontvangen als afgezan ten van een vreemden heerscher, want in dit geval zou aan de Duitsche regeering in derdaad. het verwijt gedaan kunnen worden, dat zij rich op onrechtmatige wijze mengde in de zaken der hinnenlaudsche politiek van Marokko Ook zal het noodig zijn van het gesprek, dat eventueel zou plaats hebben tusschen de afgezanten van Moeley Ilafid er. den Duitschen mandataris, terstond aan de Fransche regeering offioieel mededeeling te doen, opdat duidelijk blijkt, dat in Duitschland geen heimelijkheden met Moeley Hafid worden gedreven. Zulk eene hande ling overdreven voor te stellen en daaruit munt te slaan, daartoe zou de Fransche re geering des te minder aanleiding hebben, omdat het niet eens zonder voorbeeld is. Zooals bekend is, heeft reeds eenmaal de Duitsche regeering op eene klacht van Moeley Hafid geantwoord onder gelijktij dige officieele mededeeling, aan de Fran sche regeering gedaan over dezen stap en over het Duitsche antwoord. Het is dus werkelijk moedelijk te begrijpen hoe de Temps bij voorbaat kan zeggen „Eene ont vangst van de zendboden van Moeley Hafid in Berlijn zou eene onvriendelijke handeling tegenover Frankrijk zijn." De Temps be hoorde wat meer vertrouwen te stellen in de loyale houding van Duitschland tegen over Fiankrijk". De officieele mededeeling, waarop de Köln Ztg. hier doelt, is geschied in Ja nuari van dit jaar. Toen werd van de Duit sche gezanten te Tanger bericht ontvangen, dat de vice-consuls te Rabat en te Saffi hem hadden medegedeeld, dat zij, de een van Abdel-Aziz, de ander van Moeley Ha fid, verzoeken hadden ontvangen om tegen den Franschen inval de interventie van de Duitsche regeering te vragen. Daarop deed staatssecretaris von Schoen den gezant het volgende antwoord toekomen met verzoek dat aan de beide inlandsche potentaten to laten weten: „Bij herhalingen ten stellig ste heeft de Fransche regeering nog onlangs aan de keizerlijke regeering verzekerd, dat zij bij haar optreden in Marokko zich stipt zou houden binnen het kader van de Al- geciras-akte. Wanneer de Marokkaanscho regeering echter meent te kunnen bewij zen, dat het Fransche optreden de akte schendt, dan staat het. haar vrij zich daar over te wenden tot alle onderteekenaars van de akte, die hunne vertegenwoordigers te Tanger hebben. Duitschland kan, nadat de akte van kracht is geworden, niet wel meer alleen wat doen in de zaak. De keizer lijke regeering zal intusschen niet verzuimen de haar van de zijde van Marokko uitge drukte wcnschen zonder verwijl ter kennis van de Fransche regeering te brengen." Het antwoord van Duitsche zijde bevre digt de Temps niet; het blad blijft afkeu ren, dat men te Berlijn de afgezanten van Moeley Hafid, den verklaarden vijand van Frankrijk, te woord wil staan, en vraagt „Moet men daaruit besluiten, dat ten allen tijde de tegenstanders van onze politiek ver zekerd zijn, min of meer openlijk door Duitschland te worden aangemoedigd Wij van onze zijde weigeren die conclusie te trekken. Maar wij betreuren, dat zij door de houding, die men te Berlijn aanneemt, rechtmatig kan schijnen. Het is aan de dub belzinnigheid eigen, ongerustheid te verwek ken". Duiteehland. Krachtens gerechtelijk besluit, wordt thans eene instructie tegen vorst Eulenburg gevoerd, en wel op grond van verdenking van bewusten meineed door zijne verklaring onder cede, dat hij geen „vuiligheden" heeft bedreven, die in strijd is met de ver klaringen van de beide te München gehou den getuigen. Eene commissie heeft te Lie benberg eene huiszoeking verricht en daar bij verschillende brieven in beslag genomen. Door den geneesheer, die de oommissie ver gezelde, .werd geconstateerd, dat de vorst ernstig ziek is en niet in staat