Jf'. 817.
Dinsdag 5 Mei 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
6*' «Buargttiig;.
AMERSFOORTSCH
ABONNEMENTSPRIJS:
Far 3 ataaadan roer Amersfoortf 1.09.
Idaru franco per post- 1.50.
Afzandarlgka nummers- 0.05.
Deze Cauraat varsahijnt dagelijks, bekalre ep Zen- en Feest
dagen.
Adrertentiënnaededeelingen enz.geliere men véér 11 uur
's mergens bij de Uitgerers in te zenden.
Uilgtver»: VALKHOFF C°.
UtrechtachMtraat 1. Intercomm. Telcphoonnummar 66.
PRUS DIK ADYKRTKMTISN:
V»u 1regels f 0.50.
Blke regel meer - 5.15.
Dionstaunbiedingen en aanyvagen 95 oeuO bij veernitbetnling.
Groot» lattaiu near plaatsruimte.
Teer handel en bedryf beetaau zeer roordeelige bepalingen tel
bet herhaald adverteeran in dit Blad, b$ abonnement Bene
etrenlairebevabiemde de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegeienden.
Kennisgeving.
STUDIEBEURZEN.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat blijkens ont
vangen mededeel ing
Bestuurders-Collatoren. van het „Hendrik
Nannes en Gat rijn Epes Leen" te Bolsward
voornemens zijn op een nader te bepalen dag
in de maand Juni over te gaan tot een begeving.
Jongelieden uit het geslacht der stichters,
wier ouders niet in staat zijn uit eigen midde
len hun studie te bekostigen, worden uitgenoo-
digd, zich voor mededinging schriftelijk aan te
melden bij den lieer S. K. Bakker, ontvanger
van genoemd Leen te Bolsward, onder overleg
ging van een geboorte-acte, aanwijzing van ge
noten onderwijs en, zoo noodig, bewijs van af
stamming, vóór of op 1 Juni e. k.
Sollicitanten moeten op 1 Mei, den dag dezer
uitschrijving, ten minste 12 jaren oud zijn en
den leeftijd; van 24 jaren nog niet hebben be
reikt. Zij zullen zich te onderwerpen hebben
aan een vergelijkend examen.
Reis- en verblijfkosten worden niet vergoed.
Volgens artikel 8 van bet reglement des Leens
worden jongelieden, ouder dan 16 jaren, die
geen opleiding aan een Gymnasium, Hoogere
Burgerschool of een daarmede in hoofdzaak
gelijkstaand onderwijs hebben ontvangen, niet
dan bij gebreke aan hen, welke die opleiding of
dat onderwijs wel hebben genoten, benoemd.
Amersfoort, 4 Mei 1908.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J.G.STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De afgezanten van Moeley Hal id.
De afgezanten van Moeley Haf id, den Ma-
rökkaanschen tegeusultan, die nu op weg zijn
naar Londen en Bert ij n, schijnen de Fran-
sche regeering dwars in den maag te zitten.
Althans de Temp6, die dikwijls inspiration
ontvangt uit het gelbouw aan de Quai d'Or-
say, waar het departement van buitenland-
eche zaken gevestigd is, heeft zich geroepen
gevoeld eene waarschuwing te laten hooren,
dat Moeley Haf id hove na 1 een vijand van
Frankrijk is en-dat het eene onvriendschap
pelijke daad zou zijai een gesprek aan te
knoopen met de pseudo-gezanten van den
opstand, dien hij bestuurt.
Die waarschuwing is met name tot
Duitschland gericht. Wel twijfelt de Temps
niet, dat staatssecretaris von Schoen in dit
geval zal doen wat de eerbied voor het in
ternationale recht en de zorg voor de
Fransch-Dudtsche betrekkingen hem raden.
Maar verschillende Duitsche burgers heb
ben eene verdachte houding aangenomen
sedert langen tijd en nog zeer onlangs.