om te worden vervoerd. Dc vorst verklaarde, dat hij den verderen loop van de instructie kalm tege moet zag en niets liever we»6chtc dan met de getuigen Ernst en Riedel geconfronteerd te wordenhij kan zioh niet verklaren hoe zij gekomen waren tot hetgeen zij hadden Harden is „in de strafzaak tegen vorst Eulenburg wegens meineed" als getuige voor den reohter van instructie gedagvaard. De instructie in de zaak tegen Harden's verdediger, mr. Bernstein, wegeus beleedi- ging van vorst Eulenburg is uitgesteld tot na afloop van de instructie tegen den vorst. Btlrfl. De socialistische leider Vandervelde, die in het Congovraagstuk een standpunt in neemt. dat afwijkt van dat van velen zijner volgelingen, heeft in zijne rede bij de alge meene beraadslagingen in de Kamer gezegd, dat hij wel, wat de naasting betreft, 't niet eens was met zijne vrienden, maar hoopte, dat zij na de volbrachte naasting met hem eensgezind zouden zijn om de toapassiug van hervormingen, die daardoor mogelijk zouden worden, te verlangen. Hij was een aanhan ger van de naasting, omdat het Congoland eene rijke kolonie is en omdat door de naas ting het lot van de inboorlingen zal worden verbeterd. Hij meent, dat het door de regee ring voorgelegde bestuursprogramma van de kolonie aan het parlement voldoende vrij heid laat on i in te grijpen, maar dat de vele cpncessiën, die verleend zijn voor monopo liën, aan afdoende hervormingen in den weg staan. Trankrijk. P a r ij s, 4 Mei. Uit de statistiek, die aan het ministerie van binnenlandsche zaken ri opgemaakt ;vam de gemeenteraadsverkie zingen, dat van de resultaten, die verkregen zijin, 123 gemeenteraden geheel zijn geconsti tueerd terwijl in 207 herstemmingen moe ten plaats hebben. De vereenigde socialisten hebben de meerderheid in vier hoofdjpdaait- sen, de onafhankelijke socialisten in een, de radicalen in 107, de linker-republikeinen in 56, de progressisten in 27, de nationalis ten en reactionairen in 30. Er is nog geen meerderheid verkregen in 105 gemeentera den. De republikeinen winnen 14 plaatsen. Parijs. 4 Mei. Blijkens de thans be kende uitslagen van de gemeenteraadsver kiezingen, hebben de republikeinen in 241 hoofdplaatsen de meerderheid verkregen. Engeland. Volgens eene dépêche van de Daily Tele graph uit Christïania heeft de vice-staats secretaris van buitenlandsche zaken daar uitdrukkelijk verklaard, dat er van eene ontmoeting tusschen Koning Eduard en den Czaar niet bekend was. Londen, 4 Mei. Het lagerhuis heeft na een vierdaagsoh debat liet ontwerp van de drankwet met 397 tegen 147 stemmen in de tweede lezing aangenomen. Het sedert, drie maanden hangende con flict in het Engelsolie scheepsbouwbedrijf is thans in een kritiek stadium getreden, nu de pogingen van het departement van handel om te bemiddelen tusschen de werklieden en den bond der werkgevers, de Shipbuilding Employers Federation, zijn mislukt en dientengevolge de lock-out op de werven begonnen is. Het geschil is ontstaan, omdat de scheepstimmerlieden aan de Clyde de loonsvermindering van H shilling per week uiet wilden aannemen, zonder dat hun ophelderingen waren gegeven over den toestand van het bedrijf, waardoor deze maatregel noodig is geworden. Te Tradas Unions hebben zich op het standpunt van de werklieden geplaatst; de meerderheid van de werkgevers is echter niet gezind om toe te geven. Daar de stilstand van het werk aan de werven' een aantal verwante bedrijven dwingt liet werk eveneens te laten rusten, wordt liet aantal werklieden, die door deze lock-out buiten werk gera ken, op 100,000 geraamd. De betrokken vak- vereen igin «en hebben voor een deel ge ringer middelen en er heerscht op vele plaatsen groote nood. Spanje. In het gansche land wordt in deze dagen eene reeks feesten gegeven ter viering van het eeuwfeest van den onafhankelijkheids oorlog van Spanje tegen Napoleon s macht. Madrid is als tooneel van den eersten Moe digen opstand van 2 Me' 1808 daarin voor gegaan. Nadat de opening van eene natio nale kunsttentoonstelling was voorafgegaan, heeft verleden Zaterdag eene groote feest- processie van burgers en soldaten plaats ge had. Koning Alfonso maakte met- do minis ters deel uit van don stoet. De stad was rijk versierd, inzonderheid de pleinen en de monumenten, di© de herinnering levendig houden aan de heldhaftige daden van de Madii idscho troepen en burgers. Oosten rijk-HoKga p<j«. liet Weener k.-k. corresponden tiebureau bericht, dat de verontrustende geruchten over den gezondheidstoestand van Keizer Frans Jozef, die in omloop zijn, van allen grond ontbloot zijn. De toestand van den Keizer is ten volle bevredigend. De politieke toestaud in Oostenrijk is iets minder kritiek geworden, omdat blijkt, dat op het huidige Hjdstip geen van de par tijen de verantwoordelijkheid op zich wil nemen om eene ministerieele en parlemen taire crisis uit te lokken Het is daardoor waarschijnlijk geworden, dat het huis van afgevaardigden zoowel het recruteucontin- gent. als de voorloopige begrooting zal toe staan. Daarmee >s intusschen de crisis niet opgelost, maar slechts uitgesteld. Als opvolger van den plotseling overleden Duitsöhen landsman-minister Peschka heeft zijn voorganger n dit ambt, de afgevaar digde Prade, de moeste kans, ofschoon de agrariërs het ambt weder voor oen der hun- tien opeisohen. In ieder geval wordt er op aangedrongen het ambt spoedig weder te be zetten, omdat bij het karakter, dat de Duitech-Cfeeohische strijd in Bokemen nu draagt, het Duitsche element in den minis terraad niet mag worden verminderd. Rutland. Petersburg, 4 Mei. De Koning van Zweden is tot admiraal van de Russische vloot benoemd. Prins Wilhelm van Zweden, wiens huwelijk met grootvorstin Maria Pau low na den vorigen dag te Zarskoje Selo vo1- trokken werd, is in de ranglijst van de vloot opgenomen. De Koning ontving heden na middag liet corps diplomatique in het win terpaleis. Des avonds werd een gala-maaltijd gegeven in het Zweedsche gozantschapsge- bóuw, waartoe o. a. genoodigd waren de Russische minister van buitenlandsclie za ken Iswolsky en de Russische gezant, te Stockholm baron Bud berg. Marokko. De ministers Olemenoeau, Pichon en Picquart hebben verleden Zaterdag eene langdurige conferentie met den gezant Regn- ault en inet generaal Lya.utey gehad over de gebeurteniseen in Marokko, inzonderheid over de operation in den omtrek van Oasa- blanca en over de incidenten aan de Alge- rijnsoh-Marolckaansche grens. Een uit Oasablanca afkomstig telegram van de Deutsche Kabel grammgieeellschaf t strekt tot bevestiging van het vermoeden, diat de Franschen den 24en April bij Dar- ben-Hajnmed in het gebied der Mdakras eene nederlaag en gevoelige verliezen heb ben geleden Dit telegram kondigt voor den tijd na het einde van den oogst een grooten opstand van do inboorlingen aan tot. ver drijving van de Franschen uit Marokko. Inmiddels dringt Moeley Hafid langhaam maar zeker vooruit naar Fez. Nu de Hafi- disten den 24en April er in geslaagd rijn, bij Dar-ben-Hammed de Franeohe troepen, die den tocht van de aanhangers van den tegen sultan naar de hoofdstad van Marokko wilde storen, terug te dringen, is er voors hands geen reden om te betwijfelendat het Moeley Hafid zal gelukken zijn doel spoedig te boreiken Britsch-Indië. Simla, 4 Mei. Generaal Wilcocks viel hedenochtend de nog overgebleven in het land binnengedrongen Afglhanen aan op do heuvels ten weeten van het. Lamdiko- dal. De weinig talrijke vijanden boden slechts gieringen tegenstand. De aanvoerende mollah vluchtte te paard en reeds vroeg in den morgen was de vijand over de Afgfhaan- sche grens gejaagd. Een Biritsoh officier en twee soldaten werden gewond. Eon aantal Indische maharadja's boden aan troepen ter beschikking van de regeer ing te stellen. 