Daarom moet men in de Wilhelmstrasse wen-
schen, dat er volstrekt geen verdenking kan
rijzen- ten aanzien van de bedoelingen, die
men heeft. ,,Men zal dus zeker willen ver
mijden die, welke zou voortvloeien uit offi-
cieele of officieus© betrekkingen met de af
gezanten van Moeley Hafid. Officieel zou
den die betrekkingen rechtens uiet te recht
vaardigen zijn. Officieus zouden zij ver
keerd worden voorgesteld en in Marojsko
dezelfde uitwerking hebben, noodlottig voor
bet herstel der orde, alls officieele betrek
kingen. In de andere Europ.esche hoofdste
den komt de vraag niet eens op. De afge-^
zanten van bet oproer en van den vreemde
lingenhaat zullen overal door eb met Frank
rijk verbonden of bevriende regeeringen af
gewezen worden. Het zal evenzoo zijn, daar
aan twijfelen wij niet, te Berlijn, waar men
er prijs op zal stellen zich te gedragen naar
de „betrekkingen van goede buurschap en
vriendschap'neergeschreven in de pas ge
sloten overeenkomst betreffende de Noord
zee".
Als antwoord hierop van het departe
ment van buitenlandsclie zaken te Berlijn
kan worden aangemerkt eene mededeeling,
die de JCöln. Ztg. uit Berlijn brengt. Daarin
wordt gezegd, dat de Temps in eene „zeker
zeer overbodige ongerustheid" is gebracht
door het bericht van 't zenden van afgezan
ten van Moeley Hafid naar Berlijn, aan wie
dan eene officieele ontvangst zou worden
bereid. Het blad laat daarop volgen„Over
de zaakt.zelve kan hier geen nadere inlich
ting verkregen worden, maar men meent,
dat het volstrekt niet opvallend zou zijn
of iemand werkelijk reden tot ongerustheid
zou kunnen geven, wanneer eventueel boden
van Moeley Hafid in Berlijn op hun verzoek
door een van een officieelen last voorzien
persoon ontvangen worden om hen over het
doel van hunne reis te hooren. Daarentegen
zou het niet gepa-t schijnen, deze zendbo
den officieel hier te ontvangen als afgezan
ten van een vreemden heerscher, want in
dit geval zou aan de Duitsche regeering in
derdaad. het verwijt gedaan kunnen worden,
dat zij rich op onrechtmatige wijze mengde
in de zaken der hinnenlaudsche politiek van
Marokko Ook zal het noodig zijn van het
gesprek, dat eventueel zou plaats hebben
tusschen de afgezanten van Moeley Ilafid
er. den Duitschen mandataris, terstond aan
de Fransche regeering offioieel mededeeling
te doen, opdat duidelijk blijkt, dat in
Duitschland geen heimelijkheden met Moeley
Hafid worden gedreven. Zulk eene hande
ling overdreven voor te stellen en daaruit
munt te slaan, daartoe zou de Fransche re
geering des te minder aanleiding hebben,
omdat het niet eens zonder voorbeeld is.
Zooals bekend is, heeft reeds eenmaal de
Duitsche regeering op eene klacht van
Moeley Hafid geantwoord onder gelijktij
dige officieele mededeeling, aan de Fran
sche regeering gedaan over dezen stap en
over het Duitsche antwoord. Het is dus
werkelijk moedelijk te begrijpen hoe de
Temps bij voorbaat kan zeggen „Eene ont
vangst van de zendboden van Moeley Hafid
in Berlijn zou eene onvriendelijke handeling
tegenover Frankrijk zijn." De Temps be
hoorde wat meer vertrouwen te stellen in
de loyale houding van Duitschland tegen
over Fiankrijk".