20 BOOB THERESE HOVEN. Zelfs Annette was ontroerd door zijn woordener trilde iets hoogs en machtigs iu zijn stem. Het was niet de verliefde jongeling, die zijn hof maakte aan 't meisje zijner keuze; 't was de aanstaande echtgenoot, die zijn toekomstige vrouw trachtte te overtuigen van de plechtigheid van het verbond, dat ze gingen sluiten. Hij smeekte haar niet hem) lief te hebben, hij spiegelde haar geen doorn'loos pad voor, integendeel, hij schilderde haar de moei lijkheden, die hen te wachten stonden, met meedoogenlooze klaarheid af. ,,En, bedenk ook, liefste, wat het is, een zeemansbruid te wezen Want, ik zal niet altijd bij je kunnen zijn, ik zal van je weggaan, héél spoedig al, misschien zal ik dezen winter nog, of vroeger in rt voorjaar, naar Indië vertrekken, voor drie-en-een-half jaar. Zou je mij zoo lang trouw kunnen ?°u liet kunnen volhouden, drie en half jaar lang, altijd aan mij te denken en mijn beeld door geen ander te laten ver dringen „Zal ik je kunnen verlaten met een ge rust hart, in de volle overtuiging, dat ik je terug zal vinden, zooals ik je verlaten heb, als mijn meisje? Want, als je niet zóó was... als je gevoelens voor mij: verminderd waren... dan zou ik, 't zeker aan je merken. Als je oogopslag minder oprecht, je hand druk minder hartelijk zou zijn, dan zou ik 't terstond "wetenMarion, en o! mijin terugkomst, waarnaar ik, ail dien tijd, ver langd zou hebben, zou zoo droevig zijn... voor ons beidenWeet 't wel, kind, ook jij moet overtuigd zijn, dat je liefde voor miji tegen zulk ©en scheiding bestand zou zijn, dat je mij met een rustig, geweten zoudt kunnen afwachten „Je praat enkel over mij, Jan," viel ze in „En niiet over je zélf; misschien zou jij, in die jaren, meer veranderd zijn dan ik." „Daar ben ik niet 'bang voor. Ik ken me zelf. maar ik ken jou nog, niet voldoende en ik weet niet, of jij wel genoeg beseft wat ik van je verlang." Annette had zich naar den versten hoek van de 'kamer terugetrokken en trachtte zich zelve zooveel mogelijk weg te cijferen. Ze had een bock ter hand genomen, maar ze las er niet in Ze voélde, dat het geluk van haar eenigen broer op 'tspel stond en zij wachtte Marion's antwoord niet evenveel spanning af als hij. Ze waardeerde 't in hem, dat hij; zoo sprak, dat hij den moed en do kieschheid1 'bezat om van dit samenzijn geen ijdele minnekoo- zerij te maken. Marion zweeg een wijle en zag hem hulpél'ooe aan. „Je behoeft nog geen beslissing te nemen," hernam liij1., op t eed eren toon. „Ik wil geen pressie op je uitoefenen. Je weet nu, dat ik je lief héb, dat wist je trouwens al lang, niet waar, darling? 'Maar je weet nu ook, welko eischcn ik aan jou stel. En dat moet je nu eens goed bij je zelve overpeinzen en je moet mij niet hard of wreed vinden, 't Is ook in jou belang, dat ik je dat alles héb gezegd, 't is om je latere teleurstellingen te sparen. Stel je nu voor, hoe 'tzal zijn, als ik weg ben, niet voor een paar weken of maanden, maar voor jaren, en vraag je zelve af, of je stand vastig in je gevoel voor mij zoudt kunneai rijn... „O? Msr. Vermeer," barstte ze opeens los. ,,U bent zoo goed, zoo lief voor meIk voel nu pas, wat echt liefhebben is... niet voor weken of maanden, maar voor jaren... Ochveroordeel mij niet, maar ik zou 't niet kunnen „Schrei er niet om, liefste," fluisterde bij, met oneindige zachtheid. „Je kamt niet meer geven dan in je is. Vergeef 't me, dat ik je er om gevraagd heb. Ik bon zelfzuchtig, Miss Roodford, ik heb te veel aan mijai liefde ge dacht niet genoeg aan u. Wees niet ver drietig... droog die tranen af; ik zal weg gaan, morgen, van daag nog. U zult me spoedig vergeten, en ik zl mij troosten met de gedachte, dat i'k alleen lijd, dat is beter dan de kwe'ling, idat ik u ongelukkig had ge maakt. Ik dan'k u voor uw oprechtheid, ik zal die nooit veigeten Hij stond op.doodsbleek, maar vastbe raden. „Wat wilt u doen?" vroeg Marion plotse ling. „Wel... weggaan... het is noodeloos dit onderhoud te rekken. Ik zal uw mama zien te spreken en haar verzoeken mijn overhaast vertrek tqgenover uw vader en de overige leden uwer familie te willen verontschuldi gen. Daarna zal ik 'teen en ander in mijn valiesje doen on den eersten trein naar Lon den nemen, om van daar verder te gaan." „Terug naar Heiland vroeg ze onwille keurig. „Ja, natuurt ijk, wat zou ik lamger in Engeland doen?" „Och ga niet weg... ik kan u niet laten gaan... denk toch niet, diat ik u niet lief heb v „U zult me wel vergoten... „O! maar u (begrijpt me niet, ik wil u niet vergeten, integendeel, i'k wil aan u denken... altijd en... och! toe, laat er geen misverstand tusschen ons zijn. Ik ben niet bang, dat ik u niet genoeg zal liefhebben, maar ik zou niet tegen een scheiding kun nen. Ik zou 't bestervenhet is juist de intensiteit mijner gevoelens, die mij te veel zou doen lijden door zulk een jarenlang© scheiding." „Arm kind, je zoudt er aan moéten wen nen, zooals andero zeemans-bruidjes." „Dat is 't... ik kan geen zecanans-bruid worden." „Maar dan is 't toch ©nnoodig er langer over te spreken," zei Jan, ©enigszins onge duldig. Marion keek hem lachend aan, de sporen van de zoo even geschreide trahen waren geheel van haar gezidhtje verdwenen. De tranen van twintig jaar drogen spoe dig! „Ik wil wel uw vrouw worden," zei zo verlegen, „maar niet de vrouw van ©en zee-officier." „Maar dat kan nu niet anders, mijn be trekking is onofscheidelijk aan mij verbon den „Toch niet, u zoudt den dienst toch kun nen verlaten „Miarion, weot-je wel wat je zegt? Zou je durven beginuen met zulk een ontzaggelijk offer van mij te vergen? Zou je van mij durven vergen, dat ik mijn carrière, mijn vooruitzichten, mijfn roeping, alles Voor je opgaf? Zou je mijn gehoele verleden, van een knaap af, willen vernietigen ter wille eener onzekere toekomst f' „Ter wille van mij en onze liefde, ja! Zoocven héb je aan mijn genegenheid ge twijfeld. dat was je recht, dat mocht je doen. Maar i'k behoud ook dat recht voor niiijtoon me, diat jou gevoelens boven elke verdenking verheven zijn, door mij het lb©1! wijs te geven, dat je mij boven allee stelt." „Marion," kreunde hij. „Je bent wreed ik heb je lief, dat weet je... „Maar je vak is je liever en je zoudt miji kunnen verlatenO! Jan... dan staat mijn liefde hooger want ik zou de schei ding niet kunnen verdragen. Ik zou niet meer zonder je kuuuen leven. Als je mij lief hébt, verlaat mij dan niét meer. Blijï dan bij mij... ik zou nu niet meer weteu, wat te doen zonder jou Je hebt mijn ge moedsrust verstoord, jij alleen kunt mij de kalmte teruggeven... En, in spijt van traditie en leer en op voeding. legde ze haar meisjesziel open zoo die was, met haar hartstocht en haar klein heid. Ze toonde haar onmacht om. 't verloren evenwicht alleen te herstellenze zag in hom niet den onderdanigen minnaar, die haar mocht aanbidden, maar den verove raar, die over "haar beschikken konniet den man wien ze gelukkig maakte met do kostbare gave barer grillige vrouwenvriend schap, doch den meester, die haar helpen ■noest. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1