De officieele mededeeling, waarop de
Köln Ztg. hier doelt, is geschied in Ja
nuari van dit jaar. Toen werd van de Duit
sche gezanten te Tanger bericht ontvangen,
dat de vice-consuls te Rabat en te Saffi
hem hadden medegedeeld, dat zij, de een
van Abdel-Aziz, de ander van Moeley Ha
fid, verzoeken hadden ontvangen om tegen
den Franschen inval de interventie van de
Duitsche regeering te vragen. Daarop deed
staatssecretaris von Schoen den gezant het
volgende antwoord toekomen met verzoek
dat aan de beide inlandsche potentaten to
laten weten: „Bij herhalingen ten stellig
ste heeft de Fransche regeering nog onlangs
aan de keizerlijke regeering verzekerd, dat
zij bij haar optreden in Marokko zich stipt
zou houden binnen het kader van de Al-
geciras-akte. Wanneer de Marokkaanscho
regeering echter meent te kunnen bewij
zen, dat het Fransche optreden de akte
schendt, dan staat het. haar vrij zich daar
over te wenden tot alle onderteekenaars
van de akte, die hunne vertegenwoordigers
te Tanger hebben. Duitschland kan, nadat
de akte van kracht is geworden, niet wel
meer alleen wat doen in de zaak. De keizer
lijke regeering zal intusschen niet verzuimen
de haar van de zijde van Marokko uitge
drukte wcnschen zonder verwijl ter kennis
van de Fransche regeering te brengen."
Het antwoord van Duitsche zijde bevre
digt de Temps niet; het blad blijft afkeu
ren, dat men te Berlijn de afgezanten van
Moeley Hafid, den verklaarden vijand van
Frankrijk, te woord wil staan, en vraagt
„Moet men daaruit besluiten, dat ten allen
tijde de tegenstanders van onze politiek ver
zekerd zijn, min of meer openlijk door
Duitschland te worden aangemoedigd Wij
van onze zijde weigeren die conclusie te
trekken. Maar wij betreuren, dat zij door
de houding, die men te Berlijn aanneemt,
rechtmatig kan schijnen. Het is aan de dub
belzinnigheid eigen, ongerustheid te verwek
ken".
Duiteehland.
Krachtens gerechtelijk besluit, wordt
thans eene instructie tegen vorst Eulenburg
gevoerd, en wel op grond van verdenking
van bewusten meineed door zijne verklaring
onder cede, dat hij geen „vuiligheden"
heeft bedreven, die in strijd is met de ver
klaringen van de beide te München gehou
den getuigen. Eene commissie heeft te Lie
benberg eene huiszoeking verricht en daar
bij verschillende brieven in beslag genomen.
Door den geneesheer, die de oommissie ver
gezelde, .werd geconstateerd, dat de vorst
ernstig ziek is en niet in staat om te worden
vervoerd. Dc vorst verklaarde, dat hij den
verderen loop van de instructie kalm tege
moet zag en niets liever we»6chtc dan met
de getuigen Ernst en Riedel geconfronteerd
te wordenhij kan zioh niet verklaren hoe
zij gekomen waren tot hetgeen zij hadden
Harden is „in de strafzaak tegen vorst
Eulenburg wegens meineed" als getuige
voor den reohter van instructie gedagvaard.
De instructie in de zaak tegen Harden's
verdediger, mr. Bernstein, wegeus beleedi-
ging van vorst Eulenburg is uitgesteld tot
na afloop van de instructie tegen den vorst.
Btlrfl.
De socialistische leider Vandervelde, die
in het Congovraagstuk een standpunt in
neemt. dat afwijkt van dat van velen zijner
volgelingen, heeft in zijne rede bij de alge
meene beraadslagingen in de Kamer gezegd,
dat hij wel, wat de naasting betreft, 't niet
eens was met zijne vrienden, maar hoopte,
dat zij na de volbrachte naasting met hem
eensgezind zouden zijn om de toapassiug van
hervormingen, die daardoor mogelijk zouden
worden, te verlangen. Hij was een aanhan
ger van de naasting, omdat het Congoland
eene rijke kolonie is en omdat door de naas
ting het lot van de inboorlingen zal worden
verbeterd. Hij meent, dat het door de regee
ring voorgelegde bestuursprogramma van de
kolonie aan het parlement voldoende vrij
heid laat on i in te grijpen, maar dat de vele
cpncessiën, die verleend zijn voor monopo
liën, aan afdoende hervormingen in den weg
staan.
Trankrijk.
P a r ij s, 4 Mei. Uit de statistiek, die
aan het ministerie van binnenlandsche zaken
ri opgemaakt ;vam de gemeenteraadsverkie
zingen, dat van de resultaten, die verkregen
zijin, 123 gemeenteraden geheel zijn geconsti
tueerd terwijl in 207 herstemmingen moe
ten plaats hebben. De vereenigde socialisten
hebben de meerderheid in vier hoofdjpdaait-
sen, de onafhankelijke socialisten in een,
de radicalen in 107, de linker-republikeinen
in 56, de progressisten in 27, de nationalis
ten en reactionairen in 30. Er is nog geen
meerderheid verkregen in 105 gemeentera
den. De republikeinen winnen 14 plaatsen.
Parijs. 4 Mei. Blijkens de thans be
kende uitslagen van de gemeenteraadsver
kiezingen, hebben de republikeinen in 241
hoofdplaatsen de meerderheid verkregen.
Engeland.
Volgens eene dépêche van de Daily Tele
graph uit Christïania heeft de vice-staats
secretaris van buitenlandsche zaken daar
uitdrukkelijk verklaard, dat er van eene
ontmoeting tusschen Koning Eduard en
den Czaar niet bekend was.
Londen, 4 Mei. Het lagerhuis heeft
na een vierdaagsoh debat liet ontwerp van
de drankwet met 397 tegen 147 stemmen
in de tweede lezing aangenomen.
Het sedert, drie maanden hangende con
flict in het Engelsolie scheepsbouwbedrijf
is thans in een kritiek stadium getreden,
nu de pogingen van het departement van
handel om te bemiddelen tusschen de
werklieden en den bond der werkgevers, de
Shipbuilding Employers Federation, zijn
mislukt en dientengevolge de lock-out op de
werven begonnen is. Het geschil is ontstaan,
omdat de scheepstimmerlieden aan de
Clyde de loonsvermindering van H shilling
per week uiet wilden aannemen, zonder dat
hun ophelderingen waren gegeven over den
toestand van het bedrijf, waardoor deze
maatregel noodig is geworden. Te Tradas
Unions hebben zich op het standpunt van
de werklieden geplaatst; de meerderheid
van de werkgevers is echter niet gezind om
toe te geven. Daar de stilstand van het
werk aan de werven' een aantal verwante
bedrijven dwingt liet werk eveneens te
laten rusten, wordt liet aantal werklieden,
die door deze lock-out buiten werk gera
ken, op 100,000 geraamd. De betrokken vak-
vereen igin «en hebben voor een deel ge
ringer middelen en er heerscht op vele
plaatsen groote nood.
Spanje.
In het gansche land wordt in deze dagen
eene reeks feesten gegeven ter viering van
het eeuwfeest van den onafhankelijkheids
oorlog van Spanje tegen Napoleon s macht.
Madrid is als tooneel van den eersten Moe
digen opstand van 2 Me' 1808 daarin voor
gegaan. Nadat de opening van eene natio
nale kunsttentoonstelling was voorafgegaan,
heeft verleden Zaterdag eene groote feest-
processie van burgers en soldaten plaats ge
had. Koning Alfonso maakte met- do minis
ters deel uit van don stoet. De stad was
rijk versierd, inzonderheid de pleinen en de
monumenten, di© de herinnering levendig
houden aan de heldhaftige daden van de
Madii idscho troepen en burgers.
Oosten rijk-HoKga p<j«.
liet Weener k.-k. corresponden tiebureau
bericht, dat de verontrustende geruchten
over den gezondheidstoestand van Keizer
Frans Jozef, die in omloop zijn, van allen
grond ontbloot zijn. De toestand van den
Keizer is ten volle bevredigend.
De politieke toestaud in Oostenrijk is iets
minder kritiek geworden, omdat blijkt, dat
op het huidige Hjdstip geen van de par
tijen de verantwoordelijkheid op zich wil
nemen om eene ministerieele en parlemen
taire crisis uit te lokken Het is daardoor
waarschijnlijk geworden, dat het huis van
afgevaardigden zoowel het recruteucontin-
gent. als de voorloopige begrooting zal toe
staan. Daarmee >s intusschen de crisis niet
opgelost, maar slechts uitgesteld.
Als opvolger van den plotseling overleden
Duitsöhen landsman-minister Peschka heeft
zijn voorganger n dit ambt, de afgevaar
digde Prade, de moeste kans, ofschoon de
agrariërs het ambt weder voor oen der hun-
tien opeisohen. In ieder geval wordt er op
aangedrongen het ambt spoedig weder te be
zetten, omdat bij het karakter, dat de
Duitech-Cfeeohische strijd in Bokemen nu
draagt, het Duitsche element in den minis
terraad niet mag worden verminderd.
Rutland.
Petersburg, 4 Mei. De Koning van
Zweden is tot admiraal van de Russische
vloot benoemd. Prins Wilhelm van Zweden,
wiens huwelijk met grootvorstin Maria Pau
low na den vorigen dag te Zarskoje Selo vo1-
trokken werd, is in de ranglijst van de vloot
opgenomen. De Koning ontving heden na
middag liet corps diplomatique in het win
terpaleis. Des avonds werd een gala-maaltijd
gegeven in het Zweedsche gozantschapsge-
bóuw, waartoe o. a. genoodigd waren de
Russische minister van buitenlandsclie za
ken Iswolsky en de Russische gezant, te
Stockholm baron Bud berg.
Marokko.
De ministers Olemenoeau, Pichon en
Picquart hebben verleden Zaterdag eene
langdurige conferentie met den gezant Regn-
ault en inet generaal Lya.utey gehad over
de gebeurteniseen in Marokko, inzonderheid
over de operation in den omtrek van Oasa-
blanca en over de incidenten aan de Alge-
rijnsoh-Marolckaansche grens.
Een uit Oasablanca afkomstig telegram
van de Deutsche Kabel grammgieeellschaf t
strekt tot bevestiging van het vermoeden,
diat de Franschen den 24en April bij Dar-
ben-Hajnmed in het gebied der Mdakras
eene nederlaag en gevoelige verliezen heb
ben geleden Dit telegram kondigt voor den
tijd na het einde van den oogst een grooten
opstand van do inboorlingen aan tot. ver
drijving van de Franschen uit Marokko.
Inmiddels dringt Moeley Hafid langhaam
maar zeker vooruit naar Fez. Nu de Hafi-
disten den 24en April er in geslaagd rijn,
bij Dar-ben-Hammed de Franeohe troepen,
die den tocht van de aanhangers van den
tegen sultan naar de hoofdstad van Marokko
wilde storen, terug te dringen, is er voors
hands geen reden om te betwijfelendat het
Moeley Hafid zal gelukken zijn doel spoedig
te boreiken
Britsch-Indië.
Simla, 4 Mei. Generaal Wilcocks
viel hedenochtend de nog overgebleven in
het land binnengedrongen Afglhanen aan
op do heuvels ten weeten van het. Lamdiko-
dal. De weinig talrijke vijanden boden
slechts gieringen tegenstand. De aanvoerende
mollah vluchtte te paard en reeds vroeg in
den morgen was de vijand over de Afgfhaan-
sche grens gejaagd. Een Biritsoh officier en
twee soldaten werden gewond. Eon aantal
Indische maharadja's boden aan troepen ter
beschikking van de regeer ing te stellen.
20 BOOB
THERESE HOVEN.
Zelfs Annette was ontroerd door zijn
woordener trilde iets hoogs en machtigs
iu zijn stem.
Het was niet de verliefde jongeling, die
zijn hof maakte aan 't meisje zijner keuze;
't was de aanstaande echtgenoot, die zijn
toekomstige vrouw trachtte te overtuigen
van de plechtigheid van het verbond, dat
ze gingen sluiten.
Hij smeekte haar niet hem) lief te hebben,
hij spiegelde haar geen doorn'loos pad voor,
integendeel, hij schilderde haar de moei
lijkheden, die hen te wachten stonden, met
meedoogenlooze klaarheid af.
,,En, bedenk ook, liefste, wat het is, een
zeemansbruid te wezen Want, ik zal niet
altijd bij je kunnen zijn, ik zal van je
weggaan, héél spoedig al, misschien zal ik
dezen winter nog, of vroeger in rt voorjaar,
naar Indië vertrekken, voor drie-en-een-half
jaar. Zou je mij zoo lang trouw kunnen
?°u liet kunnen volhouden, drie
en half jaar lang, altijd aan mij te denken
en mijn beeld door geen ander te laten ver
dringen
„Zal ik je kunnen verlaten met een ge
rust hart, in de volle overtuiging, dat ik
je terug zal vinden, zooals ik je verlaten
heb, als mijn meisje? Want, als je niet zóó
was... als je gevoelens voor mij: verminderd
waren... dan zou ik, 't zeker aan je merken.
Als je oogopslag minder oprecht, je hand
druk minder hartelijk zou zijn, dan zou ik
't terstond "wetenMarion, en o! mijin
terugkomst, waarnaar ik, ail dien tijd, ver
langd zou hebben, zou zoo droevig zijn...
voor ons beidenWeet 't wel, kind, ook jij
moet overtuigd zijn, dat je liefde voor miji
tegen zulk ©en scheiding bestand zou zijn,
dat je mij met een rustig, geweten zoudt
kunnen afwachten
„Je praat enkel over mij, Jan," viel
ze in
„En niiet over je zélf; misschien zou jij,
in die jaren, meer veranderd zijn dan ik."
„Daar ben ik niet 'bang voor. Ik ken me
zelf. maar ik ken jou nog, niet voldoende
en ik weet niet, of jij wel genoeg beseft wat
ik van je verlang."
Annette had zich naar den versten hoek
van de 'kamer terugetrokken en trachtte
zich zelve zooveel mogelijk weg te cijferen.
Ze had een bock ter hand genomen, maar
ze las er niet in Ze voélde, dat het geluk
van haar eenigen broer op 'tspel stond en
zij wachtte Marion's antwoord niet evenveel
spanning af als hij.
Ze waardeerde 't in hem, dat hij; zoo sprak,
dat hij den moed en do kieschheid1 'bezat
om van dit samenzijn geen ijdele minnekoo-
zerij te maken. Marion zweeg een wijle en
zag hem hulpél'ooe aan.
„Je behoeft nog geen beslissing te nemen,"
hernam liij1., op t eed eren toon. „Ik wil geen
pressie op je uitoefenen. Je weet nu, dat ik
je lief héb, dat wist je trouwens al lang, niet
waar, darling? 'Maar je weet nu ook, welko
eischcn ik aan jou stel. En dat moet je nu
eens goed bij je zelve overpeinzen en je moet
mij niet hard of wreed vinden, 't Is ook in
jou belang, dat ik je dat alles héb gezegd, 't
is om je latere teleurstellingen te sparen. Stel
je nu voor, hoe 'tzal zijn, als ik weg ben,
niet voor een paar weken of maanden, maar
voor jaren, en vraag je zelve af, of je stand
vastig in je gevoel voor mij zoudt kunneai
rijn...
„O? Msr. Vermeer," barstte ze opeens los.
,,U bent zoo goed, zoo lief voor meIk
voel nu pas, wat echt liefhebben is... niet
voor weken of maanden, maar voor jaren...
Ochveroordeel mij niet, maar ik zou 't niet
kunnen
„Schrei er niet om, liefste," fluisterde bij,
met oneindige zachtheid. „Je kamt niet meer
geven dan in je is. Vergeef 't me, dat ik je
er om gevraagd heb. Ik bon zelfzuchtig, Miss
Roodford, ik heb te veel aan mijai liefde ge
dacht niet genoeg aan u. Wees niet ver
drietig... droog die tranen af; ik zal weg
gaan, morgen, van daag nog. U zult me
spoedig vergeten, en ik zl mij troosten met
de gedachte, dat i'k alleen lijd, dat is beter
dan de kwe'ling, idat ik u ongelukkig had ge
maakt. Ik dan'k u voor uw oprechtheid, ik
zal die nooit veigeten
Hij stond op.doodsbleek, maar vastbe
raden.
„Wat wilt u doen?" vroeg Marion plotse
ling.
„Wel... weggaan... het is noodeloos dit
onderhoud te rekken. Ik zal uw mama zien
te spreken en haar verzoeken mijn overhaast
vertrek tqgenover uw vader en de overige
leden uwer familie te willen verontschuldi
gen. Daarna zal ik 'teen en ander in mijn
valiesje doen on den eersten trein naar Lon
den nemen, om van daar verder te gaan."
„Terug naar Heiland vroeg ze onwille
keurig.
„Ja, natuurt ijk, wat zou ik lamger in
Engeland doen?"
„Och ga niet weg... ik kan u niet laten
gaan... denk toch niet, diat ik u niet lief
heb v
„U zult me wel vergoten...
„O! maar u (begrijpt me niet, ik wil u
niet vergeten, integendeel, i'k wil aan u
denken... altijd en... och! toe, laat er geen
misverstand tusschen ons zijn. Ik ben niet
bang, dat ik u niet genoeg zal liefhebben,
maar ik zou niet tegen een scheiding kun
nen. Ik zou 't bestervenhet is juist de
intensiteit mijner gevoelens, die mij te veel
zou doen lijden door zulk een jarenlang©
scheiding."
„Arm kind, je zoudt er aan moéten wen
nen, zooals andero zeemans-bruidjes."
„Dat is 't... ik kan geen zecanans-bruid
worden."
„Maar dan is 't toch ©nnoodig er langer
over te spreken," zei Jan, ©enigszins onge
duldig.
Marion keek hem lachend aan, de sporen
van de zoo even geschreide trahen waren
geheel van haar gezidhtje verdwenen.
De tranen van twintig jaar drogen spoe
dig!
„Ik wil wel uw vrouw worden," zei zo
verlegen, „maar niet de vrouw van ©en
zee-officier."
„Maar dat kan nu niet anders, mijn be
trekking is onofscheidelijk aan mij verbon
den
„Toch niet, u zoudt den dienst toch kun
nen verlaten
„Miarion, weot-je wel wat je zegt? Zou je
durven beginuen met zulk een ontzaggelijk
offer van mij te vergen? Zou je van mij
durven vergen, dat ik mijn carrière, mijn
vooruitzichten, mijfn roeping, alles Voor je
opgaf? Zou je mijn gehoele verleden, van
een knaap af, willen vernietigen ter wille
eener onzekere toekomst f'
„Ter wille van mij en onze liefde, ja!
Zoocven héb je aan mijn genegenheid ge
twijfeld. dat was je recht, dat mocht je
doen. Maar i'k behoud ook dat recht voor
niiijtoon me, diat jou gevoelens boven elke
verdenking verheven zijn, door mij het lb©1!
wijs te geven, dat je mij boven allee stelt."
„Marion," kreunde hij. „Je bent wreed
ik heb je lief, dat weet je...
„Maar je vak is je liever en je zoudt miji
kunnen verlatenO! Jan... dan staat
mijn liefde hooger want ik zou de schei
ding niet kunnen verdragen. Ik zou niet
meer zonder je kuuuen leven. Als je mij
lief hébt, verlaat mij dan niét meer. Blijï
dan bij mij... ik zou nu niet meer weteu,
wat te doen zonder jou Je hebt mijn ge
moedsrust verstoord, jij alleen kunt mij de
kalmte teruggeven...
En, in spijt van traditie en leer en op
voeding. legde ze haar meisjesziel open zoo
die was, met haar hartstocht en haar klein
heid.
Ze toonde haar onmacht om. 't verloren
evenwicht alleen te herstellenze zag in
hom niet den onderdanigen minnaar, die
haar mocht aanbidden, maar den verove
raar, die over "haar beschikken konniet
den man wien ze gelukkig maakte met do
kostbare gave barer grillige vrouwenvriend
schap, doch den meester, die haar helpen
■noest.
Wordt vervolgd.